Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Crisis? Welke crisis?

Sport Posted on wo, september 03, 2014 13:17:06

182 miljoen euro. Dat is de officiële som die de Engelse voetbalclub Manchester United de voorbije drie maanden uitgaf aan transfers. Komt nog bij:
10 miljoen euro voor de huur van de Colombiaanse spits Radamel Falcao, nu nog eigendom van AS Monaco
en een investeringsmaatschappij. Plus: 55 miljoen euro voor de toekomstige
aankoop van diezelfde Falcao, die volgens de meeste bronnen al beklonken zou zijn.
Totaal: 247 miljoen euro.

Uitgaande transfers brachten 24,5 miljoen euro
in het laatje van de penningmeester op Old Trafford. Dat brengt de
netto-transferuitgaven op 222,5 miljoen. Dat is precies de helft van wat
Vlaanderen de jongste jaren in de begroting inschreef voor cultuur, om maar een
vergelijking te maken.

Om de regels van de Financial Fair Play na te
kunnen leven – wat er grosso modo op neerkomt dat voetbalclubs niet meer mogen
uitgeven dan wat ze per jaar aan voetbalgerelateerde inkomsten realiseren
(transfers, ticketverkoop, sponsoring merchandising) -, moeten de topclubs zich
tegenwoordig in Formule 1-achtige bochten wringen. Clubs als Manchester City, Chelsea, PSG en Monaco
zitten daar met een probleem, wat nu creatief omzeild wordt door vaker spelers
te lenen met aankoopoptie, waardoor ze niet onmiddellijk als een grote kost in
de boekhouding terechtkomen. Boswachter UEFA wordt dus vrolijk gedribbeld door
de grote stropers in het voetbalbos.

Dat nu ook Manchester United, één van de
rijkste clubs ter wereld, dit spel meespeelt is nieuw. Onder manager Sir Alex
Ferguson was daar nog een zeldzaam evenwicht tussen zelfopgeleide spelers, jong
aangekochte talenten en uitzonderlijk ook dure sterspelers die elders werden
weggeplukt. Er werden zelden zotte aankopen gedaan en toch was United uitermate
succesvol de jongste twee decennia. Een gevolg van een consequent beleid:
toekomstgericht, alleen noodzakelijke uitgaven, streng beheer van de
beschikbare middelen, een manager die op de kleintjes lette, waaronder u zowel
de spelers mag verstaan als de centen.

Vorig seizoen greep United voor het eerst sinds mensenheugenis naast Europees
voetbal. Het eerste jaar na Sir Alex was een kwakkeljaar. David ‘The Chosen
One’ Moyes moest opstappen omdat de resultaten uitbleven, Louis van Gaal moet
nu voor de wederopstanding zorgen, maar werd in zijn eerste weken
geconfronteerd met een uitgebluste, onevenwichtige kern. De oudjes
Ferdinand-Vidic-Evra mochten beschikken en werden voorlopig niet accuraat
vervangen. Het nieuwe spelsysteem 3-5-2 is geen onverdeeld succes. Na drie
wedstrijden telt United 2 punten op 9 en werd het in de ligabeker met 4-0 gewipt door
een derdeklasser. United is divided.

Paniek in de tent zorgt zelden voor
evenwichtige beslissingen. Maar wat er nu in het ‘Theatre of Dreams’ gebeurt,
is zonder meer een schande. Jarenlang had United zware kritiek op de ‘noisy neighbors’ van City, die
artificiële topclub die dank zij een sjeik iedereen probeert te kopen die maar
enigszins goed tegen een bal kan trappen of koppen. Nu past de stadsgenoot dezelfde
kwalijke trucs toe. United was heel lang een toonbeeld van stabiliteit en is nu
in handen van patsers beland. Van Gaal, ooit zelf een opleidingsgerichte coach,
wat hem o.m. een Champions League opleverde met een piepjong Ajax, heeft de
erfenis van zijn illustere voorganger Ferguson brutaal aan de kant geschoven. Bij
United opgeleide spelers als Cleverley en Welbeck, onder Ferguson heel vaak in
de basis, werden de deur gewezen. Gaat de Nederlander straks én Falcao én Rooney
én Van Persie in de spits opstellen?

Meer dan één miljard euro werd er deze zomer
gespendeerd door Premier Leagueclubs. Crisis? Welke crisis? Het geperverteerde
voetbalcircus vergelijken met de Titanic is stilaan een belediging voor de
Titanic geworden. Het echte voetbal is dood, alleen beseffen de clubs, de
supporters en de meeste voetbaljournalisten dat nog niet. Als de mecenassen en tijdelijke potverteerders straks vertrekken,
op zoek naar een andere prestigieuze hobby, zal de ramp pas echt te overzien
zijn. Hopelijk is er dan voldoende psychologische opgang voorzien voor al die
trouwe fans, die nu, muts op het hoofd, sjaal om de nek, oogkleppen langs het
hoofd, tegen beter weten in de naam van hun favoriete big spenders blijven scanderen.

Het internationale voetbal is doodziek.



Out-of-the-box

Sport Posted on di, augustus 26, 2014 12:24:52

Patrick Janssens wordt algemeen directeur van
KRC Genk. Verbazing alom (“Wát?”). Ergernis erbovenop (“Een
sos!”). Of hoongelach (“Die kent niks van voetbal!”). Ja, de
reacties logen er gisteravond niet om. Wie het voetbal niet volgt, kent op zijn
minst de ex-reclameman, -partijvoorzitter en -burgemeester, en denkt: heeft
die echt geen betere vooruitzichten in het leven? Wie het voetbal wel volgt,
valt steil achterover, en denkt: die komt toch uit een totaal andere wereld?
Wie zelf in het voetbal zit, lacht zich een breuk, en denkt: we zullen eens
zien hoe lang dat mannetje het zal volhouden. Want op het WK Navelstaren zijn
de bestuurders uit onze voetbalwereld topfavoriet.

Het is heus niet zo dat Janssens’ eerste
beleidsdaad erin zal bestaan dat KRC Genk voortaan alleen maar over links zal
aanvallen. Of dat ze in het paarswit zullen spelen, zoals Janssens’ originele
voetballiefde, Beerschot. (Smaak heeft ie trouwens wel, hij supportert voor
Beerschot én Tottenham Hotspur, veel juister kan een combinatie niet zijn!). Ik
vermoed ook niet dat de naam van de club snel zal veranderen in krc.a Genk.

Neen, deze beroepsscepticus zegt: geef het een
kans. Geef hém een kans. Ons voetbal kan wel wat originele ideeën gebruiken.
Ons voetbal heeft nood aan nieuwe gezichten, verfrissende invalshoeken en
out-of-the-box- in plaats van box-to-box-denkers. Ons voetbal moet dringend
afstappen van dat bekrompen ‘Eigen volk eerst’-gedachtengoed.

Al zal het moeilijk zijn. Janssens zal moeten
opboksen tegen zijn eigen verleden en de conservatieve, ja, zelfs reactionaire
krachten die nog altijd oppermachtig zijn in ons enggeestige voetbalwereldje. Al wat
hij doet zal onder een vergrootglas gelegd worden. Supporters zullen nog minder
geduld met hem hebben dan met zijn falende voorgangers, die nu eenmaal krediet
kregen omdat ze allang in het voetbal actief waren en alleen maar daarom.

***

Eerlijk gezegd begrijp ik de aanstelling van
Patrick Janssens veel meer dan die van Alex McLeish als nieuwe trainer. De
55-jarige Schot was uitgerangeerd in het Britse voetbal, na mislukte avonturen
bij Birmingham City, Aston Villa en Nottingham Forest. Hij ziet eruit als een
echte Schot: ros haar, bleek gezicht, sproeten. Als speler was hij een centrale
verdediger, het type dat er zijn hoofd voor legde als dat nodig was om een
tegendoelpunt te voorkomen en dat voor de rest de ballen naar voren keilde. Een
kicker en rusher.

77 interlands speelde McLeish voor Schotland,
dat zijn 67 wedstrijden meer dan hij er in 2007 als Schots bondscoach mocht leiden.
Voordien was hij twee keer kampioen geworden met Glasgow Rangers, een club die
rond de eeuwwende zelfs met een aap-met-een-hoed-op als coach de titel zou
behaald hebben in die twee-ploegen-competitie (die na het financiële debacle van Rangers een één-ploeg-competitie is geworden). Met Birmingham promoveerde hij twee keer
naar de Premier League, gevolgd door even veel degradaties. Hij won er wel de
League Cup mee in het seizoen dat de club voor de tweede maal zakte. Bij Aston Villa werd hij vervolgens
uitgespuwd door de eigen fans omwille van het defensieve voetbal. De club kon
zich ternauwernood handhaven in de Premier League en McLeish moest opstappen.
Volgde nog een verblijf van precies veertig dagen bij tweedeklasser Nottingham
Forest, waar hij ‘in gezamenlijk overleg’ vertrok. Na anderhalf jaar werkloosheid
strijkt hij nu neer in Genk.

