Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Wakker op Zondag

Sport Posted on di, juni 04, 2013 17:20:42

Ik was zondag te gast in het fijne praatprogramma Wakker op Zondag bij de Antwerpse
regionale zender ATV. Die ‘wakker’ mag je heel letterlijk nemen, want de
uitzending loopt van 10 tot 11 uur ’s ochtends en dus moest ik, tegen mijn
gewoonte in, de wekker zetten om niet alleen wakker maar vooral ook tijdig ter
plekke te geraken.

ATV is van alle regionale omroepen de professioneelste,
samen met TV Limburg misschien. Dat de stad Antwerpen deel uitmaakt van het
zendgebied is uitermate interessant, zeker nu de burgemeester ook de
partijvoorzitter is van de grootste partij van Vlaanderen. Er valt altijd wel
nieuws te rapen in de metropool, zij het niet altijd even positief.
Antwerpenaren vinden zichzelf geweldig (ik kan het weten, ik ben er zelf één),
de rest van de wereld denkt daar doorgaans enigszins anders over. En in de praktijk
blinken sinjoren niet altijd even sterk uit, maar dat ontgaat hen meestal.

Wat mij naadloos bij het gespreksonderwerp van zondag
brengt: het Antwerpse voetbal. Ik mocht samen met Europees parlementslid Ivo
Belet, die zich heeft vastgebeten in de wantoestanden in het Europese voetbal
en er heel concrete en gezonde ideeën over heeft, mijn licht laten schijnen
over Beerschot, Antwerp en andere voetbalzaken waar niet-Antwerpenaren zich
dezer dagen ontzettend vrolijk of boos om maken.

Natuurlijk heb ik een pertinente mening over het thema en
durf ik het te schrijven en te zeggen, zo zelfzeker en welbespraakt ben ik wel,
maar als ik mezelf zie zitten schrik ik altijd een beetje, of dat nu op een
foto is dan wel, zoals in dit geval, in een tv-studio. Waarom zit ik nu toch zo te
wiebelen, verdorie? Dat voortdurende hoofdschudden, dat je als journalist hebt
geleerd om je gesprekspartner duidelijk te maken dat je aan het luisteren bent:
moet dat nou zo intensief, straks valt je hoofd er nog af! Jongen, je weet weer
geen blijf met je handen, laat dat glas nu toch eens los! Enfin, nadat ik
mezelf aan een vivisectie onderworpen heb, word ik vanzelf een stuk
bescheidener, wees gerust.

Ook enkele uitspraken die ik er live deed, vond ik achteraf
bekeken niet altijd even gelukkig, accuraat of genuanceerd, vandaar een poging
om een paar zaken in de juiste context te plaatsen. Een recht van antwoord op
mijn eigen uitlatingen, haha. Onvertoond in Vlaanderen, komt dat zien, komt dat
zien!

50 jaar wanbeleid

‘Ik denk dat je in
Antwerpen mag spreken over vijftig jaar wanbeleid,’ zei ik als binnenkomer over
de recente perikelen bij Beerschot en ik gaf als voorbeeld het meer dan veertig
jaren durende, autocratische regime van Antwerp-voorzitter Eddy Wauters. Nadien realiseerde ik
me dat vijftig jaar wel zeer ruim bemeten was, want in de jaren zestig was het al
bij al nog zo slecht niet.

De negatieve kentering is er gekomen eind jaren zeventig,
begin jaren tachtig toen de toeschouwersaantallen bleven dalen, maar de clubs
daar niet de juiste conclusie aan verbonden om de tering naar de nering te
zetten. Met de gekende gevolgen: een financiële put die steeds dieper werd, een
eerste faillissement voor Beerschot VAC, het ternauwernood en via allerlei
kunstgrepen overleven van Antwerp FC, en het tweede faillissement van Beerschot
AC amper twee weken geleden.

Juister zou dus geweest zijn om over dertig of
vijfendertig jaar wanbeleid te hebben gesproken. En ik wil toch wel benadrukken dat het
‘kleine’ Germinal Ekeren daar niet onder te catalogeren valt. Die club voegde
zich in 1989 bij de Belgische elite en deed het daar prima, met enkele flinke uitschieters naar boven: bekerwinst, een verloren bekerfinale en Europees
voetbal dank zij twee derde plaatsen. Jos Verhaegen en René Snelders hielden de
vinger aan de knip en behaalden knappe resultaten dank zij een slim aan- en
verkoopbeleid, waarmee ze eigenlijk het goede voorbeeld gaven aan Antwerp en
Beerschot, maar die zagen het grootser.

Ere wie ere toekomt, dus: aan wanbeleid bezondigde het bestuur
van Germinal zich nooit. Al gedijde het provincialisme niet langer toen de
clan-Verhaegen na de fusie met het terminale Beerschot naar het Kiel verhuisde,
waar Germinal Beerschot, na een bemoedigend begin, weggleed in de grijze
middenmoot. Tot er een projectontwikkelaar uit Herent de boel overnam…

Twee eersteklassers
zijn mogelijk

Ivo Belet was het helemaal met me eens: ‘Antwerpen is de
enige stad in Vlaanderen waar je in theorie twee eersteklasse-clubs moet kunnen
herbergen’. Maar dat woordje ’theorie’ kan hier niet genoeg benadrukt worden.
De praktijk wijst uit dat de economische logica niet altijd wordt toegepast op
ons voetbal. En dus hebben Brussel (Anderlecht), Brugge (Club), Luik
(Standard), Genk en Gent Antwerpen ver achter zich gelaten.

Sterker nog: om toch maar een eersteklasser te hebben in het
seizoen 2013/2014 werden er oplossingen aangereikt vanop de ‘parking’, zoals de
Antwerpenaar de rest van Vlaanderen wel eens smalend bekijkt. Schande werd er
gesproken over het scenario om Zulte Waregem, KV Oostende, Westerlo of SK
Sint-Niklaas met stamnummer en al naar de metropool te transfereren, maar het
schandaligst is uiteraard het feit dat geen enkele Antwerpse club er op eigen
kracht in slaagt om in eerste klasse te blijven of er te geraken.

Ik schreef eerder al dat Antwerpen momenteel de
eersteklassers heeft die het verdient, met name géén. Dat is de harde
realiteit. En behoudens artificiële oplossingen zullen die twee eersteklassers
niet voor de eerste tien jaar zijn, vrees ik.

Supportersparticipatie

Ook ‘supportersparticipatie’ kwam ter sprake, als voorbeeld
hoe het zou moeten. ‘Duitsland, gidsland’ stelde ik en Bayern München passeerde
de revue. Maar we vergaten allebei om KV Mechelen naar voor te schuiven als voorbeeld
hoe het kan in eigen land.

Tien jaar geleden werd die club uit de provincie op het nippertje van de financiële ondergang gered door een geldinzamelactie, waarvan Mark Uytterhoeven, Piet den Boer en Fi
Van Hoof de gezichten waren, maar die gedragen werd door vele duizenden
supporters. Sindsdien besturen die de club mee en is Yellow Red KV Mechelen een
stabiele eersteklasser, dat meer dan 10.000 toeschouwers per thuiswedstrijd
ontvangt. Slechts vier clubs doen beter en daar zit, voor alle duidelijkheid,
geen andere club uit de stad of provincie Antwerpen bij.

Hulde dus aan de mannen en vrouwen die op eigen kracht Malinwa hebben gered en die elke dag
opnieuw bewijzen dat supporters de ziel van een club vormen. Niet de
bestuursleden, want dat zijn passanten. Niet de spelers, want ook dat zijn
passanten geworden. Helaas zien heel wat voorzitters of CEO’s zich als
onaantastbare zonnekoningen die die supporters alleen maar als hinderlijk en
dom ervaren, juist goed genoeg om tijdig hun jaarlijks abonnementsgeld te
storten. Dat gebrek aan respect is niet alleen nefast voor de feestvreugde,
clubs gaan er ook aan kapot. Beerschot AC is er het beste voorbeeld van.

Stamnummer 1

Presentator Karl Apers polste ook naar de mogelijkheid om nu
alles op stamnummer 1 te zetten, op de Great
Old
dus, waarop ik eruit flapte ‘Je gaat mij dat niet horen zeggen’. Ik
bedoelde uiteraard dat ik als Beerschot-supporter niet zomaar de stad prijsgeef aan
Antwerp, maar anderzijds heb ik niets tegen die club op zich. Toen Antwerp
in 1993 de finale van Europacup II speelde op Wem-be-ley leefde ik thuis volop mee. Je kunt vóór een club zijn,
zonder dat je daarom per se tégen de anderen bent.

Als Antwerp er volgend seizoen zou in slagen om te
promoveren naar eerste klasse, zal de stad meer dan waarschijnlijk volop de rood-witte
kaart trekken en daar zijn voldoende geldige redenen voor te bedenken. Als dat niét
gebeurt, ligt het anders. Hoe succesvol is KFCO Wilrijk-Beerschot,
bijvoorbeeld? Indien ook dat project moeilijk van de grond komt, zou het
importeren van een extern stamnummer wel eens opnieuw op tafel kunnen komen te liggen.
Vergeet niet dat 2014 een verkiezingsjaar is en dat in de provincie Antwerpen
de ongemeen boeiende tweestrijd Kris Peeters-Bart De Wever wordt uitgevochten!
Weliswaar in de stemhokjes, maar het vooruitzicht van een ambitieus
voetbalproject kan de campagne helpen.

Wie heeft de
grootste?

Aanhang, bedoel ik, beste lezer, aanhang! De presentator
liet het terloops vallen tijdens de inleiding tot een vraag: ‘Antwerp heeft dan
nog een grotere, trouwere aanhang’. En ik vergat domweg te repliceren. Ik heb
dat namelijk onderzocht en het klopt niet (helemaal). Maar dat verdient een
aparte bijdrage. Morgen te lezen op deze plek. Wie is de Ploeg van ’t Stad? Ik
zal u het antwoord al verklappen: allebei en geen van beide.



Beerschot is dood en Beerschot leeft

Sport Posted on do, mei 30, 2013 13:20:30

‘Slaap zacht, het zal nodig zijn na deze schizofrene
prostituerende week,’ schreef ene ‘Me myself and I’ als reactie op mijn
blogpost over Saif Rubie en Jimmy Floyd Hasselbaink, respectievelijk de nieuwe
sterke man en trainer van Antwerp. Anoniem reageren is een pest, dat is
geweten. Wie zich achter een pseudoniem verschuilt, voelt minder gène om
brutaal en ongenuanceerd te zijn. Het is een vorm van lafheid die door de
sociale media eerder gestimuleerd dan afgeremd wordt. Anoniem reageren is het equivalent van
‘belleketrek’: aanbellen om iemand te pesten en dan snel weglopen. Misschien
moeten er wel GAS-boetes op ongepaste internetreacties gezet worden?

