Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Bang

Memories & mijmeringen, Samenleving Posted on za, januari 29, 2022 11:29:11

ik ben bang dat u mij minder graag zult zien (en vooral: lezen) omdat ik u op een grijze zaterdag ongevraagd een stukje over mijn angsten opdring.

Ik ben bang. Niet omdat ik eergisteren de gezegende en in de ogen van jonge mensen eerder ‘verzegelde’ leeftijd van drieënzestig jaar heb bereikt. Ik besef dat ik, in het beste geval, op twee derde van mijn tijd op aarde zit, maar het zij zo. Ik lig er niet wakker van. (Nog niet.)

Ik ben bang voor 2024. Niet omdat ik dan de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken, vijfenzestig in mijn geval, boomer zijnde, want ook dat deert me niet. Ik heb nog heel veel goesting, ik wil blijven schrijven tot de letters voor mijn ogen beginnen te dansen, dan weet ik dat het tijd zal zijn om het klavier op te bergen. Niet eerder. En ik hoop dat er nog heel wat teksten zullen volgen, men weze gewaarschuwd.

Ik ben bang voor 2024 omdat het een jaar wordt dat zowel op kleine als op grote schaal wereldschokkend zou kunnen zijn. Er zijn dat jaar tegelijk federale, Vlaamse en Europese verkiezingen, minder dan een half jaar later wordt er gestemd voor de gemeente en, nou ja, ook de provincie, weer iets later zal de ongetwijfeld vuile verkiezingscampagne in de Verenigde Staten uitmonden in het hoogfeest van de polarisatie. Wie weet komt de man die begin vorig jaar als zittend president een coup pleegde wel terug aan de macht, of een van de door hem aangeduide acolieten.

Ik ben bang omdat de uitkomst van al dat verkiezingsgeweld — zoals het er nu naar uitziet, al moet je die peilingen altijd met een zak zout nemen — zou kunnen zijn, dat ontmenselijking de regel wordt, dat autoritaire leiders dankzij hun makkelijk populisme, een gewiekste mediacampagne en goedgelovige, naïeve, volgzame kiezers de koers van een regio, een klein of een groot land en, uiteindelijk, de westerse wereld zullen bepalen.

Ik ben bang dat rechts Vlaanderen, wat het nu is, extreemrechts Vlaanderen zal worden, een grondgebied waar kliklijnen, intimidatie en gebrek aan mededogen de norm zullen worden, en waar een aangroeiend trollenleger de cadans zal bepalen. Het kan mij op zich weinig schelen of we nu België blijven dan wel Vlaanderen worden — ik ben enigszins gehecht aan die zwart-geel-rode vlag en waar die voor staat, maar ik ben geen belgicist en zal weinig tricolore tranen plengen, mocht België geen tweehonderdste verjaardag kunnen vieren. Wat mij wel angst inboezemt, is dat de huidige, steeds rechtsere tendens een heuse stijlbreuk wordt wanneer het ‘samen een meerderheid’-adagium van de Franckens van deze benepen wereld bewaarheid wordt. Want, wees gerust, als het erop aankomt zal de N-VA die denkbeeldige Chinese Muur steen voor steen afbreken. (Denkbeeldig, omdat we hier niet in China zitten én omdat de eerste steen van die figuurlijke muur nooit gelegd werd.) Dat wil zeggen: wanneer N-VA en Vlaams Belang inderdaad samen een Vlaamse meerderheid optekenen bij de Vlaamse verkiezingen, zullen ze die ook proberen te verzilveren. Afgaand op de meest recente peilingen zou dat betekenen: Vlaams Belang de grootste partij, die de stoel van minister-president aan de N-VA zal laten in ruil voor deelname aan de macht, terwijl N-VA zal meedoen óm mee te doen, wat het nu bijvoorbeeld federaal niet kan, we horen elke dag hoe frustrerend ze dat bij de alliantie vinden. Ik geef het u op een briefje (een blogje, technisch gesproken) dat Bart De Wever zelf de laatste stenen van die muur zal wegsmijten, om toch maar de eerste steen van een onafhankelijk Vlaanderen te mogen leggen. Principes in de politiek zijn als winden, wist good old Mark Eyskens al, en die liet er zelf af en toe eentje in stilte vliegen. Het is ondenkbaar dat de opportunist en realist die De Wever is, dan de principiële ideoloog zal uithangen. Stel je voor, Mister Confederalisme-dat-op-termijn-moet-leiden-tot-Separatisme, die op het moment suprême dé afspraak met de geschiedenis zou missen… Geen denken aan. Ook andere N-VA’ers die ver afstaan van het extreemrechts gedachtegoed zullen eieren voor hun geld kiezen: als ideologisch puntje bij realistisch paaltje komt, draait het heel plat om de postjes, het prestige, het mogen nippen van de macht.

Ik ben bang, niet voor een onafhankelijk Vlaanderen, wel voor een Vlaanderen dat doorgaat op het elan van de huidige Vlaamse regering, waar CD&V en Open VLD meeheulen in een verhardend discours. Tegen vluchtelingen. Tegen vreemdelingen. Tegen profiteurs en fraudeurs, die voor hen onveranderlijk onderaan de piramide te situeren vallen. Sociale fraudeurs zijn voor hen erger dan fiscale, ook al gaat het om veel minder centen en is de negatieve impact op de maatschappij kleiner. Niet de middenstand regeert het land, beste Luc De Vos, maar Voka en VBO.

Ik ben bang dat al wie het moeilijk heeft het alleen nog moeilijker zal krijgen, en daar zitten heel veel mensen tussen die op zondagen 26 mei en 13 oktober 2024 net voor partijen zullen stemmen die tegen hún belang zullen regeren. De boodschap van het populisme oogt aanlokkelijk, hoe hol die ook moge klinken. Je moet het wel wíllen horen, natuurlijk.

Ik ben bang dat de rechtsstaat zal afbrokkelen ten faveure van een meedogenloos bewind. Met bokshandschoenen, zeg maar. Uit zelfverdediging. Waar het 70-puntenplan van Vlaams Blok hand in hand zal gaan met het 10-puntenplan van Theo Francken. Als die vreemde luizen hier maar weg blijven! Als zowel Francken als De Wever recent met de voeten vooruit de rechtsstaat tackelden — die wereldvreemde rechters, weet u nog wel! —, Francken bepleitte op het extreemrechtse speelkoertje dat Doorbraak is zelfs een ontmanteling, dan weet je dat de scheiding der machten ondergeschikt zal zijn aan een (extreem)rechtse agenda.

