Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

De Grote Duivels

Sport Posted on do, mei 12, 2016 11:37:29

(Vandaag in de handel: ‘De Grote Duivels’, het boek
dat Geert De Vriese en Frank Van Laeken schreven over de Rode Duivels, eigenlijk:
Witte Duivels, in de periode 1976-1980. Beginnend bij een ontluisterende
nederlaag in de kwartfinales van het EK 1976: 5-0 in De Kuip, de laatste
interland onder bondscoach Raymond Goethals. Waarna Guy Thys het overneemt, de
nationale ploeg drie jaar door de voetbalwoestijn doolt en de kentering er pas
komt wanneer in de herfst van 1979 een hoogbejaarde kleine middenvelder opnieuw
wordt opgeroepen. In juni 1980 verbazen de, dan opnieuw Rode, Duivels op het EK
in Italië. Bij wijze van opwarming leest u hieronder de inleiding van het
boek.)

Wie Rode Duivels
zegt, denkt aan de huidige generatie, die bol staat van het talent, nummer één
van de wereld, schaduwfavoriet op het EK in Frankrijk. Of aan de Mundial van
1986, toen België na een belabberde start heroïsch presteerde tegen de
Sovjet-Unie en Spanje, en pas in de halve finales uitgeschakeld werd door het
Argentinië van Diego Maradona. De Belgen werden vierde op dat toernooi in
Mexico. Net iets minder goed dan in 1980, toen het EK nog gewoon EK heette en
niet Euro 1980, en de Duivels onverwacht de finale bereikten. Tot op heden nog
altijd de beste Belgische prestatie op een groot toernooi, maar helaas een
beetje vergeten. Twintigers en dertigers zegt het haast niets meer, dat
Jean-Marie Pfaff, Eric Gerets, Walter Meeuws, Wilfried Van Moer en Jan
Ceulemans die 22ste juni dicht bij een zege stonden tegen wie anders dan
(West-)Duitsland.

Dus leek het ons
mooi om deze met zilver omrande bladzijde uit het gulden boek van de Belgische
voetbalgeschiedenis nog eens open te slaan. Al doen we dat niet zomaar, want
aan die bijna-glorieuze episode was een moeilijke periode voorafgegaan, waarin
de Rode Duivels nog Witte Duivels werden genoemd, het grote publiek nauwelijks
in hen geïnteresseerd was en al wie geselecteerd was voor een interland door
zijn ploegmaats vierkant werd uitgelachen. Sukkelaars op noppen, dat waren het.
Tot dat toernooi in Italië.

Elk hoofdstuk is
opgebouwd vanuit twee aparte perspectieven. We beginnen met het verleden. Hoe
reageerden de spelers en de bondscoach op het moment zelf? Wat vonden de
analisten van die dagen er allemaal van? En wat lazen de supporters van toen
nog zoal in de kranten? Wat zagen en hoorden ze op radio en televisie? Daarna
volgt telkens een ‘Achteraf bekeken’, waarin een dertigtal hoofdrolspelers anno
2016 terugblikken op hun heldendaden en – toegegeven, net iets meer –
wanprestaties.

From zeroes to heroes, zo kan je de periode 1976-1980 kort samenvatten.
Verliezers die winnaars werden. Al blijft aan het eind toch weer die ene verdammte conclusie: de Duitsers hebben
gewonnen, niet wij.

Geert De Vriese & Frank Van Laeken, De Grote
Duivels – Het volledige verhaal achter het EK 1980, Houtekiet, 328 blz.,
€19,99.



Voetbalsprookje

Sport Posted on za, april 09, 2016 12:31:37

Leicester,
zo leert mij Wikipedia, is met zijn 330.000 inwoners de grootste stad van de
East Midlands, de tiende stad van Engeland en de dertiende van het Verenigd
Koninkrijk. De East Midlands hebben hun naam overigens niet gestolen, want deze
regio ligt centraal in Engeland, maar tegelijk ook aan de oostkust. Nottingham en Derby
zijn de andere steden uit de streek die ik vooral ken van hun roemrucht
voetbalverleden. Voor de rest niet echt een toeristische trekpleister, noch de
East Midlands, noch Leicester.

Hometown van een handvol muzikanten: de drummer en de
bassist van Dire Straits, de bassist van Queen, de zanger van Family en,
bovenal, Jon Lord, de keyboardvirtuoos van Deep Purple. Kort na de oorlog zagen
de gevierde schrijvers Julian Barnes en Sue Townsend er het levenslicht. Ook snookerspeler Mark Selby werd er geboren, net als voetballer Emile Heskey. En:
Gary Lineker, u weet wel, de gewezen prijsschutter van Leicester, Everton,
Barcelona en Tottenham Hotspur, presentator van Match of the Day en verantwoordelijk voor de staande
voetbaluitdrukking ‘Football is a simple
game. Twenty-two men chase a bal for 90 minutes and at the end, the Germans
always win’
. Hou u vast: die Gary Lineker zal Match of the Day binnenkort in onderbroek presenteren.

Daar is wel
één simpele voorwaarde aan verbonden: ‘zijn’ Leicester City Football Club moet
kampioen worden. Niet van de Sky Bet League 1 of 2, de Engelse derde en vierde
klasse, al had dat gekund met de bescheiden historiek van de club. Zelfs niet
van de Sky Bet Championship, de tweede klasse over de plas, goed voor de
zevende voetbaleconomie van Europa. Nee, Leicester staat op het punt de Premier
League te winnen. U bent voetballiefhebber, maar komt net van een andere planeet
en vindt mijn verhaaltje een beetje ongeloofwaardig? Ik zou het ook niet
onmiddellijk geloven mocht ik u zijn. Exact een jaar geleden begon Leicester
City nog als rode lantaarn aan de paasvakantie. Achterstand: zeven punten op de
zeventiende, de eerste veilige plek in het klassement. Alleen een
voetbalmirakel in de laatste negen wedstrijden maakte het mogelijk dat de club
alsnog kon overleven in de hoogste divisie. Een jaar later staat Leicester op
zes speeldagen van het einde zeven punten voor op de… tweede in de stand,
Tottenham.