Toch heeft de man (?) een punt. Dit is alweer een
‘schizofrene’ week voor Antwerpse voetballiefhebbers. Nadat vorige week Zulte
Waregem of KV Oostende op weg leken naar het Kiel en afgelopen maandag de
Antwerp-supporters hun Mars van de Schande/Toekomst hielden, verzamelden
woensdagavond duizend Beerschot-supporters in Aartselaar om uit de mond van het
Beerschot Collectief, een verzameling supporters die een oplossing zoekt, en
een groep investeerders twee mogelijke reddingspistes te horen verduidelijken.

Piste één werd door het Collectief zelf uitgedokterd. Een
fusie met eersteprovincialer KFCO Wilrijk. Piste twee werd aangereikt door
ex-bestuursleden, zoals Paul Nagels en Bob Van Jole, die een samensmelting met
derdeklasser SKN Sint-Niklaas voorstelden. De supporters hadden tot klokslag
twaalf uur vanmiddag om hun hartverscheurende keuze te maken.

KFCO
Wilrijk-Beerschot

Al meer dan een maand flirten die hard Beerschot-fans met de sympathieke eersteprovincialer, die
vorige week nipt promotie naar bevordering misliep. KFCO Wilrijk, zelf een
fusie uit 1993 tussen KFC Wilrijk en Olympia Wilrijk, had al een
samenwerkingsverband lopen met Beerschot AC, die erin bestond om betere
jeugdspelers naar het Kiel te laten verhuizen enerzijds en jonge talenten uit te lenen en
te laten rijpen bij Wilrijk anderzijds. Beerschot trainde ook geregeld op het
kunstgrasveld naast het hoofdterrein van KFCO. En tijdens de barragewedstrijden
steunden honderden Beerschotters luidruchtig de kleine geel-blauwe buur. De actie haalde uitgebreid het ATV Nieuws.

Even circuleerde de naam Olympia Beerschot, wat niet eens zo
gek zou klinken mocht de club in het Olympisch Stadion mogen spelen. Nu zou het
KFCO Wilrijk-Beerschot moeten worden. Bij thuiswedstrijden zou de ploeg in
paars-wit spelen, uit in geel-blauw, de huidige clubkleuren. Ook zouden Beerschot-getrouwen
zitjes krijgen in de raad van bestuur.

Vraag is of het Antwerpse stadsbestuur geneigd zal zijn om
het Olympisch Stadion ter beschikking te stellen van een eersteprovincialer.
Andere vraag, indien het stadion niet beschikbaar is: zal de wijk rond het
Openluchtsportcentrum Fort VI het accepteren dat er om de veertien dagen veel
meer aanhangers dan in het verleden naar Wilrijk afzakken? Bovendien is voor
Beerschot de weg vanuit eerste provinciale zéér lang, want in dit scenario
zullen alle overgebleven contractspelers ongetwijfeld door de curator
verhandeld worden en zwermen de betere jeugdspelers uit naar andere clubs in
Vlaanderen en Brussel.

Beerschot

Er was een ondertekende overeenkomst met het zo goed als
failliete Boussu-Dour tot de lokale politiek er zich mee ging bemoeien. Boussu
ligt in vogelvlucht op 103 kilometer van Antwerpen. Da’s een heel eind, maar het is
bijvoorbeeld minder ver dan Oostende, om maar iets te zeggen. Maar een Waalse
club, die speelt in een stadion dat de naam draagt van een gewezen PS-boegbeeld
(Robert Urbain), naar de stad van N-VA-burgemeester De Wever overhevelen, dat is een politieke brug te ver. Lokale politici staken er een stokje voor en naar
verluidt was ook De Wever er binnenskamers tegen gekant. Een transfer van Wallonië naar
Vlaanderen, dat zou pas voer zijn geweest voor Franstalige editorialisten!

(Terloops vermeld:
Boussu-Dour Borinage heette voordien Francs Borains. In 1985 had de toenmalige
voorzitter-mecenas, Jean Zarzecki, in een onbewaakt moment van extreme grootspraak
geroepen: ‘We willen zo snel mogelijk een Europacup winnen, het maakt niet uit
dewelke.’ Zo’n praatjesmaker zou zich zonder enige twijfel hebben thuis gevoeld in Antwerpen!)

Ook Westerlo haakte af in de eindeloze soap met de ontelbare
plotwendingen. En dus kwam de groep investeerders op het allerlaatste moment
met SKN Sint-Niklaas op de proppen. Net gedegradeerd naar derde klasse, vorig
seizoen spelend voor gemiddeld 635 toeschouwers, met als thuisbasis het
Stedelijk Sportcentrum in Nieuwkerken-Waas. Zo heette de club ook
oorspronkelijk, FC Nieuwkerken. Maar na het verdwijnen van de lokale
traditieclub Sportkring Sint-Niklaas in 2000 (dat met Red Star Haasdonk samensmolt
tot Red Star Waasland) en de daaropvolgende fusie tussen Red Star Waasland en
SK Beveren tot Waasland-Beveren in 2010 besliste alleenheerser Guido Van
Lijsebetten de clubnaam te wijzigen in SKN Sint-Niklaas. In ruil investeerde de
stad Sint-Niklaas 1 miljoen euro in de modernisering van het stadion.

De voordelen van deze deal klonken in deze penibele omstandigheden haast te mooi om waar te
zijn. De afstand Antwerpen-Sint-Niklaas bedraagt 26 kilometer, dat is
overbrugbaar. De naam Beerschot zou overleven, da’s meegenomen voor de
supporters. Paars-wit zouden de clubkleuren worden, ook een must. En
Sint-Niklaas zou slechts een beperkt aantal supporters in de steek laten, in derde
klasse wellicht nog een pak minder dan de 635 van afgelopen seizoen in tweede.

Maar niets is wat het lijkt in dit verhaal: it’s complicated! En dus ontkent de
Sint-Niklase voorzitter Van Lijsebetten in de pers dat er een overeenkomst werd ondertekend.
En dus ontdekte een ijverige reporter van de website clint.be dat er een
clausule staat in het contract tussen de stad Sint-Niklaas en de club SKN, die
bepaalt dat het eerste elftal in het Stedelijk Sportcentrum moet spelen, op
straffe van het terugbetalen van de investeringen (1 miljoen euro). En dus
verzetten Sint-Niklase politici zich met hand en tand tegen het verdwijnen van
de allerlaatste voetbalclub op niveau uit hun centrumstad, geprangd tussen
Antwerpen en Gent.

Een derdeklasser in het Olympisch Stadion, dat zou de stad
Antwerpen wellicht nog tolereren, ben je geneigd te denken. Maar de bittere smaak om het wegroven van een
club uit een andere stad of gemeente zou er ongetwijfeld ook zijn. De laatste
berichten laten in elk geval uitschijnen dat dit scenario zeer moeilijk ligt. Ook al omdat de Antwerpse burgemeester als huisbaas blijkbaar andere plannen heeft met het stadion. Wilrijk ligt weer iets dichter bij het Kiel…

9 mei 1999

Nog even terug naar die anonieme reactie waarmee ik deze
tekst begon. Is dit een ‘prostituerende’ week voor Beerschot? Als je de term
prostitutie ruim interpreteert allicht wel. Net als veertien jaar geleden zou
een andere club het failliete Beerschot ter hulp moeten snellen en haar eigen
identiteit opofferen. Toen was dat eersteklasser Germinal Ekeren, nu dus een
derdeklasser of eersteprovincialer.

Het is de harde realiteit die een economische logica met zich mee brengt, maar
het zou inderdaad betekenen dat een bestaande club haar eigenheid opgeeft om
samen te gaan met een de facto onbestaande club die nog altijd een stevige aanhang
heeft. Hoe zo’n fusieclub ook zou heten, vanaf de tribunes zou ongetwijfeld
alleen maar ‘Beerschot’ te horen zijn. De macht van het getal is fundamenteel
oneerlijk, minderheden worden erdoor verzwolgen.

Neen, dit stemt mij niet blij, ook al zou het een oplossing
zijn voor het overleven van de ‘merknaam’ Beerschot en zou het blijvend zin
geven aan het weekendleven van vele honderden trouwe supporters. Zo gaat dat nu
eenmaal. Ik ben er zeker van dat de Antwerp-supporters hetzelfde zouden doen,
mochten ze geconfronteerd worden met een faillissement en het verplicht opgeven
van stamnummer 1. Dit is Darwin op zijn kop gezet: niet survival of the fittest, maar survival
of the loudest
. De voetbalwereld heeft zo zijn eigen wetten die tegen de
natuurwetten in gaan.

Beerschot is dood en Beerschot leeft. De NV werd failliet
verklaard, de naam wordt nog geschald. Maar diep in hun hart zullen
Beerschot-supporters toegeven dat het échte Beerschot op 9 mei 1999 ten grave
werd gedragen. Die dag speelde de Koninklijke Beerschot Voetbal- en
Atletiekclub haar laatste wedstrijd in het oude Olympisch Stadion, in derde
klasse, voor vijfduizend toeschouwers, tegen FC Rita Berlaar. 1-2 werd het,
maar de uitslag is slechts een voetnoot. De fusie met Germinal was al een
tijdje beklonken, maar daar en dan werd er afscheid genomen van een Belgische
voetballegende. Zevenvoudig kampioen van België, tussen 1922 en 1939, waarmee
paars-wit nog altijd op de vijfde plaats staat in de rangschikking aller tijden
(achter Anderlecht, Club Brugge, Union en Standard, maar vóór vergane gloriën
als Racing Club de Bruxelles, FC Luik en Daring). Tweevoudig bekerwinnaar ook
(1971 en 1979). De plek waar smaakmakers als Raymond Braine, Rik Coppens en
Juan Lozano kreten van verrukking opwekten op de overvolle tribunes.

Daar en dan stond ik in de buurt van de middenstip, met
tranen in de ogen, ook al mocht dat eigenlijk niet, want ik was daar niet als
supporter maar als reportagemaker voor Sportweekend.
Ik zag er hartverscheurende taferelen. Volwassen mannen die hun emoties de
vrije loop lieten, jonge jongetjes die krijsten, een zee van paars, de kleur
die we associëren met de dood en begrafenissen.

Op 9 mei 1999 is mijn Beerschot
gestorven, dat geef ik grift toe. Maar opportunisme is des mensen. Zij die
destijds bittere tranen huilden, zullen straks vrolijk ‘Beerschot’ roepen, als
er alsnog een oplossing uit de bus komt. Voetbal is niet groter dan leven en dood,
zoals de legendarische Liverpool-manager Bill Shankly ooit orakelde, maar het
maakt voor vele mensen wel een verdomd belangrijk deel van hun leven uit.