Ik weet niet wat ik moet denken van KRC Genk.
Aan de ene kant durven ze, door een buitenstaander algemeen directeur te maken.
Aan de andere kant lijkt de aanstelling van McLeish een geval van
paniekvoetbal. Zijn er dan echt geen betere trainers te vinden in eigen land?
Als een Schot van 56 de sportief zieltogende club moet redden, waarom dan geen
Belg van 62? Ja, ik heb het over Hugo Broos, drie keer kampioen geworden (dat
zijn twee titels meer dan Georges Leekens, om maar iets te zeggen, maar ook één
meer dan McLeish), vier keer verkozen tot trainer van het jaar, de man die
Kompany en Vanden Borre lanceerde bij Anderlecht en nu blijkbaar alleen nog
maar goed bevonden wordt om een Algerijnse club met razend gevaarlijke fans te leiden.
Tja, dat navelstaren.

***

Wordt Patrick Janssens niet eens het voordeel
van de twijfel gegund, dan staat nu ook die andere ‘buitenstaander’, Steven
Martens, in het centrum van een niet zo prettige belangstelling. Verkwister,
graaier, profiteur, zijn visitekaartje puilt uit. Reden: de bond heeft meer dan
400.000 euro te veel uitgegeven in Brazilië en Martens en zijn acolieten hebben
voor zichzelf aardige bonussen bedwongen.

Die 300.000 euro die de voetbalbond moet
betalen voor het nooit afgezegde hotel voor de spelersvrouwen is inderdaad een
belachelijke uitgave, waarvoor iemand zich zal moeten verantwoorden. Daar moet
je Martens echt niet van overtuigen. Die andere 100.000 euro werd gespendeerd
om het hotel van de Rode Duivels te vrijwaren van andere hotelgasten. Dronken
Russen, bijvoorbeeld. Mij lijkt dat geen gekke redenering. Beeld je de krantenkoppen
in wanneer onze helden in de eerste ronde verloren zouden hebben van Rusland
omdat ze al een paar nachten niet hadden kunnen slapen door de lallende
vodkavrienden die ’s nachts door de gangen dwaalden; het zou de bond kwalijk
zijn genomen dat ze dat niet voorzien hadden. De Duitsers lieten zelfs een
hotel en trainingskamp op maat bouwen, dus… En die bonussen, ach: willen we een moderne voetbalbond die wordt geleid volgens moderne methodes of moet het dan toch een amateuristische bejaardenvereniging blijven? (Wat niet belet dat het financiële reilen en zeilen binnen de bond kritisch onderzocht mag worden!)

Janssens zal nog aan den lijve ondervinden wat
Martens nu meemaakt: kortzichtigheid regeert in Voetballand, jaloezie is een
sterke drijfveer onder navelstaarders, als er vernieuwers in zicht komen
klitten de oude machthebbers samen. De modernisering van het Belgische
voetbalwereldje is een werk van bijzonder lange adem. Er gaat veel geld om in
het voetbal, maar toch worden vele clubs nog altijd geleid als vzw’s:
verenigingen zonder winstoogmerk (wat in vele gevallen op sportief vlak best een
accurate omschrijving is, maar dit geheel terzijde).

Het voetbal zou nieuwkomers moeten omarmen,
hen kansen geven, samen zoeken naar een uitweg uit de impasse. Al zijn, zoals
bij de transfers van spelers, niet alle nieuwe gezichten aanwinsten, moet ik toegeven. Ik mocht
het zelf drie seizoenen geleden meemaken in mijn tien maanden en nog wat dagen
bij een teloorgegane Antwerpse club, waar de dynamische en enthousiasmerende
voorzitter, een projectontwikkelaar die voordien nauwelijks met het voetbal in
aanraking was gekomen, achteraf bekeken een dorpsgek bleek die in zijn eigen
bescheiden voetbalcarrière iets te vaak met zijn hoofd tegen de doelpaal moet zijn gelopen. Dat soort figuren moet je op een afstand houden. Halve zolen lopen er al genoeg rond in de bestuurskamers.



Big Rom & de Transfercarrousel

Sport Posted on do, juli 31, 2014 12:27:29

Ik ben blij voor Romelu Lukaku, echt waar.
Sympathieke gast, perfect voorbeeld voor de jeugd, kan een hele grote
voetballer worden. Kán, want hij heeft nog een hele weg af te leggen. Vandaag
is hij op zijn 21ste al een vaste waarde bij de Rode Duivels en binnenkort van
zijn nieuwe club Everton FC. Liverpool is bovendien een aardige stad, waar de
boomlange zwarte spits minder lastig zal worden gevallen dan in het veel mondainere Londen.

Dertig miljoen euro heeft Everton veil gehad
voor dit grote talent, plus nog eens vijf miljoen aan bonussen, mocht Lukaku
het waarmaken in de stad van The Beatles. Een som die de Toffees met veel
plezier zullen ophoesten, omdat dat zou betekenen dat hun dure aanwinst voor
successen zal hebben gezorgd. En ook Chelsea zal financieel content zijn: ze
kochten Lukaku voor 18 miljoen en maken dus flink wat winst. Iedereen gelukkig?
Ach, dat is relatief.

Vorig seizoen al speelde Lukaku op huurbasis
voor Everton. Hij maakte er 15 goals in 31 wedstrijden en was daarmee de best
scorende spits van… Chelsea, maar dus niet voor Chelsea. Vijftien doelpunten, dat zijn er maar drie minder dan
Samuel Eto’o (9), Fernando Torres (5) en Demba Ba (4) er sámen scoorden in de
Premier League. Volgens Chelsea-manager José Mourinho was Lukaku niet klaar
voor topvoetbal. Hoe verklaart ie dan dat hij het bij Everton, waar hij met
minder goede spelers omringd wordt, wel uitstekend deed?

Maar goed, ondanks eerdere uitspraken dat
Mourinho hem opnieuw een kans zou geven bij Chelsea, haalde die club intussen
Diego Costa voor veel geld binnen, bleef Fernando Torres en werd met Didier
Drogba – nota bene het idool van Lukaku – een oude bekende én een vriend van
Mourinho binnengehaald. Het is geweten dat de Portugees graag zijn vriendjes
soigneert. Vorig seizoen mocht Eto’o, die Mourinho als valse rechtsback
diensten had bewezen bij Inter, nog een fijne fin-de-carrière beleven in
Londen, deze jaargang krijgt de 36-jarige Drogba een lucratief jaar cadeau.
Drogba, het weze gezegd, die tijdens het voorbije WK slechts bankzitter was bij het nochtans niet zo
geweldige Ivoorkust. In het slechtste geval had Mourinho valse beloften kunnen
doen aan Romelu Lukaku, waardoor die een seizoen van bankzitten en grote
frustraties zou meemaken, maar dan wel met een gespekte bankrekening. Nu is hij beter af, ook al staat Everton momenteel een trapje lager dan die andere Blues uit Londen.

Je zou het haast vergeten door al dat financiële geweld van
Roman Abramovitsj, één van de weinige Russische oligarchen die momenteel
ontzien wordt door de Britse regering met haar verregaande maatregelen tegen
Poetin, maar Everton heeft een veel rijkere traditie dan
Chelsea: negen keer kampioen, vijf keer bekerwinnaar, één Europabeker voor
Bekerwinnaars, een stadion, Goodison Park, waar 40.569 toeschouwers in kunnen.
De club werd opgericht in 1878 en speelde van alle Engelse clubs het vaakst in
de hoogste voetbalafdeling; vanaf half augustus zal dat al voor het
111de seizoen (op in totaal 115) zijn.

Ter vergelijking: Chelsea werd opgericht in
1905, begint straks aan zijn tachtigste jaargang bij de Engelse elite, werd amper
vier keer kampioen (waarvan dan nog drie keer nadat Abramovitsj de boel had
overgenomen), won zeven keer de beker (vier keer sinds de Russische intocht) en
behaalde twee Europacups toen het nog een normale club was en twee na de
overname. Ondanks al die voetbalmiljonairs die er rondlopen, speelt Chelsea in
een stadion, Stamford Bridge, waar nauwelijks meer volk op kan dan op de tribunes van Goodison
Park: 41.837.

***

Chelsea is geen normale voetbalclub. Ofwel
deugt het scoutingapparaat niet (en worden telkens de verkeerde spelers voor
veel te veel geld aangetrokken), ofwel – wat veel waarschijnlijker is – speelt
het geen rol of de juiste spelers worden aangekocht, zolang er maar voldoende
beweging in de kern zit. Chelsea is als een beursgenoteerd bedrijf, dat zelf
voortdurend haar eigen aandelen koopt en verkoopt. Meestal met serieus verlies. De lucratieve
transfers van Kevin De Bruyne en Romelu Lukaku zijn uitzonderingen.

