Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Muskolini

Communicatie, Geschiedenis, Journalistiek, Politiek, Samenleving Posted on za, januari 11, 2025 12:03:32

‘Woke is koren op de molen van Trump, Musk en consorten, en draagt daarmee een verpletterende verantwoordelijkheid,’ schreef filosofe Alicja Gescinska deze week in haar column in De Morgen. ‘Terwijl autoritarisme en totalitarisme in opmars zijn, terwijl uiterst rechts wereldwijd hoogtij viert, terwijl zovele fundamentele rechten en vrijheden van minderheden en vrouwen onder druk staan, heeft een deel van progressief links zich vastgereden in de modder van achterhoedegevechten. Woke is geen ontwaken. Woke heeft zijn eigen demonen wakker gemaakt en zichzelf in slaap gewiegd voor wat er écht toe doet’.

Qué?

Toen mijn koffie eindelijk van het verkeerde naar het juiste keelgat was getransporteerd, herlas ik deze zinnen. Gescinska, toch een gereputeerde filosofe en schrijfster, voorzitster van PEN Vlaanderen, niet meteen gekend als idioot en kortzichtig, had het in haar column over het verbieden van Of mice and men van haar lievelingsauteur John Steinbeck, omdat het n-woord er frequent in voorkomt. Maar haar terechte oprispingen over de spijtige uitwassen van het schier ongrijpbare fenomeen woke – het ongenuanceerd proberen te verbieden van gedateerde culturele bijdragen met de ogen en oren van vandaag, terwijl die in een heel andere context tot stand kwamen – gingen over in een algemene jeremiade over woke, iets wat in intellectuele kringen helaas wel vaker gebeurt.

Ik noem mezelf woke én verdraagzaam. Ik ben op vele punten politiek correct – zeker als het over het bejegenen van mensen gaat –, maar durf ook te lachen met gewaagde en ietwat stoute humor. Zoek gerust de grenzen op, maar weet dat die er zijn. Woke is in mijn ogen een noodzakelijke maatschappelijke correctie die niet altijd even keurig wordt uitgevoerd, maar die wel uitgaat van de juiste principes: solidariteit, gelijkwaardigheid, antiracisme. En net als bij vroegere emancipatorische bewegingen – syndicalisme, feminisme, antiracisme, Mei ’68 – loopt er weleens iets fout of wordt er overdreven bij het proberen afdwingen van die ‘noodzakelijke maatschappelijke correctie’. Jammer, maar daarom is de intrinsieke bedoeling nog niet fout. Door woke dan ook nog eens te linken aan de successen van extreemrechts wereldwijd lijkt het wel alsof Gescinska en andere hyperventilerende intellectuelen woke verantwoordelijk achten voor die opmars van de nieuwe laarzendragers. Dat is a) wel heel kort door de bocht, b) woke een veel te grote maatschappelijke invloed toekennend, en c) lichtjes waanzinnig, want het komt er dan ongeveer op neer dat maatschappelijk verzet ongewenst is, omdát het reactie zou kunnen uitlokken. Zullen we dan voortaan racisme, discriminatie, misogynie, verkrachtingen, enzovoort maar normaal gaan vinden, om lieden als Trump en Musk niet nodeloos te provoceren? (Alsof de heren die provocatie nodig hebben!)

***

Nog een mening van een mens waarvan we tot nog toe vermoedden dat die bovengemiddeld intelligent was: Guillaume Van der Stighelen over het schrappen van de factcheckers op Facebook. ‘De valse illusie dat alles op Facebook naar waarheid was gecheckt, daar zijn we dus van af. Eindelijk. Social media zijn een digitale toog en cafépraat moet niet gecheckt worden op waarheidsgehalte.’

Qué?

Dus: praat maar raak, verkondig maar halve waarheden en hele leugens zonder boe of ba, beledig gerust je medemensen zonder enige consequentie? Laten we elkaar vanaf nu juist wel een mietje noemen! Moet kunnen?

Van der Stighelen ging nog verder: ‘Waar social media (en andere togen) wel goed voor zijn, is het horen van andere meningen. Het ondervinden dat andere mensen op een andere manier naar eenzelfde gegeven kijken, en op een andere manier met dezelfde feiten omgaan. Dat is mijn mening hierover.’

Ik weet niet in welke bubbel de voormalige reclamemaker verblijft, maar de realiteit dringt er zo te lezen zelden in door. Als sociale media de jongste jaren in één ding uitblinken, dan is het net dat er níét meer naar andere meningen geluisterd wordt. Iedereen leeft in zijn bubbel, gaat op zoek naar meningen die stroken met de zijne, versterkt daardoor het eigen Grote Gelijk. Hoera, zie óns eens gelijk hebben! En daardoor worden sociale media – hoe goedbedoeld ze ooit ook waren – extreem asociaal.

Wie anders over de dingen denkt, wordt uitgesloten. Sterker nog: dankzij de algoritmes worden gebruikers meegezogen in hun eigen bubbel, vol onwrikbare ‘waarheden’ en overtuigingen, waar tegenspraak ondenkbaar is geworden. Om in het beeld van de cafépraat te blijven: ze gaan alleen nog iets drinken aan een toog met gelijkgestemden. Het tegenovergestelde van wat Van der Stighelen poneert.

***

Over negen dagen wordt Donald Trump ingezworen als Amerikaans president. Zijn rechterhand Elon Musk doet al volop alsof het nieuwe regime een feit is. De rijkste man ter wereld heeft een pertinente mening en die verkondigt hij voortdurend. Tot zover geen probleem. Problematisch wordt het wel wanneer die man zijn eigen medium X constant misbruikt om complottheorieën en andere verzinsels te verspreiden onder zijn 212 miljoen volgers, en zijn centen en invloed aanwent om het democratische proces in steeds meer landen naar zijn hand te zetten. Hij wil een regimewissel in Groot-Brittannië, hij biedt een forum aan de nazaten van nazisme en fascisme in Duitsland en Italië, hij jaagt op andersdenkenden. Hij is niet te stuiten, dit zelfverklaarde genie – laten we wel wezen: Musk is een gewiekste opportunist, wat een verdienste is binnen het kapitalistisch systeem, maar hij heeft de elektrische auto niet uitgevonden en bouwt zelf geen raketten, hij is geen ondernemer, maar een overnemer, wegnemer of afnemer, kortom: hij is verre van geniaal, gewoon een doortrapte zakenman, maar dan met net iets diepere zakken dan de meeste van zijn collega’s. En dat andere grote genie, Trump, fulmineert intussen dat hij Groenland, Canada en het Panamakanaal zal binnenrijven. Op de planeet Narcissus barsten de vulkanen uit, benieuwd hoe lang ze elkaar kunnen verdragen, met andere woorden: tot de echte president de schijnpresident uit zijn entourage zal verwijderen omdat die te veel van zijn zonlicht wegneemt.

Tot die onvermijdelijke implosie er komt in Washington zal Musk blijven te keer gaan. Wat mij tot een sprongetje naar de jaren 30 van vorige eeuw brengt. Toen palmde het nationaalsocialisme van Hitler en de zijnen eerst Duitsland en vervolgens een groot deel van Europa in, terwijl het fascisme van Mussolini Italië in zijn onmenselijke machtsgreep hield. In nazi-Duitsland was Joseph Goebbels de man die, als rijksminister van Volksvoorlichting en Propaganda, het volk alternatieve waarheden toeschoof, nuttig om bevolkingsgroepen te kunnen haten: Joden, zigeuners, homo’s, al wie niet-Arisch dacht. Goebbels was op dat vlak geniaal. Een pervers genie, zeer zeker, maar wel uiterst bedreven in wat hij (aan verschrikkelijke dingen) deed.

Máár: de invloed van Goebbels reikte niet veel verder dan die ene taal, Duits, en dat ene land, Duitsland, al kon hij uiteraard wel rekenen op antidemocratische stromingen in andere Europese landen. Aan collaborateurs is er nooit een gebrek.

Duits is geen wereldtaal, Engels is dat wel. Dat maakt Musk in wezen véél gevaarlijker dan Goebbels. Hij kan zich in toegankelijke bewoordingen invloed kopen in de wereld, nóg meer geld verdienen, en terloops democratische geplogenheden doen verdwijnen. Democratie is eerder een hinderpaal dan een zegen voor zulke machtspotentaten. Ikke ikke ikke en de rest kan stikken.