‘Beste Frank, geef het op! Laat het los…’, schreeuwde nog
een andere Antwerp-fan op mijn blog. De man, die zich Sinjoor noemt, weet zelf
goed genoeg dat dat niet lukt. Hoe zou hij zelf zijn?



A$ MON€¥¢O

Sport Posted on wo, mei 29, 2013 13:27:54

‘Als je een grote club wil zijn, heb je nu eenmaal
basisinvesteringen nodig. Wees gerust, alles verloopt volgens de Franse en
Europese regelgeving.’ Dat zegt Filips Dhondt, de 50-jarige algemeen directeur
van AS Monaco, vandaag in Het Nieuwsblad.
De Association Sportive de Monaco Football Club was jarenlang het speeltje van
wijlen Prins Rainier. De familie Grimaldi stak veel energie en centen in het
prestigeproject van het prinsdom, net zoals het dat ook deed in het jaarlijkse
Formule 1-circus dat het mondaine volkje één weekend in mei brutaal komt wakker
schudden.

AS Monaco is sinds november 2011 in handen van een Russische
miljardair, Dmitry Rybolovlev (nummer 119 op de miljardairslijst van Forbes,
bijna 7,5 miljard euro waard), die twee maanden nadien Filips Dhondt
aanstelde als zijn rechterhand. Dhondt heeft een rijkgevulde voetbal-cv:
algemeen directeur van Cercle Brugge, stadionverantwoordelijke tijdens Euro
2000, negen jaar lang manager van Club Brugge, daarna een half jaar bij Zulte
Waregem aan de slag, twee maanden bij het Hongaarse Újpest Dósza. Waar hij
vroeger werkte met budgetten van zeven cijfers (bij Club uitzonderlijk acht),
mag hij nu goochelen met honderden miljoen euro’s. De azuurblauwe hemel is de
limiet in Monte Carlo.

Na twee jaar Ligue 2 werd AS Monaco onlangs kampioen. Om in
de Ligue 1 meteen een vliegende start te kunnen maken, trok de Monegaskische
club tot nog toe al elf spelers aan: de Colombiaan James Rodriguez en de
Portugees Joāo Moutinho werden voor een totaalsom van 61,6 miljoen euro
weggeplukt bij FC Porto. Radamel Falcao, de Colombiaanse topspits van Atletico Madrid, komt voor de ronde som van 60 miljoen euro naar Monaco. Ricardo Carvalho, nog een Portugees, komt transfervrij
over van Real Madrid. De zeven andere namen zijn minder opzienbarend, al kan je hen bezwaarlijk klein grut noemen.

Victor
Valdes, de doelman van FC Barcelona, zou ook zijn koffers gereed hebben staan nu zijn
contract op Camp Nou is afgelopen en een nieuwe overeenkomst niet in de maak is. Andere namen op het verlanglijstje van Rybolovlev en Dhondt: Carlos Tevez,
Vincent Kompany, Wayne Rooney, Frank Lampard en nog een tiental anderen. De zakken van de Rus zijn veel
dieper dan de Middellandse Zee die zich tegen het prinsdom aanschurkt.

***

Alles verloopt volgens de Franse en Europese regelgeving,
meneer Dhondt? En wat dan met de Financial Fair Play, de op papier strenge
regels die een werkgroep van de Europese voetbalbond UEFA onder impuls van
Jean-Luc Dehaene moet opleggen tegen het einde van het seizoen 2013/2014 en die
onder meer inhoudt dat clubs break even
moeten draaien?

De harde cijfers bewijzen dat AS Monaco nooit break even kán draaien, in geen miljoen
jaar. Tijdens het afgelopen seizoen, waarin de club kampioen werd in de Franse
tweede klasse, kwamen er gemiddeld 5.104 toeschouwers naar de thuiswedstrijden
in het Stade Louis II kijken, dat is pas het… dertiende gemiddelde onder de
Ligue 2-clubs. Het hoogste aantal toeschouwers voor één match bedroeg 6.102. Er
zijn zelfs drie Bélgische tweedeklassers die beter deden!

Het voorlopig laatste seizoen dat AS Monaco bij de Franse
elite speelde, 2010/2011, lag het gemiddelde al niet veel hoger: 6.905. Even
vergelijken: daarmee zit Monaco net iets boven Sporting Charleroi en net iets
onder KV Kortrijk afgelopen seizoen. Voor zover wij weten hebben noch
Charleroi, noch Kortrijk plannen om pakweg Sergio Agüero, Kakà of Iker Casillas
naar Henegouwen of West-Vlaanderen te halen.

Het meest succesrijke seizoen uit de clubgeschiedenis,
2003/2004, waarin AS Monaco de finale van de Champions League bereikte en
verloor van FC Porto, zaten er gemiddeld 10.394 fans op de tribunes. Met een
capaciteit van 18.524 plaatsen weet je trouwens dadelijk dat break even niet eens in de buurt komt, wanneer je alleen al voor
drie spelers meer dan 120 miljoen euro neertelt. En dan zijn er nog de lonen,
die ongetwijfeld exuberant zijn. Waarom zou een wereldspits als Falcao anders
de overstap maken van het prestigieuze Madrid naar het in de voetbalwereld
pietluttige Monaco?

Subasic; Raggi, Wolf, Kagelmacher, Tzavellas; Coulibaly,
Mendy; Dirar, Touré, Germain, Carrasco. Dat was de basiself van AS Monaco in
het seizoen 2012/2013. Benieuwd hoeveel van die spelers vanaf augustus een
speelkans zullen krijgen in het vernieuwde Monaco. Een gokje: nul. Wat heel
jammer zou zijn voor getalenteerde voetballers als Gary Kagelmacher (ex-Beerschot)
en Nabil Dirar (ex-Club Brugge). Ach ja, ze zullen huilen op weg naar de bank
en dan kiezen voor een nieuw avontuur.

***

Neen, wat AS Monaco doet heeft even veel met Financial Fair
Play te maken als Omega Diamonds met fiscale eerlijkheid. Dit is
competitievervalsing, point final.
Net als in de Premier League, waar een rijke Arabier en een rijke Rus het
uitvechten tussen Manchester City en Chelsea (de onderlinge confrontatie wordt
er niet voor niets smalend ‘Cashico’ genoemd!), zijn een rijke Arabier (PSG) en
een rijke Rus (AS Monaco) de Franse competitie aan het misbruiken voor hun
eigen eer en glorie. Als ze straks een andere hobby vinden of het succes te
lang op zich laat wachten, zullen ze de clubs schaamteloos achterlaten in een
bodemloze put. Het gejuich van de supporters zal dan zeer snel en wellicht definitief
verstommen.

Hoog tijd dat de Franse regering, de Franse voetbalbond én
de UEFA drastisch ingrijpen en bewijzen dat die hele Financial Fair Play meer
is dan een schaamlapje voor machteloze politici en bobo’s. De Italianen zeggen
‘Monaco’ tegen München. Neem een voorbeeld aan de topclub uit die Zuid-Duitse
stad en bij uitbreiding aan de hele Bundesliga, waar de Rybolovlevs van deze
wereld geen schijn van een kans maken met hun megalomane plannen en financiële almacht, omdat politiek
en voetbalbond in Duitsland strenge regels hebben uitgevaardigd, die onder meer verbieden dat één persoon of bedrijf meer dan 49 procent van de aandelen van een club bezit.

In elk geval krijgt AS Monaco momenteel de wind van voren van de negentien andere Ligue 1-clubs die het niet pikken dat in het belastingparadijs Monaco topvoetballers neerstrijken en waanzinnige bruto=netto-salarissen ontvangen, terwijl zij gebonden zijn aan het strenge Franse fiscale regime. Ter compensatie eisten die clubs 200 miljoen euro van Monaco. Rybolovlev liep boos weg van de onderhandelingstafel en de vraag is of de andere clubs nu de onvermijdelijke volgende stap durven zetten: naar de rechter stappen om te eisen dat AS Monaco niet mag deelnemen aan de competitie.

Rybolovlev laat het intussen niet aan zijn hart komen. De reden waarom hij vooral in het buitenland spelers wegplukt, zou wel eens kunnen te maken hebben met de houding van de concurrenten. Niet alleen worden die fiscaal benadeeld, ze mislopen nu ook hoge transfersommen voor hun spelers, omdat Monaco elders gaat shoppen.

Voetbal is een veel te mooie sport om over te leveren
aan miljardairs, charlatans en praatjesmakers.



Saif Rubie: redder in nood of de zoveelste charlatan?

Sport Posted on di, mei 28, 2013 14:11:49

Zo’n tweeduizend Antwerp-supporters stapten maandagavond van
de Groenplaats naar de Grote Markt om hun ongenoegen te uiten over de
West-Vlaamse stamnummersoap van vorige week. ‘Antwerps geld voor Antwerpse
ploegen’ was één van de slogans op deze ‘Mars van de Schande’ die inderhaast
werd omgedoopt tot ‘Mars van de Toekomst’, nadat burgemeester De Wever aan het
eind van die bewogen week had laten verstaan dat Antwerp de enige overblijvende
club met aanzien was in A.

‘Mars’ is trouwens een groot woord voor een voettocht van, naar boven
afgerond, driehonderd meter, maar het illustreert wel dat het de Antwerpse
voetbalsupporter diep zit dat hij nauwelijks gehoord werd in het geflirt
met Patrick Decuyper. Ook de Beerschot-supporters – die er heus nog altijd
zijn! – vinden dat; terwijl de fans van de grote stadsrivaal intussen
blindelings de weg weten naar het kabinet van de burgemeester, werden zij amper
uitgenodigd op ’t Schoon Verdiep. Dat steekt. Zij blazen woensdagavond
verzamelen, al staat een mars op het stadhuis niet op het programma.

Niet-voetballiefhebbers begrijpen die aanhankelijkheid met
stamnummer, clubkleuren en stadion niet. Voor hen zijn die hard-fans vreemde wezens, marginalen die beter eens een goed boek
zouden lezen in plaats van zich op te winden over tweeëntwintig man die achter
een bal aan lopen en eens ze hem hebben er een flinke trap op geven, u kent dat
cliché ongetwijfeld.

