Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

The Reagan Show

Politiek Posted on za, juli 27, 2019 12:33:54

O, wat haatte ik Ronald Reagan en Margaret Thatcher en die hele neoliberale, reactionaire, op maat van één procent van de bevolking en de militaire industrie regerende zwik. De jaren 80 waren duistere jaren. Geen werk, geen geld, gedaan met de seksuele vrijheid dankzij het vierletterige monster aids, uitzicht op een kernwapengevecht onder de grootmachten, oerconservatieve yankees versus oerconservatieve sovjets. Spierballengerol. De wereld als een spelletje Stratego of Risk. Navelstarende kapitalisten versus navelstarende communisten, twee systemen die zodanig op hun Grote Gelijk geënt waren, dat ze alleen maar ongelijk konden hebben. (Er bestaat geen sluitende ideologie, elk -isme is onvolmaakt.)
Donderdagavond laat zond de VPRO de documentaire The Reagan Show uit, gemaakt met amateuropnamen uit de periode 1983-1988, zeg maar het einde van zijn eerste en zijn volledige tweede ambtstermijn. Niet verwonderlijk dat de eerste acteur die het Oval Office mocht betreden, ook de eerste was die voortdurend camera’s toeliet in zijn omgeving. Je ziet ‘m ongegeneerd ‘You’re Mister T., right?’ vragen aan acteur B.A. Baracus, op bezoek in het Witte Huis. Want zo had een van zijn medewerkers dat in zijn oor gefluisterd. Je ziet ‘m doen alsof hij de luid toegeroepen journalistenvragen niet hoort, omdat hij geen zinnig antwoord weet te verzinnen. Je ziet ‘m een ondersteunende tekst inlezen voor een republikeinse kandidaat-gouverneur in de staat New Hampshire, maar hij krijgt de klemtoon op diens naam niet goed. John Sununu. Súnunu? Sunúnu? Sununú? Een zeldzame kijk achter de schermen: de president wil een partijgenoot die hij van haar noch pluim kent een electoraal zetje geven door er zijn volle gewicht tegenaan te smijten. ‘Súnunu!’ (De man won de gouverneursverkiezingen nog ook.)
Reagan stond voor mij onveranderlijk voor ‘reaganomics’ (een economische ‘visie’ die de rijken rijker, de armen armer en de financiële putten van de staat dieper maakte), ‘star wars’ (escalatie van de kernwapendreiging) en ‘Irangate’ (in ruil voor de illegale en stiekeme verkoop van wapens aan het land van de ayatollahs, lieten die Amerikaanse gijzelaars vrij).
Marionet van het grootkapitaal, handpop van de haviken, buikspreker van de industrie, acteur die de grootste rol uit zijn leven mocht spelen. Zo zag ik Reagan (en zo zie ik hem, voor alle duidelijkheid, nog altijd). Viel het pietluttige Grenada binnen om de aandacht af te leiden van de problemen in eigen land. Het mocht wat kosten, achtentachtig mensenlevens bijvoorbeeld. De Britse Iron Lady was geen gepermanent haar beter. Die trok naar de Falklands om de geschiedenisboeken te halen. Daartegenover stond Michail Gorbatsjov, de eerste Sovjetleider die manieren leek te hebben en die niet onmiddellijk uit was op de vernietiging van het Westen.
In The Reagan Show kreeg je ongetwijfeld een té positief beeld opgehangen van de gelijknamige Amerikaanse president. Op de plekken waar écht beslist werd, mocht de cameraman hem niet volgen. Van de momenten waarop hij bij gebrek aan kennis door de mand viel, bestaan nauwelijks beelden. De ontelbare keren dat zijn entourage hem dicteerde wat hij moest doen of zeggen, zijn niet gedocumenteerd. Maar toch… Je zag een man die twijfelde, die liefhad (‘Did the earth move for you, Nancy?’ zong Simply Red in Money’s too tight to mention), die lachte om zijn eigen versprekingen, die niet dadelijk begon te tieren op iedereen die toevallig in de buurt stond. Je zag een president die niet naar pussies greep en daar openlijk plezier in schepte. Je zag — ik krijg het nauwelijks uit mijn klavier getoverd — een mens, waarvoor je — het wordt steeds moeilijker nu! — zelfs enige sympathie zou kunnen koesteren.
*herpakt zich*
Ik blijf Reagan, Thatcher en de Sovjetbonzen vóór Gorbatsjov verafschuwen, omdat ze de jaren 80 hebben verziekt met hun haantjesgedrag. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar ik zie nu ook de menselijkheid (Reagan), de eloquentie (Thatcher) en de oplossingsbereidheid (Gorbatsjov). Vergelijk dat met Trump, Johnson en Poetin, en je weet: het tweede deel van de jaren 10 van de 21ste eeuw is minstens even duister als die jaren 80. Politieke etiquette bestaat nauwelijks nog en je wint er geen stemmen mee. We hebben de leiders die we verdienen, wordt geregeld gezegd, maar verdienen die leiders wel om die functie te hebben?
Heimwee naar Ronald Reagan? Neeeuuuuuh. Maar soms was het vroeger toch een tikkeltje beter. ‘De grootste leider is niet noodzakelijk diegene die de grootste zaken verwezenlijkt,’ zei Reagan in een bevlogen moment. ‘Het is diegene die de mensen de grootste zaken doet verwezenlijken.’ Kijk, daar ben ik het nu eens volmondig mee eens. In tegenstelling tot: ‘Ik heb gemerkt dat iedereen die pro abortus is zelf al geboren is.’ Maar wel een fijne oneliner. Net zoals deze: ‘Hoe herken je een communist? Dat is iemand die Marx en Lenin leest. En hoe herken je een anticommunist? Dat is iemand die Marx en Lenin begrepen heeft.’
Geef toe, het klinkt iets verhevener dan ‘Grab ‘em by the pussy’, ‘Go back to your country’ of ‘I’m a stable genius’. Alleen ‘Make America great again’ zeiden ze allebei. Die slogan heeft Trump dus gewoon gejat van zijn republikeinse voorganger. Benieuwd naar de uitzending van de docu The Trump Show in 2050.
‘Póetin? Poetín?’



21 juli

Politiek Posted on zo, juli 21, 2019 13:01:04

Twee argumenten, een opportunistisch en een
moreel, weerhielden me er deze week van om een foto van gesticulerende of
juichende indianen te gebruiken met als bijschrift ‘Ga terug naar jullie eigen
land? Wat een geweldig idee, meneer de president!’ om de racistische retoriek
van de heer D. Trump op bescheiden niveau — een huiskamer in een minuscule
Vlaams-Brabantse gemeente — te counteren. Eén, ik ging ervan uit dat iemand
anders die — laten we wel en eerlijk wezen: voorspelbare — ‘grap’ al zou
gemaakt hebben. Twee, ik zou de indianen in de hoek van de racisten en andere
Trumpaanhangers plaatsen, iets wat je niet eens je ergste vijand toewenst, laat
staan mensen die de voorbije eeuwen in reservaten werden samengebracht, een
soort concentratiekampen-met-vrije-uitloop voor native Americans. Ze hebben al genoeg afgezien.

Nauwelijks een half jaar na haar overstap van
de Franstalige MR naar de Nederlandstalige N-VA vond Assita Kanko, zelf zwart
en van Burkinese origine, de ‘Go back to your country’-tweet van Trump richting
‘The Squad’, vier democratische vrouwelijke politici met een niet-blanke
huidskleur en wortels in het buitenland, ‘niet eens racistisch, hooguit
onbeleefd of onaardig’. Probeer te begrijpen: de Amerikaanse president, wiens
voorouders in Schotland leefden, wil in de Verenigde Staten geboren politici
met de Amerikaanse nationaliteit terugsturen naar landen waar ze nooit gewoond
hebben, en dat is níet racistisch?

Je kunt de debatfiches uit het hoofd leren en
vlekkeloos oprakelen wanneer daarom gevraagd wordt, maar ergens moet je toch
nog een beetje denkvermogen overhouden, of wordt de mantra ‘Racisme is
relatief’ en het calimerogedrag er zodanig vaak ingepompt dat het je
natuurlijke habitat wordt? Eigenlijk zegt het kersverse Europese Parlementslid
van de N-VA niet meer of niet minder dan dat je haar gerust mag zeggen dat ze
naar haar eigen land, Burkina Faso, terug moet. Ze zal dat hooguit onbeleefd of
onaardig vinden. Begrijpe wie begrijpen kan. (Ik niet, in elk geval.)

De, bijzonder zwakke, democratische
presidentskandidate Hilary Clinton kreeg drie jaar geleden de wind van voren
omdat ze een deel van de Trumpfans ‘a basket of deplorables’ had genoemd.
Vertaal gerust vrij als ‘een bende idioten’. Of: ‘een resem zielenpoten’. Mag
ook: ‘verzameling achterlijken’. Soms doet de waarheid pijn. Soms verlies je er
verkiezingen door. Maar Clintons politieke curriculum moet ook dit zinnetje bevatten:
soms had ze gewoon gelijk. Wie nu nog op Trump stemt, wie ‘Send her back!’
meebrulde op die rally deze week, wie het beleid van de narcistische idioot in
het Witte Huis blijft verdedigen, moet ofwel ziekelijk zijn, ofwel achterlijk,
ofwel een fascistoïde racist, ofwel een combinatie van de drie. Sta me toe even
een pretentieuze uitspraak te doen: geen enkel zinnig mens zal Donald T. nog verdedigen.
Kies uw kamp!

