Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

&

Politiek Posted on za, april 30, 2022 11:09:31

Dankzij Arno, Henny Vrienten en Elon Musk ging het de voorbije week niet alleen over de oorlog in Oekraïne en de strapatsen van vooraanstaande Vlaamse politici, waarvoor dank/merci/thanks, al had ik het in deze drie gevallen liever anders gezien: Arno en Henny Vrienten alive and kicking en Musk alive and tweeting (but without owning Twitter). Enfin, je kunt niet alles willen in het leven.

Dinsdag ging het op Twitter in onze contreien — dat wil zeggen: het kleine deel van Vlaanderen dat op dat specifieke sociale medium zit, kortom een zéér kleine maar zéér luidruchtige minderheid — over een uitspraak van Conner Rousseau in Humo. ‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België’ had het weekblad boven een interview met de Vooruit-voorzitter gezet. Zo’n eindredacteur is ook niet van gisteren, en als hij al van gisteren is dan is hij zeker niet van eergisteren. Kies een pakkende titel, al dan niet binnen zijn context, en het volk zal lezen, zo zijn eindredacteuren nu eenmaal opgevoed, áls ze al opgevoed zijn. (Extreem)rechts vond dat Rousseau gelijk had, maar dat hij nu maar eens daden aan die woorden moest koppelen. Versta: honderd procent assimilatie, dat ze zich maar aan óns aanpassen, daar in Molenbeek. (Extreem)links vond dat Rousseau ongelijk had, en ook aan die zijde van het spectrum werden de hyperbolen niet gespaard. Het centrum zweeg, weinig moedig als het doorgaans is wanneer er juist moed vereist is.

Laten we er even de volledige quote bij halen. De Humo-reporter werpt op: ‘Bij de Franse verkiezingen speelde migratie weer een belangrijke rol. Drie kwart van de Fransen zegt dat ze het gevoel willen hebben dat ze in hun eigen land wonen.’ Rousseau repliceert: ‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België. Maar de meeste van die mensen zijn hier geboren. Het belangrijkste is dat ze onze taal spreken en werken. In Brussel staan er door het lerarentekort mensen voor de klas die in het Arabisch lesgeven, omdat ze geen Frans spreken. Onaanvaardbaar. Maar wat doet de Vlaamse regering? De prijs van de taalcursussen verhogen om de wachtlijsten in te korten.’

Als je dit leest, is die titel boven het stuk helemaal geen goedkope clickbait. Er wordt niets uit de context gerukt. Rousseau heeft gezegd wat er staat en hij heeft ongetwijfeld de tekst mogen nalezen en waar nodig bijsturen. Wat hij en zijn communicatieadviseurs niet (of onvoldoende) gedaan hebben. Ofwel meent hij honderd procent wat hij zegt, wat het alleen maar erger maakt. En dus zegt Rousseau dat Molenbeek onbelgisch aanvoelt, dat ‘de meeste van die mensen’ hier geboren zijn (het woord ‘Belgen’ of ‘landgenoten’ krijgt hij blijkbaar niet over zijn lippen), dat er mensen in het Arabisch lesgeven omdat ze geen Frans spreken en dat de Vlaamse regering daar iets aan moet doen. Waarop Vlaams minister Dalle tweette dat er in het Vlaams onderwijs niet in het Arabisch gedoceerd wordt: naast de kwestie, want dát heeft Rousseau dan weer niet gezegd. Maar waarom legt Rousseau dan de link tussen Frans/Arabisch en de Vlaamse regering? Het zijn twee aparte dingen.

Conner Rousseau geeft in die ene uitspraak aan dat hij de situatie in Molenbeek niet begrijpt. Zijn maatschappijbeeld verschilt nauwelijks van dat van de doorsnee Reuzegommer: geprivilegieerde tunnelvisie, wereldvreemd, eurocentrisch, etnocentrisch, hautain. Sinnekloas is duidelijk de wereld niet, misschien moet Rousseau daar wat vaker een stapje in zetten. Flinks scoren is al te makkelijk, daar heeft pseudolinks trouwens Elchardus al voor. Om de problematiek van de enige wereldstad die dit land telt te kunnen doorgronden, moet je er ofwel zelf gaan wonen, ofwel regelmatig langsgaan en in contact treden met de plaatselijke bevolking, ofwel je laten informeren door experten in de grootstedelijke samenleving. Door Molenbeek rijden is niet voldoende.

Rousseau bepleit een betere sociale mix. Daar kan niemand iets op tegen hebben, alleen blijft er een gigantische kloof tussen iets bepleiten en er iets concreets aan doen. In de stad die ik het beste ken, Antwerpen, hebben opeenvolgende sociaaldemocratische burgemeesters het vertikt om de ghettoïsering te voorkomen, met als gevolg dat traditionele witte volkswijken als de Seefhoek en het Kiel helemaal ‘verkleurden’ — wat normaal is in een multiculturele samenleving, alleen vergat de politiek om de plaatselijke bewoners te ‘masseren’ en werden ‘nieuwkomers’ er gewoon gedumpt, omdat het er nog betaalbaar wonen was in de verkrotte huizen en appartementen —, waardoor de oorspronkelijke bevolking bijna automatisch werd opgezet tegen de als indringers beschouwde ‘gastarbeiders’. Een sociale mix verdient meer dan lippendienst, je moet het ook willen én doen. Dat zou pas echt socialistisch zijn.

***

Twee en een half jaar al is Conner Rousseau voorzitter van een partij die van oorsprong socialistisch was, daarna sociaaldemocratisch mocht genoemd worden en nu…, ja, wat nu? Wat is er nog sociaal of socialistisch aan Vooruit? Waarom zou een linkse jongen als ik nog op die partij moeten stemmen, op basis van welke standpunten of realisaties? Waar moet een linkse jongen als ik überhaupt nog op stemmen, wetende dat Groen communicatief bijzonder onhandig is en op alle vlakken buiten het ecologische verschillende richtingen uitschiet, en dat PVDA nog altijd moeite heeft om de oude demonen — stalinisme, maoïsme, aangekweekte sympathie voor Oost-Europese regimes — van zich af te schudden, om het nog niet te hebben over het soms iets te makkelijke populisme?

Een linkse jongen als ik kan maar één conclusie trekken: er zijn te weinig linkse jongens (m/v/x) zoals ik en dat maakt dat de van oorsprong linksere partijen uit puur opportunisme ofwel naar het centrum beginnen over te hellen, ofwel het extremisme omarmen.

Vooruit — een naam die dan nog gejat werd bij een historisch cultuurhuis, vadertje Anseele draait zich om onder zijn al bij al bescheiden grafzerk — probeert wanhopig de verloren kiezers uit het verleden terug te winnen. De naïeve gedachte daarbij is dat opschuiven naar rechts de verloren zonen en dochters zal terugbrengen die intussen al meer dan dertig jaar op Vlaams Blok/Belang stemmen. Waardoor het risico bestaat dat de overblijvende linkse kiezers worden afgestoten. Wat is er mis met de oorspronkelijke ideologische uitgangspunten en waarom worden die niet vertaald naar het eenentwintigste-eeuwse Vlaanderen?

