Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

De Club van 27

Sport Posted on za, augustus 22, 2015 11:58:23

Maandag ben ik naar Amy geweest, of toch tenminste wat er van de gevallen diva
overblijft: een prachtige, beklijvende documentaire die haar veel te korte
leven reconstrueert aan de hand van home video’s, concertfragmenten en ander
archiefmateriaal, waarover dan auditieve getuigenissen van verre en nabije
dierbaren werden gekleefd. Een leven dat werd verwoest door drank, drugs, de
tol van de roem en een entourage die daar heel slecht of niet op inspeelde. Zo
zonde. Ik moest huilen. Nu moeten we het voor altijd stellen met één zeer
verdienstelijke debuutplaat (ik koester de titel ervan: Frank) en één briljant meesterwerk, Back To Black, de gedachte dat er nog zoveel moois had kunnen komen
(en toch ook weer niet, gezien haar wankele geestelijke en fysieke gezondheid),
en de vaststelling dat de ‘Club van 27’ vier jaar geleden een eminent lid
rijker is geworden. Na Robert Johnson, Janis Joplin, Jimi Hendrix, Jim Morrison
en Kurt Cobain, de onvergetelijke Amy Winehouse (vergeet ik iemand?).

***

De mens Anthony Vanden Borre is niet dood,
maar na een opzienbarend interview in Het Laatste Nieuws van donderdag is de
voetballer-Vanden Borre dood en begraven. VDB – er zit iets grondigs fout met
die initialen! – trapte flink na richting ‘zijn’ club, Anderlecht, de trainer,
Besnik Hasi, en al die mensen die vergeefs hadden geprobeerd hem weer op het
rechte pad te krijgen én te houden. Er vloeide vitriool over twee volle
krantenpagina’s, er werd afgerekend dat het een lieve lust was.

‘Dit is een zwarte dag voor Anderlecht’,
repliceerde manager Herman Van Holsbeeck, maar de speler wordt vooralsnog niet
ontslagen. Dat zijn voetbalcarrière erop zit is wel duidelijk. Op zijn – het
kan geen toeval zijn! – 27ste. Zo zonde. Toch moest ik niet huilen.

Van Vanden Borre wordt al lang onder
journalisten gefluisterd dat hij ze niet alle vijf op een rij heeft. Dat zijn
hersencellen in shiften opereren en regelmatig wegblijven van het werk. Dat hij
een ongeleid projectiel is. Typisch voor zoveel jonge voetballers: niet al te
intelligent, al heel jong in aanraking gekomen met het Grote Geld of iets dat
erop begon te lijken, zwakke entourage, foute vrienden, geen zelfkritiek,
alleen maar omringd door jaknikkers, bewonderaars en profiteurs. Een dodelijke
cocktail. In het geval van Amy Winehouse leidde het tot overmatig drinken,
snuiven, spuiten, vanbinnen doodgaan en er vanbuiten alles aan doen om de drang
om te leven te ontkennen. In het geval van Anthony Vanden Borre uit de
zelfdestructie voor zover ik dat kan inschatten in een ongeneeslijke vorm van
nonchalance — ik las in een krant dat hij slechts op 56 procent van de
trainingen aanwezig was dit seizoen, amper de helft dus, voor de rest verzon ie
een smoes —, een te hoge inschatting van zijn eigen capaciteiten en niemand in
zijn omgeving die dat even kon relativeren, en te weinig motivatie om alles uit
zijn talent te halen. Zeg maar: het Mario Balotelli-syndroom.

Op zijn zestiende gedebuteerd bij Anderlecht
én bij de Rode Duivels, niet eens volle twintig wanneer hij naar het Italiaanse
Fiorentina vertrok en daar compleet verzopen. Uitgeleend en daarna doorverkocht
aan Genoa, ook daar geen potten gebroken, uitgeleend aan de Engelse
degradatiekandidaat Portsmouth, daarna contractloos in Genk verzeild geraakt en
daar na een goed seizoen opnieuw weggedeemsterd en vervallen in oude gewoonten.
Door Anderlecht heropgevist in de winter van 2013, opnieuw een goed seizoen
beleefd, wat hem een plaats in de selectie op het WK 2014 opleverde en daar
jammer genoeg uitgevallen na een blessure. En dat was het dan. Laten we
breeddenkend zijn: op twaalf jaar tijd vier beloftevolle en twee prima
seizoenen, en zes jaar om zo snel mogelijk te vergeten. Op je zevenentwintigste
zijn dat tegenvallende statistieken. Het zoveelste voorbeeld van een
getalenteerde sportman die bezwijkt onder de externe verleidingen en daardoor
een niet eens half geslaagde carrière meemaakt. Zullen we er die andere VDB bij
halen, die het niet meer kan navertellen? Zo zonde. Om hem moest ik wel
stilletjes huilen, omdat hij zo’n warme persoonlijkheid had. Bij deze VDB mis
ik die. Ik vind Anthonieke geen toffe jongen.

***

‘Zonder mensen als Anthony Vanden Borre is
sport de moeite niet waard’, schreef columnist San F. Yezerskiy gisteren in De Morgen. I beg to differ. Iemand die geen respect opbrengt voor de mensen die
hem een flink loon betalen, voor zijn supporters en voor de hele voetbalwereld
verdient zelf ook geen respect, vind ik. Die is zelf niet de moeite waard. Iemand
die bijt in de hand die hem voedt, moet maar zelf de gevolgen dragen en niet
worden opgehemeld omdat ‘hij het eens durft te zeggen’, zoals je nu her en der
in de sociale media leest. Wát durft hij dan te zeggen? Dat hij niet tevreden
is omdat de club niet tevreden is met zijn wangedrag (nonchalance, afspraken
negeren, amper één keer op twee op training verschijnen)? Hoe zelfgenoegzaam
moet je zijn om dan te denken dat je recht van spreken hebt?

‘Voor de goede sportfilm heb je een ettertje
nodig’, meende Yezerskiy nog. Waarop namen als Diego Maradona, Eric Cantona en
John McEnroe de revue passeerden, stuk voor stuk sporters die tijdens en na hun
actieve loopbaan afwijkend gedrag vertoonden. Rebellen. Maar wel: rebellen mét
een zaak. Ze bereikten de absolute top in hun clubs of hun sporttak. Ze deden
ons naar adem happen op en naast het terrein. Ze verbaasden de fans ondanks én
dankzij hun exorbitante gedragingen.

Wat heeft Vanden Borre al bereikt waardoor je
die ‘ondanks én dankzij’ bij hem zou kunnen toepassen? Heeft hij een
wereldkampioenschap gewonnen? Is hij beslissend geweest in een
landskampioenschap? Stond hij op één op de wereldranglijst? Heeft hij, buiten
Brussel, sportliefhebbers langer dan enkele flitsen verwarmd, op het puntje van
hun stoel doen zitten, in extase gebracht?

Kom nou, Anthony Vanden Borre is slechts een
voetnoot in de geschiedenis van Anderlecht, hooguit een korte verwijzing waard
in het gulden boek van het Belgische voetbal, zal niet eens worden vermeld in
het hele dikke boek dat de geschiedenis van het voetbal belicht. Hij is nu heel
even wereldberoemd in Brussel en wijde omgeving omdat hij een paar stoute
dingen heeft gezegd in een kranteninterview, zo niet zou hij geruisloos van het
toneel zijn verdwenen.

***

Anderlecht zou het naar het schijnt niet
aandurven de speler te ontslaan, uit vrees voor een rechtszaak. Vrijheid van
meningsuiting en dat soort dingen. Alsof een werknemer in het openbaar eender
wat mag zeggen over zijn werkgever. Ik vermoed dat men in het Astridpark
stilletjes hoopt op een naïeve club uit Verweggistan die Vanden Borre alleen
maar kent van enkele ludieke YouTube-filmpjes waarop hij ostentatief op de bal
gaat staan om de tegenstander belachelijk te maken en die er in een gulle bui
250.000 euro voor over heeft om de rechtsback een vijfde herkansing te gunnen.
Een come-come-come-come-come-back, als het ware.

***

Hij had de beste rechterflankverdediger uit de
Belgische voetbalgeschiedenis kunnen worden: completer dan Georges Heylens en
Eric Gerets. Maar de would-be is op een leeftijd waarop een sporter normaal pas
zijn top bereikt al een has-been.

Zo zonde. Ik moet nog altijd niet huilen.



E=mc2, de relativiteitstheorie toegepast op de Jupiler Pro League

Sport Posted on za, juli 25, 2015 12:42:10

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

It giet oan. Nee, niet de Elfstedentocht, voor het
speculeren daarover moeten we nog wachten op de eerste vrieskou. Maar de
Zestienstedentocht bijgenaamd Jupiler Pro League ging gisteravond van start met
een duel tussen promovendus STVV en bekerwinnaar Club Brugge. Wat mag u verwachten
van de jaargang 2015/2016?