Goed gedaan
van de spelers én de manager, zou u denken. Ware het niet dat de manager die
mee de redding bewerkstelligde, Nigel Pearson, vorige zomer ontslagen werd
omdat zijn zoon samen met drie andere beloften van de club betrokken was bij
het maken van een racistische seksvideo. Pearson werd daarop vervangen door de
Italiaan Claudio Ranieri, een man die een aantal maanden voordien ontslagen was
als bondscoach van Griekenland, onder meer na een pijnlijke thuisnederlaag
tegen het nietige Far Oer. In de elf jaar voorafgaand aan de ondertekening van
zijn contract bij Leicester had Ranieri zes clubs en één land geleid. Meestal
werd hij voortijdig weggestuurd vanwege de tegenvallende resultaten. Tussen
2000 en 2004 was Ranieri manager van Chelsea. Zijn bijnaam was er Tinkerman, omdat hij voortdurend zijn
elftal wijzigde en bijzonder onzeker overkwam, naast het veld en in interviews. Een jaar
nadat de Russische miljardair Roman Abramovitsj de Londense club had
overgenomen moest de ’twijfelaar’ zijn zitje in de dugout afstaan aan José
Mourinho, op dat ogenblik kersvers winnaar van de Champions League, met FC
Porto, en zelfverklaarde Special One.
Nee, special was de grijze figuur Ranieri
zeker niet.

Vorig
seizoen werd Chelsea kampioen, opnieuw onder Mourinho, en zat Ranieri werkloos
thuis na zijn mislukt Grieks avontuur. Dit seizoen werd Mourinho weggestuurd na
tegenvallende resultaten — de Portugees slaagt er nooit in zijn teams drie
seizoenen op niveau te laten presteren — en is de Tinkerman — waarmee Mourinho altijd vrolijk de draak stak in zijn
gekende überarrogante stijl — op weg naar het behalen van de titel.

U mag dat
gerust een mirakel noemen. Of een voetbalsprookje. In de door buitenlandse poen
geregeerde Premier League werd het onmogelijk geacht dat de kampioen niet uit
het traditionele kransje van usual
suspects
zou komen: Chelsea, Manchester City, Manchester United of, wie
weet ooit nog eens…, Arsenal. Liverpool was er twee jaar geleden ook
dichtbij, maar dat was uitzonderlijk. Tottenham Hotspur probeert al sinds 1961
vruchteloos opnieuw landskampioen te worden. Tussen die vier plus twee zou het ook in het
seizoen 2015-2016 gaan, zo luidde de algemene verwachting. Leicester was
degradatiekandidaat nummer één, samen met de pas gepromoveerde clubs AFC
Bournemouth, Watford en Norwich. In werkelijkheid staan traditieclubs
Sunderland, Newcastle en Aston Villa nu op de degradatieplaatsen. Kijk dan naar boven: Leicester staat op kop. Met nog achttien punten te behalen telt het
zeven punten voorsprong op de onverwachte tweede, Tottenham, en respectievelijk
elf en vijftien punten meer dan Arsenal en Manchester City, al hebben die nog
een inhaalwedstrijd tegoed. Leicester speelt morgen uit bij het laag
geklasseerde Sunderland. Volgen nog: thuiswedstrijden tegen West Ham, Swansea
en Everton, uit naar Manchester United en Chelsea. Stel je voor, op de laatste
speeldag, Ranieri die de titel viert voor de ogen van Abramovitsj en met de
geest van Mourinho die nog altijd rondwaart op Stamford Bridge!
Voetbalsprookje, ik schreef het al.

Leicester
City FC heeft een erelijst van niets. Drie League Cups, de minst interessante
van de twee nationale bekers, vier keer verliezend finalist in de FA Cup. That’s it. Wat het in tijden waarin het
internationale voetbal bijna uitsluitend door geld (véél geld!) geregeerd wordt,
extra onwaarschijnlijk maakt, is dat de blauwen uit Leicester weliswaar een
buitenlandse voorzitter hebben — de Thai Vichai Raksriaksom, die dat mag doen
namens de King Power International Group, vandaar dat het stadion King
Power Stadium gedoopt werd — maar slechts over een fractie van de financiële
middelen beschikken van de grote clubs. De volledige waarde van de spelerskern
van Leicester City bedroeg voor aanvang van dit seizoen amper de helft van de
transfersom van Kevin De Bruyne en u weet dat die meer dan zeventig miljoen euro gekost heeft. Het elftal bestaat uit aflatertjes. Spits
Jamie Vardy (29) speelde vier jaar geleden nog voor een vijfdeklasser. Nu is
hij topschutter én international. De Algerijnse dribbelkont Riyad Mahrez (25) werd
twee jaar geleden voor een half miljoen euro, een habbekrats, weggekocht bij de
Franse tweedeklasser Le Havre. Vandaag is hij twintig miljoen waard. De
Frans-Malinese middenvelder N’Golo Kante (25) kostte iets meer: hij kwam voor negen
miljoen over van Caen en is dit seizoen veruit de beste middenvelder in de
Premier League, de nieuwe Makelele zeg maar. En zo kunnen we doorgaan. Marcin
Wasilewski, ex-Anderlecht, zit er op de bank en valt niet uit de toon als hij
mag invallen. Ritchie De Laet, ex-Antwerp, kreeg er ook zijn speelminuten alvorens
hij in de wintertransferperiode werd verhuurd aan Middlesbrough.

The Foxes, zo luidt de bijnaam van Leicester City, dat
zijn thuiswedstrijden speelt in een stadion waar 32.262 toeschouwers plaats
kunnen nemen, niet echt een voetbaltempel dus. Jammer voor mijn ploegje, Tottenham, dat er na 55 jaar
eindelijk nog eens dichtbij is, maar ik gun het Leicester wel. Ze spelen
countervoetbal, maar niet het soort afbraakvoetbal dat — daar is ie weer! —
Mourinho doorgaans predikt. Heel direct, doelgericht, zonder franjes: Britse
inzet en no-nonsensestijl met daarbovenop de onvoorspelbare creativiteit van Mahrez.
Onderschat door de tegenstanders, dat zal wel, maar als die titel er komt, is
dat toch vooral de verdienste van Leicester zelf.

Ziet u het
al voor u: Leicester City FC in de Champions League? En, nóg interessanter, zij
het eenmalig: Gary Lineker in onderbroek in de Match of the Day-studio?



Johanpassie

Sport Posted on do, maart 24, 2016 15:11:40

In het
woord hindernis zit een hinde verscholen. Dat was hij, een hinde. In een tijd dat je
zelf amechtig probeerde bal aan de voet zo snel mogelijk tussen stilstaande
paaltjes te dribbelen, zag je hem dat ook doen in sierlijk zwart en wit, in die
magische shirts met de vertikale streep, waar je het rood moest bijdenken. Mij
lukte het nooit, hem lukte het altijd, met bewegende paaltjes in de vorm van
balorige tegenstanders die de klojo die hen voor duizenden mensen tureluurs
draaide en hopeloos belachelijk maakte wat graag middels het plaatsen van de
studs net onder de knie wilden uitschakelen. Hij was te snel, te vaardig, te
veel hinde om zich door de hindernissen te laten afschrikken.

