Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Held of schurk?

Samenleving Posted on wo, juli 31, 2013 12:46:44

Sinds gisteravond weten we dat Bradley Edward Manning door
de militaire rechtbank van Fort Meade niet schuldig werd bevonden aan
‘samenwerken met de vijand’. Landverraad, om het korter en krachtiger te
zeggen. Daar stond levenslange celstraf op. Maar de soldaat staat nog wel
terecht voor éénentwintig andere feiten, waaronder spionage en diefstal, en
riskeert alsnog voor maximaal 136 jaar de cel in te draaien. Grappig, toch, dat
136 jaar als minder erg wordt beschouwd dan levenslang, alsof men mag verwachten
dat de nu 25-jarige Manning minstens 162 zal worden.

U weet wat er aan dit proces voorafging: voorjaar 2010 lekte
inlichtingenanalist Manning een boel geheime documenten en filmpjes naar
WikiLeaks. Onder de roepnaam Collateral
Murder
zette die op 5 april 2010 videobeelden online, waarop te zien
was hoe vanuit een Amerikaanse legerhelikopter onschuldige burgers en
medewerkers van het persbureau Reuters werden neergeknald. Later werden
honderden andere documenten beschikbaar gesteld voor het grote publiek. De naam van de
klokkenluider was toen nog onbekend, maar werd enkele maanden later onthuld,
nadat Manning zijn daden in een chatgesprek met een veroordeelde hacker had
opgebiecht. Die hacker gaf de identiteit prijs aan de Amerikaanse autoriteiten
in ruil voor strafvermindering. En Manning werd opgepakt. Drie jaar in
voorhechtenis, waarvan negen maanden in complete isolatie, dat zou in vele
beschaafde landen als ongeoorloofd worden bestempeld. Een vorm van folteren.
Niet in de Verenigde Staten van de 21ste eeuw.

Als Bradley Manning enkel die bewuste filmpjes en de
bijbehorende cover-up documenten had
gelekt, was hij voor mij zonder meer een held. Onze samenleving heeft nood aan
klokkenluiders die de allerergste wantoestanden aanklagen. Natuurlijk, je kan
stellen dat Manning, wiens vader al in het leger zat, maar had moeten beseffen
dat hij door militair te worden zich moest schikken naar militaire wetten en
gebruiken, en met andere woorden niet had moeten wakker liggen van de feiten.
Daar ben ik het niet mee eens: we kunnen ons geweten niet uitschakelen, en
gelukkig maar. Als beroepsmilitair had Manning ongetwijfeld moeten zwijgen, maar als mens
deed hij er zeer goed aan om zware inbreuken op oorlogsconventies aan te kaarten. Of
hij dat had moeten doen bij WikiLeaks, een organisatie die geleid wordt door
een narcist als Julian Assange, is dan weer een andere kwestie.

Wat mij wel stoort aan Mannings démarche is dat hij
blijkbaar ook heel wat andere documenten heeft gelekt, zonder zich rekenschap
te geven van de inhoud. Hij heeft daarbij onverantwoorde risico’s genomen, want
mogelijk werden/worden die documenten gebruikt door vijanden van Amerika en lopen zijn
(ex-)collega’s in oorlogsgebied gevaar. Manning had dus de inhoud van álle
documenten moeten kennen en dan een strenge keuze maken, alvorens ze via WikiLeaks in de openbaarheid te
brengen.

Held of schurk? Geen van beiden, vermoed ik. Al verdient
niemand het om de rest van zijn leven in de gevangenis te zitten voor deze
feiten. Wat de gelekte documenten vooral aantonen is de arrogantie van de
Amerikaanse buitenlandse politiek, onder Bush én onder Obama. Manning mag dan
wel te ver zijn gegaan in het luiden van klokken, maar de Amerikaanse overheid
heeft nog veel meer fatsoenslijnen overschreden. Die waarheid dreigt verloren
te gaan tijdens dit mediagenieke proces.

