(Ik mocht voor De Standaard een
analyse schrijven waarom Genk de terechte kampioen is. De tekst verscheen
vrijdag 17 mei in de krant.)

KRC Genk is dan toch de nieuwe landskampioen. Na de
nederlaag in Brugge leek de spanning weer helemaal terug, maar op de
voorlaatste speeldag van Play-off 1 zetten de Limburgers orde op zaken. Vijf
objectieve en vijf subjectieve redenen waarom de vierde titel uit de
clubgeschiedenis verdiend is.

Volgens de eigen clublogica had KRC Genk al in
2014 of 2015 kampioen moeten worden, een of twee jaar nadat het de beker van
België had gewonnen. Zo gebeurde het eerder in 1999 (bekerwinst in 1998), 2002
(beker 2000) en 2011 (2009), maar na de vierde bekerzege, in 2013, was het zes
jaar wachten op de ultieme bekroning. De laatste landstitel dateert al uit
2011, toen nog met de jonkies Thibaut Courtois (19) en Kevin De Bruyne (bijna
20) in de rangen, toekomstige wereldsterren. Vraag is of die er nu ook
rondlopen in een blauw shirt. Sander Berge, misschien? Of toch de relatieve laatbloeier
Leandro Trossard (24)?

Als Racing Genk de juiste dingen doet, heeft
het alles in zich om een stabiele topclub in België te worden. Dat lukte vreemd
genoeg niet na die vorige titels. Er werd toen flink veel geld verdiend op de
transfermarkt, dat wel, maar de vervangers van de vertrokken sterren-in-spe
rendeerden niet altijd. Bestuurlijk lijkt de club nu beter gewapend om voor
continuïteit te zorgen. Al zullen er opnieuw sterkhouders vertrekken: wellicht
Berge en Trossard. Tijdens de wintertransferperiode werd daarop geanticipeerd
door de kern in de breedte te versterken. Slim gezien.

Waarom verdient Genk de titel in het seizoen
2018/2019?

Vijf
objectieve redenen

• Meeste
punten

De meest logische maatstaf van allemaal. Genk
behaalde het hoogste aantal punten, domineerde de reguliere competitie en was
ook in Play-off 1 in staat om de tegenstand van zich af te schudden. Alleen
Club Brugge kwam nog enigszins in de buurt, maar dat had vooral te maken met de
halvering van de punten na dertig speeldagen. Opmerkelijk detail: Genk is
voorstander van de huidige play-off-formule, Club is ertegen. Net die veelbesproken
en — laten we wel wezen — fundamenteel oneerlijke formule zorgde ervoor dat
Genk de titel nog had kunnen mislopen.

Nog opmerkelijk: de poging om de competitie
kunstmatig spannend te maken via Play-off 1 heeft in tien seizoenen nog maar
drie keer een kampioen opgeleverd die niet op kop stond na dertig speeldagen:
AA Gent in 2015 (ten koste van Club), Anderlecht in 2014 (Standard) en… Genk
in 2011 (Anderlecht).

• Beste
aanval

82 keer scoorde Genk dit seizoen. Topschutter Aly Samatta maakte 23 doelpunten.
Genk schiet per wedstrijd gemiddeld 7 keer tussen de palen, dat is maar net
iets minder dan Manchester City (7,1) en Barcelona (7,3), maar beter dan Club
(6,7). Gemiddeld worden er door spelers in Limburgse loondienst 140,4 passen
diep op de helft van de tegenstander gegeven, 8 meer dan Club, 18 meer dan
Gent.

• Beste
verdediging

39 doelpunten incasseerde Genk tot nog toe,
gemiddeld één tegendoelpunt per wedstrijd. Goed voor een doelsaldo van +43.

• Hele
competitie op kop

Op speeldag 5 claimde Genk voor het eerst de
koppositie, sinds speeldag 10 (1-5 winst in de Ghelamco Arena) gaf het de
leidersplaats niet meer weg. 31 speeldagen lang, dat is een hele competitie,
zeg maar.