Hij, dat
was Johan Cruijff. Was, want ook onsterfelijk gewaande helden blijken dan toch
sterfelijk te zijn. De mythe leeft voort. El Salvador, noemden ze hem in
Barcelona, toen hij daar in 1973 neerstreek. De Verlosser. Voor mij was hij De
Onnavolgbare. Deed dingen waarvan je zelf had vastgesteld dat het menselijk
lichaam dat eigenlijk niet toelaat. Als anderen stapten, zweefde hij. Als
anderen liepen, vloog hij. Altijd een fractie sneller, intelligenter, genialer.
Genie op noppen. Hij was een aparte kunstvorm, een volledige zaal waard in het
kunsthistorisch voetbalmuseum.

Ook als
trainer was hij De Onnavolgbare. Tussen de cynici van het betonvoetbal predikte
hij gedurfd en op creativiteit gebaseerd aanvallend spel. Tiki taka? Zijn
uitvinding. Het zo geroemde FC Barcelona van het voorbije decennium? Hij legde
de basis. ‘Football has lost a man who
did more to make the beautiful game beautiful than anyone in history’
,
tweette Gary Lineker, en zo is het maar net. Hij was de ‘Johanpassie’, de
ultieme compositie van Bach. Als je initialen JC zijn, word je aanbeden, zo
ging dat tweeduizend jaar geleden ook al.

Cruijff
oversteeg het kortstondige bestaan als topvoetballer door als toptrainer
zijn stempel te drukken. Niemand deed hem dat voor. Niemand zal hem dat nadoen.
Franz Beckenbauer werd als bondscoach wereldkampioen, klopt, maar met het
lelijkst denkbare voetbal. Dikke Diego was ook trainer: een lachertje. Zidane
probeert het nu bij Real Madrid, afwachten of hij overeind blijft. Pep
Guardiola? Uitstekende voetballer, uitmuntende trainer, maar als actief speler
behoorde hij niet tot de allergrootsten, in tegenstelling tot zijn leermeester.
Idem dito voor Ernst Happel: de mythische trainer was niet meer dan een goede
voetballer, het geniale zat in zijn hoofd, niet in zijn voeten. Bij Cruijff zat
het overal, net als die verderfelijke longkanker, helaas.

En na de
onnavolgbare voetballer en de onnavolgbare trainer volgde dan nog de
onnavolgbare analist. Cruijff ontwikkelde een eigen geheimtaal: een mengelmoes
van Amsterdams, voetballistieke wijsheid en briljante eigenzinnigheid,
overgoten met een sausje baarlijke nonsens, al had niemand dat door of durfde
niemand het aan om dat te signaleren. Eens je aan iemands lippen hangt, mag hij
‘Kak pis kots’ zeggen, je aanhoort het als goddelijke woorden. Cruijff moest
daar zelf wel om lachen. ‘Als ik thuiskom van een televisie-analyse, vraagt
mijn vrouw: “Wat heb je gezegd?” Dan zeg ik: “Al sla je me
dood”.’

Toen het
duidelijk werd dat hij afscheid had genomen van het trainerschap, wilde hij nog
een onduidelijke rol spelen als adviseur, bij zijn Ajax. De Onnavolgbare koos nu voor een rol die hem veel minder
lag: de betweterige dictator. Ook daarover had ie eerder al gevleugelde woorden
uitgekraamd: ‘Ik ben overal tegen. Tot ik een besluit neem, dan ben ik ervoor.
Lijkt me logisch.’ Ons, gewone stervelingen, ook, Johan.

Weer sterft
een jeugdheld van me, weer verdwijnt een stukje jeugd. Dank om die in te
kleuren, meneer Cruijff, ook al was het dan in zwart-wit. ‘Er is maar één moment dat je
op tijd kunt komen. Ben je er niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat.’ Je
bent voor één keer niet precies op tijd maar te vroeg, beste Johan, véél te
vroeg.



Hein & Marc

Sport Posted on za, november 07, 2015 11:39:34

Je hebt voetballiefhebbers die eender welke
gelegenheid aangrijpen om ‘gezellig samen’ naar een topper op tv te kijken,
übervettige fastfood en kratten pils bij de hand. Groot scherm, geluid op
tinnitusbevorderend niveau om het gebrul in de huiskamer te overstemmen,
gekleed in de club- of landkleuren van de dag. Ik beken: ik doe dat niet graag.
Ik kijk voetbal in mijn eentje, mompel alleen binnensmonds, maar leef wel
intens mee. Noem mij gerust een geluidloze eenmansspionkop. Als het mijn land
of een van mijn favoriete clubs goed gaat, ben ik soms tot tranen toe beroerd. Niemand
ziet het, dus mijn reputatie als Echte Man blijft moeiteloos overeind. Zoals
deze week weer tijdens AA Gent – Valencia.

Wij zijn noeste werkers, stille krachten,
underdogs, lafaards als het op initiatief nemen aankomt: dat beeld van de
Vlaming blijft hardnekkig hangen en klopt wellicht voor een groot deel. Maar
dan zie je AA Gent over het scherm wervelen en weet je: dit is on-Vlaams. Dit
is bijna Hollands. Lef. Branie. Al die opgetelde individuen levert een
eindscore boven de elf op. Uitgedokterd door een man met een groot ego en een
nog veel groter tactisch inzicht. Uitgevoerd door elf voetballers die boven
zichzelf uitstijgen.

In Valencia kennen ze nu ook het spreekwoord
van dat kastje en die muur. Daar werden ze in de eerste helft naartoe gespeeld.
Ontzag voor de Spaanse nummer vier, een ploeg die in onze competitie op één
been en met de vingers in de neus kampioen zou worden met twintig punten
voorsprong (zelfs na halvering van de punten na dertig wedstrijden)? Nee hoor,
borst vooruit, tactisch plan in het achterhoofd, looplijnen tot in den treure
uitgeoefend, voluit gaan voor winst.

***

Als u voor de afgelopen week een voorbeeld van
een proeve van bekwaamheid zocht, zoek niet verder: Hein Vanhaezebrouck.

