(Deze
bijdrage verscheen vrijdag 28 juni als opiniestuk in De Standaard.)

Beeld u even in dat ik bij het begin van dit
stukje een vierkant in de lucht teken, zoals de scheidsrechter dat doet als hij
in zijn oortje de vriendelijke maar kordate suggestie krijgt van de
videoreferee om even naar het schermpje naast het veld te stappen om een fase
te herbekijken. Ik doe dit heel even met u, om twee fases van de afgelopen week
nader te bekijken.

We gaan eerst terug naar zaterdag 22 juni. Die
namiddag werd Mehdi Bayat met 15 stemmen tegen 7 verkozen tot nieuwe voorzitter
van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, als opvolger van de onzichtbare
compromisfiguur Gérard Linard. Bayat genoot de steun van de vertegenwoordigers
van het Franstalige amateurvoetbal en de Pro League. Ik vind dat bedenkelijk.
Niet omdat Bayat, net als zijn voorganger, geen woord Nederlands spreekt. Niet
omdat Bayat niet de Belgische nationaliteit bezit: hij is een Iraanse Fransman.
Niet omdat Bayat onbekwaam zou zijn: hij heeft als CEO van Sporting Charleroi
bewezen dat hij een goede zakelijke leider is.

Koninklijke
Bayat Voetbalbond

Mehdi Bayat is de broer van Mogi. Ooit waren
ze samen actief bij Charleroi, onder de hoede van hun oom Abbas. Mogi onderscheidde
zich vooral door alles en iedereen voortdurend op de korrel te nemen. Daar kwam
ruzie van. Mogi moest vertrekken en werd voetbalmakelaar, zo kwamen de
opgebouwde connecties goed van pas. Abbas Bayat verkocht de club in 2012,
waarna Mehdi algemeen directeur werd. Met Mogi als hoofdleverancier om de
spelerskern te stofferen.

We weten intussen dat Mogi een van de spilfiguren
is in Operatie Schone Handen. Hij wordt verdacht van witwaspraktijken en lidmaatschap
van een criminele organisatie. In een rechtstaat is ieder individu onschuldig
tot het tegendeel wordt bewezen, maar de aanwijzingen dat Mogi Bayat wel
degelijk in een grijze en zwarte zone actief is geweest, zijn heel erg groot.
De man was (en is intussen opnieuw) almachtig in het Belgische voetbal. Geen
toptransfer of Bayat is erbij betrokken. Als Anderlecht af wil van een speler,
volstaat één telefoontje, ook al hadden ze hun huismakelaar de wacht aangezegd.
Opportunisme en kortetermijndenken zijn onze voetballeiders niet vreemd, dus week
Mogi Bayat uit naar Luik en is hij momenteel incontournable bij Standard. Ons
kent ons.

Tien maanden geleden, toen Mogi nog bijzonder
actief was op Twitter en elke deal breed uitsmeerde (selfie inbegrepen),
tweette hij op de laatste dag van de zomertransferperiode: ‘Bon aujourd’hui
c’est le tour de mon frère @MehdiBayat79 et @SportCharleroi.’ Versta: vandaag
help ik mijn jongere broer aan wat spelers. Er bestaat dus een nauwe familiale
én zakelijke band tussen de broers.

Dat moet kunnen. En het zegt niets over de
eventuele betrokkenheid van Mehdi Bayat in eventuele financiële en sportieve
malversaties, laten we vooral voorzichtig blijven formuleren. Vraag is wel of
de voetbalbond het zich kan veroorloven om in ‘Schone Handen’-tijden iemand aan
het roer te krijgen die nauw heeft samengewerkt met iemand die op z’n zachtst
gezegd niet onbesproken is en waarvan hij zich nooit gedistantieerd heeft.
Bovendien draagt Mehdi Bayat nu drie petjes: voorzitter van de voetbalbond, prominent
lid van de Pro League en clubvoorzitter.

Tegelijk rechter en partij zijn, vinden ze in
het Belgisch voetbal perfect kunnen. Terwijl ons profvoetbal vooral nood heeft
aan onafhankelijke bestuurders die in de gaten worden gehouden door
onpartijdige toezichthouders. Een VAR, zo u wil.

Amorele
sector

Woensdag pakte Club Brugge trots uit met de
naam van de nieuwe hoofdsponsor: Unibet, ‘de professionele marktleider in
Sports Betting, die zich differentieert op vlak van verantwoord spelen.’ Je
moet het meerder keren lezen om het te geloven. Het staat er echt: ‘verantwoord
spelen’. Gokken met de handrem op, als het ware.

Getuigenissen van gokverslaafden leren ons dat
de werkelijkheid anders is. 302.000 Belgen waagden vorige voetbalzomer, met een
WK in Rusland, een gokje, zo staat in een rapport van de kansspelcommissie (De Standaard, 27 juni 2019). Ze gaven
gemiddeld (!) 673 euro uit. Een half leefloon, zeg maar. Of iets meer dan de
prijs van een abonnement op de hoofdtribune van Club Brugge.

Vijftien van de zestien eersteklassers liepen
vorig seizoen al met de naam van een gokbedrijf op mouw of rug rond. De enige
uitzondering was Eupen, maar dat is in Qatarese handen, waar ze eerder gokken
op prestige en de titel van ‘sportnatie’. Zes miljoen euro zou de Unibet-deal
bedragen. Dat is bijzonder veel, naar Belgische normen, zeker als je weet dat alles
en iedereen hier te koop is. Clubiconen Ruud Vormer en Raoul Lambert gingen
gewillig op de foto met het nieuwe shirt. Unibet komt niet op de shirts van de
jeugdspelers, probeerde men bij Club te vergoelijken. Alsof die jongetjes niet
zullen paraderen met een shirt waarop de naam van hun favoriete A-speler staat,
mét borstreclame.

Het profvoetbal profileert zich eens te meer
als een amorele en asociale bedrijfssector, die geen enkele vorm van inmenging
of externe controle duldt. Wie het voor het zeggen heeft, heeft blijkbaar niets
geleerd van ‘Schone Handen’. Het lijkt de bankwereld in de aanloop naar
september 2008 wel. We weten hoe dát is afgelopen.

Een reclamejongen tweette gisteren: ‘Club
Brugge heeft na Dexia opnieuw een gokbedrijf als shirtsponsor’. Die zat.