De Gentse Feesten, laten we daarmee beginnen.
Nee, niet die tien dagen van dolle pret in de binnenstad van de hoofdstad van
Oost-Vlaanderen, maar de festiviteiten die donderdag 21 mei werden ingezet toen
KAA Gent voor het eerst in de 115-jarige geschiedenis landskampioen werd.
Vorige week pakte Gent ook de Supercup, die veredelde oefenpot die elke zomer
de kampioen tegenover de bekerwinnaar plaatst, in dit geval ook de eerste en de
tweede uit de vorige competitie. De uitslag was nipt, 1-0, het verschil in
klasse overtuigender: de Buffalo’s lijken klaar om weer mee te dingen naar het
allerhoogste in het Belgische voetbal.

Ze hebben het modernste stadion, het slimste
bestuur en de beste trainer, behielden tot nog toe de sterkhouders in de kern
en ontdeden zich van een aantal overbodige spelers die geen rol speelden bij
het behalen van de titel: AA Gent is er klaar voor, zoveel is duidelijk. Al
zullen ze er alles aan doen om de favorietenrol van zich af te schuiven.

Gezocht:
doelpuntenmaker

In de titelrace is het, naast AA Gent, vooral
uitkijken naar Club Brugge en Anderlecht. De runner-up, die nu al voor het
elfde seizoen op rij moet proberen een vervolg te breien aan de landstitel uit
2005, versterkte zich met Hans Vanaken, de gegeerde aanvallende middenvelder
van Lokeren. Verder werden nog wat spelers aangetrokken om de kern te
verbreden. De beste speler van het vorige seizoen, doelman Matthew Ryan,
vertrok begin deze week naar Valencia en het is nog maar de vraag of opvolger
Sinan Bolat in staat zal zijn om evenveel punten te winnen als de Australiër.
Na de openingswedstrijd (2-1 verlies in Sint-Truiden) is duidelijk dat Club nog
zoekende is.

De nieuwe linksachter van Anderlecht heet Ivan
Obradovic, hij kwam over van KV Mechelen. Imoh Ezekiel, die vorig jaar van
Standard via een ommetje naar Qatar weer bij Standard belandde voor een
uitleenbeurt en die nu opnieuw verhuurd wordt, maar dan aan Anderlecht – kunt u
nog volgen? -, moet voor snelheid vooraan zorgen. Een doelpuntenmaker wordt
echter nog gezocht, want de Serviër Aleksandar Mitrović, vorig seizoen nog
topschutter in de Belgische competitie met zeventien doelpunten, ziet voortaan
de naam Newcastle United FC bovenaan zijn loonbriefje verschijnen. De
Noord-Engelse club betaalde naar verluidt 17,2 miljoen euro voor de spits. Trek
daar de 5 miljoen af die Anderlecht twee jaar geleden voor hem betaalde plus
het percentage dat zijn vorige club, Partizan Belgrado, had bedongen, en
paarswit realiseert nog altijd een flinke meerwaarde. De financieel directeur
lacht, maar ze zijn wel hun beste spits kwijt.

Richting uitgang zou er trouwens nog wel meer
beweging kunnen zijn de komende dagen en weken, met dank aan ambitieuze,
ongeduldige spelers en opdringerige spelersmakelaars met eurotekens in de ogen.
Mag ook vertrekken bij een goed bod, versta minstens 10 miljoen euro: Chancel
Mbemba. En wat met Dennis Praet? De Gouden Schoen liet al eerder verstaan dat
hij weg wil naar het buitenland. Een andere ex-Gouden Schoen, Matías Suárez,
blijft wel, maar hoeveel is die nog waard na jaren van blessureleed?

Voorlopig dus meer vraag- dan uitroeptekens in
het Constant Vanden Stockstadion. Er zit intussen wel behoorlijk wat geld in de
oorlogskas, ook al komt er dit keer niets binnen uit de Champions League.
Misschien kan Mbark Boussoufa daarmee verleid worden om terug te keren uit
Rusland. Maar hoe goed is de vroegere prins van het Astridpark nog?

Is er een vierde hond te bespeuren in de
titelstrijd? Ach, met wat goede wil kunnen we ook Standard een rol van
betekenis toebedelen. En wie weet kan KRC Genk onder een strenge nieuwe
trainer, Peter Maes, en mits het goed investeren van de miljoenen die het nog
ontvangt voor de transfer van Christian Benteke van Aston Villa naar Liverpool
een zoveelste kwakkelseizoen doen vergeten. Igor De Camargo en Yoni Buyens zijn
nieuwe namen in de Cristal Arena, al kan er nog veel gebeuren want de
transferperiode loopt tot maandag 31 augustus om middernacht. Meestal wordt er
pas na drie of vier speeldagen gepanikeerd en snel beslist om extra spelers aan
te trekken.

Couckenbak

Vorig seizoen waren Sporting Charleroi en KV
Kortrijk de uitschieters in positieve zin. Bescheiden clubs die play-off 1
haalden. Charleroi versierde zelfs een ticket voor de voorronde van de Europa
League, wat we toch al voorzichtig mogen omschrijven als Europees voetbal. Ook
in de nieuwe jaargang verwacht ik een KV bij de verrassingen. Niet Kortrijk dit
keer, maar eerder Mechelen of Oostende. Terwijl Achter De Kazerne de rustige
vastheid regeert, wordt aan de kust de polonaise gedanst. Bij de inkomende
transfers o.a. Gohi Bi Cyriac (Anderlecht) en Brecht Capon (Kortrijk). Met een
voorzitter die naar Belgische voetbalnormen even rijk is als de Noordzee diep
kan het nog wel een paar keer Couckenbak worden op de transfermarkt. Hou dus
vooral Oostende in het oog als top 6-kandidaat.

Nieuwkomers zijn Oud-Heverlee Leuven en STVV,
twee clubs die na respectievelijk één en drie seizoenen in de tweede klasse
terugkeren op het hoogste niveau. Mogen ze traditioneel vechten tegen de
degradatie of zijn ze voldoende gewapend om zich te handhaven? Andere clubs die
naar slechte gewoonte moeilijke tijden tegemoet treden zijn Moeskroen-Péruwelz,
Waasland-Beveren en Westerlo.

Vreemde
vogels strijken neer

Nieuwe trend: voetbalclubs die in de etalage
worden gezet in de hoop dat er buitenlandse investeerders toehappen. Zo kwam KV
Kortrijk in mei voor de luttele som van vijf miljoen euro in handen van de
Maleisische zakenman Vincent Tan en behoort Moeskroen-Péruwelz nu tot de
portefeuille van de gerenommeerde makelaar Pini Zahivi, een man die zulke nauwe
banden met eigenaar Roman Abramovitsj van Chelsea heeft, dat er in Moeskroen
een heel jaar lang dartele jonge huurlingen met een Londens accent zullen
rondlopen. De technische directeur orakelde al dat Moeskroen op play-off 1 mikt
en volgend jaar zelfs op de titel. Er mag al eens gelachen worden.

Ook Westerlo zou heel graag nog een overnemer
vinden. En Standard werd al overgenomen, zij het dan door een Belg én een
supporter van de club, Bruno Venanzi, die een heel ander type van bestuurder
lijkt dan de koele zakenman Roland Duchâtelet. Hij belooft de club weer dichter
bij de supporters te brengen, wat dat verder ook moge betekenen.

Het is een kwalijke evolutie: in de grote
Europese competities strijken rijke Russen en Arabieren neer die middenmoters
naar hun hand zetten en de meest waanzinnige bedragen op tafel leggen om
sportief succes te kopen. Denk aan Chelsea, Manchester City, PSG en AS Monaco.
In België voorlopig geen Russen of Arabieren, wel andere vreemde vogels die
voor een soms onduidelijke kapitaalstroom zorgen en die er alleszins niet op
uit zijn om de eigenheid van een club te vrijwaren. Het zegt veel over het
gebrek aan ethiek in de internationale voetbalwereld, de financiële puinhoop
die heel wat clubs opstapelen omdat ze systematisch boven hun stand zijn
blijven leven en het korte-termijn-denken dat in de bestuurskamers heerst.