***

Boegbeeld tussen de lijnen van de bende Gentse
lefgozers: Sven Kums. Aardige voetballer, vonden alle waarnemers, toen ie bij
KV Kortrijk, Heerenveen en Zulte Waregem rondhuppelde. Talentje, met het risico
dat ie zou eindigen als ‘eeuwig talent’ schuine streep underachiever. Tot hij bij Gent en Vanhaezebrouck belandde. Vandaag
is hij de Pirlo van België. Controlerende middenvelder die tegelijkertijd
strateeg is en kwistig met gemillimeterde passes rondstrooit. Ballen die op de
spreekwoordelijke stropdas belanden. Natuurlijk is hij niet van het niveau van
de echte Andrea Pirlo, maar de vergelijking gaat wel op in de zin dat ook Kums
pas op zijn 27ste tot volle ontplooiing is gekomen. Ook Pirlo is een
laatbloeier. Die gaan langer mee.

Kums werd verkozen in het elftal van de week
in de Champions League. Een eer die voordien al was weggelegd voor Eden Hazard,
maar nog nooit voor een speler in een Belgisch elftal. Kums is momenteel veruit
onze beste centrale middenvelder. Kums is in de vorm van zijn leven. Kums is een natuurlijke leider. Wel,
die Kums is niet geselecteerd voor de oefeninterlands van de Rode Duivels tegen
Italië en Spanje. “Hij is toch een niveau lager”, vindt de
bondscoach, verwijzend naar het kwartet Witsel-Nainggolan-Fellaini-Dembele, een
mening waarmee hij en Vital Borkelmans zowat alleen staan.

Niet mee mogen doen tegen Europese toplanden in de voorbereiding,
dat voorspelt niets goeds richting EK in Frankrijk. Je mag nu al verwachten dat
Kums de Nainggolan van 2016 wordt: Nainggolan mocht niet mee naar het WK in
Brazilië, ondanks knappe prestaties in de Serie A, Kums zal volgende zomer allicht
iets vroeger dan verwacht met vakantie mogen vertrekken.

***

Als u voor de afgelopen week een voorbeeld van
een proeve van onbekwaamheid zocht, zoek niet verder: Marc Wilmots.

***

Voorspelling 1: AA Gent wordt opnieuw
kampioen. In de beslissende wedstrijd op Oostende scoort Kums in de
slotseconden de beslissende treffer. Europees haalt Gent de achtste finales van
de Europa League, waarin het met de strafschoppen wordt uitgeschakeld door
Arsenal. Arsène Wenger is bijzonder gecharmeerd door die kleine middenvelder en
doet meteen een bod, waarna Kums nog vijf seizoenen op topniveau meedraait in de
Premier League.

Voorspelling 2: de Rode Duivels worden in de
kwartfinales van het EK na het nemen van strafschoppen uitgeschakeld door
IJsland. “We zijn toch maar weer mooi bij de beste acht van Europa”,
laat de bondscoach achteraf optekenen. Hij wordt na de zomer opgevolgd door de
trainer van AA Gent die het land in 2018 de eerste wereldbeker uit de
geschiedenis schenkt. Een titel die hij voor respectievelijk 90 en 9 procent
aan zijn voorgangers te danken heeft, dat spreekt voor zich.



Voorzitter draait de klok terug

Sport Posted on ma, oktober 26, 2015 11:08:41

“Gij hebt een mening, ik heb een mening.
Maar gij zijt journalist en ik ben voorzitter.” Zoiets moet Sporting
Lokeren-voorzitter Roger Lambrecht gezegd hebben op de persconferentie waarop
zondagmiddag Georges Leekens werd voorgesteld als nieuwe trainer. Lambrecht is
de laatste van de dinosaurussen onder de oude voetbalvoorzitters:
alleenheerser, geen tegenspraak duldend, eigengereid. “Ik zorg voor het
geld, dus jullie moeten zwijgen en gehoorzamen”, die mentaliteit, waarvan
we even in alle naïviteit hadden gehoopt dat ze uit het Belgisch voetbal was
verdwenen, maar die nu meer dan ooit terug is. De meeste clubs worden opnieuw
dictatoriaal geleid, een evolutie die we delen met het buitenland waar
schatrijke eigenaars hun hobby uitoefenen zoals het hen uitkomt.

***

Wintertijd, moet Roger Lambrecht gedacht
hebben, maar hij draaide de klok niet één uur, maar acht jaar terug, naar de
vorige doortocht van Leekens in Lokeren. In de zomer van 2007 werd die binnengehaald
als redder in nood, nadat enkele maanden voordien ternauwernood de degradatie
was afgewend. Hij deed zijn contract niet uit, want na anderhalf seizoen
vertrok ie naar Al-Hilal in Saudi-Arabië, waar hij na een maand alweer aan de
deur stond. Tussen 1999 en 2001 had Leekens al eens een periode op de Lokerse
bank doorgebracht, toen met ene Hein Vanhaezebrouck als assistent.

Tweeëntwintig werkgevers op eenendertig jaar tijd.
Mogen we de heer Leekens een jobhopper
noemen? Ik dacht het wel. Is hij een oplossing voor de lange termijn? Ik
vermoed van niet, want hij bleef alleen bij zijn eerste werkgever, Cercle
Brugge, drie volle seizoenen. Daarna was twee jaar het maximum. Bij drie
werkgevers keerde hij een tweede keer terug: KV Kortrijk, Club Brugge en
Excelsior Moeskroen. Lokeren is de eerste club die hij drie keer aandoet. Goede
banden met de bandenfabrikant, dat helpt. Gentlemen’s
agreement
, noemde Leekens het in Sportweekend,
terwijl er geen gentleman in de buurt was.

Je zou denken: Lambrecht ontslaat Bob Peeters
om plaats te ruimen voor een succescoach. Van Leekens is bekend dat hij op
korte tijd een organisatie weet neer te poten en discipline kan opleggen, maar
het is net zo goed geweten dat zijn psychologische aanpak niet langer dan
anderhalf seizoen meegaat. Daarna is de blabla hol geworden en verdwijnt de discipline
onder de spelers even snel als dat ie gekomen is. Bekijk zijn erelijst: één
titel (Club Brugge, 1990) en twee bekers van België (Cercle én Club). In 1990
werd hij tot trainer van het jaar verkozen. Zijn laatste trofee, de bekerzege
met Club, dateert van 1991, vierentwintig jaar geleden. Hij deed het meer dan
behoorlijk met Moeskroen — promotie, het jaar daarop meedraaiend aan de
top van de eerste klasse, waarna hij de club verliet om bondscoach te worden, u weet hoe dat gaat —
en KV Kortrijk, waarmee hij vijf jaar geleden play-off 1 bereikte. Zijn
passages bij de nationale ploeg zullen we maar met de mantel der liefde
bedekken, zeker?