Een gerespecteerd politicoloog presteerde het
deze week om de racistische tweet van Trump ‘strategie’ te noemen. Ik geloof
daar niet in. Trump heeft geen adviseurs (hij luistert naar niemand) en stelt
geen strategie op (heeft hij geen tijd voor). Hij gaat puur af op buikgevoel.
Laten we eens iets in de groep gooien en als het niet teruggekaatst wordt, blijven
we het herhalen. Veel meer is het niet. Veel minder evenmin. Trump is niet de
eerste president die zich door marketingprincipes laat leiden, hij is wel de
eerste die elke dag een nieuw principe uitvindt.

***

21 juli/21 juillet/21. Juli.

Weinig reden om te feesten. Behalve in de
Duitstalige gemeenschap, een morzel grond groot, en het Brussels Gewest, niet
onbelangrijk, is het wachten op het vormen van regeringen. Federaal en in Vlaanderen
is het zelfs wachten op de eerste aanzetten tot formatiegesprekken. Vlaams
heeft Bart De Wever zich vermeid met gesprekken met ‘de winnaars van de
verkiezingen’. Federaal is het wachten op initiatief van… ja, van wie
eigenlijk?

Dat dit land richting complete blokkade neigt,
werd de afgelopen dagen pijnlijk duidelijk door het dispuut binnen Open VLD.
Voorzitter Rutten is boos omdat haar Brusselse partijgenoten Gatz en Vanhengel
mee een regering hebben gevormd zónder Franstalige zusterpartij MR. De kwalijke
invloed van de particratie werd zelden duidelijker. Een visie en een plan voor
een land of een regio zijn ondergeschikt aan strategische spelletjes op korte
termijn. Angst voor een volgend pak slaag van de kiezer domineren het discours
veel meer dan het pogen om nieuwe kiezers te bereiken of twijfelende kiezers
opnieuw binnen te halen. Kruimels die van de onderhandelingstafel vallen worden
interessanter bevonden dan het realiseren van ideologische doelstellingen. Niet
verwonderlijk dat partijen onderling inwisselbaar worden en dat de kiezer
steeds meer kiest voor uitschieters.

Sinds de verkiezingen van 26 mei hoor je de
voorzitters van de drie traditionele partijen nauwelijks. Ze weten het niet
meer. Ze wisten het voordien ook al niet meer. En ze denken dat ze door zich
gedeisd te houden het verlies in de toekomst zullen beperken. Lafheid regeert
het politieke landschap. Ergens zal er wel een politicoloog te vinden zijn die
dat ‘strategie’ noemt, maar het is volstrekt uitzichtloos. Braafjes wachten ze
tot de grootste van de klas zegt welk spel ze zullen spelen op de politieke
speelplaats, in de stiekeme hoop dat hij zal struikelen en dat ze dan een
stukje van zijn populariteit kunnen inpikken. Meelopers zullen de samenleving
niet veranderen.

Bart De Wever zegt: we leggen de Vlaamse
formatiegesprekken stil en kijken eerst naar het federale niveau. De andere
partijvoorzitters zeggen niets. Dus beamen en berusten ze. Het is nochtans
perfect denkbaar dat je de Vlaams-nationalistische logica — snel een Vlaamse
regering vormen en kiezen voor een verrottingsstrategie op federaal vlak — op
zijn kop zet. Vorm een federale regering, desnoods zonder grootste partij, desnoods
met een minderheid in het qua populatie omvangrijkste deel van het land, desnoods
met als gevolg een flinke ruzie tussen de Vlaamse partijen, en kijk dan eens
wat er op Vlaams niveau gebeurt. Rutten en Beke durven dat niet aan, Crombez
heeft nu al te vaak electorale tikken rond de oren gekeken dat hij beseft dat
hij niet aan zet is, Almaci moet de ‘overwinningsnederlaag’ nog verwerken. De
Wever krijgt de facto gelijk.

Dit land heeft nood aan moedige politici,
vrouwen en mannen van stavast, mensen met een plan voor de toekomst en de
bereidheid om te proberen wat goed is voor land en volk te realiseren, ook al vindt
het volk dat op het eerste gezicht niet zo oké. We hebben bevlogen en onthechte
politici nodig, geen marketeers, korte-termijndenkers, napraters en
copypaste-verkozenen. ‘Wees immer u zelf, en ongeknecht, / Het woord getrouw
dat g’ onbevreesd moogt spreken’. Misschien moeten onze politici de tekst van
het volkslied toch maar eens nader bestuderen.



Nultolerantie

Samenleving Posted on za, juli 13, 2019 12:47:37

Nultolerantie. Daar ging het deze week weer
eens over. Dat hebben we te danken aan de heer Kris Van Dijck, tijdelijk Vlaams
Parlementsvoorzitter, die vorige week iets te diep in meerdere glazen had gekeken.
Dat lekte uit en dat is niet prettig en dat zou eigenlijk niet mogen, maar de
pers smulde ervan. En het is wel gebeurd,
natuurlijk. 1,4 promille, oftewel zeven à acht pilsjes, zo werd berekend. Tot
uitkwam dat Van Dijck pas na twee en een half uur had moeten blazen. In
realiteit zal hij rond 1,8 promille (negen à tien glazen bier) gezeten hebben. Dat
scheelt een slok op een borrel.

Van Dijck was tegen een aanhangwagen
aangebotst. In slaap gevallen achter het stuur, las ik ergens. Beetje dronken,
beetje moe. Hij moest nochtans maar een kilometertje rijden, van café Plexat
tot thuis. (Hij besefte blijkbaar dat hij, wilde hij het nationale nieuws halen
met een uitspatting, maar beter op een toepasselijke plek zat.) Ik weet niet
wat ú doet als u beschonken achter het stuur kruipt, maar eigenlijk is de
regel: 1) doe het niet, doe het nooit, 2) hou je ogen open, 3) hou je stuur
recht, behalve in de bochten, 4) hou gas- en rempedaal uit elkaar. Maar dus
vooral, overal en altijd: regel 1.

Twee randvragen intrigeren mij mateloos:

• Hoe slaag je erin om over een afstand van
één (1) kilometer in te dommelen? (Dat is echt een kunst, want tenzij je in de
verkeerde richting vertrekt doe je daar naar schatting drie minuten over, in-
en uitstappen op wankele benen inbegrepen)

• Waarom wandel je dan niet veilig naar huis
en ga je ’s anderendaags, in nuchtere toestand, je wagen ophalen aan de Plexat? (Eén kilometer stappen, dat
kost zelfs waggelend hooguit een kwartiertje, tenzij je ook hier weer de andere
kant op begint te stappen.)

Het verhaal rammelt aan alle kanten, net als
dat escortgirl-soapje van een paar dagen later, met dezelfde hoofdrolspeler, waarna
Van Dijck net na zijn 11 juli-toespraak naar buiten werd — komt-ie! —
geëscorteerd door een ervaringsdeskundige inzake ongewenste vrouwenaffaires.
Láchen. Ze zullen hem niet, hik, temmen!

***

Moeten we voor nultolerantie gaan in het
verkeer, was de vraag die vervolgens opdook. Van 0,5 naar 0,0 promille. Ja,
vond een inderhaast opgetrommeld groepje geënquêteerden, zoals gebruikelijk
sprekend in naam van een denkbeeldige meerderheid van de bevolking. Neen, zei
een politieke meerderheid abrupt. De tegenstanders van de nultolerantie
bedienden zich van nagenoeg hetzelfde discours als diegenen die zich na #metoo
afvroegen wat er dan wel nog mocht tussen mannen en vrouwen: misschien gaat het
in grote lijnen wel over dezelfde mensen. Lieden die zichzelf en hun eigen vast
gewrikte meningen nooit in vraag stellen. Lieden die nog nooit een naaste
hebben verloren door een ongeval met een alcoholluchtje aan. Lieden die vinden
dat alcohol het leven rijker maakt (moet ook kunnen, want niemand riep om een
verbod op de drug ‘alcohol’, wel om een verbod om te rijden met drank in je
bloed).

Ik ben oud genoeg om de jaren 60 en 70 te
hebben meegemaakt, het ene decennium al bewuster dan het andere, en dat heeft
niets te maken met alcoholverbruik. Ik ging met mijn ouders naar de voetbalclub
van het werk van mijn vader en daar werd voor de wedstrijd, tijdens de rust en
achteraf flink gezopen: er bestaat geen deftiger woord voor. Achteraf reed
iedereen olijk en vrolijk naar huis, tegen veertig per uur. Af en toe reed er
zich eentje te pletter en dan mocht je naar een begrafenis, waar er na de
obligate traantjes uitvoerig werd geklonken op de aflijvige. De volgende!

Die tijden zijn gelukkig voorbij, al valt het
sommigen zwaar om afscheid te nemen van dat valse gevoel van vrijheid,
blijheid. Zelf drink ik zelden alcohol, maar ik beken: op een etentje open ik
wel eens met een gin-tonic. Daarna water, veel water, niets anders dan water.
Na twee en een half à drie uur is de alcohol verdampt, maak ik mezelf wijs. Ik
weet uit ervaring dat vermoeidheid doorgaans een groter risico is dan
dronkenschap. Maar laten we eindelijk afstappen van de waangedachte dat het jou
niet zal overkomen en dat jij ertegen kan, wat dat verder ook moge betekenen.