Wat voetballeken evenmin begrijpen is dat supporters hun
failliete voetbalbedrijf willen laten overleven door te fuseren met een andere
club, zoals die van Beerschot AC vandaag proberen met eersteprovincialer KFCO
Wilrijk. Maar beeld u even het volgende in. Twee veertigers, gelukkig getrouwd,
verliezen hun enig kind bij een ongeval. Groot drama, immens verdriet, ze
voelen zich te oud om zelf nog aan kinderen te beginnen. En dus adopteren ze
een kind. Het is niet hun eigen kind, maar ze zullen er alles aan doen om dat
kind te koesteren, goed op te voeden en hem/haar alle levenskansen te gunnen.
Daar kunnen we toch niets op tegen hebben, zolang het kind niet werd gestolen
bij de biologische ouders?

Wel, zo voelde een Beerschot-supporter zich op 9 mei 1999,
toen het ‘oude’ Beerschot (dat van stamnummer 13, zevenvoudig landskampioen)
definitief verdween. Zijn kind was dood, maar hij wilde het graag laten
voortleven in een ander kind, dat Germinal Beerschot heette en later Beerschot
AC werd. (In de beste families wordt er al eens geruzied…) En nu bieden ze
zich aan als adoptieouders van KFCO Wilrijk. Je kunt dat dom noemen, oneerlijk,
irrationeel, maar het is hoe supporters in elkaar zitten. En je moet daar
respect voor hebben, ook al hou je niet van voetbal. Zoals je als
Beerschot-supporter ook respect moet hebben voor de rood-witte fans die
gisteravond luidkeels hun ploeg ondersteunden en daardoor toch indruk maakten
met hun clubliefde en samenhorigheid.

Introducing… Saif
Rubie

Tussen alle heibel en onzekerheid door kondigde Royal
Antwerp Football Club afgelopen vrijdag met veel poeha een samenwerking aan met
Saif Rubie, een Engelse spelersmakelaar van Iraakse origine. Rubie gaat Antwerp,
samen met een ‘onafhankelijk consortium’ dat bestaat uit ‘échte
voetballiefhebbers die ten volle het potentieel van de club begrijpen’,
adviseren. Meteen al vielen dure woorden als ‘eerste klasse’, ‘grote toekomst’
en ’topclub’. Zo gaat dat nu eenmaal in Antwerpen, het lemma ‘Nuance’ staat er
niet in het plaatselijke woordenboek.

Sta me toe toch enkele kanttekeningen te plaatsen. Nergens
werd vermeld hoe dat ‘onafhankelijk consortium’ heet en wie er deel van
uitmaakt. Nochtans mag je uit de door Antwerp zelf verspreide perstekst
afleiden dat dat illustere gezelschap, samen met Rubie, de boel in handen
neemt. Alleen het Franstalige alternatieve internetpersagentschap Tagtik
plaatste bedenkingen bij deze deal, onder de kop ‘L’Antwerp également sous la
coupe d’un agent de joueurs?’, en verwees daarbij naar andere recente
overeenkomsten zoals bij White Star Woluwe en Roeselare, waar makelaars voortaan het
clubbeleid uitstippelen. Dat klinkt als een zeer ongezonde situatie: makelaars
hebben andere belangen dan clubs en hun supporters. Ze willen hun eigen
spelers plaatsen en die dan voor veel geld verpatsen aan betere clubs. Stabiliteit is niet hun
voornaamste zorg. De bankrekening dient gespijsd. Als club plaats je zo ook een
rem op je eigen jeugdwerking, voor zover die er al is, want de doorbraak van
eigen jonge talenten wordt geblokkeerd omwille van ‘hogere’ belangen.

Saif Rubie is overigens geen kleine jongen. De 34-jarige entrepreneur, laat me eens een moderne
term gebruiken, presenteert zich op LinkedIn als ‘advisor to the board at Royal
Antwerp Football Club’, ‘Partner and Director of Operations at Supperclub
Dubai’ , ‘Producer at Geezas LLC’ en ‘Director at Future Gen Sports’. Supperclub
is een luxe-restaurant voor de beau monde
dat komende zomer zijn deuren zal openen in Dubai; het maakt deel uit van een
internationale keten van gelijknamige VIP-plekken. De film Geezas werd in 2011 gedraaid, met Rubie als ‘executive producer’,
en haalde dit jaar op het British Independent Film Festival prijzen voor Beste
Mannelijke Hoofdrol en Beste Vrouwelijke Bijrol. Co-regisseur Simon Kassianides
werd vorig jaar genomineerd als Ontdekking op het Hollywood Film Festival.

Future Gen Sports is een in Londen gevestigd PR- en
marketingbedrijf dat het persoonlijk management waarneemt van diverse figuren
uit de sport- en entertainment-business (50 Cent, Demba Ba, Kolo Touré, Joleon
Lescott) en dat grote evenementen organiseert. Rubie is er mede-oprichter van,
dat staat duidelijk op de website te lezen. Hij mag zich een intimus van de schatrijke
eigenaren van Manchester City noemen en was ook betrokken bij de organisatie van
de Grote Prijs Formule 1 van Bahrein.

The Marinater

Dit is dus geen kleine, onbeduidende praatjesmaker, zoals
Filip Antoine De Graeve, de fantast die enkele maanden geleden Antwerp wilde
overnemen, maar uiteindelijk niet met geld over de brug kwam en zelfs in de
gevangenis belandde wegens fraude (en eerder al wegens vrouwenhandel). Niet dat
Rubie een onbesproken reputatie heeft: in 2006 werd zijn makelaarslicentie een
maand ingetrokken omdat hij weigerde informatie te geven in een rechtszaak
tegen een voetbalmakelaar die een speler had verhandeld zonder toestemming van
diens club. Geen halsmisdrijf, laten we wel wezen.

Rubie is een veelzijdig man, want naast zijn activiteiten
als spelersmakelaar, toekomstig restauranteigenaar en filmproducent, is hij ook bokser.
Hij doet met name aan white collar boxing,
een Engelse variant op het traditionele boksen, die alleen wordt beoefend door
amateurs met een respectabele dagjob. Zijn bijnaam in de boksring is ‘The
Marinater’, een onvertaalbare term die zoveel betekent als ‘hij die zijn
tegenstanders onderdompelt in een marinade’. 1m78 voor 91 kilogram, toch voorzichtig
zijn als je ‘m tegenspreekt, denk ik dan.

Rubie communiceert vrij direct met de Antwerp-supporters,
via Twitter. Dat kunnen die appreciëren, na jaren van wanbeleid, verval en
gebrek aan informatie vanuit het bestuur. Maar op de Bosuil hebben ze de
voorbije kwarteeuw al heel wat charlatans zien komen en gaan, waakzaamheid
blijft geboden. (Alleen al die Supperclub lijkt wel heel sterk op het Superclub
van wijlen Maurits De Prins, één van de grootste zeepbellen uit onze
economische geschiedenis. De Prins was ooit nog sponsor én wilde plannenmaker bij Antwerp.)

De alertheid van de fans is des te meer noodzakelijk omdat
het belang van Antwerp ondergeschikt is aan de ambitie van Rubie en zijn consortium om de waarde van
individuele spelers te verhogen. Dat kan een win-winsituatie zijn (denk aan de
jonge talenten die Manchester United jarenlang tijdelijk bij Antwerp stalde),
maar het kan ook op een sisser uitdraaien. En de eigen jeugd zal intussen gedegouteerd uitzwermen naar andere clubs in de provincie.

Hasselbaink trainer? Een
gok!

Vanochtend tweette Saif Rubie dat morgen,
woensdag, de nieuwe trainer van Antwerp officieel zal worden voorgesteld. Dat
moet de Nederlander Jerrel, zeg maar: Jimmy Floyd, Hasselbaink worden, zo gaf CEO
Gunther Hofmans zondagmiddag al toe in De Zevende Dag,
duidelijk verveeld omdat het grote geheim was uitgelekt.

Hasselbaink bouwde een mooie carrière uit als voetballer. Spits bij onder meer Leeds United, Atletico
Madrid, Chelsea en Middlesbrough, 23-voudig Nederlands international. Dat hij
niet vaker voor Oranje uitkwam, had vooral met de moordende concurrentie van Bergkamp,
Kluivert, Van Nistelrooy en Makaay te maken.

Vooral bij Chelsea blonk hij uit als vlotscorende centrumspits.
In de seizoenen 2000/2001 en 2001/2002 maakte hij telkens 23 doelpunten in de Premier
League. De seizoenen daarop was het een pak minder en toen José Mourinho
manager werd op Stamford Bridge, mocht de dan 32-jarige Hasselbaink beschikken.

Zo productief hij was als speler, zo onbeschreven is zijn
blad als trainer. Hasselbaink was kortstondig actief bij het bescheiden Woking (bij ons zou
dat een tweedeprovincialer zijn), bij de jeugd van Chelsea en, vanaf juli 2011, bij
Nottingham Forest. Hij verliet die club begin dit jaar na het ontslag van
manager Sean O’Driscoll.

Als Hasselbaink morgen inderdaad wordt voorgesteld als
nieuwe trainer van Antwerp is dat zijn eerste job als hoofdtrainer. Er is
namelijk een huizenhoog verschil tussen het begrip ’trainer’ in Engeland en in
België. Bij ons is de ’trainer’ iemand die de oefensessies leidt, de ploeg
opstelt en de tactiek bepaalt. In het beste geval heeft hij ook nog iets te
zeggen in het transferbeleid. In Engeland is een trainer wat wij een assistent-
of hulptrainer zouden noemen. Iemand die instructies uitvoert van de ‘manager’,
die de hoofdverantwoordelijke voor het sportieve beleid is en veel meer
zeggingskracht heeft dan de trainer bij ons.

In een zeldzaam openhartig interview met The Guardian gaf Jimmy Floyd Hasselbaink
in november 2005 toe dat hij aanvankelijk op weg leek voor een leven als
crimineel. Opgegroeid in een onevenwichtig gezin, met een bad guy als vader, verzeilde hij al snel in jeugdbendes. Een
verblijf in een gesloten instelling bleek heilzaam. Het voetbal bood hem vervolgens
een uitweg. Maar dan kwamen er andere verleidingen. Samen met zijn
Chelsea-maatje Eidur Gudjohnsen (!) werd hij een vaste klant in de Londense
casino’s, waar hij – volgens het geruchtencircuit – meer dan een miljoen pond
verloor. Het bedrag was overdreven, vertelde hij aan de journalist van The Guardian. ‘Ik verloor veel. Maar
daar lig je niet wakker van.’

Typisch Antwerps zou zijn dat de club morgen een persbericht zal
verspreiden waarin Hasselbaink een Grote Naam wordt genoemd. Dat was hij inderdaad als
voetballer. Maar als trainer heeft hij nog alles te bewijzen. Nuance!, om het met
dat in Antwerpen verboden woord te zeggen. Of, om het in de terminologie van de
vorige paragraaf uit te drukken: een gok!



