Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Joke, Joke, haal ’t spinrag uit je haren

Samenleving Posted on di, december 02, 2014 16:08:04

Waarde minister,

Geachte mevrouw Schauvliege,

Beste Joke,

Joke,
Joke, haal ’t spinrag uit je haren / Joke, Joke, trek je witte jurkje aan!

Wat ik me bij wijze van binnenkomer afvraag: heeft deze zin vaak
weergalmd ten huize van het gezin Schauvliege in Gent? Misschien diende het lied
wel als inspiratie bij uw naamgeving, want zowel Joke van Jan De Wilde als uzelf dateren van het gezegende jaar 1970.

Joke,
Joke, wip de schoenen van je voeten / haast je, haast je of de wolken zijn ons
voor
.

Als Vlaams minister van Leefmilieu heeft u een
mening over milieu, zo mocht ik vanochtend tijdens het dagelijkse verslikkingsproces bij het drinken van mijn eerste koffie vernemen. Uw mening stond zelfs op pagina twee van de krant. ’t Is te zeggen, u bent van
mening dat de elf halve en hele BV’s die gisteravond op een zorgvuldige
georkestreerde bijeenkomst in de Vooruit in uw hometown Gent lieten weten dat ze al onze overheden – bij de
laatste telling waren het er vier – in gebreke stellen omdat ze de afspraken op
internationale klimaatconferenties niet nakomen, zelf niet te hoog van hun
ivoren toren moeten blazen en eigenlijk best die mening niet hadden gedeeld met de rest van de bevolking. Wat zal hún ecologische voetafdruk wel niet wezen,
ha? En wat doet de modale Vlaming, Waal, Brusselaar of Duitstalige
kwistenbiebel om zijn verwoestende gedrag te corrigeren, dubbele ha? (Ik denk er die ‘ha’s’ even bij, mevrouw, vergeef het me.)

U heeft gelijk, natuurlijk. Die tien mannen en
die ene vrouw zullen ook wel eens in de file staan of met het vliegtuig op reis
gaan of hun centrale verwarming op honderd zetten of… Ja, dat zullen zij. Dus
moeten ze niet zo moeilijk doen, weet u al sinds uw schooltijd. “Al wat ge
zegt zijt ge zelf”, zo moet u in die glorieuze jaren zeventig wel eens op
de speelplaats gehoord hebben en u heeft dat goed in uw oren geknoopt, met het
gedacht om dat ooit nog wel eens te kunnen gebruiken. Nu, dus.

Terwijl de boodschap in deze belangrijker is
dan de boodschappers, waarde minister, zoals dat ook al het geval was met initiatieven als Live
Aid, Band Aid en – laten we ’t even voor ’t gemak afronden – zowat alle goede
doelen op aarde. Van mij mag Tom Lenaerts dit gerust promoten: ik vind hém niet
interessant, wel wat hij en de zijnen te zeggen hebben. En laat u ook niet
afleiden door die Joël De Ceulaer, u moet weten dat die sinds een tijdje alles
weggooit (ja, ook het kind met het badwater), behalve God.

Laat die
lamme sokken en kom gauw mee naar buiten / luister naar de merel en kijk naar
mij, / de zomer en de zonde staan uitdagend te fluiten / laten we de beestjes
even vrij.

Ja, kom naar buiten, beste Joke, daar waar het
zo stinkt en waar de merel zich al jaren verscholen houdt, als hij tenminste al
geen andere, gezondere oorden opgezocht heeft. De beestjes vrijlaten houdt
risico’s in tegenwoordig. Laat u niets wijsmaken, noch door de overdrijvers en
de misantropen aan de ene kant, noch door de het-licht-van-de-zon-ontkenners
aan de andere. Er loopt een en ander mis met ons klimaat, die mannen en vrouwen
van het Intergovernmental Panel on Climate Change zijn heus geen snijbonen en
al zeker geen pipo’s.

Doe er iets aan, mevrouw de minister. Dat is
úw verantwoordelijkheid en die van uw collega’s in andere regeringen. Doe het
nu, alvorens het kortzichtige energiebeleid er straks voor zorgt dat het licht
uit gaat. Doe het, omdat u een contract heeft ondertekend op de
klimaatconferenties, kom dat dan ook integraal na. Pacta sunt servanda, vraag maar eens op ’t Schoon Verdiep in A wat dat betekent. Doe, want denken is stilaan
te laat.

En ja, dan moet de hele bevolking mee. Die van
ons land en die van alle andere landen. Mentaliteitswijziging, gedragspatronen
aanpassen, allemaal moeilijke dingen voor de mensen. Maar u, als uitvoerende
macht, uw broeders en zusters in de parlementen, als wetgevende macht, en
desnoods ook die carnavalesk geklede togahangers van de rechterlijke macht met
hun karwats, voor als de brave burger dan toch niet zo braaf blijkt te zijn.

En stel nu, heel eventjes, voor de grap, dat
die vreemde vogels die er zelf dikwijls uitzien als opgewarmde lijken overdrijven
of, stel je voor, liegen, dan verdient de milieukwestie nog al onze aandacht,
want dat anders gaan leven is echt wel zinvol. Niets zo destructief als de mens, mevrouw.

Maak er uw missie van. Of, weet je wat, wees
mee met uw tijd en noem het uw ‘e-missie’.

Joke,
Joke, ik word gek of ik ben dronken / Joke, kom nou, trek je witte jurkje uit!

(Een deugniet is het, die De Wilde.)

Met in deze tijd van het jaar iets te warme
groet,

F. Van Laeken (maar noem me gerust Van Lancker
als u dat beter uitkomt),

individuele burger die iets aan zijn
ecologische voetafdruk probeert te doen ondanks zijn 45 van schoenmaat.



