De katholieke wereld herdacht het afgelopen weekend de dood
en de verrijzenis van Jezus Christus. Pasen. Het kerkelijke feest dat nog
nauwelijks gevierd wordt. De Amstel Gold Race en het play-offvoetbal zijn
tegenwoordig oneindig veel belangrijker dan alle Urbi’s en Orbi’s bij elkaar geteld.
Zo gaat dat met een religie die geen wervende kracht meer heeft in onze
contreien en die ten onder gaat aan conservatisme, reactionaire richtlijnen uit
Rome en tal van schandalen.
Op drieëndertig dagen van de verkiezingen is het hopen op
een andere verrijzenis: die van de bevlogen, toekomstgericht denkende en
charismatische politicus. Mede door de dwingende aanwezigheid van de sociale en
andere media leven politici van de éénentwintigste eeuw van tweet tot tweet,
van oneliner tot oneliner, van sneer tot sneer. Er is geen ruimte meer voor
nuance, de burgers hebben het druk-druk-druk, dus worden de boodschappen
verpakt in 140 tekens of net iets meer. Een moddergevecht tussen een paar
haantjes is zoveel telegenieker dan een beredeneerde uitleg. Het is merkwaardig
dat iemand als Frank Vandenbroucke op zijn achtenvijftigste al tot een vergeten
generatie politici behoort. Te serieus, te saai misschien wel voor deze
Twitter- en Facebookgeneratie, te moeilijk ook. Buitengewoon jammer is dat, in de eerste plaats voor dit land, dat nood heeft aan politici die zich buiten en boven het gewoel durven opstellen en desnoods onpopulaire maatregelen nemen.
***
We hebben geen staatsmannen meer. Het zijn straatmannen
(m/v) geworden, die van straatgevecht tot straatgevecht leven. Ik las dit
weekend de interviews met Jean-Luc Dehaene in De Morgen en De Standaard Weekblad. ‘Dehaene neemt afscheid’ werd het een dag voordien aangekondigd
en ik vreesde even dat de 74-jarige gewezen premier de levensstrijd tegen
pancreaskanker had opgegeven en voor euthanasie had gekozen. Het bleek
uiteindelijk, gelukkig maar, om een politiek afscheidsgesprek te gaan. En voor de rest: lang zal hij leven!
Dehaene is misschien wel onze beste premier van de afgelopen
eeuw, maar daarmee is ook alles gezegd: zijn tijd is af-ge-lo-pen. Deze eeuw
verkaste hij naar het Europees Parlement, verdiende een flinke stuiver als
bestuurder van diverse vennootschappen (o.m. Dexia) en wilde nog minder commentaar
kwijt dan in zijn periode als belangrijkste politicus van het land.
Dehaene weet beter dan wie ooit dat hij tot een vorige
generatie behoort, hij heeft dit ook meerdere keren gezegd in de media. Het is
de kwalitatief uitermate sterke generatie van Wilfried Martens, Willy Claes, Louis Tobback, Mark Eyskens,
Willy De Clercq, Karel Van Miert en Hugo Schiltz. Een generatie die nu
letterlijk uitsterft en die voor een andere politieke beleving stond dan de
huidige. Niet altijd vriendelijker, dat zeker niet, maar er bleef altijd ruimte
voor overleg en compromissen. Voor de camera’s werden er harde standpunten
ingenomen, achter de camera’s werd er onderhandeld tot op het bot. Op dit
moment wordt onze politiek aangevoerd en aangevuurd door politici die
compromissen per definitie compromitterend vinden, de grootste partij van
Vlaanderen op kop. Er is geen ‘achter de camera’s’ meer, want die draaien
altijd en overal.
Heel even leek deze o zo belangrijke verkiezingscampagne
over inhoud te gaan, met al die becijferde plannen en gedetailleerde
programma’s, maar als puntje bij paaltje komt gaat het toch weer over het
uitvechten van persoonlijke vetes en het zo gevat mogelijk kleineren van
tegenstanders, al was het maar om daar één procentpunt winst uit te puren op 25 mei.
Natuurlijk hebben de media daar mee schuld aan, door elke
bitsige uitspraak uit te vergroten, waarna er wordt gehengeld naar een
wederwoord van de geschoffeerde concurrent. Maar niemand verplicht de politici
om dit spel mee te spelen. ‘Geen commentaar’ is nog altijd een legitiem
antwoord.
***
De Standaard
maakte dit weekend een rapport op van de regering-Di Rupo. 65 op 100 werd het,
wat in universiteitstermen toch nog altijd een ruime voldoening is. Eén
individuele politicus kreeg zelfs onderscheiding: Johan Vande Lanotte, met 72%.
En laat dat nu net de man zijn die al een hele tijd onder vuur ligt omdat hij in
verschillende dossiers eigenbelang en ’s lands belang lijkt te verwarren. Ik
dacht nog even om op zoek te gaan naar reacties op zijn uitverkiezing op de
verschillende fora, maar neen, het was Pasen voor iedereen en te veel verzuring
met een grondsmaakje zou een zonnig weekend naar de filistijnen hebben
geholpen.
Ook Vande Lanotte is op zijn bijna negenvijftigste stilaan
uitgerangeerd, net als zijn partijgenoot Vandenbroucke. Niet omdat hij inhoudelijk verzwakt zou zijn, maar omdat hij
hardnekkig de politieke zeden uit het verleden belichaamt, een tijd van
compromissen, maar ook – dat dient gezegd – van gekonkelfoes en ons-kent-ons. Van ‘Ik weet iets
over u en gij iets over mij, dus laten we allebei zwijgen’. Van het vermengen
van staats- en privé-belang.
Over dat laatste kan ik nog een fijne anekdote vertellen.
Misschien doe ik dat morgen wel op deze plek.