Laten we de dingen bij naam noemen: Chelsea
heeft niet meer of niet minder dan een transfercarrousel opgezet, net als
Manchester City, PSG, AS Monaco en Real Madrid dat hebben gedaan.
En na het aantrekken van bijter Luis Suárez heeft ook FC Barcelona definitief
afstand genomen van ethisch bestuur, een tendens die vorig jaar al werd ingezet
met de dubieuze transfer van Neymar, die in werkelijkheid veel meer geld kostte
dan in de boekhouding was terug te vinden. “Més que un club”?
Mestvaalt, ja!

Transfercarrousels zouden illegaal moeten
zijn. Eigenlijk is het mensenhandel, zij het dat deze ‘mensen’ geen echte slaven
zijn, flink veel geld verdienen en we het daarom geen mensenhandel noemen, maar
die voetballers zijn niet meer dan speelballen in de uit de hand gelopen hobby
van rijke mecenassen en excentrieke voorzitters, die gewoon hun zin doen, doorgaans
gespeend van enige kennis van zaken, autoritair, egocentrisch, zelfgenoegzaam, alsof
niemand hen wat kan maken. Eerzuchtige mannen die denken dat alles te koop is
in de wereld.

Eén voorbeeld om dit concreet te maken: vorige
zomer kocht Real Madrid Gareth Bale voor 91 miljoen euro, haalde het Dani Carvajal terug van bij Leverkusen (voor meer geld dan de som waarvoor het de
rechtsback eerst aan de Duitsers had gesleten, slimme handelaars!), en kwamen
verdedigende middenvelder Asier Illarramendi (32,2 miljoen) en aanvallende
middenvelder Isco (27 miljoen). In deze transferperiode haalde het al aanvallende
middenvelders James Rodriguez (70 miljoen) en Toni Kroos (26,4 miljoen) en
voorzitter Pérez verkondigt met luide trom dat het werk nog lang niet af is.

Isco mag intussen alweer vertrekken, want in dat
compartiment lopen naast James Rodriguez en Kroos ook al Cristiano Ronaldo en
Bale rond (voorlopig ook nog Di Maria zelfs). Dat is geen transferpolitiek
meer: dat is sportief dom en kortzichtig, economisch onverantwoord, financieel uitermate
riskant (met geld dat dan nog wordt geleend van banken die zelf met miljarden
steun van de Europese Unie overeind zijn gehouden!) en getuigt van een
schrijnend gebrek aan ethiek. Kortom, dit is immoreel. In hoeveel bochten moet een
supporter van Real zich wringen om dat goed te praten en in een shirtje van
zijn favoriete speler rond te blijven lopen? (Een nieuw shirtje uiteraard, want zijn
vorige favoriete speler is inmiddels weer weg.) Hoe blij mogen
supporters van Chelsea, Man. City, PSG, Monaco en Barça zijn, los van de
prestaties op het veld, met het beleid van de club van hun hart? Hoeveel hart
voor het voetbal hebben die clubs zelf nog eigenlijk?

In een correct functionerende voetbalwereld,
met respect voor traditie, fanbasis en de economische realiteit, zou Chelsea
een lage middenmoter zijn in de Premier League. Manchester City zou nog altijd
pendelen tussen de Engelse eerste en tweede klasse. PSG zou meedoen voor een
Europees ticket in Frankrijk, maar de titel zou normaal ver buiten bereik
liggen. AS Monaco zou ups en downs kennen en zeker geen topclub zijn. (Kan ook
niet als je je thuiswedstrijden, zoals vorig seizoen, voor gemiddeld 8.438
toeschouwers speelt.) De huidige en vorige voorzitters van Real Madrid en Barcelona
zouden in de gevangenis zitten en hun clubs uitgesloten van de transfermarkt
tot ze hun financiële zaakjes op orde hebben.

Helaas, de voetbalwereld is niet rechtvaardig
(tot daaraan toe), functioneert niet economisch correct (wat veel erger is) en
de veelbesproken principes van de Financial Fair Play worden nauwelijks
toegepast. Het blijft bij blaffen zonder bijten bij de UEFA, een bende laffe
meelopers die vooral niet op de lange tenen van machtige multimiljardairs willen trappen en het dan maar
houden op enkele verbale waarschuwingen. Het internationale voetbal zou dringend een voorbeeld moeten nemen aan de gezonde Bundesliga, waar aandeelhouders
nooit meer dan 49,9% van de aandelen van een club mogen bezitten.

***

Goed dat Lukaku straks lekker kan gaan
‘ballen’, in een club waar voorlopig niets moet en veel kan, in een competitie
die hem op het grote lijf geschreven is, in een omgeving die voetbal ademt en waar
het bestuur, de manager en zijn medespelers in hem geloven, in een stadion waar
Sfeer met een hoofdletter S geschreven wordt.

Zaterdag 30 augustus, 18u30, staat nu al in
blauw omcirkeld in zijn agenda. Dan komt Chelsea naar Goodison Park. Kick some ass, Big Rom!



En de winnaar is… Emilio Ferrera

Sport Posted on wo, juli 30, 2014 18:02:59

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Iets meer dan 24 uur na afloop van de allereerste
speeldag in de Jupiler Pro League, jaargang 2014/2015, mocht al een eerste
trainer zijn biezen pakken. Die twijfelachtige eer was voorbehouden aan Emilio
Ferrera, tweetalige Brusselaar, tot maandagavond in dienst bij KRC Genk, een
fusieclub die zich graag als topclub bestempelt, maar het nog lang niet is.

Quizvraag: welke trainersnaam komt het vaakst
voor op de Wikipedia-pagina van KRC Genk?

Antwoord: Pierre Denier.

Zeven keer staat de naam ‘Pierre Denier’
genoteerd bij het indrukwekkend lijstje trainers dat de fusieclub sinds het
ontstaan in de zomer van 1988 heeft gekend. Denier, zelf ex-speler van
Winterslag en daarna ook nog even van Racing Genk, werd assistent-trainer in
1992. Anderhalf jaar later mocht hij voor het eerst een zitje opschuiven omdat
zijn ‘baas’ de laan was uitgestuurd. De man heeft geen enkele ambitie om
hoofdtrainer te worden en gelijk heeft ie, in dat Limburgse wespennest waar hij
de enige stabiele factor lijkt te zijn.

Volgevreten
voetballers willen geen trainer-leraar

In Hollywood zouden ze het ‘miscasting’
noemen, de aanduiding van Emilio Ferrera als trainer in Genk. Niet dat hij een
onbekwame kerel is, integendeel zelfs. Tactisch is Ferrera een kraan, net als
zijn broer Manu en zijn neef Yannick trouwens. Zot van het spelletje, gedreven,
een echte voetballeraar. En dat is nu net wat volgevreten voetballers niet
graag hebben: iemand die het beter weet dan hen (wat ook zo is!), een naar de
maatstaven van hun portemonnee goedkope loonslaaf die de sterren op de
voetbalvloer even zal zeggen hoe het moet. No
way, José
(al wil ik er Mourinho even buiten laten)!

Ze hadden het in Genk al eens eerder
meegemaakt, vijf jaar geleden. Toen werd Hein Vanhaezebrouck met de grote trom
verwelkomd. Die had met KV Kortrijk onverwacht goed gepresteerd en zou dat ook
bij een échte topclub (Genk was de seizoenen voordien respectievelijk 10de en
8ste geëindigd…) gaan waarmaken, dachten ze in Midden Limburg. Net als Ferrera
is Vanhaezebrouck een coach die kort op de groep zit en van een duidelijk
tactisch plan vertrekt. Nogmaals: dat hebben die ventjes in korte broek en met
de veelkleurige voetbalpantoffels niet graag.

Exit Vanhaezebrouck, zij het niet na één
speeldag. Hem werden zestien speeldagen gegund, in een competitie waarin Genk
twaalfde stond en uiteindelijk elfde zou worden. Flinke verbetering! (Zoals de
meeste trainerswissels in de praktijk weinig oplossen, maar dit terzijde.)

Genk heeft zijn grootste succesjaren gekend
onder gemoedelijke trainers als Aimé Anthuenis en Sef Vergoossen. En, o ja, in
2010/2011 onder Franky Vercauteren, toch ook een didactische trainer die heel
veel ‘beschikbaarheid’ eist van zijn spelers. Een gelukje? Of is Vercauteren,
als speler al een hele slimme jongen, omzichtiger omgegaan met zijn vedetten?