Sportiefste
ploeg

49 gele kaarten en 2 rode incasseerde Genk.
Daarmee is het veruit de sportiefste ploeg uit de Jupiler Pro League. Ter
vergelijking: Club Brugge (69 geel-4 rood), Antwerp (107-4), Standard (81-4),
Anderlecht (76-5), Gent (70-8). Hoe minder gele kaarten je krijgt, hoe minder
je moet afrekenen met geschorste spelers. Maar lees voor alle zekerheid toch
ook even ‘Niet geschorst’ iets verderop.

Vijf
subjectieve redenen

• Beste
trainer

Als speler was Philippe Clement (45) een
nuttige werkkracht: intelligente jongen die zich ten dienste stelde van de sterren
van het team, bij Beerschot (in tweede klasse), Genk, Coventry, Club Brugge en
Germinal Beerschot. Assistent-trainer leek dan ook het hoogst haalbare voor een
man die tot z’n 37ste actief bleef voetballen. Hij begon als beloftentrainer
bij ‘zijn’ Club, waar hij voordien tien seizoenen had gespeeld, mocht er twee
keer proeven als interimtrainer, en was vijf seizoenen assistent: eerst van
Juan Carlos Garrido, daarna van Michel Preud’homme. Tot hij in de zomer van
2017 de sprong waagde. Als hoofdtrainer van Waasland-Beveren liet Clement zijn
bescheiden elftal vrank en vrij voetballen, wat al na een half jaar een lucratieve
transfer opleverde naar een G5-club. In Genk zorgde de Antwerpenaar tegelijk
voor stabiliteit én een complete ommezwaai.

• Positiefste
voetbal

Wie had ooit gedacht dat een verdedigende
middenvelder, die later afzakte naar een centrale plek in de verdediging,
zoveel aanvalslust op het tactisch bord zou durven te tekenen? Op een paar wedstrijden
na liet Philippe Clement zijn elftal positief, aanvallend voetballen. Mét
Pozuelo was balbezit cruciaal (gemiddeld 59,4% tot eind januari), zónder de
Spanjaard werd er directer gevoetbald (56,6% balbezit nu).


Mentaal top

Vijf weken lang hield Alejandro Pozuelo Genk
en zijn aanhang gegijzeld. In januari liet de Spanjaard weten dat hij pas na
afloop van het seizoen zou vertrekken, tot plots Toronto FC met dollars begon
te zwaaien. ‘Pozo’ was de draaischijf, begrijpelijk dat het bestuur hem niet
wilde laten gaan. Al had dit achteraf bekeken de beste oplossing geweest. Geen
gedoe, de vervanger (Bryan Heynen) bleek toch al klaar te staan. Staf en
spelers bewezen mentaal top te zijn in die bewogen periode.

• Niet
geschorst

Zeven speeldagen werden er geëist tegen
Roeslan Malinovski, na zijn al dan niet bewuste trapbeweging naar het hoofd van
Birger Verstraete (AA Gent). Zelfs als het er nog maar twee zouden zijn
geweest, had Genk hem moeten missen in de cruciale duels tegen Club en op
Standard. Nu miste de Oekraïner geen enkele wedstrijd. Zonder Pozuelo én
Malinovski, dat zou wellicht van het goede te veel geweest zijn. Soms moet het
meezitten.

• Beste
omkadering

Voorzitter Peter Croonen straalt rust uit, is
geen tafelspringer zoals sommige van zijn collega’s. Algemeen directeur Erik
Gerits is een trouwe clubman met een visie. Technisch directeur Dimitri De
Condé heeft het sportieve plaatje uitstekend gemanaged. En dan is er nog
Philippe Clement met zijn staf. Mannen met verstand van voetbal en een hart
voor de club, een ideale combinatie.