Er staat een foto in de krant: een jonge
blonde vrouw houdt met haar rechterheup een fiets tegen en op de pancarte die
ze omhoog steekt lees ik het woord ‘Arts’. Ik denk: handig, weet je in een
noodgeval meteen dat er een arts voorbij fietst, kan je haar tegenhouden. Achter haar houdt iemand het
bordje ‘Empathie’ omhoog en plots besef ik dat ik haar bordje in het Engels
moet lezen. ‘Kunst’.

Er is veel onrust in de culturele sector.
Zeveneneenhalve procent besparen, gemiddeld, dat is niet niets. Dus gaat het nu
‘Hart tegen Hard’. De zachte sector, de culturele jongens en meisjes, die met
het hart, versus de harde sector, de Vlaamse regering, de meerderheid in het
Vlaams Parlement, de economisten. In tijden van crisis wordt het geld altijd
gehaald bij die sectoren die volgens de leidinggevende politici het minst nodig
zijn. Dat heb je met boekhouders op de regeringsbanken.

Dat onzalige discours wordt nu jolig overgenomen door lui
die ik in een overmoedige bui al eens intellectueel interessant heb bevonden.
Kunst en cultuur, het zijn geen basisbehoeften, roepen ze dan. En: wie gaat er
nu nog naar de opera? Of: kunst is voor de elite, kansarmen zie je niet op zo’n
dure tentoonstelling of bij de opvoering van zo’n hermetisch toneelstuk!

Bertolt Brecht wordt dan wel eens vanonder de
mottenballen gehaald, om hun argumenten te bekrachtigen. Erst kommt das fressen, dann kommt die Moral, laten we het citaat
uit de Dreigroschenoper vooral
correct citeren, met werkwoorden en al. Dat wordt nu hervertaald als ‘Eerst
moet er eten op tafel komen, dan pas is er kunst nodig’. Of geherinterpreteerd
als ‘It’s the economy stupid, de rest
is bijzaak’. Kretologie is van alle tijden.

Ja, cultuur behoort niet tot onze
basisbehoeften, dat klopt. Eten, drinken, slapen, een beschutte plek om de
nacht veilig door te brengen, een inkomen verwerven waarmee we dan vervolgens weer
eten, drinken en een veilige, beschutte plek kunnen kopen of huren, daar gaat
het in de eerste plaats om. Dat was al zo bij de primaten. Zijn we dan nog
altijd geen stap geëvolueerd sinds onze periode als mensaap?

***

“De auteur ontving voor het schrijven van
dit boek een werkbeurs van het Vlaams Fonds der Letteren”, lees ik
achteraan de roman die ik net met veel plezier heb gelezen. Moeten schrijvers
dan J.M.H. Berckmansgewijs verkommeren op een vochtige éénkamerflat? Is het dat
wat we willen?

Een choreograaf als Sidi Larbi Cherkaoui,
Belgische wereldtop, zal stilaan wel een zelfbedruipend bedrijfje leiden, maar
gaan we de toekomstige Sidi Larbi’s belemmeren om hun droom waar te maken en
ons, al bij al beperkt kringetje van cultuurliefhebbers, dromen van genot te bezorgen?

Eerlijk gezegd ben ik het niet met Brecht
eens: ik vind dat de ‘Moral’, de ethiek dus, eerst komt. Niet als
basisbehoefte, maar als zingeving aan onze behoeften. Anders staan we terug bij
af. Kunnen we net zo goed weer met pijl en boog op jacht gaan en eender welk
dier afschieten onder het motto ‘Erst
kommt das fressen
‘. Met uitsterven bedreigde soort, zei u? Komaan, man, ik
moet toch eten!

Ja, natuurlijk moet er een strenge selectie
gemaakt worden, dat gebeurt trouwens al, met elvendertig commissies die hun
mening geven over verenigingen en individuën. We moeten als gemeenschap geen
subsidies rondstrooien, daar hebben we niet de middelen voor en het is bovenal contraproductief. Er mag gerust een resultaatsverbintenis tegenover staan: als
we, als Vlamingen, via één of ander fonds centen geven aan een auteur, dan moet
die achteraf niet komen zeuren over writer’s
block
. Geen boek = voorschot terugbetalen. De culturele sector mag niet
vies zijn van enkele basisprincipes uit de economie, en vice versa.

***

Ik durf zeggen dat ik een beter, volwaardiger
mens ben geworden door veel te lezen, naar de bioscoop te gaan, concerten bij te
wonen, toneelstukken te zien, dansvoorstellingen te savoureren, op tentoonstelling te flaneren. Andere inwoners
van dit lapje grond binnen het Grote Tranendal doen dat niet: ze lezen niet, ze
komen niet buiten tenzij om op café te gaan, ze willen op tv alleen de hapklare
brokken bekijken. Hun goed recht, zoals het mijn goed recht is om dat
kortzichtig en zelfs een heel klein beetje dom te mogen noemen. Zolang onze
wegen elkaar niet kruisen, is er echter niets aan de hand. Maar ik vind wel dat
mensen zoals ik, die al eens een cultureel stapje in de wereld zetten, recht
hebben op een voldoende uitgebreid aanbod.

Nu dreigt de verschraling. Ach, die culturo’s zullen natuurlijk een beetje
overdrijven met hun luidkeels protest, dat is zo, maar toch… We staan, om de
woorden van gewezen cultuurminister Anciaux te lenen, qua cultuurbeleid terug
in de vorige eeuw. Terwijl cultuur één van de motoren van onze samenleving
behoort te zijn en kunst ons leven letterlijk mooier kan maken.

“Schoonheid zal de wereld redden”,
legde Dostojewski in de mond van het hoofdpersonage uit De idioot. Anderen vervangen in die zin ‘schoonheid’ door ‘kunst’
of ze schrijven dat kunst de wereld zal veranderen. En wie zei er ook weer
“Verander de wereld, hij heeft het nodig”? O ja, dat was weer die Bertolt
Brecht.