Goed dat Anderlecht en Club Brugge het goede
voorbeeld geven door elk seizoen wel een paar jeugdspelers kansen te geven in
het eerste elftal en dat AA Gent er door een slim aankoopbeleid in geslaagd is
om een zeer evenwichtige, competitieve kern samen te stellen, anders zou het al
middelmatige buitenlanders zijn wat de klok slaat. Goed ook dat Lierse, een
club die al een aantal jaren is overgeleverd aan een Egyptische geldschieter
met farao-allures, een niveautje lager moet spelen: er zijn al slechte
voorbeelden genoeg. Clubs die de eigen jeugd jarenlang verwaarlozen om matige
buitenlanders in de plaats op te stellen verdienen niet beter dan hiervoor
afgestraft te worden. Maged Samy slaagde er in minder dan acht jaar tijd in om het
imago van sympathieke provincieclub de dieperik in te helpen. Eigen schuld,
kamelenbult.

E=mc2

U weet inmiddels hoe het gaat: eerst dertig
speeldagen die er maar half toe doen, want wie in play-off 1 geraakt moet de
helft van de verzamelde punten inleveren, waarna we weer met z’n allen roepen
hoe oneerlijk én spannend dit systeem wel is. Verder – maar dit bijna zo goed
als geheel terzijde – is er ook nog play-off 2, acht clubs die zich gedurende
zes speeldagen compleet overbodig zullen voelen. Play-off 3, waarin de kneusjes tot nog toe mochten proberen de degradatie en het vele geldverlies af te wenden, werd afgeschaft. Wie zestiende eindigt, speelt volgend seizoen in tweede klasse, pardon: Liga B. De vijftiende mag al op 13 maart met vakantie.

’t Is wel voor het laatst, want volgende zomer
wordt de competitie hervormd en krijgen we betaald voetbal met maximaal 24
clubs die zullen worden opgedeeld in een Liga A (16 clubs) en een Liga B (8
clubs). Zelfs de grootste bollebozen zijn er nog niet in geslaagd om de nieuwe
formule bevattelijk uit te leggen en ik wil er niet eens aan beginnen wegens a)
te ingewikkeld, b) te weinig doordacht (wie gaat er in hemelsnaam naar
wedstrijden in Liga B kijken?) en c) misschien ook wel voorbarig omdat de hervorming
juridisch en sportief onder vuur ligt.

Ach, Einstein wist het al, we moeten het
allemaal relativeren. Dat mogen we ook afleiden uit zijn beroemde formule. E=mc2,
oftewel ‘Eerste klasse = matige competitie in het kwadraat’. Ja, dat had die
Albert honderd jaar geleden al goed gezien.



Le Swakiriplus

Sport Posted on do, juli 02, 2015 17:58:27

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Hij werd verkozen met een niptere meerderheid dan hij
zelf had gehoopt en verwacht, maar toch mag François De Keersmaecker zich ook
de komende twee jaar voorzitter van de Koninklijke Belgische Voetbalbond
noemen. Een voorzitter op lemen voeten wel, want vooraanstaande leden van de
Profliga zagen openlijk aan zijn stoel en ook bij de amateurs geniet hij minder
steun dan gedacht. Houdt hij het vol?

Waar is de tijd dat we hem met z’n allen
weliswaar een beetje simpel maar toch ook wel sympathiek vonden? De tijd dat
Chris Van den Abeele elke week de neptrofee Swakiri uitreikte aan een sporter
die een beetje troost kon gebruiken, althans dat vond de redactie van het
voetbalprogramma ‘Extra Time’ op Canvas. ‘Swakiri’, dat stond voor ‘(Fran)çois
qui rit’, naar de altijd goedlachse bondsvoorzitter.

Aan de macht gekomen dankzij een zetje van
Anderlecht, dat zelf geen ambitie had om in 2006 een voorzitter van de KBVB te
leveren. Liever dan op die stoel een vertrouweling van concurrenten Club Brugge
of Standard te laten zitten, zette de grootste club van het land zich achter de
kandidatuur van de toen voor het grote publiek nobele onbekende advocaat die
een link heeft met RC Mechelen, de kleinste van de twee Mechelse voetbalclubs.
François De Keersmaecker was voor een tweede keer in zijn leven geboren,
waarnemers zagen in hem dadelijk een marionet van de grote clubs.

Eeuwige
amateurs

Vandaag is de sfeer helemaal omgeslagen. De
Keersmaecker is allesbehalve de marionet van de grote clubs geworden – wat hem
enigszins siert – en heeft zijn herverkiezing te danken aan de amateurliga, die
anno 2015 nog altijd 14 van de 22 zitjes inpalmt in het Uitvoerend Comité, zeg
maar: het parlement van de voetbalbond. De voorzitter had gerekend op die 14
stemmen, maar in de eerste stemronde was het 11-11 tegen Joseph Allijns,
voorzitter van KV Kortrijk en de kandidaat van de Profliga, die de 24 profclubs
in dit land verzamelt. Pas in de beslissende stemronde haalde De Keersmaecker
het met 12-10.Met andere woorden: twee vertegenwoordigers van het
amateurvoetbal wilden hem blijkbaar weg als voorzitter.

Dat de Profliga stevig inhakt op het beleid
van de voetbalbond heeft een aantal redenen. Het doorslaggevende belang van het
amateurvoetbal was altijd al een doorn in het professionele oog. Die strijd
loopt al zo lang als dat er profvoetbal is in België, intussen meer dan veertig
jaar. François Colin, de éminence grise onder de voetbaljournalisten,
behandelde het thema bijna twintig jaar geleden reeds in het boek ‘Eeuwige
amateurs’. Veranderingen dringen zich op, was de teneur van zijn
semi-schotschrift.

Er is iets veranderd bij de KBVB. In 2011 kwam
Steven Martens de rangen vervoegen als CEO, al bleef die job
secretaris-generaal heten in het bondsjargon. De gewezen tenniscoach verzamelde
een stel gedreven professionals rond zich. Samen hervormden ze met het nodige
gedruis de ingedommelde bond: computers die al jaren stof stonden te vergaren
in de kelders van het gebouw aan de Houba de Strooperlaan werden eindelijk in
gebruik genomen, marketeers maakten van de ‘Rode Duivels’ opnieuw een
aantrekkelijk product en de KBVB leek op weg een modern bedrijf te worden. De
Keersmaecker liet betijen: hij wist dat er geen weg terug was en kon zich in de
schaduw van de nieuwlichters aan zijn post vastklampen. Meer moest dat niet
zijn.

Tot Martens het slachtoffer werd van zijn
eigen dadendrift en waanzinnige kostennota’s uitlekten na het WK van vorig jaar
in Brazilië. Martens moest weg, zo vonden de leden van de Profliga, en ze
slaagden finaal in hun opzet. Begin dit jaar stapte hij op, al bleven er de
voorbije weken en maanden vreemde uitgaven opduiken in de boekhouding. Een
assistent-bondscoach die 600 euro uitgeeft aan een privéchauffeur om een Rode
Duivel te gaan scouten in Londen, bijvoorbeeld, en dat voor iemand die altijd
de bijnaam ‘Brommerke’ heeft gekoesterd.

Waar
horen de Rode Duivels thuis?

Komen we bij het belangrijkste punt in het
actuele betoog van de Profliga: de Rode Duivels. Naast een aantal hervormingen
die zich opdringen (modernisering van de bond, een strenger uitgavenbeleid,
meer macht aan de profclubs) willen de profclubs het sterke merk ‘Rode Duivels’
in handen krijgen. Nummer twee op de wereldranglijst, dat oogt mooi en
prestigieus.

Toen François De Keersmaecker in 2006 voor het
eerst op de voorzittersstoel plaatsnam, wilde niemand bij wijze van spreken
iets te maken hebben met wat we nu gemeenzaam onze nationale voetbaltrots
noemen. Herinnert u het zich nog? René Vandereycken was bondscoach, Vincent
Kompany was nog maar twintig, Nicolas Lombaerts en Moussa Dembele kwamen pas
piepen, van Hazard, Witsel of Courtois was nog lang geen sprake. We stonden
elvendertigste op de FIFA Ranking, of daaromtrent. Een stel losers op noppen
was het. Daar moest de nieuwe voorzitter het mee stellen. Negen jaar en vier
bondscoaches later zijn de Duivels hot van hier tot in Tokyo.

En dus vindt de Profliga dat de Rode Duivels
bij hen horen. Dat is enerzijds begrijpelijk: de Profliga werkt vooralsnog
professioneler – zij het vaak even chaotisch en rumoerig – dan de KBVB en kan het
marketingluik ook zelf wel verder uitwerken zoals het hoort. Anderzijds is het
vreemd: bij het aantreden van De Keersmaecker bestond de nationale ploeg voor
driekwart uit spelers die nog in eigen land actief waren, op dit ogenblik
geraakt een speler uit de Jupiler Pro League niet meer in het basiselftal,
hooguit in de kern, als opvulling. Anders gezegd, nooit eerder stonden de Rode
Duivels zo ver van het eigen profvoetbal af dan in 2015 en als ze dan al zo
populair zijn komt dat a) door de prestaties, b) door de talenten die erin
rondlopen en c) door de knappe marketingcampagne die binnen de bond werd
uitgewerkt.