Hoe dan ook, het profiel van de nieuwe trainer
(m/v) moet zijn: rustig, kordaat wanneer het moet, een beetje
handig en diplomatisch in de omgang met de mensen die het voor het zeggen
hebben (hypocriet mag ook), stelt de spelers op hun gemak, affiniteit met
Limburg.

Bestuur
moet de ploeg niet opstellen

Ik lees dat het bestuur van KRC Genk weer
sterk onder invloed staat van ex-voorzitter Jos Vaessen (wat al aan de basis
zou hebben gelegen van het vertrek van algemeen directeur Degraen aan het eind
van vorig seizoen). Dat er een flinke kloof bestaat tussen bestuur en
technische staf. Dat alle macht in de bestuurskamer ligt, niet meer bij de
verantwoordelijken voor het sportieve gebeuren.

In heel wat voetbalclubs heeft dat al tot
hommeles geleid. Een bestuur moet besturen, niet trainen, de ploeg opstellen
of, godbetert, spelen. In ’t diepst van zijn gedachten is menige voorzitter ook
al de spits geweest die de bal er zelf in de toegevoegde tijd intrapte, goed
voor winst in de Champions League. Zo lang die gedachten maar niet naar buiten
treden of zo’n voorzitter gaat denken dat hij er echt iets van kent. Helaas…

Genk
trekt de kaart van de jeugd

Eén pijnlijke persconferentie en één extra
bestuursvergadering de dag na de 3-1 nederlaag bij KV Mechelen volstonden om
Emilio Ferrera de doodsteek te geven. Dat is snel, dat klinkt overhaast, dat
heeft veel weg van regelrechte paniek. Nu ken ik de technische directeur van
KRC Genk een beetje, Gunter Jacob. Aimabele tiep, rechtuit, soms Hollands
brutaal, af en toe zelfs hondsbrutaal, heeft kaas gegeten van voetbaltactiek.
Uitstekende tv-analist, inhoudelijk sterk, scherp én met een sarcastische zin voor humor. Op een blauwe maandag zelf trainer van KV Mechelen, dat toen –
volgens Jacob zelf – het spectaculairste voetbal van de hoogste klasse speelde.
Misschien moet hij het weer eens proberen, vijftien jaar na die vorige ervaring?

Volgens het bestuur moeten de supporters niet
meer rekenen op versterking, zelfs als spits Jelle Vossen straks naar het
buitenland vertrekt waar het Grote Geld lokt en hij eindelijk die transfer kan
versieren waarvan al sprake is van kort na zijn geboorte of daaromtrent. KRC
Genk trekt volop de kaart van de jeugd. Dat valt toe te juichen, op voorwaarde
dat je geduld hebt, er rekening mee houdt dat er niet elk jaar enkele
getalenteerde jongeren klaar staan om door te breken én dat zo’n snotneus met
talent snel worden opgepikt door buitenlandse scouts.

Het is, met andere woorden, een groot risico. Een
spelerskern moet altijd een mix van ervaring en jong geweld zijn, waarbij de
ouderen nog voldoende gedreven zijn en de jongeren openstaan om bij te leren.

Het SK
Beveren van nu

Bij Genk zullen ze stilaan een definitieve
keuze moeten maken. Willen ze een echte topclub worden of stelt men zich
tevreden met de status van SK Beveren van nu? De sympathieke Waaslanders, ooit
‘het kleine Anderlecht’ genoemd omdat ze in de jaren zeventig en tachtig mooi
voetbal speelden en ook nog eens goede resultaten behaalden, werden
landskampioen in 1979 en 1984, waarna het snel bergaf ging. Vandaag moet
fusieclub Waasland-Beveren voor het derde opeenvolgende seizoen proberen het
behoud te verzekeren, meer zit er niet meer in.

Beveren won in die gouden jaren twee titels en
twee bekers. KRC Genk zit in het zeventwintigste seizoen al aan drie titels en
vier bekers. Dat is knap, maar toch ziet niemand de Limburgers vooralsnog als
een topclub. Dat predikaat blijft voorlopig voorbehouden aan Anderlecht,
Standard en Club Brugge.

In tegenstelling tot het Beveren van weleer
wordt het adjectief ‘sympathiek’ niet gebruikt om de Genkenaren te omschrijven.
Daarvoor gedraagt het bestuur zich soms te arrogant en wordt al te vaak de
confrontatie gezocht met ‘die van Brussel’, ‘die van Luik’ en ‘die van Brugge’.

De waarheid is dat Genk na een gloriejaar
altijd een felle terugval kent. Kampioen in 1999, de jaren daarna 8ste en 11de.
Kampioen in 2002, de daaropvolgende seizoenen 6de en 4de. Kampioen in 2011, het
jaar nadien nog mooi derde, maar sindsdien 5de en 6de. Er zit geen regelmaat
in. Er wordt gemord onder het tot nog toe trouwe volk. Er hangt een parfum van
existentiële crisis in de lucht. Er moet dringend iets gebeuren, maar wat?

KRC Genk moet opletten of het belandt in een
diepe put, wat in de buurt van gesloten mijnen geen comfortabel vooruitzicht
is.



De voetbalcompetitie 2014/2015 nu al voor u samengevat

Sport Posted on zo, juli 27, 2014 12:23:00

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Minder dan twee weken na de Duitse triomf op de
grootste voetbalshow op aarde trapten Standard en Charleroi vrijdagavond de
Belgische voetbalcompetitie op gang. Anderlecht is gewoontegetrouw favoriet,
Club Brugge en Standard noemen zichzelf ambitieuze outsiders. Heel wat
smaakmakers verlieten de Jupiler Pro League, we krijgen er vanishing spray en
wintermutsen voor in de plaats.

Het kwalitatief contrast zal groot zijn. Geen Neuer,
Lahm, Kroos of Müller straks op onze velden, zelfs geen Mulder in de studio. ’t
Is alsof je veertien dagen na Rock Werchter ‘Rock In Je Achtertuin’
organiseert, met een paar beginnende groepjes uit de wijk. Zelfs onze kranten
zijn nog in WK- en Tour-modus, zo relatief weinig aandacht kreeg de
competitiestart dit jaar.

De windstilte van de voorbije weken heeft ook
te maken met het feit dat er dit keer niet door cavalier seul spelende
voorzitters geleurd werd met stamnummers en dat soort fijne neveneffecten. Er
ging ook geen enkele club failliet, dat was een jaar geleden ook anders. En op
het WK speelden er maar een handvol voetballers uit de Jupiler Pro League mee.
Bij de Rode Duivels welgeteld één en dan nog maar negentig minuten.

Lagere
middenklasse van Europa

Eerst het goede nieuws: alle wedstrijden
zullen dit seizoen rechtstreeks te zien zijn op Sporting Telenet én Belgacom
TV, ook Radio 1 zit er weer bovenop. Voor de samenvattingen kunt u als vanouds
terecht op VTM en RTBf, het wekelijkse Canvas-magazine ‘Extra Time’ blijft een
vaste afspraak op maandagavond.

De grote winnaar van deze deal is de kijker,
die geen hartverscheurende en geldverslindende keuze meer moet maken tussen
verschillende tv-platformen, tenzij hij er ook nog een dosis buitenlands
voetbal wil bij nemen. De grote verliezer is rechtenhouder MP&Silva, dat een
kat in een zak heeft gekocht en in plaats van flink te verdienen op het
Belgisch voetbal haar oorlogskas moest aanspreken. Eigen schuld, dikke bult.

Dat de tv-rechten niet opnieuw gestegen zijn,
zoals de vorige keren dat het voetbalcontract was afgelopen, duidt op een
dalende belangstelling voor het – vergeef me de marketingterm – ‘product’ Jupiler
Pro League. Belgische voetballers zijn wereldwijd gegeerd, het Belgisch voetbal
hinkt ver achterop.

Het behoort tot de wetmatigheden van het
Europese voetbal: de rijken worden rijker, alle anderen worden armer. De
Belgische competitie behoort tot de lagere middenklasse van Europa. Dat is ons
lot, ook al winnen de Rode Duivels over twee jaar dat Europees Kampioenschap.

De Top
2 lijkt flink verzwakt

Anderlecht heeft zijn eerste trofee al te
pakken. Het won vorige zondag de Supercup, de jaarlijkse seizoensopener tussen
landskampioen en bekerwinnaar. Toch heeft de club die in mei haar
drieëndertigste titel veroverde opnieuw aan kwaliteit ingeboet. Cheikhou
Kouyaté en Massimo Bruno, de grote uitblinkers in play-off 1, vertrokken naar
het buitenland. Bij de inkomende transfers staat voorlopig slechts één naam:
Wigor Alan Do Nascimento, een nobele onbekende die uit de Braziliaanse tweede
klasse komt en enkel een proefcontract kreeg. Hopelijk beseffen ze bij paarswit
dat niet elke Do Nascimento een Pelé is.