Die andere miljardair, Mark Zuckerberg, is ondertussen ook op de knieën gegaan voor Trump: uit opportunisme of uit overtuiging, dat moet nog duidelijk worden, maar nefast is het alleszins. Straks mag iedereen alles zeggen, maar die ‘iedereen’ moet je met een korrel zout nemen, want wie bereid is een klein beetje na te denken, zal zich aan de gekende waarheden houden, terwijl wie minder scrupules heeft, dat niet zal doen. Met alle gevolgen van dien. De sluizen van de alternatieve waarheden zullen volop openstaan, daar is geen dam tegen bestand. Het mogen beledigen van trans personen is voortaan zelfs expliciet opgenomen in de Facebook-statuten. Vrije meningsuiting, quoi?

***

Binnenkort leven we in een feitenvrije wereld waar de waarheid naar hartenlust verdraaid wordt, minderheidsgroepen en mensen met een andere huidskleur of afkomst nog meer het doelwit van haatzaaiers worden, wetenschappers opgejaagd wild zullen zijn en revisionisme en negationisme de norm worden. Geschiedenis, heden en toekomst zullen worden herschreven of geherdefinieerd op maat van de financieel machtigen en hun gewillige dienaars in regeringen en overheidsapparaten. Een not so brave new world met 1984 van Orwell als handboek, niet als waarschuwing. Newspeak als het nieuwe Esperanto, een officieuze wereldtaal. Dat Jean-Marie Le Pen dat niet meer mag meemaken. Joseph Goebbels ontkurkt alvast de sekt in zijn graf.

Steenrijke, (extreem)rechtse oligarchen hebben een methode gevonden om kritische media de mond te snoeren. Ze kopen ze over, laten hun vazallen censuurmaatregelen opleggen, jagen onafhankelijke geesten weg, helpen op termijn de democratie en de rechtsstaat om zeep. Jeff Bezos slaagde er al in om een cartooniste ontslag te laten nemen bij The Washington Post. Zuckerberg schaft de factcheckers af bij Meta. Musk heeft Twitter omgevormd tot X: van een levendig en kritisch medium naar een extreemrechtse bubbel met de occasionele tegenstemmen, die snel versmoord worden door het hyperactieve trollenleger. Twee en een half jaar geleden verliet ik Twitter vanwege de ranzige figuur van nieuwe eigenaar Musk, begin vorig jaar keerde ik terug, maar nu overweeg ik om mijn account definitief op te doeken. Wat heeft het ook voor zin? De trollen roepen luider en zijn met veel meer. Het aantal lieden dat kritiekloos met de laarzen klakt om toch maar in de gunst van de leider te kunnen staan, is altijd al groot geweest. Gewillige beulen.

Mochten we in een Bondfilm leven, denk aan Grab ‘em by the Octopussy, dan zou held 007 er alles aan doen om de schurk een definitief halt toe te roepen, na onder meer een spectaculaire achtervolgingsscène door de straten van Washington, D.C., waarbij de Tesla van de slechterik het moet afleggen tegen de klassieke Aston Martin met zijn onverbiddelijke gadgets. Maar we leven niet in een fictief scenario en de vraag is: hoe stoppen we Musk af? Door de schuld op woke te steken of lacherig op te merken dat we nu eenmaal cafépraat uitstoten? Ik dacht het niet.

Elon Musk móét worden afgestopt. Hopelijk beseffen steeds meer mensen en instellingen met invloed dat, te beginnen bij de Europese Unie en de nationale overheden. Schrijf maar in die nieuwe versie van de supernota, meneer de formateur: Muskolini mag zich bemoeien in de staat Arizona, maar niet in de gelijknamige toekomstige regering. Anders kunnen we hier binnenkort een Nederlandstalige en Franstalige variant van ‘Wir haben es nicht gewußt’ boven halen.

Willen we het wel weten?



De jeugd van tegenwoordig

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, januari 04, 2025 11:46:43

‘Wil Gen Z niet meer dansen op oudjaar?’ titelde een krant die hier elke ochtend in de brievenbus wordt gedropt op oudejaarsdag. Daar volgde een bijdrage onder die ik niet heb gelezen, omdat ik me vooraf al begon te ergeren.

Waarom toch altijd die opdeling in generaties? Wat kan het mij – naar verluidt Generatie X, want geboren tussen 1955 en 1970, terwijl ik ocharme geregeld ook ‘boomer’ wordt genoemd, de generatie net vóór mij – schelen wat die of die generatie wil, niet wil, doet, niet doet, vindt, niet vindt? Waarom telkens dat onderscheid maken? En welke theorie moeten we dan volgen? Sommigen spreken van zeven generaties: vooroorlogse generatie (1910-1930), stille generatie (1931-1940), babyboomers (1941-1955), verloren generatie (1956-1970), pragmatische generatie (1971-1985), grenzeloze generatie (1986-2000) en generatie Z (2001-2012). Anderen doen dat ook, maar die vergeten de Tweede Wereldoorlog en wat daarvoor kwam, en beginnen hun opdeling in 1946. Daar wordt de ‘verloren generatie’ – waartoe ik zou moeten behoren – ‘Generatie X’ genoemd en volgen daarna Xennials, Generatie Y (Millennials), Zillenials, Generatie Z en Generatie Alpha. Weer anderen houden het op vijf en laten ‘Gen Z’ eindigen in 2015.

Waarom worden we in hokjes geduwd?

Waarom láten we ons in hokjes duwen?

Waarom wíllen we in een hokje geduwd worden?

Ik zal het u zeggen: het is allemaal marketing, luie marketing. Bij reclamebureaus en tv-zenders doen ze dat ook, en eens je een bepaalde leeftijd hebt bereikt, word je uitgerangeerd, vanwege commercieel niet meer interessant. Je mag dan wel nog naar die programma’s kijken en die producten kopen, maar je wordt niet meer geacht om dat slaafs te doen, zoals andere leeftijdscategorieën. Typeringen worden zo stereotyperingen. Te oud. Passé. Weg ermee.

Bijna twee jaar geleden schreef De Morgen-journaliste Katrin Swartenbroux – een uitmuntende stiliste – het boek OK dan niet, met als ondertitel Over mijlpalen, maakbaarheid en de millennial mindfuck. Swartenbroux deed dit in een reeks aparte essays, stuk voor stuk zeer leesbaar, waarbij ze telkens uitging van wat haar generatie (Y) als struikelblokken tegenkwam op het levenspad. Boeiend, zeer zeker, maar ik dacht ook: waarom opnieuw zo krampachtig uitgaan van iets zo toevalligs als een geboortedatum om problematieken te schetsen die in vele gevallen universeel zijn?

Ik stelde aan mijn toenmalige uitgeverij voor om deels als antwoord op OK dan niet een boek te schrijven over de verschillende jongerengeneraties sinds de Tweede Wereldoorlog, niet vertrekkende van de categorieën die ons worden opgedrongen, maar per decennium: 1945-1955, 1955-1965, 1965-1975, enzovoort. Of desnoods: de jaren 40, 50, 60, enzovoort. Werktitel: De jeugd van tegenwoordig. Ik wilde gaan praten met mensen die toen jong waren en hen vragen wat zij hadden meegemaakt en welke obstakels zij moesten overwinnen. Mijn overtuiging was en is nog altijd dat die zeer vergelijkbaar zijn met daaropvolgende generaties: moeite om de huurprijs te betalen en al zeker om een eigen huis te kopen of te bouwen, carrière maken, beslissen of je kinderen wil of niet, financieel zien te overleven, een vriendenkring opbouwen, overleven. Dat maken al die generaties mee, weliswaar in een aangepaste context – de wereld staat niet stil – of in andere levensomstandigheden maar toch wezenlijk vergelijkbaar. Helaas is het boek er nooit gekomen, maar misschien moet iemand dat toch ooit schrijven, dan kan de huidige onzin eindelijk ophouden.

We zijn niet zo verschillend. Toen ik twintig was, zat ik met dezelfde levensvragen als de twintigers in de jaren 90 of de twintigers nu. Het heeft geen zin en het is zelfs buitengewoon vals om generaties tegen elkaar op te zetten. En de term ‘de jeugd van tegenwoordig’ – al vele decennia gretig gebezigd door bazige ouders, grootouders en luidruchtige opiniemakers om het gedrag van jongeren aan te klagen, goed wetende dat ze zelf óók jong zijn geweest – mag wat mij betreft definitief de schop op, tenzij het om de gelijknamige Nederlandse rapformatie gaat.