Een
verlamde eend

De Britten hebben, zoals wel vaker, een
gepaste uitdrukking voor de toestand waarin François De Keersmaecker zich
vandaag verkeert. Hij is ‘a lame duck’. Vrij vertaald: een verlamde eend.
Slappeling, zou een iets accuratere omschrijving zijn. Hij werd verkozen met
een nipte meerderheid, is de steun van een deel van zijn amateuristische (no
pun intended!) achterban kwijt, is er niet in geslaagd om het imago van ‘big
spender’ om te keren – wat toch zijn eindverantwoordelijkheid blijft – en wordt
nu door sommigen al vergeleken met Sepp Blatter, u weet wel, die voorzitter van
de door en door corrupte wereldvoetbalbond FIFA. Dat is voorwaar geen
compliment. Het is ook fel overdreven. Beide heren staan in een uitermate
zwakke positie en hebben dankzij allerlei beloften aan kleinere leden een
herverkiezing gewonnen, maar vooralsnog is er geen aanwijzing dat er rond de
Belgische voetbalbond een odeur van fraude hangt. Hooguit van een gebrekkige
controle en te weinig doortastendheid.

Onmiddellijk nadat De Keersmaecker voorzichtig
had kunnen lachen omwille van zijn verlengd mandaat stapte Marc Coucke (KV
Oostende) met het nodige aplomb op uit het Uitvoerend Comité. Andere leden
zoals Joseph Allijns, de tegenkandidaat die het onderspit had moeten delven, en
Bart Verhaeghe (Club Brugge) blijven voorlopig zitten, zij het met lichte
tegenzin en veel openlijke afkeer. Democratie en voetbalbonden, dat gaat zelden
goed samen.

Er staat een volgspot gericht op voorzitter De
Keersmaecker. Een ‘lampie’, zou Johan Boskamp zeggen. Het licht dat het
produceert is bijzonder hevig, elke hele of halve misstap zal minuten later de
media halen. In die weinig benijdenswaardige situatie moet de voorzitter het
hoofd koel houden, de breuk tussen de leden van het Uitvoerend Comité proberen
te lijmen én een opvolger van Steven Martens zoeken, een functie die momenteel
wordt waargenomen door een eentalige Waal die door journalisten die de bobo’s
op de voet volgen ongeloofwaardig en – behalve op financieel vlak dan – uiterst
onbekwaam wordt genoemd. Fijne opdracht.

Nee, François De Keersmaecker zal de eer niet
aan zichzelf houden, daarvoor houdt hij te veel vast aan de macht. Maar die
Swakiri mogen we definitief opbergen. Maak er gerust de Swakiriplus van, een
man die het lachen is vergaan. En terwijl de Rode Duivels hoger dan ooit scoren
binnen en buiten de landsgrenzen, slagen noch de KBVB noch de Profliga erin om hun
zaakjes op orde te krijgen.

Eeuwige amateurs, jawel.



Voorspelbare voorspelling

Sport Posted on za, mei 30, 2015 12:41:42

‘ Risicoloze voorspelling: vrijdag wordt Sepp
Blatter gewoon opnieuw verkozen, krijgt hij felicitaties van zijn inmiddels
99-jarige voorganger Havelange en blijft alles bij het oude, zij het na een
openlijke defenestratie van de in opspraak gekomen, gecorrumpeerde elementen.
Daarna volgt business as usual.’

Zo klonk de slotparagraaf van het opiniestuk
dat ik woensdag schreef in opdracht van deredactie.be. Nee, ik stond niet
helemaal vooraan toen het zelfvertrouwen werd uitgedeeld, maar ik verstopte me
ook niet op de laatste rij en ik was in elk geval in de zaal aanwezig. Maar
vooral: ik ben oud en wijs genoeg om dit soort voorspelbare voorspellingen te
kunnen maken, heb behoorlijk wat ervaring in het bestuderen van corrupte
bobo’s, weet dat machtswellust en opportunisme in de weg staan van Goed
Bestuur, en voel ook enig cynisme door mijn aderen stromen. Vandaar dus die
nauwelijks gewaagde zinnen, ook al wierpen sommigen me dingen als ‘Wat schrijf
je nu? Die Blatter maakt geen schijn van een kans?’ of ‘Denk je nu echt dat hij
er wéér mee zal wegkomen?’ voor de voeten.

***

133-73, dat was de uitslag van de eerste
stemronde. Zestig stemmen verschil. Op 209 stemgerechtigde FIFA-leden wil dat
zeggen dat er drie ongeldig hebben gestemd of zich hebben onthouden. Zou ‘onze’
François De Keersmaecker een extra vakje hebben getekend en ingekleurd met zijn
naam erachter? Of konden drie Afrikaanse bondsvoorzitters zich niet lang genoeg
concentreren omdat er een groupie of een tovenaar al hun aandacht opeiste?
Misschien zijn er wel drie fictieve naties lid geworden van de
wereldvoetbalbond, wie weet?

Hoe dan ook, Sepp Blatter haalde niet de
vereiste twee derde meerderheid tegen prins Ali bin al-Hussein. Hij kwam
precies zeven stemmen tekort. (Waren het die zeven opgepakte FIFA-leden?) Na
zo’n bewogen driedaagse en met alle boze ogen van de wereld op hem gericht is
het vooral opmerkelijk dat hij máár zeven stemmen tekort kwam. De prins wist dat
hij geen schijn van een kans maakte in de tweede stemronde – waarin een gewone
meerderheid volstond – en wierp de handdoek, iets waar Arabische prinsen iets
bedrevener in zijn dan andere.

De kracht van continuïteit, zo roept de
cynicus in mijn hoofd. Business as usual, schreeuwt de sarcastische betweter in
mijn bovenkamer. De FIFA gaat door op de ingeslagen weg, piept een dun
realistisch stemmetje. De accolade van opperhypocriet Platini na afloop van de
stemming zei genoeg: het was maar om te lachen, Sepp, proficiat, natuurlijk
gaan we die wereldbeker in Rusland niet boycotten en uiteraard ook niet die in
Qatar, want daar heb ik zelf op gestemd en mijn zoon heeft daardoor een hoge
functie kunnen bemachtigen, hahaha, terug vriend?

Hans Vandeweghe schreef vandaag in De Morgen dat het klassieke Europese
bondensysteem al een hele tijd heeft afgedaan. We moeten naar een Amerikaanse
aanpak: zakelijker, afstandelijker, met aan het hoofd een combinatie van slimme
jongens en meisjes (juristen, financiële genieën, marketeers) en ex-sporters.
Al is dat laatste geen garantie op succes (zie Platini). Hans heeft gelijk.
Maar het gaat niet gebeuren. Dat is het verschil tussen gelijk hebben en gelijk halen. Het tweede is oneindig veel belangrijker.

***

Wat de UEFA niet kan verkroppen is dat de
gewiekste Blatter er de afgelopen zeventien jaar in geslaagd is om als Midden-Europeaan
de Europese voetbalbond van de andere continentale bonden en lidstaten te
vervreemden. Het Eurocentrisme – die verschrikkelijke mix van neokolonialisme,
betweterigheid en zelfgenoegzaamheid – heeft geen toekomst meer; alleen de
Europeanen schijnen dat nog niet te beseffen. De rest van de wereld kiest nog
liever voor een corrupte, machtsgeile potentaat – die ofwel zelf schuldig is,
ofwel de corrupte praktijken jarenlang heeft getolereerd, wat voor mij even
laakbaar is – dan voor een door Europa gesteunde kandidaat, die nota bene uit
een cultuur komt, de Arabische, waar steekpenningen tot de dagelijkse praktijk
behoren, ja, noemt u mij nu maar racistisch of zo. Zo lang de UEFA zich niet
bescheidener gaat opstellen, zal haar kandidaat het niet halen bij alle
volgende voorzittersverkiezingen van de FIFA, ook dat durf ik hier en nu te
voorspellen.

Laatste voorspelbare voorspelling: alleen via
gerechtelijke weg en dan nog alleen maar als er sluitende bewijzen zijn (een
foto van een graaiende Blatter in de pot met steekpenningen, bij wijze van
spreken) kan de 79-jarige Zwitser van de troon worden gestoten. ‘Ethiek is voor
watjes’, schreef Het Laatste Nieuws-columnist
Jan Devriese vandaag. Cynische opmerking, maar helaas ook zeer terecht. In het
internationale topvoetbal is ethiek al een tijdje zoek – een jaar of veertig, schat ik – en de bobo’s die nu het
luidste roepen dat er dringend iets moet veranderen hebben zelf kilo’s boter op
het hoofd. Alleen een tabula rasa kan nog redding brengen, maar wie zal die doorvoeren?
Tenzij de FBI een ‘smoking gun’ zou ontdekt hebben. Zou het? Het is de enige
hoop die de voetballiefhebber nog rest.