Als je dan toch gaat voor vroegere successen:
Hugo Broos werd als trainer drie keer kampioen, twee keer bekerwinnaar en werd
vier keer uitgeroepen tot trainer van het jaar. Hij is zelfs drie jaar jonger
dan Leekens. Maar Broos is geen tafelspringer, noch een opportunistische
lobbyist die flink meehelpt om poten onder stoelen van collega’s weg te zagen. Over
lijken durven gaan is een noodzakelijke eigenschap op je cv als voetbaltrainer.

***

Het lot van Bob Peeters was vorig weekend al
bezegeld, na de thuisnederlaag tegen OH Leuven. Wat volgde was een walgelijke
pantomime, waarbij de coach zogezegd een crisisvergadering overleefde,
vervolgens een nieuwe spits kreeg aangereikt (Hamdi Harbaoui), niet te horen
kreeg dat de overeenkomst met Leekens donderdag al helemaal rond was, onverwacht
een degradatieduel op Westerlo ging winnen, heel even euforisch was, om nog
diezelfde avond zijn kastje in de trainerskamer te mogen leegmaken. Een
rollercoaster van emoties waarmee je een relatief jonge trainer (41) kapot
maakt, vooral omdat het niet de eerste keer is. Misschien is Peeters wel onbekwaam op topniveau, wie zal het zeggen, maar dan nog ga je zo niet met mensen om.

In een dictatuur is menselijkheid bijzaak. Een
werknemer is er niet meer dan een nummer. In een wereld die aaneen hangt van
spuug en opportunisme verbaast het niet eens meer. Wie het Belgisch voetbal
volgt wordt er cynisch van: wie zal het volgende slachtoffer van hapsnapbeleid
zijn? En welke lijkenpikker zal er dan bij groot toeval in de coulissen
klaarstaan om over te nemen?

Eén keer werd ik zelf geconfronteerd met een
boze Lambrecht. Najaar 2006 was ik hoofdredacteur van Kanaal 3 (tegenwoordig:
TV Oost), de regionale zender in Oost-Vlaanderen. We brachten een item waarin
de Lokeren-voorzitter in weinig voorzichtige termen een mensenhandelaar werd
genoemd, vanwege de zoveelste transactie met een Afrikaanse voetballer in die
dagen. Na het boze telefoontje floten mijn oren dagenlang, maar ik ben nog
altijd trots dat we hem toen zo genoemd hebben. Hoe zou je een werkgever die
goedkope werkkrachten op een ander continent gaat ronselen, hen daarna in
armoedige omstandigheden huisvest, systematisch verwaarloost en ze dan — als ze
niet onmiddellijk renderen of, omgekeerd, als ze net blijk geven van veel talent —
zo snel mogelijk weer doorsluist naar een collega-voorzitter, anders moeten omschrijven?
In mijn ogen blijft dat mensenhandel.

***

Sporting Lokeren heeft weinig zekerheid dat er een toekomst zal zijn. Grote
baas Roger Lambrecht is 84 en heeft een kwakkelende gezondheid. Opvolging is
niet in zicht: elke vorm van medezeggenschap wordt door Lambrecht afgeblokt.
Als hij morgen wegvalt, is er niets meer. Met de geloofwaardigheid van het
beleid en de externe sympathie voor de club valt het ook dik tegen. Nee, die
Lokerse Feesten zijn nog niet voor binnenkort.



Nummer 1

Sport Posted on za, oktober 17, 2015 13:03:22

“Wij zijn de beste van de wereld!”
Herinnert u zich de beelden nog? 29 november 1995. Ajax Amsterdam had de dag
voordien in Tokio de wereldbeker voor clubs gewonnen tegen het Braziliaanse
Grêmio en een slaapdronken Louis van Gaal hitste de massa Amsterdammers vanop
een inderhaast opgesteld podium op. Lachen met Feyenoord, PSV, de andere
Nederlandse clubs en de rest van de wereld. Branie. Zelfbewustzijn. Plaatsvervangende
schaamte, ook wel, wat mij betreft.

Wel, wij roepen dat sinds dinsdagavond ook: we
zijn de beste van de wereld! Na de zes op zes tegen de voetbalgrootmachten
Andorra en Israël staat België voor het eerst sinds de invoering van de
wereldranglijst in 1993 op de hoogste stek van de FIFA Ranking, sponsored by Coca-Cola. Beste
voetballand van de wereld? Euh, wacht even. Kijk ook eens naar de UEFA Ranking.
Daar staan we pas vijfde, na Duitsland, Spanje, Engeland en Portugal, en net
voor Italië, Nederland en Frankrijk. Vreemd hé, we zijn de beste van de wereld,
maar niet van Europa, terwijl mij altijd verteld is dat Europa deel uitmaakte
van de wereld en niet omgekeerd. Is het zo slecht gesteld met mijn kennis van
de aardrijkskunde?

Soit, laten we niet moeilijk doen: we zijn
groepswinnaar geworden, gaan naar het EK van volgend jaar in Frankrijk en zijn
daar een van de schaduwfavorieten, na Duitsland en Spanje. Kunnen we het mee
stellen. Mooi toch, voor zo’n klein land dat acht jaar geleden nog 71ste stond
op de wereldranglijst? Gezegend met een reeks talenten die tot volle bloei zijn
gekomen. Wereldtoppers als Courtois, Kompany, Hazard en De Bruyne, aangevuld
met degelijke tot goede voetballers die stuk voor stuk het verschil maken in
hun club. Koesteren die handel! Maar ook: relativeren.

***

Na de politiek en de economie is nu ook het
voetbal onderhevig aan een onstuitbare polarisatie. Je bent voor of tegen
Wilmots, er bestaat geen middenweg. En al wie de jongste maanden en jaren
kritiek had op de bondscoach, wordt nu bij de oren getrokken. “Hou uw
bakkes of we slaan erop!”, daar komt het ongeveer op neer. Blinde euforie
heeft geen oog voor nuances. 23 op 30 is voldoende voor een halve
heiligverklaring, Sint-Marc heeft de Rode Duivels naar het walhalla geleid. Wie
nu nog iets negatiefs of zelfs maar voorzichtig kritisch te zeggen heeft over
de sportieve leiding van onze nationale ploeg, is een basher, een zeurpiet, een verzuurde roeper langs de kant.

