RWDM is niet meer, beste voetbalvrienden. Alweer een stukje
vaderlandse voetbalgeschiedenis dat door een gekke voorzitter de verdoemenis in
wordt geholpen, na Beerschot vorig jaar. De schuldige heet dit keer Johan
Vermeersch, West-Vlaming, ex-flankaanvaller van KV Kortrijk, baas van een
bouwbedrijf, sinds de fusie met Strombeek in 2002 onbetwiste leider van een
noodlijdende voetbalclub.

Eigengereid, brutaal, schofterig en, dat kan er nog wel bij,
ronduit racistisch. Zeven jaar geleden zei hij na een wanprestatie van zijn
Congolese spits dat die maar beter in een boom kon kruipen en bananen eten.
Hahaha, die voorzitter toch! Dat soort volk. Aanschuivend op de chiqueste diners
en daar ranzige persoonlijke waarheden debiterend, ondertussen de allerlaatste
getrouwen degouterend.

***

Ooit werd RWDM met strakke hand bestuurd door een andere
bouwheer, Jean-Baptiste L’Ecluse. Die had meer centen, meer macht, betere
connecties. In 1973 was hij de architect van de fusie tussen twee Brusselse
clubs in verval: Racing White en Daring Molenbeek. Racing White Daring
Molenbeek – toen waren er blijkbaar nog geen dure marketingbureaus die
originele merknamen bedachten – was geboren, RWDM (of in het Frans: Er Double Vé Dé Em) klonk iets makkelijker in de
volksmond.

Al in het eerste seizoen eindigde RWDM derde in de competitie,
na Anderlecht en Antwerp. Het jaar daarop was het bingo: de fusieclub werd
landskampioen. L’Ecluse was de trotse voorzitter, secretaris was ene Michel
Verschueren, trainer Félix Week. De Bree, Dumon, Desanghere, Bjerre, Martens,
Boskamp, Nielsen, Polleunis, Koens, Wellens, Teugels, zo heetten de helden die
het op het veld waarmaakten. Nieuwe aanwinst Johan Boskamp, Rotterdamse
praatjesmaker en mannetjesputter, weggeplukt bij het grote Feyenoord, zou
ervoor beloond worden met de allereerste Gouden Schoen die aan een buitenlandse
voetballer werd toegekend. Toen werd die nog niet uitgereikt na een lang
uitgesponnen, tenenkrullende gala-avond op tv, maar gebeurde dat gauwgauw in een
achterafkamertje van het stadion door een vertegenwoordiger van de
organiserende krant, Het Laatste Nieuws,
in aanwezigheid van een handvol fotografen.

Ik hield niet van RWDM. Zij waren in die dagen sterker dan mijn ploegje,
het helaas nogal overwinnelijke Beerschot. En die Boskamp had ik al helemaal
niet hoog zitten. Geniepige gozer. Kreeg het in elke confrontatie met mijn
paarswitte helden aan de stok met onze sterspeler Juan Lozano. Eén keer werden
ze allebei gelijktijdig naar de kleedkamer gestuurd. Boskamp had in de edele
delen van Lozano gepitst en die had gereageerd met een trap naar diens hoofd. Blonde Hollander zes matchen geschorst, donkere Spanjool tien, in mijn
ogen bleven ze schurk en held. Ook in volgende confrontaties jenden ze elkaar
dat het een lieve lust was. Eén keer probeerde Lozano de kapotte knie van Boskamp te torpederen. Geen stichtend voorbeeld, maar in pre-Facebooktijden vond deze jongen dat wel leuk.

In 1977 haalde RWDM nog de halve finales van de toenmalige
UEFA Cup, waarin het werd gewipt door Athletic de Bilbao. Daarna ging het
bergaf, al bracht de jeugdwerking nog wel Franky Van der Elst
voort. Najaar 1985 ging het bouwimperium van L’Ecluse ten onder, in april 1986
werden de boeken neergelegd. Om de elektriciteitsrekening te kunnen betalen
werd het jonge talent Johan Walem voor een habbekrats verkocht aan grote rivaal Anderlecht. Toen al
probeerde Johan Vermeersch de club in handen te krijgen, voorlopig vergeefs.

Een korte opflakkering kwam er nog in het seizoen 1995/1996.
Het betonvoetbal onder René Vandereycken resulteerde in een vierde stek en Europees
voetbal. Ik mocht dat jaar als losse medewerker op de VRT-sportredactie vaak
naar RWDM gaan kijken. Zelden zo veel saaie wedstrijden gezien. Zelden zo veel
nonsens uit de mond van een trainer gehoord, want Vandereycken had natuurlijk
altijd een resem doelkansen gezien. Doelgevaar in de ogen van de latere
bondscoach, dat was: één speler van zijn ploeg die een dikke teen over de
middenlijn zette.

Vermeersch was inmiddels wel de grote man achter de schermen
en in 2002 werd hij ook écht voorzitter. Een jaar later volgde de fusie met FC
Strombeek en werd RWDM omgedoopt tot FC Brussels. Het Brussels Gewest stopte de
club 14 miljoen euro toe. Het échte RWDM ging in vierde provinciale voetballen.
Tussen 2004 en 2008 speelde FC Brussels vier seizoenen lang in de eerste
klasse, al is iedereen dat intussen allang vergeten.

Begin vorig seizoen veranderde de naam opnieuw in RWDM
Brussels. De tribunes bleven grotendeels leeg. Gemiddeld kwamen nog 1.168 Brusselaars
afgezakt naar het Edmond Machtensstadion in Molenbeek. Het ooit zo trotse RWDM
eindigde achtste, maar kreeg geen licentie meer door de financiële perikelen.
Degradatie naar derde klasse was de voor de hand liggende sanctie, het
definitieve einde nu het onvermijdelijke gevolg.

***

Amper twee paragrafen was het nieuws van de vereffening van RWDM
vandaag waard in onze sportkaternen. Terwijl dit toch wel niet om FC Nobody
United gaat. Maar daarvoor moeten we even in de vroege geschiedenis duiken van
het Belgische voetbal.

RWDM was in 1973 een fusie van Racing White en Daring
Molenbeek. Racing White was zelf al een samengaan van Racing Club de Bruxelles
en White Star (1963), terwijl Daring oorspronkelijk Daring Club de Bruxelles
heette. Zes keer werd Racing Club de Bruxelles landskampioen, in de oertijden,
toen er van Anderlecht nog geen sprake was, maar de stad Brussel toch het
vaderlandse voetbal domineerde. Ook Daring behaalde vijf titels. En dan was er
ook nog Union Saint-Gilloise, met elf titels nog altijd de op twee na
succesrijkste club uit de historiek. Maar al die glorie speelde zich af vóór de
Tweede Wereldoorlog, in het geval van Racing Club zelfs vóór de Eerste.

Ter vergelijking: de dominantie van Racing Club de Bruxelles
(zes keer kampioen tussen 1897 en 1908) werd alleen geëvenaard of overtroffen
door Union (zeven titels tussen 1904 en 1913),
Beerschot (vijf titels tussen 1922 en 1928), Club Brugge (vijf tussen
1973 en 1980) en uiteraard Anderlecht (7 1949-1956, 6 1962-1968, waarvan vijf
op rij!, 7 tussen 1985 en 1995, en 7 tussen 2004 en 2014).

RIP RWDM (1973-2014). Mijn nostalgisch voetbalhart bloedt een beetje.