Ik ben bang dat wat er nu gebeurt in de sociale woningsector, met een vakminister die zijn subsidies niet kwijtgeraakt en dan maar voorstelt om het geld aan de private sector te gunnen, de regel zal worden. N-VA heeft het zo vaak over de middenklasse dat je er tureluurs van wordt. Wat zij bedoelen is: de hogere middenklasse en al wat daar bovenop komt. De lagere middenklasse en al wat daaronder valt, kan stikken. De boom in. (Als er dan nog bomen zullen zijn, want ecorealisme en klimaatontkenning zullen in dát Vlaanderen de regel worden.) Wie weinig heeft, zal dan nog minder hebben. En wie nog minder dan weinig heeft, zal elk etmaal moeten zien om het einde van de dag te halen met liefst toch een paar karige maaltijden en een verwarming die het een paar uur doet tijdens de wintermaanden. Velen onder hen zullen tegelijk dader en slachtoffer zijn: dader, omdat ze die partijen mee aan de macht zullen helpen, slachtoffer, omdat die partijen hen vervolgens genadeloos zullen laten vallen. Mensen zijn middelen, geen doel, in het oog van rechtse nationalisten. Eigen volk eerst wil eigenlijk zeggen: eigen natiestaat eerst. De natie staat boven het volk. De vlag is belangrijker dan de mens die ermee zwaait.

Ik ben bang dat de kille atmosfeer van vandaag zal omslaan in de ijskoude omgevingstemperatuur van morgen.

Ik ben bang dat sociale en ethische verworvenheden van nu in de toekomst snel tot het verleden zullen behoren.

Ik ben bang dat naar boven likken en naar beneden trappen een gewoonte zal worden.

Ik ben bang dat extreem normaal wordt en normaal extreem.

Ik ben bang dat al wie het moeilijk heeft zal gewezen worden op de eigen verantwoordelijkheid voor die situatie en dat er niet meer zal gekeken worden naar de collectieve en individuele maatschappelijke realiteit.

Ik ben bang dat Dewinter zijn verloren maandag-ritueel, poseren met een worstenbrood en een bolleke, zal mogen herhalen de maandag na de verkiezingen, waarbij het ongeveer al de anderen zullen zijn die verloren hebben.

Ik ben bang dat intimidatie van journalisten de regel zal worden, niet de uitzondering. Al wie links is, zal bedreigd worden. Een heel grote groep, want als je je uiterst rechts op het spectrum bevindt, is zelfs iemand in het centrum ‘een linkse rat’.

Ik ben bang dat andersdenkenden verbaal zullen worden geïntimideerd, met dank aan de ijverige trollen die altijd paraat staan.

Ik ben bang dat de jaren 2030 heel veel weg zullen hebben van de jaren 1930.

Ik ben bang dat de mens zichzelf uiteindelijk de das zal omdoen, verblind als hij hier rondloopt.

Ik ben bang dat al wie er een beetje anders uitziet, een ander geloof belijdt, andere ideeën heeft over een harmonieuze samenleving, niet meer welkom zal zijn of de mond zal worden gesnoerd. Denk niet aan een Pinochet-scenario, het zal subtiel gebeuren, zachtjes aan zal onverdraagzaamheid doodnormaal worden, zullen de geesten gemasseerd worden om minder wakker te liggen van individueel leed, zeker als het over andersdenkenden gaat. Extreemrechtse parochiekrantjes als ’t Pallieterke, ’t Scheldt en Doorbraak zullen wel meehelpen om díe doorbraak te forceren. Als je niet het goed doet, ligt het aan jezelf, die boodschap wordt nu al vaak meegegeven in die kringen.

Ik ben bang, ja…

Ik ben bang, maar heb geen gebrek aan strijdlust. It giet oan!



Sollicitatie

Journalistiek, Memories & mijmeringen Posted on za, januari 22, 2022 11:29:23

Geachte hoofdredacteuren en verantwoordelijken van opiniepagina’s van kwaliteitsbladen,

ik zag de voorbije dagen tot mijn grote ergernis opnieuw columns en in herhaling vallende opiniestukken verschijnen van onder anderen — in alfabetische volgorde en niet in rangorde van waardering, want die is er nauwelijks of niet — Maarten Boudry, Mia Doornaert, Mark Elchardus, Delphine Lecompte, Joren Vermeersch en nog wat grut, en ik dacht, brutaalweg, dat kan beter. Nee, eerlijk, ik dacht: ik kan dat beter. Enfin, ik denk dat niet, ik zég: ik kan dat beter. Steviger gefundeerd, genuanceerder en toch spitanter, weg van het reactionaire, betweterige, voor de tigste keer vanonder het stof gehaalde pseudohistorische feitjes en weetjes, menselijker, etcetera enzovoort, ik ga hier stoppen met adjectieven in het rond te strooien, anders denken jullie nog dat ik in de leer ben geweest bij Delphine, niet de prinses, maar de kleindochter van die dokter die toch net iets minder oud is geworden dan de duizend jaar die hij zelf in een olijke bui had vooropgesteld.

Zo, ik weet dat uw tijd kostbaar is, dus wil ik die beperkte aandachtspanne niet langer misbruiken, wat ik — toegegeven — met deze extra zin eigenlijk al doe, waarvoor mijn welgemeende excuses.

Wees gegroet,

Frank Van Laeken,

journalist tot in de kist,

misschien wel uw toekomstige columnist,

ouder maar niet belegen wordend kapoentje,

journalistiek veeleer een grijsje dan een groentje (met mijn excuses aan het adres van Stijn De Paepe voor het krakkemikkige metrum).



Wintermanifest

Politiek, Samenleving Posted on za, januari 15, 2022 11:28:29

Bekentenis: er werd mij nog nooit gevraagd om een collectieve open brief te ondertekenen. Petities zie ik weleens passeren, ik reageer in principe nooit. Omdat er altijd wel elementen zijn, waar ik het níet mee eens ben. Of omdat ik mij in al mijn cynische wijsheid wijsmaak dat het op deze manier toch geen resultaat zal opleveren. Met Kumbaya los je de wereldproblemen niet op, hooguit geef je jezelf tijdelijk een vals gevoel van menselijke warmte. Zoals wanneer je een aalmoes geeft aan een bedelaar: misschien goed voor dat moment, maar het structureel probleem blijft. Morgen zit die bedelaar daar opnieuw. Ik huldig het Groucho Marx-principe dat ik niet tot een club wil behoren die mensen zoals ik lid laat worden. Klinkt tegelijk stoer en goedkoop, ik weet het, maar die mate van asociaal zijn zult u mij moeten gunnen.

Aan de ene kant ben ik blij dat ik nog nooit verzocht werd om een groepsschrijven met mijn handtekening te ondersteunen, aan de andere kant zorgt niet-gevraagd worden voor deukjes in mijn ego. Mij wordt telkens de kans ontzegd om beleefd doch kordaat te weigeren. Ooit wil ik dat toch een keer gedaan hebben. ‘Neen, bedankt, ik werk niet mee aan collectieve initiatieven als dit. Veel succes nog.’

