“Verbondenheid heeft mijn leven gered. We
mogen ons niet opsluiten in ons eigen denken. We moeten onze geesten openen en
verdeeldheid wegduwen. De tijd dringt.”

Geen introspectieve woorden van een
verliezende politicus, die na 26 mei opeens de filosofische toer opgaat. Geen goedkope
woorden van een dure goeroe, die mensen geld aftroggelt in ruil voor Geluk met
een hoofdletter. Geen bevlogen woorden van een geestelijke leider, die
eindelijk tot inzicht is gekomen. Neen, heldere woorden van een rockzanger op
leeftijd. Nick Cave. Woensdagavond uitgesproken in De Roma, een grote,
plechtstatige zaal die gevoelsmatig werd omgetoverd tot huiskamerformaat. Een
unieke ervaring.

De woorden van Cave zinderen nog na, want ze
zeggen veel over zijn eigen wedervaren, troost zoekend na de dood van zijn zoon
Arthur, vier jaar geleden. Ze waren ook veelbetekenend voor de gelukkige
bezitters van een ticket voor die magische avond, die inzicht kregen in het
wezen van een geliefde artiest en die tegelijk ook kennismaakten met lotgenoten
die hun eigen verhalen vertelden of lastige vragen stelden. Maar ze zeggen ook
alles over wat we na 26 mei met dit land moeten aanvangen. Met als sleutelbegrippen
‘verbondenheid’, ‘geesten openen’ en ‘de tijd dringt’.

***

Waarschuwing: de volgende frasen zouden kunnen
klinken als waren ze afkomstig van iemand die zich wijzer acht dan alle anderen,
die het beter denkt te weten, die een analyse maakt van de analyses, die
politieke ambities koestert. In dat geval: excuus.

***

We moeten niet minder met elkaar verbonden
zijn, maar meer. (Wie niet mee wil, tant pis.)

We moeten niet minder open staan voor andere
gedachten dan de onze, maar meer. (Wat niet wil zeggen dat we ons denken opzij
moeten schuiven of onderdanig maken.)

We moeten niet minder nadenken, maar meer.
(Misschien vergissen we ons wel.)

We moeten niet zoeken naar wat ons scheidt,
maar naar wat ons bindt. (Al is dat vaak weinig.)

***

Tegenover de boodschap van haat die een flink
deel van de 18 procent Vlaams Belangkiezers wil verspreiden, moeten we meer empathie
zetten.

Als vier op de tien Vlamingen zegt dat mensen
in nood hun plan moeten trekken, moeten die andere zes zich niet uit hun lood
laten slaan en net méér energie steken in hulp, hier en ginder.

Eigen volk is belangrijk, maar meer universele
menselijkheid is dat nog veel meer.

Wanneer het woord confederalisme valt in
combinatie met ‘oplossing’ en op de achtergrond de slogan ‘There Is No
Alternative’ zoemt, is het des te meer noodzaak om aan te geven dat er altijd
wel ergens een alternatief te vinden is: TINA woont niet in onze straat. Mensen
van goede wil kunnen dat.

De uitslag is wat hij is, dat kan en mag je
niet negeren, maar zelfs déze uitslag is multi-interpretabel. Er is meer
mogelijk dan we tussen onze tranen van vreugde, verdriet of verbijstering inzien.

We moeten niet in dialoog proberen te gaan met
de fascistoïde racisten en de racistische fascisten, zij zijn reddeloos
verloren. Maar we moeten wel beginnen te praten met de weifelaars, de
twijfelaars en zij die — laten we dat grootmoedig toegeven — aan hun lot
overgelaten zijn: willen zij niet luisteren, jammer, maar we moeten het
tenminste proberen. Anders plegen we schuldig verzuim. We moeten minder woorden
gebruiken en meer zeggen.

Misschien moeten we de term ‘Zwarte zondag’
wel definitief opdoeken, hem terug flitsen naar 1991, waar hij thuishoort. Je
kan die ene partij dan wel zwart (of bruin) noemen, net als een deel van haar
clientèle, maar je mag geen 800.000 Vlamingen stigmatiseren, ook al kan je in vele gevallen objectief aantonen dat kiezers die zonder kennis van een partijprogramma een bolletje rood maken, even kortzichtig en, ja, toch wel, dom zijn geweest dan diegenen die voor Trump stemden omdat die zogezegd anti-establishment was. Dan gaan die
alleen maar meer blijven steken in dat eigen (on)gelijk. Per slot van rekening
zijn zij ook politieke vluchtelingen.

Politici moeten uitkomen voor hún waarden en
normen, hún ideologie, hún ideeën, niet ageren tégen die van de anderen. Deze
verkiezingen draaiden uit op een één tegen allen-gebeuren. Allen tegen Groen,
terwijl Groen in zijn bubbel bleef hangen. Als het negativisme overheerst, plukt
een negativistische partij daar de vruchten van, dat is electorale logica.
Partijen moeten niet minder maar veel meer zeggen waar zij voor staan.
In mijn eigen vakgebied, de journalistiek, moet er veel minder aandacht gaan naar de makkelijke clickbait, de scorende koppen, de mediagenieke bokskampen en het braken van breekpunten, en oneindig veel meer naar waar het écht om draait. De inhoud. De verklaring. Het nieuws achter het nieuws.

We hebben grosso modo vijf jaar min één week
om dit te bewerkstelligen. Dat is minder lang dan je zou denken, maar meer dan voldoende
tijd om de boodschap over te dragen. We zullen met z’n allen iets meer ons best
moeten doen.

Het subjectieve aanvoelen is nu dat de democratie
ons de das omdoet, dat we het misschien met wat minder moeten stellen. Dan roepen
we toch gewoon ‘Meer! Meer! Meer!’?