Celibaat

Samenleving Posted on wo, november 19, 2014 11:55:44

De pastoor van Bissegem insinueerde dit
weekend tijdens zijn wekelijkse preek dat pedopriesters een gevolg zijn van het
celibaat. Ik weet niet of de man uit eigen ervaring sprak, maar in zijn
provincie, het wulpse West-Vlaanderen, komt het wel vaker voor dat priesters
zich eens goed laten gaan in het bijzijn van jonge kinderen. Het begint met
‘Sapristie, die kleine ziet er aantrekkelijk uit!’ en resulteert in ‘Kom eens
naar de sacristie, schavuit, ik moet u eens iets laten zien’. De befaamde Roger
Vangheluwe, halve God in Frankrijk, ging pastoors uit Hooglede en Middelkerke
vooraf in het hebben van een relatietje.

De gelovigen waren geschokt door die woorden
van meneer pastoor. Want zoiets doe je niet op zondag en in het bijzijn van een
kinderkoor van welgeteld 34 jonge kwelende leden in het brave Bissegem, een
deelgemeente van de wereldstad Kortrijk, middenin de enclave
Doewelenzienietomië. Of ze het ook niet eens waren met zijn achterliggende
standpunt – ‘Weg met het celibaat!’ – werd me niet geheel duidelijk uit de
lectuur van mijn kranten.

Ik vind: dat celibaat is niet meer van deze
tijd. En als ik er goed over nadenk is het eigenlijk van geen enkele tijd. Het
is ooit bedacht door de bestuurders van de katholieke kerk, grijze oude mannen
met een klein libido en een klein pietje, of regelrechte hypocrieten die wit
zeggen en zwart doen, want dat komt wel eens voor in die kringen. Afschaffen is
een zeer goed idee, daar volg ik pastoor Seynaeve in.

Alleen is de context verwerpelijk. Als een
priester wel eens zijn rokken omhoog trekt om het spel der liefde te bedrijven
dan heb ik daar namelijk niets op tegen als dat met wederzijdse toestemming
gebeurt van alle betrokkenen (en dat mogen er van mij meer dan twee zijn, ik ben
breeddenkend in die dingen). Dat heet seks, lust en wie weet zelfs liefde. Doe
vooral lekker op en hekel dat achterlijke celibaat dat priesters verbiedt om
doodnormale menselijke gevoelens te hebben.

Dat is wat anders als die seks wordt gepleegd met
nietsvermoedende en – laten we de vaak misbruikte term toch maar hanteren –
‘onschuldige’ slachtoffers. Kinderen, mentaal gehandicapten, mensen die tot
seks gedwongen worden. Ze beseffen het (nog) niet of ze willen het niet. Een
priester die zich vergrijpt aan een kind is niet zelf een slachtoffer van het
celibaat, maar blijft altijd en overal een dader. Een seksdelinquent. Een
verkrachter. Een pedofiel. Een vieze vuile vetzak. Laten we ’t daar over eens
worden. Niet het celibaat is de oorzaak van zijn gedrag, maar het feit dat hij
ziek in zijn hoofd is. Daar helpt geen lievemoederen, dagelijks masturberen of
stiekem een relatietje opbouwen aan.

Wat mij stoort aan de wellicht goedbedoelde
woorden van meneer pastoor is dat hij zijn pedocollega’s een excuus verschaft
dat wel heel sterk neigt naar dat van volwassen verkrachters van andere volwassenen:
ze was uitdagend gekleed, meneer de juge, ik zat met een broek vol Open VLD-slogan en kon mij niet meer inhouden. Het spijt mij. Vertaald in Vangheluwiaanse
kringen: hij zag er zo sexy uit in zijn korte broek, die lekkere knaap.

Met andere woorden: als morgen het celibaat wordt
afgeschaft (we mogen af en toe dromen, nietwaar?), zal de pedopriester zijn
gang blijven gaan. Wat gaat de pastoor van Bissegem dán zeggen in zijn preek
tot de gelovigen uit Doewelenzienietomië? Ach, een relatietje, laten we niemand
veroordelen, beminde gelovigen.



Traditie

Samenleving Posted on ma, november 17, 2014 12:13:09

Ha, die Facebook. Sociaal medium van
flauwiteiten, ontelbare in gradaties van scherpte variërende foto’s van kroost,
huisdieren en zalig gezinsgeluk, en pocherige
ik-weet-hoe-de-wereld-in-elkaar-zit-boodschapjes, jammer genoeg niet beperkt
door een maximum aantal lettertekens. Wat Facebook absoluut niet is, heb ik
afgelopen zaterdagochtend weer geleerd, is een discussieforum. Dan gaan de
stekeltjes rechtop staan, iedereen in defensieve modus en maar uithalen naar al
wie anders denkt. Nogmaals: helaas niet beperkt door pakweg 140 Twitteriaanse
tekentjes.

Wat ik dan bij het begin van dit regenachtige
weekend heb gedaan om zulke heftige reacties los te weken? Ik las in een
krant, De Morgen om ze maar te
noemen, een interessante opiniebijdrage van Paul Beloy, een collega-oud-strijder
van bij Beerschot AC, iemand die ik heel graag heb omwille van zijn
constructieve ideeën en kordate aanpak. O ja, Paul is een zwarte medemens, om verdere misverstanden uit te sluiten. Hij had voor zichzelf uitgemaakt dat Zwarte Piet
niet racistisch bedoeld is, maar dat de figuur met het kroezelhaar, de
oorbellen, de felrode lippen en het zwart geschminkte gelaat wel vooroordelen
bevestigt. Dus, schreef goede vriend Paul, zou het goed zijn om het
Sinterklaasfeest te actualiseren, zonder dubieuze, na al die jaren en vele
bijsturingen nog steeds wat dommige donkere knecht. Waarom niet door de pakjes,
o tempore o mores, per drone te laten afleveren. Lekker modern.