Ik ben dus niet gevraagd om het Wintermanifest te ondertekenen, ik heb niet de gelegenheid gekregen om níet mee te werken. Tant pis. Op de lijst van ondertekenaars zie ik heel wat namen staan van mensen die ik respecteer, omwille van wie ze zijn of wat ze doen.  Wees gerust, het zijn er een pak meer dan tien. Ik ga dit initiatief dan ook niet ten grave dragen onder een vernietigende boodschap die een cynische walm verspreidt. Desondanks zou ik het nooit gesteund hebben, om de redenen die ik hierboven al gaf, maar ook omdat ik het fundamenteel oneens ben met deze manier van eisen stellen. Volstrekt contraproductief. Dat hebben we ook gezien aan de eerste reacties heen en weer. Nóg meer polarisatie, nóg meer wederzijds onbegrip, nóg meer versplintering binnen maatschappelijke geledingen die in normale tijden redelijk samenwerken, nóg meer risico op blijvende littekens. Wat gestart is uit een oprechte bekommernis, heeft geleid tot nóg meer algemene verwarring, want je kon er donder op zeggen dat dit initiatief veel media-aandacht zou krijgen, verbale gevechten zijn nu eenmaal het peper en zout van een nieuwsetmaal geworden. Klinkt het niet dan botst het maar. Après nous le déluge. Scoren zullen we, al is het dan in eigen doel.

Met dit soort brieven heb je grosso modo twee mogelijkheden: ofwel wordt bij het opmaken van de definitieve inhoud rekening gehouden met alle detailopmerkingen van de potentiële medeondertekenaars, waardoor het eindresultaat een homeopathische verdunning wordt van de oorspronkelijke boodschap. Ofwel wordt die boodschap grotendeels behouden en ondertekenen mensen omdat ze het eens zijn met één of een paar van de aspecten, maar zeker niet met de hele tekst. Dat zullen we mogelijk de komende dagen zien, als ondertekenaars zich een voor een beginnen te distantiëren. Zo gaat dat meestal. Je kan onmogelijk een collectieve open brief vinden die voor alle ondertekenaars overeind is gebleven. De lijst van ondertekenaars bestaat altijd uit een ratjetoe van allerlei mensen, die op een doordeweekse coronavrije dag misschien met moeite door dezelfde deur kunnen. Bien étonnés de se trouver ensemble. Wat heeft Michael De Cock met Ivan Van de Cloot, en omgekeerd?

***

Stel: er wordt morgen een petitie of een open brief opgesteld over de vrijheid van meningsuiting, een maatschappelijk gegeven dat mij nauw aan het hart ligt, dan zal ik nog weigeren mee te werken als je weet dat ook Filip Dewinter op die lijst zal staan, of, wat mij betreft, zelfs Mia Doornaert en Rik Torfs. Soms zijn er raakvlakken, heel af en toe ben je het helemaal eens met wat ze zeggen, maar nooit wil ik vereenzelvigd worden met lieden die mij meestal tegen de haren in strijken. Ik doe niet mee, maar ik zal wel de vrijheid van meningsuiting (de échte, niet de vermeende) blijven verdedigen. Niet meedoen is in mijn ogen consequent handelen, wel meedoen je laten meezuigen in een groepsdynamiek waarvan je wel het begin maar niet het vervolg laat staan het einde kunt inschatten.

***

Hebben de experten van de Gems een vlekkeloos parcours afgelegd? Neen, ze zijn soms uit de bocht gegaan, helemaal akkoord. Hebben de regeringen en verantwoordelijke politici het fantastisch gedaan? Neen, begot, er werd soms geknoeid dat het hemeltergend werd. Wat Maggie De Block heeft gedaan — de mondmaskervoorraad achteloos laten vernietigen en haar verantwoordelijkheid van zich afschuiven met een hautain ‘Het is wat het is’ —, is hoe dan ook schuldig verzuim en het leunt ook zeer dicht aan bij wat ik zou durven te omschrijven als misdadig gedrag. Had de communicatie transparanter gekund? ’t Zal wel zijn, van die ingewikkelde powerpointpresentatie tot het gehakketak van de voorbije weken. Heeft de overheid de psychologische impact van deze (bijna) twee jaar gedeeltelijke of volledige lockdown onderschat? Jazeker. Maar spreken van gebrek aan respect voor de grondvesten van een democratische rechtsstaat gaat veel te ver. Uitnodigen tot een breed maatschappelijk debat is a) te laat en zal b) de huidige chaos alleen maar vergroten. Hoe ga je zo’n debat organiseren? Een Microsoft Teams-vergadering met elf miljoen deelnemers, tous ensemble roepend voor de computer? Of zal het toch weer een elite worden, die mag deelnemen en beslissen, en wat en wie is dat dan, die elite? De ondertekenaars van dat Wintermanifest? Ik las ook ergens de kritiek dat het machtscentrum van politieke beslissingen verschoven is van de wetgevende naar de uitvoerende macht. Ammehoela, welkom in de twintigste eeuw, de particratie houdt dit land al verschillende decennia in een houdgreep. Ja, dat is niet goed. Neen, dat heeft niets met de coronamaatregelen te maken. Het is wat het is, een perverse omgang met de politieke zeden die al veel te lang gedoogd wordt.

***

Onderaan het Wintermanifest — ja, ik heb het in grote lijnen gelezen! — wordt gepleit voor een nieuw adviescomité. Met zes tot twaalf generalisten. Tiens, dacht ik prompt, hebben we dat nog ergens gehoord? O ja, zegt de naam Celeval u nog iets? Herinnert u zich nog de strapatsen van onder anderen Lieven Annemans — de man die deze week alle beleidsmakers die het niet met hem eens waren ‘narcistische sociopaten’ noemde — en hoe contraproductief die periode tussen de eerste en de tweede golf was? Terwijl omikron vrolijk op tournee is, proberen we nu een nieuwe praatbarak op te richten, echt? Het huis staat in lichterlaaie, maar laten we even alle buren samenroepen en overleggen wie de brandweer zal bellen. ‘Heb jij hun nummer, buurman?’ ‘O, kijk, er springt iemand door het raam.’

Ik zeg dus niet dat een aantal ondertekenaars van het Wintermanifest geen goede bedoelingen hebben, hun engagement is wellicht reëel en oprecht. Maar de uitkomst, deze open brief plus de consequenties ervan, leiden ons te ver weg van de essentie en die is: er waart een virus rond. Die ongeziene gezondheidscrisis moet centraal blijven staan. Daarmee pleit ik er niet voor om, bijvoorbeeld, mensen die het mentaal moeilijk hebben om overeind te blijven, in de steek te laten. Richt daarvoor gerust een adviescomité op, dat — los van de coronamaatregelen — op heel korte termijn een plan uitwerkt om deze kwetsbare groep concreet te helpen. Alleen doe je dat niet door ‘Hocus-pocus-pats-het-virus-is-weg’ te roepen. Of door nogmaals een onsamenhangend adviescomité bij elkaar te goochelen. De overheid moet dit faciliteren en financieel ondersteunen — ja, beste economen, het zal geld kosten, als jullie ook maar één seconde wakker liggen van fysiek en mentaal welzijn, weet je dat het moet en dat het de moeite waard zal zijn —, maar niet zelf uitwerken. Ook de Gems moet zich daar niet mee bezig houden.

