In september 2013 schreef ik voor een
Vlaams-Nederlands zesmaandelijks sporttijdschrift een artikel over de Ghelamco
Arena, de op dat ogenblik splinternieuwe Gentse voetbaltempel. In elk gesprek met
vertegenwoordigers van de club werd mij duidelijk gemaakt dat ik ‘KAA Gent’
voluit moest schrijven en ook bij het streng nalezen van mijn artikel werd het
telkens opnieuw aangestipt. Die ‘K’ van ‘Koninklijke’ hoort onlosmakelijk samen
met die ‘AA’ van oorspronkelijk ‘Association Athlétique’ (officieel zelfs
Association Royale Athlétique La Gantoise) en sinds 1971 in schoon Vlaams
‘Atletiek Associatie’ Gent. ‘Gantoise’ wordt alleen nog door oudere jongeren
gebezigd, de roepnaam ‘Buffalo’s’ hoor je daarentegen wel nog voortdurend.

Als dat KAA Gent vanavond wint van Standard
(of Anderlecht en Club Brugge verliezen hun wedstrijd in Play-off 1) is het
voor het eerst in de clubgeschiedenis landskampioen. En zelfs als het vanavond niet
lukt, is er zondag nog een herkansing op het veld van Anderlecht. Het zou
eigenlijk niet meer mogen mislopen, al weet je dat het meestal net dan… Nou
ja.

Dat het verdomme zal gaan tijd worden voor de
derde stad van het land (als je Brussel als één geheel beschouwt, tenminste)!
Dat de neutrale voetbalfan het hen van harte gunt. Dat het dik verdiend zal zijn,
ook al eindigde het team van trainer Hein Vanhaezebrouck tweede in de reguliere
competitie, met vier punten minder dan Club Brugge. In de play-offs domineerde
Gent echter de concurrentie.

Er zijn nog een aantal andere goede redenen te
bedenken waarom het goed is voor het Belgische voetbal dat KAA Gent de titel
pakt. Hieronder laat ik de voorwaardelijke wijs even vallen. Neem het me niet
kwalijk mocht het finaal toch weer helemaal anders uitdraaien.

Verandering
van spijs…

We houden van underdogs in dit land. De titels
van RWDM (1975), SK Beveren (1979 en 1984), KV Mechelen (1989), Lierse (1997)
en de eerste van KRC Genk (1999) werden dan ook op vrij algemeen gejuich
onthaald, behalve dan misschien in Brussel en Brugge. De voorbije veertig
seizoenen werden gedomineerd door Anderlecht (17 titels), Club Brugge (11),
Standard (4) en een heel klein beetje Genk (3 in totaal). ‘Verandering van
spijs doet eten’, zegt een spreekwoord. Het doorbreekt de saaiheid en zal de
ietwat lauwe voetbalfan warm maken om meer belangstelling te tonen voor de
Jupiler Pro League waar de voorspelbaarheid even wordt doorbroken.

G5 is
nu pas echt G5

Het profvoetbal bestaat hier uit twee lagen en
dan bedoel ik niet: clubs die gezond zijn en clubs die bijna failliet gaan. Je
hebt de G5, waarbij de ‘G’ staat voor ‘Grote’, en de rest. De G5 bestaat al
sinds mensenheugenis uit Anderlecht, Club Brugge, Standard, KRC Genk en KAA
Gent, al had die laatste tot nog toe dus nog geen enkele titel gepakt. Wat heet
dan ‘groot’?

Budgettair werkte Gent in het seizoen 2014/15
met een begroting van 23 miljoen euro, dat is bijna dertien miljoen euro meer
dan de zesde in de financiële rangschikking (verschiet niet!): degradant Lierse.
KRC Genk deed het deze jaargang met 24 miljoen euro, wat vergelijkbaar is met
Gent, maar er is een ruime afstand tot Standard (30 miljoen), Club Brugge (33)
en vooral Anderlecht (45).

Dankzij de verdeling van de tv-gelden en de
toekomstige inkomsten uit de deelname aan de Champions League zal KAA Gent zijn
budget allicht kunnen opschroeven tot het niveau van Club Brugge en Standard.
Zaak is dan wel om een vervolg te breien aan dit successeizoen, want anders zal
het budget snel weer dalen tot het huidige niveau. Aan de top geraken is
moeilijk, er blijven nog veel lastiger.

Machtscentrum
verschuift eventjes naar een andere provincie

Het is al eenendertig jaar geleden dat een
club uit de provincie Oost-Vlaanderen nog eens de landstitel mocht vieren. Toen
was dat SK Beveren, een club die eerder tot het hinterland van de stad
Antwerpen behoort dan tot Oost-Vlaanderen, maar goed. Beveren vierde de titel
twee keer in vijf jaar tijd. Andere Oost-Vlaamse clubs slaagden daar niet in in
111 seizoenen op het hoogste Belgische niveau.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was het
vaakst aan het feest: 56 keer, oftewel een verbluffende 50%. De verdeling: Anderlecht
33 titels, Union 11, Racing Club Brussel 6, Daring Club de Bruxelles 5, RWDM 1.