Het zou goed zijn mocht Bradley Manning een eerder
symbolische straf krijgen voor de feiten die hij bekend heeft (enkele jaren
gemeenschapsdienst, bijvoorbeeld), maar ook dat Barack Obama zich namens de
Verenigde Staten verontschuldigt voor de wanpraktijken van het Amerikaanse leger.
Ik vrees dat geen van beide zal gebeuren: barbertje zal (figuurlijk) moeten hangen,
de US of A zullen hun morele en militaire dominantie blijven onderstrepen.

***

Ook Edward Snowden is zo’n klokkenluider die opgejaagd wild
is geworden. Snowden onthulde recent de wereldwijde afluister- en
meelees-praktijken van de National Security Agency, NSA, en vluchtte daarop
weg uit de States. Hij heeft nu asiel aangevraagd in verschillende landen,
waaronder Rusland, waar hij momenteel ook verblijft.

Als u mij vraagt of Snowden held of schurk is, twijfel ik
even sterk als in het geval van Manning. Het lekken van de dagelijkse
bezigheden van de NSA vind ik best oké (ook hier zou je kunnen stellen dat
Snowden maar beter had moeten weten toen hij in dienst trad van die
organisatie, maar dat vind ik even zeer naast de kwestie als het verwijt dat
Manning had moeten zwijgen als militair; wantoestanden moeten aan het licht
gebracht worden!). Maar dat Snowden nu in Rusland zit, het land van de niet
eens verlichte despoot Poetin, werpt een ander licht op de zaak, want je kan je
afvragen welke methodes de KGB hanteert om informatie van vriend en vijand te
verzamelen. Die gaan wellicht even ver als die van de NSA.

Toegegeven, veel keuze had Snowden niet, want de bondgenoten
van de Verenigde Staten gaven niet thuis toen hij een nieuw verblijf zocht,
maar de alliantie met het Rusland van Poetin maakt Snowden niet
geloofwaardiger. Edward Snowden, held of schurk? Laten we ‘m een held noemen
die zich nu in een schurkenstaat heeft gevestigd en daardoor flink wat krediet
heeft verloren.

***

Held of schurk? Ach, Jan Becaus is geen van beiden. Op zijn
allerlaatste werkdag op de VRT, kort na zijn 65ste verjaardag, is de hashtag
#JanBecaus zowaar trending op Twitter. En dat
zal nog een hele dag zo blijven, tot lang na 19u30, het ogenblik dat hij
definitief afscheid zal nemen van journaalkijkend Vlaanderen.

Ik heb Jan ervaren als een aimabele, beheerste en best wel
grappige man. Hij zei dan dingen als ”t Is altijd herrie met Batasuna’ op de
dag dat de ETA weer eens een aanslag had gepleegd, terwijl u en ik zouden moeten
weten dat de linkse Baskische politieke partij Herri Batasuna het niet altijd
eens was met de terroristische activiteiten van de ETA. Het klopte niet, maar
het klonk wel aardig. En als Jan een mondje sappig Gents begon te praten, bleef je even in de buurt rondhangen.

Voor Becaus moet een nieuwslezer een soort aardappel zijn:
geur-, kleur- en smaakloos. Zegt de man die kort na de parlementsverkiezingen
van 24 november 1991, ‘Zwarte Zondag’ weet u nog wel!, in een nieuwsuitzending
letterlijk zei: ‘De vooruitgang van het Vlaams Blok en, erger nog, ROSSEM…’ Het
was die ‘erger nog’ die mij toen mateloos stoorde, alsof een zootje libertijns
ongeregeld een groter gevaar voor de Belgische samenleving betekende dan
openlijke racisten die dweepten met extreem-rechtse symbolen uit, jawel, de
jaren dertig. In latere jaren liet Becaus zich minder betrappen op dit soort
moraliserende uitspraken.

Ik begrijp de hype niet. Jan Becaus is een degelijke anker,
zonder meer. Hij praat keurig Nederlands, heeft een vlekkeloze uitspraak van
het Engels (maar dikt die vaak bij wijze van Spielerei nodeloos aan) en is het
soort nieuwslezer dat vertrouwen inboezemt. Allemaal positieve eigenschappen.
Maar hij is heus geen superheld, geen legende, geen journalistiek zwaargewicht.
En ik denk dat hij de eerste is om dat zelf te beseffen. De onnatuurlijke wijze
waarop hij een vraag/antwoord-spelletje speelde met correspondenten ter plekke
mag dit illustreren. Sec het nieuws voorlezen was zijn ding, spontaan inspelen op de gebeurtenissen was dat veel minder.