Ieder zijn specialiteit. Nu de mijne nog vinden, misschien word ik dan ooit nog uitgenodigd om lid te worden van een clubje. Kan ik lekker zelfgenoegzaam weigeren.



Haatspraak

Samenleving Posted on za, januari 08, 2022 11:33:06

O ja, dát filmpje. Ik was het rats vergeten. Jeff ‘meer pens dan mens’ Hoeyberghs werd meer dan twee jaar geleden uitgenodigd om ‘Onversneden’ — zo heette zijn ‘lezing’ — te komen lullen op een jongensavond van de jongensclub KVHV, u weet wel, die door hun in kasten van villa’s wonende ouders gesubsidieerde alcoholslurpers van nu en cryptofascisten van later.

Zo moeilijk is dat dus niet. Beetje bodyshamen, een likje arrogantie, een flinke scheut vooroordelen, een kwak overdrijving: the stuff that likes are made of. Makkelijk scoren is het, likespikkers genoeg op de sociale en andere media. Hoezee, ik doe mee!

Natuurlijk is die Hoeyberghs — een man die duidelijk een ingreep van een van zijn plastische vakbroeders zou mogen overwegen — een seksist, een feitenontkenner, een viruswaanzinnige, een gore tiep die alleen met grofgebekte uitspraken een BV is geworden, een Boertige Vrouwenhater. Dat mag, dat kan, in besloten kring mag de heer Hoeyberghs en al wie hem dierbaar is het ongezouten hebben over de vrouwtjes die hun benen niet meer willen opendoen. Je mag niet verwachten dat een beerput welriekend is en dat het verzamelde darmafval het beste in de mens voorstelt. A la bonheur, gun de alfaman en zijn aanhangers een verzetje, maar dan wel in besloten (darmspier)kring.

Wat niet kan, is dat zo’n roeptoeter een gezelschap van testosteronbommetjes aanzet tot haat, want dat was het wel degelijk wat hij op 4 december 2019 deed, goed voor 1489 klachten bij het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, en nog eens 152 meldingen bij Unia. In het publieke domein — ook al was het dan een besloten voordracht, op die filmende smartphone na — is de vrijheid van meningsuiting absoluut niet absoluut. Door te zeggen wat hij gezegd heeft, heeft die Hoeyberghs de vooroordelen en de misogynie bij de toekomstige Vlaams-nationalistische elite nog wat aangewakkerd. Er moet maar één gek tussen zitten — en geloof me, er zit meer dan één gek in zo’n zaal — die binnen dit en vijf jaar zijn ‘stom wijf’ met haar hoofd tegen de muur banjert, en er is een (on)rechtstreekse link naar die ene avond in Gent.

‘Langdurige, welgemikte, herhaalde, bijzonder gore en vulgaire, vrouwonvriendelijke en haatdragende uitspraken’ noemde de voorzitter van de rechtbank het en ik had het nauwelijks accurater kunnen formuleren. U vindt de beelden ongetwijfeld nog wel ergens terug, (ver)oordeel zelf. Zoals Bieke Purnelle dat donderdag al puntig verwoordde in een opiniestuk in De Standaard is de vraag of die vijf maanden effectieve celstraf een oplossing biedt: zal Hoeyberghs als een gelouterd man de cel verlaten of zal hij zich nog meer opgezweept voelen? Daar had de rechter misschien iets creatiever mogen zijn, al blijft de vraag: hoe dan? Je kan zo’n sujet niet een paar maanden als werkstraf laten meedraaien in een vrouwencentrum, je mag van een safe space niet zomaar een jeff space maken: de vrouwen die daar verblijven hebben al genoeg te verduren gekregen, (zelf)vertrouwen is wat ze nodig hebben, geen confrontatie met een chagrijnige vent met veel meer ego en zelfvertrouwen dan verstand.

#jesuisjeff werd gelanceerd, de hashtags profiteren duidelijk mee van de solden. Precies zeven jaar na #jesuischarlie kan het moeilijk misplaatster. #jesuischarlie was een door links én rechts omarmde slogan om de vrijheid van meningsuiting te ondersteunen, die een blad als Charlie Hebdo zou moeten in staat stellen om bijtende satire te bedrijven. #jesuisjeff is een door rechts opgeworpen slogan om de vrijheid van haat-zaaien-vermomd-als-mening te verdedigen. Het onverdedigbare verdedigen komt tegenwoordig wel vaker voor in (extreem)rechtse kringen, waar libertijnen, donkerblauwe liberalen, ongematigde Vlaams-nationalisten en (crypto)fascisten zich verdringen om als vrijheid van meningsuiting verklede bedreigingen, beledigingen en aanzetten tot haat te promoten. Het recht op vrije meningsuiting verdient betere slagvelden. Hoeyberghs is geen slachtoffer, hij is een dader. Een dader zonder schuldinzicht. Een dader die zelf haat en anderen aanzet tot haten. Een dader die een gevaar voor de samenleving wordt als je hem een megafoon aanreikt, zoals dat gebeurde op die ene avond in Gent. Geen martelaar, geen heraut van het vrije woord, geen man die ten onrechte de mond gesnoerd wordt. In besloten kring kan hij nog altijd zeggen wat hij denkt te moeten zeggen, maar absolute vrijheid is een absoluut slecht idee. Mogen we nooit tolereren.

Wie Jeff Hoeyberghs verdedigt met als argument dat de vrije meningsuiting in het gedrang komt, dwaalt. Niet zijn mening wordt bestraft, wel dat hij die probeerde ingang te doen vinden in jonge, onbezonnen en al met extremistische ideeën bezoedelde hoofden, die daar mee aan de slag konden en kunnen gaan. Wat Hoeyberghs deed zit op hetzelfde niveau als een fundamentalistische imam die in de hoofden van jonge moslims probeert te pompen dat de goddeloze samenleving een lesje verdient. Zou verzameld Jeff-rechts dát accepteren?