Nultolerantie voor de combinatie
alcohol-autorijden is in wezen een goede zaak. Zoals ook het bannen van rokers
uit publieke plekken in alle opzichten een, letterlijke, opluchting is gebleken.
Als we graag uitpakken met het gezegde dat onze individuele vrijheid eindigt
waar die van een ander begint, dan is de logica dat je gaat voor nul. Want die
aanhangwagen had een fietser kunnen zijn, of een escortgirl.

***

Op de politieke grafzerk van Kris Van Dijck
staat geschreven: He did it his way.

***

In het Belgisch voetbal bestaat nultolerantie
evenmin. Alles moet kunnen. Dat was ook het algemene gevoel na de gedeeltelijke
uitspraak van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport, BAS, deze week, behalve
dan bij de luidruchtig juichende luitjes met een geelrode sjaal, die al maanden
‘Wij zijn onschuldig!’ roepen naar al wie wil luisteren. En ook naar al wie
níet wil luisteren, overigens. Voor wie het heeft gemist: KV Mechelen moet niet
degraderen naar 1B, waar het net vandaan kwam. Ondanks de uitspraak van de
Geschillencommissie Hoger Beroep van de Belgische voetbalbond in juni.

Het BAS is uitgegaan van de letter van het
bondsreglement, niet van de geest. In het reglement staan twee tegenstrijdige
artikels. B1711.41 bepaalt dat een uitspraak over daden van omkoping moet
gebeuren vóór 15 juni van het ‘betrokken seizoen’. B1706.31 heeft het over een
verjaringstermijn van acht jaar voor competitievervalsing. Die artikels spreken
elkaar tegen. In de argumentatie voor de Geschillencommissie pruttelde de
bondsprocureur dat ‘betrokken seizoen’ slaat op het seizoen waarin de (poging
tot) fraude aan het licht komt, niet van het seizoen waarin de vermeende feiten
zich hebben afgespeeld. Het BAS heeft dat zinnetje echter letterlijk genomen:
‘betrokken seizoen’. 2018/2019, dus, niet 2017/2018. Puur juridisch kan dat
zonder meer. Maar het signaal dat het hooggeachte arbitragehof daarmee geeft is
tweeledig:

1) Aan al de clubs die de vorige seizoenen
vergeten zijn om matchen te fixen, of niet durfden: idioten, het mócht!

2) Aan al de clubs die tot aan de volgende
reglementswijziging twijfelen of ze matchen zullen fixen: dóen!

Er blijkt nu wel een werkgroep onder leiding
van een Leuvense professor het bondsreglement onder handen te nemen, maar voor
je ’t goed en wel beseft gaat er weer een jaar overheen alvorens dat vehikel
wordt goedgekeurd. Kans is groot dat het komende seizoen aan de durvers is.
Lukt het, barbecue op 16 juni 2020!

Nogmaals, in wezen kan je het BAS niets
verwijten, maar de geleerde heren juristen hadden ook voor een tussenoplossing
kunnen kiezen: KV Mechelen veroordelen voor poging tot matchfixing (waarvan ze
blijkbaar overtuigd zijn, anders hadden ze het argument ‘onschuldig’ of
‘onvoldoende bewijzen’ wel gebruikt in hun gedeeltelijk vonnis) en tegelijk een
sneer geven naar dat gedrocht van een bondsreglement en de bond de opdracht
gegeven tegen begin volgend jaar een nieuwe tekst af te leveren, op straffe van
het annuleren van toekomstige vonnissen. We zijn nu eenmaal het land van
compromissen, het ene al eerbaarder dan het andere.

Het vervelende gevoel dat nu leeft, behalve
bij KV Mechelen-supporters, is dat er alweer een dader vrijuit gaat door een
procedurekwestie. En het is al zo’n moeilijk jaar voor het Belgisch voetbal.
Mogelijk hangen KV Mechelen nog bijkomende sancties boven het hoofd:
puntenaftrek, bijvoorbeeld, of het niet toekennen van een licentie voor het
seizoen 2020/2021, of een flinke boete. Maar wat met de tv-gelden (minstens een
miljoen of drie in 1A, hoogstens 750.000 euro in 1B) die andere clubs nu
derven?

Recht en rechtvaardigheid zijn weer eens
tegenstrijdige begrippen.

***

Als toemaatje stapte de zich benadeeld
voelende partij Beerschot naar een rechter met een eenzijdig verzoekschrift om
de start van de competitie tegen te houden zolang er geen definitieve (tweede) uitspraak
is van het BAS. De club kreeg gelijk. Ik weet niet of men bij de Antwerpse club
écht gelooft dat promotie naar 1A alsnog tot de mogelijkheden behoort — ik
vermoed van niet —, maar dit juridisch spelletje illustreert perfect waar het
sinds 10 oktober 2018, de start van operatie ‘Propere Handen’ werkelijk om
draait: juridische spitstechnologie. Opeens liepen dezelfde advocaten in beeld
die je anders zag paraderen bij mediagenieke rechtszaken met een grote
maatschappelijke impact. Voor topadvocaten is voetbal niet langer de
belangrijkste bijzaak van het leven: het is een belangrijke bron van inkomsten
geworden.

Ik weet niet of we daar blij om moeten zijn.

***

Op de sportieve grafzerk van de Belgische
voetbalbobo’s van de afgelopen 124 jaar staat geschreven: They did it their way.



Een moment voor MoMeNT

Journalistiek Posted on za, juli 06, 2019 12:56:38

Geprivilegieerd ben ik. Ik mag beroepsmatig
vragen stellen aan mensen. Over wat hen beroert. Over wat ze gedaan hebben, of
net niet gedaan. Over wie ze van binnen en van buiten zijn. Leuke, vervelende,
sympathieke, empathische, strontvervelende, arrogante, opdringerige,
interessante, betweterige, persoonlijke, onpersoonlijke, veel té persoonlijke,
afstandelijke, onpartijdige, partijdige, indringende, pijnlijke, te veel op de
bomen en te weinig op het bos gerichte, schone, lelijke, ronduit irritante,
dweperige, niets en niemand ontziende, controverse uitlokkende, vriendelijke,
onvriendelijke, wijsneuzerige vragen. En het opmerkelijke is: meestal krijg je
daar nog een antwoord op ook.

Ik heb veel kritiek op hoe journalistiek vandaag
bedreven wordt, u heeft dat al eens zien passeren op deze plek als u hier wat
vaker komt, en ik had ook al veel kritiek in het verleden. Maar het blijft een
fijn beroep, met onwaarschijnlijke privileges. Zoals, dus, vragen stellen. En
dat mag ik deze zomer opnieuw doen in de hoedanigheid van ‘Tijdgeest’ op het zes
maanden durende evenement MoMeNT in Tongeren, waar u terecht kunt voor dans-,
theater- en filmvoorstellingen, tentoonstellingen, lezingen, debatten, fuiven, wandelingen
en een mannetje dat in een huisje vragen stelt (moment.tongeren.be).

Negen dagen lang, van 10 tot en met 18
augustus, ontvang ik elke middag van 12 tot 14 uur telkens drie gasten. Bekende
gezichten, minder bekende gezichten, onbekende gezichten. Maar stuk voor stuk
mensen met een verhaal, verdiensten voor de samenleving, een opvallende
levensloop, een boodschap voor de mensheid, mensen die iets te vertellen
hebben. Ik praat met hen over Leven & Werk, maar ook over het centrale
thema van MoMeNT, tijd. Hoe gaan ze daarmee om? Hebben ze er genoeg? Geldt
‘Time is on my side’ voor hen? Kennen ze tijdsdruk? Wat zijn de KantelMoMeNTeN
in hun leven geweest?

Ik mag dat dan ook nog eens doen op een
historische locatie: Huis Theelen in de Maastrichterstraat, hartje Tongeren.
Daar waar Nicolas Theelen in 1879 het Vlaamsgezinde katholieke weekblad Het Algemeen Belang der Provincie Limburg
schreef en drukte, de voorloper van Het
Belang van Limburg
. Het huis is volledig gerestaureerd en wordt vrijdag 12
juli plechtig geopend. En een kleine maand later mag ik daar, met zicht op de oorspronkelijke
drukpers, mijn gasten en een dertigtal toeschouwers ontvangen, in een
huiskamersfeer, lekker intimistisch. Gratis, maar nooit gratuit.

Zoals wijlen Emiel Goelen placht te zeggen:
‘Er is geen safe voorhanden’. Pardon, ik bedoel natuurlijk: ‘U komt toch ook?’

***

ZATERDAG
10 AUGUSTUS

TOM
HANNES
: Leven in het nu heet zijn
nieuwe boek, een filosofische zoektocht doorheen het ingewikkelde leven van de
moderne mens. Hij leefde zelf een hele poos als zenmonnik en woont vandaag in
Antwerpen, waar hij een therapeutische praktijk heeft. Hij is zowel
boeddhistisch meditatieleraar als theatermaker. Een gesprek over zen, zijn en
kantelmomenten, ver weg van de waan van de dag.