***

Interludium: Jimmy Carter is gestorven. Honderd jaar oud geworden, rijk leven geleid, alom gerespecteerd vanwege zijn aanhoudende strijd voor de mensenrechten. Maar wel ooit zwaar verguisd als president. Ik herinner me dat ik een kwarteeuw geleden in een Amerikaanse boekenwinkel een boek vast had over Amerikaanse presidenten en dat Carter daarin als de allerslechtste werd bestempeld. Dat de auteur Ronald Reagan hoog klasseerde, verklaarde veel. Ik heb het boek gelukkig niet gekocht, weggegooid geld leek me, en kijk: vandaag wordt naar Carter verwezen als iemand die zijn tijd ver vooruit was. Een goede, diepgelovige man.

Leve de gutmenschen!

***

Gutmenschen kun je lieden die hulpdiensten aanvallen en auto’s in brand steken niet noemen. Het onbegrip is terecht groot: ambulanciers of brandweerlui op weg naar een dringende opdracht laat je met rust. Je gaat zelfs netjes uit de weg, want iemand is in nood en verdient onmiddellijke bijstand. Wie dat niet begrijpt, is een minkukel. Wie dat ook nog eens wil verhinderen, gedraagt zich als een crimineel.

Maar opnieuw: media en extreemrechtse luitjes maakten daar alweer een generationeel probleem van. Voor wie tegen migratie is, pasten de rellen perfect in hun kraam: het is allemaal de schuld van migratie, gezinsherenigingen, de weigering om te integreren, gebrek aan respect voor ‘onze’ waarden en normen, religieus fanatisme. Terwijl dit soort zinloos geweld van alle tijden is.

Toen ik jong was – héél lang geleden! – en opgroeide in Merksem, werd ons enige angst ingepraat om in sommige wijken rond te lopen. ‘De mannen van den Dam’, naar de wijk in Antwerpen waar die jongerenbende actief was, in vogelvlucht een halve kilometer van waar wij woonden, hadden een reputatie van het noorden tot het zuiden van de agglomeratie. Geregeld werd er gevochten met andere bendes. West Side Story, maar dan zonder de muziek van Leonard Bernstein en de choreografie van Robert Wise. Wel met messen en de occasionele zwaargewonde. Volstrekt zinledig, maar het hoorde bij de cultuur van bravoure en stoerheid. Er werd nauwelijks over geschreven in de kranten, omdat die zich toen nog een hoogdravende opdracht hadden toebedeeld, waarbij de faits divers naar een binnenpagina werden doorverwezen. Er werd minder over gesproken, behalve dan op de speelplaats en op café, maar het geweld was er wel. En die jongeren, zo werd hardop gezegd, hadden geen doel in hun leven: arm, geen werk, geen vooruitzichten, alleen bendevorming tilde hen boven het stilletjes verdwijnen uit. Eens op het slechte pad was er geen weg terug. ‘De jeugd van tegenwoordig!’

Het volstrekt misplaatste geweld van oudejaarsavond en nieuwjaarsnacht in Brussel, Antwerpen en Gent is dus niet uniek en het is allerminst een monopolie van jongeren met een migratieachtergrond. Het heeft niets met Generatie X, Y of Z te maken. Het is even ontoelaatbaar als pakweg hooliganisme, maar daar zul je extreemrechtse luitjes dan weer niet over horen, want rellende voetbal’supporters’ zijn a) wit, b) ‘van ons’, c) hangen geen andere cultuur of religie aan en d) mogen niet verloren gaan als potentiële kiezers. Opportunisme troef. Steeds weer komt die opdeling bij de Filip Dewinters en de Theo Franckens terug: échte Belgen versus niet-echte Belgen. Zelfs als je hier geboren bent en altijd hier hebt gewoond, hoor je er voor hen niet bij met een andere huidskleur of een vreemd klinkende familienaam. Dat is, laten we de dingen vooral benoemen, onversneden racisme.

Rond die voorspelbare rellen – je kunt er elk jaar je horloge op gelijk zetten, alsof het bij het aftellen naar het nieuwe jaar hoort – ontstonden polariserende dovemansgesprekken. Kort door de bocht: die amokmakers horen hier niet thuis versus het is hun reactie tegen het racisme dat ze elke dag ondervinden. Tegenwoordig kun je zelfs een opdeling in sociale media maken: veroordeling van die jongeren op X, vergoelijking op Blue Sky.

***

Het is een en-enverhaal. Die jongeren moeten streng bestraft worden (voorstelletje: laat zo’n idioot die een ambulance probeert tegen te houden vijftig weekends meerijden met een ziekenwagen, hij – het zijn meestal jongens/mannen – zal voortaan wel anders piepen), én hun ouders moeten hun kinderen beter in het oog houden en opvoeden, én opruiende taal in andere geloofsgemeenschappen moet aan banden worden gelegd én het systemische racisme en discriminatie moet uit de samenleving, te beginnen bij ordehandhavers, én de gettoïsering en marginalisering van armere bevolkingsgroepen moet stoppen, én in het onderwijs moet er meer de nadruk worden gelegd op gelijkwaardigheid, én we moeten komaf maken met de idealisering van de geweldcultus bij jongens en jonge mannen, én de samenleving als geheel moet ook openstaan voor de problemen waarmee andere groepen te maken krijgen, én de rechtsstaat moet gerespecteerd worden. Heel wat linkse commentaargevers hamerden vooral op dat racisme, die systematische achterstelling van groepen jongeren en het gebrek aan gelijk(waardig)heid. Rechtse roeptoeters waren het eens over die strenge bestraffingen en gaven de schuld aan de ouders. Waarom niet met rubberen kogels op die kerels schieten, werd her en der gesuggereerd.

Mag het iets genuanceerder, alstublieft?

Kunnen we eindelijk het grotere plaatje bekijken?

Door de microscoop van de ene zien we alleen die vechtende jongeren en de brandende binnenstad. Door de microscoop van de andere zien we het voortdurende pesten en racistisch bejegenen. Met een microscoop zullen we er echter niet geraken. Daarvoor hebben we helikopterzicht nodig en de bereidheid om verder te kijken dan de strikte actualiteit. Deze samenleving heeft meer nodig dan de megafoon van het nu; het verleden heeft ook zijn rechten. ‘Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt,’ schreef Jeroen Brouwers. Niets gebeurt zonder dat het ergens in geworteld is, zou je die prachtige literaire zin kunnen parafraseren. Geweld is zelden honderd procent zinloos, het komt ergens vandaan. Kunnen we ook daarnaar kijken?

Er moet bijgevolg heel veel gebeuren en liefst dan nog tegelijk. En. En. En. En. En. De sanctie voor de relschoppers komt dan wellicht, logischerwijs, eerst: de feiten zijn immers wat ze zijn en ze zijn het meest recent. Maar preventie, creëren van maatschappelijk draagvlak, het beschouwen van (migranten)jongeren als volwaardige burgers, het (opnieuw) aanstellen van straathoekwerkers en jongerenbegeleiders als vertrouwenspersonen en eerstelijns probleemdetectoren, het uitbannen van racistisch gedrag en discriminatie (in de eerste plaats bij ordehandhavers en openbare functionarissen), het werken aan integratie langs twee kanten, het stopzetten van de verloedering van wijken en stadsdelen: het maakt onlosmakelijk deel uit van een totaalplan. En. En. En. En. En. Er is geen of in dit verhaal.

***

De mannen van den Dam tegen die jonge amokmakers, dat zou wat gegeven hebben. Gesteld dat die eersten hun rollator nog snel genoeg kunnen voortbewegen, natuurlijk.



Syrië

Geschiedenis, Memories & mijmeringen, Politiek Posted on za, december 14, 2024 11:58:46

Het moet kort na 1 februari 1979 geweest zijn. Een ochtend aan wat toen nog het Hoger Rijksinstituut voor Toneel en Cultuurspreiding was – afgekort: HRITCS, nog korter: RITCS –, een instelling die tegenwoordig als, jawel, RITCS door het leven gaat, afkorting van Royal Institute for Theatre, Cinema and Sound. Destijds gevestigd in een afgeleefd gebouw vlak bij de Naamsepoort in Brussel, waar voorheen de Bank van Congo in was ondergebracht. Ik dubbelde het eerste jaar – te laat in gang geschoten voor de examens – en broste heel wat lessen. Maar niet Culturologie (toen nog geschreven als ‘Kulturologie’), het vak van Jaap Kruithof, de linkse prof die vooral bekend was van de Rijksuniversiteit Gent en van zijn controversiële tv-optredens, die in het katholieke Vlaanderen, slechts enkele zetels verwijderd van de CVP-staat, niet gesmaakt werden. Hij praatte in lang vervlogen tijden vrijuit over seksualiteit, homofilie, het recht op abortus, dat soort dingen, die nog volop taboe waren. Een boeiende lesgever.