Chef Voetbal

Journalistiek, Sport Posted on za, december 18, 2021 11:16:46

In september 2019 ontving ik een enthousiast mailtje van mijn uitgeverij, met de melding dat ze waren gecontacteerd door de advocaat van Dejan Veljkovic. Of ze geïnteresseerd waren in het uitgeven van een boek met zijn verhaal. Ja, dus, vandaar het enthousiasme. En of ik geïnteresseerd was om dat project op mij te nemen. Ja, maar…

Mijn ‘Ja’ sloeg op de journalistieke drang om op de eerste rij te mogen staan bij belangwekkende gebeurtenissen. Operatie Propere Handen viel ongetwijfeld in die categorie. Elf maanden eerder had het begin van dat gerechtelijk dossier de voetbalwereld op zijn kop gezet. De zaak uitspitten zou een fijne kluif geweest zijn, net iets wat ernstige journalisten graag doen. Ik had het in 1997 al gedaan in mijn Blunderboek van het Belgisch voetbal, met de omkopingsaffaire Anderlecht-Nottingham Forest. Na initiële berichtgeving in februari 1997 in Het Laatste Nieuws over twee Antwerpenaren die beweerden nog geld te goed te hebben van Anderlecht — waarna de heren de dag erna al op verzoek van die club ‘gangsters’ genoemd werden (wat ze niet waren, veeleer schimmige kleine criminelen met een groot ego en een nog grotere mond) —, begon ik te spitten. En ik kwam uit bij een omkopingsschandaal waarbij ook de voetbalbond hand- en spandiensten had verleend, zodat de zaak uiteindelijk verjaard was en Anderlecht — op wat publieke schandpaaltaferelen na — vrijuit ging. Een journalistiek hoogtepunt in mijn carrière, al zeg ik het zelf. En ja, ik had hiervoor tot op zekere hoogte gecollaboreerd met rare tiepen.

Mijn ‘maar’ sloeg op de mogelijke samenwerking met iemand die jarenlang de kluit had belazerd. Veljkovic was het type sjoemelmakelaar, iemand die in de schaduw van het stadion halfduistere zaakjes deed. Als je je met zo iemand associeert — wat samen een boek schrijven toch impliceert —, wilde ik garanties, zodat mijn journalistieke onafhankelijkheid en integriteit niet in het gedrang zouden komen. Ik belde lang met Veljkovic’ advocaat, Kris Luyckx, en besprak dit in alle openheid. Ja, ik was ten zeerste geïnteresseerd in het onderwerp, máár, ik wilde zelf kunnen spitten en doorvragen, niet zomaar het woord van Veljkovic optekenen. Daarop ging het project prompt naar een andere uitgeverij. Jammer, maar integriteit offer je niet zomaar op, daarmee begint en eindigt alles voor een journalist. (Waarmee ik niet beweer dat Wim Van den Eynde, die het boek nu meegeschreven heeft, niet integer is geweest bij het optekenen van dit verhaal, ik ken de details niet. Ik vond het wel vreemd dat hij mee het Pano-interview had afgenomen, zo kreeg de uitzending een vervelend promo-gehalte.)

***

Een van de mensen die in opspraak is gekomen door Veljkovic’ biecht is Stephan Keygnaert, de Chef Voetbal van Het Laatste Nieuws. Die was najaar 2018, kort na het losbarsten van de hele affaire, al even met vakantie gestuurd, omdat zijn naam was gevallen als tussenpersoon bij transfers, een activiteit die wél thuishoort in de modus operandi van een makelaar, niet in die van een voetbaljournalist. Herinner u ook dat er sprake was van twee andere journalisten van Het Laatste Nieuws en een collega van Het Nieuwsblad, die systematisch hogere punten zouden hebben toegekend aan cliënten van Veljkovic, in ruil voor… Ja, in ruil voor wat, eigenlijk? Primeurs, roddels, vip-plaatsen, cadeaus?

Ik had die Keygnaert één keer eerder meegemaakt, in de korte periode dat ik woordvoerder was van Beerschot AC, inmiddels bijna tien jaar geleden. De voorzitter van de club, Patrick Vanoppen, wilde af van zijn trainer, Jacky Mathijssen, en was helemaal zot van Adrie Koster, die een paar maanden voordien was ontslagen bij Club Brugge. Een mondige Nederlander, adept van aanvallend voetbal, dat vond Vanoppen beter passen op het veeleisende Kiel dan het bijwijlen saaie zekerheidsvoetbal van Mathijssen. En dus werd een deal gesloten met Koster. Maar ook met Keygnaert. De afspraak was dat hij het eerste interview met de nieuwe trainer van Beerschot mocht afnemen en publiceren. Ik kon nog net voorkomen dat de rest van de pers níet geïnformeerd zou worden van de komst van Koster. Mijn persbericht naar de verzamelde pers werd die vrijdagavond pas verstuurd om 21 uur, op tijd om een artikel te schrijven voor de website en de krant van de dag nadien, te laat om nog een reactie te sprokkelen bij Koster. Ik ben daar niet trots op, o neen, ik walgde van mezelf. Het druiste in tegen alles waar ik journalistiek voor stond, zoals ik in die tien maanden onwaarschijnlijk veel dingen heb zien passeren die journalistiek niet koosjer waren, ook het gedrag van de journalisten zelf. Lelijke wereld, dat profvoetbal.

Keygnaert bedankt me de dag dat het nieuws zou bekendgemaakt worden in een telefoontje: ik kende de man niet, ik hoorde wel iemand aan de andere kant van de lijn die vol van zichzelf was en die helemaal niet wakker lag van deontologie en dat soort prutsen. Als je bang bent om de strijd met je concurrenten op kwalitatief vlak aan te gaan, doe je het zo: sluiks, achterbaks, door de concurrentie uit te schakelen. Het gebeurt op vele redacties, door vele collega’s, elke dag opnieuw. Schrik van hun eigen schaduw, bang om een minder goed stuk af te leveren dan de anderen, dus belemmer je het werken van je vakbroeders.

***

Diezelfde Stephan Keygnaert komt uitgebreid voor in het boek van Veljkovic. Hoofdstuk 10. Hetzelfde hoofdstuk waarin ook Georges Leekens de hoofdrol vertolkt. In de grootste sportkrant van het land wordt de rol van Leekens uitvoerig belicht, die van Keygnaert niet. Enkel een woordje van de hoofdredacteur van VTM Nieuws, die ook eindbaas is van de sportredacties van VTM en Het Laatste Nieuws. Dat hij met Keygnaert heeft gesproken, dat die ontkent dat hij ooit geld heeft ontvangen en dat hij gelooft in diens onschuld.

Inderdaad, de bewering dat Keygnaert twee enveloppes met respectievelijk 3000 en 5000 euro heeft ontvangen voor zijn helpende rol bij de transfer van Ervin Zukanovic van Kortrijk naar KAA Gent, valt moeilijk te bewijzen. Het is woord tegen woord. Dat geld staat niet in de officiële boekhouding, er bestaan geen opnames van de overhandiging, wie moet je geloven: een Chef Voetbal of een in opspraak gekomen makelaar? Bovendien: iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen wordt. Klopt.