Het bestuur van Anderlecht heeft nochtans het
licht op groen gezet om het inkomende transfergeld voor een deel te
herinvesteren, maar de vraag is of daar ook de betere spelers kunnen voor
gekocht worden. Belangrijkste nieuwe gezicht zou wel eens Matías Suárez kunnen worden,
al zes seizoenen in Anderlechtse loondienst, Gouden Schoen gewonnen zelfs, maar
o zo blessuregevoelig. Als zijn lijf het houdt, wordt Suárez een grote troef.
Waarna het hele transfercircus rond zijn persoontje weer op gang kan komen,
maar dat zijn zorgen voor later.

Bij Standard was de aderlating nog veel
groter: William Vainqueur, Michy Batshuayi en Yoni Buyens zijn al weg, aan dat
rijtje wordt wellicht ook Imoh Ezekiel toegevoegd. Vorig seizoen domineerde
Standard de reguliere competitie om pas in de play-offs onderuit te gaan.
Voorzitter Duchâtelet staat voorlopig niet ter discussie, in tegenstelling tot
vorig jaar rond deze tijd, maar dat kan snel veranderen. In de Vurige Stede is
de supportersrevolutie altijd nabij.

Ook Club Brugge, de derde van de vorige
competitie, begeleidde heel wat kernspelers naar de uitgang en verwelkomde twee
oudjes: Davy De fauw en de Braziliaan Fernando Menegazzo. Ook Timmy Simons is weer
een jaartje ouder. Daar staat tegenover dat de jonkies Mechele en Engels een
jaar ervaring hebben kunnen opdoen en dat er een stel jongeren nadrukkelijk op
de deur klopt.

In mei volgend jaar zal het precies tien jaar
geleden zijn dat Club voor het laatst kampioen werd. Het smachten van de fans
is tot in de hoofdstad te horen. Wordt Michel Preud’homme de verlosser?

Transferperiode
tot eind augustus: er kan nog veel gebeuren

Ook bij de andere play-off 1-deelnemers, Zulte
Waregem en KRC Genk, is er een onevenwicht tussen inkomende en uitgaande
kwaliteit. Gouden Schoen Thorgan Hazard speelt nu in de Bundesliga voor Mönchengladbach,
stevige verdediger Kalidou Koulibaly verdient zijn euro’s voortaan in Napels,
om maar de voornaamste vertrekkers op te noemen.

Sporting Lokeren investeerde in de toekomst
door het contract van succestrainer Peter Maes, goed voor twee bekers in drie
jaar, te verlengen, maar de kans is reëel dat Hans Vanaken nog deze zomer
verkast naar een andere Belgische eersteklasser of een buitenlandse subtopper.
Bovendien draait de club nog altijd bij gratie van de centen van voorzitter
Lambrecht, een tachtiger.

Alle clubs hebben nog vijf weken om hun kern
te versterken of verder te zien verzwakken, er kan dus nog veel gebeuren. Het
is al vaker gezegd, maar eigenlijk is het absurd dat de competitie begint op
een ogenblik dat de transferperiode nog maar goed halfweg is (en niet alleen
omdat u mij straks zult uitlachen omdat mijn voorspellingen niet uitkomen).

KAA
Gent zal een rol van betekenis spelen

Na twee mindere seizoenen, waarin het wel de
prachtige Ghelamco Arena mocht openen, heeft KAA Gent niets aan het toeval
overgelaten. Met Hein Vanhaezebrouck werd een nieuwe trainer geïntroduceerd, iemand
die systematiek aan tactisch inzicht koppelt. Zijn vorige passage bij een
Belgische topper, KRC Genk, liep uit op een sisser, maar niets wijst erop dat
hij opnieuw een volgevreten spelersgroep voor zich zal krijgen.

Gent moet een rol van betekenis kunnen spelen
bovenin het klassement. De kwaliteit is er, zowel op het veld als op de bank,
de honger naar succes eveneens, het ongeduldige maar zeer trouwe publiek ook. Boude
voorspelling: Gent haalt moeiteloos play-off 1 en speelt ook een rol van
betekenis in de titelstrijd.

Andere teams die het wel eens beter dan
verwacht zouden kunnen doen, zij het dan toch met play-off 2 als
eindbestemming, zijn de twee KV’s, Oostende en Mechelen. Het ‘weireldploegsje’
van voorzitter Marc Coucke haalde heel wat ervaring in huis (Hoefkens,
Coulibaly, kuitentrapper Ruytinx), naast Anderlecht-afdankertjes Jordan Lukaku
en Canesin. Mechelen versterkte zich vooral in de breedte. Vraag is of de
Servische trainer Aleksandar Janković, die onze competitie kent dank zij drie
korte passages bij Lokeren, de trouwe supportersschare meer kan bieden dan voor
de zoveelste keer probleemloos meedraaien in de buik van het klassement.

Nieuwkomers
zijn kandidaat-dalers

De nieuwkomers heten dit jaar Westerlo en
Moeskroen-Péruwelz, twee oude bekenden. Westerlo speelde twee seizoenen geleden
nog bij de elite van het Belgisch voetbal, Moeskroen deed dat tussen 1996 en
het faillissement van 2010, waarna de reddende fusie met Péruwelz volgde. Naar
goede gewoonte behoren ze tot de kandidaat-dalers, al lijkt Westerlo toch
behoorlijk gewapend om die voorspelling tegen te spreken.

Andere clubs die weinig meer ambitie hebben
dan alweer een jaartje overleven en zo volop tv-rechten te kunnen incasseren
zijn Waasland-Beveren, Cercle Brugge, Charleroi, het al jaren kwakkelende
Lierse en, zo verwacht ik, KV Kortrijk dat een aantal dragende spelers én
trainer Vanhaezebrouck verloor.

Uiteraard kijken we ook met bijzondere belangstelling
uit naar de introductie van de vanishing spray in onze eerste klasse. Een
andere nieuwigheid is dat spelers tijdens de koude winterdagen mutsen mogen
dragen. Het is wachten op de eerste strafschop die wordt toegekend omdat een
verdediger de muts van een aanvaller over diens hoofd heeft getrokken.
Volksvermaak gegarandeerd!

Samengevat…

Wie
wordt kampioen?
Toch maar Anderlecht (met Club Brugge
en KAA Gent niet zo ver achterop).

Wie
haalt er ook nog play-off 1?
KRC Genk, Standard en
Lokeren.

Wie
degradeert rechtstreeks?
Moeskroen-Péruwelz.

Wie
wint de Gouden Schoen?
Hans Vanaken.

Wie
wordt kampioen in tweede klasse?
OH Leuven.

Wie
zullen we missen?
Thorgan Hazard, Kouyaté, Bruno,
Vainqueur, Batshuayi, Koulibaly, en de trainers Bob Peeters en Frank
Vercauteren.



WK 2014: een beetje frivool is ook wel lekker

Sport Posted on di, juli 15, 2014 17:49:32

(Deze tekst verscheen eerder op deredactie.be als
zesde en laatste van een reeks WK-columns.)

Deutschland Weltmeister! Al was het maar om Gary
Lineker nog eens gelijk te geven met zijn “… en op het eind winnen de
Duitsers”-uitspraak. En ook omdat die Argentijnen een lafhartig toernooi
hebben gespeeld. Het was een WK met vele gezichten: mooie, minder mooie, ronduit
lelijke.

Twaalf jaar geleden zat het Duitse voetbal in
zak en as. Net het wereldkampioenschap voetbal verloren met onaantrekkelijk
werkvoetbal door een uitgebluste generatie, Borussia Dortmund bijna failliet,
het hele voetbalbestel op apegapen, op het trotse Bayern München na. Onder
impuls van alle maatschappelijke geledingen die maar enigszins met sport te
maken hebben, kwamen er drastische hervormingen.

Supporters kregen reële inspraak bij hun club,
aandeelhouders mochten maximaal negenenveertig procent van de aandelen in hun
bezit hebben, de jeugdopleidingen werden geoptimaliseerd en alle nationale
ploegen, van heel jong tot de Mannschaft, werden in handen gegeven van positief
denkende, aanvallend gerichte coaches.

Het WK in eigen land, 2006, werd een
volksfeest, maar leverde geen trofee op. De finale van Euro 2008 werd eveneens verloren.
Daarna bleef het succes nog even uit, behalve op clubvlak: Bayern München ging
Europa domineren, Borussia Dortmund werd een paar keer kampioen van Duitsland
en nu is er die opperste beloning in de vorm van de wereldbeker. Meine Damen und Herren, een plan helpt!