Die ochtend zat Kruithof – die zijn lessen steevast begon met het inpikken op de actualiteit – voor ons met een kamerbrede lach, in het overvolle lokaal met zijn afbladderende verf op de lichtjes beschimmelde muren. Reden van die vrolijkheid was de regimewissel in Iran, waar ayatollah Khomeini zijn ballingschap in Parijs net had afgelegd om de sjah wandelen te sturen. De sjah was een despoot, die met behulp van de geheime inlichtingendienst Savak andersdenkenden liet oppakken, opsluiten, martelen en, indien hij daar zin in had, executeren. Een dictator die met gulle steun van het Westen, verslaafd aan de Iraanse olie, op zijn troon bleef zitten. Wat Kruithof – en van de weeromstuit ook ons, de jonkies die aan zijn lippen kleefden – blij maakte, was dat een volksopstand mogelijk was en tot ingrijpende resultaten kon leiden. Enter Khomeini. Maar ook: enter de sharia, de religieuze onverdraagzaamheid, het islamitisch fundamentalisme en… een nieuwe vorm van despotisme. Even onverbiddelijk en onmenselijk als dat van de sjah, maar dat kon professor Kruithof toen nog niet weten. Hij was gewoon content dat de despoot weg was.

Aan die scène moest ik terugdenken toen vorig weekend rebellen Damascus inpalmden. De Syrische despoot Bashar al-Assad was toen al gevlucht, hij wist dat hij anders niet levend de regimewissel zou doorkomen, want zou gaat dat met despoten: ze laten hun volk eerst jarenlang figuurlijk in de steek, om dat om hun eigen hachje te kunnen redden vervolgens ook letterlijk te doen.

Assad is vierentwintig en een half jaar aan de macht geweest in Syrië, zoals zijn vader, Hafiz al-Assad, het land voordien negenentwintig jaar geleid had. Zo gaat dat in die kringen, nepotisme is nooit ver weg, ‘ons kent ons’ wordt er aangevuld door ‘ikke ikke ikke en de rest kan stikken’. Terwijl het Syrische volk al meer dan een decennium steunt en kreunt onder een bloederige burgeroorlog, leefden Assad en zijn familieleden en vertrouwelingen in grote luxe. De vergelijking met de Roemeense leider Ceausescu werd deze week in onze pers gemaakt. En er zijn er nog (zijn er eigenlijk wel andere?): dictators die hun volk inlepelen dat ze sober moeten leven en die voor zichzelf kastelen bouwen, luxeauto’s verzamelen en elke avond genieten van een driesterrenmaal. Overdag gaan ze op de koffie met collega-despoten, af en toe mag een verre buitenlandse vriend à la Filip Dewinter langskomen voor een koffie en een fotomoment.

Zoals Jaap Kruithof destijds zo verheugd reageerde omdat Mohammad Reza Pahlavi, zoals de sjah voluit heette, verjaagd was, zo tevreden ben ik dat Assad verdreven werd. Maar met wat ik weet dat er na die Kruithofiaanse vreugde van toen gebeurd is, wordt mijn blijdschap meteen getemperd. Want wat of wie komt er in de plaats? Syrië is nu in handen van de islamitische militie Hayat Tahrir al-Sham, die zich voorlopig menselijk lijkt te gedragen, maar blijft dat wel duren? De militie was in het verleden onderdeel van Al Qaida. Zelfs de leider van IS was betrokken bij de oprichting ervan. Van die twee terreurorganisaties werd dan wel afstand genomen, maar het doel is wel het vestigen van een fundamentalistische islamitische heerschappij, lees ik. Echt geruststellend klinkt dat niet. Zeker niet met de wetenschap dat regimewissels in andere Arabische landen – denk aan Irak – evenmin ten goede kwamen van de bevolking.

Het is goed dat Assad weg is, het is goed dat de steun van Rusland en Iran uiteindelijk onvoldoende was, het is goed dat aan eender welke dictatuur een einde komt. Maar de geschiedenis wijst uit dat de modale Syriër daar niet direct beter van zal worden. Een catch-22-situatie, want hoe ga je daar vanuit onze nog altijd redelijk stabiele westerse democratieën mee om? Te veel bemoeienis is uit den boze, omdat het naar neokolonialisme ruikt en geopolitiek onverantwoord is. De Syriërs aan hun lot overlaten, daarentegen, is evenmin de goede keuze.

Blij dat ik geen internationale politicus of diplomaat ben, zo kan ik hier vanaf mijn comfortabele bureaustoel ongehinderd meninkjes produceren. Mocht die stoel in Damascus, Palmyra, Bosra, Aleppo of Hama staan, zou ik die vrijheid wellicht niet hebben. Ook niet na de regimewissel. Jammer dat professor Kruithof al een poos niet meer onder ons is: ik had graag zijn mening gekend over de actualiteit. Misschien zit hij nu wel ergens weg met een monkellachje toe te kijken, terwijl hij zijn vriend Vermeersch aanstoot: ‘Goed hé, Etienne? Weg met Assad!’



Laten we een kat een kat noemen (en een klimaatcatastrofe een klimaatcatastrofe)

Communicatie, Politiek, Samenleving Posted on vr, november 29, 2024 15:54:48

‘Trek uw plan, het zijn uw kinderen, bescherm ze zelf.’

Zo klonk een van de meest beklijvende zinnen uit de column van klimaatwetenschapper Valérie Trouet exact een week geleden in De Morgen. Trouet is niet zomaar iemand die om den brode het klimaat bestudeert, ze is een wereldwijd gerespecteerde experte in haar vakgebied. ‘Defaitisme verslaat soms zelfs de hardnekkigste pragmatist,’ schreef ze onder meer. En ze was al zo gedesillusioneerd door de tegenkantingen en het gebrek aan politieke interesse die ze twee jaar lang ondervond als wetenschappelijk directeur van het Belgische Klimaatcentrum. Ze vertrekt binnenkort terug naar de States, waar haar werk wél volop geapprecieerd wordt, zij het dat onder de toekomstige oude/nieuwe president (klimaat)wetenschap niet bepaald gewaardeerd zal worden.

‘Ik probeer niemand nog te overtuigen,’ zo ging Trouet verder in haar bijdrage. ‘Ik ben het Cassandrabestaan beu, beu om de enige te zijn die beseft dat de remmen niet werken van de voortdenderende Eurostar waarop wij leven. Ik heb het u gezegd en u heeft uw schouders opgehaald.’ Waarna dus die ene zin volgt waarmee ik mijn blogpost opende.

‘Wat u alarmisme noemt, noem ik eufemisme,’ vervolgde ze. En ze eindigde met deze paragraaf. ‘Noem mij maar een alarmist, bespreek het maar met uw maten op X, hoe klimaatverandering van alle tijden is en dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. I’m out. Ik hoop alleen uit het diepst van mijn hart dat u gelijk heeft en ik ongelijk. Als wetenschapper hopen dat je ongelijk hebt, is dat ook hoop?’

***

De boodschap kwam onzacht binnen en werd een hele week bediscussieerd. De reacties waren voorspelbaar, van ‘Eindelijk zegt er iemand waar het op staat!’ tot ‘Ze krijgt geen gelijk, de subsidieslurpster, dus reageert ze dan maar gefrustreerd’. De column was niet bedoeld om zieltjes te winnen. Dat zou ook moeilijk lukken: wie al een poos de klimaatberichtgeving volgt, heeft niets nieuws gelezen, alleen de keiharde bevestiging van een hardnekkig vermoeden (en in het geval van andere klimaatexperten: van onderbouwde wetenschappelijke hypothesen). Wie tot de groep ontkenners behoort, zal ook niets nieuws hebben vernomen, want wappies vinden al veel langer dat klimaatwetenschappers onverbeterlijke pessimisten zijn. En de grote massa haalt, zoals altijd, de schouders op. ‘We zullen wel zien.’ Tja.

Had die schreeuw vanuit haar diepste binnenste dan wel zin? Op het eerste gezicht wellicht niet: wie bang is, blijft gewoon bang, wie vindt dat er niets aan de hand is, drinkt nog een glas en gaat ervan uit dat alles blijft zoals het was. Toch vind ik het bemoedigend dat een expert de harde woorden bovenhaalt, zoals de virologen dat vier jaar geleden óók deden tijdens de coronacrisis. Dat moest toen wel, de toestand was immers acuut. Bij de klimaatproblematiek is het acute van die toestand minder visibel en voelbaar, tenminste: niet in de zin dat iedereen overal tegelijk getroffen wordt of kan worden. Na een zware overstroming of een onverdraaglijke hittegolf gaan we snel weer over tot de orde van de dag. Het is goed dat een vooraanstaande wetenschapper stelt dat die ‘orde van de dag’ een luxe is die we ons niet kunnen permitteren.