Ik ben journalist én kritisch
voetballiefhebber én supporter van de Rode Duivels. Niet noodzakelijk in die
volgorde, het durft wel eens veranderen naargelang mijn humeur en de fase van
een toernooi waarin ‘onze jongens’ zich bevinden. Maar ik zal nooit, jamais,
niemals, never, mijn kritische zin opbergen. Noem het voor mijn part gerust een
afwijking, kan me niet schelen, maar ik ga niet mee in overdreven euforie of zwartgallig
negativisme. Dus zeg ik: het was niet goed genoeg. In een groep met tweede-,
derde- en vierderangs voetballanden moet je je altijd met sprekend gemak
kwalificeren. Tot voor de voorlaatste speeldag stonden we pas tweede in de
groep, achter Wales, achtste op de FIFA-ranking, 28ste (!) op die van de UEFA.

Het voetbal was soms niet om aan te zien,
meestal gewoontjes, heel af en toe flitsend. Tactisch was het vaak een zootje,
ook al speelt deze generatie Duivels al jaren samen en kun je niet echt beweren
dat deze bondscoach voortdurend moet experimenteren met nieuwe spelers. Met het
beschikbare materiaal had het veel beter gekund, hadden we al een paar
speeldagen van het einde met de vingers in de neus geplaatst moeten zijn.

Mag dat nog, zeggen dat het niet goed genoeg
was? Dat je blij bent met de kwalificatie, dat je zelfs denkt dat dit elftal een
hoofdrol kan spelen op Euro 2016, maar dat er heel veel werkpunten blijven? Ik
blijf bij mijn standpunt dat ik vorig jaar vlak na de wereldbeker in Brazilië
neerschreef: zet een tactisch sterke assistent naast Wilmots, iemand die zijn
mening kan ‘verkopen’ aan de eigengereide bondscoach, en je zit met een team
dat ook in realiteit dicht tegen de top van de wereld aanzit. Maar dat duldt
Wilmots niet. Dat dwingt de voetbalbond niet af (ze durven hem zelfs niet te
verplichten om het dure trainingscomplex in Tubeke te gebruiken!). Dus was het
wachten tot tegen het nietige Andorra (52ste op 54 in de UEFA Ranking, alleen
San Marino en Gibraltar staan nog lager geklasseerd) om een afwijkende tactische ingreep te
zien: van 4-3-3 ging het plots naar 4-2-3-1 met De Bruyne in een centrale
aanvallende rol. Eindelijk!

***

Stiekem moet je hopen dat Wilmots tegen het
toernooi een tactisch brein naast zich krijgt. Dat mag zelfs virtueel. Hein
Vanhaezebrouck die via dm-instructies op Twitter de ploeg bijstuurt waar nodig,
bijvoorbeeld. Dat kampioenschap kan ons in dat geval niet meer ontsnappen!

***

Ja, we moeten ons achter deze nationale ploeg
scharen. Nee, dat mag ons niet beletten om kritisch te blijven tegenover wat er
beter kan en moet. Marc Wilmots is God niet, al zou het best kunnen dat hij
daar zelf wel van overtuigd is. Deze bondscoach heeft het geluk dat hij de
beste lichting Rode Duivels ooit onder zijn hoede heeft: dat kan je hem niet
kwalijk nemen, maar het is ook niet zijn verdienste. Individueel zijn de
meesten top of daaromtrent, collectief is het nog zoeken. Wilmots is de
geknipte man om team spirit in deze spelersgroep te krijgen, maar hij maakt er
vooralsnog geen betere, slimmere, gewiekstere voetballers van. Dat is de taak
van clubtrainers, zult u misschien opwerpen, en grotendeels terecht, maar al
die individuen tactisch op elkaar afstemmen is wel degelijk iets wat een
bondscoach moet doen. Trainen op stilliggende ballen, om maar iets te zeggen.

***

Onze jongens gaan naar ‘la douce’, maar dat
leidde niet direct tot toeterende auto’s in het straatbeeld. Terecht.
Kwalificatie is nog maar de eerste stap. Eerste van de wereld worden is
irrelevant in een onpaar jaar. De prijzen worden uitgedeeld in pare jaren, dán
moeten we het waarmaken. Toch werd het voorzichtige succes van de Rode Duivels
nu al aangegrepen voor een staaltje van tenenkrullend opportunisme. Madame
Onkelinx, niet direct ‘la douce’ in de Kamer van Volksvertegenwoordigers,
presteerde het om de dag na de laatste groepswedstrijd een applaus te vragen
voor onze nationale helden. Makkelijk zat, je weet vooraf al dat de
Vlaams-nationalisten zich dan geen houding weten geven en in een slecht daglicht
komen te staan: ofwel doen ze mee aan de staande ovatie (en krijgen ze de
nationalistische achterban tegen), ofwel blijven ze zitten — wat ze nu deden —
en worden ze gehekeld als zuurpruimen. Wat Onkelinx deed was het succes van
anderen accapareren om er zelf mee te pronken. Zielig, maar tactisch wel slim,
want je scoort altijd.

Misschien moet de liberaal Wilmots overwegen
om de socialiste Onkelinx als tactische assistente mee te nemen naar Bordeaux?



De Sepptische put loopt over

Sport Posted on zo, oktober 11, 2015 12:20:46

(Deze bijdrage verscheen eerder op deredactie.be)

Het eindspel lijkt ingezet. De Ethische Commissie van
de FIFA heeft zowel haar eigen voorzitter, Sepp Blatter, als de voorzitter van
de UEFA, Michel Platini, voor negentig dagen geschorst. Een andere
kandidaat-voorzitter werd voor zes jaar ‘on hold’ gezet. Het onderzoek van de
FBI en het Zwitserse gerecht maakt brokken, maar wat zullen de concrete
gevolgen zijn voor het voetbal?

We kennen het verschijnsel septische put
allemaal. Beerput, in schoon Vlaams. Een tank waarin het afvalwater van
toiletten, douches en badkuipen wordt verzameld. Door de zwaartekracht zakken
de bezinkbare delen naar de bodem, waar ze voedingsstof vormen voor bacteriën,
waardoor een deel van het bezonken materiaal weer vloeibaar wordt. Geregeld
moet een ruimingsfirma de niet vloeibare onderdelen komen verwijderen, anders
loopt de put over. Denk in dat geval aan: een niet te harden stank, vieze brij,
miserie voor maanden.