Ik schreef letterlijk: “Waardevolle en
beheerste bijdrage tot het Zwarte Pieten-debat door Paul Beloy: ‘Wat belet ons
om het feest voor de allerkleinsten helemaal aan te passen aan de 21ste eeuw en
dat hele gedoe met die knecht definitief in de zak te steken?'” Dat
laatste citaat leende ik uit het opiniestuk.

Een greep uit de reacties:

“Wat belet ons om het offerfeest te
veranderen?” (weinig ter zake, me
dunkt)

“Het wordt tijd dat ze Paul Beloy op
dezelfde boot zetten met de sint zijn pieten. Als hij na al die jaren nog
steeds niet aangepast is aan onze tradities. Van mij krijgt hij alvast het
knopje delete van op mijn facebook vrienden.” (ik heb deze man zelf onmiddellijk ‘ontvriend’)

“Dus alle zwarten direct CEO in een
firma? Geen werknemers (aka knecht) meer?” (een goede verstaander heeft een half woord nodig, een slechte een
halve encyclopedie)

“Zageventen! Pollen af van Sinterklaas én
Zwarte Piet! Alsjeblief zeg!” (oké…)

“Ik weet één ding: in de landen waar de
heren Jahjah en z’n kompanen vandaan komen, moeten ze er nog niet aan denken om
bepaalde onderwerpen bespreekbaar te maken, laat staan er een verbod op
trachten te bekomen!” (misschien
moeten wij ons dan in dat opzicht, dat van de verdraagzaamheid, superieur tonen
door wél het debat aan te gaan?)

Tja, van je Facebook-vrienden moet je ’t
hebben!

***

Ik ben er voor om Zwarte Piet af te schaffen
en het hele Sinterklaasgebeuren te moderniseren, maar ik sta niet mee op de
barricaden. Zo belangrijk vind ik het onderwerp nu ook weer niet en bovendien
durf ik twijfelen: roepen we niet te hard door de racisme-megafoon? Ik weet het
niet altijd, geef ik toe.

Anderzijds: alle meningen waren afkomstig van
blanke mannen, op twee neutralere vrouwelijke (ook al blanke) opmerkingen na.
Ook in de media zijn het vooral blanke mannen die hun zegje doen én de intussen
onvermijdelijke Dyab Abou Jahjah, maar da’s een terrorist, dus daar moeten we
niet naar luisteren, klinkt het dan gauw. Zo gaat dat als je argumenten wil
ontkrachten: je maakt de andere verdacht of laat uitschijnen dat die
wereldvreemd is, “want, ja, wie begint dáár nu over?”.

Mij gaat het erom dat je dingen permanent in
vraag moet durven te stellen: jezelf, de samenleving, normen, waarden,
tradities. Alleen open samenlevingen durven dat nog. Daarin verschillen we van dictatoriale, cultureel achterlijke of door een enge religieuze zienswijze
gedomineerde maatschappijen. Niet onze huidskleur maakt ons beter, maar wel
onze openheid.

Tenminste, dat dácht ik. Blijkbaar mag je nu
niet meer kritisch zijn en je eigen functioneren, als individu en als groep, in
vraag stellen. In het gepolariseerde Vlaanderen, waarin wij-tegen-zij
tegenwoordig flink gecultiveerd wordt (van ‘Het is de schuld van de sossen’ over
een resem andere ongenuanceerde idiotieën tot ‘Alle N-VA’ers zijn racisten’),
moet je a) een onwrikbaar standpunt innemen en b) dat met verbaal
wapengekletter verdedigen. We zijn absolutisten geworden: ja, luister maar naar
ons, we weten het echt wel beter!

Wel, ik doe daar niet aan mee. Ik wil geen
oorlogjes van dit slag winnen en ik wil al zeker geen veldslagen uitvechten die
ons geen meter vooruit brengen. Wat een lafheid, wat een haast
godsdienstig fanatisme en fundamentalisme, wat een kortzichtigheid, wat een
alleen op je eigen directe leefomgeving afgestelde opeenstapeling van meninkjes
zeg!

***

Als we dan toch zo gehecht zijn aan traditie,
waarom lopen we dan niet meer rond in een berenvel met een knots in de hand en slapen we
’s nachts in een hol? Of is dat een te vroege traditie? Waarom zetten we
mondige vrouwen niet meer op de brandstapel onder het mom dat het onbetrouwbare
heksen zijn? Waarom hakken we de hoofden van andersdenkenden niet gewoon af?
Waarom hebben we vrouwen stemrecht gegeven of – nog wat verder terug in de
moderne tijd – hebben we Jan met de Pet überhaupt de kans geboden om zijn stem
uit te brengen? Het cijnskiesstelsel, dat werkte toch ook en je hoefde als
leidende elite tenminste geen rekening te houden met dat gezeur van de kleine
man, de domme sukkel.

Waarom… zijn we aan de ene kant zo trots, en
terecht, op onze democratie en vertikken we het aan de andere kant om de
onvermijdbare multiculturele samenleving te omarmen, weliswaar met diep en
gepast respect voor die democratie en het secularisme dat ermee samenhangt en dat
ons behoedt voor politieke, militaire en godsdienstige overheersers?