LIEVEN
VAN GILS
: vier jaar lang ontving hij z’n gasten in de gelijknamige talkshow.
Daarvóór presenteerde hij Reyers Laat,
werd hij door de sportredactie uitgestuurd naar de Tour en de Olympische
Spelen, bracht hij het sportnieuws in Het
Journaal
en was hij in het namiddagblok te horen op Studio Brussel.
Benieuwd wat hij in de nabije toekomst zal doen op radio en tv. Voor een keer
is hij zelf gast.

SASKIA
VAN NIEUWENHOVE
: als journaliste berichtte ze kritisch voor diverse media
over jeugdzorg en -beleid. Tot ze twee jaar geleden de stap zette en zelf
kwetsbare meisjes in huis begon te nemen, omdat het beleid in haar ogen veel te
weinig voor hen deed. Ze richtte een vzw op, Ne(s)t, vroeg en kreeg subsidies,
en heeft nu zeven meisjes met een bijzonder pijnlijke voorgeschiedenis in huis,
terwijl ze er een dertigtal ambulant hielp.

ZONDAG
11 AUGUSTUS

KHALID
EL JAFOUFI
: geboren en getogen Antwerpenaar, die mee aan de basis ligt en
voorzitter is van een nieuw politiek initiatief: Democratisch-Solidair Appèl,
D-SA, dat de nadruk legt op diversiteit en sociale thema’s. Als student rechten
aan de UAntwerpen richtte hij de islamitisch geïnspireerde studentenvereniging
Mahara op. ‘Ambitieus in bescheidenheid’, omschrijft hij zichzelf.

SIGRID
SPRUYT
: journaliste en voormalige nieuwsanker, die in 2007, na 16 jaar Het Journaal gepresenteerd te hebben, de
VRT plots verliet. Officieel vanwege een schminkallergie. In werkelijkheid was
ze ook allergisch aan de manier waarop het nieuws gebracht werd, konden we
lezen in haar eind vorig jaar verschenen Dagboek
van een anker
. ‘De toestand in medialand is er niet op verbeterd’,
constateert ze daarin.

LOUIS
DE VRIES
: onmogelijk om zijn leven samen te vatten in enkele zinnen.
Trefwoorden: manager in de muziekwereld (The Pebbles, Ferre Grignard), concert-
en festivalorganisator, sportief directeur in het voetbal (Antwerp, Germinal
Beerschot), spelersmakelaar (Marc Degryse…) bokspromotor (Sugar Jackson) en
sinds kort ook voorzitter-eigenaar van een voetbalclub, Sporting Lokeren. Dit
najaar ligt zijn autobiografie in de winkel, u krijgt een voorproefje.

MAANDAG
12 AUGUSTUS

STIJN
DE PAEPE
: een moderne rederijker wordt hij genoemd, de man die elke dag de
actualiteit op rijm becommentarieert op pagina 2 van De Morgen. Scherp, af en
toe vilein, maar altijd zeer alert. Van hem verschenen al de boekjes Vers gezocht en Belgische ballades. Is als docent Nederlands verbonden aan de
Arteveldehogeschool in Gent. Dat wordt een gesprekje fijn, met De Paepe Stijn.

WOUTER
TORFS
: grootvader Torfs richtte in 1948 vier schoenenwinkels op. In 1986
nam kleinzoon Wouter de zaak over. Sindsdien is Schoenen Torfs een begrip in
heel Vlaanderen, met intussen meer dan 70 vestigingen. Combineert
klantvriendelijkheid met een prettige omgeving voor het personeel om in te
werken. Torfs werd al meerdere keren uitgeroepen tot Beste Werkgever. Zijn
zelfkennis en meditatie zijn geheimen?

MATHIAS
VAN DE WINKEL
: was al MoMeNTmaker tijdens de eerste twee edities en zit
zodanig vol ideeën dat hij dat dit jaar nog eens overdoet met interactief werk.
Iedereen kent de nageltapijtjes waar je je hand of gezicht in drukt, die je een
afdruk aan de andere kant opleveren. Mathias laat ons ons hele lichaam pinnen.
Wie de man achter al die creatieve invallen wil leren kennen, moet in Huis
Theelen zijn.

DINSDAG
13 AUGUSTUS

IMKE
COURTOIS
: de eerste vrouw die werd uitgenodigd om voetbalanalyses te geven
in een tv-studio en die ondertussen niet meer weg te denken valt op grote
voetbalmomenten op Sporza en Play Sports. Speelde zelf voor Rapide Wezemaal,
Eva’s Tienen, Standard en de nationale vrouwenploeg. Werd begin dit jaar ook
aangesteld als experte in sport en gezondheid bij de VRT.

KYOKO
SCHOLIERS
: ze is tussen 9 en 18 augustus alomtegenwoordig in Tongeren. Voor
Misconnected (Vrijthof) heeft ze zelf
een telefoonhokje gebouwd. De toeschouwer luistert naar gesprekken die Kyoko
heeft gevoerd met allerhande ‘gedisconnecteerde’ mensen. In Tussen hond en wolf neemt ze een
veertigtal toeschouwers mee op een rijdende tribune. De actrice was ook al te
zien in een tiental tv-reeksen en films.

LUC
VAN GORP
: de grote baas van de Landsbond van Christelijke Mutualiteiten was
vorig jaar onze trouwste toeschouwer. Hij studeerde achtereenvolgens
verpleegkunde, filosofie en godgeleerdheid. In een tijd dat steeds meer mensen
met gezondheidsproblemen kampen, is hij de uitgelezen gast om te praten over
verleden, heden en toekomst van onze gezondheidszorg. En over tijd, uiteraard.

WOENSDAG
14 AUGUSTUS

STEVEN
DEGRYSE (LECTRR)
: al acht jaar huiscartoonist van De Standaard, waarin hij in één vakje, aan de hand van twee of drie
figuurtjes en met een paar welgemikte quotes de waan van de dag fileert.
Haarscherp. Elk jaar maakt hij een Jaaroverzicht
in cartoons
, waarin die pareltjes uit de krant en nog vele niet eerder
gepubliceerde worden gebundeld. Was twee jaar geleden scenarist van een remake
van De Rode Ridder, Red Rider.

STIJN
MEURIS
: rockjournalist wint in 1990 Humo’s Rock Rally en de rest is
geschiedenis, maar toch vertellen we ze u. Eerst was er Gruppenbild, dan het imposante
Noordkaap en daarna kwam Monza. Tussendoor waren er ook soloprojecten. Zijn
passie, naast muziek, is sterrenkunde, een domein waarop hij méér dan een
amateur is. Zijn Ik hou van u werd
opgenomen in het EU Songbook. We houden van u, Stijn. En volgend jaar komt
Noordkaap terug.

MOHAMED
OUAAMARI
: digital creative die als Antwerpenaar van Marokkaanse origine constant
in twee werelden vertoeft. Over zijn leven in Borgerhout schreef hij Groetjes uit Vlaanderen, brieven aan
zijn (overleden) grootouders. Afwisselend hilarisch en schrijnend. ‘Mijn
identiteit is een kakofonie’, schrijft hij. De
Morgen
noemde hem spontaan ‘de Marokkaanse David Van Reybrouck’.

DONDERDAG
15 AUGUSTUS

LIESBETH
KENNES
: sociaal-cultureel pedagoog en projectmedewerker bij het Centrum
Algemeen Welzijnswerk, die vooral werkt rond preventie en sensibilisering van
seksueel grensoverschrijdend gedrag. Was coauteur van #seksisme; Nee wij overdrijven niet!, een boek dat verscheen nog
vóór er sprake was van #metoo. Vorig jaar publiceerde ze Alleen ja telt, over hoe we ons moeten afzetten tegen mythen en
stereotypes inzake seksueel geweld.

ELENA
PEETERS
: ‘verbeeldenaar’, noemt ze zichzelf op haar website. Toen ze 22 was
stapte ze naar Rome, 2200 kilometer ver. In Elena
— Voetreis naar Rome
vertelt ze die belevenis in één uur tijd. Ook Johnnyboy, een monoloog over haar
ontmoetingen met Texaanse terdoodveroordeelden, is een heel persoonlijke voorstelling.
Beide te zien op MoMeNT. Maar eerst mag ze er honderduit over komen praten.

NOG
EEN DERDE GAST VAST TE LEGGEN

VRIJDAG
16 AUGUSTUS

MATTICE
BOETS
: de Hasseltse student design mocht eind juni in Italië twee medailles
ophalen in de gerenommeerde internationale designwedstrijd ‘A’. Hij behaalde
goud met zijn ‘Reverse Clock’, een klok waarop de kleine wijzer aan de
buitenkant werd bevestigd en die hij al op z’n zestiende had ontworpen. Volgend
jaar hoopt hij in Kortrijk af te studeren als designer, eerst mag hij bij ons
over, jawel, de tijd komen praten.

LUC
DAELEMANS
: vorig jaar stonden zijn manshoge foto’s in de hele stad, nu heeft
hij zijn lens gericht op twaalf enthousiastelingen die hun lichaam vol
tatoeages hebben laten zetten. Die worden van 1 augustus tot 31 oktober letterlijk
huizenhoog afgebeeld in ‘Old skin, new faces’. Verbeeldingskracht, lagen van
identiteit, tijd, daarover komt Luc praten.

ASTRID
STOCKMAN
: sopraan die de voorbije jaren op podia in binnen- en buitenland
furore maakte, zowel solo als in gezelschap. Ze was te zien in Bozar, De Munt,
DeSingel, Barcelona, Rotterdam, en zingt met evenveel gemak Bach als Mozart.
Met Liesbeth Devos vormt ze het duo Stokman & Vos. In Een zoen van toen brengen ze levensliederen. Hoe gaat iemand met
zo’n druk bestaan om met de zeer kostbare tijd?