Antwerpen heeft de eersteklassers die het verdient: géén!

Sport Posted on ma, mei 27, 2013 13:04:51

Nu de storm even is gaan liggen in de Antwerps-Waregems-Oostendse
voetbalsoap – even, want vanavond betogen de Antwerp-supporters op de Grote
Markt tegen die vermaledijde verhuisplannen van Zulte Waregem naar ’t stad en volgt er een ongetwijfeld ‘hete’
gemeenteraad, terwijl de Beerschot-supporters woensdagavond verzamelen blazen –
is het goed om even stil te staan bij wat er gebeurd is en, vooral, wat er zou
moeten gebeuren in het Belgische voetbal.

Burgemeester Bart De Wever en CEO Patrick Decuyper stonden
in het oog van de storm, de ene al manhaftiger dan de andere. Aan het eind van
die week vol verrassende wendingen (geen enkele scenarioschrijver zou dit uit
zijn pen hebben kunnen toveren!) gingen er voorzichtig stemmen op die De Wever
en Decuyper zowaar begonnen te prijzen. De eerste, omdat hij goede bedoelingen
zou hebben gehad voor de stad Antwerpen, die voor het eerst in 118 jaar geen
eersteklasser zal hebben als in augustus de voetbalcompetitie herbegint. De
tweede, omdat hij gelijk zou hebben met zijn analyse dat voetbal in
West-Vlaanderen niet meer leefbaar is, zeker niet met straks vijf ploegen in de
Jupiler Pro League.

Sta me toe dit eerst even counteren, om vervolgens Decuyper voor
een flink stuk gelijk te geven. Het Belgische voetbal heeft nood aan dringende
hervormingen om de leefbaarheid van clubs te verzekeren. Maar je regelt dit
niet stoemelings, op een vodje papier
dat je in een motel ondertekent, zonder overleg met je medebestuurders en je
supporters. Bart Eeckhout heeft gelijk dat hij zaterdag in zijn editoriaal in De Morgen Decuyper een ‘patser’ noemde.
Dit soort ontoelaatbare situaties krijg je met zakenmensen die zonder enige
voorkennis de voetbalwereld betreden, als arrogante olifanten in een piepkleine
porseleinwinkel. Daar komen scherven van. Zolang clubs eigendom kunnen zijn van
één man of één vennootschap riskeer je deze eigengereide, stiekeme optredens,
die haaks staan op hoe je een sportvereniging werkelijk zou moeten leiden.

Net zoals het compleet fout was dat De Wever zich heeft
laten verleiden tot deze paringsdans met de wereld van de ondernemers, met als
inzet het veroveren van een West-Vlaams stamnummer. Het zou best kunnen dat
voetballeek BDW te veel is voort gegaan op zijn adviseurs, maar ik kan me niet
van de indruk ontdoen dat hij dit scenario – tóch een eersteklasser in
Antwerpen, tegen alle logica in – ook zag als een politieke opportuniteit, met
het oog op de verkiezingsjaren 2014 en 2018. Hij vergat daarbij dat dit een
hoogst kunstmatige constructie zou geweest zijn en dat je prestige verwerft
door goede prestaties op het terrein, niet andersom. Je begint zo’n verhaal
niet met ‘prestige’ en een stamnummer weg te kopen.

En waar die nieuwbakken
’topclub’ in A haar supporters had moeten recruteren, blijft een onbeantwoorde
vraag. Antwerp United zonder Antwerp en Beerschot, dat zou ook betekenen:
zonder de fans van die twee ploegen.

Economische logica

Toch heeft met name Patrick Decuyper een punt: het is
inderdaad zo dat KV Oostende economisch niets te zoeken heeft in eerste klasse.
Vijf West-Vlaamse eersteklassers, dat is pure waanzin. KVO kan zijn gemiddeld
toeschouwersaantal wellicht opkrikken van 2.640 naar 4.000 of daaromtrent, maar
dat blijft onleefbaar. Zulte Waregem en Kortrijk zijn buren, die mekaar op
termijn zullen kapot concurreren. Club en Cercle, da’s al langer bekend, dat
zijn Goliath en David in Brugge, een ongelijke strijd waarvan de winnaar bij
voorbaat vast staat.

Je moet dus zo snel mogelijk hervormen. Schaalvergroting is
het sleutelwoord. Ik heb daar een tijdje geleden al over geschreven in mijn
‘Pleidooi voor een kleinere en betere voetbalcompetitie’ op deze blog. Nog even
kort recapituleren: ik pleit voor een halfgesloten competitie met tien of
twaalf clubs, waarin je slechts om de vijf jaar stijgers en dalers hebt, en
waar de deelnemende clubs worden verdeeld volgens economische maatstaven, zodat
– om een voorbeeld te geven – de provincie West-Vlaanderen één
vertegenwoordiger zou hebben en Oost-Vlaanderen hooguit twee (in plaats van de
huidige drie). Dat klinkt bijzonder drastisch en is het ook. Maar ofwel grijpen
we in volgens een economische logica en krijg je – misschien! – een
voetbalcompetitie die Europees opnieuw aansluit bij de subtop, ofwel blijf je
aanmodderen in het huidige systeem en stelt België buiten de eigen landsgrenzen
niets meer voor op voetbalvlak. Dat is de fundamentele keuze waar we voor
staan. Bovendien: niet ingrijpen zou leiden tot nieuwe Beerschot-toestanden,
waarbij ambitieuze bestuurders-met-oogkleppen hun club naar de financiële
afgrond begeleiden.

De Pro League heeft nu een voorstel op tafel liggen waarbij
er twee reeksen van twaalf clubs zouden komen. Na tweeëntwintig speeldagen
reguliere competitie spelen de eerste acht van reeks A veertien matchen om de
prijzen (titel, Europese tickets) en de laatste vier van A en de eerste vier
van B spelen een mini-competitie om te bepalen wie er het jaar daarop in reeks
A of B speelt (waarbij A uiteraard interessanter is, omdat je daarin verzekert
bent van een aantal toppers die op bezoek komen). Wat de laatste acht van reeks
B moeten doen is een beetje onduidelijk. Bezigheidstherapie?

Dit voorstel lijkt heel sterk op het plan dat
Westerlo-manager Herman Wijnants in 2007 lanceerde en dat toen op verzet
stuitte van heel wat clubs. Het plan werd afgevoerd en twee jaar later werd het
huidige onzalige play-offsysteem door de strot van de voetballiefhebber
gejaagd. Maar bij Wijnants waren er ook degradanten, en stijgers uit tweede
klasse, zodat de laatste acht van reeks B toch nog ergens om speelden. Lijfbehoud,
met name. Die piste wordt nu blijkbaar verlaten door de Pro League.

Het is zeer verdienstelijk dat de Pro League zelf beseft dat
de play-offs een verderfelijk systeem zijn: oneerlijk, ingewikkeld, dom. In
play-off 1 zit je met die vervalsende halvering van de punten, play-off 2 is
een vergeetput en play-off 3 een kerkhof. Maar het nieuwe voorstel is
onvoldoende ingrijpend, vind ik. Vierentwintig profclubs zijn niet leefbaar in
dit land. De helft daarvan zou nog net kunnen. Tien clubs die vier keer per seizoen
tegen elkaar spelen in een rechttoe rechtaan competitie over 36 speeldagen
lijkt me ideaal. De realist in mij zegt dat zulke diepgaande hervorming nog
niet voor morgen is. Of voor overmorgen en de dagen nadien…

Overleg, overleg,
overleg

Wat Decuyper en andere one
man bands
die voetbalclubs leiden zouden moeten leren, is dat zij passanten
zijn. Net zoals de spelers vandaag de dag passanten zijn. De enige constante
van een club, de échte ziel ervan, zijn de supporters. Zij moeten, naar Duits-
én naar KV Mechelen-model, inspraak krijgen in het beleid van de clubs. En de
aandelenstructuur zou zodanig moeten zijn, dat geen enkele persoon of bedrijf nog
meer dan de helft in zijn bezit heeft. Dan zouden geheime handjeklap-deals gewoon
onmogelijk worden. De Decuypers van deze wereld zouden niet meer als
zonnepanelenkoningen in Voetballand regeren.

De Pro League geeft nu de aanzet om via het overlegmodel tot
een nieuwe consensus te komen. Dat wordt niet makkelijk – hervormen is
doorgaans niet de eerste prioriteit van haar leden – maar het is noodzakelijk.
Helaas zijn enkele clubs uit de zogeheten G5 (Anderlecht, Club Brugge,
Standard, RC Genk, AA Gent) in hetzelfde bedje ziek als de Zulte Waregems,
Oostendes en Beerschotten van deze wereld: ze worden gedomineerd door
meerderheidsaandeelhouders die zich onaantastbaar wanen. De macht van Bart
Verhaeghe bij Club is ongezond, net zoals de alleenheerschappij van Roland
Duchâtelet bij Standard. Anderlecht wordt dan weer gedomineerd door de
familiale entente Vanden Stock-Collin, al heeft die club wel veel respect voor
haar supporters.

Hoe lager je afzakt in de hoogste klasse, hoe erger het
gesteld is. Het verhaal-Zulte Waregem is bekend (Patrick Decuyper die zich een
goddelijke status heeft toegemeten), Lokeren wordt alleen maar overeind
gehouden door tachtigplusser Roger Lambrecht, Bergen weet zich (met zijn
gemiddelde van 4.162 toeschouwers per thuiswedstrijd) gesteund door de machtigste
politicus van het land, Lierse wordt op autocratische wijze bestuurd door een
Egyptenaar die totaal geen rekening houdt met jeugdwerking, supporters en
traditie, en ook promovendus KV Oostende is dus in handen van één man (of dat
nu Yves Lejaeghere is, of toch nog Patrick Decuyper).

En de supporter? Hij blijft, letterlijk, in de kou staan.
Heeft niets in de pap te brokken, moet braafjes zijn abonnementsgeld betalen en
zich voor de rest gedeisd houden. Gelukkig is er nog KV Mechelen, een gezonde
provincieclub met bescheiden ambities, die dank zij de supporters werd gered,
door diezelfde fans mee wordt bestuurd en die daarvoor wordt beloond met
gemiddeld 10.159 bezoekers per thuismatch, waarmee het netjes op de vijfde
plaats staat (na Club Brugge, Anderlecht, RC Genk en Standard, maar vóór AA
Gent en Zulte Waregem).

