Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Doe de stemtest (niet)

Politiek Posted on za, april 20, 2024 12:30:59

Elke zichzelf respecterende mediagroep pakt dezer dagen uit met de slogan ‘Doe de stemtest!’ Dat kan maar twee dingen betekenen: 1) er zijn over afzienbare tijd verkiezingen, 2) de mediaconsument is verknocht aan spelletjes en polletjes. We hebben een mening en we willen die kwijt. In dit geval: we hebben een mening en we willen weleens zien of die overeenstemt met ons toekomstig stemgedrag.

Ik ben, beken ik bij aanvang van deze blogpost, anders dan de meeste anderen en toch ook weer niet, want, jawel, ook ik ben verknocht aan spelletjes en (sommige) polletjes. Ik doe al meer dan twintig jaar de stemtest, al sinds die werd ingevoerd eigenlijk. De voorbije dagen heb ik dus de stemtest gedaan op de sites van De Morgen, hln.be (samen met VTM) en VRT NWS (die laatste is identiek aan die van De Standaard). Dat heeft me hooguit een halfuur van mijn voortschrijdende leven gekost. Valt nog mee.

Ik noem mezelf een gemotiveerde kiezer, het verbaasde me niet echt dat ik drie keer uitkwam bij de partij waarop ik, zonder grote politieke miskleunen van die partij en haar vertegenwoordigers de komende twee maanden, op 9 juni ook zal stemmen. U mag dat zelfs weten: Groen. Jarenlang heb ik gependeld tussen groen en lichtrood, maar dankzij Conner Rousseau, Tom Meeuws en de centrumrechtse tot ronduit rechtse standpunten van Vooruit-kopstukken op het vlak van asiel en migratie, wordt mijn keuze thans vergemakkelijkt. Ik zal nog eerder donkerrood stemmen dan op een partij die racisme minimaliseert. Een linkse jongen moet zijn heil op links zoeken, niet bij flauwe afkooksels of fletse kopieën.

De Morgen formuleerde 26 stellingen op basis van het reële beleid van de zeven partijen die in de stemtest aan bod komen (overigens terecht, die strenge selectie, want Voor U en aanverwanten hebben geen echt partijprogramma, hooguit wat stellingnamen in specifieke dossiers, áls ze die al hebben). ‘Deze stemtest kijkt als enige naar wat partijen doen, niet naar wat ze beloven,’ belooft De Morgen. In 18 van de 26 voorgelegde thema’s kwam ik uit bij Groen. Klinkt logisch, in mijn geval. Wat minder logisch is, is dat ik op N-VA (13 overeenkomstige stellingen) en Vlaams Belang (10) na bij eender welke andere partij had kunnen uitkomen, want bij Open Vld, CD&V en Vooruit was er maar één stellingname verschil, bij PVDA twee. Eén afwijkend antwoord en ik was elders beland. Dat maakt deze stemtest niet geloofwaardig voor mij. Het is nastrevenswaardig om niet uit te gaan van het programma maar van het reële gedrag van de verkozenen, maar blijkbaar geeft dat nauwelijks verschil. Vreemd.

Op hln.be deden ze iets Tinder-achtigs. Op basis van je standpunten, die varieerden van helemaal akkoord tot helemaal niet akkoord met de partijstandpunten, werd je gematcht met een partijkopstuk. In mijn geval was dat Jeremie Vaneeckhout, covoorzitter van Groen. Heel eerlijk, mocht ik op Tinder zitten (quod non), zou ik bij het zien van deze sympathieke meneer toch naar links swipen. Over politiek wil ik het nochtans graag met hem hebben, gezien we voor 85 procent hetzelfde denken. Die vijftien procent zit ‘m in de details, want HLN en VTM maken het de deelnemer te moeilijk. Tussen een beetje akkoord en helemaal akkoord (of helemaal niet) zit een flinke gradatie. Je zou kunnen zeggen: hoera, nuance, maar voor dit soort tests is een simpele ‘ja’ of ‘neen’ (of ‘eens’/’oneens’) veel helderder. Je kunt niet een beetje zwanger zijn. Je kunt het wel een beetje eens met iets zijn, maar dat werkt niet in een stemtest, die per definitie zwart/wit is.

Bij de Stemtest van VRT NWS/De Standaard, de moeder aller stemtests zou je kunnen stellen, kwam mijn eindresultaat neer op 78 procent Groen, 73% PVDA, 72% Vooruit, 55% Open Vld, 35% CD&V, 32% N-VA en 26% Vlaams Belang. Kijk, dat is een helder overzicht en zegt wellicht veel meer over mij dan de twee andere polls. Dat mijn standpunten toch nog voor een kwart overeenstemmen met een partij die ik verfoei, komt ongetwijfeld omdat die partij zogezegd economisch links heet te zijn. Zij liegt, ik niet.

Al 1,2 miljoen Vlamingen ontdekten hun ‘match’, orakelt hln.be. Dat kan beter, roepen ze bij VRT NWS: 1,75 miljoen keer (zelfs 2 miljoen als je er de versie voor Wallonië bijneemt). Dat kan niet, zeg ik. Je maakt mij niet wijs dat er respectievelijk 1,2 en 1,75 miljoen unieke Vlamingen deze tests hebben ingevuld. Dat zou neerkomen op 1 op 5 tot 1 op 3,5 Vlamingen. Zo geïnteresseerd is de Vlaming niet en ik wil ook niet geloven dat er veel Franstalige surfers eens wilden bekijken bij welke Vlaamse partij ze zouden uitkomen mochten ze hier moeten gaan stemmen. Heel veel mensen hebben de test dus twee keer of nog vaker ingevuld. Om na het wijzigen van een aantal antwoorden dan toch uit te komen bij hun preferentiële partij? Om de resultaten te ontregelen? Voor de lol? Het maakt eventuele totaalresultaten al dadelijk ongeloofwaardig. Ik wil niet weten hoeveel keer de test werd uitgevoerd, maar hoeveel individuele mensen een of meerdere invulrondes hebben gedaan. Kans is groot dat je op enkele honderdduizenden uitkomt, dat zou veel realistischer zijn. Of is de Vlaming geïnteresseerder in een stemtest, in feite een spelletje, dan in politiek zelf?

Nogmaals: ik heb de tests zelf gedaan en ik ben op zich wel blij dat ik niet bij een partij word geklasseerd waar ik weinig of geen affiniteit mee heb. Toch moet je dit zwaar relativeren. Als u écht wil weten wat uw partij (of alle partijen) denkt (denken) over bepaalde onderwerpen, moet u surfen naar hun site(s). Dat kost meer tijd, maar het zal een correcter beeld geven. Als u, daarentegen, écht wil weten welke partij(en) dezelfde visie heeft (hebben) als uzelf, kost dat nog net iets meer tijd. Maar het uiteindelijke resultaat van uw electorale zoektocht zal veel realistischer en geloofwaardiger zijn dan de match die de stemtesten u zullen voorhouden.

Doe de stemtest dus enkel als indicatie.

Doe de stemtest niet als u een volledig realistisch beeld wilt hebben van uzelf en de partij van uw voorkeur.

Doe de stemtest niet als u op zoek bent naar de partij die het beste bij u past. Dat vergt een grotere inspanning.

Ik mag hopen — zo naïef ben ik soms nog wel — dat toekomstige kiezers iets meer tijd zullen steken in hun belangrijke bijdrage tot de verkiezingsuitslag dan alleen maar wat stemtests invullen, al dan niet meerdere keren. De enige echte stemtest is op 9 juni. Al de rest is tijdverdrijf.



Vervreemding

Politiek, Samenleving Posted on za, april 13, 2024 12:56:00

Elke avond kort na vijf uur belt mijn moeder me op (‘Want dan is ’t veurniet hé’), in het weekend gebeurt dat op het middaguur (‘Want dan is ’t oejk veurniet hé’): dan praten we even bij en kan ik vooral detecteren of haar tweeënnegentigjarige knoken en hersenen nog goed meewillen. Meestal begint ze haar gesprek alsof er nooit een etmaal heeft tussen gezeten (‘Seg, waddak wou zegge…’). Heel vaak maakt ze in dat korte gesprek een duik in een ver verleden. Zo gaat dat nu eenmaal als je meer achter dan voor je hebt liggen, iets wat ik zelf ook al een tijdje besef (tenzij ik de honderddertig zou passeren), al probeer ik me te hoeden voor overdreven veel zin voor nostalgie en is het ‘Vroeger was het beter’-riedeltje mij vreemd.