ZATERDAG
17 AUGUSTUS

VEVA
DANIELS
: als u een roodharige vrouw in het journaal ziet verschijnen, weet
u dat het hommeles is op de weg. Als woordvoerder van het Agentschap Wegen
& Verkeer is Veva het eerste aanspreekpunt van de media als er weer eens
ergens iets fout loopt. Mobiliteit en verkeersveiligheid zijn ook de thema’s
die haar nauw aan het hart liggen bij haar politieke engagement voor Groen.

ZUHAL
DEMIR
: laat niemand onberoerd met haar uitgesproken meningen. Limburgse met
Turkse roots die tussendoor ook een tijdje in Antwerpen woonde. Werd in 2010
namens de N-VA verkozen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Een pikante fotoshoot
in P-Magazine zorgde voor ophef.
Begin 2017 werd ze staatssecretaris voor o.m. Armoedebestrijding, Gelijke
Kansen en Wetenschapsbeleid in de regering-Michel I.

WAAS
GRAMSER/KRIS VAN TRIER
: compagnie Marius voert 16, 17 en 18 augustus Les enfants du paradis op, een
theatervoorstelling die is gebaseerd op het scenario dat Jacques Prévert
schreef voor het filmmeesterwerk van Marcel Carné uit 1945. Humor en tragiek
lopen door elkaar in het verhaal. Waas of Kris (of allebei!) schuift aan om het
te hebben over Marius, een theatergezelschap met een reputatie die de
landsgrenzen ver overschrijdt.

ZONDAG
18 AUGUSTUS

WILLY
CLAES
: een minister van Staat om af te ronden, mooier kan niet. Een
sociaaldemocraat van 80 die partijvoorzitter was, zes keer minister,
vicepremier, 36 jaar volksvertegenwoordiger en secretaris-generaal van de NAVO.
De voorbije jaren heeft hij meer tijd om zich met zijn passie voor muziek bezig
te houden. Terug- en vooruitblikken met een grote meneer uit onze politiek.

HEDWIG
SNOECKX
: met een stinkende potvis schrok Zephyr, het Tongers
kunstenaarsbedrijf van Dirk Claesen en Hedwig Snoeckx, twee jaar geleden Parijs
op. Een jaar later deden ze dat nog eens over in Madrid. Geen potvis in
Tongeren, maar een huiselijk tafereel in de vitrine van Huis Theelen. Daar mag
hij in geuren en kleuren over komen vertellen op diezelfde locatie.

JORIS
VANVINCKENROYE
: mensen met een zeldzame of moeilijk te behandelen
aandoening, of wie nood heeft aan een second opinion in contact brengen met de
juiste arts, waar ook ter wereld: dat is de missie van Royal Doctors. Oprichter
Joris Vanvinckenroye begon er 20 jaar geleden mee vanuit een persoonlijke
bekommernis. Vandaag telt de organisatie wereldwijd duizenden leden.



Het voetbal heeft niets geleerd van ‘Schone Handen’

Sport Posted on di, juli 02, 2019 18:25:41

(Deze
bijdrage verscheen vrijdag 28 juni als opiniestuk in De Standaard.)

Beeld u even in dat ik bij het begin van dit
stukje een vierkant in de lucht teken, zoals de scheidsrechter dat doet als hij
in zijn oortje de vriendelijke maar kordate suggestie krijgt van de
videoreferee om even naar het schermpje naast het veld te stappen om een fase
te herbekijken. Ik doe dit heel even met u, om twee fases van de afgelopen week
nader te bekijken.

We gaan eerst terug naar zaterdag 22 juni. Die
namiddag werd Mehdi Bayat met 15 stemmen tegen 7 verkozen tot nieuwe voorzitter
van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, als opvolger van de onzichtbare
compromisfiguur Gérard Linard. Bayat genoot de steun van de vertegenwoordigers
van het Franstalige amateurvoetbal en de Pro League. Ik vind dat bedenkelijk.
Niet omdat Bayat, net als zijn voorganger, geen woord Nederlands spreekt. Niet
omdat Bayat niet de Belgische nationaliteit bezit: hij is een Iraanse Fransman.
Niet omdat Bayat onbekwaam zou zijn: hij heeft als CEO van Sporting Charleroi
bewezen dat hij een goede zakelijke leider is.

Koninklijke
Bayat Voetbalbond

Mehdi Bayat is de broer van Mogi. Ooit waren
ze samen actief bij Charleroi, onder de hoede van hun oom Abbas. Mogi onderscheidde
zich vooral door alles en iedereen voortdurend op de korrel te nemen. Daar kwam
ruzie van. Mogi moest vertrekken en werd voetbalmakelaar, zo kwamen de
opgebouwde connecties goed van pas. Abbas Bayat verkocht de club in 2012,
waarna Mehdi algemeen directeur werd. Met Mogi als hoofdleverancier om de
spelerskern te stofferen.

We weten intussen dat Mogi een van de spilfiguren
is in Operatie Schone Handen. Hij wordt verdacht van witwaspraktijken en lidmaatschap
van een criminele organisatie. In een rechtstaat is ieder individu onschuldig
tot het tegendeel wordt bewezen, maar de aanwijzingen dat Mogi Bayat wel
degelijk in een grijze en zwarte zone actief is geweest, zijn heel erg groot.
De man was (en is intussen opnieuw) almachtig in het Belgische voetbal. Geen
toptransfer of Bayat is erbij betrokken. Als Anderlecht af wil van een speler,
volstaat één telefoontje, ook al hadden ze hun huismakelaar de wacht aangezegd.
Opportunisme en kortetermijndenken zijn onze voetballeiders niet vreemd, dus week
Mogi Bayat uit naar Luik en is hij momenteel incontournable bij Standard. Ons
kent ons.

Tien maanden geleden, toen Mogi nog bijzonder
actief was op Twitter en elke deal breed uitsmeerde (selfie inbegrepen),
tweette hij op de laatste dag van de zomertransferperiode: ‘Bon aujourd’hui
c’est le tour de mon frère @MehdiBayat79 et @SportCharleroi.’ Versta: vandaag
help ik mijn jongere broer aan wat spelers. Er bestaat dus een nauwe familiale
én zakelijke band tussen de broers.

Dat moet kunnen. En het zegt niets over de
eventuele betrokkenheid van Mehdi Bayat in eventuele financiële en sportieve
malversaties, laten we vooral voorzichtig blijven formuleren. Vraag is wel of
de voetbalbond het zich kan veroorloven om in ‘Schone Handen’-tijden iemand aan
het roer te krijgen die nauw heeft samengewerkt met iemand die op z’n zachtst
gezegd niet onbesproken is en waarvan hij zich nooit gedistantieerd heeft.
Bovendien draagt Mehdi Bayat nu drie petjes: voorzitter van de voetbalbond, prominent
lid van de Pro League en clubvoorzitter.

Tegelijk rechter en partij zijn, vinden ze in
het Belgisch voetbal perfect kunnen. Terwijl ons profvoetbal vooral nood heeft
aan onafhankelijke bestuurders die in de gaten worden gehouden door
onpartijdige toezichthouders. Een VAR, zo u wil.

Amorele
sector

Woensdag pakte Club Brugge trots uit met de
naam van de nieuwe hoofdsponsor: Unibet, ‘de professionele marktleider in
Sports Betting, die zich differentieert op vlak van verantwoord spelen.’ Je
moet het meerder keren lezen om het te geloven. Het staat er echt: ‘verantwoord
spelen’. Gokken met de handrem op, als het ware.

Getuigenissen van gokverslaafden leren ons dat
de werkelijkheid anders is. 302.000 Belgen waagden vorige voetbalzomer, met een
WK in Rusland, een gokje, zo staat in een rapport van de kansspelcommissie (De Standaard, 27 juni 2019). Ze gaven
gemiddeld (!) 673 euro uit. Een half leefloon, zeg maar. Of iets meer dan de
prijs van een abonnement op de hoofdtribune van Club Brugge.

Vijftien van de zestien eersteklassers liepen
vorig seizoen al met de naam van een gokbedrijf op mouw of rug rond. De enige
uitzondering was Eupen, maar dat is in Qatarese handen, waar ze eerder gokken
op prestige en de titel van ‘sportnatie’. Zes miljoen euro zou de Unibet-deal
bedragen. Dat is bijzonder veel, naar Belgische normen, zeker als je weet dat alles
en iedereen hier te koop is. Clubiconen Ruud Vormer en Raoul Lambert gingen
gewillig op de foto met het nieuwe shirt. Unibet komt niet op de shirts van de
jeugdspelers, probeerde men bij Club te vergoelijken. Alsof die jongetjes niet
zullen paraderen met een shirt waarop de naam van hun favoriete A-speler staat,
mét borstreclame.

Het profvoetbal profileert zich eens te meer
als een amorele en asociale bedrijfssector, die geen enkele vorm van inmenging
of externe controle duldt. Wie het voor het zeggen heeft, heeft blijkbaar niets
geleerd van ‘Schone Handen’. Het lijkt de bankwereld in de aanloop naar
september 2008 wel. We weten hoe dát is afgelopen.