Door de laatste restantjes socialisme van zich af te schudden, maken Conner Rousseau, en bij uitbreiding al wie hem volgt, zichzelf volstrekt overbodig. Ach ja, de peilingen geven veertien procent aan, maar daar kan je niets mee realiseren, noch in Vlaanderen, noch in België. Met instagrampopulariteit bouw je geen samenleving op. Tweets zijn geen wetteksten die het leven van de mensen beter maken. Populair zijn bij tienermeisjes levert geen stemmen op, want ze zijn nog niet stemgerechtigd. Met ‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België’ krijg je schouderklopjes van lieden die nooit op Vooruit zullen stemmen. So what? Wat ben je daarmee? Gaat het dan toch alleen maar om de likes en de retweets, en niet om de inhoud? Kwantiteit boven kwaliteit? Het zou zomaar eens kunnen.

Linkse jongens zoals ik kijken niet optimistisch naar de toekomst van onze politiek.

***

En dan zouden we de amechtige pogingen van Open VLD en CD&V om relevant te blijven haast nog vergeten. ‘Van en voor het volk’ is nu de nieuwe mantra van de christendemocraten. Hoezo, is er dan een partij die zich profileert ’tegen het volk’? Indien niet, is dit niet meer dan een holle slogan, zoals die ampersand altijd al een kunstmatig gedrocht is geweest in de afkorting van de partijnaam. Een fantasietje, voor veel te veel centen bedacht door een marketinggoeroe. Als er dan toch weer een nieuwe partijnaam moet bedacht worden, kunnen Open VLD en CD&V misschien samenleggen. Mijn voorstel: ‘&Dan?’ Dan heb je én die modieuze ampersand én een veelzeggend vraagteken én je kan van die ‘Dan’ een acroniem maken voor ‘Democratisch Alternatief Niemandsland’. Van en voor niemand.

Voor liberalen en christendemocraten geldt hetzelfde als voor de sociaaldemocraten: it’s about the ideology, stupids! Vertaal de ideologie naar 2022 en je zult veel meer bereiken dan met dit staaltje windowdressing-voor-gevorderden. Een mooi opgesmukte etalage is in staat om mensen binnen te lokken in je winkeltje, dat klopt, maar ze zullen niets kopen als de uitgestalde waren hen niet aanstaan.

Tel uit onze winst, denken ze intussen bij N-VA en, nog veel meer, Vlaams Belang. Ook die laatste partij veranderde ooit van naam: in 2004, na de veroordeling wegens inbreuken tegen de antiracismewet. Maar Vlaams Belang verschilt in niets van Vlaams Blok. Meer nog: steeds meer eist extreemrechts sociale standpunten op, hoe nep die ook mogen zijn. Het eist zelfs de feestdag van de Arbeid van morgen op, in de wetenschap dat veel traditionele arbeiders allang niet meer achter een rode vlag aanlopen.

Als papieren links nu eens écht links zou worden, dat zou die partijen al een pak aantrekkelijker maken. Of niet, dat kan ook, maar dan weten we dat tenminste. Tussen rechts en links blijven zwalpen, zal zeker de oplossing voor het linkse debacle niet aanreiken. Door Molenbeek rijden met een huizenhoog dedain evenmin.



De meeste nationalisten deugen niet

Politiek, Samenleving Posted on za, maart 12, 2022 11:16:41

De meeste mensen deugen. Althans, dat worden we geacht te geloven na het lezen van het boek van de Nederlandse historicus en opiniemaker Rutger Bregman, een bestseller. Ik twijfel heel sterk, maar gun Bregman — en bij uitbreiding: de hele planeet — het voordeel van de twijfel.

De meeste nationalisten deugen niet. Kijk met een open blik naar de geschiedenis en het wordt meteen duidelijk. Mocht de immer aimabele Bert Anciaux naast me zitten, zou hij aan mijn mouw trekken en zeggen: “Frank, ge moet het onderscheid maken tussen staatsnationalisten en volksnationalisten, want die deugen wel.” En dan zou ik geneigd zijn hem gelijk te geven. Of toch tenminste het voordeel van de twijfel te gunnen.

Staatsnationalisme legt de nadruk op de natiestaat. Staatsburgerschap staat centraal. Zeg maar: de totale onderwerping aan wat de natie vindt dat goed is. Totale assimilatie, en dan nog alleen maar van diegenen die mógen assimileren. Het volk volgt de leiders.

Volksnationalisme legt de nadruk op het volk. De mensen maken de staat, niet andersom. En die staat wordt zo een veelkleurige blokkendoos. Moeilijker, uitdagender, maar wel op alle niveaus menselijker. Het volk bepaalt de koers.

Staatsnationalisme is makkelijker. Je dicteert van bovenaf en het volk moet maar luisteren. Hoe contradictorisch het ook moge klinken, ‘Eigen volk eerst’ hoort bij dit type nationalisme thuis. De volledige slogan zou moeten luiden: ‘Eigen onderworpen, gehoorzaam en homogeen volk eerst’. Vlaams Belang, dat zijn staatsnationalisten. N-VA, dat zijn voor een flink deel staatsnationalisten. Wijlen de Volksunie, daar was de opdeling veel meer in evenwicht.

Binnen het staatsnationalisme is geen ruimte voor ontplooiing. Het is oerconservatief, reactionair zelfs, iedereen moet in de pas lopen. Hitler was een staatsnationalist, zij het met internationale ambities. Stalin ook, Mao op zijn manier eveneens, Poetin zeker. Het zijn heren — zonder uitzondering mannen aan de top — die Lodewijk de Veertiendes ‘L’état, c’est moi’ als leidraad gebruiken: ze zeggen dat de staat voor en van het volk is, in realiteit gaat het hen om een kleine kring van machthebbers. Dat is ook logisch. Staatsnationalisten zijn paranoïde. Ze weten immers hoe ze zelf geweest zijn — onbetrouwbaar en opportunistisch op weg naar de top van de piramide —, ze gaan er dan ook van uit dat de meeste andere mensen ook zo zijn. De meeste mensen deugen niet, denkt de staatsnationalist. Hitler, Stalin, Mao, Poetin en consoorten omring(d)en zich met een beperkt aantal vertrouwelingen die de Grote Leider blind volg(d)en, niet omdat ze altijd vinden dat hij gelijk heeft, wel omdat ze ervan uitgaan dat dit voor hen het beste uitkomt. Het is de overtreffende trap van opportunisme.

Die vorm van nationalisme deugt niet. Die soort nationalisten deugt niet. Hun nationalisme is bekrompen, achterdochtig, agressief, egoïstisch, kortzichtig, narcistisch. Gevaarlijk voor de samenleving, collectief én individueel. Gevaarlijk ook omdat het volk de leider gehoorzaamt. Dat nationalisme overstijgt — maar niet in positieve zin — de traditionele ideologieën. Dat nationalisme gaat ten koste van het volk. Dat nationalisme leidt altijd opnieuw tot conflicten, binnen de landsgrenzen of grensoverschrijdend. Wat Vladimir Poetin nu uitricht, zou ons niet mogen verbazen. De staatsnationalist-Poetin heeft heimwee naar de Sovjetunie van weleer, hij wil een groot Russisch Rijk reconstrueren. Dat moet zijn nalatenschap aan het Russische volk worden, niet omdat het volk dat wil, maar omdat hij vindt dat het volk dat moet willen, waarna een flink deel van het volk zegt dat inderdaad te willen. Nuance.