Eind vorige week was mijn moeder boos. Ze was met haar rollator — waarop ze een paraplu heeft laten monteren die op zonnige dagen ook als parasol kan dienstdoen, handig! — naar de bank gestapt om geld op te halen, iets wat sinds het weghalen van de geldautomaten in de meeste bankkantoren geen sinecure is. Vrijdagochtend, zo wist ze, is het kantoor open. Neen, dus. Ze stond voor een gesloten deur. Haar boosheid werd ingegeven door haar vergeefse inspanning, maar goed, zo kon ze vlakbij nog iets nuttigs doen bij de plaatselijke Albert Heijn-vestiging (‘Den ‘ollander’).

Ik begreep haar boze opmerking zeer goed. Een jaar of twee geleden verdween de geldautomaat en moest ze opeens een afspraak maken om geld op te mogen halen. Háár geld! Ongeveer een jaar geleden waren maandag- en donderdagochtend de momenten dat het bankkantoor open was. Tot ze weer eens voor een gesloten deur stond, omdat de openingsmomenten zonder boe of ba gewijzigd waren naar dinsdag- en vrijdagochtend. En nu dus dit. Als mijn moeder voortaan geld wil ophalen (ik herhaal: háár geld), moet ze naar de bank bellen en een afspraak maken. ‘Mag ik alstublieft aan mijn centen komen?’ De omgekeerde wereld.

Dienstverlening onder het nulpunt, maar je betaalt er wel steeds meer voor. Hoe minder service, hoe meer je moet afdokken, dat klinkt in geen enkele wereld logisch en aanvaardbaar. Voor mensen die een respectabele leeftijd bereikt hebben (en die in heel wat gevallen niet al hun verrichtingen op computer kunnen of willen doen, mijn moeder heeft er zelfs geen), is dit onbegrijpelijk. Voor mij, een generatie verder, ook. En dan maar klagen over het gebrek aan sociaal contact onder de mensen. Als burger word je hoe langer hoe meer in een keurslijf gewrongen: zowat alles wordt geautomatiseerd, vaak ten goede (denk aan routineuze arbeidsprocessen), maar er wordt niet meer stilgestaan bij de kwalijke gevolgen voor een groeiende groep ouderen die heus niet allemaal computergeletterd zijn.

Ik geef nog een voorbeeld uit eigen keuken. Drieëndertig jaar geleden lokte de liefde me weg uit Antwerpen en ging ik in het Pajottenland wonen. Toen nog ongerepter dan nu, de lintbebouwing staat niet stil. Eerst dertien jaar in Gooik, sinds kort twintig jaar in Tollembeek. Tollembeek was tot eind 1976 een aparte gemeente, met een eigen gemeentehuis, eigen bankkantoren, eigen winkeltjes, een handvol cafés, een succesvolle en populaire kaatsclub, een kerk die vol zat op zondag, enzovoort. Tijdens de grote fusieoperatie van 1 januari 1977 werd Tollembeek samengevoegd met Vollezele en Galmaarden, onder de hoofdnaam Galmaarden. Een logische beslissing, want dit was een schaalvergroting die geld bespaarde (en, integendeel, zelfs geld opleverde). Wat er toen niet werd bij verteld, is dat alle gemeentelijke voorzieningen nu dubbelop waren. Tripelop, zelfs, want drie gemeenten werden één. En dus verdwenen eerst twee overbodige gemeentehuizen en nadien ook nog de loketten die aanvankelijk openbleven voor lokale dienstverlening. Ook de bankkantoren verdwenen een voor een: ze zijn nu verspreid over de drie deelgemeenten, maar als ‘jouw’ bank elders te vinden is, moet je dus een grotere verplaatsing maken. Sinds de brand in de kerk van Galmaarden in 2008 moeten de overtuigde katholieken van de fusiegemeente naar Tollembeek komen. Er wordt niet meer gekaatst in Tollembeek, wel nog in Galmaarden. Om je te verplaatsen van dorp naar dorp heb je een auto nodig, want er zijn nauwelijks trottoirs en al helemaal geen fietspaden, wat het behoorlijk riskant maakt op de redelijk drukke wegen.

Op 1 januari 2025 worden de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne samengevoegd tot — zie mij dat woord uitspuwen — Pajottegem. Schaalvergroting die ongetwijfeld zal leiden tot servicevermindering. Weer twee gemeentehuizen die uiteindelijk zullen sluiten. Iemand zal wel de term ‘synergie’ lanceren, wat in de bedrijfswereld onveranderlijk neerkomt op ontslagrondes in naam van een rationeel beleid. Zo zal het ook zijn bij deze fusieoperatie: er komt meer geld van de Vlaamse overheid binnen en in ruil krijgen de inwoners, nou ja, steeds minder. En mensen zoals mijn moeder, een weduwe, zullen verder vereenzamen, zowel waar zij woont, in Merksem, als haar generatiegenoten hier in de buurt.

Luc Van Gorp, de grote baas van de Christelijke Mutualiteiten, gooide begin deze week een stevige kassei in de kikkerpoel: de 650.000 tachtigplussers van vandaag zullen er tegen 2050 1,3 miljoen zijn. (’t Is te zeggen: het zullen er anderen zijn, maar u begrijpt wat er bedoeld wordt.) En dat wordt een gigantisch probleem, ‘een regelrechte zorgcrash’ in de woorden van Van Gorp, die verder in een interview met Het Nieuwsblad de ietwat ongelukkig gekozen woorden ‘dat is een berg vlees’ gebruikte. De CM-voorzitter pleitte ervoor om begrippen als ‘voltooid leven’ en ‘levensmoeheid’ ernstig te nemen. ‘Zachte euthanasie’ (wat dat ook moge betekenen) moet mogelijk zijn, konden we afleiden uit zijn woorden.

Ik ken Luc Van Gorp een beetje: een zeer aimabele man, maatschappelijk betrokken, solidair, iemand die niet vanuit een ivoren toren praat, want hij gaat in de zomermaanden elk jaar een stage doen op een moeilijke plek met grote maatschappelijke uitdagingen, vorig jaar in een abortuscentrum (wat zijn katholieke achterban niet zo prettig vond!), voordien ook nog in een woonzorgcentrum waar dementenzorg centraal stond. Ik ontving enkele maanden geleden een persoonlijke uitnodiging van hem om een film over omgaan met dementie, van de jonge Nederlander Teun Toebes, bij te wonen, een stevig pleidooi voor goede ouderenzorg en zeker geen pro-euthanasie-documentaire. Ik mocht Van Gorp ook al als praatgast ontvangen op het culturele evenement MoMeNT in Tongeren, waar hij op andere dagen de meest geëngageerde toeschouwer was: zijn dagelijks verslag van de editie 2019 koester ik. Niet zomaar iemand die eender wat zou verklaren, dus.

Ben ik het eens met Luc Van Gorp? Gedeeltelijk wel. Hij opent een zeer relevant maatschappelijk debat dat steeds uit de weg wordt gegaan, maar dat als een molensteen rond de spreekwoordelijke nek van de samenleving hangt. Er komen steeds meer ouderen bij: hoe gaan wij met die problematiek omgaan, wetende dat er heel wat chronisch zieken zijn en dat in deze harde, neoliberale samenleving vijftigplussers al uit de boot vallen op de arbeidsmarkt, laat staan nog iets mogen betekenen ná hun pensioen? Anders gezegd: we worden gedwongen om meer jaren passief te leven en de kans dat we een ernstige ziekte opdoen onderweg en daar langer dan onze voorouders mee moeten leven, is bijzonder reëel. Er zijn ook te weinig zorgverleners en ze worden onderbetaald. Vicieuze cirkel, iemand?

Toch vind ik Van Gorps conclusie te simpel. Of simplistisch. In plaats van te wijzen op een situatie die reeds ernstig is en die nog verder zal uitgroeien tot een onoplosbaar lijkend probleem, tenzij we de exit drastisch vergemakkelijken, zouden we met z’n allen moeten nadenken hoe we naarmate we ouder worden, een zinvol leven kunnen behouden. Dat zal inspanningen vereisen, ook financiële. Er moet méér geld naar de zorg, zorgverleners moeten flink méér betaald worden, mensen moeten — indien ze dat fysiek en mentaal aankunnen — langer aan de slag blijven, bedrijven moeten méér inzetten op het doorgeven van rijke ervaring. Meer, meer, meer. En dat moeten we doen uit respect voor de oudere generaties en uiteindelijk ook met onszelf, want ooit zijn wij die oudere generatie.