***

In mijn boek De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium – nu in de handel, zeg ik er als kleine commerçant even bij – liet ik in het hoofdstuk Klimaat & Milieu een statisticus van de Rijksuniversiteit Gent aan het woord. In een interview met het weekblad Humo van 21 mei 1970 (!) zei Walter Prové: ‘Hoe meer alarmkreten, hoe beter. We mogen op de televisie niet in gedistingeerde praatpanels over “biologisch evenwicht” of “de voedselpiramide” zitten te eieren, dan kijkt geen kat. Toon liever de vissen die bovendrijven, de vogels die uit de lucht stuiken: de televisie moet angstaanjagende filmbeelden blijven tonen. Grijp de mensen bij de keel, of de bezoedeling verstikt ze.’

Vertaal die woorden over de luchtvervuiling en bezoedeling alom van toen naar de klimaatopwarming nu en ze sluiten perfect aan bij wat Trouet schreef (en deze week in een reeks interviews herhaalde): pamperen heeft geen zin meer. Ontkennen is ronduit misdadig, de boodschap afzwakken is egoïstisch en kortzichtig, schouderophalen komt overeen met schuldig verzuim.

Van wetenschappers verwachten we dat ze twijfelen tot ze met een aan zekerheid grenzende conclusie afkomen. Wat het klimaat betreft, bestaat die conclusie al verschillende decennia, alleen de details worden nog bijgestuurd. Wat heeft het dan nog voor zin om de op ons afstormende maatschappelijke waarheid in hapklare brokken proberen te verpakken? Prové had verdorie gelijk vierenvijftig jaar geleden: toon angstaanjagende beelden. Toon die niet alleen op het ogenblik dat Valencia onder water staat, maar blijf die wekenlang na de watersnood tonen, want het water mag dan stilaan wegtrekken, de miserie blijft. En die miserie kan iederéén morgen overkomen. U. Mij. Ons allemaal. Kunnen we straks weer zeuren over de oncontroleerbare migratie van klimaatvluchtelingen.

***

Zeg als expert waar het op staat, dan kan achteraf niet het verwijt worden gemaakt dat je niet, te weinig of te omfloerst gecommuniceerd hebt. Schrijf als journalist niet dat radicaalrechts of een ultranationalist ergens gewonnen heeft, maar noem een kat een kat: extreemrechts, fascist, racist. Wie rechts is, benadrukt voortdurend dat we de dingen moeten durven te benoemen – meestal wanneer het over de vermeende negatieve gevolgen van migratie gaat. Wel, benoem de dingen inderdaad: migratie is nodig, de Verenigde Staten krijgen een extreemrechtse president, het klimaat is naar de knoppen.

Niet dat er dan heel snel heel veel zal veranderen – wat uiteindelijk wel zal moeten –, maar waarom verbloemen wat móét geweten zijn? Kijken de mensen dan nog de andere kant op, dan is dat maar zo. Het is aan de politiek om de wetenschappelijke bevindingen in wetteksten en besluiten om te zetten, ook al druist dat in tegen wat ‘de kiezer’ wil en dreigt het stemmen te kosten. Je moet de burger veel vrijheid gunnen, maar soms moet je als overheid harde maatregelen opleggen, opnieuw: zie coronacrisis. Daar dienen regeringen voor, dat is de verantwoordelijkheid van ministers en parlementen. Gouverner, c’est prévoir, niet achteraf constateren dat het te laat is.

***

Wat Rutger Bregman ook moge beweren: de meeste mensen deugen niet. Naast de gepatenteerde slechteriken is er de grote massa die niets doet en net dat niets doen is funest voor het klimaat. Als je de harde realiteit ontkent of ervan wegkijkt, deug je niet. Dan ben je een falende, dwalende mens, iemand die op het eerste gezicht geen kwaad doet, maar vooral: iemand die niet het goede doet. Die niet aan zijn kinderen of kleinkinderen denkt. Die het aan de anderen overlaat (die ook veel te weinig of niets doen). Die het wel ziet gebeuren. Die stemt op populisten die hen de hemel op aarde beloven (en hen vervolgens laten stikken).

Om Walter Prové te parafraseren: grijp de mensen bij de keel, of we verdrinken straks collectief. Dank u, Valérie Trouet, voor die rechttoe rechtaan communicatie. Al word ik er niet direct vrolijker van.



Oorlog?

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, november 23, 2024 12:42:32

Zelfs met toch al bijna zesenzestig jaren op de teller en zonder de hele tijd onder een steen geleefd te hebben, is het voor mij moeilijk om in te schatten hoe je de huidige toestand in de wereld moet omschrijven. Zijn we al volop in oorlog? Is dit een nieuwe vorm van Koude Oorlog, de situatie waarin West en Oost tussen 1946 en 1990 tegenover elkaar stonden, steeds paraat om op de nucleaire knop te drukken, maar niet echt van plan om dat te doen gezien de onvermijdelijke consequenties voor de eigen bevolking?

Is dit nu ónze ‘drôle de guerre’, de historische periode tussen 3 september 1939, de dag dat Groot-Brittannië en Frankrijk nazi-Duitsland de oorlog verklaarden, kort nadat de Hitlertroepen Polen waren binnengevallen, en 10 mei 1940, de dag van de Duitse invasie in de Lage Landen? Zijn dit puur regionale conflicten, de Russische inval en de al meer dan duizend dagen durende gevechten in Oekraïne, en de vernietigingsdrang van de Israëlische havikenregering in het Midden-Oosten? Met andere woorden: kunnen we er met belangstelling en desnoods gemengde gevoelens naar kijken, zonder in angst te moeten leven op wat komen gaat, of worden we binnenkort rechtstreeks bij het conflict betrokken? Het beetje wijsheid en historisch inzicht dat ik bezit, is onvoldoende om te antwoorden op de vele vragen. Dus blijft onzekerheid.

Wie na 8 mei 1945 in deze contreien geboren is, heeft nooit een oorlog hoeven mee te maken. Wie na, pakweg, 1940 geboren is, heeft die nooit bewust meegemaakt. Dat is een zegen, een geluk, een bijna onwezenlijke situatie, gezien de conflicten uit het verleden, met als culminatiepunt de twee wereldoorlogen in de eerste helft van de vorige eeuw. Volgend jaar vieren we, als het enigszins meezit, negentig jaar zonder gewapend conflict in dit deel van West-Europa. Negentig jaar vrede, soms gewapend, meestal vrij kommerloos. Tel uw zegeningen.

Mijn grootouders en ouders hebben zoveel meeval niet gehad. Zij moesten op de vlucht, of tenminste schuilen voor de vijand. Zij leefden in een bezet land, met minimale bewegingsvrijheid. Zij overleefden, moesten op zoek naar gerantsoeneerd voedsel met dat beetje centen dat ze bijeen wisten te scharrelen. Het mag, neen, móét gezegd: wat zijn diegenen die na 8 mei 1945 geboren zijn toch geluksvogels!

Blijft de vraag: zijn we in staat van oorlog of zijn we toeschouwers? Is dit dan die fameuze, reeds vaker ten onrechte aangekondigde Derde Wereldoorlog? Neemt Poetin zijn dreigement ernstig dat hij zijn vingers in de buurt van de nucleaire knop laat tokkelen? Laat Trump ons vanaf eind januari in de steek? Ik kan me voorstellen dat die onzekerheid jongere generaties een hoogst onprettig gevoel bezorgt. Mij ook, trouwens.

Al heb ik zelf niet echt het gevoel dat er Iets Groots te gebeuren staat. Is dat omdat ik niet weet wat oorlog voor mij persoonlijk betekent? De supermarkten liggen vol, er wordt nog niet volop gehamsterd – in tegenstelling tot vier jaar geleden, toen de coronacrisis een medisch oorlogje inleidde –, de schuilkelderindustrie boomt vooralsnog niet, de gesprekken op straat, aan de toog of op sociale media gaan bij ons niet over leven in oorlogsomstandigheden, in tegenstelling tot Zweden en Finland krijgt de bevolking nog geen brochure toegestuurd met de do’s en don’ts ten tijde van oorlog. Ginds heeft de overheid het gevoel dat de oorlog nakend is. Dat heeft uiteraard met nabijheid te maken. Finland grenst aan Rusland, Zweden heeft enkel de Baltische staten en de Oostzee als buffer.