Neen, de meeste nationalisten deugen niet.



Black Present Month

Politiek, Samenleving Posted on za, maart 05, 2022 11:18:43

Nog de hele maand maart loopt de jaarlijkse Black History Month, een initiatief dat in 1976 in de Verenigde Staten ontstaan is om sleutelfiguren en belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Afrikaanse diaspora te herdenken, en tegelijkertijd een kritische kijk te geven op de stand van zaken qua racisme en discriminatie tegenover zwarte mensen wereldwijd. Bij ons zijn we intussen toe aan de vijfde editie.

Het is geen toeval dat het boek dat Paul Beloy en ikzelf hebben geschreven, We have a dream! Racisme vroeger en nu, op 21 maart in de handel zal liggen. Dan is het de Internationale Dag tegen Racisme. Die datum valt ook perfect binnen Black History Month, want het blijft een noodzaak om te wijzen op structurele en systemische achteruitstelling van mensen met een andere huidskleur dan die van de doorsnee witte West-Europeaan. Racisme is, jammer genoeg, levendiger dan ooit, discriminatie dus ook.

De smerige oorlog die de narcistische egotripper uit het Kremlin zo’n tien dagen geleden heeft ingezet om te proberen Oekraïne weer aansluiting te doen vinden bij wijlen het grote Russische imperium laat de West-Europese mens zien in al zijn solidaire glorie bij het opvangen van oorlogsvluchtelingen. Zelfs onze eigen staatssecretaris voor Asiel en Migratie, doorgaans zeer terughoudend om vluchtelingen te verwelkomen in dit land, kon niet snel genoeg zijn om uitzonderingsmaatregelen te treffen. #plekvrij ging als hashtag een eigen leven leiden, duizenden Belgen willen Oekraïners opvangen. Mooi. Zo hoort het ook, al zou de staat zelf natuurlijk nog veel meer moeten doen, in plaats van de opvang over te laten aan individuele burgers. Je zou haast gaan denken dat de meeste mensen deugen.

Tegenover die diepmenselijke gestes staat de onredelijkheid waarmee niet-Europese vluchtelingen behandeld worden. Ook nu, tijdens deze oorlog. Niet alle beelden die komen overwaaien uit Oekraïne zullen honderd procent accuraat zijn, maar het lijdt geen twijfel dat er heel veel zwarte inwoners van Oekraïne niet zo makkelijk vervoer vinden richting staatsgrens en dat ze ook niet zo makkelijk die grens over geraken. Zo erg deugen de mensen nu ook weer niet, dat ze mensen in nood die er uiterlijk níet uitzien zoals wij, ter wille zijn. Dan blijft de grens opeens gesloten. “Ja, maar, de oorlog…” is geen excuus. Die mensen van Afrikaanse origine proberen óók het geweld te ontvluchten, hun nood is even hoog, hun recht om te (over)leven evenveel waard.

Laten we het maar benoemen zoals het is: deze verschillende aanpak is racistisch en discriminatoir. Wie eruitziet zoals wij, staat boven diegenen die een donkere huidtint hebben. Hoe kan je dat anders interpreteren? Hoe moeten mensen-van-kleur in nood — van licht- tot donkerbruin — dat interpreteren? Hoe kan je die aanpak, als democratisch politicus, verantwoorden? Eerst applaus oogsten vanwege de zeer terechte solidariteit met het Oekraïense volk, prima, maar sta me toch toe even hardop awoert te roepen voor de inconsequentie, die je — hoe je het ook draait of keert — alleen maar kan vertalen als: Afrikanen zijn minder waard, zwarte burgers zijn minder waard, zwarte vluchtelingen moeten hun plan maar trekken (omdat ze minder waard zijn). Hetzelfde gold recent nog voor Soedanezen, Syriërs, Afghanen, enzovoort.

Een interview met Sammy Mahdi gisteren in Het Laatste Nieuws sterkt me trouwens in mijn overtuiging. De staatssecretaris zei daarin letterlijk dat het logisch is dat we andere Europeanen eerder zullen helpen dan niet-Europeanen. Een buur gaan we sneller bijstand verlenen dan iemand die vijf straten verderop woont, voerde hij aan, want — en nu komt het — ‘dat zit in onze natuur’. Onze natuur is dus… racistisch? Dat vraaggesprek met een getergde politicus was overigens een perfect voorbeeld van adding insult to injury.

Black History Month is een heel mooi initiatief, maar een Black Present Month zou evenzeer op zijn plaats zijn. Al was het maar om duidelijk te maken dat racisme en discriminatie springlevend zijn. Het gebeurt nú, niet alleen in een ver of nabij verleden. George Floyd was geen uitzondering, zijn gewelddadige dood behoort tot de regel en die luidt nog altijd: voor wie wit is en het voor het zeggen heeft, is black niet zo beautiful. En voor de aanhangers van die bevooroordeelden vormt dat een excuus om racistische dingen te zeggen of te doen, gesteund als ze zich weten door hun leiders.

Er is de voorbije week een unieke kans gemist om álle mensen gelijkwaardig te achten, om geen onderscheid te maken tussen mensen die op de vlucht zijn voor een vuile oorlog, om fouten uit het verleden recht te trekken en het anders aan te pakken. Ik wens alle mensen van kleur die Black History Month vieren heel veel leergierigheid, een groeiend historisch besef van hun situatie vroeger en nu, en toch ook plezier. Maar ik wens hen ook heel veel sterkte. Het zal, helaas, nodig blijven. Blijkbaar zit het in onze (witte) natuur om te discrimineren. Waarvan akte. #plekvrij is een tijdelijk fenomeen. Als het over vluchtende burgers met een ander kleurtje, een andere religieuze voorkeur of afkomstig van een ander continent gaat, geldt #zoekhetzelfmaaruit.

blackhistorymonth.be

wehaveadream.one



We hebben méér overheid nodig, niet minder

Politiek, Samenleving Posted on za, februari 26, 2022 11:21:08

Er is een kindje gestorven in een crèche. Vermoedelijk iets te hard door elkaar geschud door de vader van de vrouw die ’t Sloeberhuisje, zo heette de crèche, runde. De vrouw is er het hart van in. ’t Zal wel zijn, nog minder empathie vertonen zou strafbaar zijn, maar blijkbaar stond die crèche al een poos op een zwarte lijst, helaas alleen in potlood. Er waren al incidenten geweest in het verleden, de noodzakelijke ingreep (sluiten die boel!) bleef uit. In de hogere echelons duiken de verantwoordelijken onder tafel, daar zijn ze intussen bedreven in.