In een samenleving die modern is en zichzelf
respecteert, gaan we juist wél het debat aan over Zwarte Piet. Niet om het
waardevolle Sinterklaasfeest uiteindelijk af te schaffen, maar om te
onderzoeken of er geen elementen zijn die mogelijk beledigend zijn. En laten we
dan vooral niet krampachtig onmiddellijk de dialoog smoren in kreten en
verwensingen of bij het onderzoek alleen maar rekening houden met de opinie van
mensen die er hetzelfde uitzien als wij. Dan kunnen we ons net zo goed de
inspanning besparen. Jawel, het gaat het om de kracht van verandering. (Waar
heb ik die slogan nog gehoord?)

***

Een man die zich op Twitter “Critical
analyst of accepted ideas” noemt en die een paar jaar geleden niet te
beroerd was om alle mogelijke rechtsmiddelen aan te wenden om te beletten dat
seksueel misbruik binnen de kerk zou onderzocht worden, tweette zondag:
“Ik wil geen #Zwarte Piet-“debat”. Géén. Nultolerantie.”

Alleen al om dat soort absolutistische,
extreem onverdraagzame en bijzonder zelfingenomen standpunten verdient Zwarte
Piet wél een sereen debat, te voeren door vooraanstaande figuren binnen de
verschillende culturele gemeenschappen in dit land en niet alleen door lieden
die zichzelf o zo geweldig vinden. Stel dat de uitkomst is dat Zwarte Piet
aanstootgevend is, dan moeten we daar conclusies aan verbinden. Omgekeerd kan
uiteraard ook. Misschien wordt de invloed op kinderen van andere komaf
overdreven. Ook goed, wat mij betreft. Maar dan weten we het tenminste.

Tradities zijn mooi, voor sommige moeten we
blijven opkomen en ze desnoods gewapenderhand verdedigen, anderen zijn na
verloop van jaren of eeuwen aan actualisering toe. Het Sinterklaasfeest zal
niet minder mooi zijn zonder Zwarte Piet. Het zou alleen even wennen zijn aan
het verdwijnen van het beroete personage. We kunnen onze kinderen altijd
proberen wijs te maken dat de brave man ontslagen is omwille van de economische
crisis, ze zien in hun omgeving wel ergere dingen gebeuren. We maken hen nu toch al zo lang wijs dat
Sinterklaas zelf bestáát, een leugentje om bestwil meer of minder gaat er heus wel
in. Of gelooft u nog wel in Sinterklaas, misschien?

***

Ik kan niet wachten op 7 december. Kunnen we
’t eindelijk weer over politiek hebben. Of over rendieren.



De Slanke Lijn

Samenleving Posted on do, november 13, 2014 12:24:17

Gratis bestaat nu ook officieel niet meer.
Vanaf september volgend jaar moeten 65-plussers betalen voor hun jaarabonnement
op De Lijn. Eerder al, in februari 2015, moet ook al wie jonger is dan elf betalen. Het gratis-beleid van Steve ‘Stunt’
Stevaert wordt daarmee ten grave gedragen: gratis, voor een aantal reizigers,
maar niet voor de Vlaamse overheid, want iemand moest natuurlijk al die jaren de rekeningen betalen.

Vijftig euro betalen jonkies en oudjes
binnenkort. Dat is vijftig euro meer dan tot nog toe. Dat is ook nog altijd
zo’n tweehonderd euro minder dan wat mensen in de leeftijdscategorie 12-64
jaarlijks dokken. Als je die vijftig euro verdeelt over het aantal weken in een
jaar, valt het eigenlijk allemaal nog best mee: minder dan een euro per week,
dat is niet onoverkomelijk, zeker wanneer je beseft dat je de echte sukkels –
de senioren die de dubbele pech hebben dat ze met hun gezondheid sukkelen én
moeten leven van een klein pensioentje – zelden of nooit op tram of bus zult
zien. Te hectisch, te moeilijk bereikbaar, te gebruiksonvriendelijk voor mensen
op gevorderde leeftijd.

Veel wereldvreemder vind ik dat een
individueel ticket voortaan drie euro moet kosten en dat ook de prijs van een
ticket in voorverkoop of via sms een pak duurder wordt. Als je een
tienrittenkaart koopt, wat ik zelf geregeld doe, kost die je over tweeëneenhalve maand 14 in plaats van
10 euro, een prijsverhoging met maar liefst 40%. Dát werkt ontmoedigend.

Maar het allergrootste probleem van De Lijn
blijft de dienstverlening, zeker als je, zoals ik, op de buiten woont. Gelukkig
is er op tien minuten stappen een treinhalte die mij om het uur naar de
beschaafde wereld voert, één keer per dag zelfs tot in het verre Antwerpen.
Zonder die treinverbinding zou ik al mijn verplaatsingen met de wagen moeten
doen, niet omdat ik zo verknocht ben aan die vervuilende automobiel, maar
omdat ik anders nergens geraak. “Had je maar niet tien kilometer voorbij het
bordje ‘Einde beschaving’ moeten gaan wonen”, zult u misschien opwerpen. Tja. Ik zou
heel graag al mijn verplaatsingen met het openbaar vervoer maken.

Als ik van bij mij thuis naar de Grote Markt
van Brussel wil en ik vertrek om tien voor acht ’s ochtends op een weekdag,
dan doe ik daar met de wagen in de drukke ochtendspits ongeveer een uur tot 75
minuten over. Met de trein is dat, van deur tot deur, iets meer dan vijftig
minuten. Ik kom in dat geval ook minder gestresseerd toe. (Ik speel natuurlijk vals: als ik
schrijf ‘kwart voor acht’ weet ik dat net ik op tijd arriveer om die ene trein
om het uur te kunnen nemen. Stel dat ik ’twintig over zeven’ zou nemen als
voorbeeld, dan moet ik een halfuur extra rekenen voor mijn
trein/wandel-combinatie…)

Met de bus wordt dat helemaal een onmogelijke opdracht.
Ongeveer één bus om het uur, tien kilometer verderop overstappen, wat vooral betekent:
uitstappen en in de kou/de hitte/de regen/de sneeuw/whatever wachten. Aan de rand van Brussel opnieuw overstappen op de metro.
Reistijd: ik heb het nog niet berekend, maar anderhalf uur lijkt me een zeer optimistische schatting.