Uit het gerechtelijke verhoor van Keygnaert, dat donderdag de onafhankelijke kranten haalde, dus niet Het Laatste Nieuws, kan je echter iets interessants plukken. Veljkovic zegt in het boek dat hij samen met zijn cliënt Milan Jovanovic een interview had gepland met Keygnaert en dat hij vond dat de Chef Voetbal die dag nogal sjofel gekleed was. Ze gingen daarop samen naar een kledingwinkel. Veljkovic trakteerde. Volgens Keygnaert heeft hij, Keygnaert dus, zich daar na het verlaten van de winkel boos over gemaakt. Kan zijn, kan ook niet zijn. Wat ik weet is: dit doe je niet als journalist en al zeker niet als eindverantwoordelijke op een redactioneel departement. Je gaat niet mee naar die winkel en je aanvaardt ook geen cadeaus. Net zoals hij die sjaals, die hij achteraf ontvangen heeft, had moeten terugsturen naar afzender. Een kistje wijn, ach, dat gebeurt soms, al zou ook dat in principe niet mogen. Maar systematisch cadeaus aanvaarden van één bron? Niet normaal. Dat Keygnaert beweert dat hij die kledingstukken zelf wilde betalen, komt trouwens even geloofwaardig over als de persoonlijke lening die Anderlechtvoorzitter Constant Vanden Stock in 1984 had toegestaan aan de Spaanse scheidsrechter van Anderlecht-Nottingham Forest. Principieel doe je dat niet, nooit. En het zal ook nu, net als in 1984, niet zo zijn gegaan zoals de Chef Voetbal het de gerechtelijke instanties probeert voor te houden.

***

In het ons-kent-ons-wereldje dat de sportjournalistiek is, is het al uitzonderlijk dat een collega, zij het schoorvoetend, in een kwaad daglicht wordt gesteld. Het kón gewoon niet anders, in dit geval. Toen ik in 1997 detail voor detail loste over het omkopingsschandaal rond Anderlecht-Nottingham én de kwalijke rol van de top van de voetbalbond achteraf, werd ik ook uitgespuwd door het milieu. Het voetbalmilieu én het voetbaljournalistenmilieu. Vooraanstaande commentatoren en journalisten doken onder tafel als er iemand werd gezocht om hierover te komen praten in de studio’s, ze vreesden niet meer welkom te zijn op Anderlecht. Alleen Peter Vandenbempt dook voor de radio op de zaak en kon op zeker moment pronken met het proces-verbaal van Constant Vanden Stock, waarin die het over die ‘lening’ had, een document dat zelfs ik niet had kunnen bemachtigen. Hulde. Ook nu was Vandenbempt de interviewer met dienst, samen met Wim Van den Eynde voor Pano. De andere voetbaljournalisten? Ze lachen zich zonder enige twijfel een breuk (leedvermaak is des mensen), ze herkennen heel veel dingen (waarover zouden ze anders voor de match aan de persbar staan roddelen), maar ze zouden er niet aan gedacht hebben om deze zaak zelf te onderzoeken (anders mogen ze misschien niet meer binnen op… vul zelf de naam van een club in). En straks schuiven ze vrolijk en licht beneveld aan voor de champagnebar op het Gala van de Gouden Schoen, waar de Chef Voetbal op het podium de honneurs zal mogen waarnemen en de trofee uitreiken samen met de eregenodigde. Voor een glas flutchampagne en een dot nepkaviaar sneuvelen wel vaker principes. Ze gunnen elkaar het licht van de zon niet, maar als het erop aankomt is er telkens weer die corporatistische reflex: als jij mij laat doen, laat ik jou ook met rust.

Ik heb net mijn jaarlijks lidgeld betaald aan de sportpersbond. Ik hoop dat die, in ruil voor mijn contributie, nu ook een beetje aan introspectie wil doen en voor zichzelf uitmaken of een valsspeler wel recht heeft op een perskaart. Ook de Raad voor de Journalistiek zou hier werk van moeten maken, waarom bestaat die organisatie anders? Hoe kan je, als voetbaljournalist, nog met een gerust geweten interviews doen, verslagjes intikken of persconferenties bezoeken, wanneer je niet nadrukkelijk afstand neemt van de wanpraktijken die sommige collega’s zich veroorloven? Ik doe dat bij deze. Zéér nadrukkelijk. Dat ze me maar een nestbevuiler noemen in dat wereldje waarin ik me nooit heb thuis gevoeld. De enige echte nestbevuiler is de Chef Voetbal.



Wetendheid

Communicatie, Samenleving Posted on za, december 11, 2021 11:16:55

Als laatste punt tijdens interviews voor ons racismeboek schotelen Paul Beloy en ik onze praatgasten altijd dezelfde vraag voor: ‘Wat is uw droom?’ Ons boek zal niet voor niets We have a dream! gaan heten, een verre echo van de legendarische woorden van Martin Luther King, jr. Meestal denken de geïnterviewden dan even na, of vragen ze of ze hun antwoord via mail mogen bezorgen. Niet zo de jonge voetballer die we een tijdje geleden hebben gesproken. Hij reageerde prompt. ‘Ik hoop op meer wetendheid over alles wat er gebeurt in de wereld, ook over racisme en discriminatie.’

Mooi antwoord, vonden wij. Ik tikte de tekst uit met een glimlach op mijn gelaat, tot ik dat bewuste woord aan het Word-document toevertrouwde. Wetendheid. De spellingchecker sloeg tilt, het woord werd met een dansende rode lijn onderstreept. Dat wil zoveel zeggen als: fout! Gecheckt op woordenlijst.org en inderdaad: ‘wetendheid’ bestaat niet. (Lap, nu zie ik hier al drie keer een woord dat met een dansende rode lijn wordt aangeduid.) Wetendheid (oeps, vierde keer!) is geen Nederlands woord. Onwetendheid wel. Alwetendheid ook. Alsof je dus ofwel helemaal niets weet, ofwel álles. Een tussenweg is er niet. Een beetje wetend zijn, kan ook (geen dansende rode lijn), maar als begrip is wetendheid onbekend (vijf!).

Nochtans vind ik wetendheid (zes!) een zeer valabel woord. Je weet dingen. Niet alles, niet niets, iets daartussenin. Het leven zoals het taalkundig is, quoi. Ik voel tijdens het tikken van deze tekst de spontane neiging om wetendheid (zeven!) te nomineren voor Woord van het Jaar, maar ik merk nu dat de inzendtermijn vorige maandag om 9 uur werd afgesloten. Wetendheid (acht!) geeft voor mij heel goed aan dat mensen hun best doen om geïnformeerd te zijn, dat ze verder willen reiken dan wat de algoritmes ons opdringen. In deze coronacrisis was er veel onwetendheid, iets te veel alwetendheid ook — of toch tenminste het willen uitstralen van alwetendheid —, maar zouden we er niet veel beter voorstaan mochten we niet alleen wíllen weten, stap één, kúnnen weten, stap twéé, maar ook effectief meer wéten, stap drie?