Op ruim tweeduizend kilometer van Kyiv en meer dan drieduizend kilometer van Gaza wordt die hoogdringendheid nauwelijks aangevoeld. Onze regeringen (gesteld dat die er al zijn) doen niets, en misschien is dat ook normaal. Behalve enkele hooggeplaatste (ex-)militairen en Theo Francken is er niemand die waarschuwt voor het imminente gevaar uit het Oosten, de eersten omdat ze er belang bij hebben om de nood aan een sterk leger – en bijgevolg meer centen voor defensie – te benadrukken, de tweede omdat die eender wat roept om in de belangstelling te staan. Beuzelen en bazelen, daar blijft het voorlopig bij.

Ik ben geneigd om ‘Neen’ te antwoorden op de vraag of dit nu effectief al een (pre-)oorlogssituatie is. Ik ben hoogst verontwaardigd over de acties van Poetin en Netanyahu en vind dat de invasie enerzijds en de genocide anderzijds moeten stoppen; westerse steun aan Oekraïne en de Palestijnen vind ik niet alleen verantwoord, maar zelfs een must. En toch voel ik dit niet aan als een bedreiging die ook mij en mijn dierbaren op korte termijn zal treffen. Naïef? Overdreven optimistisch? Gebrek aan realiteitszin? Net door zoveel onbeantwoorde vragen op mezelf en nu dus ook op u af te vuren, bewijs ik tegelijkertijd dat ik het ook niet weet. En dat ik hoop op een combinatie van standvastigheid en gezond verstand, wat – gezien de loop van de geschiedenis – toch ook weer bijzonder naïef is van mij.

Ik ben niet voor niets gewetensbezwaarde. Mijn geweten gaat nog verder dan de goedbedoelde ‘Nooit meer oorlog’-slogan op de IJzertoren in Diksmuide. Ik zeg: nóóit oorlog. Tenzij het niet anders kan, want straks gaat u nog denken dat ik voorstander ben van vredesonderhandelingen met Poetin en Netanyahu, waarbij beide heerschappen grotendeels hun zin zullen krijgen, de eerste door Oekraïens grondgebied te mogen behouden, de tweede door de facto toestemming te hebben om de Palestijnse bevolking definitief uit Gaza te verdrijven. In dat geval ben ik aanhanger van Stijn Meuris’ ‘een heel klein beetje oorlog’. Nooit (nóóit!) mogen we oorlogsheren hun gang laten gaan. ‘¡No pasarán!’ vind ik in dat geval een nog net iets krachtigere slogan dan ‘Nooit meer oorlog!’



Wat is er toch mis met de waarheid?

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, november 16, 2024 12:34:51

Sta me toe om al meteen mijn eigen vraagstelling in de titel te counteren: ernstige filosofen en Maarten Boudry zullen aanvoeren dat er niet zoiets bestaat als De Waarheid. ‘Waarheid’ is een uitgelezen filosofisch onderwerp. Subjectief. Onoplosbare kwestie. Eeuwige voer voor discussie, aan de universiteit, op straat, aan de toog, in de huiskamer. Wat is de waarheid? We noemen een groene tafel ‘groene tafel’ omdat we ooit een taalkundige conventie zijn overeengekomen die bepaalt welke kleurvarianten tot het groene spectrum behoren en welk object we een tafel noemen (en welk ander een stoel, een kast, een huis, enzovoort). Je zou dit waarheden kunnen noemen – we zijn immers overeengekomen dat het zo is, en niet anders –, maar voor ernstige filosofen en Maarten Boudry blijft het een favoriet speelterrein. Wetenschappers houden niet van absolute waarheden, twijfel is hun kenmerk (tenminste van ernstige filosofen, niet van Maarten Boudry, daarvoor is die al een hele poos te vol en te zeker van zichzelf.).

In de journalistiek wordt ‘waarheid’ vaak gelinkt aan ‘objectiviteit’, een heikel domein. Want… strikte objectiviteit bestaat niet. Je kunt/moet ernaar streven, als journalist, eind- of hoofredacteur en nieuwsdienst, maar je zult het nooit honderd procent bereiken. Gewoon al de plek waar de cameraman zijn camera neerzet, verkleurt de realiteit minstens gedeeltelijk. Of de bronnen die een reporter consulteert (of niet consulteert). Eerlijke berichtgeving is een nobel streefdoel, zo onderscheid je goede journalisten van charlatans, maar het is geen absoluut gegeven. In de zinssnede ‘zo objectief mogelijk’ of ‘zo waarheidsgetrouw mogelijk’ is elk woord relevant, die ‘mogelijk’ niet in het minst.

Fakenews domineert al een tijdje de dagelijkse onophoudelijke stroom van berichten. Omdat er nu eenmaal lieden zijn die het tot hun taak gemaakt hebben om de mensen voor te liegen, en dat zijn heus niet alleen politici. Zo worden alternatieve ‘waarheden’ de wereld ingestuurd. ‘Het had waar kunnen zijn’, om Vlaams Blokker Filip Dewinter te citeren, nadat die zijn zoveelste racistische kwakkel de wijde (Vlaamse) wereld heeft ingestuurd. Op den duur wordt die ‘het had waar kunnen zijn’ voor een grote groep mensen gewoon ‘waar’. Hoe meer ze in een fuik van complottheorieën en gestuurde informatie verzeild raken, hoe minder ze nog bekommerd zijn om wat er écht aan de hand is. Ernstige filosofen zullen daar geen hinder van ondervinden (Maarten Boudry wel).

***

Neem nu de voetbalrellen van vorige week in Amsterdam, voor en na de Europese wedstrijd tussen het plaatselijke Ajax en Maccabi Tel Aviv. De ene groep zegt: ‘dit is een pogrom, een antisemitische actie tegen Joodse voetbalfans’. De andere groep zegt: ‘de reactie werd geprovoceerd door Israëlische fans die Palestijnse symbolen verwijderden en aanstootgevende liederen zongen’. Het is zwart of wit. Binair. De grijze zone is samen met De Nuance afgeschaft. Het was bijna not done om te stellen dat beide groepen gedeeltelijk (on)gelijk hadden. Zowel die (moslim)jongeren die Israëlische fans opjaagden en molesteerden, als die schandalige liedjes over lege-Palestijnse-scholen-omdat-er-geen-kinderen-meer-zijn gingen zeer zwaar over de schreef. Je moet geen Israëliër zijn om de fysieke bedreigingen volkomen fout te vinden. Je moet ook geen familie in Gaza hebben wonen om dat treiterig gedrag van die hooligans – laten we vooral de juiste benaming hanteren – compleet misplaatst te vinden. En toch verdween alle redelijkheid. De burgemeester van Amsterdam, de GroenLinkse Femke Halsema, sprak onmiddellijk van een ‘gitzwarte dag’ en ze bedoelde: dit antisemitisme hoort hier niet thuis. Pas achteraf werd in de officiële communicatie ook die andere kant belicht: de provocaties van de Maccabi-‘supporters’. Uiteraard struikelden leden van het (extreem)rechtse Nederlandse kabinet over elkaar heen om hun eenzijdige verontwaardiging te uiten, aangevoerd en -gevuurd door hun Limburgse Führer Geert Wilders. Retoriek die hier in rechtse kringen gretig werd overgenomen. Bijster origineel zijn ze daar nooit geweest.

Nochtans was er al snel beeldmateriaal beschikbaar van beide wandaden: de provocerende hooligans en de agressieve jongeren. Toch bleef elke groep in zijn conclusies hangen. Antisemitisme! Joodse provocatie! Dat eerste klonk luider dan het tweede, zoals de steun voor de Israëlische militaire bezetting van Gaza wereldwijd luider klinkt dan de mensen die aanvoeren dat er sprake is van genocidair gedrag vanwege de regering-Netanyahu.

De term ‘antisemitisme’ zal nog heel vaak opduiken. Dagelijks, met name, bij elk vleugje kritiek op Israël. Dat het begrip zo helemaal uitgehold zal worden en niets meer waard zal zijn, ach, wat kan het de aanhangers van de zionistische propaganda (inclusief Maarten Boudry) schelen: zo lang de critici van de Israëlische regering maar verdacht worden gemaakt. Door van alle Joden ter wereld permanente slachtoffers te maken, de Holocaust voor eeuwig indachtig (wat historisch gezien vanzelfsprekend terecht is!), ontneem je joodse mensen het recht op emancipatie en het ontwikkelen van een eigen mening, een eigen levensvisie, ja, zelfs een eigen leven. Niets is antisemitischer dan vermeende lot- en volksgenoten onder een stolp te steken, alsof ze op zich niets voorstellen. Wees een slachtoffer en zwijg!