Klonen
van José Mourinho

Duitsland was al vanaf de openingswedstrijd
bij de les: het Portugal van Cristiano Ronaldo (“There’s no I in team, but
there are two I’s in Cristiano Ronaldo!
“) werd met 4-0 wandelen gestuurd.
Het WK kende trouwens in het algemeen een vliegende start. Op de eerste twee
speeldagen van de groepsfase werd er onverwacht open en aanvallend gevoetbald,
met als resultaat spectaculaire wedstrijden, verrassende wendingen en
behoorlijk veel doelpunten.

Naar een oorzaak voor die productiviteit is
het niet ver zoeken: door een reglementswijziging telde bij een gelijke stand
niet meer het onderlinge resultaat maar het doelpuntensaldo. Deelnemende landen
hadden er alle belang bij om vlot te scoren, wat ze dan ook probeerden én deden.

Naarmate het toernooi vorderde, keerde het
berekenende voetbal terug. Dat was al zo op de derde speeldag van de eerste
ronde en dat werd nog veel erger vanaf de achtste finales en dus de
rechtstreekse uitschakeling. Plots werden risico’s geschuwd en werd er in de
eerste plaats gespeeld om tegendoelpunten te vermijden. Waar ik vooraf voor
vreesde – een WK met allemaal klonen van José Mourinho als bondscoaches – werd
dan toch bewaarheid, zij het met enige vertraging.

In 64 wedstrijden werd er uiteindelijk 171
keer gescoord, een gemiddelde van 2,67 per wedstrijd. Dat is een pak meer dan
vier en acht jaar geleden (respectievelijk 2,27 en 2,30), net iets minder dan
in 1994 (2,71). Ook het veldspel was flink beter dan in Zuid-Afrika. Al bij al
was het op sportief vlak één van de betere WK’s van de afgelopen vijftig jaar.
Alleen oudere jongeren zullen met enige weemoed terugdenken aan Mexico 1970 of
eventueel Spanje 1982.

Weinig
memorabele wedstrijden na de groepsronde

Het aantal memorabele wedstrijden vanaf de
achtste finales kon op de vingers van één hand geteld worden: België-Verenigde
Staten (spektakel), Colombia-Uruguay (James Rodriguez!), Duitsland-Algerije (de
underdog die de topfavoriet het vuur aan de schenen legde), Brazilië-Colombia
(ongebreidelde passie) en Brazilië-Duitsland (eenzijdige demonstratie). De
finale was oké, zonder meer. Beter dan vier jaar geleden (Spanje-Nederland),
véél beter dan die andere nul-nul na negentig minuten, de absolute draak
Brazilië-Italië uit 1994. En gelukkig in niets te vergelijken met de vorige
Duitsland-Argentinië, die schandalige voetbaloorlog in 1990.

Nederland zorgde met een kwalitatief beperkte
kern voor de grote verrassing door bijna de finale te halen. Twee topspelers
(Robben en Van Persie), één topspeler op de terugweg (Sneijder) en voor de rest
heel wat spelers uit de eigen Eredivisie. België bereikte met veel meer
individueel talent minder dan de Nederlanders, dat moeten we gewoon durven toegeven.
Het heeft ook met een verschil in benadering van de bondscoaches te maken: de
‘laisser faire’ van de gewezen liberale senator (Marc Wilmots) tegenover de eigenwijze
pedagoog die niets aan het toeval overlaat (Louis van Gaal).

Lionel Messi ontving de Gouden Bal als beste
voetballer van het toernooi. Of was het een wandeltrofee? In geen lichtjaren
verdiende Messi dat troostprijsje voor zijn verloren finale. Meer nog, hij zou
niet eens in de Top 5 mogen staan (James Rodriguez, Kroos, Müller, Robben en
Schweinsteiger waren veel beter).

Lakse
scheidsrechters

Mijn tweede column ging een paar weken terug over
de scheidsrechters en dan met name hun geknoei in de eerste wedstrijden. Het is
er achteraf niet beter op geworden. Waren de referees op vorige toernooien soms
overdreven streng, met al te vlug getoonde gele en rode kaarten, dan waren ze
nu vooral te laks, tot en met de finale toe, waar drie uitsluitingen mogelijk
waren geweest. Meer dan ooit schreeuwt het moderne topvoetbal om videoreferees,
die teams de mogelijkheid zouden moeten laten om een drietal keer per wedstrijd
dubieuze beslissingen aan te vechten.

Gelukkig is de doellijntechnologie onder ons,
een evolutie die niet meer kan teruggedraaid worden. Maar anno 2014 blijft het
onverantwoord dat voetbalwedstrijden op het allerhoogste niveau worden geleid
door beïnvloedbare of zonder meer zwakke trio’s zoals in Brazilië-Kroatië,
Mexico-Kameroen, Brazilië-Colombia of Brazilië-Nederland. Neen, ik denk niet
dat het toeval is dat het gastland drie keer in dit lijstje fungeert.

Dat een smaakmaker als Neymar al in de
kwartfinales werd geliquideerd heeft alles te maken met een fluitenier die niet
ingreep toen voetbal oorlog werd. Dat Colombia op het eind werd uitgeroepen tot
sportiefste ploeg zullen we dan maar ironie noemen.

Hoge
voorspelbaarheidsfactor

De eerste ronde werd gedomineerd door de Zuid-
en Midden-Amerikaanse landen, maar die hadden dan de pech dat ze ofwel op
sterkere tegenstanders stuitten, ofwel een onderlinge strijd moesten voeren.
Bij de laatste vier slechts één verrassende naam, Nederland, ook al speelden
onze noorderburen in het verleden al drie finales; dat was wel met een veel
betere lichting voetballers. Deze halve finaleplaats en de winst in de kleine
finale waren onverhoopt.

Dat ook Brazilië, Duitsland en Argentinië bij
de laatste vier zaten, heet voetballogica. Onder elkaar hadden ze tien van de
vorige negentien wereldbekers verdeeld, het zijn voetbalgrootmachten. Zo
behoudt zo’n WK, met al zijn verrassingen, toch nog een hoge
voorspelbaarheidsfactor. Net zoals het perfect voorspelbaar is dat de finale
minstens één vervelend land moet tellen: Argentinië had voordien te zuinig
gespeeld om de neutrale voetballiefhebber te bekoren.

Dit was ook het WK van de invallers. Ontelbare
keren zorgden één of meerdere invallers voor de beslissing in een wedstrijd,
wij Belgen kunnen daarvan meepraten. Als kers op de supersubtaart scoorde invaller Mario Götze het enige doelpunt in de
finale. “De bank speelt mee”, dan toch iets waar Wilmots 100% gelijk
in had.

De
dekkingsfouten van Dilma Rousseff

Brazilië is altijd al een voetbalgek land
geweest en dat was met die wereldbeker in eigen land niet anders. Vraag is: wat
nu? De Seleçao werd twee keer na elkaar belachelijk gemaakt. Het krakkemikkige
voetbal van de eerste wedstrijden, dat met de mantel der liefde werd bedekt omdat
het team toch maar mooi weer in de halve finales stond, werd nu plots
uitvergroot. Zonder Neymar en Thiago Silva was dit een heel middelmatig elftal.

Naast de afgang op het veld is een andere
vraag hoe het land de waanzinnige kosten die verbonden zijn aan de organisatie
van dit WK zal verteren. Miljarden euro’s werden in het voetbal gestoken.
Investeringen in het wegennet en het openbaar vervoer komen de bevolking ten
goede, maar die inderhaast afgewerkte stadions zijn alleen maar interessant
voor de betrokken steden en clubs. Nu de eigen ‘helden’ gefaald hebben, zullen
de hoge kosten nog zwaarder doorwegen.

Best mogelijk dat de Braziliaanse bevolking
dat in oktober in de stembus aanrekent aan president Dilma Rousseff, die het
toernooi als een springplank naar een nieuwe ambtstermijn zag. Niet dat zij
schuld trof aan de dekkingsfouten in de verdediging, maar toch… De
dekkingsfouten in de WK-begroting zullen haar ongetwijfeld zwaar aangerekend
worden.

Dank u,
voor vijf weken Jan Mulder!

Tot slot nog een woordje over de
tv-uitzendingen. De regie van de wedstrijden was ondermaats, bij momenten zelfs
lamentabel. Herhalingen van cruciale spelfasen bleven uit, terwijl beelden van
hossende bierbuiken met pruiken, lachende/huilende kinderen en schaars geklede
jongedames à volonté werden getoond.
We weten nu meer over Axelle Despiegelaere en andere babes, dan over 4-3-3 en
5-3-2.