Onlangs vroeg iemand op Twitter welke overtuiging je in de loop van je leven hebt opgegeven. Bij mij was dat de idee dat mensen niet dom zijn, maar dom worden gehouden, iets wat ik heel lang gedacht heb. Sinds de overvloed aan informatie — toegegeven, veel rommel en leugens, maar mits een beetje moeite raak je wel tot bij de correcte berichtgeving — ben ik van gedacht veranderd. Inderdaad, door mensen te overstelpen met weetjes, zet je hen op het verkeerde pad, het is een bewuste tactiek om hen te verzuipen in een oceaan van weetjes, wistjedatjes, halve waarheden en regelrechte leugens. Maar dan nog: je kán zelf de stap zetten om je correct te informeren. Het vergt een serieuze dagelijkse inspanning, maar het is de moeite waard. Wetendheid (negen!) is een zegen. Niet alleen jijzelf maar ook de wereld wordt er beter van. Hoe minder desinformatie, hoe meer redelijkheid. Hoe minder je populisten napraat, hoe meer je een op feiten gebaseerde eigen mening kan ontwikkelen. Hoe minder je slaafs volgzaam bent, hoe rijker je leven zal zijn.

Daarom, beste woordenlijst.org en Van Dale, neem wetendheid alsnog op als aanvaard Nederlands woord, dan hoef ik de volgende keer niet dronken te worden van al die dansende rode lijnen, tien in totaal intussen.

‘Ignorance is bliss’ schreef de Engelse dichter Thomas Gray in 1768 in zijn Ode on a Distant Prospect of Eton College. Welnu, beste lezer, onwetendheid is niet gelukzalig. Een weetje: wie niet weet, zal echt niet gelukkiger zijn dan wie wel weet.



Negeren-Verwaarlozen-Alarmeren: de kracht van verandering

Communicatie, Politiek, Samenleving Posted on za, december 04, 2021 11:20:44

Wekelijks gemiddelde: 17823 (+3%), 320 (+10%), 47 (+26%).

Ik beken: ik lees de cijfers niet meer elke dag af op mijn app. Cijfers zijn abstract, je ziet de gezichten niet. Zo wordt ook de vluchtelingencrisis ontmenselijkt, met cijfertjes en percentages, zonder de mensen te zien. Coronalert is een hulpmiddel, meer niet, en volgens wie het kan weten helpt het zelfs niet echt. Bij leerkrachten staat die app permanent op rood, niet omdat ze zelf ziek zijn, maar omdat ze dichtbij iemand met COVID-19 hebben gestaan. Onvermijdelijk.

17823 mensen raakten vorige week besmet met een of andere variant van het coronavirus, en dat is een schatting, de realiteit ligt ongetwijfeld nog een pak hoger. 320 mensen werden tussen 24 en 30 november opgenomen in het ziekenhuis. Van 47 mensen moest afscheid worden genomen in die week.

Golf vier: weg is de solidariteit van de begindagen, terug van nooit echt weggeweest zijn het primeren van economische belangen en het (collectief) egoïsme. Weg is het medeleven, terug is het gebrek aan mededogen. Weg is het tijdelijke ’tous ensemble’-gevoel, terug is het ‘ieder voor zich’-principe. Ieder individu voor zich, iedere sector voor zich. Was in de begindagen van de eerste lockdown het virus de gemeenschappelijke vijand, dan wordt COVID-19 nu nog hooguit gezien als een vervelende passant. De vijand, dat is zowat iedereen die lichtjes anders denkt dan jijzelf, wat op den duur zeer dicht uitkomt bij iederéén tout court. We zijn eilandjes van betweterigheid geworden.

Hoewel je over alle politieke partijen die iets te zeggen hebben in dit land kritische bedenkingen kunt maken over hoe ze zijn omgegaan met deze ongeziene en veel te lang aanslepende crisissituatie, heb ik mij deze week extra geërgerd aan N-VA-kopstukken. Het begon met een georkestreerde sociale mediacampagne tegen Frank Vandenbroucke, die leerkrachten prioritair moest behandelen voor de boosterprik volgens hen. De ene na de andere verkozene van die partij richtte zijn pijlen op de minister van Volksgezondheid. Debatfiches worden nu eenmaal strikt nageleefd en daarop stond ‘Val Vandenbroucke aan!’ Halfweg de week pleitte de Vlaamse minister-president opeens voor het verbieden van evenementen in zaal. Handig, zo kon hij de cafés en restaurants ontzien. Extra handig, zo konden de culturo’s nog eens een veeg uit de Vlaamse pan krijgen.

Was het de bedoeling van Jambon om krachtdadig over te komen? Mij kwam het eerder amateuristisch over. Te laat, te weinig. Als je eerst maandenlang pleit om te versoepelen en de waarschuwingen van de experten voortdurend in de wind slaat, kom je heus niet geloofwaardig over wanneer je plots het licht ziet en verstrengingen eist. Zijn kopman De Wever doet dat ook voortdurend. Vlak voor de eerste lockdown poseren in een ludiek kostuum (ach, het is allemaal niet zo erg, die berichten over dat virus), een paar dagen later smeken om de federale alarmfase te activeren (oei, het wordt héél erg), na de afkondiging van de lockdown het verbod om op een bankje te gaan zitten ridiculiseren (ach, zo erg is het toch ook weer niet), om vervolgens de noodzaak van een crisisregering te benadrukken (oei, het wordt héél erg). En dat was dan alleen nog maar in maart 2020. Sindsdien is die tegenstrijdige communicatie nooit opgehouden.

Wie gelooft die mensen nog?

N egeren

V erwaarlozen

A larmeren

Het acroniem N-VA heeft de jongste weken en maanden een andere invulling gekregen. Mandatarissen van die partij wisselden de drie fases af, soms liepen ze zelfs door elkaar heen: de crisis negeren, de maatregelen verwaarlozen, om dan zonder boe of ba over te gaan op alarmfase Donkerrood. Van ‘Er is weinig aan de hand’ over ‘Het is niet zó erg’ tot ‘Paniek! Paniek!’: het heeft iets tragikomisch, al valt er weinig te lachen.

De week werd beëindigd met een passage van de partijvoorzitter in De afspraak op vrijdag. ‘Ik denk dat COVID op vlak van oversterfte een anekdotische pandemie zal zijn’, zei De Wever. ‘De oversterfte van 2020 zal de ondersterfte van de volgende jaren zijn.’ De Vlaams-nationalistische frontman heeft geen al te hoog EQ, dat wisten we al. Maar dit is toch de overtreffende trap van emotionele domheid. Dit zijn woorden van een onmens. Want: ofwel heeft hij gelijk, maar dan zeg je dat nog niet uit respect voor wie een dierbare heeft verloren tijdens de coronacrisis. Ofwel heeft hij ongelijk (wat ik vermoed) en dan zou iedere mens met een beetje empathisch vermogen moeten beseffen hoe dit binnenkomt bij mensen die een sterfgeval hebben moeten verwerken, misschien niet eens door COVID-19, maar door uitgestelde zorg. Maandag was het dus de N van Negeren. Woensdag de A van Alarmeren. Gisteren stond de V van Verwaarlozen op de agenda. Wat zal het maandag zijn?Nooit gedacht dat de slogan ‘De kracht van verandering’ sloeg op het bijna dagelijks veranderen van standpunt. Leiderschap betekent niet dat je nooit van gedacht verandert, voortschrijdend inzicht hoort bij het publieke leven. Maar als je permanent van wit naar zwart gaat, getuigt dat niet van leiderschap, wel van amateurisme en gebrek aan inzicht.