Er komen steeds meer klachten van familieleden van bewoners van woonzorgcentra. Neen, niet in de categorie sjofele onderkomens, maar juist in de (veel) duurdere wzc’s, plekken die alleen de happy few zich kunnen permitteren. En net daar was er te weinig personeel, onderbetaald dan nog, zodat er nauwelijks omgekeken werd naar de hulpbehoevende senioren. Wellicht ingefluisterd door good old winstbejag: het profijt van de eigenaars en aandeelhouders gaat boven alles. Die hyperkapitalistische logica is nóg hardnekkiger dan de wil van Poetin om stukje bij beetje de oude Sovjet-Unie herop te bouwen.

Er wordt al maanden gebakkeleid over de kernuitstap. Wat zeg ik, járen. Het principe stond al in het regeerakkoord van 1999, de regering-Verhofstadt I met blauwen, roden en groenen, en werd in juridische stenen gebeiteld op 31 januari 2003, met de toenmalige wet op de kernuitstap. Alleen… die wet werd nooit uitgevoerd en dus bleef het gepruttel over kerncentrales voortduren, eerst in de marge, sinds kort openlijk en met alle mogelijke middelen, desinformatie op kop. Je kunt voor of tegen kernenergie zijn, maar je kunt als democraat niet tegen de uitvoering van wetten zijn. Hooguit kan je die binnen een nieuw democratisch bestel — een andere regering, samengesteld uit andere partijen — laten aanpassen of schrappen. En zo krijg je een situatie waarbij de partij die de grootste voorstander is van kerncentrales, N-VA, nu in staat is om op regionaal niveau federale beslissingen te blokkeren. Denk aan het niet verlenen van een vergunning voor de gascentrale in Vilvoorde. Daar kunnen gegronde redenen voor zijn — te veel ammoniakuitstoot, bijvoorbeeld —, maar net zo goed gaat het om platte demagogie en een nauwelijks verholen agenda om het centrale niveau te dwarsbomen.

Drie voorbeelden die voor mij aantonen dat we niet in de neoliberale val mogen trappen en de overheid steeds verder uitkleden, maar dat we juist het tegendeel moeten doen. De overheid moet méér interveniëren, meer aanwezig zijn, strenger controleren en optreden. Als je alles aan de markt overlaat, ook de gevoelige menselijke kwesties, krijg je de situaties waarin we nu verzeild zijn geraakt. Wat doe je tegen crèches waar peuters mishandeld worden, als je als overheid een stap hebt teruggezet? Wat doe je tegen de winstobsessie in een sector, de woonzorgcentra, die per definitie nóóit op winst belust zou mogen zijn, omdat de kwaliteit van de verzorging oneindig veel belangrijker is dan de zwarte cijfertjes in de boekhouding. Hoe kan je eendrachtig besluiten nemen, als regionale besturen in staat zijn om de federale overheid te dwarsbomen in een materie die hoe dan ook het hele land beslaat, niet Vlaanderen, Wallonië, het Brussels of het Duits Gewest apart. Energiebevoorrading gaat over alle inwoners van dit land. Dan is het absurd dat de Vlaamse Regering in staat is om het vergunningenbeleid in een bepaalde richting te sturen. Het is zelfs nog erger dan dat: energie is, net als bijvoorbeeld klimaat, een grensoverschrijdende zaak. In plaats van dit naar het kleinere bestuursniveau terug te brengen, had dit hogerop getild moeten worden. Europa.

We hebben de overheid niet voor alles in ons leven nodig, maar we hebben ze wel meer nodig dan vandaag in de praktijk kan. Dat heeft de pandemie de voorbije twee jaar nog eens extra benadrukt. Een flink deel van de kakofonie had ons bespaard kunnen gebleven zijn, mochten beslissingen over volksgezondheid louter federaal genomen zijn, met regionale uitvoering. Eigenlijk nóg beter, maar politiek compleet onhaalbaar: de gezondheidscrisis had Europees aangepakt moeten worden. Dingen die ons allemaal aanbelangen — defensie, klimaat, volksgezondheid, zorg — horen niet thuis aan deze of gene zijde van de taalgrens, ze moeten in ‘Brussel’ blijven. Brussel, zoals in federale Belgische overheid, of Brussel, zoals in Europese Unie.

En terwijl ik dit intik, wordt er alweer volop geijverd om nog meer bevoegdheden weg te halen bij de federale overheid. Omdat het federale niveau zogezegd niet werkt. Uiteraard loopt het niet goed genoeg, maar als je federale ministers als het ware verplicht om geblinddoekt en met gebonden handen en voeten een weg te zoeken, dan blijven ze inderdaad ter plaatse trappelen. Dan wordt de splitsing van het land een selffulfilling prophecy, want onvermijdelijk. Zo pervers is het wel.



Wintermanifest

Politiek, Samenleving Posted on za, januari 15, 2022 11:28:29

Bekentenis: er werd mij nog nooit gevraagd om een collectieve open brief te ondertekenen. Petities zie ik weleens passeren, ik reageer in principe nooit. Omdat er altijd wel elementen zijn, waar ik het níet mee eens ben. Of omdat ik mij in al mijn cynische wijsheid wijsmaak dat het op deze manier toch geen resultaat zal opleveren. Met Kumbaya los je de wereldproblemen niet op, hooguit geef je jezelf tijdelijk een vals gevoel van menselijke warmte. Zoals wanneer je een aalmoes geeft aan een bedelaar: misschien goed voor dat moment, maar het structureel probleem blijft. Morgen zit die bedelaar daar opnieuw. Ik huldig het Groucho Marx-principe dat ik niet tot een club wil behoren die mensen zoals ik lid laat worden. Klinkt tegelijk stoer en goedkoop, ik weet het, maar die mate van asociaal zijn zult u mij moeten gunnen.

Aan de ene kant ben ik blij dat ik nog nooit verzocht werd om een groepsschrijven met mijn handtekening te ondersteunen, aan de andere kant zorgt niet-gevraagd worden voor deukjes in mijn ego. Mij wordt telkens de kans ontzegd om beleefd doch kordaat te weigeren. Ooit wil ik dat toch een keer gedaan hebben. ‘Neen, bedankt, ik werk niet mee aan collectieve initiatieven als dit. Veel succes nog.’

Ik ben dus niet gevraagd om het Wintermanifest te ondertekenen, ik heb niet de gelegenheid gekregen om níet mee te werken. Tant pis. Op de lijst van ondertekenaars zie ik heel wat namen staan van mensen die ik respecteer, omwille van wie ze zijn of wat ze doen.  Wees gerust, het zijn er een pak meer dan tien. Ik ga dit initiatief dan ook niet ten grave dragen onder een vernietigende boodschap die een cynische walm verspreidt. Desondanks zou ik het nooit gesteund hebben, om de redenen die ik hierboven al gaf, maar ook omdat ik het fundamenteel oneens ben met deze manier van eisen stellen. Volstrekt contraproductief. Dat hebben we ook gezien aan de eerste reacties heen en weer. Nóg meer polarisatie, nóg meer wederzijds onbegrip, nóg meer versplintering binnen maatschappelijke geledingen die in normale tijden redelijk samenwerken, nóg meer risico op blijvende littekens. Wat gestart is uit een oprechte bekommernis, heeft geleid tot nóg meer algemene verwarring, want je kon er donder op zeggen dat dit initiatief veel media-aandacht zou krijgen, verbale gevechten zijn nu eenmaal het peper en zout van een nieuwsetmaal geworden. Klinkt het niet dan botst het maar. Après nous le déluge. Scoren zullen we, al is het dan in eigen doel.