Dus: wuif hem straks uit met gebak en bubbels,
VRT-collega’s, doe hem de groeten, wens hem het allerbeste en, beste kijkers,
laat de man nu rustig genieten van een welverdiend pensioen. Zoals er vandaag
nog andere 65-jarigen zullen zijn die, in alle stilte, afscheid nemen van hun
werkplek en die in de meeste gevallen even veel of zelfs meer respect
verdienen dan Jan Becaus.

(Al zou het natuurlijk aardig zijn mocht er straks een
nieuwsbericht uit de Welshe plaats Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch
binnensijpelen…)



Voor Aurore

Samenleving Posted on di, juli 30, 2013 12:40:22

Haar voornaam betekende ‘godin van de dageraad’. Het leven
houdt soms lugubere toevalligheden in, want het zal ongeveer bij dageraad
geweest zijn dat de 29-jarige Aurore Ruyffelaere, terugkerend van een avondje
stappen op de Gentse Feesten, haar noodlot tegemoet wandelde. Enkele dagen
voordien had een andere vrouw meer geluk gehad, toen een Oost-Europeaan haar op nagenoeg dezelfde plek probeerde aan te randen. Aurore had dat geluk niet. Diezelfde Oost-Europeaan
zocht en vond een ander slachtoffer. Kon het hem wat schelen dat ze Aurore
heette en dat haar naam hoorde bij de morgenstond, die zoals het spreekwoord
zegt goud in de mond heeft. Een roofdier staat niet stil bij de gevolgen van
zijn daden. Maar laten we niet te lang stilstaan bij de dader. Hij is gevat, nu
is het hopen dat gerechtigheid geschiedt.

Ik weet niet hoe u erover denkt, maar als ik de foto’s zie
van die lachende jonge vrouw van 29, maakt het de feiten alleen maar des te
gruwelijker. Niemand zou het slachtoffer mogen zijn van perverten. Niemand zou
in de bloei van zijn of haar leven geknakt mogen worden. Niemand zou zulke
jonge, gezonde kinderen moeten overleven. De ouders verdienen ons medeleven, de
steun van familie en vrienden, de bijstand van psychologen, het vertrouwen in
de werking van het gerecht.

Enkele ziekelijke geesten konden het niet laten om te
hekelen dat dank zij de bekendheid van de ouders van Aurore – haar moeder,
hoofd van een Vlaams ondernemersinstituut, haar stiefvader, een bekend
componist – veel aandacht aan de zaak werd geschonken, terwijl andere verdwijningszaken
minder media-aandacht krijgen. O ja, en wat in Syrië gebeurt, dat is véél erger
dan zo één jonge vrouw die een beetje pech heeft gehad. Dat soort ondoordachte
opmerkingen en zinledige vergelijkingen. Je ziet soms wat passeren in je tijdslijn!

Als er menselijke drama’s gebeuren, blijken de sociale media
plots stinkende open riolen te zijn, waaruit volop door geesteszieke
randdebielen verspreide walmen opwaaien. Door die stank zou je haast vergeten
dat er in diezelfde sociale media een ongeziene golf van solidariteit ontstond,
die hartverwarmend was. Dat kan dus ook, sociale media die sociaal zijn. Je vindt er goeie en slechte mensen.
Door en door goedhartige lieden en door en door rotte lui. De goeien zijn ruim
in de meerderheid, maar de slechten genereren meer aandacht. Het lijkt wel het
échte leven.

Zo’n drama leidt niet alleen tot oververhitte reacties, maar
ook tot voorbarige conclusies. Dat de wereld steeds onveiliger wordt,
bijvoorbeeld. Dat je maar beter niet op straat loopt na middernacht. Dat er
achter elke hoek wel een belager staat te wachten. Het is goed dat we alert blijven, opletten wat we doen, er niet domweg van uit gaan dat de wereld
een veilige plek is. Hoe onzalig de gedachte ook is: misschien is het maar best
dat jonge vrouwen niet meer alleen in het donker rondlopen op verlaten plekken,
hoe weinig emancipatorisch dat dan moge klinken.