We hadden in deze hele crisis meer naar de experten moeten luisteren en consequent hún voorstellen toepassen, met hier en daar een afzwakking, omdat zij natuurlijk geen rekening hoeven te houden met economische en psychologische gevolgen. Hun standvastigheid mag een voorbeeld zijn voor onze besluitmakers. De wetenschap maakt al twee jaar een goede beurt. Dat kan van de politiek niet gezegd worden. We hadden wat meer de voorzichtige minister van Volksgezondheid moeten volgen en wat minder de ministers van Versoepeling. Dat Overlegcomité van gisteren was nodig, maar het was vooral een bevestiging van de onkunde van de mensen die het land en de regio’s moeten leiden. Dat Overlegcomité had er nooit hoeven te komen, als de regeringen hun beleid in het recente verleden meer op rationele overwegingen dan op emotionele hadden gestoeld. En dat Overlegcomité werd aangekondigd als een berg, maar bleek in realiteit voor de zoveelste keer een muis te zijn. Kurieren am Symptom, noemen de Duitsers dat. Rond de pot draaien, klinkt dat bij ons.Vandenbroucke kon zijn ergernis voor een keer niet wegwuiven.

Opportunisme en populisme zijn eens te meer slechte gidsen gebleken, al maak ik mij geen illusies: in het vervolg van deze coronacrisis en bij toekomstige crisissen zullen krek dezelfde fouten gemaakt worden. Optimistischer wordt een mens daar niet van.



Wij zijn de uitbuiters

Samenleving Posted on za, november 27, 2021 11:33:00

De praktijken van Post NL in ons land werden deze week binnenstebuiten gedraaid. U kent die agressieve witte bestelwagens met de oranje streep wel, die altijd dringend op weg zijn om een pakje af te leveren en u daarvoor desnoods van de baan duwen. Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast. Want u zit erop te wachten, nietwaar, diezelfde ú die daarnet nog boos was omdat hij te maken kreeg met verkeersagressie door zo’n gehaaste chauffeur. U heeft nu ook kunnen lezen dat het onderaan die keten niet zo prettig werken is. Een onderaannemer jut de volgende onderaannemer op die dan weer de daaropvolgende onderaannemer onder druk zet, enzovoort. De laatste in de rij krijgt de schoppen. En een zakcentje, ter compensatie.

Mensen werken in die branche onmenselijk lange dagen, week na week na week. Er worden zelfs kinderen ingeschakeld, alsof priester Daens weer onder ons is. Voor wat losse euro’s wordt uw pakje netjes op tijd geleverd. De vermoeide oogopslag van de chauffeur van de bestelwagen heeft u even niet opgemerkt, zo verlekkerd zat u te kijken naar wat u in handen kreeg. Consumeren, -meren, -meren.

Post NL, Amazon, bol.com, we kennen de praktijken intussen. Het principe ‘Just in time’ bestaat al meer dan dertig jaar, maar niemand had eind jaren tachtig kunnen bevroeden dat ‘op tijd’ in de toekomst ongeveer zou neerkomen op ‘nu’. De onzichtbare slachtoffers achter de snelle leveringen zien we niet, zo gaat dat nu eenmaal met onzichtbaren. Mannen, vrouwen, jongens, meisjes. Wat niet weet, niet deert. En dus bestellen we morgen nog een pakje.

Economen zeggen dat dit soort praktijken niet kunnen — het tegenovergestelde zou wel héél erg verbazen! —, maar ze benadrukken ook dat we de e-commerce alle kansen moeten blijven gunnen. Meestal passeert er dan een gezegde waarbij je je een kind en badwater moet voorstellen. Wat economen in feite zeggen, is: zorg dat er iets verandert zonder dat er iets verandert. Want hoe ga je er anders voor blijven zorgen dat a) de pakjes snel worden geleverd, b) ze even goedkoop blijven, en c) leveranciers toch correct behandeld en betaald worden? Iemand zal het gelag moeten betalen en het zal ofwel de consument zijn, ofwel een van de onderaannemers. Ik ben geen econoom, maar één plus één blijft twee, zoveel ken ik er wel van.

Vliegensvlugge leveringen, vliegreizen die slechts een prikje kosten, T-shirts van twee euro: de prijs die wij ervoor betalen, gaat altijd ten koste van iemand anders. Het is onwaarschijnlijk dat we goedkoper een afstand van duizend kilometer overbruggen in de lucht dan dat we van de ene kant van het land naar de andere kunnen sporen. Het is gewoon te gek dat we een lapje textiel kunnen bemachtigen met een muntstuk dat we elders in een supermarktkarretje moeten steken om er onze boodschappen in te transporteren. Het is — als we tenminste bereid zijn er een fractie van onze kostbare tijd over na te denken — krankjorum dat we voor een habbekrats goedkope pakjes snel in huis hebben.

Als er al iets moet veranderen, zijn wij het. Wij zijn de uitbuiters. Wij hebben dit systeem aanvaard — het was lekker handig, de vooruitgang weet u wel! —, maar niemand zegt dat we dit moeten blijven aanvaarden. En, ja, dit zal betekenen dat er een aantal mensen opnieuw minder zullen kunnen. Voor sommigen zal het kiezen of delen zijn: ofwel die leuke buitenlandse trip, ofwel een mens die toch heel sterk op ons lijkt correcter laten behandelen. Misschien moeten we gewoon meer voor een correctere behandeling van álle minderbedeelden in de samenleving ijveren, de bazen wat minder geld, de basis wat meer. Als we doorgaan zoals we nu bezig zijn, cultiveren we de Vlaams Belang-slogan ‘Eerst onze mensen’. Dat wil zeggen: eerst wij, consumenten, daarna pas zij, de uitgebuiten onderaan de keten. Voor wie nu opwerpt dat er daardoor jobs verloren zullen gaan en voor die ene onverlaat die zal zeggen dat kinderarbeid een inkomen betekent voor dat kind en zijn familie: voer dan opnieuw de slavernij in. Slaven hadden jobzekerheid, kost en inwoon, aardig toch?

Het antwoord is nu aan de politiek. Maar ook aan ons, mensen onder elkaar.



« VorigeVolgende »