Als u het mij vraagt: ik wil niet afgeschreven worden, omdat ik officieel gepensioneerd ben, net zomin als dat ik afgeschreven wilde worden toen ik op mijn drieënvijftigste werkloos werd. Het gebeurde wel en het zal, vrees ik, opnieuw gebeuren in de toekomst, met mij en met anderen. Ik zal ertegen vechten, maar misschien word ik ooit zodanig hulpbehoevend, dat ik wel permanente hulp moet zoeken, of een verblijf op een plek waar ik dagelijks verzorgd kan worden. Misschien ben ik tegen dan levensmoe (en dan moet ik vooral mijn zelfbeschikkingsrecht kunnen uitoefenen), misschien ook niet (en dan moet men mij in mijn waarde laten en voor vol aanzien).

Ik ben al sinds mijn vierendertigste lid van de vzw Recht op Waardig Sterven, lang vóór de euthanasiewet er kwam. Ik stond te juichen toen de paarsgroene federale regering-Verhofstadt I begin deze eeuw én de euthanasiewet én de wet op de palliatieve zorg én de wet op de patiëntenrechten én het homohuwelijk heeft doorgedrukt, waardoor dit land ethisch op een verhoogje is komen te staan ten opzichte van de buurlanden, op Nederland na, en de rest van de wereld. Ik koester die status. Dat zouden we allemaal mogen doen. Ik vind ook dat de imperfecte euthanasiewet zo snel mogelijk moet uitgebreid worden voor wie ooit een wilsverklaring heeft opgesteld en op een gegeven ogenblik ‘verworven wilsonbekwaam’ wordt, zodat wie bijvoorbeeld dement wordt, alsnog euthanasie kan krijgen en niet — zoals Hugo Claus of Jan Ceuleers — te vroeg moet ‘vertrekken’ omdat het niet meer kan zodra je zelf niet meer kúnt beslissen. Ik respecteer ook mensen die die keuze niet willen of kunnen maken, vanwege hun geloof, bijvoorbeeld, alleen is dat respect helaas niet wederkerig, want net in die kringen werd eerst abortus, later euthanasie en nu ook een aanpassing van die twee bestaande wetten onmogelijk gemaakt. Dat de democratie daarbij verkracht werd en wordt, vinden die lieden blijkbaar aanvaardbaar. De euthanasiediscussie wordt door reactionaire heerschappen misbruikt en herleid tot een of/of-kwestie, terwijl het en/en zou moeten zijn. Én volwaardige ouderenzorg, én volwaardige palliatieve zorg, én euthanasie voor wie daarvoor kiest (en volgens de wet in aanmerking komt).

Om maar te zeggen: we moeten niet alleen nadenken over de problematiek van de ouderenzorg, we moeten er ook effectief iets aan doen en liefst nog voor we zelf in een situatie belanden dat anderen over ons moeten beslissen. Hoe neoliberaler en asocialer de maatschappij wordt, hoe kleiner de kans dat wie niet meer in het plaatje past zich nog welkom voelt.

Ik kom terug op de situatie van mijn moeder, die op een weliswaar iets gezapiger tempo dan weleer door het leven banjert. Mensen zoals zij klagen steen en been (en terecht!) over het wegvallen van sociaal contact. Het gemeentehuis (of districtshuis) is nog maar beperkt open, bankkantoren hebben strikte openingsuren of gaan dicht, openbare dienstverlening valt grotendeels weg, we worden allemaal geacht een smartphone te hebben en daarop tig apps te installeren, om nog enigszins in contact te blijven met de buitenwereld. Hoe absurd dat ook moge klinken, want dat contact is uiteraard letterlijk afstandelijk.

Vervreemding, daar draait dit om.

De Mensen raken vervreemd van Het Systeem, Het Systeem raakt vervreemd van De Mensen, de volgorde mag u zelf bepalen.

Vervreemding leidt tot fundamentele angst en zoals de geniale Duitse filmmaker Rainer-Werner Fassbinder precies vijftig jaar geleden al wist: Angst essen Seele auf. Angst vreet de ziel op. In die film ging dat over de onmogelijke relatie van een Turkse gastarbeider met een (West-)Duitse poetsvrouw, die door hun familieleden, buren en collega’s werd afgekeurd. Ze vochten tegen vooroordelen die oordelen waren geworden. Dat doen oudere mensen vandaag ook. Dat doen mensen met een andere achtergrond of huidskleur vandaag ook. Dat doet iedereen die het gevoel heeft er niet meer bij te horen vandaag ook. Angst voor het vreemde (xenofobie) doet mensen al wie er vreemd uitziet of van elders komt wantrouwen of haten. Vooral omdat ze die mensen niet (willen leren) kennen. Angst vreet nog altijd zielen op.

Vervreemding leidt tot vreemde capriolen bij de mensen. Ze willen iemand de schuld geven voor wat er gebeurt. Van ‘vervreemding’ naar ‘de vreemdeling’ is dan slechts een kleine stap, een woordspelletje haast, aangevuurd door een extreemrechtse partij en hun onbedoelde handlangers in de zogeheten ‘democratische’ partijen. Het is tegelijk des mensen én kortzichtig dat we een zondebok zoeken voor wat ons overkomt: de polletiekers, de vreemdelingen, de wokebrigade, etcetera. Klinkt goed, slaat meestal nergens op.

Vervreemding heeft als vervelend neveneffect dat we steeds meer geïsoleerd raken, wat des te meer geldt voor wie alleen is komen te staan in het leven.

In plaats van echt contact te zoeken, ‘ontmoeten’ we elkaar online. Vervreemdend.

Anonieme haatzaaiers hebben grote praatjes, ze zetten mensen tegen elkaar op. Vervreemding.

Machtige naties en populisten verspreiden gretig fakenews, wat vervreemding (van de realiteit én van de medemens) in de hand werkt.

De overheid wil zo weinig mogelijk geld steken in de zorg voor de burger en de burgers hebben steeds meer (en steeds langer) zorg nodig. Boeken zijn er volgeschreven over de zogeheten kloof tussen burger en politiek, maar volgens mij is er meer aan de hand. De fameuze kloof tussen burger en politiek is veel meer nog een kloof tussen (winst)efficiëntie en effectiviteit (van dienstverlening), tussen zo weinig mogelijk willen besteden aan het volk en zo weinig mogelijk willen toegeven aan de overheid, tussen ontmenselijkende digitalisering en reële nood aan sociaal contact, tussen een beleid dat steunt op dure rapporten van nog veel duurdere consultants en de rauwe werkelijkheid in de straten en op de pleinen, tussen een visie met de mens als volgeling en de mens die niet meer kan of wil volgen.

De gevolgen van die vervreemding zullen op 9 juni voor de zoveelste keer zichtbaar worden, waarna allerlei -ologen slimme analyses zullen schrijven waarin de woorden ‘kloof’, ‘burger’ en ‘politiek’ opnieuw van de pagina’s zullen springen. Ad infinitum, tot er — wie weet, ooit? — fundamentele beslissingen worden genomen om álle burgers als volwaardig te beschouwen en de vervreemding een halt toe te roepen. Of het tegenovergestelde, natuurlijk. Dat zou ik dan weer bevreemdend vinden.



Israhel

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, april 06, 2024 12:30:18

Morgen is het precies zes maanden — honderd drieëntachtig dagen — geleden dat Hamas een bloedbad aanrichtte op Israëlische bodem. Die dag werden dertienhonderd burgers gedood, tweehonderdvijftig gijzelaars naar Gaza meegenomen, vrouwen en meisjes verkracht, duizenden anderen getraumatiseerd voor het leven. Een dag nadien sloeg Israël terug, maar wat eerst op wettige zelfverdediging leek, was dat na een paar dagen allang niet meer. Een half jaar nu al. En het einde is nog lang niet in zicht. De teller staat op, naar schatting, drieëndertigduizend doden aan Palestijnse kant. Vrouwen, kinderen en hulpverleners eerst. Een veelvoud van wat Hamas had aangericht. And counting…

Het zou al te makkelijk zijn om de oorspronkelijke, afschuwelijke wandaden van Hamas uitsluitend toe te schrijven aan een gerechtvaardigde strijd tegen onderdrukking en een verklaarbare reactie tegen het gedwongen leven in een openluchtconcentratiekamp. Het zou nog veel makkelijker zijn om de oorzaken van die moorddadige raids van 7 oktober, vijftig jaar en één dag na de start van de Jom Kipoer-oorlog van 1973, níet te linken aan de onmenselijke situatie in Gaza — waar tot voor kort meer dan een miljoen mensen moesten overleven binnen de omheinde contouren van een veel te klein gebied —, aan de kolonisatiepolitiek elders in Israël en aan de extreemrechtse koers die de Israëlische regering tegenwoordig vaart.