Het probleem van De Lijn zit ‘m niet in een
gebrek aan vraag (te weinig reizigers), maar in een lamentabel aanbod (te
weinig bussen, te weinig rechtstreekse verbindingen, te lange wachttijden voor
het overstappen). Er zijn voldoende potentiële reizigers, geloof me, maar ze
zijn nu onzichtbaar in de statistieken van de Trein-, Tram- en Bus-gebruikers,
omdat ze niet bediend worden. Dus nemen ze toch maar de auto om zich, o zo
voorspelbaar, vast te rijden in de dagelijkse file, een miserie waar je je
horloge op gelijk kunt zetten, maar waar helaas voor velen geen volwaardig alternatief voor bestaat.

De Vlaamse overheid zou moeten durven investeren
in openbaar vervoer in plaats van bij elk nieuw regeerakkoord het aanbod verder terug te laten schroeven. Op de duur gaan zelfs de diehard believers in het
openbaar vervoer verplicht zijn om zich een auto aan te schaffen. (Of ze gaan
in de stad wonen, maar dat zorgt dan weer voor andere problemen, zoals stijgende levenskost.) Als het
aanbod volwaardig zou worden, zou de vraag gestaag stijgen, daar ben ik van
overtuigd. Maar dan moet je ook durven om een paar jaar de statistieken met
hooguit één oog te bekijken, werken aan een mentaliteitswijziging en het
alternatieve vervoer erin blijven pompen, tot het tot de bevolking doordringt. Bewustmaking is een taak van de overheid.

Openbaar vervoer is in dit vrolijke land al
decennia, onder welke bedwindsploeg ook, een stiefkind, zo eentje dat men in de
hoek zet en aan zijn lot overlaat. Omdat dat kindje door te weinig beweging
dikker is geworden, wordt het naar de Weight Watchers gestuurd. Nu is het een
slanke, zeg maar: magere, jongen geworden. Vel over been, ziet er bleekjes uit,
zullen we de dokter bellen? Of meteen maar de begrafenisondernemer?

Aan De Steeds Slanker Wordende Lijn hebben
bewuste reizigers op dit ogenblik weinig of niets en de vooruitzichten zijn
somber, héél somber. Misschien kan Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts
daar eens over nadenken in plaats van goedkope grapjes te maken over Maurice
Lippens die zich wel een betalend jaarabonnement kan veroorloven. Enkele van zijn
andere bevoegdheden (Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme) indachtig zou hij
er bijvoorbeeld voor kunnen ijveren dat mensen zoals ik, koele minnaars van het
huidige openbaar bus- en tramvervoer, straks snel en efficiënt in de bewoonde
wereld geraken, zodat ik de grootste pleitbezorger van De Lijn kan worden.
Ik zou er met plezier één keer per week een positief stukje over willen schrijven op deze plek.



Neen aan de jaknikkers!

Samenleving Posted on vr, november 07, 2014 12:55:43

Het is uit de ongedwongen gesprekken dat je
het meeste kunt leren over een mens. Dat blijkt nu al weken in het
Canvas-programma Alleen Elvis blijft
bestaan
. Ontwapenende conversaties met een empathische interviewer (Thomas
Vanderveken) en gasten die bereid zijn om anderhalf uur lang hun masker af te
zetten.

Vorige vrijdag was Patrick Janssens te gast,
algemeen directeur van voetbalclub KRC Genk, maar vooral ex-burgemeester van de
grootste stad van Vlaanderen, waardoor hij precies paste als afsluiter van De Week van de
Stad. Janssens bleef naar goede gewoonte redelijk koel en afstandelijk, maar gaf over
de pijnlijke nederlaag tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 toch
enkele opmerkelijke dingen toe. Eén, die stadslijst met CD&V was een domme
vergissing. Twéé, die schouder van Gène Bervoets was nodig. Drié, hij had ‘het’ niet zien aankomen. Uit zijn directe omgeving
had hij alleen maar positieve signalen opgevangen. Net zoals hij in 2006 Filip
Dewinter had afgestopt, zou hij nu het varkentje De Wever wel wassen. Quod non. Moeten er niet meer hofnarren
rondlopen, wilde de presentator weten. Janssens knikte. (De hofnar, tegenwoordig een knelpuntberoep, had eeuwenlang een onderschatte rol in koninkrijken en graafschappen.)

De dag nadien las ik het, overigens zeer
interessante, interview met Liesbeth Homans in Zeno, de zaterdagse bijlage van De
Morgen
. Als je door het voorspelbare gehakketak met haar socialistische
voorgangster heen kijkt, lees je de visie van een bevlogen politica, één van de
drie intelligente persoonlijkheden binnen de grootste partij van Vlaanderen (de
anderen zijn Peter De Roover en die ene van wie de naam me nu even
ontglipt). Zelfs als je haar gedachtengoed niet deelt, zoals ik, zegt ze best wel zinnige dingen.

Maar Homans zegt ook: “De Vlaming ziet
echt wel het voordeel van de multiculturele samenleving en wat een verrijking
dat is.” Zegt de vrouw met de acht Vlaamse bevoegdheden, de Superwoman van
de regering-Bourgeois, die op haar kabinet blijkbaar het goede voorbeeld geeft en
minstens één op tien medewerkers van vreemde komaf heeft aangeworven. Knap,
mooi, applaus. Alleen moet Homans afleren om te veralgemenen of stommiteiten
uit te kramen à la “Racisme is een relatief begrip”.