Met dit soort brieven heb je grosso modo twee mogelijkheden: ofwel wordt bij het opmaken van de definitieve inhoud rekening gehouden met alle detailopmerkingen van de potentiële medeondertekenaars, waardoor het eindresultaat een homeopathische verdunning wordt van de oorspronkelijke boodschap. Ofwel wordt die boodschap grotendeels behouden en ondertekenen mensen omdat ze het eens zijn met één of een paar van de aspecten, maar zeker niet met de hele tekst. Dat zullen we mogelijk de komende dagen zien, als ondertekenaars zich een voor een beginnen te distantiëren. Zo gaat dat meestal. Je kan onmogelijk een collectieve open brief vinden die voor alle ondertekenaars overeind is gebleven. De lijst van ondertekenaars bestaat altijd uit een ratjetoe van allerlei mensen, die op een doordeweekse coronavrije dag misschien met moeite door dezelfde deur kunnen. Bien étonnés de se trouver ensemble. Wat heeft Michael De Cock met Ivan Van de Cloot, en omgekeerd?

***

Stel: er wordt morgen een petitie of een open brief opgesteld over de vrijheid van meningsuiting, een maatschappelijk gegeven dat mij nauw aan het hart ligt, dan zal ik nog weigeren mee te werken als je weet dat ook Filip Dewinter op die lijst zal staan, of, wat mij betreft, zelfs Mia Doornaert en Rik Torfs. Soms zijn er raakvlakken, heel af en toe ben je het helemaal eens met wat ze zeggen, maar nooit wil ik vereenzelvigd worden met lieden die mij meestal tegen de haren in strijken. Ik doe niet mee, maar ik zal wel de vrijheid van meningsuiting (de échte, niet de vermeende) blijven verdedigen. Niet meedoen is in mijn ogen consequent handelen, wel meedoen je laten meezuigen in een groepsdynamiek waarvan je wel het begin maar niet het vervolg laat staan het einde kunt inschatten.

***

Hebben de experten van de Gems een vlekkeloos parcours afgelegd? Neen, ze zijn soms uit de bocht gegaan, helemaal akkoord. Hebben de regeringen en verantwoordelijke politici het fantastisch gedaan? Neen, begot, er werd soms geknoeid dat het hemeltergend werd. Wat Maggie De Block heeft gedaan — de mondmaskervoorraad achteloos laten vernietigen en haar verantwoordelijkheid van zich afschuiven met een hautain ‘Het is wat het is’ —, is hoe dan ook schuldig verzuim en het leunt ook zeer dicht aan bij wat ik zou durven te omschrijven als misdadig gedrag. Had de communicatie transparanter gekund? ’t Zal wel zijn, van die ingewikkelde powerpointpresentatie tot het gehakketak van de voorbije weken. Heeft de overheid de psychologische impact van deze (bijna) twee jaar gedeeltelijke of volledige lockdown onderschat? Jazeker. Maar spreken van gebrek aan respect voor de grondvesten van een democratische rechtsstaat gaat veel te ver. Uitnodigen tot een breed maatschappelijk debat is a) te laat en zal b) de huidige chaos alleen maar vergroten. Hoe ga je zo’n debat organiseren? Een Microsoft Teams-vergadering met elf miljoen deelnemers, tous ensemble roepend voor de computer? Of zal het toch weer een elite worden, die mag deelnemen en beslissen, en wat en wie is dat dan, die elite? De ondertekenaars van dat Wintermanifest? Ik las ook ergens de kritiek dat het machtscentrum van politieke beslissingen verschoven is van de wetgevende naar de uitvoerende macht. Ammehoela, welkom in de twintigste eeuw, de particratie houdt dit land al verschillende decennia in een houdgreep. Ja, dat is niet goed. Neen, dat heeft niets met de coronamaatregelen te maken. Het is wat het is, een perverse omgang met de politieke zeden die al veel te lang gedoogd wordt.

***

Onderaan het Wintermanifest — ja, ik heb het in grote lijnen gelezen! — wordt gepleit voor een nieuw adviescomité. Met zes tot twaalf generalisten. Tiens, dacht ik prompt, hebben we dat nog ergens gehoord? O ja, zegt de naam Celeval u nog iets? Herinnert u zich nog de strapatsen van onder anderen Lieven Annemans — de man die deze week alle beleidsmakers die het niet met hem eens waren ‘narcistische sociopaten’ noemde — en hoe contraproductief die periode tussen de eerste en de tweede golf was? Terwijl omikron vrolijk op tournee is, proberen we nu een nieuwe praatbarak op te richten, echt? Het huis staat in lichterlaaie, maar laten we even alle buren samenroepen en overleggen wie de brandweer zal bellen. ‘Heb jij hun nummer, buurman?’ ‘O, kijk, er springt iemand door het raam.’

Ik zeg dus niet dat een aantal ondertekenaars van het Wintermanifest geen goede bedoelingen hebben, hun engagement is wellicht reëel en oprecht. Maar de uitkomst, deze open brief plus de consequenties ervan, leiden ons te ver weg van de essentie en die is: er waart een virus rond. Die ongeziene gezondheidscrisis moet centraal blijven staan. Daarmee pleit ik er niet voor om, bijvoorbeeld, mensen die het mentaal moeilijk hebben om overeind te blijven, in de steek te laten. Richt daarvoor gerust een adviescomité op, dat — los van de coronamaatregelen — op heel korte termijn een plan uitwerkt om deze kwetsbare groep concreet te helpen. Alleen doe je dat niet door ‘Hocus-pocus-pats-het-virus-is-weg’ te roepen. Of door nogmaals een onsamenhangend adviescomité bij elkaar te goochelen. De overheid moet dit faciliteren en financieel ondersteunen — ja, beste economen, het zal geld kosten, als jullie ook maar één seconde wakker liggen van fysiek en mentaal welzijn, weet je dat het moet en dat het de moeite waard zal zijn —, maar niet zelf uitwerken. Ook de Gems moet zich daar niet mee bezig houden.

Ieder zijn specialiteit. Nu de mijne nog vinden, misschien word ik dan ooit nog uitgenodigd om lid te worden van een clubje. Kan ik lekker zelfgenoegzaam weigeren.



Negeren-Verwaarlozen-Alarmeren: de kracht van verandering

Communicatie, Politiek, Samenleving Posted on za, december 04, 2021 11:20:44

Wekelijks gemiddelde: 17823 (+3%), 320 (+10%), 47 (+26%).

Ik beken: ik lees de cijfers niet meer elke dag af op mijn app. Cijfers zijn abstract, je ziet de gezichten niet. Zo wordt ook de vluchtelingencrisis ontmenselijkt, met cijfertjes en percentages, zonder de mensen te zien. Coronalert is een hulpmiddel, meer niet, en volgens wie het kan weten helpt het zelfs niet echt. Bij leerkrachten staat die app permanent op rood, niet omdat ze zelf ziek zijn, maar omdat ze dichtbij iemand met COVID-19 hebben gestaan. Onvermijdelijk.