Mooi toch, dat dat kan? En zo’n KV Mechelen zou zelfs
in mijn scenario met slechts tien eersteklasseclubs mogelijk kunnen overleven.
Op dit ogenblik hoort het er alleszins meer in thuis dan een club uit de
grootste stad van Vlaanderen. Door jarenlang wanbeleid zijn traditieclubs
Antwerp en Beerschot respectievelijk zwaar ziek en terminaal. Je kan de
politiek verwijten dat ze té machteloos heeft toegekeken en misschien strenger
had moeten ingrijpen, toen het beide clubs bleef subsidiëren ondanks de domme
manier waarop ze geleid werden. Maar het was niet aan Patrick Janssens en het
is niet aan Bart De Wever om in plaats van de clubbestuurders te treden, de tering naar de nering te zetten of de ballen er
zelf in te trappen.

Antwerpen heeft momenteel de eersteklassers die het
verdient: géén.



Deutschland über alles

Sport Posted on za, mei 25, 2013 12:00:01

Bayern München en Borussia Dortmund spelen vanavond op
Wembley de finale van de Champions League. De kans dat een Duits team deze
Blitzkrieg zegevierend afsluit is dus 100 procent. Maar wat ook correct is, zoals Gary
Lineker gisteren al tweette: ‘Voor het eerst in 38 jaar zal een Duits elftal
verliezen op Wembley’. Het is het verhaal van het halfvolle en het halflege
glas, en het verschil zal straks zijn dat je een rood-witte of een geel-zwarte
sjaal draagt.

Finales met twee Spaanse, Italiaanse en Engelse teams hadden
we al gehad met de beker met de grote oren als inzet, een all-Duitse eindstrijd is een primeur. In mei 2000 stonden met Real
Madrid en Valencia voor het eerst twee clubs uit hetzelfde land in de finale.
Drie jaar later werd in Manchester een Italiaans feestje gebouwd, met Milan en
Juventus. In 2008 mondde een seizoen Champions League uit in een finale tussen
Manchester United en Chelsea. En nu is er dus dat Duitse duel in Londen.

Dit Duitse succes is geen toeval, maar dat wil niet zeggen
dat we de komende jaren telkens minstens één Duitse club in de finale zullen
zien. Best mogelijk dat er in april 2014 zelfs geen Bayern of Borussia is terug
te vinden in de kwartfinales. Dat is nu eenmaal voetbal, waarin niet àlles maar
toch behoorlijk veel kan. Voor hetzelfde geld doen ze deze stunt echter netjes
over, omdat Duitse teams momenteel de vruchten plukken van een voetbalbeleid
dat goed doordacht is.

Kantelpunt: WM06

Nochtans zag het er negen jaar geleden dramatisch uit. Op de
UEFA-ranking was Duitsland in 2004 teruggezakt naar de vijftiende plaats, een
historisch dieptepunt. Zeven jaar later stond het land echter weer op één, net als
aan het eind van dit seizoen. De Duitsers leerden uit hun fouten, politici
stippelden een beleid uit waardoor de Mannschaft en de clubs facilitair werden
geholpen, de overheid een kritisch oogje in het zeil hield, maar zich wel op de
achtergrond installeerde. En de Duitse profclubs, verenigd in de Bundesliga, passen de door de overheid en haar eigen leden opgestelde wetten en reglementen rigide toe.

Het definitieve kantelpunt kwam er met de organisatie van
het wereldkampioenschap voetbal in 2006. De algemene vrees vooraf was dat Duitsland er een saai en tot in de kleinste
details geregisseerd voetbalgebeuren van zou maken. Maar het Weltmeisterschaft
werd een volksfeest op en naast de velden, met veel ruimte voor fun en
improvisatie. Zelfs de Mannschaft, die tussen 1974 en 2004 alleen maar
robotvoetbal had geproduceerd, ontzettend vervelend maar wel razend efficiënt
(denk aan de fameuze uitspraak van Gary Lineker: ‘Football is a simple game.
Twenty-two men chase a ball for 90 minutes and at the end, the Germans win.’), speelde onder de relatief jonge bondscoach Jürgen Klinsmann gedurfd en
aanvallend voetbal. De romantiek nam weer plaats naast het realisme en die
kruisbestuiving gaf nieuwe impulsen. Winnen deed Duitsland uiteindelijk niet,
maar de sympathie van de hele voetbalwereld hadden ze opnieuw veroverd. En de
opvolger van Klinsmann, Joachim Löw, bleef de positieve lijn consequent
doortrekken.

Meer nog: ook in de Bundesliga kwam de schoonheid van het
spel opnieuw centraal te staan. Bayern München, een machine die net als de
Mannschaft jarenlang gehaat werd door de supporters van ongeveer alle andere
clubs (en niet alleen in eigen land), kocht attractieve spelers als Franck
Ribéry en Arjen Robben en omringde hen met voornamelijk eigen jeugdproducten
die kracht aan finesse koppelen.

Bovendien wordt het bestuur van Bayern onder
anderen gevormd door ex-topspelers, mensen met een hart voor de club en
verstand van voetbal, een ideale combinatie. Bestuursleden Karl-Heinz
Rummenigge, Matthias Sammer en Ulli Hoeneß hebben samen 204 interlands gespeeld
voor de Duitse Bondsrepubliek en de DDR (in het geval van Sammer). Ook ‘Kaiser’
Franz Beckenbauer heeft nog wat in de pap te brokken in München. Zo dwing je
respect af. Borussia Dortmund wordt geleid door een sociaal-democratisch politicus en zakenlui, maar zij worden in hun taak bijgestaan door ex-spelers en supporters.

Ook de intrede van voetbalmigranten van de tweede of derde generatie heeft het Duitse
voetbal vooruit geholpen: Mesut Özil en Ilkay Gündogan (Turkse roots), Sami
Khedira (Tunesische vader), Jérôme Boateng (half-Ghanees), Lukasz Podolski
(Pools) en Mario Gómez (Spaanse origine) hebben de Mannschaft verrijkt, net
zoals ook de Rode Duivels nu profiteren van de vele culturen die er samen vloeien.

Weg zijn de onzalige tijden van Lothar Matthäus, Oliver Kahn, Rudi Völler en
andere Michael Ballacks, stuk voor stuk goeie voetballers, maar tegelijkertijd
ook verschrikkelijke ettertjes en provocateurs. Die tijd van ergernis
veroorzakende en controverse uitlokkende Duitse voetballers is voorbij.
Hopelijk voorgoed.

Bundesliga:
populairste competitie

Politiek en voetbalbond vaardigden strenge regels uit in het
Duitse voetbal: zo mag een aandeelhouder niet meer dan 49% bezitten, moeten de
supporters een belangrijk aandelenpakket vertegenwoordigen en wordt ook de
financiële toestand van de clubs strikt opgevolgd. Door de boost die de organisatie van WM06 gaf, werden state of the art voetbaltempels gebouwd of bestaande stadions
vernieuwd. Het comfort dat de Duitse voetbalfan geniet, is ongezien in de rest
van Europa.

Prachtige stadions, respect voor de ziel van de clubs en hun
supporters, comfort voor de toeschouwers en attractief voetbal hebben ervoor
gezorgd dat de Bundesliga nu al enkele jaren het hoogste gemiddelde aantal toeschouwers van Europa telt. In het seizoen 2011/2012 kwamen er
gemiddeld 45.116 bezoekers naar de 306 wedstrijden kijken. Dat waren er 10.500
meer dan in de Premier League. Het gemiddelde lag zelfs ruim 18.000 boven dat
van de Spaanse Liga BBVA en bedroeg meer dan het dubbele van de Italiaanse
Serie A. Duitsland heeft de concurrentie uit het wiel gereden, om het in
wielertermen uit te drukken. De andere toplanden staan qua populariteit niet mee op de foto, om
een ander wielercliché te hanteren.

De twee Champions League-finalisten spelen hun
thuiswedstrijden telkens in een uitverkocht stadion: in München is dat voor 71.000
fans, in Dortmund voor maar liefst 80.500. Sterker nog: de vijf populairste
clubs uit de 2.Bundesliga, de tweede klasse in Duitsland, hebben een hoger
gemiddelde dan Club Brugge, de Belgische koploper op het vlak van de toeschouwersgemiddelden.

Deutschland über
alles, jawohl
.

FC De Kampioenen

Als het Duitse model ook in ons land van toepassing zou
zijn, hadden we de afgelopen week de soap rond de kunstmatige creatie van een
Antwerpse eersteklasser niet hoeven mee te maken. Want dan zou projectontwikkelaar
Patrick Vanoppen geen 99,7% van de aandelen van Beerschot AC in zijn bezit
hebben gehad en had ie de club ook niet eigenhandig ten gronde kunnen richten.
Er zou volgend seizoen meer dan waarschijnlijk nog een paars-witte ploeg in het
Olympisch Stadion spelen.

In elk geval zouden er geen meerderheidsaandeelhouders à la zonnepanelenkoning
Patrick Decuyper (Zulte Waregem) en open-voetbal-bedrijvendag-bedenker Yves
Lejaeghere (KV Oostende) op de ziel van hun supporters hebben kunnen trappen
door op een velletje papier geheime voorakkoordjes af te sluiten in een
West-Vlaams motel. En de clubs zouden ook niet boven hun stand hebben mogen
leven, zoals de meeste Belgische profclubs dat nog altijd doen. Met wat goeie
wil zouden er zelfs meer stadions in de steigers staan dan dat ene in Gent. Een
burgemeester zou het niet in zijn hoofd halen om een club uit een andere
gemeente te lokken naar zijn kiesdistrict. ‘Me, Myself and I’ kennen ze niet in
het Duitse voetbal.

Duitsland Gidsland, hopelijk schieten er aan de Houba de
Strooperlaan en op de naar schatting vijf ministeries van Sport in dit land mensen
wakker, die een New Deal nastreven in ons voetbal, zoals Jean-Luc Dehaene en
Ivo Belet dat vandaag in een zeer interessant opiniestuk in De Morgen aankaartten. Veel langer mag
er niet gewacht worden, tenzij politiek, voetbalbond en Pro League ons
profbestel verder willen zien afglijden richting FC De Kampioenen-niveau, waar
deals worden afgesloten op bierviltjes, dagschotels belangrijker zijn dan de
wedstrijd zelf en voetbal finaal letterlijk en figuurlijk een lachertje is. Op dat niveau zitten we helaas stilaan, mijn gedacht.



