Journalist, dát is pas een zwaar beroep.
Onmogelijke werkuren, opdringerige deadlines, constant zeurende collega’s die al
drie dagen rondlopen in kleren die een penetrante zweetgeur afstoten, waanzinnig
slecht en ongezond kantine-eten, chronisch ontevreden
kijkers/luisteraars/lezers, writer’s block dat om de hoek blijft loeren. Ik zeg
u: wij verdienen het om vervroegd met pensioen te mogen gaan, óf om geregeld
een sabbatical te mogen nemen. Op kosten van de werkgever, dat spreekt voor
zich. Laten we zeggen: om de vijf jaar, dat is zo ongeveer het moment dat ons
bedrijf wordt weggesaneerd, overgenomen of tot synergieën gedwongen.
Stresspieken, telkens weer.
Wij weten ook heel veel, beste mensen, en het
ergste is dat we de helft daarvan niet mogen opschrijven. Off the record. Of: off off off the
record. Of: privé en niet voor
curieuzeneuzemosterdpotten zoals u daar bestemd. Slechts heel af en toe wordt
die code – die zowat even heilig is als de eed van Hippocrates voor artsen – doorbroken.
Omdat we het niet meer kunnen houden, al die geheimen. Omdat ons medium nood
heeft aan verse nieuwsconsumenten. Of omdat de informatie te relevant is om
achter te houden.
***
The Knack and How to Get It. Zegt die filmtitel u nog iets? Neen, natuurlijk, want u bent veel te
jong en hebt niet alle festivalerelijsten in uw achterhoofd zitten, tenzij uw
voornaam Wiki is. Een Britse komedie uit 1965 is dat, die dat jaar ook de Gouden
Palm won in Cannes. Dus zeker geen niemendalletje. ‘The knack’ betekent zoveel als ‘iets onder de knie hebben’, ‘goed
zijn in iets’, ‘een kunstje kunnen flikken’. Ik weet niet of die uitdrukking
aan de basis ligt van het weekblad Knack,
dat pas zes jaar na de film voor het eerst in de krantenwinkel lag. Maakt ook
niet zoveel uit, want iedereen zegt toch ‘Knak’, en niet ‘Nak’, zoals dat in
het Engels zou moeten. Knack draait
al zesenveertig jaar mee (en ook een beetje: tégen) in het Vlaamse
medialandschap, dat is best wel een verdienste voor een zogeheten
kwaliteitsblad.
Uitgerekend in dit
blad (of beter: op de website ervan) verscheen eergisteren een stuk over de
stukgelopen relatie tussen twee politici van totaal verschillende partijen, zij
het dat die relatie dateert uit de periode dat de ene nog geen lokaal
voorzitter van de sociaaldemocraten was en de andere nog niet vertrokken was
naar het Vlaamse niveau. Boegeroep op vele banken. Over het privéleven van
politici schrijf je niet. Dat soort informatie hou je voor
achterkamertjesgesmoezel onder reporters (journalisten roddelen meer dan de
gemiddelde mens!), zo schreven media die elke dag wel iets schrijven over
kandidaten van reality-programma’s die iets met elkaar hebben, of hebben gehad,
en die de smeuiigste verhalen opdissen over BV’s die het met elkaar doen, of
het niet meer met elkaar doen. Als wíj het niet schrijven, is het niet correct,
zoiets moet dat zijn. Journalisten zijn niet alleen bovengemiddelde roddelaars,
het zijn ook jaloerse types, die elkaar het schaarse daglicht in de ogen niet
gunnen. Dus was Knack plots de Grote
Boosdoener. Onder journalisten kom je ook meer hypocrisie tegen dan in de
gemiddelde Vlaamse huiskamer. Een bende hypocrieten, ja, dat mag u gerust zeggen.
Ik weet het zo nog
niet. Mijn eerste reflex was eveneens: dit doe je niet. Mijn tweede en derde
ook, trouwens. Dat het verhaal achter een betaalmuurtje moest gezocht worden,
vond ik ook al zo verdacht. Als de informatie dan toch zo relevant is,
publiceer het dan gewoon zodat iederéén die dat wil het gratis kan lezen.
Anders wordt het helemaal een peepshow. Vond ik tactisch niet slim van Knack (de boekhouding van Roularta
spreekt me tegen). De N-VA, en de hele kliek van trollen, vond het er ver over.
Ook sp.a-voorzitter John Crombez vond het niet relevant om dit openbaar te
maken. De Vlaamse Vereniging van Journalisten achtte de publicatie weliswaar op
het randje, plaatste kritische kanttekeningen, maar vond het uiteindelijk toch
te verantwoorden. En als de (vrouwelijke) betrokkene zich onheus bejegend
voelt, moet ze maar klacht indienen bij de Raad voor Journalisten, zo klonk het
nog bij de journalistenbond.
***
Een relatie tussen
publieke figuren heeft voor mij geen enkele maatschappelijke relevantie, tenzij
het openbaar belang in het gedrang komt of een of beide personen iets
grensoverschrijdends doen. De relevantie van dit specifieke stuk berust op die
ene uitspraak van een ‘hooggeplaatste N-VA’er’ dat er wel degelijk een interne
afspraak is dat hun politica moet gewroken worden. ‘We hebben L keer op keer gewaarschuwd,
maar zij dacht in T.M. de liefde van haar leven gevonden te hebben,’ zei die
ene bron. ‘Ze dacht echt dat hij zijn gezin voor haar zou verlaten. Dat is niet
gebleken, maar het is niet vergeten. Bij ons wordt inderdaad gezegd: “M
moet kapot.” Om wat hij L heeft aangedaan.’
Aandoenlijk, die
toewijding voor de ‘goede zaak’. En als het klopt – bronnen kunnen ook hun
fantasie laten werken, maar dit even terzijde – past het wel degelijk in een
beschadingsoperatie tegen een politieke tegenstander en gaat het verder dan het
strikte privéleven. Maar moest het dan nú al gepubliceerd worden, is de vraag.
En met naam en toenaam? Het zou best kunnen dat media die net iets minder lang
twijfelen dan Knack om privé-geruchten
breed uit te smeren, zich nu al verkneukelen om eens goed loos te gaan.
Overigens, de
Vlaamsnationalisten die zich zwaar hebben geërgerd aan de berichtgeving en die
nu Knack viseren, zouden beter een
beetje consequent zijn. De eerste publicatie van de relatie, weliswaar in de
vorm van een sappig roddelstukje, verscheen op doorbraak.be, hun eigen forum, zeg maar. Kwestie van eerlijk en
volledig te zijn.
Nogmaals: als het 100
procent waar is dat een politieke tegenstander vanwege een afgesprongen affaire
met een van hen nu systematisch wordt beklad, onder anderen door de man die
eerst de treinen deed achteruit rijden en die nu de Vlaamse bussen in
cirkeltjes moet laten rijden, dan is dat wel degelijk relevante informatie. En
toch… Ik hoop van niet, maar ik vrees dat wat Knack heeft gedaan contraproductief zou kunnen zijn voor de hele
journalistiek. Een Catch-22-geval: damned if you do, damned if you don’t. Er zullen best wel wat politici met de poepers zitten, dit paasweekend.