17823 mensen raakten vorige week besmet met een of andere variant van het coronavirus, en dat is een schatting, de realiteit ligt ongetwijfeld nog een pak hoger. 320 mensen werden tussen 24 en 30 november opgenomen in het ziekenhuis. Van 47 mensen moest afscheid worden genomen in die week.

Golf vier: weg is de solidariteit van de begindagen, terug van nooit echt weggeweest zijn het primeren van economische belangen en het (collectief) egoïsme. Weg is het medeleven, terug is het gebrek aan mededogen. Weg is het tijdelijke ’tous ensemble’-gevoel, terug is het ‘ieder voor zich’-principe. Ieder individu voor zich, iedere sector voor zich. Was in de begindagen van de eerste lockdown het virus de gemeenschappelijke vijand, dan wordt COVID-19 nu nog hooguit gezien als een vervelende passant. De vijand, dat is zowat iedereen die lichtjes anders denkt dan jijzelf, wat op den duur zeer dicht uitkomt bij iederéén tout court. We zijn eilandjes van betweterigheid geworden.

Hoewel je over alle politieke partijen die iets te zeggen hebben in dit land kritische bedenkingen kunt maken over hoe ze zijn omgegaan met deze ongeziene en veel te lang aanslepende crisissituatie, heb ik mij deze week extra geërgerd aan N-VA-kopstukken. Het begon met een georkestreerde sociale mediacampagne tegen Frank Vandenbroucke, die leerkrachten prioritair moest behandelen voor de boosterprik volgens hen. De ene na de andere verkozene van die partij richtte zijn pijlen op de minister van Volksgezondheid. Debatfiches worden nu eenmaal strikt nageleefd en daarop stond ‘Val Vandenbroucke aan!’ Halfweg de week pleitte de Vlaamse minister-president opeens voor het verbieden van evenementen in zaal. Handig, zo kon hij de cafés en restaurants ontzien. Extra handig, zo konden de culturo’s nog eens een veeg uit de Vlaamse pan krijgen.

Was het de bedoeling van Jambon om krachtdadig over te komen? Mij kwam het eerder amateuristisch over. Te laat, te weinig. Als je eerst maandenlang pleit om te versoepelen en de waarschuwingen van de experten voortdurend in de wind slaat, kom je heus niet geloofwaardig over wanneer je plots het licht ziet en verstrengingen eist. Zijn kopman De Wever doet dat ook voortdurend. Vlak voor de eerste lockdown poseren in een ludiek kostuum (ach, het is allemaal niet zo erg, die berichten over dat virus), een paar dagen later smeken om de federale alarmfase te activeren (oei, het wordt héél erg), na de afkondiging van de lockdown het verbod om op een bankje te gaan zitten ridiculiseren (ach, zo erg is het toch ook weer niet), om vervolgens de noodzaak van een crisisregering te benadrukken (oei, het wordt héél erg). En dat was dan alleen nog maar in maart 2020. Sindsdien is die tegenstrijdige communicatie nooit opgehouden.

Wie gelooft die mensen nog?

N egeren

V erwaarlozen

A larmeren

Het acroniem N-VA heeft de jongste weken en maanden een andere invulling gekregen. Mandatarissen van die partij wisselden de drie fases af, soms liepen ze zelfs door elkaar heen: de crisis negeren, de maatregelen verwaarlozen, om dan zonder boe of ba over te gaan op alarmfase Donkerrood. Van ‘Er is weinig aan de hand’ over ‘Het is niet zó erg’ tot ‘Paniek! Paniek!’: het heeft iets tragikomisch, al valt er weinig te lachen.

De week werd beëindigd met een passage van de partijvoorzitter in De afspraak op vrijdag. ‘Ik denk dat COVID op vlak van oversterfte een anekdotische pandemie zal zijn’, zei De Wever. ‘De oversterfte van 2020 zal de ondersterfte van de volgende jaren zijn.’ De Vlaams-nationalistische frontman heeft geen al te hoog EQ, dat wisten we al. Maar dit is toch de overtreffende trap van emotionele domheid. Dit zijn woorden van een onmens. Want: ofwel heeft hij gelijk, maar dan zeg je dat nog niet uit respect voor wie een dierbare heeft verloren tijdens de coronacrisis. Ofwel heeft hij ongelijk (wat ik vermoed) en dan zou iedere mens met een beetje empathisch vermogen moeten beseffen hoe dit binnenkomt bij mensen die een sterfgeval hebben moeten verwerken, misschien niet eens door COVID-19, maar door uitgestelde zorg. Maandag was het dus de N van Negeren. Woensdag de A van Alarmeren. Gisteren stond de V van Verwaarlozen op de agenda. Wat zal het maandag zijn?Nooit gedacht dat de slogan ‘De kracht van verandering’ sloeg op het bijna dagelijks veranderen van standpunt. Leiderschap betekent niet dat je nooit van gedacht verandert, voortschrijdend inzicht hoort bij het publieke leven. Maar als je permanent van wit naar zwart gaat, getuigt dat niet van leiderschap, wel van amateurisme en gebrek aan inzicht.

We hadden in deze hele crisis meer naar de experten moeten luisteren en consequent hún voorstellen toepassen, met hier en daar een afzwakking, omdat zij natuurlijk geen rekening hoeven te houden met economische en psychologische gevolgen. Hun standvastigheid mag een voorbeeld zijn voor onze besluitmakers. De wetenschap maakt al twee jaar een goede beurt. Dat kan van de politiek niet gezegd worden. We hadden wat meer de voorzichtige minister van Volksgezondheid moeten volgen en wat minder de ministers van Versoepeling. Dat Overlegcomité van gisteren was nodig, maar het was vooral een bevestiging van de onkunde van de mensen die het land en de regio’s moeten leiden. Dat Overlegcomité had er nooit hoeven te komen, als de regeringen hun beleid in het recente verleden meer op rationele overwegingen dan op emotionele hadden gestoeld. En dat Overlegcomité werd aangekondigd als een berg, maar bleek in realiteit voor de zoveelste keer een muis te zijn. Kurieren am Symptom, noemen de Duitsers dat. Rond de pot draaien, klinkt dat bij ons.Vandenbroucke kon zijn ergernis voor een keer niet wegwuiven.

Opportunisme en populisme zijn eens te meer slechte gidsen gebleken, al maak ik mij geen illusies: in het vervolg van deze coronacrisis en bij toekomstige crisissen zullen krek dezelfde fouten gemaakt worden. Optimistischer wordt een mens daar niet van.



Wij-zij-denken leidt niet tot de oplossing

Politiek, Samenleving Posted on za, november 20, 2021 11:55:11

X houdt van me. X houdt niet van me. X houdt van me. X houdt niet van me. X houdt van me. Etcetera. U kent dat spelletje met de madeliefblaadjes wel, in de hoop dat u op een oneven aantal uitkomt, want dat zou betekenen dat X van u houdt. Was het maar zo simpel in het échte leven.