Onderdrukking kweekt verzet.

Verzet kweekt terroristisch geweld.

De kans is groot dat een Gazaanse tiener die deze horror overleeft, binnenkort zelf de wapens zal opnemen tegen de vijand. Zo werkt oorlogslogica nu eenmaal. Dat moet Israël ook weten. Erger nog: dat wéét Israël maar al te best. Die gruwelijke zevende oktober 2023 kwam dit Israëlische regime van haviken cynisch genoeg goed uit. Hadden ze meteen een excuus om genadeloos terug te slaan onder het mom van zelfverdediging. Hamas en de Israëlische regering waren in deze objectieve bondgenoten.

Deze week nog werden zeven hulpverleners van de organisatie World Central Kitchen gedood bij een Israëlische luchtaanval. Foutje, gaf Benjamin Netanyahu aan. (Geen vergissing, maar een bewuste aanval op deze en andere hulporganisaties, om volgende konvooien af te schrikken en de vluchtelingen in Gaza nog wat meer te laten lijden, voeg ik er snel aan toe.) Triest en woedend, noemde de Amerikaanse president Biden zich, terwijl hij net nog wapens had geleverd aan de bondgenoot in het Midden-Oosten. Wat de rechterhand neemt, geeft de linkerhand terug, en vice versa.

Ook nog deze week bombardeerde Israël de Iraanse ambassade in de Syrische hoofdstad Damascus. Omdat het kan. Omdat Israël de best bewapende natie uit de regio is. Omdat het land dat in 1948 begon als een kunstmatige constructie zich ondanks alles gesteund weet vanuit het Westen. Dat er een uitgebreid regionaal conflict geriskeerd wordt, ach, we zien wel…

Dat hebben we allemaal te danken aan een historische vergissing. Eeuwenlang werden Joden gehaat, gepest, vervolgd, gedood. Een verschrikkelijke geschiedenis. Op 2 november 1917, in volle Groote Oorlog, schreef de Britse minister van Buitenlandse Zaken Balfour een brief waarin hij de vestiging van een joodse staat propageerde. Na de verschrikking van de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog was een groot deel van de wereld bereid om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van Joden over de hele wereld om een thuishaven te krijgen. Helaas kun je de wereldbol niet uitbreiden. De aarde bestaat niet uit landbouwgrond waarvan je met één pennentrek bouwgrond kunt maken, zo gaat dat niet. Overal was grondgebied toegewezen aan of veroverd door een bepaalde natie. Er werd dan maar beslist om Palestijns grondgebied in 1948 uit te roepen tot de nieuwe staat Israël, mits wat toegevingen aan de Palestijnen die er woonden. Als er ooit sprake was van omvolking in de recente wereldgeschiedenis, dan was het wel daar en dan.

Sindsdien rommelt het in de regio. Israël genoot daarbij de westerse sympathie, nog altijd een gevolg van een collectief schuldgevoel na de Holocaust én het feit dat Israël aanvankelijk alleen stond tegen de omringende landen. De underdogpositie wekt sympathie op. Dat de machtige Verenigde Staten de hele tijd achter Israël stonden en ook nu nog staan, heeft daarbij het verschil gemaakt. Zodanig dat opeenvolgende Israëlische regeringen zich heel veel konden permitteren. De regering-Netanyahu VI, die eind 2022 aantrad, wordt gedomineerd door extreemrechtse en religieus-zionistische hardliners, aangevoerd door een opportunistische premier die zonder scrupules alles doet om aan de macht te blijven.

Vrijdag vernamen we dat Israël gebruik maakt van Artificiële Intelligentie om gerichte aanvallen op doelwitten uit te voeren. Dat daarbij ook duizenden burgerslachtoffers vallen, zegt iets over de onvolmaaktheid van AI. Of over de Artificiële Menselijkheid die zich genesteld heeft in het Israëlische regime.

Wat in Gaza gebeurt, werd al heel snel door enkelingen ‘genocidair’ genoemd. Dat werd aanvankelijk nog tegengesproken door internationale juristen, die liever voorzichtig bleven. Zo zijn juristen nu eenmaal, zeker als het over mensenrechten gaat. Zo veel maanden later is genocide nog de enige term die van toepassing lijkt in Gaza. Alleen gewetenloze malloten zullen vandaag nog beweren dat Israël het gelijk aan zijn kant heeft. Pseudofilosoof Maarten Boudry schreef verschillende keren dat Israël moreel hoogstaander is dan Hamas, alsof je een land kan vergelijken met een organisatie. Hoe ver kan je afdwalen? Hoe kan je jezelf zo intellectueel buitenspel zetten?

Laten we een kat een kat noemen. Netanyahu is een oorlogsmisdadiger. Zijn regering bestaat uit niets en niemand ontziende, oorlogszuchtige criminelen. Het Israëlisch regime is genocidair. Laten we niet langer aarzelen om dat zo te benoemen en onze, door historische gebeurtenissen ingegeven, schroom opzijzetten voor het echt te laat is. We denken er nog niet aan om Netanyahu te vergelijken met, noem hem nog maar eens, ja, Hitler, 1) omdat reductio ad Hitlerum soms te simpel is om iemand tot de familie van historische monsters te kunnen rekenen, en 2) omdat er nu eenmaal die beladen historiek is van het volk waartoe Netanyahu en de zijnen behoren, maar het valt nog moeilijk te ontkennen dat de Israëlische premier en zijn medestanders in uitroeiingsmodus verkeren. Niet de Hamasstrijder is het doelwit, wel de Palestijn. Dat hebben voortvarende Israëlische kabinetsleden ook openlijk gezegd: de Palestijnen moeten weg. Definitief. Dat klinkt, nou ja, ik ga het na enige aarzeling toch schrijven, een beetje als een (soort van) Endlösung, niet?

Voor de Palestijnen is het land dat ooit van hen was een hel geworden. Israhel. Met dank aan de weifelachtige, laffe houding van westerse politici, de blijvende militaire en politieke steun vanuit de Verenigde Staten, en het wegkijken van een groot deel van de wereld. Wanneer confronteren wij, westerlingen, Israël eindelijk vanwege hun misdaden tegen de menselijkheid, zoals tot nog toe alleen de Zuid-Afrikanen en enkele uitzonderlijk dappere westerse politici, zoals onze Caroline Gennez, dat tot nog toe hebben aangedurfd? En, ja, die gijzelaars moeten worden vrijgelaten en de Hamasmoordenaars berecht, maar wat nu aan de gang is, heeft helemaal niets meer te maken met gerechtvaardigde strijd. Israël moet gestopt worden.



Gewetensbezwaren

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, maart 23, 2024 12:34:24

Zes jaar geleden was het nog lachen geblazen, toen academicus Jonathan Holslag en toenmalig N-VA-woordvoerder Joachim Pohlmann een maand als reservist dienden in het Belgische leger. Zij wilden daarmee het signaal uitsturen dat een of andere vorm van dienstplicht goed is voor ons en voor het land. En voor brede media-aandacht, zo bleek ook. Ik vond hun actie eerder aandoenlijk dan relevant. Vandaar dat lachen.

Vandaag lachen we niet meer met wie het leger plots geweldig sexy en noodzakelijk vindt. Niet omdat het in se niet meer grappig zou zijn, maar omdat er steeds meer virtuele wapenbroeders opdoemen én omdat militaire specialisten tegenwoordig bijna even vlot de media halen als de virologen vier jaar geleden. Die laatsten vertelden toen nog een maatschappelijk nuttig verhaal. De legerlovers willen ons vooral overladen met doemberichten, zodat er weer meer wordt geïnvesteerd in het Belgische leger. Er komt oorlog, zeggen ze. Ze kunnen gelijk hebben — die Poetin is een machtswellusteling buiten categorie die zich niet zal laten afschrikken door westers spierballengerol om zijn ultieme natte droom, de herinstallatie van het Sovjetrijk van weleer, waar te kunnen maken —, maar hun agenda verraadt vooral een groteske wil om sowieso te investeren in militaire domeinen. Poetin is daarbij een ‘handige bondgenoot’, die hen de nodige munitie verschaft. Bien étonnés de se trouver ensemble. Zoekt u zelf maar de Russische vertaling op van die zin.

