Desperate times call for desperate measures.
Om het hypochondrische ‘wanhopig’ niet te moeten gebruiken, de letterlijke vertaling van ‘desperate’, zou je dit kunnen benoemen als: in extreme tijden heb je nood aan extreme maatregelen. De uitspraak wordt toegeschreven aan Hippocrates van Kos, de oervader van de geneeskunde, en is in de loop van de geschiedenis een Engelstalige quote geworden. Zo gaat dat met history.
Winston Churchill, die was in staat om — ondanks een milde vorm van alcoholisme — extreme maatregelen te nemen. Wie zijn de Churchills van deze eeuw? Het zijn zeker niet de populisten, die in corona-tijden eender wat brabbelen. Trump riep eerst dat sars-covid-19 een hoax was van de Chinezen, daarna van de democraten. Volgende stap was het sluiten van het luchtruim voor vluchten uit zesentwintig Europese landen, maar niet uit Groot-Brittannië. Alsof het virus nog niet aanwezig is in de Verenigde Staten. Alsof de Amerikaanse staatsburgers, die wel nog mogen terugkeren, het virus niet op zich dragen. Alsof het virus niet woekert in Groot-Brittannië. Kortzichtige leiders nemen kortzichtige maatregelen.
Boris Johnson keek ook eerst de andere kant op. Tot hij deze week op een persconferentie de slinger helemaal de andere kant op liet gaan: er zouden veel families geconfronteerd worden met de vroegtijdige dood van dierbaren. Van ‘Niets aan de hand’ tot ‘Begin maar te panikeren’ in een paar dagen. Het doet ietwat nostalgisch terugdenken aan het personage Private James Frazer uit de serie Dad’s Army — bij ons werd dat Daar komen de schutters —, die tien seizoenen liep tussen 1968 en 1977. Frazer, een begrafenisondernemer die samen met andere kranige oudjes wordt opgevorderd in een legerdivisie die het vanop het thuisfront moest opnemen tegen nazi-Duitsland (in de generiekmuziek klonk de frase ‘Who do you think you are kidding, Mister Hitler?’), gespeeld door de uitmuntende John Laurie, zegt bij elke crisissituatie ‘We’re doomed. Doomed!!!’ Het knappe was dat hij dat niet deed op een paniekerig toontje, maar gewoon, als terloopse vaststelling. Boris Johnson zei dat deze week met andere woorden: ‘We’re doomed. Doomed!!!’
Bij ons weifelde de federale restregering veel te lang, zeer zeker. En ze stuurde warrige, onduidelijke berichten de wereld in. Zoals dinsdag nog: er werd geadviseerd om evenementen waarop meer dan duizend mensen aanwezig zouden zijn, af te gelasten. Adviseren is iets wat je in dit land van plantrekkers niet doet, want dan krijg je slimmeriken die zeggen dat ze hun concert zullen beperken tot 999 toeschouwers. Belachelijk, natuurlijk. Het nieuwe coronavirus maakt geen onderscheid tussen negenhonderd negenennegentig en duizend. Het maakt zelfs geen onderscheid tussen vijfhonderd en duizend. De overheid had op dat moment niet moeten adviseren, maar verbieden. Extreme tijden, extreme maatregelen.
De belangrijkste politicus van het land toonde zich de afgelopen dagen een volleerd populist in de trant van Trump en Johnson. Acht dagen geleden poseerde hij nog vrolijk op een voorstelling van de Abba-musical Mamma Mia!, in kleurrijke jaren 70-outfit, inclusief een veel te lange broek met ‘olifantenpijpen’. Zo ging dat toen. Niets aan de hand! Wie kan er ons wat maken? Hahaha, virusje-van-den-Aldi! Het signaal van de burgemeester-partijvoorzitter-afwezig parlementslid was: het leven gaat door, ondanks corona. Toen de federale regering dinsdag haar advies gaf, veegde De Wever daar zijn voeten aan: hij wilde niets verbieden op Antwerps grondgebied. Twee dagen later bedelde hij om een federaal rampenplan. Jawel, de man die pleit voor confederalisme, toonde zich opeens een aanhanger van het federale niveau. Begrijpe wie kan! En tegen het weekend aan profileerde hij zich als mogelijke premier van een noodregering die de coronacrisis op gezondheidsvlak én financieel-economisch moest aanpakken. ‘Dik tegen zijn goesting’, dat wel, het klonk niet echt motivationeel.
Bart De Wever gedraagt zich als een pyromaan die eerst de boel in de fik steekt, dan paniekerig ‘Brand! Brand!’ roept en zich vervolgens aanbiedt om de blusactiviteiten, zij het enigszins tegen zijn zin, te leiden. Wie gelooft die man nog?
Dat PS en MR niet onmiddellijk bereid zijn in dat noodscenario te stappen, kan je onverantwoordelijk, particratisch of communautair beladen noemen, klopt allemaal, maar het is niet erger als politiek spelletje dan het aanbod van De Wever voor een regering met hem aan de top. De zo bekritiseerde Sophie Wilmès toonde zich de voorbije drie dagen krachtdadiger dan het imago dat ze torst. Waarom haar nu vervangen door iemand die op een week tijd ging van ontkenning naar paniek? Is dat de leider die dit land nodig heeft?
In plaats van tijd te verliezen met het halsoverkop formeren van een regering, iets wat al bijna driehonderd dagen niet schijnt te lukken (schande!), kan je veel beter de bestaande restregering meer beslissingsmacht geven. Extreme tijden, extreme maatregelen. Schakel de particratie uit, neem beslissingen in de schoot van de regering en laat die goedkeuren in het parlement. Een noodregering wordt een nooitregering. Tijdverlies dat we ons niet kunnen permitteren. Blijf achter de schermen pogen een volwaardige regering te vormen en regeer intussen voort met gezond verstand.
Wat het nieuwe coronavirus nogmaals duidelijk maakt: voor taal- of landsgrensoverschrijdende materies (zoals volksgezondheid, klimaat of economie) heb je één eindverantwoordelijke nodig: een federale minister. Negen ministers die op een of andere manier met de gezondheid van de burger bezig zijn, dat is knotsgek. Een virus biedt zich niet aan voor grenscontrole.
Tot slot een woordje over de lafhartige egoïsten die opdaagden op de zogeheten ‘Lockdown parties’ en de onverbeterlijke hamsteraars: get a life! Dicht opeengeplakt doen ze het tegenovergestelde van wat er moet gebeuren: rustig blijven, afstand houden, zoveel mogelijk thuis zitten. Straks verspreiden zij het virus. Hoe breed is de definitie van ‘Poging tot doodslag’ eigenlijk, want dit valt er volgens mij onder op dit moment?