Homans maakt hetzelfde mee als Janssens: ze
ontvangt alleen de positieve signalen. Haar omgeving zegt wat ze wil horen en
dat klinkt een beetje als volgt: de Vlaming is geen racist, de Vlaming houdt
van zijn buur met de andere huidskleur, de Vlaming is tolerant en verdraagzaam.
Tweets zoals die van ‘Vlaming – ondernemer – Europeaan’ Rudi De Kerpel
(“Op 19 dec is het de bedoeling dat migranten niet gaan werken, noch
inkopen gaan doen. #dm Zullen we dan ook één dag geen uitkering
uitbetalen?”) zullen haar ontgaan zijn en niemand die haar er even op
wijst dat een Vlaamsgezinde ondernemer dat soort racistisch geïnspireerde
vooroordelen naar zijn 3.500 volgers stuurt. Tja, die oogkleppen hé.

Van Liesbeth Homans naar Marc Wilmots is
slechts één stap wandelvoetbal verwijderd. Ook Wilmots hoort alleen maar
positieve signalen, vermoed ik. Komt ervan als je je omringt met jaknikkers en
iedereen met nog maar een aanzet tot een eigen mening monddood maakt of
brutaalweg ontslaat. Wilmots voelt zich de keizer op de Houba de Strooperlaan.
Niemand maakt hem iets of durft zijn gezag in twijfel te trekken, hij, de
bondscoach die ons naar de kwartfinales op het WK leidde (een aap met een hoed
op zou deze generatie topvoetballers ook zo ver hebben gebracht, je moet er als
trainer alleen maar voor zorgen dat je Mertens niet in doel zet, Courtois op de
linksbuiten en Hazard als voorstopper posteert).

Een manager die zich omringt met jaknikkers
zorgt ervoor dat hij alleen maar ‘positieve signalen’ te horen krijgt en geen
voeling meer heeft met de rest van de wereld. Janssens ondervond dat bij de verkiezingen,
Homans en Wilmots zullen hun reality
check
nog wel krijgen. Out-of-the-box denkende managers hebben zoiets van:
mijn insteek is dat we de juiste man op de juiste plaats zetten, want dat is
een win-win-situatie (en nog wat van die in schabouwelijk powerpointvlaams verpakte kretologie), maar in werkelijkheid gaan ze bijna zonder uitzondering
voor gedweeë, kneedbare medewerkers, die hun job in stilte en zonder al te veel
morren doen.

Fout! Zoek mensen met een mening, die ‘Neen’
durven zeggen, die je vlakaf durven zeggen dat iets niet gaat lukken, die
alternatieven voorstellen, die op constructieve wijze kritisch zijn, die
voeling hebben met wat er leeft buiten het cocon waarin je zelf zit. Neen aan de
jaknikkers, dus. (Knik even als u het daarmee eens bent.)



Tram 6

Samenleving Posted on vr, oktober 31, 2014 12:26:16

Een ruig uitziende blanke man stapt
telefonerend op tram 6 die hem, en mij, die vrijdagnamiddag van de Jan Van Rijswijcklaan naar het
Centraal Station in Antwerpen moet brengen. Hij staat op een meter of vier van mij (ik zit),
blokkeert druk gesticulerend de in- en uitgang en praat in een onvervalst
Antwerps accent met een vriend van hem. Het gaat over de onhebbelijkheden van
een ex-lief, zo te horen een stom wicht en aan de reacties na de korte
luisterpauzes af te leiden, geeft de vriend aan de andere kant van de lijn de
man gelijk. Zo gaat dat onder Antwerpse macho’s.

Aan één van de drukkere haltes drummen mensen samen om
de tram op te stappen. Zwarte en bruine mensen, vooral. Onze man staat in de
weg, beseft tegen zijn zin dat hij niet op kan tegen dat overtal, draait zich
om, vloekt, gaat een paar meter verderop in de weg staan en blijft even luid
tegen zijn vriend praten: “Godverdoeme, altaait ’t zelfste, ston ek ier te
telefonère, stapt er zoën bende zwarten oep”. (Voor de niet-Antwerpenaars:
“Verdomme, ’t is altijd hetzelfde, sta ik hier te bellen, stapt er een
bende zwarten op”.) Dat hij zelf in de weg staat en dat die ‘bende
zwarten’ rechtmatige gebruikers van tramlijn 6 zijn, ontgaat hem even. Blanke
man wordt in zijn telefoongesprek gestoord door gekleurde medemens. Hoe kan dit
nu in het blanke Antwerpen?! (En dan mogen we nog blij zijn dat het over
‘zwarten’ had en niet over ‘makakken’ of ‘negers’!)

***

Uit een enquête blijkt dat ‘de Belg’ denkt dat
drie op de tien inwoners in dit land migranten zijn. 29% om precies te zijn.
Diezelfde Belg veronderstelt ook dat 29% van de inwoners moslim zijn, met
andere woorden ‘migrant’ en ‘moslim’ zijn voor hem/haar dezelfde begrippen. Dat
er in werkelijkheid maar 6 op de 100 landgenoten moslim zijn en dat het aantal
migranten slechts één op tien bedraagt, is hem ontgaan.

Nochtans kan je die cijfers makkelijk zelf
terugvinden op statbel.fgov.be, ze zijn vrijelijk beschikbaar voor eenieder die
de moeite doet om ze op te zoeken. Op 1 januari van dit jaar telde ons land
11.150.516 inwoners, van wie 1.214.605 van buitenlandse origine. In
tegenstelling tot een hardnekkig vooroordeel zijn het niet Marokkanen of Turken
die de grootste ‘vreemde’ bevolkingsgroep vormen, maar Italianen, op de voet
gevolgd door Fransen en Nederlanders. Daar zal die man op de tram minder een
probleem mee hebben, vermoed ik, want: blanken.