***

Voetbal, een feest van macht en geld.
Misschien moet ik daar ooit wel een boek over schrijven. O, wacht…



Wanneer zet FIFA corrupte bestuurders buitenspel?

Sport Posted on do, mei 28, 2015 18:56:13

(Deze
bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Net in
de week dat de FIFA een nieuwe voorzitter kiest, werden zeven officials van de
wereldvoetbalbond opgepakt op beschuldiging van corruptie. De aantijgingen zijn
niet nieuw, het snelle handelen van de onderzoekers was dat wel. Te midden van
dat gerechtelijke tumult gaat de 79-jarige Sepp Blatter morgen resoluut voor
een herverkiezing en een vijfde ambtstermijn.

Er zijn nog zekerheden in het leven: de zon
komt op en gaat weer onder, als het regent word je nat, de week loopt van
maandag tot en met zondag, en de top van de FIFA is corrupt. Ja, dat laatste is
intussen een wetmatigheid geworden. Onvermijdelijk, zo lijkt het wel, net als
natte regen. Nog even en de uitdrukking ‘corrupte FIFA’ wordt bij de pleonasmen
geklasseerd, wegens dat overbodige adjectief.

Niet dat dit nieuws is. De Britse
onderzoeksjournalist David Yallop schreef er eind vorige eeuw al het dikke boek
‘How They Stole The Game’ over, in het Nederlands vertaald als ‘De
voetbalmaffia’. Zelden was een titel veelzeggender.

Het nieuws van de dag was gisteren dat de
Zwitserse autoriteiten zeven FIFA-officials van hun bed gelicht hebben in een
hotel in Zürich. De heren – aan de voetbaltop worden dames niet getolereerd,
tenzij als secretaresse – worden ervan beschuldigd in de loop van de voorbije
twintig jaar voor meer dan honderd miljoen dollar aan steekpenningen te hebben
aanvaard. Vier anderen werden preventief geschorst. De FIFA-top deed een
Comical Ali’tje: beweren dat ze onschuldig is en – dat was helemaal lachen! –
onderstrepen dat het onderzoek er net kwam op vraag van voorzitter Blatter en
consoorten.

Uiteraard komt ook de toekenning van de WK’s
aan Rusland (2018) en Qatar (2022) opnieuw ter sprake, hoe kan het anders? Twee
verkiezingen waaraan al sinds 2011 een geurtje hangt. Zeg maar: flinke geur.
Denk: beerput. Lees ‘The Ugly Game’ van The Sunday Times-journalisten Heidi
Blake en Jonathan Calvert en u kijkt nooit nog onbevooroordeeld naar een
wereldbekerwedstrijd.

‘The
beautiful game’

Ook vandaag wordt het duistere FIFA-dossier
uitgespit door journalisten, dit keer werken die voor The New York Times. Want
ook dat is een wetmatigheid: de wereldvoetbalbond zal nooit zelf de interne corruptie
bestrijden en al wie professioneel actief is in de voetbalwereld is daar
evenmin toe bereid, gegijzeld als ze worden door een machtige overkoepelende
organisatie die de omertà predikt.

De grote ommekeer kwam er toen de Braziliaan
Joāo Havelange in 1974 FIFA-voorzitter werd. Voordien waren de bobo’s van de
hoogste voetbalbond oudere heren van stand die op het einde van hun carrière
nog wat wereldreizen mochten maken op kosten van alle nationale bonden. Het
werd hen gegund. Voetbal was in hoofdzaak een amateursport, de vierjaarlijkse
wereldbeker een prestigetoernooi. Met de invoering van het profvoetbal, de
mondialisering van de sport, de plots veel hogere sponsorgelden en, vooral, de
komst van peperdure tv-rechten werd voetbal van populaire volkssport opeens
‘big business’.

Dat had Havelange goed gezien: hij
introduceerde topmerken als Adidas en Coca-Cola in ’the beautiful game’,
omringde zich met jaknikkers en installeerde gedurende 24 lange jaren een
dictatoriaal regime in het op één na hoogste sportorgaan ter wereld (het IOC is
nog iets groter). Het doorgedreven professionalisme ging gepaard met een
cultuur van zelfverrijking, narcisme en nepotisme. Ons kent ons, en al wie
daarbuiten viel mocht beschikken.

Handjeklapdiensten

In die sfeer is het niet verwonderlijk dat
bestuurders beïnvloedbaar zijn, bereid tot handjeklapdiensten voor ‘a few
dollars more’. Rond zowat alle toekenningen van WK’s van de voorbije twintig
jaar – met uitzondering misschien van dat van 2006 in Duitsland – hing een
zweem van corruptie.

Het heette dat de Zwitser Joseph ‘Sepp’
Blatter, jarenlang als secretaris-generaal de rechterhand van Havelange en de
facto de tweede man binnen de FIFA, nadat hij zijn leermeester in 1998 was
opgevolgd zijn oog richtte op de grotere continenten met de kleinere
voetballanden: Afrika en Azië. Daar vielen immers nog stemmen te rapen. Zijn
eerste herverkiezing, in 2002, zou hij te danken hebben aan de belofte om het
toernooi voor het eerst op Afrikaanse bodem te organiseren, al zou het nog acht
jaar duren tot Zuid-Afrika in 2010 31 andere voetbalnaties mocht verwelkomen.

Blatter ging door op de door Havelange ingeslagen
weg en zorgde ervoor dat de omkadering van het voetbalspel – sponsoring,
advertentiemarkt, tv-rechten – nóg belangrijker werd. Een WK in het Rusland van
Poetin? Waarom niet? WK in Qatar, een land zonder voetbalcultuur, 99ste op de
wereldranglijst? Moet kunnen, al hebben de ondraaglijke zomerse temperaturen na
lang palaveren toch geresulteerd in het verschuiven van het toernooi naar de
late herfst en winter van 2022. Dat er ondertussen al honderden goedkope
arbeidskrachten sneuvelden tijdens het bouwen van de stadions wordt als
‘collateral damage’ beschouwd.

Al heeft Blatter best ook wel een aantal
dingen ten goede veranderd: het vrouwenvoetbal werd flink gepromoot, clubs die
jonge spelers zien vertrekken krijgen nu opleidingsvergoedingen, hij doorbraak
de almacht van de Europese landen, Afrika en Azië zijn met meer landen aanwezig
op de wereldbeker, de FIFA is een financieel goed gerunde multinational. Die
helaas wel vergeet om corrupte bestuurders buitenspel te zetten of een rode
kaart te geven.

FIFA =
Fair-play Is For Amateurs

Vraag is: hoe corrupt is de hoogbejaarde FIFA-voorzitter
zelf? Tot nog toe gleden de corruptiegolven van hem af zoals water van een
eend. Er is vooralsnog geen enkele
aanwijzing dat de man die vlot acht talen beheerst zelf met de handen in de
snoeppotten van het Grote Geld gezeten heeft. Ofwel is hij daarvoor te
gewiekst, ofwel heeft hij zich goed laten afschermen, ofwel is hij helemaal
niet betrokken bij welk schandaal dan ook.

Maar zelfs in dat laatste geval blijft hij wel
voorzitter van een organisatie die de corruptie aan de top op zijn minst
onvoldoende hard heeft bestreden en het bestaan van baronieën en op macht en
geld beluste kliekjes heeft getolereerd. In dat geval blijft hij, als grote
baas, eindverantwoordelijke voor het reilen en zeilen binnen de FIFA. Blatter
belichaamt op zijn bijna tachtigste de corruptie, of hij dat nu wil of niet.
Het is niet voor niets dat het Zwitserse parlement hem eind vorig jaar aanduidde
als persoon met een belangrijke maatschappelijk functie, wat hem gevoelig maakt
voor omkoping. Daardoor staan zijn persoonlijke financiële gegevens nu
permanent ter beschikking van de Zwitserse autoriteiten.

Is het voor dat gevoel van almacht over de
voetbalwereld, dat hij het vrijdag in de verkiezingsstrijd opneemt tegen de
enige overblijvende tegenkandidaat, de 39-jarige Ali Bin Al-Hoessein, zoon van
wijlen koning Hoessein van Jordanië, sinds vier jaar ondervoorzitter van de
FIFA? Wil hij, zoals sommigen suggereren, van zijn laatste ambtstermijn gebruik
maken om zijn imago op te blinken en een propere erfenis achter te laten? Of is
hij intussen zo vereenzelvigd met zijn functie dat hij er geen afstand meer van
kan nemen?

