Nultolerantie. Daar ging het deze week weer
eens over. Dat hebben we te danken aan de heer Kris Van Dijck, tijdelijk Vlaams
Parlementsvoorzitter, die vorige week iets te diep in meerdere glazen had gekeken.
Dat lekte uit en dat is niet prettig en dat zou eigenlijk niet mogen, maar de
pers smulde ervan. En het is wel gebeurd,
natuurlijk. 1,4 promille, oftewel zeven à acht pilsjes, zo werd berekend. Tot
uitkwam dat Van Dijck pas na twee en een half uur had moeten blazen. In
realiteit zal hij rond 1,8 promille (negen à tien glazen bier) gezeten hebben. Dat
scheelt een slok op een borrel.

Van Dijck was tegen een aanhangwagen
aangebotst. In slaap gevallen achter het stuur, las ik ergens. Beetje dronken,
beetje moe. Hij moest nochtans maar een kilometertje rijden, van café Plexat
tot thuis. (Hij besefte blijkbaar dat hij, wilde hij het nationale nieuws halen
met een uitspatting, maar beter op een toepasselijke plek zat.) Ik weet niet
wat ú doet als u beschonken achter het stuur kruipt, maar eigenlijk is de
regel: 1) doe het niet, doe het nooit, 2) hou je ogen open, 3) hou je stuur
recht, behalve in de bochten, 4) hou gas- en rempedaal uit elkaar. Maar dus
vooral, overal en altijd: regel 1.

Twee randvragen intrigeren mij mateloos:

• Hoe slaag je erin om over een afstand van
één (1) kilometer in te dommelen? (Dat is echt een kunst, want tenzij je in de
verkeerde richting vertrekt doe je daar naar schatting drie minuten over, in-
en uitstappen op wankele benen inbegrepen)

• Waarom wandel je dan niet veilig naar huis
en ga je ’s anderendaags, in nuchtere toestand, je wagen ophalen aan de Plexat? (Eén kilometer stappen, dat
kost zelfs waggelend hooguit een kwartiertje, tenzij je ook hier weer de andere
kant op begint te stappen.)

Het verhaal rammelt aan alle kanten, net als
dat escortgirl-soapje van een paar dagen later, met dezelfde hoofdrolspeler, waarna
Van Dijck net na zijn 11 juli-toespraak naar buiten werd — komt-ie! —
geëscorteerd door een ervaringsdeskundige inzake ongewenste vrouwenaffaires.
Láchen. Ze zullen hem niet, hik, temmen!

***

Moeten we voor nultolerantie gaan in het
verkeer, was de vraag die vervolgens opdook. Van 0,5 naar 0,0 promille. Ja,
vond een inderhaast opgetrommeld groepje geënquêteerden, zoals gebruikelijk
sprekend in naam van een denkbeeldige meerderheid van de bevolking. Neen, zei
een politieke meerderheid abrupt. De tegenstanders van de nultolerantie
bedienden zich van nagenoeg hetzelfde discours als diegenen die zich na #metoo
afvroegen wat er dan wel nog mocht tussen mannen en vrouwen: misschien gaat het
in grote lijnen wel over dezelfde mensen. Lieden die zichzelf en hun eigen vast
gewrikte meningen nooit in vraag stellen. Lieden die nog nooit een naaste
hebben verloren door een ongeval met een alcoholluchtje aan. Lieden die vinden
dat alcohol het leven rijker maakt (moet ook kunnen, want niemand riep om een
verbod op de drug ‘alcohol’, wel om een verbod om te rijden met drank in je
bloed).

Ik ben oud genoeg om de jaren 60 en 70 te
hebben meegemaakt, het ene decennium al bewuster dan het andere, en dat heeft
niets te maken met alcoholverbruik. Ik ging met mijn ouders naar de voetbalclub
van het werk van mijn vader en daar werd voor de wedstrijd, tijdens de rust en
achteraf flink gezopen: er bestaat geen deftiger woord voor. Achteraf reed
iedereen olijk en vrolijk naar huis, tegen veertig per uur. Af en toe reed er
zich eentje te pletter en dan mocht je naar een begrafenis, waar er na de
obligate traantjes uitvoerig werd geklonken op de aflijvige. De volgende!

Die tijden zijn gelukkig voorbij, al valt het
sommigen zwaar om afscheid te nemen van dat valse gevoel van vrijheid,
blijheid. Zelf drink ik zelden alcohol, maar ik beken: op een etentje open ik
wel eens met een gin-tonic. Daarna water, veel water, niets anders dan water.
Na twee en een half à drie uur is de alcohol verdampt, maak ik mezelf wijs. Ik
weet uit ervaring dat vermoeidheid doorgaans een groter risico is dan
dronkenschap. Maar laten we eindelijk afstappen van de waangedachte dat het jou
niet zal overkomen en dat jij ertegen kan, wat dat verder ook moge betekenen.

Nultolerantie voor de combinatie
alcohol-autorijden is in wezen een goede zaak. Zoals ook het bannen van rokers
uit publieke plekken in alle opzichten een, letterlijke, opluchting is gebleken.
Als we graag uitpakken met het gezegde dat onze individuele vrijheid eindigt
waar die van een ander begint, dan is de logica dat je gaat voor nul. Want die
aanhangwagen had een fietser kunnen zijn, of een escortgirl.