Een reclamejongen tweette gisteren: ‘Club
Brugge heeft na Dexia opnieuw een gokbedrijf als shirtsponsor’. Die zat.



Stilstand regeert het land

Economie Posted on za, juni 29, 2019 13:17:11

Heisa, begin van de week: als gevolg van de
verkiezingsuitslag zou Vlaams Belang een zitje in het bestuur van Unia verdienen,
en dat zorgde dan weer voor uitslag op ambetante plekken bij al wie zich
democraat noemt. Terwijl wat er staat te gebeuren net dankzij die democratie gebeurt. Vlaams Belang doet het goed? Vlaams
Belang wordt beloond met een plekje in een organisatie die het zo snel mogelijk
zou willen afschaffen of monddood maken! Dat is de tol van de democratie.

Het perverse is niet dat Vlaams Belang straks aanwezig
zal zijn in Unia, maar dat we het normaal zijn gaan vinden dat raden van
bestuur van door de overheid opgerichte of gesteunde organisaties worden
volgestouwd met partijvazallen, bij wie de bekwaamheid ondergeschikt is aan ‘de
juiste kleur’, versta: de juiste partijkaart. De kaart van de winnaar van het
moment. De postjes moeten evenredig verdeeld worden, dat zit ingebakken in onze
middelmatige cultuur.

Ik vind dat een onwerkbaar systeem. Ik zou
veel liever onafhankelijke en bij voorkeur onpartijdige experts de grote lijnen
zien uitzetten in maatschappelijke bewegingen, maar blijkbaar ben ik een uilskuiken,
als ik Mark Elchardus, ‘huisideoloog’ van de sp.a, die tegenwoordig eerder
lijkt te rijden voor centrumrechts, moet geloven. Die vindt het niet meer dan
normaal dat de postjes over de partijen verdeeld worden, zo las ik daarnet in De Morgen. Want die slimmeriken die zich
expert durven te noemen, zijn niet democratisch verkozen. Ach ja, het zal wel
een generatiekloofje zijn: Elchardus is 72 en gepokt en gemazeld in de oude
politieke cultuur. Ik ben 60 en sta langs de zijlijn te roepen.

Ik heb gelijk, dat spreekt voor zich.

***

Dit voorbeeldje illustreert perfect de
stilstand van het land. Daarover wilde ik het al een tijdje geleden met u
hebben, maar er kwam altijd weer iets tussen. U weet het: vijf jaar geleden
verhoogde de geel-oranje-blauwe-bleue coalitie de pensioenleeftijd naar 67
jaar, ook al stond dat niet in het regeerakkoord. Middenvelders op hun
achterste poten. Kan niet! Mag niet! Zal niet! Zal wel, dus. In 2025 wordt de
pensioenleeftijd opgetrokken naar 66, vijf jaar later naar 67. In realiteit zal
het al een succes zijn als de gemiddelde uitstapleeftijd tegen dan 63 jaar zal
zijn. We moeten met z’n allen vijfenveertig jaar actief zijn, vonden ze bij wijlen
de ‘Zweedse’ regering-Michel I. De omgekeerde bevolkingspiramide wijst daarop:
wie zal al die pensioenen blijven betalen, als al die ouwe luitjes het
verdommen om zoals stilzwijgend afgesproken te sterven voor hun vijfenzeventigste?

Tijdens de voorbije verkiezingscampagne werd
Bart De Wever geconfronteerd met een slimmigheidje van John Crombez. 67 is niet
de limiet, zo staat ergens weggemoffeld in het partijprogramma van de N-VA en
dat had Crombez ontdekt. De Wever, zelden van z’n stuk te brengen in debatten,
was van z’n melk en stommelde dat de levensverwachting blijft stijgen en dat we
dus in een verdere toekomst nog langer dan tot ons 67ste zullen moeten werken. Daar
kwam zowaar een mini-maatschappelijk debat van. Punt voor Crombez, al leverde
dat uiteindelijk weinig extra stemmen op voor sp.a. Misschien wel omdat Vlaams
Belang ook op dit thema was gesprongen en uitpakte met pensioen na 42 jaar
werken. Op 60, dus, als je op je achttiende in de fabriek bent gedoken. Of op 67,
als je per se voor dokter wilde studeren. Populisme mikt niet op de
intelligentste medeburgers.

De Wever heeft een punt: we zullen allemaal
langer moeten werken. Meer jaren, tot hogere leeftijd. Maar hij ging uit van dezelfde
foute premisse die nu al decennialang gehanteerd wordt en die er simpelweg en
samengevat op neerkomt dat we geboren worden, leren tot ons 18de, eventueel
studeren tot ons 22ste, werken tot ons 67ste en dan met pensioen zijn tot we
doodvallen. We zien leven nog altijd als een opeenvolging van opgroeien, geld
verdienen en rusten. Of: leren stappen, lopen, wandelen, vallen. Of nog: van
pamper tot pamper, waarbij we er tussendoor voor moeten zorgen dat we die
pamper op het eind nog kunnen betalen.

***

Onze visie op werk is verouderd. Passé. Die
dateert nog uit de tijd dat de officiële pensioenleeftijd ongeveer overeenkwam
met de gemiddelde leeftijd: vijfenzestig. De realiteit waarmee we lang leefden
was: geboren worden, opgroeien, werken, stoppen met werken, doodvallen. Dat was
makkelijk zat: pensioenfeestje en ’s anderendaags een fatale hartaanval van het
gedacht aan al die vrije, nog niet voor ons ingevulde dagen die ons te wachten
stonden.

Omdat we langer leven is die laatste,
behoorlijk finale en fatale, fase, doodvallen, tijdelijk vervangen door
‘genieten’. Ik las het deze week nog in een vakblad voor journalisten: ‘X wordt
65 en mag eindelijk van zijn pensioen genieten’. ‘Na een lange en
verdienstelijke carrière mag Y verdiend met rust’. Alsof werken een onoverkomelijke,
maar allesbehalve prettige bezigheid is, waartoe we verplicht worden om in
leven te kunnen blijven, want we moeten nu eenmaal eten, drinken en af en toe
een stapje in de wereld zetten. (Wat het, helaas, vaak ook is, trouwens, daar
niet van.)

In onze samenleving is ‘werken’ bijna per
definitie een zinledige bezigheid. Een verplichting, zoals de opkomstplicht bij
verkiezingen. Je moet het doen, anders zwaait er wat. Een boete, of een leven
in miserie. Als je in dit land 52 wordt, dan tel je af naar je pensioen. Dat is
ons zo geleerd, een generatie of twee, drie geleden. Aftellen naar ‘rust’ en
‘genot’. Nog een opleiding volgen, ben je gek? Bol toch rustig uit, man (m/v)!
Die mentaliteit. Zo zielig zijn wij. Werkgevers doen nauwelijks iets aan het
prettiger maken van de werkomstandigheden, werknemers eisen dit amper op, want
straks wacht hen toch het walhalla, vakbonden gaan ervan uit dat ze de boel
kunnen blijven verlammen, politici weten niet beter en willen vooral de sociale
vrede proberen te bewaren. Dat werken zinvol kan zijn, ja, een leven zelfs zin kan
géven, dringt bij deze actoren niet door.

Wel, ik zal het u zeggen, goed beseffende dat
ik wellicht geprivilegieerd ben: ik werk graag, werken geeft mijn leven mee
zin. Ik tel niet af naar mijn vijfenzestigste, begin 2024.

***

Anderhalf jaar geleden schreef Dirk Schyvinck Wat als we straks 100 worden, met als
ondertitel De uitdagingen van een langer
leven
. Een boek waarvan ik u lezing warm kan aanbevelen, en niet zozeer
omdat ik wat punten en komma’s heb mogen veranderen in het manuscript. Langer
leven, vat ik heel kort samen, komt erop neer dat we ons leven anders zullen
moeten indelen. Die eerste fase — geboren worden, opgroeien en leren — moet
blijven. Kan moeilijk anders. Vanaf dan moeten we flexibeler worden. Móeten,
anders loopt het in het honderd.

Studeren of dadelijk beginnen te werken. Kan
allebei. Verscheidene sabbatjaren inbouwen, op je veertigste naar de
universiteit gaan, tot je tachtigste (deeltijds) werken: moet allemaal kunnen.
Op voorwaarde dat we daar maatschappelijk toe bereid zijn. Vandaag kan dat
niet. Morgen en overmorgen ook nog niet. Maar het steriele, o zo voorspelbare
en eigenlijk bijzonder cynische levensverloop vanaf je 18de of 22ste — ‘studeren-werken-pensioen-doodgaan’
— moet dringend op de schop. Tijdelijk met pensioen gaan op je veertigste. Zou
moeten kunnen. Deeltijds hoger onderwijs in combinatie met tijdelijk halftijds
werk op je vijftigste, waarom niet? Na je zeventigste nog wat deeltijds actief
zijn in een omgeving waar werkbaar werk niet beperkt is gebleven tot een
sloganeske belofte, het zou fantastisch zijn. Maar neen, we blijven ons liever
vermeien in zinloze discussies over minuten, uren, dagen, maanden of jaren meer
of minder.

Stilstand regeert het land. Van links tot
rechts, van progressief tot conservatief, van stad tot platteland. Dat lees je
niet af in een mobiscore. Het is de Belgische helaasheid der dingen. Welke
politicus schiet als eerste wakker? Ik ben benieuwd.