Ik ben gewetensbezwaarde. Ik ben tegen militarisering. Ik ben tegen gedwee gehoorzamen aan bevelen. Ik ben tegen de idee dat hoe meer je bewapent, hoe veiliger de wereld zal zijn. Ik ben wel voor gerechtigde zelfverdediging: als ikzelf of een van mijn dierbaren of — bij uitbreiding — de vrijheid van iedereen in mijn land bedreigd wordt, zal ik daartegen reageren, desnoods met geweld, als het echt niet anders kan.

Ik heb destijds twintig maanden burgerdienst gedaan, de dubbele lengte van de militaire dienstplicht in die tijd, om mijn overtuiging uit te dragen. Ik heb geen spijt van die overtuiging, wel van de verloren tijd, want op de twee plekken waar ik mijn socio-culturele burgerdienst deed, voelde ik me net zo goed uitgebuit. Opportunistischer ware het geweest om gewoon tien maanden mee te draaien in de audiovisuele dienst van het leger, wat mij was voorgesteld, dan was ik er sneller van af geweest en had ik ook sneller centen verdient. Maar ik had dus dat geweten, en ik ben blij dat ik dat nog altijd heb.

Hoewel ik — op die zelfverdediging na — principieel tegen elke vorm van geweld ben, en dus ook tegen oorlog, ben ik niet naïef. Ik vind niet dat we Poetin en andere despoten zomaar hun gang moeten laten gaan op een paar duizend kilometer van bij ons. Een verkozen dictator met territoriumdrift, dat hebben we negentig jaar geleden al eens beleefd en we weten hoe dát afgelopen is. Wat toen niet gebeurde — Hitler op tijd een halt toeroepen —, moet nu wel gebeuren. Wie pleit voor onderhandelingen met Poetin of zelfs om hem de tien jaar geleden geannexeerde Krim dan maar cadeau te doen, is ofwel onbetrouwbaar, ofwel naïef, ofwel dwalend. Niet alleen zal dit niet volstaan voor Poetin — zoals de Anschluss van Oostenrijk in 1938 niet volstond voor Hitler —, we geven daarmee eigenlijk aan dat we hem geen strobreed in de weg zullen liggen. En dat hij, bijgevolg, gelijk had met zijn militaire demarche. Neen, Poetin moet gestopt worden, ook al loop je dan het risico dat de oorlog tot hier zal doordringen. De Russische leider zal niet ‘Spassiba!’ zeggen als hij de Krim als speelterrein mag blijven gebruiken, hij wil meer. Steeds meer. En hoe meer hij krijgt, hoe minder levensruimte wíj zullen overhouden. Van die logica van nationalistische machtswellustelingen moeten we ons doordrongen zijn, of je nu wel of niet gewetensbezwaarde bent.

Wat ik echter compleet idioot vind, is de eis tot een plotse (over)investering in de militaire wereld en de Kamp Waes-isering van jonge Belgen. Too little, too late. Tegen dat we de nieuwe manschappen hebben ingewerkt — vernederende dooprituelen inbegrepen, zoals onlangs nog in Amay te beleven viel —, is Poetin allang over ons heen gewalst. Je moet jongeren niet warm maken voor een militair avontuur in een leger dat vermolmd en uitgeleefd is. Het materiaal hangt al jaren met spuug en plaktouw aan elkaar. De manschappen doen intussen wat ze al acht decennia doen, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog: hun tijd verschmieren in de kantine, pils halve prijs! En als we dan toch willen militariseren, hebben we Europa nog, en de NAVO. Tot Trump er de stekker uittrekt, uiteraard. Laten we op dat niveau samenwerken en investeren. Laten we dat nu echt eens doen, want het Belgisch leger/l’armée belge wordt mogelijk nog door het nietige Luxemburg overrompeld, maar een Europees leger moet wel in staat zijn om dammen op te werpen tegen overijverige dictatortjes, kleine mannetjes met grote ambities. Het moet dan wel gebeuren, en wel nú. En liefst eendrachtig, wat moeilijk wordt met de huidige Orbánisatie van de EU.

Al die pleidooien voor meer burgerzin en voor een vrijwillige bijdrage tot de samenleving — apropos, hoe gaan we die vrijwilligheid, euh, opleggen of organiseren? — zijn afleidingsmanoeuvres. Tijdverlies. Want áls er dan burgerzin aan de dag wordt gelegd, zoals toen jongeren op straat kwamen voor het klimaat, wordt dat bekritiseerd door diezelfde lieden die nu een of andere vorm van dienstplicht zouden willen. Wat deze heren (!) werkelijk willen, heeft niets met burgerzin of engagement te maken. Ze willen hun conservatieve maatschappelijke agenda doordrukken met behulp van holle slogans, pessimistische kreten en regelrecht doemdenken. En dan speelt mijn geweten weer op.

De overtreffende trap van leger is leegst.



Collaboratie

Journalistiek, Politiek, Samenleving Posted on za, maart 16, 2024 12:46:45

Twee meningen doken onmiddellijk na de uitspraak in de zaak-Schild & Vrienden op. De eerste, massaal, kwam erop neer dat die ene partij — die ik in dit stukje niet zal vernoemen, maar u weet over wie ik het heb — garen zal spinnen bij de veroordeling in eerste aanleg van onder anderen Dries Van Langenhove. Versta: bij de verkiezingen zou die partij weleens boven de dertig procent kunnen uitkomen. De tweede, beperkter in omvang, kwam erop neer dat dit vonnis heel wat potentiële kiezers van die ene partij zou afschrikken.

Over die tweede mening, onder meer geuit door de coördinator van de antiracistische organisatie KifKif, kan ik kort zijn: hoe aandoenlijk naïef! Alsof gemotiveerde kiezers of gedegouteerde foertstemmers zich door zo’n vonnis zullen laten leiden. Je hoeft maar twintig jaar terug in de tijd te gaan om dit soort kortzichtige uitspraken te counteren: toen die ene partij, onder een andere naam nog, veroordeeld werd vanwege inbreuken tegen de racismewet, schoot ze in Vlaanderen omhoog naar vijfentwintig procent: één op de vier kiezers vonden het niet erg dat functionarissen van die partij zich niet alleen racistisch uitdrukten, maar daarvoor ook nog eens veroordeeld werden. Meer nog: wellicht vormde het zelfs een aantrekkingspool. ‘Zij zeggen wat wij denken!’

Over die eerste mening, uit vele monden en pennen tegelijk opgestegen, kunnen we ook vrij kort zijn: de kans is groot dat die lieden gelijk hebben en dat die ene partij inderdaad zal profiteren van dit opmerkelijke vonnis. En dan?! (Bovendien: mocht de rechter Van Langenhove & co hebben vrijgesproken, zouden dezelfde lieden hebben geroepen dat die uitspraak… die ene partij een duw in de rug zou gegeven hebben. Handig zat: je kan dezelfde opinie in verschillende richtingen hanteren.)

Als je gelooft in de rechtsstaat, moet je de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht blijven respecteren.

Als je gelooft in de democratie, moet je de democratische geplogenheden — onder meer die onafhankelijke rechterlijke macht — blijven verdedigen, eventueel met bijsturingen. Nieuwe of aangepaste wetten, bijvoorbeeld.

Als je gelooft dat de vrije meningsuiting in de praktijk mag beperkt worden door, bijvoorbeeld, een racisme- en negationismewet, moet je consequent zijn en dit soort uitspraken toejuichen. Ben je het daar niet mee eens, dan moet je maar stemmen op partijen die die wetten ongedaan willen maken. Zo werkt democratie nu eenmaal.

De schrik zit er dik in, bij alle partijen die zich democratisch noemen en die vooralsnog min of meer afstand bewaren tot de zogeheten extremen: die ene partij aan de extreme rechterzijde en die andere partij aan de linkerzijde (die, voeg ik er snel aan toe, weliswaar populistische standpunten inneemt, maar niet op ranzigheid kan betrapt worden). Ze vrezen een zoveelste afgang, een quasi onmogelijke regeringsvorming en een verdere verrechtsing/verlinksing (schrappen wat niet past) van de samenleving. Die vrees zal allicht terecht zijn. En als de verkiezingsuitslag wordt wat de opeenvolgende peilingen met steeds groter aplomb aankondigen, dan is dat a) vervelend en b) een gevolg van selffulfilling prophecy.