Met het Overlegcomité is het zoals met dat madeliefje. We versoepelen. We verstrengen. We versoepelen. We verstrengen. We versoepelen. Etcetera. In de hoop dat het virus ons toestaat op een oneven aantal te eindigen. Was het maar zo eenvoudig om het virus terug naar Wuhan te sturen met een one way ticket.

Ook de reacties van de mensen — u, ik en al die anderen — lijken het riedeltje met het madeliefje te volgen. We doen mee. We doen niet meer mee. We doen mee. We doen niet meer mee. We doen mee. Etcetera. Maar dat dan in duizendvoud en kakofonisch. Allemaal door elkaar, pro, contra en alles daartussenin hotsend en botsend tot we zelf niet meer weten wat nu ons gedacht ook alweer was.

De cijfers gaan omhoog, dus was het weer een blaadje met verstrengingen dat woensdag werd afgetrokken van onze bloem. Logisch, maar dan toch ook weer niet zó logisch dat iedereen het erover eens was, noch binnen dat Overlegcomité, noch in de samenleving. Te streng, te zacht, te streng, te zacht, te streng, etcetera. Je kunt de reacties van sommige mensen vooraf al uitschrijven, dat spaart een telefoontje voor journalisten. Idem dito voor de politici trouwens, wier mening gedicteerd wordt door de partijbureaus.

***

Wat ik zelf vind? Sympathiek dat u het me vraagt. Ik vind dat de virologen nu al ruim anderhalf jaar lang vrij rechtlijnig hun standpunten formuleren en dat de politiek al te veel denkt aan de volgende verkiezingen. De maatregelen die uiteindelijk genomen worden, zijn meer ingegeven door opportunisme, populisme en kortetermijndenken, dan door wetenschappelijke expertise, voor zover die voorhanden is, want dit virus is nog altijd relatief nieuw en allerlei -ologen leren nog elke dag bij.

Ik wil de term ‘Rijk der vrijheid’ niet meer horen, er is al te veel beloofd.

Ik wil de term ‘gezond verstand’ niet meer horen, mensen hebben dat te weinig.

Ik wil de term ‘Een team van elf miljoen’ niet meer horen, want als de reactie van de Belgische samenleving op het omgaan met het virus een voetbalelftal moet voorstellen, dan toch één waar de keeper twee linkerhanden heeft en tijdens de wedstrijd een permanente handstand uitvoert, alle spelers tegen hun voet moeten spelen, de verdedigers de hele tijd richting eigen doel trappen (de aanvallers ook trouwens), en de middenvelders kriskras door elkaar lopen, zonder dat ze ooit de bal raken. Deze ‘Tous ensemble’ werkt niet, daarvoor zijn we te eigengereid, te betweterig, te kortzichtig. En de coach weet het ook al een tijdje niet meer. De solidariteit die zo mooi leek bij die eerste lockdown, ondertussen al heeeeeuuuul lang geleden, was hartverwarmend voor eventjes, tot de mensen het beu waren. ‘Het’ is in dit geval gelijk aan het virus, de eendracht, de aandacht voor de zwakkeren in de maatschappij.

We staan weer in de file tegen nul per uur.

We roepen dezelfde lelijke dingen als voor maart 2020.

Neen, we zijn niet veranderd, omdat we dat gewoon niet willen.

We hebben niets geleerd uit deze gezondheidscrisis, of toch heel weinig.

***

Vandaag gaat het over verplichte vaccinatie. Ik ben zelf, uit overtuiging, twee keer geprikt. De meeste mensen die ik ken ook. We zijn dankbaar. We geloven dat dit vaccin voldoende veilig is en ons tijdelijk zal behoeden voor de ongemakken van een vervelende ziekte. Maar velen onder ons, gevaccineerden, worden nu ook wrokkig, omdat die vierde golf de schuld zou zijn van de niet-gevaccineerden en dus denkt ook de politiek er nu stevig over na om die paar miljoen Belgen die nog geen AstraZeneca, Pfizer of Moderna in de arm kregen geschoten (Johnson & Johnson staat even buitenspel), alsnog op een stoel vast te binden en een shotje toe te dienen.

Ik begrijp de logica, maar ik vind het op een of andere manier niet koosjer. En wel hierom.

1) Men had die verplichting begin dit jaar moeten opleggen, nog voor de start van de eerste vaccinatiecampagne. Dan was dat tenminste duidelijk geweest. Om daar pas na elf maanden mee af te komen, is een zwaktebod. Virologen waarschuwden begin dit jaar al dat er een derde en een vierde golf zou komen, en misschien zelfs een vijfde. Ze hebben gelijk gekregen. Men had naar hen moeten luisteren vanaf het begin.

2) Niet alle niet-gevaccineerden zijn onmensen. Ik ken er persoonlijk die goed hebben nagedacht over hun beslissing, die zich zeer voorzichtig gedragen en die geen superverspreiders zijn geworden. (Ik heb het niet over de antivaxers, de wappies die waarschuwen voor een chip waardoor Bill Gates ons kan controleren, de Jeff Hoeyberghsen of Willem Engelsen, die dwarsliggen om dwars te liggen, zonder kennis van zaken. Hen laat ik buiten beschouwing, wegens ongeneeslijk geestesziek: zij zijn de ware egoïsten. Houd hen overal buiten, letterlijk en figuurlijk, meer vraag ik niet.) Maar de valse veronderstelling, die ik vorig week al even meegaf in mijn paradox van het onveiligheidsgevoel, is dat zo’n dubbele en straks triple vaccinatie ons volledig immuun maakt. Neen, dus. Risicogedrag is nog altijd uit den boze. Het vaccin biedt bescherming, zoals een autogordel bescherming biedt, maar bij onverantwoord rijgedrag riskeer je nog altijd blutsen, builen of erger. Het vaccin is als een dikke winterjas, een muts en handschoenen als het heel koud is: het bespaart je gebibber en een verkoudheid. Door eenzijdig de schuld in de schoenen van de niet-gevaccineerden te schuiven — zonder onderscheid te maken tussen iemand die een weloverwogen persoonlijke beslissing heeft genomen en tafelspringers à la Jeff Hoeyberghs — sluit je eigenlijk de ogen voor de realiteit.

3) De tweedeling die vandaag gemaakt wordt, werkt contraproductief. Je zet mensen tegen elkaar op. Oké, die eendracht is er niet meer (is er wellicht ook nooit echt geweest), maar polariseren zal de zaak alleen maar verergeren. Het lost niets op. Met wij-zij komen we nergens. Kijk naar jezelf, wees voorzichtig, gedraag je, spoor anderen in je gezelschap aan om dat ook te doen, houd letterlijk afstand, was je handen meerdere keren per dag, zet dat mondmasker op in gesloten ruimtes of in groep. Wees zelf het voorbeeld dat je zou willen dat anderen zijn. Dat is al een begin.



De paniekzaaiers

Politiek, Samenleving Posted on za, november 13, 2021 11:28:41

Profileringsdrang is eigen aan politici. Het is hun manier om aandacht te genereren, lokaal, regionaal en nationaal. In de coronacrisis — welkom, trouwens, in de vierde golf — is dat niet anders. Nu alle relevante beslissingen federaal worden genomen, proberen regionale ministers ook te laten merken dat er zijn. Hetzelfde geldt voor burgemeesters, die tot voor kort helemaal onzichtbaar waren, op die van de grote steden na dan — zeker als die ook nog eens partijvoorzitter zijn, u weet wie wij bedoelen.