Ook de censuur die internationale sportbonden
opleggen aan de regisseurs wordt almaar hemeltergender. Protestacties werden zo
netjes in de kiem gesmoord. Niets aan de hand in de beste der werelden, voetbal
een feest. Opperschurk Sepp Blatter is een held, de man die per abuis in beeld
kwam met een opschrift om aandacht te vragen voor de arme kinderen in de
favela’s werd hardhandig naar de catacomben afgevoerd en de streaker die de
finale even ontsierde was ook alleen maar op foto te bewonderen dank zij de immer
alerte sociale media.

Een pluim voor de omkadering van de
wedstrijden op onze openbare omroep, die doorgaans op een goed niveau zat, al
voegde dat joelende publiek nauwelijks iets toe. Het leidde eerder af dan dat
het een toegevoegde waarde vormde. Er zou af en toe ook wel eens een vers blik
studiogasten mogen worden opengetrokken, ook vrouwen, ja.

Als Jeroen Meus mag toelichten hoe je een
sausje bereidt bij Argentijnse steak of Tom Lenaerts kan melden dat zelfs zijn
voetbalvreemde vrouw dit WK volgde, dan is er geen excuus meer om te blijven
aanvoeren dat alleen mannelijke analisten welkom zijn.

Dank u, Sporza, voor vijf weken Jan Mulder!
Heerlijke non-analist, die al dat zwaarwichtige gepeins over het spelletje
Voetbal op zijn eigen, unieke manier relativeerde. Een beetje frivool is ook
wel lekker.



Het WK van de Rode Duivels

Sport Posted on zo, juli 13, 2014 12:10:31

(Deze tekst verscheen eerder op deredactie.be als
vijfde van in totaal zes WK-columns.)

De wereldbeker voetbal zit erop. ’t Is te zeggen, er
is zaterdag nog die overbodige wedstrijd om de derde plaats en zondag de finale
tussen Duitsland en Argentinië, maar voor vele landgenoten hoeft het niet meer,
nadat Onze Helden gesneuveld waren in de loopgraven van de kwartfinales. De
Groote Oorlog tegen Argentinië liep faliekant af. Geslaagd toernooi voor de
Rode Duivels? Ja en neen.

Het hoofddoel was: de kwartfinales bereiken.
Dat is gelukt. De memorabele achtste finale tegen de Verenigde Staten is voor
de tieners en twintigers van nu wat die nachtelijke wedstrijd tegen de
Sovjet-Unie in 1986 voor hun ouders en grootouders was: de wedstrijd van de
hoop. Iets om je de rest van je leven te blijven onthouden, ook al mag je die
tegenstanders niet vergelijken, want de Sovjet-Unie van weleer was echt wel een
pak sterker dan die sympathieke yankees.

Reality
check tegen Argentinië

Even terugspoelen. De eerste ronde was matig
tot zwak, de resultaten waren wel oké. Negen op negen, even goed als
Argentinië, Colombia en Nederland, beter dan pakweg Brazilië, Duitsland en
Frankrijk. De Rode Duivels speelden tempo-, inspiratie- en doelloos in een al
bij al zeer makkelijke groep, maar ze wonnen wel telkens. Om het met de woorden
van blogger Coltrui te zeggen: “Het was Broeder Jacob op een
Stradivarius”. In plaats van een wervelende symfonie kregen we 270 minuten
lang een aandoenlijk kinderliedje te horen. Dat gaat na een tijdje vervelen.

Tegen de Verenigde Staten liet België de
wereld dan eindelijk zien wat het kan. Een record aantal tv-kijkers bleven er
tot lang na middernacht voor op en zagen dat het goed was. Hartverwarmend, al moeten
we ook durven relativeren: de Amerikanen speelden naar goede gewoonte naïef en open,
wat heel veel halve en hele doelkansen opleverde. Ja, er was die octopus in
doel, die zowat alles tegenhield, maar dat heeft ook met een gebrek aan
efficiëntie te maken.

Tegen Argentinië waren de Rode Duivels weliswaar
op de afspraak, maar de meesten bleven vervolgens als een muurbloempje op een
galabal schuchter langs de kant staan. De tegenstander was te gewiekst en wij
net niet goed genoeg: een stevige reality
check
voor deze generatie getalenteerde voetballers. Jammer, maar helaas.
Het toernooi mocht met opgeheven hoofd verlaten worden, we kunnen in september
met veel goede moed de kwalificaties voor Euro 2016 aanvatten.

Moeilijk mag dat trouwens niet zijn in een
groep met Bosnië-Herzegovina (eind juni 21ste op de FIFA World Ranking), Wales
(41ste) Israël (75), Cyprus (142) en Andorra (200). Bovendien kwalificeren de
eerste twee in de eindstand zich automatisch voor het Europees Kampioenschap en
mag zelfs de derde waarschijnlijk nog play-offs spelen. Dit is geen loting maar
een rechtstreeks tgv-ticket richting een speelstad naar keuze in Frankrijk!

“Volgende
keer nóg beter!”

Dat de supporters een défilé wensten bij de
terugkeer van Hun Helden ligt wellicht in onze volksaard. Deelnemen vinden we
belangrijker dan winnen. “Ze hebben hun best gedaan” wordt hier al
als meer dan voldoende ingeschat. Het siert de staf en de spelers dat ze daar
oorspronkelijk anders over dachten: een kwartfinaleplaats was prima, niet meer
of niet minder, of, zoals Filip Joos het correct verwoordde in een opiniestuk, “heel
gewoon”.

Een schouderklopje mag, een “Volgende
keer nóg beter!” zeker ook, maar nu moet intern vooral streng worden
geanalyseerd wat er fout liep. Of laat ik positief blijven: wat er nog niet
goed genoeg liep. Te beginnen met de tactiek. Een 4-3-3 is allicht wat het beste
past bij deze spelerskern, maar als het niet draait moet je die durven
omgooien. Meer nog: je moet daarop trainen, zodat spelers soepel kunnen
inspelen op veranderende omstandigheden. Tussen alle kreten over het
schitterende groepsgevoel sijpelden toch wat kritische opmerkingen door van
spelers die vonden dat er te weinig op tactische patronen getraind werd.

Door de geslaagde wissels in vier van de vijf
wedstrijden blijft nu het beeld hangen van een bondscoach die het allemaal in
de vingers heeft. Tegen de eerste tegenstander van formaat op het toernooi liep
het echter mis: de wissels leverden geen succes op en de tactiek bleef
behouden, ook al liep het voor geen meter. Dat is het verschil tussen Marc
Wilmots en Louis van Gaal: de arrogante Nederlander durft omschakelen, hij
traint daar ook op.

Alleen in de slotfase zette Wilmots tegen
Argentinië alles op alles door Daniel Van Buyten in de spits te posteren, iets
wat hem al was voorgedaan door… Van Gaal bij Bayern München. Het was too little en ook too late.

Ongevaarlijk
bij spelhervattingen

Ook sommige spelaspecten waren ondermaats. Aan de desastreuze uitvoering van hoekschoppen en vrije trappen te zien, zag je dat daar nauwelijks of niet op getraind was. “Het brengt je ploeg niet vooruit”, vindt Wilmots. Stilstaande fasen behoren nochtans al decennialang tot dé momenten om moeilijke wedstrijden open te breken.

De Rode Duivels waren bij geen enkele spelhervatting gevaarlijk. Dat geeft te denken. Het maakt het de tegenstander zoveel makkelijker.
Er moet naast de zelfbewuste, eigenzinnige,
koppige Wilmots dringend een assistent-bondscoach komen die kaas heeft gegeten
van tactiek en die niet braafjes op zijn beurt zit te wachten om de bondscoach
in te fluisteren wanneer hij moet ingrijpen.

Wilmots is een uitstekende people manager, motivator en
vaderfiguur, allemaal fijne eigenschappen voor een bondscoach, maar hij moet
zich durven omringen met sterke karakters die hém en het elftal beter maken. Zo
gaat dat in de bedrijfswereld ook. Met jaknikkers kom je er niet, die zijn hooguit
goed om je ego te strelen.

Gezocht:
vervelend ventje

Wat me tegen Argentinië nog het meeste opviel,
is dat we in deze kern, waarvan analisten uitentreuren roepen dat het de beste
ooit is (en wellicht terecht), geen ‘smeerlapkes
hebben rondlopen. Spelers die, als het moet, de tegenstander in de gordijnen
jagen. Een type-Vandereycken, bijvoorbeeld, die op het EK van 1980 de thuis
spelende Italianen een koekje van eigen intimidatiedeeg bakte. Of een
type-Gerets, waarvoor het oervlaamse gezegde “Hij legde er zijn kop
voor” gemaakt leek. Andere teams hebben zo’n aanjager wel. Bij de
Argentijnen loopt de verschrikkelijke Mascherano rond, de Brazilianen hadden
Fernandinho als opperschopper rondlopen, bij de Duitsers durft Schweinsteiger
al eens treiteren, Oranje heeft De Jong, en wij?

