Rood aangelopen, schuim op de lippen, wijd opengesperde
mond, priemende ogen, een vuist die door de lucht klieft: zo moet volkswoede er
ongeveer uitzien mocht je die vertalen in het gedrag van één mens (m/v/x). O,
wat waren we kwaad toen maandag het onvermijdelijke nieuws doorsijpelde dat de
vermiste Julie Van Espen niet langer vermist was.

De onmacht, het verdriet, het medeleven, hoe
ver of kortbij we ook staan en stonden bij die ene jonge vrouw en al wie haar
dierbaar is, zijn begrijpelijk en goed. Het toont dat we empathisch zijn. (Of
kunnen zijn, want we zijn het niet altijd. Maar dat is weer een ander verhaal,
het gaat niet over ‘vreemde’ mensen in nood, deze keer.)

Het onbegrip en de vele vraagtekens die we
collectief stellen bij de beslissing om een recidive verkrachter op vrije
voeten te laten, zijn eveneens begrijpelijk. Voor één keer was ook ik geneigd
om een rechter wereldvreemd te noemen. Passionele moordenaars slaan doorgaans slechts
één keer in hun leven toe. Wie in paniek is, kan eenmalig voor een grote ravage
zorgen. Maar een seksueel roofdier is een gevaar voor altijd. Of kán dat zijn,
laten we de hoop op genezing niet helemaal negeren. Steve B. had nooit op die
plaats mogen zijn: híj was de verkeerde persoon op de verkeerde plek op het
verkeerde moment, niet Julie. Nooit het slachtoffer, altijd de dader. Een
rechter had dit moeten kunnen inschatten, denk ik dan. En al zeker als je de
achtergrond van B. bekijkt: zelf misbruikt door zijn stiefopa. Slachtoffer die
dader wordt, er zit een flinke graad van voorspelbaarheid in. Dat moet zo’n
rechter ook al weleens ergens gelezen hebben in een betrouwbaar rapport.

Het spelletje zwartepieten achteraf was
zielig. Adding insult to injury. Het is niet míjn schuld. Het is niet ónze schuld.
Vingerwijzen is zo makkelijk. Eén beweging volstaat. Mensen die je normaal als zeer
verstandig zou beschouwen, riepen zonder nadenken dat de minister moest opstappen.
Alsof die zelf Steve B. op de wereld had losgelaten. Stel je het omgekeerde
voor: dat de minister zich destijds zou bemoeid hebben met die vrijlating, het
juridisch kot zou te klein geweest zijn. Diezelfde mensen die nu vinden dat de
minister zijn ‘verantwoordelijkheid moet nemen’, zouden op dat ogenblik met de scheiding
der machten geschermd hebben. En terecht. Ook Koen Geens zal Justitie, die eigengereide
Titanic die hardnekkig tegen ijsbergen blijft aanbotsen, niet snel en drastisch
genoeg hervormd hebben, dát mag je hem aanwrijven, maar niet deze ene, achteraf
bekeken dramatische beslissing van een rechter. Soyons sérieux!

***

Zo begrijpelijk
onmacht, medeleven en onbegrip waren, zo onbegrijpelijk vind ik de manier waarop
de volkswoede zich via de open riolen van deze maatschappij, de sociale media
en de fora op de nieuwssites, verspreidde. Zelfs na zo’n diepmenselijke
tragedie en na foute inschattingen allerhande passen sereniteit en stilte. De
doodstraf is hier al een tijdje afgeschaft, zoals het een beschaafde, volwassen
samenleving betaamt. Lynchpartijen zijn out. En oud.

***

Julie Van Espen was
een vrouw die nog alles voor zich had liggen, zo dacht ze, zo dachten haar
dierbaren, zo had het moeten zijn. Haar naam en foto werden massaal gedeeld.
Dat is de bekommerde medeburger in ons. Dat is goed. Zij mag bij naam genoemd
worden. Bij Steve B. was dat beter niet gebeurd. Ik blijf voorstander van
anonimisering van daders, zeker als het om dit soort feiten gaat. Wie zich
onmenselijk gedraagt mag een stukje ontmenselijkt worden. B. is het niet waard
om een familienaam te krijgen, dat zou het signaal geweest zijn mochten we hem
met z’n allen ‘Steve B.’ zijn blijven noemen. Een dader van de ergst denkbare
feiten zou die familienaam alleen maar kunnen terugverdienen, door zich te
rehabiliteren. Dat moet het doel van gevangenisstraf of internering zijn. Voor
B. is het nu te laat: hij moet tot zijn laatste ademstoot Steve B. blijven.
Verkrachter. Moordenaar. Gevangene. Uitgestotene.

***

Morgen is er die
stille mars in Antwerpen. Vele tienduizenden hebben zich daarvoor al aangemeld.
Ik hoop dat ze er zullen zijn. Van mij mogen ook politici mee opstappen, maar
doe het dan een beetje discreet. Dit mag geen campagnemoment worden. Loop niet
op de eerste rij, maar schuif ergens middenin aan, als bezorgde ouder of bekommerde
burger. Speld geen partijslogan op. Probeer geen zieltjes te winnen.

Ik hoop dat de stilte
oorverdovend zal zijn. Maar ik hoop vooral dat het geluid achteraf dat ook zal
zijn.

Hoe justitie dit in de
toekomst moet vermijden, moeten veel slimmere mensen dan ik maar bedisselen,
maar ze moeten het wel dóen. Nú. Waar we als modale burgers wel voor kunnen
zorgen, is het creëren van een klimaat waarin figuren als Steve B. uitzonderingen
blijven. Las ik dat goed, honderd verkrachtingen per dág? Ouders, voed uw zonen
op (Ik mag dat zo pertinent neerpennen, want 97 procent van de aanrandingen
gebeurt door een man. Of door mannén, want in groep zijn we stoer). Leraars,
help hen daarin. ‘Hoe moet ik mij gedragen?’ als eindterm, zou dat geen idee
zijn? Opvoeding, preventie, bijsturing waar het kan, repressie waar het moet.
En vooral: laten we naar een samenleving gaan waarin het aantal aangiften van
aanrandingen en verkrachtingen de honderd procent benadert, waarin slachtoffers
geen angst of schaamte voelen om te rapporteren wat hen overkomen is, waarin
daders weten dat de pakkans bijzonder groot is, waarin we met een veilig gevoel
wandelen, fietsen of lopen. Het is een utopie, dat besef ik, maar we kunnen er
op z’n minst naar streven. Voor Julie.