Voetbal in A: 7 dagen, 7 mogelijke scenario’s

Sport Posted on vr, mei 24, 2013 12:02:39

In zijn lezenswaardige bijdrage van gisteren in De Morgen pleitte Raf Willems, de enige Vlaamse voetbalauteur die naam waardig, voor een
hervorming van het Antwerpse voetbal naar Duits model tegen 2020, het jaar dat
we de honderdste verjaardag van de Olympische Spelen in Antwerpen herdenken. En
hij riep verder op tot ‘geduld’. Drie keer na elkaar schreef hij dat woord.
Geduld. Maar als er iets is dat de Antwerpenaar niet heeft, dan is het wel
geduld. En als er iets is wat het Antwerpse voetbal vandaag niet heeft, dan is
het tijd. 2020 klinkt als een bijzonder mooi toekomstproject, maar anno 2013
leven Antwerpse voetballiefhebbers in miserie, niet op hoop.

De feiten zijn bekend: Beerschot, de voetbalclub, is
gedegradeerd en Beerschot, de naamloze vennootschap, werd failliet verklaard.
Bij aartsrivaal Antwerp staat het leedvermaak met de afgang van de buur in
schril contrast met het gebrek aan vermaak op de eigen tribunes. De ‘Great
Old’, stamnummer 1, begint in augustus aan haar tiende opeenvolgende seizoen in
tweede klasse. Geen prettig vooruitzicht. Berchem Sport, ooit de sympathieke
derde in de florissante jaren van het voetbal in A, vertoeft nu in de derde
klasse.

Als straks bij Antwerp het hoongelach zal uitgestorven zijn,
moet men op de ruïnes van de Bosuil zelf proberen de grote schuldenberg weg te
werken. In tweede klasse is dat een hopeloze zaak. Ex-bestuurders en supporters
van Beerschot zijn dan weer wanhopig op zoek naar een ultieme oplossing om
volgend seizoen toch voetbal in het Olympisch Stadion te zien, maar niet
iedereen werkt op dezelfde piste. Dat is verwarrend en contraproductief.

Te midden van al die supportersmiserie wordt er nu door het
stadsbestuur een poging gewaagd om een oplossing aan te reiken of door de strot
te rammen, naargelang je dit bekijkt als neutrale waarnemer dan wel als
supporter. Er wordt zelfs luidop gedroomd van een eersteklasser in Antwerpen,
wat op het eerste gezicht klinkt als een regelrecht mirakel, in vergelijking
waarmee de vermenigvuldiging van de broden kinderspel was.

Welke scenario’s liggen op tafel en wat is er haalbaar,
wetende dat de voetbalbond ten laatste op 1 juni wil weten welke club waar zal
spelen, zodat de kalendercommissie de speelkalenders voor volgend seizoen kan
beginnen opstellen. Zeven kalenderdagen, zeven mogelijke scenario’s. Het klinkt
als een onmogelijke opdracht.

1. X komt naar A

De zelfverklaarde voetballeek die burgemeester De Wever is,
ziet natuurlijk ook wel in dat een stad als Antwerpen zonder eersteklasser een
regelrechte blamage is voor de hele stad, iets wat afstraalt op het college.
Dat verklaart waarom hij – in samenwerking met media- en zakenmensen – op zoek
is gegaan naar een drastische oplossing: toch een Antwerpse eersteklasser in
het seizoen 2013/2014. Zo ontstond de piste om een bestaande eersteklasser met zijn
hele hebben en houden te verhuizen naar het Kiel. Vergeet niet: volgend jaar
zijn er verkiezingen. Als de stunt zou lukken, zou dat hem en zijn partij allicht
geen windeieren leggen.

Namen als KV Oostende, Lokeren, Waasland-Beveren, Westerlo
en… Zulte Waregem vielen, alsof het zomaar voor de hand zou liggen dat die clubs
– die het inderdaad niet breed hebben of die nauwelijks groeimarge hebben in
hun regio – hun thuishaven en, vooral, hun supporters zouden achter laten. Woensdag ontkende Patrick Decuyper, CEO van Zulte Waregem, dit staalhard op een persconferentie, vandaag ook Yves Lejaeghere, voorzitter van KV Oostende, zij het dat hun beider verhalen tegenstrijdig klinken. Hoe langer hoe meer blijkt dat Decuyper in dit hele gebeuren de spin in het web is. De man had een geheim voorakkoord met Lejaeghere, voelde zich daardoor meerderheidsaandeelhouder van KV Oostende en sloot vervolgens een deal met Antwerpse zakenmensen, die het stamnummer 31 en de nieuwe clubnaam ‘Antwerp United’ alvast lieten registreren bij de voetbalbond.

Voorlopig ziet het er dus naar uit dat er straks gewoon gevoetbald zal worden in Waregem en Oostende. Relocatie is een bekend gegeven in de Amerikaanse sportwereld, maar niet bij
ons. En al zeker niet in een emotionele sport als voetbal. ‘Een stammenoorlog’, noemde Hans Vandeweghe het vandaag in zijn vrijdagse column in De Standaard.

Door het voortijdige uitlekken van al die gesprekken en voorakkoorden is het
duidelijk dat De Wever zich verbrand heeft. Supporters van de genoemde clubs
zijn nu extra alert, voorzitters haasten zich om te zeggen dat zo’n verhuis ondenkbaar
is, de betrokken Antwerpse zakenmensen zullen niet meer openlijk geassocieerd
willen worden met dit scenario. Sporting A of Antwerp United zijn nog niet voor
morgen.

Kans op slagen: zéér klein.

2. Stamnummer van X komt
naar A

In de marge van het vorige is het ook mogelijk dat twee
clubs fuseren – bijvoorbeeld Zulte Waregem en Kortrijk – en dat het stamnummer
van één van die clubs verhuist naar Antwerpen. Dat kan perfect. Ook dan zou
eersteklassevoetbal mogelijk zijn vanaf augustus. Maar gaat men op een week
tijd een Zuid-West-Vlaamse fusie voor elkaar krijgen? Daar zal nog heel wat
masseerwerk aan te pas komen, niet iets wat in 7 keer 24 uur zal lukken.

Kans op slagen: zéér klein.

3. Stamnummer van Y komt
naar A

Een variante op de vorige mogelijkheid, maar dan zonder
inmenging van stadsbestuur en zakenwereld, en ‘slechts’ in de tweede of derde
klasse. De club die naar het Kiel komt, neemt er dan de restanten van Beerschot
bij, voornamelijk de supporters. Hoe dan ook moet er dan iets van het paars en
van de clubnaam overleven. Namen die rondzingen in de media: Westerlo, SK
Sint-Niklaas, Rupel-Boom, Berchem Sport. Die laatste drie clubs hebben al zeer
nadrukkelijk afstand genomen van deze denkpiste. Westerlo weet sinds afgelopen
weekend dat het ook volgend seizoen tweedeklasser zal zijn, terwijl het voor
een stuk nog altijd de kostenstructuur van een eersteklasser heeft. Blijft de
afstand tussen Antwerpen en Westerlo: 52 kilometer. Dat is letterlijk niet
naast de deur.

Kans op slagen: realistisch, op voorwaarde dat het
stadsbestuur zich terugtrekt én bereid is het Olympisch Stadion ter beschikking
te stellen.

4. A gaat naar Z

Voor de Beerschot-supporters geldt maar één zaak: hun club
laten overleven. Naam, kleuren, mentaliteit. Fuseren met of opgaan in een andere
club. Het verleden bewees echter al dat dat niet voor de hand ligt: Germinal
Beerschot leek bij de start in 1999 een goede zaak voor beiden, maar werd de
zwanenzang van eerst Germinal, daarna Beerschot, tenslotte ook het oude
stamnummer van Germinal. KFCO Wilrijk is nu het lustobject geworden. Die club
speelde donderdagavond de finale van de play-offs tegen St. Job, voor een plek
in bevordering, maar verloor.

Kans op slagen: groot vraagteken. De stad zal wellicht niet
toelaten dat de nieuwe club in eerste provinciale in het
Olympisch Stadion speelt.

5. Grote Fusie

Jarenlang de ultieme natte droom van heel wat Antwerpenaren.
Antwerp en Beerschot vormen een nieuwe ‘grote’ club, die in de huidige
omstandigheden wel in tweede klasse zou moeten beginnen. Onder anderen Jos
Verhaegen, ex-grote baas van Germinal Ekeren en Germinal Beerschot en
tegenwoordig sterke man achter de schermen van Antwerp, is zo’n voorstander.
Gewezen burgemeester Patrick Janssens was dat ook. Maar de harde kernen van
supporters van Antwerp en Beerschot zien dat niet zitten. Waarom zou Antwerp
trouwens op dit ogenblik, met een Beerschot dat op sterven na dood is, de
reddende hand reiken? Zulke fusie had alleen gekund met twee min of meer
evenwaardige partners.

Kans op slagen: quasi nihil.

6. Het Grote Niets

Geen enkele van voorgaande scenario’s wordt gerealiseerd
vóór 1 juni. Geen Antwerpse eersteklasser, Antwerp sukkelt verder in tweede
klasse, Beerschot verdwijnt. Het zou het stadsbestuur toelaten om de relocatie
of het overnemen van een stamnummer van een andere club rustig voor te bereiden
tegen het seizoen 2014/2015. Noem het gerust Plan B van ’t Schoon Verdiep.

Kans op slagen: bijzonder realistisch (maar ook: bijzonder
cynisch!).

7. Alles op Antwerp

Zowel het stadsbestuur als de bedrijfswereld hebben in het
verleden geaarzeld om zich openlijk te associëren met één van beide clubs.
Sponsors waren bevreesd dat in zee gaan met Antwerp zou betekenen dat de
supporters van Beerschot hun producten of diensten zouden boycotten, en vice
versa. Als Beerschot straks daadwerkelijk helemaal van het toneel verdwijnt of
verkommert in vierde provinciale, lijkt er niets dit scenario in de weg te
staan. Het motto wordt dan: the winner takes it all. Of beter: the best of the
losers takes it all
. Al moet het snel gaan, want Magere Hein trekt al met zijn
zeis richting Deurne, op zoek naar centen en de ziel van de club. Hij had al
een flinke hap aan die andere Antwerpse ploeg.

Kans op slagen: niet onbestaand, al zal niemand dat openlijk
toegeven omdat het nog altijd héél gevoelig ligt.



Een nieuwe Ploeg van ’t Stad?

Sport Posted on wo, mei 22, 2013 11:57:00

Bij heel wat Antwerpenaren zal het avondeten maandagavond in
het verkeerde keelgat zijn geschoten toen de regionale zender ATV meldde dat
het stadsbestuur, samen met een handvol media- en zakenmensen, de ambitie heeft
om volgend seizoen toch eersteklassevoetbal naar de metropool te brengen. Menige
voetballiefhebber zal gedacht hebben aan een late aprilgrap of een nieuw
initiatief: practical jokes op
Pinkstermaandag. Of hadden de heren politici en bedrijfsleiders misschien te
lang in het reuzenrad rondgedraaid op de Sinksenfoor?