Voor wie ervan uitgaat dat er heel veel
Marokkanen rondlopen in dit land: het gaat om minder dan 4% van de totale bevolking, en dat is dan nog inclusief de tot Belg
genaturaliseerden: dat zijn, hoe je het ook draait of keert, gewoon Belgen.

Het aantal moslims in ons land bedroeg in 2010
368.000. De verwachting is wel dat hun percentage tegen 2030 zou stijgen van 6
naar 10,2%. Nog altijd een pak minder dan die 29% uit de enquête.

Als je in Antwerpen de tram neemt, zou het
best kunnen dat je al snel vermoed dat er drie op tien vreemdelingen in ons plat pays leven. De tram is het
democratische vervoermiddel bij uitstek: behoorlijk snel, maar met een wat
oubollig imago. Dus vind je er vooral mensen uit de lagere middenklasse op
terug, die niet neerkijken op een mengelmoes van kleuren en geuren en die er
zich de volgende tien haltes bij neerleggen dat ze als sardienen in een blik
geperst worden. Behalve dan die telefonerende lul-de-behanger. Bange blanke man
die veel decibels produceert. Dat kom je wel vaker tegen.

***

Ik verlaat tram 6 in premetrostation Diamant,
onder het Centraal Station. Een kwartet dronken mannen stapt eveneens af. Ze
lallen luidruchtig, zwalpen wat heen en weer op het perron en de grootste
durfal stoot op weg naar de uitgang een sms’ende jonge vrouw aan. Ik hoor iets
dat op “Dag schat” gelijkt. De vrouw doet een stap voorwaarts en
negeert de zuiplappen straal. Een mini-aflevering van Femme de la rue in een Antwerps metrostation, met in de hoofdrol
een blanke vrouw en vier blanke mannen. Ik vermoed: dagelijkse kost, maar ik neem de tram niet elke dag. Ik kom ook niet elke dag in Antwerpen, waar ik me steeds gelukkiger om prijs.

***

‘De Belg’ denkt verder dat meer dan één op tien
tienermeisjes zwanger wordt (in werkelijkheid is het minder dan één op honderd)
en dat er meer dan 40% 65-plussers zijn (in werkelijkheid minder dan 20%). Een
bijvak Demografie zou geen overbodige luxe zijn op school. Meer nuance in de media
evenmin (de enquêteresultaten werden bijvoorbeeld gretig gepubliceerd, maar de
juiste cijfers werden vervolgens grotendeels achterwege gelaten). En het
afsluiten van allerlei fora voor racisten en andere luidroepers is zeer
wenselijk. Het kan een redelijk en met zinvolle argumenten gevoed debat alleen
maar ten goede komen.

Dat laatste geldt trouwens in beide
richtingen. Vanmorgen grasduinde ik naar goede ochtendlijke gewoonte op Facebook, op zoek
naar interessante of ‘vind ik leuke’-posts. Een nieuwe Belg had kritische
bemerkingen neergepend over die enquête. Uit de reacties van andere nieuwe
Belgen blijkt dat er ook langs die kant nog veel werk aan de winkel is. Dat
kan, wat mij betreft, in diezelfde les Demografie worden verholpen. We moeten deze samenleving samen sterker en leefbaarder maken. Komaf zou daarbij niet meer dan een voetnoot mogen zijn.



Componist

Samenleving Posted on za, oktober 25, 2014 12:30:18

Een avondje alleen thuis, dat was maandag een goede
gelegenheid om de digicorder aan te spreken en die ‘60% vrij’ wat uit te
breiden. De film die er al het langst opstond was Tot Altijd van Nic Balthazar, het pakkende relaas van Mario
Verstraete, de allereerste Vlaming die in 2002 gebruikmaakte van de kersverse
euthanasiewet om zijn ondraaglijke lijden een halt toe te roepen. Het is een
onderwerp dat me na aan het hart ligt en Balthazar slaagde erin om die met een
minimum aan valse sentimentaliteit te draaien. Mooie film.

Twee dagen later dook de naam ‘Nic Balthazar’
opnieuw in mijn gezichtsveld op. Nu heb ik op zich weinig met de kale knikker
uit Gent. Zijn ideeën over de wereld deel ik nog grotendeels, maar ik vind hem
wat te glad en te zoetgevooisd. Smoothie.
Bleek dat ie voor een nieuw project, een documentaire over het gevangenisleven,
aan Hans Van Themsche had gevraagd om de muziek te componeren.

De sociale media onmiddellijk op hun achterste poten – een
lichaamstaal die je wel vaker tegenkomt in dat virtueel cultureel centrum -,
want wat was dat nou weer: een naïeve vegetarische wereldverbeteraar die een
racistische moordenaar een forum bood. Schande! Eerlijk: dat was ook mijn
eerste reactie, die ik gelukkig voor één keer voor mezelf hield. Ik beschouw Van
Themsche als het laagste van het laagste in onze samenleving: een fascistoïde
racistische narcist die het vuur opende op enkele toevallige voorbijgangers in
een Antwerps straatje, dat hou je niet voor mogelijk, zo ziekelijk is het.

Vandaag lees ik de ontroerende brief van de
oma van het vermoorde meisje Luna en de reactie daarop van Nic Balthazar zelf.
Die oma is bereid om de dader van het onpeilbaar diepe leed dat haar en haar
familie werd aangedaan te vergeven. Zelfs Van Themsche verdient een tweede
kans, vindt ze. Balthazar dankte haar voor de mooie woorden.