Risicoloze voorspelling: morgen wordt Sepp
Blatter gewoon opnieuw verkozen, krijgt hij felicitaties van zijn inmiddels
99-jarige voorganger Havelange en blijft alles bij het oude, zij het na een
openlijke defenestratie van de in opspraak gekomen, gecorrumpeerde elementen. Daarna
volgt business as usual.

FIFA is hoe langer hoe meer een acroniem voor
‘Fair-play Is For Amateurs’ geworden.



Waarom het goed zou zijn dat KAA Gent kampioen wordt

Sport Posted on do, mei 21, 2015 10:00:16

In september 2013 schreef ik voor een
Vlaams-Nederlands zesmaandelijks sporttijdschrift een artikel over de Ghelamco
Arena, de op dat ogenblik splinternieuwe Gentse voetbaltempel. In elk gesprek met
vertegenwoordigers van de club werd mij duidelijk gemaakt dat ik ‘KAA Gent’
voluit moest schrijven en ook bij het streng nalezen van mijn artikel werd het
telkens opnieuw aangestipt. Die ‘K’ van ‘Koninklijke’ hoort onlosmakelijk samen
met die ‘AA’ van oorspronkelijk ‘Association Athlétique’ (officieel zelfs
Association Royale Athlétique La Gantoise) en sinds 1971 in schoon Vlaams
‘Atletiek Associatie’ Gent. ‘Gantoise’ wordt alleen nog door oudere jongeren
gebezigd, de roepnaam ‘Buffalo’s’ hoor je daarentegen wel nog voortdurend.

Als dat KAA Gent vanavond wint van Standard
(of Anderlecht en Club Brugge verliezen hun wedstrijd in Play-off 1) is het
voor het eerst in de clubgeschiedenis landskampioen. En zelfs als het vanavond niet
lukt, is er zondag nog een herkansing op het veld van Anderlecht. Het zou
eigenlijk niet meer mogen mislopen, al weet je dat het meestal net dan… Nou
ja.

Dat het verdomme zal gaan tijd worden voor de
derde stad van het land (als je Brussel als één geheel beschouwt, tenminste)!
Dat de neutrale voetbalfan het hen van harte gunt. Dat het dik verdiend zal zijn,
ook al eindigde het team van trainer Hein Vanhaezebrouck tweede in de reguliere
competitie, met vier punten minder dan Club Brugge. In de play-offs domineerde
Gent echter de concurrentie.

Er zijn nog een aantal andere goede redenen te
bedenken waarom het goed is voor het Belgische voetbal dat KAA Gent de titel
pakt. Hieronder laat ik de voorwaardelijke wijs even vallen. Neem het me niet
kwalijk mocht het finaal toch weer helemaal anders uitdraaien.

Verandering
van spijs…

We houden van underdogs in dit land. De titels
van RWDM (1975), SK Beveren (1979 en 1984), KV Mechelen (1989), Lierse (1997)
en de eerste van KRC Genk (1999) werden dan ook op vrij algemeen gejuich
onthaald, behalve dan misschien in Brussel en Brugge. De voorbije veertig
seizoenen werden gedomineerd door Anderlecht (17 titels), Club Brugge (11),
Standard (4) en een heel klein beetje Genk (3 in totaal). ‘Verandering van
spijs doet eten’, zegt een spreekwoord. Het doorbreekt de saaiheid en zal de
ietwat lauwe voetbalfan warm maken om meer belangstelling te tonen voor de
Jupiler Pro League waar de voorspelbaarheid even wordt doorbroken.

G5 is
nu pas echt G5

Het profvoetbal bestaat hier uit twee lagen en
dan bedoel ik niet: clubs die gezond zijn en clubs die bijna failliet gaan. Je
hebt de G5, waarbij de ‘G’ staat voor ‘Grote’, en de rest. De G5 bestaat al
sinds mensenheugenis uit Anderlecht, Club Brugge, Standard, KRC Genk en KAA
Gent, al had die laatste tot nog toe dus nog geen enkele titel gepakt. Wat heet
dan ‘groot’?

Budgettair werkte Gent in het seizoen 2014/15
met een begroting van 23 miljoen euro, dat is bijna dertien miljoen euro meer
dan de zesde in de financiële rangschikking (verschiet niet!): degradant Lierse.
KRC Genk deed het deze jaargang met 24 miljoen euro, wat vergelijkbaar is met
Gent, maar er is een ruime afstand tot Standard (30 miljoen), Club Brugge (33)
en vooral Anderlecht (45).

Dankzij de verdeling van de tv-gelden en de
toekomstige inkomsten uit de deelname aan de Champions League zal KAA Gent zijn
budget allicht kunnen opschroeven tot het niveau van Club Brugge en Standard.
Zaak is dan wel om een vervolg te breien aan dit successeizoen, want anders zal
het budget snel weer dalen tot het huidige niveau. Aan de top geraken is
moeilijk, er blijven nog veel lastiger.

Machtscentrum
verschuift eventjes naar een andere provincie

Het is al eenendertig jaar geleden dat een
club uit de provincie Oost-Vlaanderen nog eens de landstitel mocht vieren. Toen
was dat SK Beveren, een club die eerder tot het hinterland van de stad
Antwerpen behoort dan tot Oost-Vlaanderen, maar goed. Beveren vierde de titel
twee keer in vijf jaar tijd. Andere Oost-Vlaamse clubs slaagden daar niet in in
111 seizoenen op het hoogste Belgische niveau.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was het
vaakst aan het feest: 56 keer, oftewel een verbluffende 50%. De verdeling: Anderlecht
33 titels, Union 11, Racing Club Brussel 6, Daring Club de Bruxelles 5, RWDM 1.

Daarna volgt de provincie Antwerpen met 19
titels: 7 voor Beerschot, 4 voor Antwerp, KV Mechelen en Lierse. Op de derde
plaats staat de provincie West-Vlaanderen met 13 titels voor Club Brugge en 3
voor Cercle, een totaal van 16. De provincie Luik is vierde: 15 titels
(Standard 10, RFC de Liège 5). Dan zijn er nog Limburg (die 3 voor KRC Genk) en
Oost-Vlaanderen (de 2 voor Beveren). Geen titelvieringen vielen er te beleven
in de kneusjes Henegouwen, Luxemburg, Namen, Vlaams- en Waals-Brabant.

Het zou goed zijn dat Oost-Vlaanderen toch
weer meespeelt in de eeuwige ranglijsten. Kwestie van het machtscentrum, al is
het maar voor even, te verschuiven.

Zeldzaam
professioneel geleide club

KAA Gent verdient het ook omdat het over het
algemeen slim bestuurd wordt. Het beschikt sinds twee jaar over de beste
faciliteiten: de Ghelamco Arena is het modernste en ‘slimste’ voetbalstadion
van het land, waarmee de club twintig jaar voorsprong heeft opgebouwd op de
rest van de Jupiler Pro League. Anderlecht moet hopen dat dat nationale stadion
er komt en dat het dan huurder mag spelen, Club Brugge wil in 2019 eindelijk
beginnen bouwen aan dat lang verhoopte nieuwe stadion.

Het nabije buitenland leert ons: nieuwe
stadions met modern comfort lokken meer volk, trekken nieuwe investeerders en
sponsors aan, bezorgen een club een nieuw elan. Als de interesse voor de
Buffalo’s positief uit de hand zou lopen, kan de Ghelamco Arena trouwens nog
altijd uitgebreid worden van 20.000 tot 25.000. Dat is een geruststellende
gedachte.

Een jaar of tien geleden was KAA Gent nog een
club met torenhoge schulden. Vandaag, na een gewiekst aan- en verkoopbeleid met
enkele lucratieve uitgaande transfers, zijn die schulden verdwenen. KAA Gent is
een van de weinige clubs in dit land die zakelijk goed geleid worden, een
zeldzaamheid. Alleen het uitblijven van sportief succes was nog een manco. Met
als gevolg dat het bestuur in het nog niet zo verre verleden wel eens een trainer
vroegtijdig de laan durfde uit te sturen. Als er ook op dat vlak stabiliteit
komt, is KAA Gent écht een topclub.

De
slimste trainer van het land

Je moet het hem niet meer zeggen, want dat
weet hij zelf ook wel: Hein Vanhaezebrouck (en niet Michel Preud’homme) is op
dit ogenblik veruit de beste voetbaltrainer van het land. Tactisch uitgekookt, altijd
vertrekkend van de eigen sterkte, communicatief sterk, met haast Hollandse
branie de buitenwereld tegemoet tredend. Vorige zondag speelden de Gentenaren
Club Brugge bij momenten van het kastje naar de muur in hun eigen Jan
Breydelstadion. Lef gekoppeld aan talent, wat zich vertaalde in een verdiende
2-3.

