Ik had u dus die anekdote over Johan Vande Lanotte beloofd.
Daarvoor moet ik u meenemen naar september 2001, toen de sp.a-topman minister
van Binnenlandse Zaken was in de eerste regering-Verhofstadt.

De derde week van die maand werd een gezelschap van een
twintigtal VRT-managers op cursus gestuurd naar Gloucester, waar we nader
moesten kennismaken met een softwarepakket dat de openbare omroep had
aangekocht om professioneler en accurater te kunnen omgaan met
bedrijfsprocessen en budgetten. Een ingewikkelde cursus was het, duidelijk iets
wat boven de petjes van de meeste aanwezige creatievelingen ging. Dat leidde ik toch
af uit het zachte gezucht en gekreun in het gezelschap, maar het kan best zijn
dat ik dertien jaar later mijn eigen geworstel met een moeilijke materie
probeer te projecteren op mijn ex-collega’s.

Op de tweede dag, een dinsdag, werd de middagpauze verstoord
door een hotelgast die zei dat we dringend moesten komen kijken naar de tv in
de bar. ‘You won’t believe this!’ beloofde hij. Gelijk had hij. We zagen de
live beelden van de WTC-torens die in brand stonden, maar nog voor we goed en
wel beseften wat er precies aan de hand was, riepen de docenten ons opnieuw
naar het leslokaal. 11 september 2001 moest en zou een doordeweekse lesdag
worden volgens hen. Met als gevolg dat er een meute VRT-mannen en -vrouwen met
een half oog naar een PowerPoint-presentatie keek, af en toe een beleefde en
intelligent bedoelde vraag stelde, maar vooral bezig was met het zenden en
ontvangen van sms’jes met het thuisfront over de toestand in New York en omstreken.

Een collega die in Brussel was achtergebleven meldde me in
de loop van die helse namiddag: ‘Het lijkt wel of we op de rand staan van de
Derde Wereldoorlog’. Dat waren ook de letterlijke woorden van Mark Eyskens in
de VRT-studio, vernam ik achteraf.

Mijn bekommernis, als hoofdredacteur sport van de VRT
Televisie, was of de Champions League-wedstrijden die avond wel zouden
doorgaan. Dat was zo. Business as usual,
de UEFA draait zijn hand niet om voor een paar doden meer of minder, dat had
het Heizeldrama al bewezen.

***

’s Anderendaags ontving ik net voor de start van de
namiddagsessie een telefoontje uit België. Medewerker X van het ministerie van
Binnenlandse Zaken vroeg of ik een paar minuten beschikbaar was voor de
minister. Nog voor ik stomverbaasd ‘Euh, ja’ had kunnen zeggen en in mijn hoofd
een idee had kunnen vormen waarvoor Binnenlandse Zaken in deze crisismomenten
een hoofdredacteur sport kon gebruiken (ik was niet eens naar het leger
geweest!), hoorde ik al die bekende stem. ‘Meneer Van Laeken, het is Johan
Vande Lanotte hier. Gij weet dat we met Oostende Champions League willen spelen, maar
dan moeten we een zender hebben die de wedstrijden capteert en uitzendt. Zou de
VRT dat willen doen?’

Ik was eventjes van
mijn melk
door deze vraag. Niet zozeer omdat ik het intimiderend vond om
een belangrijke minister en vice-premier aan de lijn te hebben of omdat de
vraag zo ingewikkeld was, maar omdat deze man op 9/12, de dag na 9/11, een moment dat
er nog veel onzekerheid heerste en het risico op meer aanslagen, ook op
Belgische bodem, manifest aanwezig was, waarbij Binnenlandse Zaken toch wel
een centrale rol te spelen had in het nemen van veiligheidsmaatregelen en het
informeren van de bevolking, een dringende vraag stelde over zijn basketbalclub.

‘Daar heb ik wellicht geen budget voor’, antwoordde ik
correct, goed wetende dat er vanaf september met de handrem op gewerkt werd op
de redactie om binnen het vooropgestelde jaarbudget te blijven, ‘maar ik zal
het laten bekijken. Toch wil ik u niet al te veel hoop geven. Ik bel u terug.’

‘Dankuwel’, repliceerde Vande Lanotte kort.

***

Vervolg van het verhaal: ik had inderdaad geen budget voor
het in beeld brengen van deze wedstrijden, de zenders hadden geen zin om basketbal
te programmeren, een sport die niet bepaald garant staat voor hoge kijkcijfers,
maar na wat heen en weer-getelefoneer met de juiste mensen binnen de omroep
(niet ik, voor alle duidelijkheid, maar een eind boven mijn hoofd) was er een paar weken later toch Europees
basketbal te zien op Canvas.

Bij mij is altijd de vraag gebleven hoe het kon dat een
sportwedstrijd op 12 september 2001, ook al was het maar voor eventjes, de
bovenhand kreeg op een gebeurtenis die tot op de dag van vandaag nazindert. Een
kwestie van prioriteiten, zeker?