Ik weet nu: als zelfs mensen die recht in hun
hart getroffen werden door de moordzuchtige raid van een hatelijk stukje
vreten, dan moeten wij, toeschouwers op een respectabele afstand, dat ook
kunnen. Ik weet ook: als ik er al heel lang rotsvast van overtuigd ben dat een
gevangenisstraf zowel een sanctie voor een misdaad of misdrijf inhoudt, als een
heropvoedingsperiode om daarna volwaardig terug in de maatschappij te proberen stappen, dan geldt
dat niet alleen voor dieven, verkrachters en passionele moordenaars, maar ook
voor pakweg pedofielen en racistische moordenaars. Als je écht gelooft dat een
gevangene een tweede of een derde kans verdient, dan moet je consequent
blijven, Van Laeken!

Dus ja, ik blijf die Hans Van Themsche een
walgelijke kerel vinden die twee mensenlevens definitief en een aantal andere
grotendeels verwoest heeft, maar wie ben ik om hem voor eeuwig en één dag een
verblijf in de diepste kerker van de gevangenis toe te wensen, als de
nabestaanden veel meer vergevingsgezind zijn dan afstandelijke moi. Laat hem dus maar muziek
componeren voor de filmmaker. Al weet ik niet of ik de documentaire enkele procenten ruimte op mijn digicorder zal gunnen.



Artsen Zonder Grenzen

Samenleving Posted on di, oktober 21, 2014 11:20:20

Voor zover mijn herinnering reikt, zijn ze er
altijd geweest. Als je dan even googelt, blijkt dat niet het geval te zijn.
Médecins Sans Frontières werd pas in 1971 opgericht door twee aan het Rode Kruis verbonden Franse dokters,
die zonder toestemming van de Nigeriaanse regering
hulp wilden gaan bieden tijdens de zogeheten ‘Biafra-oorlog’, één van de vele
bloederige burgeroorlogen uit de geschiedenis van de mensheid. Verontwaardiging was hun drijfveer.

Ik lees op Wikipedia dat Artsen Zonder
Grenzen, zoals de organisatie in Nederlandse vertaling heet, zowel de Europese
Mensenrechtenprijs van de Raad van Europa (1992) ontving, als de Nobelprijs
voor de Vrede (1999). Ik weet dat hun artsen vrijwillig naar oorlogszuchtige,
onherbergzame, door ziekte, geweld en uitzichtloosheid geteisterde gebieden
trekken om er humanitaire en geneeskundige hulp te bieden. Ik vind dat straf,
dat altruïsme, die wil om goed te doen, dat vaak tegen beter weten in pogen om
mensen in nood te helpen. Gratis en voor niets, natuurlijk, want: vrijwillig!
Eten, drinken, een dak boven hun hoofd, kleine onkostenvergoeding daarbovenop:
daar doen ze het voor.

Mijn altruïsme beperkt zich tot het goede
proberen te doen in mijn eigen beperkte kringetje, af en toe een geïnspireerd tekstje te plegen op mijn blog, mijn stem te laten horen via mijn klavier en
voor de rest veilig en wel in mijn cocon te blijven zitten. Noem me niet moedig
als ik weer eens een kritische zin aan een Word-document toevertrouw. Hooguit
is het nuttig. Virtuele steun voor gelijkgestemden. Iets tussen laf en onwetend
in. Beter dan niets, veel minder dan werkelijk iets.

Ik zou het zelf niet kunnen. Durven. Willen.
Ik heb zoveel opofferingszin niet. Ik hou veel van mensen, maar niet genoeg om
er mijn leven voor te riskeren. Als je over Artsen Zonder Grenzen leest, is dat
zelden verkwikkende lectuur. Dood en verderf, daar gaat het telkens opnieuw over. Soms loert de
dood ook om de hoek voor de artsen zelf, vrijwilligers die hun engagement niet
overleven omdat één of andere schurkenbende het niet kan velen dat hun
tegenstanders mogelijk verzorgd en wie weet zelfs van een gewisse dood gered worden.

Er is nu een opvallende mediacampagne
opgestart, enerzijds om artsen die gaan helpen in streken waar ebola dodelijk
toeslaat moreel te ondersteunen, anderzijds – vermoed ik – om het werk van AZG
zelf nogmaals onder de aandacht te brengen. Dat mag ook wel eens. In Terzake was gisteravond Meini Nicolai,
de bevlogen voorzitster van AZG België, te gast. Wat een passie straalde die
vrouw uit. Niet normaal, tenminste, als je het door de bril van een huis-,
tuin- en keukenrebel bekijkt. Mijn bewondering werd er alleen maar groter door.

Vandaag in de kranten: interviews met
vrijwilligers. Over het waarom van hun engagement, wat ze allemaal meemaken,
hun angsten, hun verdriet, hun vreugde wanneer een genezen ebolapatiënt de
ziekenboeg mag verlaten. Kleine, persoonlijke verhalen waar we niet meer bij
stilstaan, in het al bij al bijzonder kalme West-Europa. Dit zijn gewoon
mensen, zoals u en ik, maar dan anders. Zij denken niet vanop afstand, ze doen
ter plekke. Ze palaveren niet, ze grijpen in. Ze staan niet te discussiëren
over manieren om een dijkbreuk te bestrijden, neen, ze leggen bij wijze van spreken een zandzakje,
ook al weten ze dat dit maar tijdelijk en zeer plaatselijk zal helpen. Maar ze
doen tenminste dát!

Daarom, artsen van Artsen Zonder Grenzen,
bewonder ik jullie grenzeloos.



« VorigeVolgende »