Hoe groter de angst voor die ene (en in mindere mate die andere) partij, hoe minder je zelf nog voorstelt in de ogen van de kiezer. Als je als partij of politicus niet verder komt dan een deel van het discours van die ene partij over te nemen, word je nóg minder aantrekkelijk voor de kiezer, want waarom zou die voor de kopie kiezen als het origineel beschikbaar is. Een kiezer die ook wel zal beseffen dat het platte opportunisme van politici die hun ‘visie’ aanpassen aan wat ze denken dat het volk op dat moment wil, geen soelaas biedt.

Niet alleen politici schuifelen ietwat verschrikt over de dansvloer van het vijfjaarlijkse bal van de moeder aller verkiezingen. Ook opiniemakers in de enge en brede zin van die term doen dat. Ze waarschuwen voor gevolgen die er sowieso staan aan te komen en maken de waarschijnlijkheid van een extreemrechtse tsunami zo alleen maar groter. Het lijkt wel alsof ze dat zo wíllen. Zou het?

Als politici en opiniemakers alles wat ze doen en zeggen afmeten aan welk profijt die ene partij eraan zou kunnen overhouden, heb je in de dagelijkse praktijk al gecapituleerd voor die partij en ben je een objectieve bondgenoot van extreemrechts geworden. Ik ga er een straffe term op kleven: dan collaboreer je. Noem het een ‘brave’ vorm van collaboratie, zoals die door vele Vlamingen tijdens de Tweede Wereldoorlog werd toegepast. Niet de met hun laarzen klakkende VNV’ers en Verdinaso-fascisten, maar de man in de straat, die in het beste geval de andere kant opkeek (‘Doe wel en zie niet om’) en in een minder goed geval al eens een medeburger verried om er zelf beter van te worden (of te worden gerust gelaten).

Als je oprecht bekommerd bent om de democratie en je niet wil dat extreemrechts hier mee het beleid mag bepalen, moet je niet die kiezers proberen in te lijven met een vergelijkbaar discours (= collaboratie), maar moet je een alternatief poneren. Is dat alternatief niet sexy genoeg voor de kiezer, dan is dat maar zo. Dan is Vlaanderen inderdaad een zeer rechts nest geworden. QED. Maar dan heb je het tenminste geprobeerd.

Bied je helemaal geen alternatief aan, dan is dat tegenvallende resultaat alleen maar erger, omdat de kiezer niet eens een keuze heeft gehad. Dan kan je beter in plaats van een laffe politicus een laffe opiniemaker worden. Die mogen tegenwoordig heelder pagina’s vullen met hun zielloos gekwek. Ze zouden beter het Vlaams belang dienen in plaats van die ene partij alleen maar groter te maken.



WK

Politiek, Sport Posted on za, november 19, 2022 11:16:28

Natuurlijk had dat WK nooit in Qatar mogen plaatsvinden.

De redenen zijn bekend en evident, een beknopte opsomming volstaat. (Ik schreef er zeven jaar geleden al over in mijn boek £X€£$$ United.)

1. Er is heel wat corruptie aan te pas gekomen in de aanloop naar de toekenning van het wereldkampioenschap voetbal aan Rusland en Qatar in 2010. Even terug in de tijd: in 1998 werd de Zwitser Sepp Blatter verkozen tot voorzitter van de wereldvoetbalbond Fifa. De toenmalige secretaris-generaal van de Fifa versloeg de Zweed Lennart Johansson — op dat ogenblik Uefa-voorzitter en zijn concurrent voor de opvolging van de afscheidnemende Fifa-voorzitter Joao Havelange — dankzij de steekpenningen die werden overhandigd door zijn kompaan Mohammed bin Hammam, een Qatarese voetbalbestuurder die deel uitmaakte van het Exco, het 24-koppige ‘Executive Committee’ (uitvoerend comité) van de Fifa. Hammam stak duizenden dollars in envelopjes die hij dan in de hotelkamers van vooral Afrikaanse vertegenwoordigers van voetbalbonden ging afgeven. In ruil stemden die op Blatter, die had beloofd het WK naar Afrika te brengen (wat hij in 2010 met enige vertraging ook zou doen). Blatter en Hammam hadden onderling afgesproken dat de Zwitser twee ambtstermijnen zou aanblijven en dat de Qatarees het dan zou overnemen.

Wat niet gebeurde, omdat Blatter per se wilde aanblijven. Macht en prestige, nietwaar. Hij verloor een bondgenoot en bij wijze van wiedergutmachung kondigde hij dan maar zelf aan dat Qatar kandidaat-organisator van het WK was, nog voor de Qatarezen die intenties naar buiten brachten. Blatter wist immers dat Qatar eind vorige eeuw de wens had uitgesproken dé internationale sportnatie van de 21ste eeuw te kunnen worden. Daarna kon Qatar niet anders dan zijn kandidatuur te stellen. De gewiekste Blatter — een soort peetvader die Don Corleone indachtig nooit zelf in de kamer aanwezig was wanneer daar een misdrijf werd gepleegd — kon zo nog even aanblijven. Ook al omdat Mohammed bin Hammam, die in 2011 Fifa-voorzitter wilde worden, net voor de voorzittersverkiezingen uit het Exco werd gezet wegens corruptie. Haha, handig.

2. Er is ook het geopolitieke wheelen & dealen dat tegen de borst stuit. In 2010 nodigde de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy de toenmalige Qatarese kroonprins (en huidige emir) Tamim bin Hamad al-Thani uit op het Elysée om hem aan te porren te investeren in zijn favoriete voetbalclub, Paris Saint-Germain, op dat ogenblik virtueel failliet. Al-Thani wilde dat wel doen, maar dan moest Frankrijk de Qatarese kandidatuur voor het WK steunen. Waarop Sarkozy er zijn vriend Michel Platini bij riep, toen voorzitter van de Europese voetbalbond Uefa, met de dringende vraag hem (en zijn club) te helpen. Platini zette daarop drie andere Uefa-vertegenwoordigers ertoe aan om voor Qatar te stemmen, wat zij ook deden. Twaalf jaar later pompte Qatar al meer dan een miljard euro in PSG, een artificiële topclub waarvan de vertegenwoordigers — bestuur en spelers — zich gedragen als Parvenus Sans Gêne. Niet zo toevallig kocht een Qatarese sportzender kort daarna de rechten op de Franse voetbalcompetitie, voor een bedrag dat veel hoger lag dan de werkelijke sportieve waarde. En de zoon van Michel Platini kreeg een lucratieve job aangeboden in Qatar. Toeval, uiteraard…

3. Nog in dat geopolitieke plaatje passend: Rusland, kandidaat-organisator 2018, en Qatar, kandidaat-organisator 2022, spraken daarop af om de economische gaskoek netjes te verdelen. Gazprom zou zich niet op de Arabische markt smijten, Qatargas zou niet proberen om Europa te veroveren. Zo geschiedde. Rusland lobbyde vervolgens om een stem uit te brengen op Qatar, en vice versa.

4. Qatar kent nauwelijks mensenrechten. De 300.000 stinkend rijke Qatarezen laten zich bedienen door 2,7 miljoen gastarbeiders, die voor een laag loon het vuile werk opknappen. Migranten worden gelokt uit landen waar ze geen werk hebben of nog veel minder kunnen verdienen, krijgen vervolgens slechts een fractie van het beloofde salaris uitbetaald (wat nog altijd meer is dan in de thuislanden van die migranten te verdienen valt), en moeten bovendien maanden wachten op hun eerste centen. Intussen kunnen ze niet terug naar huis, wegens geen of onderbetaald werk, prestigeverlies in de familie en… geen centen om de terugreis te betalen. Het kafala-systeem, een soort lijfeigenschap waarbij het paspoort van een gastarbeider werd in beslag genomen zodat die Qatar niet meer uit kon, werd onder internationale druk dan wel afgeschaft, in de praktijk kunnen de arme gastarbeiders geen kant op. Moderne slavernij.

Om de stadions, de hotels, de wegen en de rest van de infrastructuur op tijd af te krijgen, werden veiligheidsmaatregelen opzijgeschoven. Er zijn geen 6500 doden gevallen bij die werken, zoals The Guardian ooit concludeerde op basis van sterftecijfers van migranten waarin ook mensen die een natuurlijke dood waren gestorven werden opgenomen, maar ook geen drie, zoals het Qatarese organisatiecomité en de Fifa blijven beweren. Het zullen er zeker honderden geweest zijn, allicht meer dan duizend. Elke dode is een bloedvlek op het shirt van de deelnemende teams.