Denk vervolgens aan de wereldvoetbalbond FIFA
en zijn beerput. Of laat me die, met een goedkope woordspeling, ‘Sepptische’
put noemen, naar voorzitter-alleenheerser Sepp Blatter — als híj een maffiose
organisatie mag leiden, mogen scribenten flauwe woordgrapjes maken. De beerput
van de FIFA pruttelde al een jaar of twintig, nog onder de vorige, hoogbejaarde
voorzitter Havelange en nog veel meer sinds Blatter in 1998 met gekochte
stemmen de boel overnam. Af en toe werd er een lid van het Uitvoerend Comité,
Exco, tijdelijk geschorst of verplicht om op te stappen, maar pas nu, na een
zeer gedetailleerd en jarenlang voorbereid gezamenlijk onderzoek van de
Amerikaanse FBI en het Zwitserse gerecht werd het deksel van de beerput
verwijderd. In Zürich is de stank momenteel verschrikkelijk.

Schorsingen

Of Sepp Blatter werkelijk schuldig is, moet
nog blijken. U kent dat heilige juridische principe dat iedereen onschuldig
blijft tot hij veroordeeld is. Dat geldt ook voor 79-jarige Zwitsers die al
zeventien jaar op machiavellistische wijze het hoogste orgaan van de
voetbalwereld leiden. Blatter werd er in verschillende publicaties van verdacht
ongeoorloofde transacties te hebben gedaan, goedgekeurd of laten gebeuren, maar
journalisten zijn vooralsnog geen onderzoeksrechters (en gelukkig maar!).

Dat de FIFA-voorzitter twee weken geleden in
verdenking werd gesteld was een duidelijke indicatie dat er —excuus voor de
beerputachtige verwijzing — stront aan de knikker was. Dit keer waren het geen
onderzoeksjournalisten maar speurders die vermoedelijk bezwarend materiaal
hadden ontdekt. In één pennenstreek werd ook UEFA-voorzitter Michel Platini in
opspraak gebracht. Die had in 2011 1,8 miljoen euro opgestreken voor bewezen
diensten in het begin van de eeuw, toen hij nog persoonlijk adviseur van
Blatter was. Vreemd dat iemand pas vele jaren later betaald wordt, zult u
denken, en terecht. Nog vreemder als dat gebeurt vlak na de toekenning van het
WK 2022 aan Qatar, een land waarvoor Platini tot eenieders verbazing gestemd
had en waar zijn zoon, o toeval, achteraf een hoge functie kreeg toegewezen.

De Ethische Commissie van de FIFA — die vorig jaar nog anderhalf oog dichtkneep
nadat een intern rapport had aangetoond dat er wel degelijk iets aan de hand
was met de toewijzingen van de WK’s van 2018 en 2022 aan respectievelijk
Rusland en Qatar, — reageerde nu wel heel snel. Zowel Blatter, als Platini, die
ook ondervoorzitter is van de FIFA, werden 90 dagen geschorst, een straf die
mogelijk met 45 dagen verlengd kan worden. Ook de secretaris-generaal van de
wereldvoetbalbond, Jérôme Valcke moet drie maanden aan de zijlijn toekijken. De
Zuid-Koreaan Chung Mong-Joon, ere-ondervoorzitter, kreeg een nog zwaardere
straf: zes jaar schorsing, plus een geldboete. Chung was al een tijdje
uitgerangeerd bij de FIFA, maar wilde zich naar verluidt wel kandidaat stellen voor
de voorzittersverkiezingen van 26 februari volgend jaar.

Wie nu?

Platini wordt enkel ten laste gelegd dat hij
op z’n zachtst gezegd bizarre vergoedingen heeft ontvangen voor werk in
opdracht van de FIFA, vandaar dat de UEFA zich onmiddellijk achter haar
voorzitter schaarde. Hij mag blijven, zij het dat ie eventjes in de tribune mag
plaatsnemen.

Blatter niet. Die had eerder al zijn aftreden
aangekondigd, werd ook de wacht aangezegd door vier belangrijke sponsors van de
FIFA — terwijl twee andere grote sponsors eerder al hun contract niet verlengd
hadden — en lijkt nu definitief vertrokken, al moet je dat in het geval van een
‘politieke’ overlever pur sang als Blatter in de voorwaardelijke wijs blijven
schrijven.

De vraag is: wat nu? Of beter: wíe nu? De FIFA
wordt voorlopig geleid door eerste ondervoorzitter Issa Hayatou, een Kameroener
die in het niet zo verre verleden uit het Internationaal Olympisch Comité werd
gezet omdat ie met zijn handen in het sponsorgeld had gegraaid. De UEFA krijgt
tijdelijk de Spanjaard Angel Maria Villar Llona aan het hoofd en, jawel, ook
die is allesbehalve onbesproken. Hij zou zich iets te verregaand hebben
geëngageerd om het gezamenlijke bod van Spanje en Portugal om het WK van 2018
te mogen organiseren, te ondersteunen. Wat we daaronder moeten verstaan? Iets
tussen invloed uitoefenen vanuit een machtspositie, ongeoorloofde druk zetten
en enveloppes met geld uitdelen in, vermoed ik. Van Villar Llona weten we dat
hij begin december 2010 onder één hoedje speelde met de Qatarese delegatie: in
ruil voor wederzijdse steun ronselde hij mee stemmen voor zijn tijdelijke
bondgenoten (waarna hij door de Qatarezen flink bedrogen werd).

Tussen 2010 en vandaag werd de helft van de
leden van het Exco al vervangen, wegens gesjoemel en kuiperijen. Daar zullen er
nu met Blatter en wellicht ook Platini nog enkele anderen uit moeten
verdwijnen. Wie blijft, heeft onvoldoende moreel gezag om de boel over te
nemen, en daarbij laat ik nog in het midden of de namen van de andere
Exco-leden binnenkort niet in het onderzoek zullen opduiken. Eens de beerput
begint over te lopen, is er geen houden meer aan.

Orgie
van corruptie

Tabula rasa, denk je dan. Maar wie gaat dat
beslissen? De FIFA is letterlijk onthoofd en het hoofd van de UEFA-voorzitter
ligt op het kapblok, iets waar een Fransman zich best wel iets kan bij
voorstellen. Wachten tot 26 februari om een nieuwe voorzitter aan te duiden is
nog erg lang. De verkiezingen vooruitschuiven is bij gebrek aan degelijke
kandidaten riskant. De kandidaat-voorzitters zijn, op Platini na, onervaren.
Prins Ali Bin Al Hoessein, die het in mei nog opnam tegen de fel geplaagde
Blatter en zelfs toen nauwelijks gesteund werd, probeert het opnieuw, maar wie
gelooft die man nog als hij niet eens in staat is om een gecorrumpeerde
bejaarde te verslaan? Uit Afrika komt Tokyo Sexwale aanwaaien, een voormalige
anti-apartheidsactivist, die nauwelijks bekend is in de internationale
voetbalwereld. Ahmad Al-Fahad Al-Sabah, een sjeik uit Koeweit, is nog zo’n
nobele onbekende voor de voetballiefhebber, al trekt hij met z’n centen en z’n
invloed aan vele touwtjes achter de schermen. Dat probleem heeft Zico niet,
want de Braziliaan was een begenadigde voetballer. Hij heeft echter geen
bestuurservaring.