Daarna volgt de provincie Antwerpen met 19
titels: 7 voor Beerschot, 4 voor Antwerp, KV Mechelen en Lierse. Op de derde
plaats staat de provincie West-Vlaanderen met 13 titels voor Club Brugge en 3
voor Cercle, een totaal van 16. De provincie Luik is vierde: 15 titels
(Standard 10, RFC de Liège 5). Dan zijn er nog Limburg (die 3 voor KRC Genk) en
Oost-Vlaanderen (de 2 voor Beveren). Geen titelvieringen vielen er te beleven
in de kneusjes Henegouwen, Luxemburg, Namen, Vlaams- en Waals-Brabant.

Het zou goed zijn dat Oost-Vlaanderen toch
weer meespeelt in de eeuwige ranglijsten. Kwestie van het machtscentrum, al is
het maar voor even, te verschuiven.

Zeldzaam
professioneel geleide club

KAA Gent verdient het ook omdat het over het
algemeen slim bestuurd wordt. Het beschikt sinds twee jaar over de beste
faciliteiten: de Ghelamco Arena is het modernste en ‘slimste’ voetbalstadion
van het land, waarmee de club twintig jaar voorsprong heeft opgebouwd op de
rest van de Jupiler Pro League. Anderlecht moet hopen dat dat nationale stadion
er komt en dat het dan huurder mag spelen, Club Brugge wil in 2019 eindelijk
beginnen bouwen aan dat lang verhoopte nieuwe stadion.

Het nabije buitenland leert ons: nieuwe
stadions met modern comfort lokken meer volk, trekken nieuwe investeerders en
sponsors aan, bezorgen een club een nieuw elan. Als de interesse voor de
Buffalo’s positief uit de hand zou lopen, kan de Ghelamco Arena trouwens nog
altijd uitgebreid worden van 20.000 tot 25.000. Dat is een geruststellende
gedachte.

Een jaar of tien geleden was KAA Gent nog een
club met torenhoge schulden. Vandaag, na een gewiekst aan- en verkoopbeleid met
enkele lucratieve uitgaande transfers, zijn die schulden verdwenen. KAA Gent is
een van de weinige clubs in dit land die zakelijk goed geleid worden, een
zeldzaamheid. Alleen het uitblijven van sportief succes was nog een manco. Met
als gevolg dat het bestuur in het nog niet zo verre verleden wel eens een trainer
vroegtijdig de laan durfde uit te sturen. Als er ook op dat vlak stabiliteit
komt, is KAA Gent écht een topclub.

De
slimste trainer van het land

Je moet het hem niet meer zeggen, want dat
weet hij zelf ook wel: Hein Vanhaezebrouck (en niet Michel Preud’homme) is op
dit ogenblik veruit de beste voetbaltrainer van het land. Tactisch uitgekookt, altijd
vertrekkend van de eigen sterkte, communicatief sterk, met haast Hollandse
branie de buitenwereld tegemoet tredend. Vorige zondag speelden de Gentenaren
Club Brugge bij momenten van het kastje naar de muur in hun eigen Jan
Breydelstadion. Lef gekoppeld aan talent, wat zich vertaalde in een verdiende
2-3.

Een oer-Vlaamse trainer bij een oer-Vlaamse
club die on-Vlaams dominant durft te spelen: waar kunnen we nog meer van dromen
in dit land van de braveriken en de Calimero’s? Als Vanhaezebrouck de huidige
kern met iets meer financiële mogelijkheden op een paar plekken aanvult kan KAA
Gent ook de komende jaren meedoen om de prijzen.

Mooiste
stad van Vlaanderen

Als Antwerpenaar geef ik het grif en volmondig
toe: Gent is de interessantste stad van Vlaanderen. Oudheid wordt er gekoppeld
aan moderniteit, het lokaal bestuur is atypisch voor dit conservatieve land,
het cultuuraanbod is boeiender dan in de meeste andere steden, misschien op
Brussel na. Vooruit, Gent!

Iedereen
is weer wakker

Een ‘new club on the block’ zal ervoor zorgen
dat de traditionele Grote Twee (Anderlecht en Club Brugge), het achterop
hinkende Standard en het onregelmatige seizoenen afhaspelende KRC Genk een
tandje zullen bijsteken. Het kan de spanning in onze competitie alleen maar ten
goede komen. Na vier titels in de jongste vijf seizoenen voor de paars-witte
grootmacht uit de hoofdstad zou het een verademing zijn dat er, hoe kort en tijdelijk
dan ook, een machtswissel zou komen.

Iedereen zal weer wakker zijn. En KAA Gent zal
er vooral in moeten slagen om zelf wakker te blijven, want een te lang
aanslepende staat van euforie heeft wel meer onverwacht succesrijke clubs de
das omgedaan. Dat kan het bestuur van Gent eens navragen in Genk, Lier,
Mechelen en Beveren.

Ondertussen: ‘Buffalo, Buffalo, AA Gent!’.