‘Voor mij is
de grondwet geen vodje papier en ik wil niet hebben dat morgen avonturiers van
links en rechts het voorbeeld van Tindemans zouden inroepen om avonturen goed
te praten in dit land. Daarmee rekening gehouden: na de scheldwoorden en de
beledigingen en de aanvallen die ik de laatste dagen heb moeten incasseren, tot
daar even nog de insinuaties hier op deze tribune, zeg ik: voor mij is er maar
één conclusie. Ik ga van deze tribune weg, ik ga naar de koning en ik bied het
ontslag van de regering aan.’

11 oktober
1978. Drieënveertig historische seconden in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers. Leo Tindemans, in een Nederlands dat zó keurig was dat
de huidige generatie politici er een puntje aan kan zuigen, blies in
minder dan een minuut zijn eigen regering op, Tindemans II, een naar slechte
Belgische gewoonte veel te ruime coalitie met zes partijen: Vlaamse en Waalse
christen-democraten en sociaal-democraten, de Vlaamse Volksunie en het
Brusselse FDF.

Er is geen mens
Tindemans meer om de regering-Michel I kritisch te beoordelen, de CVP’er is helaas
niet meer onder ons. Er is geen symbolische ‘Tindemans’ meer om de contouren
van de grondwet, het heiligste stukje tekst dat we hier hebben, te bewaken. Er
is vandaag geen Tindemansadept meer in de CD&V om die grondwet consequent
en tot de laatste komma te verdedigen.

***

Ik denk dat
de man die in 1979 983.000 voorkeurstemmen behaalde bij de Europese
verkiezingen zich sinds 26 december 2014 al een paar keer heeft omgedraaid in
zijn graf. Alleen al aan de ronkende, op gebakken lucht en leeghoofdige
inspiratie van het moment gebaseerde verklaringen, voorstellen en voorzetjes
van de jongste weken zou eender welke staatsman zich oranje, blauw, geel en
rood geërgerd hebben. Maar hebben we nog wel staatsmannen (m/v)? Ik bedoel dan:
mannen en vrouwen met een visie die verder reikt dan de waan van de dag, die
desnoods tegen hun eigen partij durven in te gaan, die het belang van het land
vooropstellen en niet het collectieve egoïsme van een bevriend clubje, die de
basis van de rechtsstaat met hand en tand willen verdedigen. Waar zijn ze nu?

Blogger
Wouter Vanparys, op Twitter terug te vinden als @wvanparys, zette deze week de
integrale tekst van de grondwet op zijn blog. Zouden de politici die
voorstellen om de boerkini te verbieden en het recht op vrije meningsuiting in
te perken voor ‘collaborateurs van IS’ die ooit al gelezen hebben? Zouden ze
beseffen wat de draagwijdte is van hun ideetjes, mochten die ooit in de
praktijk worden omgezet? Zouden ze al zover hebben doorgedacht dat ze inzien
dat wat ze willen als een boemerang kan en zal terugkeren?

***

De harde
realiteit: de grondwet van 1831 is veel liberaler en vooruitstrevender dan heel
wat hedendaagse politici.

***

De
godsdienstvrijheid, ja, dat artikel mag van mij de schop op. Niet omdat ik
atheïst ben en alle religies wil laten verdwijnen: zo onverdraagzaam ben ik
niet, zo naïef evenmin. Maar omdat de vrije meningsuiting (artikel 19), de
vrijheid om te vergaderen (artikel 26) en de vrijheid van vereniging (artikel
27) sowieso al voorzien zijn in de tekst, waarom dan nog in een seculiere staat
een apart artikel voorzien over de godsdiensten?

***

Nee, de
vrijheid om een boerkini te dragen in het zwembad of op het strand staat niet
letterlijk in de grondwet. Maar naar de geest wel. Het onbegrijpelijke van het
voorstel om de boerkini te verbieden is dat het (a) over een non-issue gaat (er worden ongeveer
evenveel boerkini’s gesignaleerd als dansende moslims) en (b) de integratie
eerder belemmert dan bevordert. En dat moet dan net komen van een nieuwe
Belgische, Nadia Sminate, Vlaams volksvertegenwoordiger voor de N-VA,
burgemeester van Londerzeel, een benoeming waarmee de Vlaamsnationalistische
partij destijds zo heeft uitgepakt, om haar breeddenkendheid en tolerantie jegens mensen met een andere huidskleur en afkomst te
benadrukken.

Niet dat ik
die boerkini helemaal onschuldig acht: het blijft in wezen een symbool van
onderdrukking binnen een verkrampte religie. Maar ga je die vrouwen helpen door
hen uit het openbare leven bij ons te weren? Verbieden hier lijkt dan verdacht
veel op verplichten ginder. Het eindresultaat is hetzelfde: de moslima wordt
door al die regeltjes en sociale controle uitgesloten van volwaardige deelname aan het openbare leven.

***

En dan was
er nog de aankondiging dat Schoenen Torfs medewerksters mét hoofddoek
rekruteert. Natuurlijk is Wouter Torfs een gewiekste zakenman. Uiteraard wil
hij zijn clientèle uitbreiden naar de moslimgemeenschap, hij zou wel gek zijn
om het niet te doen. Vanzelfsprekend is dit een zakelijke opportuniteit: aan
het eind van de rit tellen de naakte cijfers. Maar waarom de heisa? Wat Torfs
doet is eigenlijk heel normaal. Een schoenenwinkel is geen openbaar loket, waar
je nog kunt discussiëren over neutraliteit (al is dat een straatje zonder eind,
want dan moet je bijvoorbeeld ook religieuze symbolen en de portretten van het
koningspaar verwijderen): iedereen zou welkom moeten zijn. En een goede
bediening hangt af van de individuele kwaliteiten van de persoon en niet van
wat hij of zij draagt.

Diezelfde
Nadia Sminate van hierboven tweette: ‘Hoofddoeken bij winkelbediendes =
gelijkheid man en vrouw? Lijkt me eerder achterstrijdend inzicht’. Zij bleef
dan nog vriendelijk, in tegenstelling tot de ranzige racisten die weer een heel
eind naast hun schoenen liepen de voorbije dagen. Ik herhaal wat ik al vaker
schreef: integratie moet van twee kanten komen. De ene groep moet zich willen
integreren, de andere groep moet de integratie toelaten. Ergens tussenin moeten ze elkaar vinden.

***

Toen ik nog
een jonge, aantrekkelijke adonis was vond ik die Leo Tindemans een saaie piet.
Nu zou je wensen dat hij wordt gereïncarneerd. De avonturiers, waar hij zo voor
waarschuwde in die beruchte korte toespraak uit 1978, hebben het overgenomen,
zo lijkt het wel. In de tijd van Tindemans redeneerden politici nog met hart en
hersenen. Vandaag regeert de buik, op commando van de grollende onderbuik. Het
lichaam van onze democratie maakt zware koorts. Is er een dokter in de zaal?