Steven Defour zou dat kunnen worden, als hij
geen al te opzichtige fouten meer zou maken, zoals tegen Zuid-Korea. Axel
Witsel is dat zeer duidelijk niet. Fluwelen voetballer, die ooit één keer zwaar
over de schreef ging en nu een foute reputatie met zich meezeult. Fellaini? Die
loopt wel driftig met zijn ellebogen te zwaaien, maar dat heeft meer met
spasmen van dat onhandige lange lijf te maken, dan met doortraptheid.

Gezocht: vervelend ventje.

De
toekomst oogt fraai

Het goede nieuws: het talent is er en het moet
nog volledig ontluiken. Van de acht kwartfinalisten had België veruit de
jongste basiself. Op de bijna gepensioneerde Daniel Van Buyten (36) na hebben
de andere starters tegen Argentinië nog minstens twee grote toernooien in de
voeten.

Droom even mee (tussen haakjes staat hun
leeftijd op Euro 2016 en op het WK 2018): Courtois (24/26), Alderweireld
(27/29), Kompany (30/32), Vertonghen (29/31), Witsel (27/29), Fellaini (28/30),
De Bruyne (25/27), Mirallas (28/30), Hazard (25/27), Origi (21/23). Voeg daar
nog aan toe: Mignolet (28/30), Vanden Borre (28/30), Defour (28/30), Dembele
(28/30), Chadli (27/29), Mertens (29/31), Lukaku (23/25) en Januzaj (21/23).
Ook de geblesseerde Christian Benteke (25/27) is nog maar pas begonnen op het
hoogste niveau. En dan zijn er nog opkomende en nu niet geselecteerde talenten
als Youri Tielemans, Hans Vanaken, Thorgan Hazard, Brandon Mechele, Björn
Engels, …

Als de jeugdopleidingen van onze
eersteklassers zich nu ook intensief zouden willen toeleggen op het opleiden of
opsporen van rechts- en linksbacks, oogt de toekomst bijzonder fraai.

Eenheid,
optimisme en trots

Het laatste woord is voor en over de fans. De
beleving was vaak op het randje van de hysterie, maar dat hoort erbij. Dit was
de wereldbeker, niet één of andere nep-classico tussen twee Belgische clubs.
Dat zowat iedereen die tussen de zalige momenten van tijdelijke euforie door
kritische bedenkingen formuleerde meteen in de categorie Zuurpruimen werd
onderverdeeld, is gebruikelijk wanneer het groepsgevoel het haalt op realiteitszin.
Het volk wil ongestoord genieten, ook al is het maar van ‘Broeder Jacob’.

‘Tous ensemble’ is een slogan die perfect
aanleunde bij hoe het WK in eigen land beleefd werd. Dit was Mexico 1986 in het
kwadraat. Toen kwam die volksvreugde pas na de stuntzege tegen de Sovjet-Unie
op gang, nu was het tricolore gevoel er al van bij de kwalificatiewedstrijden.
Akkoord, dit is in de eerste plaats marketing: supporters die worden gestuurd
door zorgvuldig overwogen acties en die braafjes meedeinen op de golven die de hype
veroorzaakt.

Maar het is wel marketing van de betere soort:
op twee jaar tijd werd de hele sfeer rond de nationale ploeg omgedraaid.
Zwart-geel-rood wordt nu niet langer geassocieerd met overbetaalde losers en een algemeen gevoel van
pessimisme en ‘altijd net niet’. Het zijn de kleuren van trots, optimisme en eenheid
geworden, hoe kunstmatig en tijdelijk dat laatste ook moge zijn in een land dat
geen regeringen heeft, waar politici zich aan beide kanten van de taalgrens in
hun eigen wingewest hebben teruggetrokken en waar de voorzitter van de
populairste partij bij voorkeur fundamenteel vrolijke Latijnse spreuken
debiteert.

Dum anima est, spes est: waar er leven is, is
er hoop. Afspraak over twee jaar.



Opendeurdag in Belo Horizonte

Sport Posted on wo, juli 09, 2014 12:13:31

Oudere jongeren herinneren zich nog de
afscheidswedstrijd die Ajax op 7 november 1978 aanbood aan zijn
sterspeler Johan Cruijff, die toen net zijn eerste van twee voetbalpensioenen had
aangekondigd. “Als we nu eens een stevige Duitse ploeg uitnodigen, die
gaan er altijd vol voor”, moet het toenmalige bestuur van de Amsterdamse club gedacht hebben, met
het oog op spektakel en volksvermaak. Nummer 14 deed iets wat hij uitermate
zelden doet: instemmend knikken. Bayern München werd uitgenodigd. De NOS vond
het een goed idee om de wedstrijd rechtstreeks op televisie uit te zenden. De
hele wereld mocht dit zien.

0-8. Null zu acht. Karl-Heinz Rummenigge
speelde de match van zijn leven. Achteraf waren de Amsterdammers diep
verontwaardigd over zoveel Duitse arrogantie. Verliezen, tot daaraan toe, maar de
grootmeester in zijn eigen Olympisch Stadion vernederen op zijn afscheidsfeest?
Er werd gezocht naar een verklaring voor de Duitse aanvalsdrift. Niemand had
hen verwelkomd op Schiphol. O ja. Het hotel waarin ze waren ondergebracht was
nauwelijks een ster waard. Tsss. Vanuit de tribune klonk “Nazi
Schweine!”. Donnerwetter!
Bayern-speler Paul Breitner gaf nog een andere reden: “De spelers van Ajax
negeerden ons volkomen, alsof we een noodzakelijk kwaad waren.”

Zouden de Brazilianen de Duitsers de voorbije
dagen hebben verwaarloosd, hen in een sjofel hotelletje dichtbij een
sloppenwijk hebben gedumpt, “Nazi!” tegen hen geroepen hebben? Wat er
ook van zij, de Seleçao werd van het spreekwoordelijke kastje naar de al even
spreekwoordelijke muur getikt.

***

1-7. Eins zu sieben. De meest onwezenlijke
uitslag in een halve finale van een wereldbeker tussen twee voetbalgrootmachten
ooit. In tegenstelling tot de kwartfinale tegen Frankrijk speelde Duitsland nu
niet met de handrem op. En Brazilië miste vedette Neymar, maar nog veel meer
aanvoerder en sterkhouder achterin Thiago Silva. Breng die Duitse wil om te
winnen en de Braziliaanse verdedigende nonchalance samen en je krijgt het soort
spektakel dat gisteravond tussen de 23ste en de 29ste minuut werd opgevoerd,
met vier Duitse goals in zes minuten tijd.

Maicon, David Luiz, Dante en Marcelo hadden nu
eenmaal 8 juli 2014 in hun agenda aangestipt voor de organisatie van die
opendeurdag in Belo Horizonte. Ze deden er alles aan om hun gasten te verwennen. “Recordje
breken?”, zag je Marcelo in gebroken Duits prevelen tegen Miroslav Klose,
Kein Problem, ik zal wel effe
de buitenspelval opheffen.” “U wil topschutter worden?”, vroeg
gelegenheidsaanvoerder David Luiz aan Thomas Müller. “Hier, laat me je de
weg tonen, de bal komt zo bij je.”

Vriendelijke jongens, die Brazilianen. David
Luiz mag zich de duurste verdediger ter wereld noemen. PSG betaalde 50 miljoen
euro voor hem aan Chelsea. Abramovitsj en Mourinho moeten gedacht hebben:
Are they crazy?”. Waarna
snel een mail werd gestuurd met in vette hoofdletters “WE AGREE!!!”. David
Luiz is het soort verdediger dat zichzelf geweldig vindt, dat beter is in het
versturen van telegeleide passes van meer dan vijftig meter dan in mandekking
en dat elke wedstrijd afhaspelt met een air van “Wie kan mij wat
maken?”. Bonne chance à Paris!

***

Een hele natie huilt. De beelden van wanhopige
geel-groene supporters in de tribune sneden door merg en been. Spelers werden
na negentig minuten wakker uit een nare droom. Hopelijk breekt er geen
volksopstand uit en blijft het bij een paar opstootjes, want dit kunnen ze in
een voetbalgek land niet relativeren.

Deutschland
über alles
, Brazilië beneden alle peil. Ach ja, nu
vallen die scheidsrechterlijke beslissingen in het voordeel van het thuisland in
de vorige wedstrijden des te meer op, natuurlijk. Zonder die noodzakelijke steuntjes
in de rug en zonder Neymar en Thiago Silva is Brazilië een heel gewoon team.
Dat werd pijnlijk duidelijk.

Weet je wat? Duitsland is meer dan ooit
titelfavoriet. Maar het mooie aan voetbal is dat het zondag gewoon eentje-nul
kan worden voor de anderen.



« VorigeVolgende »