Nee, het lijkt er sterk op dat we afstevenen
op een vuile voetbaloorlog, met een beerput die nog meer kwalijke geurtjes zal
verspreiden en verdachtmakingen die op kick ‘n’ rushachtige wijze heen en weer
zullen worden geslingerd. Er zijn sinds eind mei nu al een dozijn hoge bonzen
aangehouden of in verdenking gesteld, en uit de verklaringen van de Zwitserse
onderzoeksrechter van een paar weken geleden mochten we afleiden dat ’the best
is yet to come’. Komt er nog ná Blatter en Platini? Ik installeer me met een
krat pils en enkele zakken chips op de bank. Voetbal, een feest! FIFA, een
orgie van corruptie! Voor één keer zitten de hooligans op de VIP-plaatsen.

VN-troepen

Misschien moeten we een suggestie van
voetbalcolumnist François Colin van een tijdje geleden ter harte nemen: die was
van oordeel dat de Verenigde Naties tijdelijk het roer moest overnemen in
Zürich. Op het eerste gezicht klinkt dat vreemd: wat heeft de VN nu met voetbal
te maken? Maar als je erover nadenkt, wordt het plausibel: het voetbal heeft
een externe instantie met voldoende macht en gezag nodig om zichzelf heruit te kunnen
vinden. Dat zal niet lukken door te blijven volharden in doofpotpraktijken of
door postjes te laten bemannen door beïnvloedbare persoonlijkheden. Onder
curatele plaatsen is dan een valabel idee.

Straks VN-troepen naast de loopgraven van het
internationale topvoetbal? Alles is beter dan de huidige, smerige toestand en
de impasse die er ongetwijfeld zal op volgen als men de FIFA toelaat zich van
binnenuit te hervormen. Deze FIFA is niet meer te redden. Geen enkele tactiek
werkt nog, vervanging dringt zich op.



Kwantitatieve obsessie

Sport Posted on zo, augustus 23, 2015 12:03:51

(Deze
bijdrage verscheen eerder deze week op de nieuwe sportwebsite van Sporta
Magazine, www.sportamagazine.be, die zeker een bezoekje waard is.)

Wat is
dat toch met die drang om steeds meer deelnemers aan de start van een evenement
te krijgen? Het lijkt wel of kwantiteit vandaag belangrijker is geworden dan
kwaliteit. Gevolg: veel valpartijen in de Tour en overbodige landen op het WK voetbal,
waardoor die evenementen minder interessant worden.

198 renners. Zoveel staan er elk jaar aan de
start van de Tour sinds er 22 ploegen van 9 renners worden ingeschreven voor de
belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar. Die, afgerond, tweehonderd mannen
in kleurrijke plunjes worden de eerste week langs smalle wegen, over oneindig
veel rotondes en verkeersdrempels gestuurd, in een razend tempo, met heel veel
nervositeit die daarbij komt kijken, want alle kopmannen – en dat zijn er
ongeveer evenveel als dat er deelnemende ploegen zijn – willen minstens één rit
winnen. Niet verwonderlijk dat er al in de eerste dagen topfavorieten sneuvelen
bij een van de talloze valpartijen.

32 deelnemende landen. Zoveel mogen er om de
vier jaar deelnemen aan de wereldbeker voetbal. Veertig jaar geleden waren dat
er nog zestien. Toegegeven, dat was weinig, maar je kreeg wel de elite van het
internationale landenvoetbal te zien, al werden sommige continenten flink
benadeeld. Vandaag is de eerste ronde zo niet totaal overbodig, dan toch zeer
belastend voor de sterren, waardoor de jongste edities heel wat berekenend
voetbal met de bijbehorende verveling brachten.

24 deelnemende landen. Zoveel mogen er vanaf
volgend jaar meedoen aan het EK voetbal. In navolging van de wereldvoetbalbond
FIFA kiest dus ook de Europese voetbalbond UEFA voor méér. In de wetenschap dat
meer aanwezige lidstaten zal leiden tot populairdere bestuurders, altijd handig
bij volgende voorzittersverkiezingen.

10.768 deelnemers uit 204 landen. Zoveel
atleten namen in 2012 deel aan de Olympische Spelen van Londen, verdeeld over
26 sporten. Het Internationaal Olympisch Comité slaakte juichkreten omdat er
nooit eerder zoveel dames en heren in korte broek het beste van zichzelf gaven.
Akkoord, het Olympisch adagium luidt ‘Deelnemen is belangrijker dan winnen’,
maar moeten die eindeloze preselecties echt?

De paradox is: hoe meer deelnemers, hoe groter
de tevredenheid bij de landen en sporters die aanwezig zijn, hoe vervelender of
gevaarlijker het evenement zelf wordt. De macht van het getal zorgt voor de
onmacht van de prestaties. Het is een al te vaak misbruikte marketingterm
geworden, maar ‘Less is more’ zou wel degelijk van toepassing moeten zijn op de
internationale topsport.

Topsport is niet democratisch. Topsport heeft
niets te maken met ‘Deelnemen is belangrijker dan winnen’. Topsport wordt
bedreven door een elite, die we als toeschouwers willen bewonderen op een
moment dat ze hun capaciteiten ten volle kunnen benutten. Met 18 ploegen van 6
renners wordt de Tour niet minder interessant, wel veel veiliger. Met
respectievelijk 24 en 16 landen zullen WK’s en EK’s aan kwaliteit winnen, omdat
de Messi’s en Ronaldo’s zich niet door zes of zeven slopende wedstrijden moeten
worstelen. Als het aantal kwalificatierondes wordt beperkt, zullen er
spannender momenten te beleven vallen op de Spelen.

Internationale sportbonden moeten van die
kwantitatieve obsessie af. Bobo’s zijn er niet om populair te zijn, maar om hun
sport aantrekkelijker te maken. Als ze daar niet in slagen, moeten we misschien
proberen om in eerste instantie al hún aantal te beperken. Ook dat zou de
kwaliteit ten goede komen.



« VorigeVolgende »