5. Vorige week nog zei de Qatarese WK-ambassadeur dat homoseksualiteit een mentale afwijking is. Vrouwen spelen in Qatar een ondergeschikte rol. Misschien minder erg dan in buurland Saudi-Arabië, maar toch: ze zijn hoofdzakelijk quantité négligeable. Weer die mensenrechten die alleen voor rijke, autochtone mannen gelden.

6. Er zijn ook twee sportieve redenen waarom dit WK niet in Qatar thuishoort. Een eerste is dat een toernooi in de traditionele WK-maanden juni en juli onmogelijk werd geacht vanwege de hoge temperaturen (tot 50 graden) in die maanden. De medische commissie van de Fifa adviseerde daarom om dat WK níet toe te wijzen aan Qatar, maar dat rapport werd terzijde gelegd. Na lang aarzelen werd het WK dan maar verplaatst naar november en december, wat als gevolg heeft dat alle competities moeten worden stilgelegd. Een anomalie die niet voor herhaling vatbaar is.

7. Een tweede sportieve reden is dat een WK nooit zou mogen worden georganiseerd door een land dat nog nooit op eigen kracht een kwalificatie heeft afgedwongen in het verleden. Qatar zou daar in geen honderd jaar in geslaagd zijn. Wat is de volgende stap, een WK in Luxemburg, Liechtenstein of Andorra?

***

Ik herhaal: we zouden ons de komende weken nooit hebben mogen vergapen aan een wereldkampioenschap voetbal in Qatar. Ik hoop dat voetbaljournalisten ginds ook voorbij het spelletje kijken en dingen aankaarten. Al mag je niet verwachten dat er iemand à la Jan Wauters in 1978 op zoek zal gaan naar protesterende of zieltogende mensen. Toen kon dat nog buiten het beeld van de lokale ordediensten gebeuren en stuurde hij mondjesmaat radioverslagjes uit, dapper en noodzakelijk, maar de Argentijnse junta beschikte nog niet over de moderne technieken om iedereen in het oog te houden. Dankzij Jan Wauters kwamen we hier meer te weten over de Dwaze Moeders, die op de Plaza de Mayo in Buenos Aires bijeenkwamen om de verdwijning van hun zonen aan te klagen. De Jan Wautersen van vandaag zullen niet in de buurt van de onderbetaalde gastarbeiders geraken in hun ‘concentratiekampen’. Ze zullen netjes gegidst worden van en naar de stadions, en zich alleen in de winkelcentra van Doha vrij mogen bewegen.

We mogen ook niet te veel verwachten van bondscoaches en voetballers. Een regenboogarmband kan een voorzichtig signaal zijn, vooral doen! Hier en daar een boodschap op een T-shirt — ook al wil de Fifa dat verbieden —, vooral niet laten! Maar het zijn niet de elf hele of halve miljonairs op het veld die de situatie in Qatar zullen verbeteren. Het protest had dertien jaar geleden moeten opstijgen (toen Qatar zich kandidaat stelde) of twaalf jaar geleden (onmiddellijk na de bekendmaking dat Qatar het WK van 2022 kreeg toegewezen). Daar en dan hadden de voetbalbonzen een vuist moeten maken en niet lafhartig wegkijken. Nu is het te laat, zal het bij kleinschalige actietjes ter plekke en iets luidruchtiger protest uit het buitenland blijven. De bondsbonzen (kortweg: bobo’s) die destijds niet protesteerden, hebben schuldig verzuim gepleegd. Hadden ze zich toen succesvol verzet, dan zouden er in de loop van de jaren nadien geen slachtoffers zijn gevallen bij de bouw van stadions, hotels en andere infrastructuur.

(Ik vind het overigens even hypocriet om te stellen dat dit WK nuttig is omdat het tenminste de aandacht zal vestigen op de mensenrechtenkwestie in Qatar. Een week na het uitreiken van de beker kunnen de Qatarezen gewoon weer hun gang gaan en ligt er behalve Amnesty International of Human Rights Watch zo ongeveer niemand nog wakker van de situatie ginder. Vergeet niet dat we Qatargas hard nodig zullen hebben, zaken zijn zaken!)

***

Terwijl ik dit intik, heb ik net een interessant boek achter de kiezen. 90 minuten oorlog. De explosieve mix van politiek en het WK Voetbal, van de Nederlandse auteur Koen Janssen, WK-fanaat én redacteur aan de universiteit van Wageningen. Daaruit leer je dat de bewering van de Fifa dat je voetbal en politiek niet mag mengen, complete stierendrek is. Voetbal is altijd politiek geweest, vanaf het eerste WK in 1930 in Uruguay. Hetzelfde geldt trouwens voor Olympische Spelen.

In 1934 werd het WK gespeeld in fascistisch Italië, het scheidsrechterlijke trio bracht voor de aftrap van de finale de romeinse groet, minder dan twee uur later triomfeerde het gastland en zijn leider, Benito Mussolini. Twee jaar later gingen de Spelen door in nazi-Berlijn, met de Führer op de eretribune. In 1968 werden vlak voor de Olympische Spelen in Mexico-Stad heelder wijken ‘opgekuist’ door de militairen, zodat er vooral geen wanklanken zouden zijn tijdens de zestien dagen sportfeest. Twee jaar later mocht Mexico vrolijk het WK Voetbal organiseren. In 1978 was er dan Argentinië, het land van de niets en niemand ontziende junta, die dissidenten oppakte, in een vliegtuig duwde en boven de oceaan dropte. Het Rusland van Poetin was ook in 2014 (Olympische Winterspelen in Sotsji) en 2018 (WK) al een schurkenstaat. Mensenrechten in China, waar ze in 2008 de Zomerspelen mochten organiseren en vorig jaar de Winterspelen? Bwah… En ook in andere organiserende landen waren de mensenrechten in het gedrang of mochten er landen deelnemen die het niet zo nauw namen met rechten en vrijheden. Alleen Zuid-Afrika werd (volkomen terecht) jarenlang uitgesloten van grote sportevenementen vanwege de apartheid.

Qatar had dit WK nooit mogen organiseren en zou op vele vlakken terechtgewezen moeten (blijven) worden, maar het zou hypocriet zijn alleen dít WK te hekelen. De uitspraak ‘Voetbal is oorlog’ van de legendarische Nederlandse trainer Rinus Michels had al veel langer gecorrigeerd moeten worden tot ‘Voetbal is politiek’. Politiek met vuile manieren, ongebreidelde corruptie en de jacht op wereldwijd prestige, ten koste van de man in de straat (die wel mocht/mag juichen, maar voor de rest weinig of geen rechten heeft) en tot meerdere eer en glorie van het heilige manna. Ook dat is iets wat Sepp Blatter als vroegere marketingmanager van Adidas heeft geperfectioneerd, nadat zijn voorganger Havelange de commerciële belangen al had geïntroduceerd: voetbal is een uitermate geschikt vehikel om heel veel geld te verdienen, geld dat helaas niet als compensatie zal gaan naar die arme gastarbeiders en hun gezinnen die ver weg wonen.

Ik ga kijken, de komende vier weken: omdat het mijn job is, ik word geacht er stukjes over te schrijven, maar ook omdat bewust niet-kijken — noem het gerust: wegkijken — evenmin soelaas brengt voor die drommels in Doha en omgeving. Ik stel voor dat we niet meer wegkijken en tijdig protesteren wanneer Qatar, de ambitie om de grootste sportnatie ter wereld te worden deze eeuw indachtig, zich kandidaat stelt om de Olympische Spelen te mogen organiseren.

Frank Van Laeken, £X€£$$ United. Het geld van het voetbal, Houtekiet, 2015.

Heidi Blake, Jonathan Calvert, The ugly game: the Qatari plot to buy the World Cup, Simon & Schuster, 2015.

Koen Janssen, 90 minuten oorlog. De explosieve mix van politiek en het WK Voetbal, Prometheus, 2022.



Blijf extreemrechts vooral extreem noemen

Journalistiek, Politiek Posted on za, oktober 01, 2022 11:01:49

In rechtse kringen wordt weleens gezegd dat je de dingen moet durven te benoemen zoals ze zijn en die raad ga ik, die me niet in hetzelfde universum bevindt als die lieden, ter harte nemen in deze blogpost. Er is namelijk iets met ons taalgebruik dat mij niet zint. We zijn te soft geworden en dat geldt a fortiori in een journalistieke omgeving. Niet omdat we allemaal msm’ers zijn, nuttige idioten in dienst van machtige mensen zoals critici beweren, maar net het omgekeerde. We moeten, jawel, de dingen vaker durven te benoemen.