Wanneer dan binnenkort ook nog die oranje roeptoeter opnieuw de westelijke vleugel van het Witte Huis inpalmt, zal die tweedeling alleen maar sterker worden. Het nieuws zal nog gekleurder worden, De Waarheid komt meer dan ooit in het gedrang. Dat is zeer betreurenswaardig, vooral omdat er nog nooit zoveel betrouwbare informatie beschikbaar was. Helaas: er was ook nog nooit zoveel onbetrouwbare informatie voorhanden. Nog meer helaas: er is oneindig véél méér onbetrouwbare informatie aanwezig op en buiten het internet dan betrouwbare. Dat is ook logisch: er is maar één waarheid (met al zijn nuances), er zijn ontelbare halve waarheden en hele leugens.

‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel,’ zegt een oud spreekwoord. Wat waren we naïef vroeger! Wat vonden we die naïviteit heerlijk! Dankzij puissant rijke, ziekelijk machtige en volstrekt immorele lieden als Elon Musk – die dankzij Trump nóg rijker, machtiger en immoreler zullen worden –, zou je die tekst beter omkeren op tegeltjes: de trage waarheid wordt sowieso voorafgegaan en gevolgd door leugens die door heuse leugenfabrieken (X, Fox News, ’t Scheldt, etcetera) worden verspreid. Benieuwd hoe ernstige filosofen (en Maarten Boudry dus liefst niet) dit inschatten en wat we eraan kunnen doen. Want systematisch en massaal herhaalde leugens zijn ideale lonten om oorlogen mee te beginnen. En tijdens een oorlog speelt De Waarheid helemaal een derdeplansrol.

***

Morgenavond spelen de Rode Duivels in Boedapest (!) hun laatste wedstrijd in de groepsfase van de Nations League, tegen Israël. Als één van de naar schatting honderdzestig aanwezige Belgische supporters het aandurft om ‘Leve Palestina’, ‘Bevrijd Gaza’ of ‘Stop de genocide’ te roepen, zal een groot deel van de wereld verontwaardigd ‘Antisemitisme!’ roepen. Als er vijf de hele wedstrijd onheuse dingen roepen naar de Israëlische fans, zal er gesproken worden van een ‘pogrom’. Dat is pissen op het graf van de historische slachtoffers van ‘pogroms’. Dat valt niet meer ernstig te nemen. Je mag dat gedrag gerust antizionistisch noemen – weet dat het zionisme in december 1975 door een meerderheid binnen de algemene vergadering van de Verenigde Naties (volkomen terecht) werd veroordeeld als ‘een vorm van racisme en rassendiscriminatie’ –, maar antisemitisch is het niet. Laten we die term voorbehouden voor ernstige feiten. En laten we de waarheid ondertussen eer betonen.



Iederéén expert!

Journalistiek, Politiek Posted on za, november 09, 2024 07:51:01

Al weken vóór de Amerikaanse presidentsverkiezingen werden radio- en tv-studio’s te lande bevolkt met experten in het domein amerikanisme. Werkelijk álles kenden ze ervan: de geschiedenis, het heden, de toekomst. Uw Lotto-formulier zou in veilige handen zijn bij hen. De dag en de avond van de verkiezingen en de daaropvolgende etmalen bleven ze hun visie op de lokale mensheid loslaten, aangevuld met nog wat andere deskundigen. Lieden van de eerste categorie die zich bij hun prognose van de finale uitkomst hadden vergist, wrongen zich in bochten om van hun oorspronkelijke zwart alsnog wit te maken. Lieden van de tweede categorie vertrouwden ons toe dat ze dit resultaat in beperkte kring uiteraard al lang geleden hadden voorspeld.

Al die experten en al die analyses waren en zijn bij momenten boeiend, maar veelal bijzonder vermoeiend. Het is te groot, dat legertje zelfverklaarde deskundigen. Ze zijn met te veel, en niet alleen wat de internationale politiek betreft. Te veel voetbalanalisten, te veel wieleranalisten, te veel politieke analisten, te veel klimaatanalisten, te veel…

Die vermenigvuldiging van de analisten is nog een pak straffer dan die Bijbelse vermenigvuldiging van de broden. Er is een simpele reden voor: er zijn te veel media. Drie decennia geleden had je de kranten – toen al dalend in aantal –, een handvol weekbladen die in meer geïnteresseerd waren dan BV-uitspattingen en andere menselijke horror, een paar nationale tv-stations. Met de vermenigvuldiging van de media is het dus begonnen, want natuurlijk wilden die allemaal hun eigen specialisten aan het woord laten. ‘Úw specialist mag niet de onze zijn’, die teneur. Wie in Terzake opdraaft, is niet welkom in De afspraak, en vice versa. Daardoor werden ook mindere goden opeens belangrijk, want: aanwezig in de pers. Nationale televisie, regionale televisie, nationale radio, lokale radio, kranten, weekbladen, nieuwe media. Iederéén expert. Zoals er elf miljoen bondscoaches rondlopen in dit land, zijn er stilaan ook evenveel experten in van-alles-en-nog-wat. Lees X of Facebook en je merkt het onmiddellijk. Je wordt er werkelijk bedolven onder de expertise. Konden die lui nu ook maar dat lek in de kelder herstellen, dan zouden ze pas écht nuttig zijn.

(Terloops opgemerkt: zo is het ook gegaan in de politiek. Onstuitbare kwantificatie. In 1970, het jaar van de eerste fase van de staatshervorming, telde de Kamer van Volksvertegenwoordigers 212 leden. Als je vandaag de federale en regionale volksvertegenwoordigers in de verschillende parlementen (min de Senaat) optelt, kom je aan 393. Daar zitten een aantal dubbele mandaten tussen, maar globaal genomen zijn er nu dus veel meer postjes, minstens anderhalve keer zoveel. Wordt die kwantitatieve uitbreiding ook gestut door een verbeterde kwaliteit bij het politieke personeel? Groot vraagteken. Héél groot vraagteken. Te veel politici. Gelukkig wil nog niet iedereen politicus worden.)

Veel van die experten krijgen na een tijd een air over zich: ik ben expert, wie kan mij wat maken? Expertise leidt tot zelfverblinding. Ze voelen zich zó slim, dat ze niets meer hoeven aan te nemen van anderen, laat staan van andere experten, o gruwel, toch niet van die amateurs, zeker? 

Op zich is dat niet erg: zelfoverschatting is menselijk en hoe meer een mens zichzelf overschat, hoe meer anderen daarmee kunnen spotten. Wat wel erg is: als die persoon voortdurend in een radio- of tv-studio wordt uitgenodigd om zijn overschatte mening te verkondigen. Namen noemen? Theo Francken. Die was al zelfbenoemd expert inzake asiel en migratie, onderwijs, defensie, de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, en is dat nu ook wat Amerikaanse politiek betreft. Meer decibels dan inhoudelijke argumenten, maar dat hebben de media graag. Zo worden toekomstige presidenten over de grote plas gelanceerd en ex-presidenten geherlanceerd. Klinkt het niet dan botst het. En als het botst, stijgen de kijk-, luister- en verkoopcijfers. Andere naam? Rik Torfs. Kerkjurist en meningenspuier die een vaste loge heeft bij verschillende media. Mia Doornaert, nog zo iemand. Specialiste internationale diplomatie, maar daar houdt ze het, helaas, niet bij. En dat volkje schuift maar aan en roept maar wat. Dan heb ik het nog niet over de politicologen gehad: clichémannetjes. ‘Als ze niet met elkaar praten, zal het stil blijven,’ ik verzin het waar u bij staat. Die politicologen helaas ook.

Je zou hopen dat de media op een dag tot bezinning zouden komen: tot hier en niet verder. Er komt geen analist of expert meer bij. ‘Duw een beetje, er kan nog eentje bij’ van Jimmy Frey gaat hier niet meer op. Helaas doen de media dat niet en zullen ze dat ook na de Amerikaanse presidentsverkiezingen niet doen. Er moet nu eenmaal flink veel ruimte of zendtijd gevuld worden, er moet over gediscussieerd worden op de sociale media en aan virtuele en echte cafétogen, er moeten zich nieuwe experten-in-alles aandienen die op hun beurt hun fifteen minutes of analytical fame opeisen. Ad infinitum.

