De eerste ronde zit erop, het kaf werd van het
koren gescheiden, nu begint het echt. Ja, toch?

De doelpuntenproductie begon wat te slabakken
de laatste speeldag van de groepsfase. Vooral de groepen D, E en H (ja, die met
de Belgen!) lieten het afweten. Er werd nu al 136 keer gescoord in 48
wedstrijden, een mooi gemiddelde van 2,83. Daardoor zakt deze wereldbeker voetbal in
Brazilië wel een flink eind onder het niveau van Mexico 1970 (2,97 gemiddeld op het
eind), als we tenminste pas vanaf 1962 de analyse maken. Voordien werd er aan
de lopende band gescoord, maar toen heette de aanval nog de beste verdediging
te zijn. Nu hebben de meeste bondscoaches die redenering omgedraaid.

Bij de laatste zestien vinden we maar liefst
acht landen uit Amerika: vijf uit Zuid-Amerika, drie uit Midden- en
Noord-Amerika. Dat is opmerkelijk, omdat beide internationale voetbalbonden
maar één land verliezen, respectievelijk Ecuador en Honduras. De CONMEBOL
(Zuid-Amerika) haalt met 5 op 6 een score van 83%, maar zal in de volgende
ronde minstens twee landen zien verdwijnen omdat Brazilië tegen Chili speelt en
Colombia tegen Uruguay. CONCACAF (Midden- en Noord-Amerika) zit ook aan 3 op 4,
oftewel 75%.

In schril contrast daarmee staan de
‘gebuisden’: de Europese UEFA houdt nog 6 van de oorspronkelijke 13 deelnemers
over (46%), de Afrikaanse CAF 2 van de 5 (40%), de Aziatische AFC zelfs 0 op 4.

Hans Vandeweghe pleitte gisteren in De Morgen voor het verminderen van het
aantal Afrikaanse deelnemers op het volgende WK, omdat Afrika systematisch onvoldoende
presteert. Die twee op vijf lijken hem gelijk te geven, maar wat doet hij dan
met Europa (oververtegenwoordigd nu!) en Azië (aanwezig en toch afwezig op dit
toernooi)? De redenering van Vandeweghe wordt des te absurder omdat Afrika voor
de allereerste keer twéé deelnemers heeft bij de laatste zestien: Nigeria en
Algerije. Niet dat die grote kans hebben om door te stoten in hun achtste
finales tegen Frankrijk en Duitsland, maar toch. Bovendien werd Ivoorkust slechts
op het nippertje uitgeschakeld door Griekenland (strafschop in de slotseconden
van de toegevoegde tijd) en had Ghana zowel tegen de Verenigde Staten als
Duitsland brute pech. Alleen Kameroen viel volledig door de mand. Afrika
ondermaats? In het verleden vaak wel, ja, in 2014 geldt die conclusie echter
niet.

De Aziatische landen presteerden daarentegen
over de hele lijn ondermaats (een zeldzame opflakkering van Iran tegen
Argentinië en Australië tegen Nederland niet te na gesproken). Afvoeren die
handel, Hans? En wat dan met al die Europese meelopers? Schrappen maar? Of
moest het eigen Grote Gelijk na de controversiële ‘concentratie’-column nog
even onderstreept worden met nepargumenten (ach, die lezers zoeken dat heus toch
niet op!)?
Grootste tegenvaller van het toernooi: Spanje. Andere minkukels: Engeland, Italië en Portugal. Grootste positieve verrassing: Costa Rica (op afstand gevolgd door de Verenigde Staten). Beste speler: Arjen Robben (de beste counterspits van de wereld). Mooiste doelpunt: ik twijfel tussen die duikvlucht van Robin van Persie tegen Spanje of die lekkere knal van Tim Cahill tegen Nederland. Beste niet-analist: de heerlijke Jan Mulder.

Ik hou nog altijd van dit WK (maar de jongste
dagen zakte het niveau verontrustend)!

***

De Rode Duivels speelden tegen de
Zuid-Koreanen hun beste wedstrijd van het toernooi. Dat zegt veel over de
vorige twee matchen. Het was ook tegen de zwakste tegenstander van de drie,
dat dient gezegd. Toch zijn de cijfers opmerkelijk: 9 op 9, slechts één
tegendoelpunt en dan nog op strafschop, in elke wedstrijd gescoord. Daarmee
doen we even goed als Nederland en Argentinië, beter dan pakweg Brazilië en
Duitsland. Nooit gezien.

Na de uitsluiting van domme Defour (wat een
ellendige beenbreker was dat zeg, al hoop ik wel dat ze de jongen nu niet in
één cel steken met Luis ‘Hannibal Lecter’ Suárez!) viel op dat er een compact
blok stond, bereid om voor elkaar te vechten, knokkend tot de laatste seconde,
met – als het echt nodig was – een octopus in doel. Dat is een pak
bemoedigender dan het bijwijlen weer ellendige veldspel, al zat er toch iets
meer tempo, durf en aanvalslust in dit elftal dan tegen Algerije en Rusland.

De bondscoach zal opnieuw wat pluimen op zijn
denkbeeldige hoed steken, maar als er iemand bescheiden moet blijven, is hij
het wel. Hij posteerde debutant Januzaj op rechts, waar ie bij zijn club, Manchester
United, nog nooit gespeeld had. Zo verbrand je een jong talent. Mirallas is al
een paar seizoenen geen diepe spits meer, waarom kreeg Origi geen kans van bij
de aftrap? En Dembele blijft een te trage voetballer op dit niveau.

Hoop voor de toekomst: dit is nog een jonge
ploeg, met als speerpunt Divock Origi, vandaag een supersub, als alles goed
gaat over vier-vijf jaar een superster. Ontdekking van het toernooi!

En nu… de Verenigde Staten. Lastige
tegenstander, want bijzonder dynamisch, krachtig en ook technisch niet te
versmaden. Een ploeg op maat van haar bondscoach, Jürgen Klinsmann, iemand die
zijn passie en grinta op zijn spelers weet over te dragen. Bovendien weet je
dat Amerikanen in elke sport complexloos aan een wedstrijd beginnen, wat ook de
naam en de faam van de tegenstander moge zijn.

Maar zoals dat altijd gaat op zo’n toernooi
maakt die eerste ronde niet zoveel meer uit. Je moet die vooral zonder al te
veel averij overleven. Nog drie finales en we staan in de echte finale.

***
Waarde bondscoach, geachte heer Wilmots, beste Marc, naar inmiddels goede gewoonte probeer ik u te overtuigen om het best mogelijke elftal op te stellen. U houdt daar, eigenzinnig en koppig als u bent, tot op heden weinig rekening mee, maar ik blijf het proberen. Schrijf deze elf namen maar al op een bierviltje en kopieer ze dinsdag gewoon op het wedstrijdblad tegen de yankees: Courtois; Alderweireld, Kompany, Lombaerts (ik blijf proberen om Van Buyten eruit te krijgen; mocht Kompany té geblesseerd zijn mag hij natuurlijk blijven staan, want dat trucje met tien man zal niet altijd lukken!), Vertonghen; Witsel, Fellaini, De Bruyne; Mirallas, Hazard, Origi. (Uw toch al een beetje nerveuzer op zijn stoel heen en weer schuivende kritische supporter)