Vorige week liet de burgemeester van Knokke-Heist, Piet De Groote — die het als opvolger van de quasi legendarische graaf Lippens sowieso al moeilijk heeft om aandacht te krijgen —, weten dat hij alle binnenactiviteiten waarover hij iets te zeggen heeft, zal verbieden, omdat er in zijn kustgemeente een verviervoudiging van het aantal coronagevallen werd vastgesteld. In het kort komt dat neer op: cafés en restaurants niet, daar moet hij afblijven, privéfeestjes evenmin, culturele evenementen wel. Ook de burgemeester van Houthulst gaf dat signaal: zo wisten we meteen weer dat er een (West-)Vlaamse gemeente is die Houthulst heet, waar die plek zich ergens bevindt en hoe de naam van de politieke baas luidt (Joris Hindryckx). Dat was meegenomen.

Op het eerste gezicht klinkt dat krachtdadig, als een daad van burgerzin, als het opnemen van je maatschappelijke verantwoordelijkheid. Op het tweede gezicht niet meer. Wat vooral opviel was de kortzichtigheid waarmee die beslissingen genomen werden. Er is de, terechte, alertheid rond een probleem van volksgezondheid, maar die wordt vervolgens gekoppeld aan besluitvorming die kordaat lijkt, maar vooral neerkomt op een gemakkelijkheidsoplossing. Als het virus vandaag opnieuw vlotjes circuleert, heeft dat te maken met de voorbarige aankondiging van het ‘Rijk der Vrijheid’ in combinatie met het succes van de Vlaamse vaccinatiecampagne, waardoor mensen zich vrijer en veiliger voelen, en dus ook meer circuleren en minder oog hebben voor de veiligheidsprocedures (afstand houden, handen wassen, mondmasker dragen), naast de niet-gevaccineerden die uit pure balorigheid hun goesting willen blijven doen.

We gaan werken, de kinderen gaan naar school, we mogen weer naar het stadion, we kunnen — als we nog enigszins kwiek zijn — de benen strekken op een fuif, feest of in de discotheek, we spreken weer af met steeds grotere gezelschappen, we drinken een pint in een vol café, we eten in een vol restaurant. Onze vrijheid geeft het virus vrije baan. En toch beslissen een paar burgemeesters — en er zullen er nog volgen in de panieksfeer die eigen is aan de opeenvolging van slecht nieuws — om in de eerste plaats de culturele wereld te treffen. Als onze beleidsmakers al geen gezond verstand tonen, waarom zouden we dit dan van de man (m/v/x) in de straat mogen verwachten?

***

Ik ben heel blij dat ik na anderhalf jaar weer naar de bioscoop mag, een dansvoorstelling kan meepikken, een theaterstuk kan zien. Ik zie daar rond mij mensen een paar uur lang braaf op hun stoel blijven zitten. Dat gaat niet over een rond hossende massa of tienduizenden drummende bezoekers op een gigantisch lichtfestival. Dat gaat over een veel gedisciplineerdere groep mensen dan de bezoekers van sportwedstrijden, cafés, restaurants of discotheken, dat gaat over veel veiliger omstandigheden dan op school, op het werk of op het vliegtuig. In musea zie je zelden mensen in elkaars armen vliegen omdat hun favoriete schilder net gescoord heeft. Dat juichen doen ze in stilte, in hun hoofd. En ze houden afstand, dan kunnen ze de werken beter bewonderen. Gezond én verstandig.

De culturele wereld sluit altijd als eerste, alsof cultuur niet belangrijk is: als je kijkt naar het gebrek aan Vlaamse minister van Cultuur, de cultuurbeleving van de doorsnee Vlaming en de manier waarop de overheid cultuur behandelt, zou je die conclusie zelfs kunnen trekken. In tegenstelling tot de lobby’s van de vliegtuigindustrie, de schoolnetten of de werkgeversorganisaties heeft de culturele sector nauwelijks een lobby die naam waardig. Het zijn individuele artiesten die zich meestal individueel proberen staande te houden. Op zich niets mis mee, maar in deze tijden wreekt zich dat.

Cultuur is een makkelijk slachtoffer, ondanks het feit dat het veel veiliger is dan andere vormen van escapisme. In een regio waar de jaarlijkse boekentoptien voor de helft uit kookboeken bestaat, hoeft dat niet te verwonderen. De gemiddelde Vlaming vindt het niet zo belangrijk. Als niet-gemiddelde Vlaming vind ik dat jammer, maar ach, in normale tijden kan ik er wel mee leven. Ik doe mijn ding. Het wordt pas problematisch wanneer lokale en regionale overheden de culturele apathie van die gemiddelde Vlaming als norm beschouwen en dat vervolgens als excuus gebruiken om op de kap van die al zo geteisterde sector te proberen scoren. Waarom lokale politici weinig met cultuur hebben? In zalen waar ze moeten zwijgen, kunnen ze geen zieltjes werven. In de horeca wel.

Burgemeestertjes moeten in grensoverschrijdende noodsituaties als deze uitvoeren. Niet meer, niet minder. Ze kunnen discreet hun input geven achter de schermen, dat wel, maar het is niet aan hen om het voortouw te nemen. Ze zijn gewoon een van de touwtrekkers, ergens anoniem middenin. Houden zo. Het is niet aan hen om de hoofdrol op te eisen in een remake van De paniekzaaiers, want dat Gaston & Leo-vehikel uit 1986 was zo flauw dat er niemand zit te wachten op een verdunde versie ervan.

***

Er is iets vreemds aan de gang in deze vierde golf. In grote gesloten ruimtes met veel mensen is het, ondanks die zogeheten coronapas, niet prettig vertoeven. Ik noem het de paradox van het onveiligheidsgevoel: ik voel me vandaag op een evenement veiliger in het gezelschap van een niet-gevaccineerde, omdat ik weet dat die minder dan 48 uur eerder negatief heeft getest, dan bij een gevaccineerde met een Covid Safe Ticket die misschien wel net naar een discotheek is geweest en er de hele tijd met een superverspreider heeft gedanst.

Waarmee ik niet zeg dat ik tegen vaccinaties ben, ik blijf honderd procent pro en heb zelf — vrijwillig, overtuigd en dankbaar — twee prikken laten zetten. Vaccineren is beter dan niet vaccineren, maar het is niet voldoende. Het geeft ons, gevaccineerde burgers, een onterecht gevoel van veiligheid. Het vaccin helpt, maar het is geen wondermiddel. Het vaccin is als een buitenwipper aan een dancing, af en toe knijpt die ook een oogje dicht op het verkeerde moment, en is hij veel te streng op een ander.

Misschien moeten we de waarde van zo’n coronapas relativeren en weer meer inzetten op accurate tests de dag zelf? En ondertussen moeten de cultuurhuizen openblijven, dat spreekt voor zich.



« VorigeVolgende »