En de eerste die me zegt dat ik over vier en
een half jaar verdiend met pensioen mag en van het leven kan gaan genieten, krijgt
een klap voor zijn kanis.



Dat gekke land bij de Noordzee

Samenleving Posted on za, juni 22, 2019 13:11:57

Vlaanderen
boven.

Waar men
de heer nog kan loven.

Waar de
mensen belangrijk zijn.

En de
buiken omvangrijk zijn.

U herinnert zich die vlijmscherpe tekstflarden
vast nog wel. Raymond van het Groenewoud, 1978. Waar is de tijd. De heer die
geloofd wordt, heeft concurrentie gekregen. Buiken zijn nóg omvangrijker
geworden. Mensen vinden we nog altijd belangrijk, als ze tenminste de juiste
huidskleur hebben en niet van te ver komen.

We wisten al dat de Vlaming racistische gedragingen
niet zo erg vindt. Sta-ti-tis-tieken.
Of dat nu op straat is, op school, in het stadion of het station. We vinden dat
steeds normaler. Nergens wordt er in de beschaafde wereld meer gepest op school
(of leraren geïntimideerd) dan op deze kluit bij de Noordzee. Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck
schreef een tijdje geleden een kritische beschouwing over dat xenofobische
landsgedeelte en kreeg de rechtse wind van voren. De feiten geven hem steeds
meer gelijk. De verkiezingsuitslag ook. Tweede-, derde- of
vierdegeneratiekinderen, migranten, asielzoekers, vluchtelingen, we smijten ze
op één hoop en noemen ze vreemdelingen. Dat zegt alles: ze blijven ‘vreemd’. Ze
zien er anders uit, ze hebben een andere cultuur, ze belijden een andere
godsdienst, ze zijn hier dan wel, maar we doen alsof ze niet bestaan en hebben liever
dat ze zo snel mogelijk weer verdwijnen.

Waar de
Chiro paraat staat.

En de
vrouw aan de vaat staat.

Oké, Raymond, we zijn er op sommige vlakken
iets op vooruit gegaan. Íets. Er zaten nooit zoveel vrouwen in het Vlaams
Parlement als nu, zo blijkt. Hoeveel vrouwelijke fractieleiders we dan tellen?
Euh, nul. We hebben al een homoseksuele premier gehad, maar een vrouw aan het
hoofd van een regering: euh, neen. Stelt de Chiro nog iets voor, trouwens?

Waar het
volk goedlachs is.

En een
vuist zonder kracht is.

Het volk lacht niet meer, Raymond. Het volk is
chagrijnig, verontwaardigd, boos, verzuurd, onverdraagzaam. In het Vlaanderen
van Van het Groenewoud, eenenveertig jaar geleden, was het Vlaams Blok pas
opgericht. Dertien jaar later was er de vuist, die in een bokshandschoen stak,
en die de vastgeroeste politieke meute een flinke tik uitdeelde. Zwarte zondag.
Tegenwoordig ben je geneigd om te zeggen: lichtzwarte zondag. Wat is er fout
gelopen? We hebben niet geluisterd naar de zure Vlamingen van toen en die zijn
nu met veel meer. We hebben gedaan alsof er niets aan de hand was en nu zien we
gevolgen: ruimtelijke wanorde, (kans)armoede, de verloedering van het begrip
‘goede huisvader’ zodat de generaties na ons vooral schulden mogen afbetalen, na
ons de zondvloed — le déluge pour les francophones.

Waar men
faalt en aan de toog expliceert.

Dat is gebleven. Al blijven we minder lang
hangen en laten we veel vroeger op de avond de rolluiken naar beneden, zodat we
De Grote Boze Buitenwereld niet meer hoeven te zien. Binnenskamers zijn we
chagrijnig, verontwaardigd, boos, verzuurd en onverdraagzaam, en als we — eens
om de zoveel jaar — mogen laten merken wat we denken van de politieke klasse doen
we dat chagrijnig, verontwaardigd, boos, verzuurd en onverdraagzaam. Zo zijn we
geworden. ‘We’. Niet ik, maar u. Oké, misschien niet ú, maar die meneer of
mevrouw naast u.

Ik woon graag in Vlaanderen, maar ik hou er
steeds minder van. Te chagrijnig, verontwaardigd, boos, verzuurd en
onverdraagzaam. Te weinig menselijk. Te veel egoïsme. Te weinig mededogen. Te veel
navelstaarderij. Te weinig oplossingsgericht. Te veel té.

***

Voor u, trotse Vlaming, helfie, confederalist
en nationalist, me afschiet, voeg ik er snel aan toe dat de rest van dit land
het niet veel beter doet. Het schrijnendste, pijnlijkste interview dat u dit
weekend kunt lezen staat in De Standaard.
Aan het woord is Johan Leman, voorzitter van het integratiecentrum Foyer in
Molenbeek, voormalig directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en
Racismebestrijding, toen dat nog niet Unia heette. Critici noemden hem in die
tijd smalend ‘pater Leman’, vanwege zijn wat omzwachtelde, maar goed bedoelde
standpunten.

‘Ik heb liever dat bepaalde progressieve
Vlamingen niet naar Molenbeek komen’, klinkt het in de titel. Da’s een
binnenkomer. Je moet het normaal vinden dat Molenbeek wat vuiler is dan andere
plekken, zegt Leman.

Wacht even voor u chagrijnig en verontwaardigd
reageert, het wordt nog erger. Homo’s moeten zich aanpassen aan de heersende mentaliteit,
vindt Leman. ‘Die weten dat je hier als homokoppel misschien niet hand in hand
over straat kan lopen.’ En: ‘Er zijn plaatsen waar je dat kunt en plaatsen waar
het moeilijk is. (…) Tracht Molenbeek te begrijpen en aan te voelen wat
mogelijk is.’

Wacht nog heel even om uw boosheid te
etaleren, want Johan Leman zegt ook iets over vrouwen in korte rok. ‘Mijn
realiteitszin zegt dat als vrouwen dat doen in sommige buurten, ze schunnige
opmerkingen zullen krijgen. Je moet daar niet naïef in zijn. Ik zou het niet
uitlokken.’

Ik denk dat Leman de werkelijkheid beschrijft,
maar de werkelijkheid zoals die is, is daarom niet aanvaardbaar en als die niet
aanvaardbaar is, móet je die als samenleving bijsturen. Anders capituleer je
voor de onverdraagzaamheid. Leman zegt: loop niet hand in hand als homokoppel,
draag geen korte rok als jonge vrouw. Leman had moeten zeggen: het moet hier
maar eens gedaan zijn met homohaat en seksisme.

Hier
zoekt een vent een meid.

Hier
zoekt een bok een geit.

Hier
zoekt een bok een bok.

Hier
zoekt een geit een geit.

Weer Raymond, 1981, Brussels by night, drie jaar na Vlaanderen
boven
. Een deel van de stad wordt geterroriseerd door religieuze
fundamentalisten en onverbeterlijke seksisten, een ander door rodeorijders.
Schaarbeek, waar slachtoffer op slachtoffer wordt omver gemaaid door zo’n grofgebekt
kereltje in een patserbak.

Een doodrijder werd deze week veroordeeld tot
250 uur werkstraf en vier jaar rijverbod. Terwijl zo’n man in de cel hoort en
nooit meer achter het stuur zou mogen plaatsnemen. Schuld- en normbesef is de
hardrijders onbekend. Ze denken dat Racing
in the streets
van Springsteen een opdracht is, al is de kans dan weer
gering dat ze Springsteen kénnen.

De joyriders pochen met hun nieuwe aanwinst,
een moordmachine op vier wielen. Dat hebben ze van ons geleerd: dertig jaar
geleden wilden we ook allemaal een nieuwe auto wanneer er op de oprit bij de
buren opeens een Duitse klasbak verscheen. Alleen: bij mijn weten werd daar
niet mee geracet.

Deze
stad wil men helpen.

Maar dan
liefst om zeep.

***

RTL heeft een nieuwe nieuwslezeres: Salima
Belabbas. Een Belgische vrouw met Algerijnse roots. ‘Waarom het Belgisch nieuws
niet door een Belgische voorgelezen?’ was een van de nog voorzichtig
geformuleerde tegenkantingen die RTL te horen en te lezen kreeg. Vlaanderen
heeft geen monopolie op racisme. Daar mag iemand eens een opiniebijdrage over
plegen.

***

Goed dat we een paar jaar geleden de lichten
van onze snelwegen gedoofd hebben, anders zouden buitenaardse wezens nog beter
kunnen zien wat we hier allemaal uitrichten. Ze zouden met een lange vinger
wijzen naar dat gekke land bij de Noordzee (of bij de Ardennen, zo u wil). Nu
het licht uit is — binnenkort misschien meer dan ooit — blijft ons de schande
van de zichtbare domheid bespaard. De aliens ginds kunnen met het blote oog
niet meer zien hoe chagrijnig, verontwaardigd, boos, verzuurd en onverdraagzaam
de aliens hier zijn geworden. En met aliens bedoel ik niet ‘vreemdelingen’.
Vanaf morgen kunnen we chagrijnig worden over het weer. Hoe ging dat weer bij Raymond?

Warme
dagen, warme dagen.

Een voor
mij, een voor jou.

Warme
dagen.

Meer zou
ik de Heer niet vragen.