Een oer-Vlaamse trainer bij een oer-Vlaamse
club die on-Vlaams dominant durft te spelen: waar kunnen we nog meer van dromen
in dit land van de braveriken en de Calimero’s? Als Vanhaezebrouck de huidige
kern met iets meer financiële mogelijkheden op een paar plekken aanvult kan KAA
Gent ook de komende jaren meedoen om de prijzen.

Mooiste
stad van Vlaanderen

Als Antwerpenaar geef ik het grif en volmondig
toe: Gent is de interessantste stad van Vlaanderen. Oudheid wordt er gekoppeld
aan moderniteit, het lokaal bestuur is atypisch voor dit conservatieve land,
het cultuuraanbod is boeiender dan in de meeste andere steden, misschien op
Brussel na. Vooruit, Gent!

Iedereen
is weer wakker

Een ‘new club on the block’ zal ervoor zorgen
dat de traditionele Grote Twee (Anderlecht en Club Brugge), het achterop
hinkende Standard en het onregelmatige seizoenen afhaspelende KRC Genk een
tandje zullen bijsteken. Het kan de spanning in onze competitie alleen maar ten
goede komen. Na vier titels in de jongste vijf seizoenen voor de paars-witte
grootmacht uit de hoofdstad zou het een verademing zijn dat er, hoe kort en tijdelijk
dan ook, een machtswissel zou komen.

Iedereen zal weer wakker zijn. En KAA Gent zal
er vooral in moeten slagen om zelf wakker te blijven, want een te lang
aanslepende staat van euforie heeft wel meer onverwacht succesrijke clubs de
das omgedaan. Dat kan het bestuur van Gent eens navragen in Genk, Lier,
Mechelen en Beveren.

Ondertussen: ‘Buffalo, Buffalo, AA Gent!’.



In het profvoetbal is een contract een vodje papier

Sport Posted on do, mei 14, 2015 10:47:24

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Drie weken geleden: grote euforie bij KV Kortrijk,
succestrainer Yves Vanderhaeghe verlengt zijn contract. Vandaag: grote volkswoede,
want Vanderhaeghe vertrekt naar KV Oostende. ‘Voor het geld danst de beer’ in
het moderne profvoetbal. Een afstandelijke waarnemer zou er zowaar cynisch van
worden.

Het meest vooruitstrevende boek in het
Nederlandse taalgebied moet het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal zijn, in
de volksmond beter bekend als de ‘Dikke van Dale’. In mijn beduimelde exemplaar
uit godbetert 1992 zoek ik vergeefs het woord ‘clubliefde’. We springen
dadelijk van ‘clublied’ (er wordt iets gezongen) naar ‘clublokaal’ (er wordt
iets gedronken). Maar ‘clubliefde’, nee, dat is iets van héél lang geleden, beseften
de samenstellers van de Dikke, uit de tijd dat voetballers en trainers nog niet
het embleem op hun shirt hoefden te kussen om duidelijk te maken dat ze van de
club hielden.

20 april 2015: Yves Vanderhaeghe verlengt zijn
contract als trainer bij KV Kortrijk tot de zomer van 2018. ‘Mijn werk hier is
nog niet gedaan’, orakelt hij op een persmoment na de plechtige ondertekening
van het vodje papier. 11 mei 2015: Yves Vanderhaeghe wordt trainer van KV
Oostende. Precies drie weken zitten er tussen ‘Ik blijf’ en ‘Ik ben weg’. Nu
hebben we weet van huwelijken die heel snel strandden, maar dit zit toch wel dicht
in de buurt van een absoluut record.

Contract
wordt halsoverkop verlengd

Tot vorig jaar rond deze tijd was Yves
Vanderhaeghe de aimabele stille kracht op de achtergrond van de toenmalige
Kortrijkse hoofdcoach Hein Vanhaezebrouck. Wie de huidige succestrainer van KAA
Gent een beetje kent weet dat achtergrond in dit geval echt wel ‘achtergrond’
betekent. Het bestuur van Kortrijk twijfelde dan ook toen de gewezen Rode
Duivel en stofzuiger op het middenveld bij o.m. Eendracht Aalst en Anderlecht
openlijk solliciteerde naar promotie tot hoofdtrainer. Schoorvoetend werd
beslist om Vanderhaeghe een kans te geven.

U weet hoe het gegaan is. Kortrijk draaide na
een moeizame start lang mee in de bovenste regionen van de Jupiler Pro League.
Hier en daar suggereerde een onverlaat zelfs dat KVK wel eens een outsider zou
kunnen worden in de titelstrijd, maar op het eind van de reguliere competitie
(7 punten op 15) en in de play-offs (7 op 21) lieten de ‘Kerels’ het enigszins
afweten, al is een evenaring van de beste prestatie uit de clubgeschiedenis,
vijfde op het einde van het seizoen 2009/2010, nog altijd perfect mogelijk.

Omdat KV Oostende een paar weken geleden al
aan de mouw van Vanderhaeghe zat te trekken, Vanderhaeghe openlijk zijn
interesse voor zo’n overstap bevestigde en Kortrijk haar trainer niet graag zag
vertrekken, werd diens contract halsoverkop aangepast en verlengd, tot grote
vreugde van de supporters, u weet wel, die mensen die elke week in weer en wind
hun club blijven aanmoedigen, vaak tegen beter weten in. Een supporter is een
onverbeterlijke romanticus in een wereld die wordt geregeerd door cynici.

Cynisme
in het professionele voetbal

‘Voor het geld danst de beer’, zegt een
spreekwoord. Opportunisme is mensen niet vreemd, een uitgangspunt dat je in het
professionele voetbal maal elvendertig mag vermenigvuldigen. Behalve bij
supporters, een enkele bestuurder en heel af en toe ook een hondstrouwe speler
bestaat loyaliteit niet meer in deze bedrijfssector. Vandaag zweer je eeuwige
trouw (‘Ik wil hier de rest van mijn carrière blijven’), morgen stap je voor ‘a
few dollars more’ over naar de concurrentie, waar je opnieuw eeuwige trouw
zweert. In tegenstelling tot de traditionele bedrijfswereld kent het voetbal
geen concurrentiebeding; je mag dus overstappen en onmiddellijk weer aan de
slag.

Naar het schijnt gaat Yves Vanderhaeghe bij KV
Oostende – het ‘weireldploegsje’ van voorzitter/mecenas Marc Coucke, een man
die na de verkoop van Omega Pharma zo rijk is als de Noordzee diep – het
drievoudige verdienen van bij Kortrijk. Dat is verleidelijk, zeker wanneer je
weet dat een trainer in het Belgische voetbal in een paar weken tijd zijn statuut
kan zien veranderen van Held in Groot Huisvuil. Als Vanderhaeghe volgend
seizoen met nul op vijftien start, staat ie gewoon op straat, dat weet iedereen.
Dat wist voorzitter Allijns ook op het ogenblik dat hij zondagavond ‘Wat
betekenen een woord, een handtekening in het voetbal?’ tweette, nota bene voor
aanvang van de wedstrijd Standard-Kortrijk en gericht aan twee
voetbaljournalisten en een tv-programma.

Je mag Vanderhaeghe dus gerust deloyaal en
hypocriet noemen, en nog wat andere fijne adjectieven erbovenop, maar in feite
draait hij perfect mee in de olijke kermis die Jupiler Pro League en, bij
uitbreiding, modern topvoetbal heet. Goed fatsoen niet van doen. Dan kan je
beter in Oostende nul op vijftien halen en ontslagen worden, dat scheelt hem
een pak in ontslagvergoeding.

Word ik cynisch? Zij zijn begonnen! De wereld
van het professionele voetbal moet zowat de meest cynische werkomgeving zijn:
opportunisme, kortetermijndenken en extreme impulsiviteit gaan er hand in hand.

Daar
komt de nieuwe eigenaar

Mogelijk was Vanderhaeghe ook ongerust over de
komst van een nieuwe eigenaar naar het Guldensporenstadion. KV Kortrijk stond
een heel jaar in de etalage, maar pas de jongste dagen en weken kwam er schot
in de zaak. De Maleisische miljardair Vincent Tan neemt de Zuidwest-Vlaamse
club voor vijf miljoen euro over, een habbekrats voor zo’n man. Die Tan is nu
al eigenaar van de Bosnische eersteklasser FK Sarajevo en de Engelse
tweedeklasser Cardiff City.