(Overigens had ik de zege van Trump hier vorige week al voorspeld. Huur mij in voor expertise op het vlak van Amerikaanse politiek. En voetbal, wielrennen, binnenlandse politiek en tig andere domeinen. Helaas weet ik niet hoe ik een lek in de kelder moet aanpakken.)



De gemakkelijkste keuze ooit

Politiek Posted on vr, november 01, 2024 14:53:59

Acht jaar geleden kon je rond deze tijd van het jaar misschien – héél misschien – nog een klein beetje twijfelen. Hillary Clinton of Donald Trump, voor mij lag die keuze toen al voor de hand, maar misschien – héél misschien – was er nog iets aantrekkelijks aan dat apolitieke personage dat onverwacht de republikeinse voorverkiezingen had gewonnen: die oranje roeptoeter wierp zich op als een anti-establishmentfiguur. (Dat je nauwelijks iets of iemand kon vinden die méér establishment was dan hij, ach, de mensen kunnen niet alles doorhebben, natuurlijk.)

Ik ging toen slapen met de geruststelling dat ik de volgende ochtend zou wakker worden met de nieuwsflash dat mevrouw Bill de 45ste president van de US of A zou worden. Was dat even schrikken! Maar goed, waarnemers lieten al snel weten dat er voldoende checks and balances in de Amerikaanse democratie waren ingebouwd, opdat die democratie een racistische, misogyne narcist-zonder-gêne wel zou overleven. Hij zal wel worden teruggefloten door zijn entourage. Kon ik de volgende nacht toch weer rustig naar bed gaan.

Vandaag is die geruststelling er niet meer. Als Trump wint, zal dat (wellicht) op democratische wijze zijn gebeurd, maar komt die democratie vervolgens zelf in gevaar. Vergeet die checks and balances: een would-be dictator, autocraat van de ergste soort, veegt daar zijn vuile voeten aan. Kon je toen nog, in november 2016, dingen zeggen als ‘de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend’, dan zijn dergelijke spreekwoordelijke opmerkingen nu ronduit kortzichtig. Wordt Donald Trump straks de 47ste president van de Verenigde Staten, dan begint hij waar hij geëindigd is: met het proberen kortwieken van democratische geplogenheden, het ontkennen van de werkelijkheid, het bedreigen van verkozenen des volks, zowel democraten als onwillige republikeinen, die niet zomaar buigen voor dit luidruchtige en schaamteloze heerschap. Unfinished business, wraakzucht, het wegwerken van al wie hem stokken in de wielen probeert te steken, echt of vermeend, dat zal er aan de orde zijn. Pardon, er zal géén orde meer zijn, zoals die dag in en om het Capitool. En die entourage? Trump wordt meer dan ooit omringd door jaknikkers.

Ik lees tegenwoordig steeds vaker dat de kiezers van Trump geen dommeriken zijn. Ik proef die woorden en probeer te begrijpen – ik vind mezelf geen dommerik –, maar slaag daar niet in. Geen dommeriken? Wat dan wel?

Je hoeft geen racist te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt het racistische beleid mee goed. Je zegt in een land dat op de in reservaten samengepropte oorspronkelijke bewoners na bijna uitsluitend uit migranten bestaat, dat migratie niet deugt. Niet dom?

Je hoeft geen vrouwenhater te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt een versterking van het patriarchaal systeem impliciet goed. Grab ‘em by the pussy, nietwaar?

Je hoeft geen oorlogsstoker te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt het toekomstige wegvallen van de steun aan Oekraïne en de expliciete validatie van de genocide in Gaza mee goed.

Je hoeft niet moreel corrupt te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt immoreel gedrag op alle vlakken goed.

Miljardairs à la Elon Musk, ja, die worden financieel beter van een tweede ambtstermijn van Trump, maar ook die lieden zouden beter verder kijken dan hun microscopisch piemeltje lang is. It’s not only your personal economy, stupid!

Alle grenzen van fatsoen zijn weggevallen bij Trump deze campagne. Hij klinkt luider, is hardvochtiger, compromislozer, transparanter (in de zin van: geen geheime agenda, alles wordt open en bloot geroepen) dan acht jaar geleden. Met hem als president wordt het ‘his way or the highway’. Geen tussenweg mogelijk. Trump wordt geen president voor álle Amerikanen, maar alleen die van zijn kiezers (en dan zal een groot deel daarvan ook nog eens bedrogen uitkomen). Of hij een fascist is, zoals Kamala Harris, andere tegenstanders en sommige columnisten dezer dagen zeggen en schrijven, laat ik in het midden. Hij gedraagt zich onmiskenbaar fascistoïde, maar in mijn ogen is een fascist iemand die zeer gezagsgetrouw, georganiseerd en rechtlijnig is. Trump is pure chaos. Gisteren zei hij wit, vandaag zwart en de toehoorders knikken gedwee. Fascisten zijn door hun rechtlijnigheid voorspelbaar, Trump is dat niet. Dat maakt hem zowaar nog veel gevaarlijker.

De Amerikanen kiezen traditioneel tussen een democraat en een republikein, geregeld duikt er een ongeleid projectiel op dat als onafhankelijke kandidaat een procentje meepikt. De marge tussen die twee partijen is veel kleiner dan we hier plachten te denken. De republikeinen manoeuvreren zich tussen Vlaams Belang, N-VA en de CD&V van Hendrik Bogaert en Pieter De Crem in. De democraten vallen te situeren bij Open VLD of de centrumpolitici van CD&V en Vooruit. Veel linkser wordt het niet, een occasionele Bernie Sanders of Alexandria Ocasio-Cortez niet te na gesproken. Dat is een kleine bandbreedte, die valt samen te vatten tot: rechtsliberaal of centrumliberaal, maar hoe dan ook liberaal. Sinds de intrede van Trump is de republikeinse partij nog veel rechtser geworden, of noem het: opportunistischer, omdat het macht en postjes kan opleveren om het populisme van Trump achterna te hinkelen. Opportunisme is van alle tijden. Jeff Bezos, grote pief van Amazon en eigenaar van The Washington Post, toonde dit deze week nog, door ‘zijn’ redactie op te leggen om voor het eerst sinds 1980 geen stemadvies te geven. Van twee dingen één: ik vind het op zich vreemd dat je als journalistiek medium de kiezer wil leiden, maar als je dat traditioneel dan tóch doet, zou het nu meer dan ooit moeten gebeuren. Hoe laf toch van die hoofdredactie en redactie dat ze zich bij die oekaze neerleggen. Katharine Graham en Ben Bradlee draaien zich om in hun graf.

We hoeven overigens niet verbaasd te zijn dat de kandidatuur van Trump in Vlaanderen luid toegejuicht wordt door Vlaams Belang, door Theo Francken en andere N-VA’ers die eigenlijk bij de verkeerde partij zitten, en door opiniemakers à la Rik Torfs, een steeds ranziger wordend figuur die zijn in bon mots verpakte reactionaire prietpraat elke dag in veelvoud op het klootjesvolk laat nederdalen. Op X, uiteraard, dat door Musk naar de kloten geholpen forum, waar wie zich elke dag beroept op vrijheid van meningsuiting straks de eerste zal zijn om te juichen dat de mening van andersdenkenden gefnuikt wordt.

Kortom, de kiezers van Donald Trump geen dommeriken? I beg to differ. Een greintje moraliteit, fatsoen en gezond verstand volstaan om die keuze maatschappelijk onverantwoord te noemen. Al de rest is bullshit. Om een keuze voor Trump te verantwoorden, moet je je in zodanig veel bochten wringen dat je nooit nog uit die knoop kunt geraken. In die zin moet u de titel boven dit stuk begrijpen: voor wie vijf seconden nadenkt, is het de makkelijkste keuze ooit. Kamala Harris, uiteraard, zelfs als je haar geen topkandidate vindt. Zelfs al ben je van nature republikeins. Zelfs al wil je je miljarden vrijwaren. Zelfs al vind je dat ze te veel aanleunt bij het beleid van Joe Biden. Maar hoeveel kiezers denken dinsdag vijf seconden na?

Acht jaar geleden dacht ik: uiteindelijk zal het gezond verstand zegevieren. Nu denk ik: met zoveel racistische vrouwenhaters onder het stemmend volk ligt een vrouw van kleur als toekomstige president mogelijk nog minder voor de hand dan een witte vrouw, de toenmalige ex-first lady. Ik hoop vurig dat ik ongelijk heb, maar ik zal de nacht van dinsdag op woensdag toch net iets meer woelen dan andere nachten.



Volgende »