Toen bekend raakte dat Fratelli d’Italia de parlementsverkiezingen in Italië had gewonnen en Giorgia Meloni de eerstvolgende premier van dat land zal worden, kon je her en der lezen dat radicaalrechts aan de macht komt in de laars. Ook in eerdere berichtgeving werden partijen als Vlaams Belang of politici als Filip Dewinter, Dries Van Langenhove of Viktor Orbán radicaalrechts genoemd. Ik vind dat geen goed idee. Zelf ben ik ook soms radicaal. Ik ben radicaal tegen racisme en discriminatie. Ik ben radicaal tegen elke vorm van ongelijkheid in de samenleving. Ik ben radicaal tegen onrecht. Mocht u mij radicaallinks willen noemen, dan ga ik daar niet per se (radicaal) tegen in opstand komen. Ik hoef geen etiket, maar u doet maar.

Door figuren als Meloni, die schatplichtig zijn aan het fascisme van Mussolini, radicaalrechts te noemen, maak je hen aaibaarder, menselijker en empathischer dan ze in werkelijkheid zijn. Idem dito met Orbán, Trump, Poetin of Bolsonaro. Als we de dingen dan toch moeten durven te benoemen, moet je hen extreemrechts blijven noemen, zoals we dat jarenlang gedaan hebben. Want dat zijn ze: hun radicalisme is extreem. Extreem onverdraagzaam. Extreem onrechtvaardig. Extreem anti-emancipatorisch. Extreem rechts, dus. Radicaalrechts kunnen we dan behouden voor een tussencategorie. En dus mogen we zeker ook niet spreken over de ‘centrumrechtse regering’ van Meloni, zoals Theo Francken op Twitter deed. Maar zo gaat dat: hoe rechtser je zelf bent, hoe linkser al de anderen zijn.

Ik wil hier zelfs een suggestie doen om politici van bij ons voortaan als volgt te catalogeren.

Extreemrechts: Filip Dewinter, Dries Van Langenhove, Tom Van Grieken (ooit radicaal, nu extreem), Sam Van Rooy.

Radicaalrechts: Gerolf Annemans, Jean-Marie Dedecker, Theo Francken.

Rechts: Bart De Wever, Peter De Roover, Ben Weyts, Hendrik Bogaert, Pieter De Crem.

Centrumrechts: zowat de hele CD&V en Open VLD, Geert Bourgeois, Zuhal Demir, Valerie Van Peel.

Als we fascisten, neonazi’s, vreemdelingenhaters en al wie sympathiseert met dat soort ideeën radicaal blijven noemen, dan verzachten en vergoelijken we hun gedachten en toekomstige daden. We kunnen als empathische wezens niet genoeg benadrukken hoe fout sommige ideologieën waren, zijn en blijven. Blijf dit vooral extreem noemen, dat is tenminste duidelijk. Op dat vlak moeten wij, tolerante mensen, ook wat meer ‘prepper’ worden.



Het zijn net mensen…

Politiek, Samenleving Posted on za, september 10, 2022 11:19:01

Het ging de voorbije dagen in het nieuws vooral over de dood van de Queen en de nakende rondezege van koning Remco, die zelfs de strapatsen van Gert Verhulst van tafel veegden. Het vertrek van de directeur-generaal van Fedasil, Michael Kegels, verdween daarbij in het niets, het bericht stond sowieso enkel op de binnenpagina’s van de kranten. Kegels, die directeur maatschappelijke veiligheid bij de stad Antwerpen wordt, werkte al sinds 2001 voor Fedasil.

Als iemand eenentwintig jaar voor dezelfde organisatie werkt, wat tegenwoordig hoogst uitzonderlijk is, wil dat meestal twee dingen betekenen: die persoon voelt zich thuis in dat soort werk en functies én die waardering werkt ook in omgekeerde richting. Dat Michael Kegels nu vertrekt, kan alleen maar gezien worden als illustratief voor de intussen permanente crisis in de vluchtelingenproblematiek. Mensen slapen al weken op straat. Mensen moeten in de hitte aanschuiven voor de poorten van het Klein Kasteeltje in de hoop dat hun dossier zal geopend worden. Mensen worden uitgespuwd door de lokale bevolking, die hen niet welkom wil heten, en die hatelijke houding komt dan nog eens bovenop wat die mensen in eigen land hebben meegemaakt, de reden waarom ze hier aankloppen.

Asielrecht is, zoals het woord het al aangeeft, een recht, dat weten die mensen die we vluchtelingen noemen (een op zich voldoende neutrale benaming, ze zijn nu eenmaal op de vlucht). Ook wie de vluchtelingen niet graag ziet komen (en vooral niet graag ziet blijven) weet dat doorgaans, dat er zoiets bestaat als een asielrecht dat neergelegd werd in artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “Eenieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging.” De tekst is duidelijk, werd opgesteld in tijden dat politieke leiders nog wel verder durven te kijken dan de volgende verkiezingen. (Er is overigens geen asielplicht, het land waar de vluchteling/asielzoeker komt aankloppen moet onderzoeken of die wel degelijk recht heeft op asiel.)

Dat de directeur-generaal van Fedasil nú opstapt, is geen toeval. “Alle medewerkers van Fedasil werken zich de ziel uit het lijf om mensen een opvangplek te geven,” zei Kegels in een reactie. “De laatste jaren is dat een steeds moeilijkere opdracht geworden. Ik hoop dat de samenleving daar oog voor blijft hebben.”

De moeilijkheid van die opdracht heeft te maken met het aantal vluchtelingen, wat samenhangt met regionale en lokale conflicten elders in de wereld, maar nog veel meer met de attitude van leidinggevende politici, opiniemakers en de lokale bevolking. Als de staatssecretaris van Asiel en Migratie iemand van rechtse signatuur is die zelf zo veel mogelijk vluchtelingen preventief wil weren (ik bedoel uiteraard Francken, maar eigenlijk ook De Block voor en Mahdi na hem) en als uit recente polls naar voor komt dat zowat vier op de tien Vlamingen migratie in de brede zin van het woord problematisch vinden, dan worden internationale afspraken en rechtsbepalingen al snel ondergeschikt gemaakt aan populistische en electorale overwegingen. Als de mensen in nood dan ook nog eens worden gereduceerd tot getallen en statistieken, verdwijnt empathie algauw naar de achtergrond. Eigen volk eerst is een slogan van één partij, maar het is intussen ook een onuitgesproken mantra van andere politici geworden. Om preciezer te zijn: eigen kiezer eerst! Als de vluchteling geen gezicht krijgt, geen persoon van vlees en bloed wordt, kan je hem ook negeren. Ontmenselijken is o zo makkelijk, dat leren ons geschiedenis, heden en (ongetwijfeld ook) toekomst.

’t Is niet omdat je vluchtelingen er via rechtse daadkracht van probeert te overtuigen dat ze beter wegblijven uit België dat ze dat ook zullen doen. Over enkele jaren zullen daar steeds meer klimaatvluchtelingen bij komen. Terwijl wij zitten te puffen bij onnatuurlijk hoge temperaturen in onze contreien, zullen op andere continenten mensen op de vlucht slaan voor nog veel hogere temperaturen, die het leven ondraaglijk maken. Jezelf en je naasten uit een levensbedreigende situatie helpen is een kerntaak voor gezinshoofden, hier en elders. Het zal dan niet eens meer een optie zijn om voor die mensen een oplossing in hun eigen regio te zoeken, de bekende hypocriete dooddoener van rechtse politici die vervolgens wel als eerste zullen protesteren mocht het budget van ontwikkelingssamenwerking verhoogd worden. De vluchtelingencrisis van nu zal in de toekomst als een crisette worden gezien. Minicrisis. Misschien kunnen we alvast beginnen te oefenen op onze collectieve empathie. Het zal nodig zijn.

In een land dat zich beschaafd en verlicht durft te noemen, zou niemand op straat mogen slapen, geen dakloze, geen vluchteling, niemand. Morgen of overmorgen kunnen we zelf vluchteling zijn. Solidariteit is een mooi woord, we zouden dat met z’n allen wat vaker in de praktijk mogen omzetten.



Volgende »