De realiteit is hoe dan ook schrijnend in het Antwerpse
voetbal. Om in de sfeer van de Sinksenfoor te blijven: het is een Spookhuis
geworden. Zoals bekend is Beerschot AC eerst sportief gedegradeerd en daarna
extra-sportief in een terminale fase aanbeland (geen licentie, vereffening,
faillissement, in die volgorde), terwijl FC Antwerp enkele kilometer verderop
aankijkt tegen een tiende opeenvolgend seizoen in tweede klasse, ook wel ‘het
kerkhof van het Belgische voetbal’ genoemd. Het hoongelach en het leedvermaak
met de aartsrivaal op het Kiel zullen op en om de Bosuil snel verstommen als
straks blijkt dat de financiële toestand daar al even dramatisch en
uitzichtloos is.

Relocatie

Als de stad Antwerpen deze onbegrijpelijke situatie – geen
eersteklasse-voetbal in de grootste stad van Vlaanderen – wil aanpakken, dan
moet het wel buiten de stadsgrenzen kijken. En zo hoor en lees je dan dat er
wordt gedacht aan het naar Antwerpen brengen van KV Oostende, Lokeren, Waasland-Beveren,
Westerlo of… vice-kampioen Zulte Waregem. Op het eerste gezicht klinkt dat
absurd. Klinkklare nonsens. Wil het pas gepromoveerde Oostende 119 kilometer
verhuizen om in het Olympisch Stadion te komen spelen? Zullen de supporters
volgen? Idem dito voor Waregem (86 km), Westerlo (52 km) of Lokeren (37 km).
Van de Freethiel naar het Kiel klinkt al minder wereldvreemd, je bent er op een
dik kwartier. En dan hebben we het nog niet over de naam en de clubkleuren
gehad. Sporting A in het appelblauwzeegroen?

Als er in dit land gefuseerd wordt, gaat het doorgaans om
clubs uit dezelfde stad of gemeente, waar de afstand tussen de twee stadions maximaal
tien kilometer bedraagt. Moeskroen-Péruwelz is de uitzondering op de regel,
want die twee Henegouwse gemeenten liggen in vogelvlucht op 37 kilometer van
elkaar. Onze kerktorenmentaliteit vloekt met dit soort scenario’s. Belgen zijn
gehecht aan stamnummers, clubkleuren en stadions, het verval nemen we er
desnoods bij.

In de Verenigde Staten, een oneindig veel groter land waar de
mensen van nature veel mobieler zijn en waar de sportwereld economisch en
rationeel wordt gerund, kan het wel. Relocatie heet het, met een duur woord. Zo
verhuisden de Grizzlies nog niet zo heel lang geleden van Vancouver naar
Memphis, een afstand van meer dan… 3.000 kilometer. En toen de Hornets van
Charlotte naar New Orleans trokken, moesten ze 1.147 kilometer overbruggen. Zo
gaat dat daar: clubs verhuizen naar een plek waar nog geen concurrenten zijn,
bouwen daar een nieuwe aanhang op en starten from scratch. Er is geen plaats voor sentiment in de Amerikaanse
profsport.

Zou het kunnen dat er nu ook in Vlaanderen vanuit een
economische logica wordt geredeneerd? Neem nu KV Oostende, een… fusieclub die
in 1982 ontstond door het samengaan van AS en VG Oostende. KVO werd met ruime
voorsprong kampioen in de tweede klasse. Het speelde zijn thuiswedstrijden voor
gemiddeld 2.640 toeschouwers, een stijging met 800 tegenover het seizoen
voordien. Als het op eigen kracht naar de Jupiler Pro League komt, weet het bestuur
dat het aantal toeschouwers wel zal stijgen (misschien halen ze zelfs de
vierduizend), maar ze moeten ook zwaar in de portemonnee tasten om het stadion
aan te passen aan eerste klasse en een competitieve spelerskern samen te
stellen. Bovendien: de concurrentie in West-Vlaanderen is moordend met Club en
Cercle Brugge, zeer nabij, Zulte Waregem en KV Kortrijk. Zelfs
Moeskroen-Péruwelz en AA Gent zijn niet veraf.

Westerlo speelde zijn thuiswedstrijden afgelopen seizoen
voor iets meer dan drieduizend toeschouwers, maar zit nog met een
kostenstructuur die het heeft overgeërfd van al die jaren in eerste en is nu al
zeker van een extra jaar tweede klasse. Dat is een onhoudbare situatie. Eersteklassers
Waasland-Beveren en Lokeren bereiken op respectievelijk Freethiel en Daknam
iets meer dan zesduizend fans per wedstrijd. Ook dat is op termijn amper
leefbaar.

En de redactie van Voetbal Magazine stelde dinsdagnamiddag formeel dat het om Zulte Waregem zou gaan en dat de deal tegen
eind deze week beklonken moet zijn. Reden: de club zit aan haar plafond. Dat is
ook zo. Zelfs in dit ‘boerenjaar’ blijft Essevee steken op een gemiddelde van
ongeveer 7.500 toeschouwers, da’s grosso modo één derde van het aantal
bezoekers dat Club Brugge, Standard, Anderlecht of RC Genk tweewekelijks
verwelkomen.

Vanuit financieel-economisch standpunt klinkt het dus
allemaal veel minder gek dan het op het eerste gezicht wel lijkt. De genoemde
clubs waren overigens heel snel in hun reactie: de geruchten kloppen niet. Maar
op zich heeft zo’n ontkenning niets te betekenen. Hoe vaak is het al niet
gebeurd dat geruchten die worden ontkend achteraf wel de waarheid bleken te
zijn? Bovendien is het nuttig om de eigen achterban gedeisd te houden, want de
supporters zien zo’n relocatie-scenario uiteraard niet zitten.

Quo vadis Beerschot
& Antwerp?

Er is nog een ander scenario dat in het licht van de vorige
paragrafen opdoemt. Een stad als Antwerpen kan het zich niet veroorloven om
achterop te hinken. De zakenwereld aarzelt al jaren om zich volop te engageren
in het Antwerpse voetbal, omdat bedrijfsleiders niet wilden kiezen tussen
Beerschot en Antwerp. In de aanloop naar Euro 2000 en ook de jongste jaren werd
er heel veel gepraat over de bouw van een nieuw stadion, maar altijd was er wel
minstens één dwarsligger die die plannen naar de prullenmand verwees. Het
prestigeverlies voor de stad was telkens enorm. In de coulissen groeide het
verzet tegen de eigengereide clubbestuurders.

Nu Beerschot op sterven na dood is en Antwerp blijft
slabakken, zou er wel eens een merkwaardige entente kunnen ontstaan zijn tussen
het stadsbestuur en de zakenwereld, die beiden al een tijdje dromen van één
grote club. Dat moest dan idealiter een fusie worden tussen Antwerp en
Beerschot, maar op een paar uitzonderingen in de bestuurskamers na zag geen van
beide traditieclubs zo’n fusie tot nog toe zitten. Bij de supporters was zo’n
Grote Fusie al helemaal een doemscenario. Maar de vorige burgemeester, Patrick
Janssens, een Beerschot-fan, toonde zich een voorzichtige voorstander en zijn
opvolger, Bart De Wever, die persoonlijk niets met voetbal heeft, wil dat nu
ook.

Door de hand te reiken aan een externe club wringt het
stadsbestuur de arm om van het Antwerp-bestuur, want zo’n nieuwe concurrent in éérste
klasse, die wel volop de steun van ’t
stad
en de Haven geniet, zou de doodsteek betekenen voor de club met
stamnummer 1. Dat verklaart ook waarom de Antwerpse schepen van Sport, Ludo Van
Campenhout, in dit dossier nauwelijks vernoemd wordt. Van Campenhout is een
fervente Antwerp-supporter (twee jaar geleden verstuurde hij nieuwjaarskaartjes
met de veelzeggende tekst ‘Antwerp till I die’, rode letters op een witte
achtergrond, en dat had heus alleen maar zijdelings met de stad te maken!).

Maar zowel Van Campenhout als de Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters,
nog iemand met rood-witte sympathie, kunnen hun partijgenoot-burgemeester nu achter
de schermen helpen om Antwerp (waar de grote man achter de schermen, Jos
Verhaegen, al jaren droomt van één sterke club) te overhalen.

En Beerschot? De NV is failliet verklaard, het is nu aan ex-bestuursleden
en supporters om na het debacle-Vanoppen te proberen een oplossing uit de
paarswitte hoed te toveren. Maar welke? Toekomstige derdeklasser SK
Sint-Niklaas en huidige derdeklasser Rupel-Boom lieten al weten een fusie niet te
zien zitten. KFCO Wilrijk eventueel wel, maar die spelen volgend jaar in het
beste geval in vierde klasse, mogelijk zelfs in eerste provinciale. Voor de
supporters, zowel die van Antwerp als Beerschot, is het overleven van de eigen
club, met eventueel wat hulp van buitenaf, prioritair. Hun hoop gaat dus
lijnrecht in tegen de visie van het stadsbestuur.

Verkiezingen

Komt daar nog bij dat De Wever zo’n stunt (tegen alle
verwachtingen in toch nog eerste klasse-voetbal in A) wellicht zéér bruikbaar
acht met het oog op de verkiezingen van volgend jaar. Behalve bij de die hard-supporters van Antwerp en
Beerschot zou het zijn imago van visionair leider flink versterken. En als die
nieuwe club dan ook nog eens, met de financiële hulp van stad en bedrijfsleven,
goed kan blijven meedraaien bij de Belgische elite, zal dat ook stemmen
opleveren bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018: tel uit je winst!

Het klinkt in theorie als een win-win-scenario voor de
Antwerpse burgemeester, maar de tijd dringt. Op 1 juni wil de voetbalbond weten
welke club in welk stadion zal spelen en zal het de kalendercommissie de
opdracht geven om de speelkalenders voor volgend seizoen op te stellen. De
Wever & co hebben dus exact tien kalenderdagen om dit ‘wonder’ te
realiseren: een externe club overhalen om naar Antwerpen te komen, de
gemoederen in de stad zelf bedaren en, als bonus, mogelijk ook Antwerp en
Beerschot dwingen om in dit avontuur te stappen. Mission Impossible? Zou best
kunnen. Er wordt dan ook al gezegd dat er een plan B klaarligt: Antwerp en
Beerschot (indien die laatste club dan nog in één of andere vorm bestaat) volgend
seizoen verder laten sukkelen en pas in 2014 uitpakken met een fusie of een
relocatie.

Voetbal in A: niets te zien op het veld, des te meer achter
de schermen!



« VorigeVolgende »