***

Op de politieke grafzerk van Kris Van Dijck
staat geschreven: He did it his way.

***

In het Belgisch voetbal bestaat nultolerantie
evenmin. Alles moet kunnen. Dat was ook het algemene gevoel na de gedeeltelijke
uitspraak van het Belgisch Arbitragehof voor de Sport, BAS, deze week, behalve
dan bij de luidruchtig juichende luitjes met een geelrode sjaal, die al maanden
‘Wij zijn onschuldig!’ roepen naar al wie wil luisteren. En ook naar al wie
níet wil luisteren, overigens. Voor wie het heeft gemist: KV Mechelen moet niet
degraderen naar 1B, waar het net vandaan kwam. Ondanks de uitspraak van de
Geschillencommissie Hoger Beroep van de Belgische voetbalbond in juni.

Het BAS is uitgegaan van de letter van het
bondsreglement, niet van de geest. In het reglement staan twee tegenstrijdige
artikels. B1711.41 bepaalt dat een uitspraak over daden van omkoping moet
gebeuren vóór 15 juni van het ‘betrokken seizoen’. B1706.31 heeft het over een
verjaringstermijn van acht jaar voor competitievervalsing. Die artikels spreken
elkaar tegen. In de argumentatie voor de Geschillencommissie pruttelde de
bondsprocureur dat ‘betrokken seizoen’ slaat op het seizoen waarin de (poging
tot) fraude aan het licht komt, niet van het seizoen waarin de vermeende feiten
zich hebben afgespeeld. Het BAS heeft dat zinnetje echter letterlijk genomen:
‘betrokken seizoen’. 2018/2019, dus, niet 2017/2018. Puur juridisch kan dat
zonder meer. Maar het signaal dat het hooggeachte arbitragehof daarmee geeft is
tweeledig:

1) Aan al de clubs die de vorige seizoenen
vergeten zijn om matchen te fixen, of niet durfden: idioten, het mócht!

2) Aan al de clubs die tot aan de volgende
reglementswijziging twijfelen of ze matchen zullen fixen: dóen!

Er blijkt nu wel een werkgroep onder leiding
van een Leuvense professor het bondsreglement onder handen te nemen, maar voor
je ’t goed en wel beseft gaat er weer een jaar overheen alvorens dat vehikel
wordt goedgekeurd. Kans is groot dat het komende seizoen aan de durvers is.
Lukt het, barbecue op 16 juni 2020!

Nogmaals, in wezen kan je het BAS niets
verwijten, maar de geleerde heren juristen hadden ook voor een tussenoplossing
kunnen kiezen: KV Mechelen veroordelen voor poging tot matchfixing (waarvan ze
blijkbaar overtuigd zijn, anders hadden ze het argument ‘onschuldig’ of
‘onvoldoende bewijzen’ wel gebruikt in hun gedeeltelijk vonnis) en tegelijk een
sneer geven naar dat gedrocht van een bondsreglement en de bond de opdracht
gegeven tegen begin volgend jaar een nieuwe tekst af te leveren, op straffe van
het annuleren van toekomstige vonnissen. We zijn nu eenmaal het land van
compromissen, het ene al eerbaarder dan het andere.

Het vervelende gevoel dat nu leeft, behalve
bij KV Mechelen-supporters, is dat er alweer een dader vrijuit gaat door een
procedurekwestie. En het is al zo’n moeilijk jaar voor het Belgisch voetbal.
Mogelijk hangen KV Mechelen nog bijkomende sancties boven het hoofd:
puntenaftrek, bijvoorbeeld, of het niet toekennen van een licentie voor het
seizoen 2020/2021, of een flinke boete. Maar wat met de tv-gelden (minstens een
miljoen of drie in 1A, hoogstens 750.000 euro in 1B) die andere clubs nu
derven?

Recht en rechtvaardigheid zijn weer eens
tegenstrijdige begrippen.

***

Als toemaatje stapte de zich benadeeld
voelende partij Beerschot naar een rechter met een eenzijdig verzoekschrift om
de start van de competitie tegen te houden zolang er geen definitieve (tweede) uitspraak
is van het BAS. De club kreeg gelijk. Ik weet niet of men bij de Antwerpse club
écht gelooft dat promotie naar 1A alsnog tot de mogelijkheden behoort — ik
vermoed van niet —, maar dit juridisch spelletje illustreert perfect waar het
sinds 10 oktober 2018, de start van operatie ‘Propere Handen’ werkelijk om
draait: juridische spitstechnologie. Opeens liepen dezelfde advocaten in beeld
die je anders zag paraderen bij mediagenieke rechtszaken met een grote
maatschappelijke impact. Voor topadvocaten is voetbal niet langer de
belangrijkste bijzaak van het leven: het is een belangrijke bron van inkomsten
geworden.

Ik weet niet of we daar blij om moeten zijn.

***

Op de sportieve grafzerk van de Belgische
voetbalbobo’s van de afgelopen 124 jaar staat geschreven: They did it their way.