Toen hij in de zomer van 2013 neerstreek in
Cardiff nam hij dadelijk drie controversiële beslissingen: hij ontsloeg de
succesmanager die de club van de derde klasse naar de Premier League had
gebracht, bevorderde een goede vriend van zijn zoon tot verantwoordelijke voor
het transferbeleid en veranderde de clubkleuren. Als er nu één ding is dat je
niet, nooit, nimmer mag doen in het voetbal is het dat laatste. Blauw werd
rood, omdat dat volgens Tan meer angst inboezemt en ook beter werkt op de
Aziatische markt (een beslissing die na een half jaar en na stevig aandringen
van de supporters werd teruggeschroefd). Gelukkig voor KV Kortrijk speelt het
nu al in het rood, dat scheelt straks een pak ergernis bij de fans. Hij trok
ook bij voorkeur spelers aan met een 8 in hun geboortedatum, want dat brengt in
zijn ogen geluk. Tja…

Vreesde Yves Vanderhaeghe voor zijn positie,
de reputatie van Tan indachtig? Zou natuurlijk kunnen, al blijft zijn overstap
op drie speeldagen van het einde van de play-offs en na een bejubeld seizoen
een dolksteek door het hart van de trouwe supporter. Dat de naar Luik
meegereisde fans woedend waren is dan ook zeer begrijpelijk.

Och, morgen draait die mallemolen toch weer
verder. Dat boegeroep tijdens Kortrijk-Oostende neemt Vanderhaeghe er over een
paar maanden graag bij, als hij tegen dan nog trainer is van de kustploeg,
tenminste. Het kan snel gaan.



Rust zacht, Tim Nicot

Sport Posted on di, mei 12, 2015 11:30:16

Waarom we altijd het onverklaarbare proberen
te verklaren, daar heb ik geen verklaring voor. Het zit in ons. We willen weten
(dat is goed), we willen begrijpen (dat is goed), we willen verklaren (dat is
goed, maar lukt ons zelden echt).

Als op twee weken tijd twee jonge voetballers,
de ene 24, de andere 23, sterven na een hartstilstand tijdens het beoefenen van
hun favoriete sport zet dat ons voor het blok. We begrijpen het niet, we willen
het verklaren. Zijn ze wel voldoende gescreend geweest (ja, zo blijkt)? Waren
er geen voortekenen (nee, zo blijkt)? Hadden we dit kunnen voorkomen (nee, zo
lijkt het)?

Gregory Mertens en Tim Nicot waren energieke, ogenschijnlijk gezonde jongens die zich elke training en elke
wedstrijd uitleefden op een voetbalveld, die groene rechthoek waarin ze zich zo
thuis voelden. Mertens deed dat in de eerste klasse, bij Sporting Lokeren en
voordien bij Cercle Brugge, Nicot in de vierde klasse, bij KFCO Beerschot
Wilrijk. Maar hun fatale hartstilstand kregen ze op een ogenblik dat er
nauwelijks stress kan geweest zijn: Mertens tijdens een eindeseizoenswedstrijd
van de beloften, Nicot op een vriendschappelijk toernooi.

Een goede vriend van me werd een jaar of
twaalf geleden getroffen door een hartstilstand op een Oostenrijkse berg.
Vooraan in de veertig, te veel kilo’s meesleurend, gulzig levend, iemand van
wie je misschien wel kon verwachten dat zijn arme hart het op een bepaald
moment zou laten afweten. Wat ook gebeurde. Hij dankt zijn leven aan zijn
ex-vrouw/beste vriendin, een kinesitherapeute die hem de eerste zorgen
toediende, en aan de snelle komst van een hulphelikopter. Als ik de
krantenartikels mag geloven stond het hart van mijn vriend langer stil dan dat
van Gregory Mertens en Tim Nicot.

Drie jaar geleden stuikte Fabrice Muamba (toen
24, nu 27 en ‘voetbalgepensioneerd’) van Bolton Wanderers zonder aanwijsbare
reden ineen op het veld van Tottenham Hotspur. De wedstrijd was live op
televisie te zien, iedereen zag onmiddellijk de ernst van de situatie in, de
commentator kon alleen maar af en toe een bang woord van hoop prevelen. 78
minuten (één uur en achttien minuten!) stond het hart van Muamba stil. Hij
overleefde het, net als mijn vriend. Een medisch wonder, zo leek het wel.

Anderen hadden minder geluk: de Kameroense international
Marc-Vivien Foé (28), bijvoorbeeld, die overleed tijdens een wedstrijd op de
Confederations Cup van 2003. Of Miklós Fehér (24), de Hongaarse spits van
Benfica Lissabon, die op 25 januari 2004 plots ineen zeeg, seconden nadat hij
de scheidsrechter had uitgelachen omdat die hem een gele kaart gaf. Ik zie
Filip Joos nog lijkbleek uit de montagekamer komen. Hij moest van die beelden
een journaalitem maken. Het was het meest aangeklikte fragment op deredactie.be
van die week. Ramptoerisme is van alle tijden. Nog recenter: Antonio Puerta (22)
van Sevilla, die eind augustus 2007 bezweek. En er zijn er nog. Stuk voor stuk
twintigers, nauwelijks in de fleur van hun leven, de toekomst voor zich,
dachten ze, gingen ze achteloos van uit.

We hebben er archiefbeelden van, ze blijven op
ons netvlies gebrand, maar ze helpen ons geen zier vooruit in onze eeuwige
zoektocht naar een verklaring. Talrijker nog zijn de anonieme sporters die
ergens in een vergeten boerengat een namiddagje sporten niet overleefden.
Zonder defibrillator of arts in de buurt hadden ze helemaal geen schijn van een
kans.

Naar het schijnt worden de gespecialiseerde
ziekenhuizen nu overstelpt met telefoontjes van ongeruste ouders, die zich
afvragen of het ook hun zoon of dochter kan overkomen. Het antwoord is ja,
helaas. Zelfs al ben je een week voordien nog gescreend en bleek er toen niets
aan de hand. Zelfs al leef je als een monnik. Zelfs al ben je een rustig en
bezadigd type. Er is geen reden voor paniek, wel voor waakzaamheid, maar dat is
er altijd. Intensief sporten blijft voor een gezond lichaam nog altijd beter
dan computerspelletjes spelen of uitgaan. Topsport is ongezond, maar dat geldt
in de eerste plaats voor botten en gewrichten, niet voor het hart.

Ik ben zelf anderhalve week geleden voor het
eerst in negen jaar weer gaan voetballen. Niet voorzichtig, maar op mijn
manier: volle bak. Of tenminste: wat mijn lijf op mijn leeftijd nog toeliet.
Stond ik er vooraf bij stil dat ik, nota bene de dag nadat Gregory Mertens was
overleden, gevaar liep? Eerlijk? Nee. Een spierverrekking of een verstuiking
zag ik mij nog wel oplopen, een paar dagen stijf zijn (het werd uiteindelijk
een dikke week), halfweg moeten stoppen omdat ik bekaf was, dat wel. Als we ons
leven gaan leiden zoals we bij het koken van de perfecte maaltijd exacte
hoeveelheden kruiden afwegen op een apothekersweegschaaltje, heeft het geen zin
meer. Voorzichtig, ja, bang, nee. Het kan ons allemaal overkomen, maar het
blijven gelukkig spijtige uitzonderingen wie het effectief overkomt.

Brute pech, dat is het. Een paar weken geleden
zag ik Tim Nicot, actief als linksback van mijn favoriete club, de linkerflank
op- en afdraven, één-tweetjes opzetten, voorzetten richting penaltypunt mikken.
Het type Onvermoeibare Voetballer, zo eentje met vier longen, zoals het cliché
dan zegt. Vier longen, maar helaas slechts één hart.

Zoals mensen amechtig proberen te verklaren
hoe je Euromillions kunt winnen (aan de hand van wiskundige formules,
statistische analyses, de stand van de maan, je kan het zo gek niet bedenken),
zo proberen we nu te verklaren hoe een gezonde jongeman er van de ene op de
andere dag niet meer is. Van puur geluk naar brute pech, zo ver liggen die nu
ook weer niet uit elkaar. Als we heel eerlijk met onszelf zouden zijn, zouden
we nu toegeven dat er geen verklaring voor is en dat we ons – hoe ongaarne we
dat ook doen – moeten neerleggen bij de droevige feiten.

Tim Nicot heeft gewoon brute pech gehad. Net
als na het overlijden van Gregory Mertens wordt het verdriet nu over de
clubkleuren heen gedeeld: Fans United, in verdriet en medeleven. Op Facebook
veranderden Beerschotsupporters hun profielfoto in een brandende paarse kaars. ‘Kom
op, Tim’ of ‘Vecht als een beer’ was er in veelvoud te lezen. Ontroerend,
hartverwarmend, solidair, maar ook: machteloos. Want dat zijn we, al geven we het niet graag toe.

Rust zacht, Tim.



« VorigeVolgende »