Mokerslag onder de gordel

Sport Posted on di, juni 04, 2019 08:25:37

(Deze bijdrage verscheen maandag 3 juni in De Standaard.)

Delfine Persoon is haar wereldtitel bij de
lichtgewichten kwijt, maar zowat de hele internationale bokswereld is het
erover eens dat haar nederlaag op punten tegen de Ierse Katie Taylor onterecht
is. De reacties liegen er niet om. ‘Dit is een gitzwarte dag voor het boksen.’

Absolute bullshit. Diefstal bij klaarlichte
dag. Omgekocht. Een grap. Schande. Reacties die op Twitter binnenstroomden op
een triomfantelijke, door hoofdletters en uitroeptekens ondersteunde tweet
(‘SHE’S DONE IT!!!’) van Matchroom Boxing, een van de belangrijkste
bokspromotoren ter wereld en tevens het managementbureau van de Ierse Katie
Taylor, die zaterdagnacht in Madison Square Garden, New York, net voordien op
punten had gewonnen van onze landgenote Delfine Persoon. Twee van de drie
juryleden gaven Taylor licht voordeel (96-94), het derde hield het op een draw
(95-95), ook al had Persoon naarmate de kamp vorderde duidelijk overwicht en
stond Taylor in de slotronde te wankelen.

Nu is Twitter zelden een toonbeeld van
genuanceerde reacties, maar ook elders regende het veroordelingen van de
jurybeslissing. De BBC-televisie hield het nog voorzichtig bij een
‘controversiële overwinning’ voor Taylor, op de Britse radio viel daarentegen het
adjectief ‘schandalig’ te horen. Zelfs The Irish Times, krant uit het thuisland
van Taylor, gaf toe dat Persoon de betere was. Sportzender ESPN pakte uit met
een eigen scorekaart, die Persoon het voordeel gaf.

Maffioos

Voormalig bokser en boksmanager Freddy De
Kerpel aarzelt niet. ‘Ik ben er honderd procent zeker van: Delfine is de
winnaar. Vooraf was ik er al van overtuigd dat Delfine de betere van de twee
is, ik vind Katie Taylor overroepen. Ze had nog niemand met naam en faam
geklopt. Maar ze is wel een ster in Ierland en ze is ook populair in Amerika.
Voor Delfine is dit een regelrecht drama. Dit is geen spelletje petanque om de
hoek, hé.’

‘Maffioos’, luidt de gebalde reactie van Jef
Van Driessche, bokskenner en co-commentator voor Sporza. ‘Ik heb de
scorekaarten met elkaar vergeleken. Een van de juryleden gaf de eerste vijf
ronden aan Taylor: zelfs een blinde zou gezien hebben dat dit kant noch wal
raakte. Een ander gaf de negende ronde aan Taylor, ook dat hield geen steek. Slechts
in vijf ronden kwamen ze onderling overeen. Natuurlijk heeft dat met de grote
financiële belangen te maken. Voor die juryleden is boksen een soort Club Med:
vijf dagen in een vijfsterrenhotel en ze worden er nog eens goed voor betaald
ook. Ze riskeren liever niet om dat voordeel kwijt te spelen. Ik weet dat het
onrealistisch klinkt, maar eigenlijk zou een jurylid na elke ronde zijn score
moeten motiveren.’

Ook de Belgische referee Daniel van de Wiele —
al 38 jaar scheidsrechter in het boksen, goed voor een kleine 700 gevechten,
waaronder twee titelkampen bij de zwaargewichten — keek met groeiend ongeloof
toe. ‘Taylor heeft daar een groot geschenk gekregen’, zegt hij. ‘Ik heb de kamp
live gezien en daarna nog eens integraal opnieuw: het was nipt, maar Persoon
had moeten winnen. Dit is een gitzwarte dag voor het boksen, het Belgisch
boksen op kop. Ik raad Delfine trouwens aan om klacht neer te leggen bij haar
wereldbond, de WBC. De kans dat ze gelijk krijgt, is bijzonder klein, maar ze
kan het proberen. En misschien kan ze zo wel een herkansing afdwingen.’

‘Er is een precedent’, stelt Van Driessche.
‘Twintig jaar geleden eindigde de kamp om de wereldtitel bij de zwaargewichten
tussen Evander Holyfield en Lennox Lewis, ook in Madison Square Garden, na
jurybeslissing gelijk, hoewel Lewis veruit de beste was. Daar is zodanig veel
controverse rond ontstaan, dat er een re-match is gekomen.’

1.000.000
dollar

Hoewel Katie Taylor niet de Amerikaanse
nationaliteit heeft, was het duidelijk dat het publiek achter haar stond. De Ierse
gemeenschap is in New York manifest aanwezig en haar management, het reeds
genoemde Matchroom Boxing, heeft een kantoor in New York. Thuisboksers, dat is
geweten in de bokswereld, zijn meestal in het voordeel. Bezoekende boksers
worden gepest, ook dat is gebruikelijk. Persoon vormde hierop geen
uitzondering. Ze moest bij aankomst van hotel veranderen, onderging een nodeloze
extra bloedcontrole, diende aan te tonen waarom ze een puffer mag gebruiken
voor haar inspanningsastma, hoewel dat niet op de verboden lijst staat van het
Werelddopingagentschap WADA.

Er stond dan ook best wel wat op het spel in
New York. Delfine Persoon (34), Sportvrouw van het Jaar 2015, zette haar
wereldtitel in de WBC op het spel. Ze had tot eergisteren slechts één nederlaag
geleden in 44 kampen. Katie Taylor (32), ex-voetbalster en Olympisch kampioene
in 2012, begon aan de kamp met alleen maar zeges op haar erelijst, dertien in
totaal. Zij verdedigde haar gordels in de WBA, WIBF en WIBA. Dat de titel in vier
(!) bonden op het spel stond, zegt meteen alles over de versnippering binnen de
internationale bokswereld, en de ongeloofwaardigheid die eraan vastkleeft.
‘Vier wereldtitels die op het spel staan in één kamp, dat is een contradictio
in terminis’, stelt Jef Van Driessche.

Al was iedereen het er vooraf over eens dat
Persoon en Taylor momenteel de besten van de wereld zijn. De kamp zelf was ook
hoogstaand. Alleen was er dus die uitslag. Je zag het al toen de ringomroeper
aankondigde dat één jurylid het op onbeslist hield. Het nee schudden van
Delfine Persoon zei genoeg: hier klopt iets niet. Na het bekendmaken van de
scores van de andere juryleden, gevolgd door de mededeling dat Katie Taylor nu
de ‘onbetwiste kampioene van de wereld’ was, kraakte Persoon. Ze schudde het
hoofd, dan volgden de tranen. De kamp waar ze zo naar had toegeleefd en die
haar had moeten bevestigen als wereldtopper, draaide uit op een onverdiend
verlies. De hardste van alle nederlagen. ‘Het lag heel dicht bij elkaar’, gaf
Taylor achteraf toe. ‘Maar ik denk dat ik toch genoeg gedaan heb om te winnen.’

‘Taylor kreeg een miljoen dollar voor deze
kamp, dat is ongezien in het vrouwenboksen’, weet Freddy De Kerpel. ‘En Delfine
ontving 200.000 dollar, voor haar doen een fantastische beurs. Stel dat ze had
gewonnen, dan had zij de volgende titelkamp voor minstens een half miljoen mogen
vechten, wie weet zelfs een miljoen. Dan zou ze wellicht de bestbetaalde atlete
van België zijn geworden. Nu zal ze voor haar volgende kamp misschien 10.000
euro kunnen vragen. Delfine is dus letterlijk bestolen.’

Rematch

‘Boksen is een vreemde sport’, geeft Freddy De
Kerpel toe. ‘Een thuisbokser zal veel makkelijker een ronde toegewezen krijgen,
een bezoekende bokser moet er veel meer voor doen. Als een voetbalmatch op 0-1
eindigt, weet je dat ze er geen 1-0 van zullen maken. In het boksen doen ze dat
wel.’

Jef Van Driessche bevestigt. ‘Kun je je
voorstellen dat een wielrenner die op de streep vijf meter achterstand heeft,
tot winnaar wordt uitgeroepen? Er zijn honderden voorbeelden van manipulatie. De
corruptie krijg je er nooit meer uit. In de jaren 50 waren er acht
wereldkampioenen in evenveel gewichtscategorieën. Vandaag zijn er honderden in
18 categorieën. Dat is absurd.’

De vraag is: wat nu? In een korte reactie in
Sportweekend liet een geëmotioneerde Persoon weten dat ze bijzonder
teleurgesteld is. ‘Ik wist dat ik het had moeten afmaken voor de limiet en ik
heb het niet gedaan.’ Ze staat alleszins open voor een rematch. Onmiddellijk na
de kamp sloot Katie Taylor die mogelijkheid evenmin uit. Topreferee Daniel Van
de Wiele denkt niet dat het zover zal komen. ‘Taylor zal daar niet warm voor lopen,
ik denk dat ze liever een straatje om loopt.’

De Kerpel: ‘In het contract van Taylor stond
dat er in het geval van een nederlaag een rematch móest komen, in het contract
van Persoon stond die clausule niet. Katie Taylor heeft er geen enkel belang
bij om haar een herkansing te gunnen.’

‘Ik denk niet dat ze dat risico gaat nemen’,
beseft ook Delfine Persoon.



« VorigeVolgende »