Maar het is heus niet zo dat wat nu gebeurd is en waar we tegenwoordig
wel vaker verhalen over lezen, pakweg vijftig jaar geleden nooit gebeurde.
Alleen las je er toen nauwelijks iets over. Er waren nog lang geen sociale media, er
waren geen nieuwssites, het nieuws werd nog mondjesmaat, met veel vertraging en
met de nadruk op de door journalisten relevant geachte feiten gebracht. De moord op Aurore
zou toen hooguit een stukje van vijf lijnen hebben opgeleverd in de ‘gebroken
benen en armen’-rubriek op pagina vijftien. Het zou smalend een fait divers genoemd geweest zijn. De
treurende familie zou alleen gestaan hebben in haar verdriet.

Vandaag domineren persoonlijke drama’s dagenlang al onze media.
De slinger is helemaal de andere kant overgeheld. Wat vroeger werd verzwegen
(fout!), wordt nu overdreven (fout!). Iedereen die de middelbare leeftijd
bereikt heeft, zal wel verhalen kennen – al is het maar van horen zeggen – van
een nonkel die zijn handen niet van zijn nichtje kon houden, of een pastoor die
met medeweten van zedig de andere kant op kijkende ouders in de naam van God mocht frunniken aan
zoonlief, of verkrachters die zich aan de rand van een duister wandelpad hadden
verstopt en genadeloos toesloegen wanneer er een jonge vrouw op haar eentje voorbij stapte.

We mogen treuren om Aurore Ruyffelaere, en alle andere
‘Aurores’, die eveneens onze aandacht verdienen en van wie de ouders even veel
pijn en onzekerheid doorstaan, maar al die retweets en al die
Facebook-commentaren op speciaal daarvoor opgerichte herdenkingsaccounts zijn
zinloos. We sussen er ons geweten mee, meer niet. Het beste wat we kunnen doen,
voor Aurore, is die brede lach gedenken. Van het leven genieten. Voorzichtig
zijn en onze ogen en oren openhouden om gevaar te detecteren, dat wel, maar ons
niet laten afschrikken en verjagen door allerlei zieke geesten. Als we weglopen
van Het Kwaad, verliezen we altijd.

Denk aan Manhattan, waar de misdaad in de jaren zeventig en
tachtig welig tierde, en waar de burgemeester, de politie én de bevolking de
jongste twee decennia de criminaliteit voor een flink stuk hebben verdreven,
ook al ging dat, toegegeven, misschien ook wel ten koste van andere
stadsgedeelten. Maar de boodschap was: ‘New York is van ons!’, niet van de
georganiseerde misdaad. En de sociale controle wordt er nu gevormd door de vele
mensen die je er lang na zonsondergang op straat ziet lopen. In groepjes, dat
wel. Maar de gangsters en dealers zijn er vandaag opgejaagd wild en dat is
goed.

Denk aan de Noren, waar twee jaar na de moorddadige
doortocht van Anders Breivik meer jongeren dan ooit tevoren een politiek
engagement hebben aangegaan. Breivik werd na een voorbeeldig verlopen
rechtszaak (hopelijk) voorgoed afgesloten van een samenleving die heeft beslist
om door te zetten, waardoor die ene neonazi alsnog een verliezer is geworden.
Dat is mooi.

Denk aan de vreugde die festivals in ons leven brengen, of
dat nu het flamboyante TomorrowLand, de benevelde Gentse Feesten of het
ingetogen Openluchttheater Rivierenhof zijn, om er maar drie van afgelopen
weekend te noemen. Evenementen die voor cultureel genot en andere vormen van
extase zorgen, en die te belangrijk zijn voor ons geestelijk evenwicht om ze op
te geven uit angst voor wezens die ergens ver van deze samenleving opgesloten
zouden moeten zitten en dat, helaas, in vele gevallen nog niet zijn.

Fight for your right to
party
! Doe het. Voor Aurore.



De Blokkendoos

Samenleving Posted on ma, juli 15, 2013 13:03:53

Uit onderzoek is gebleken dat er meer dan waarschijnlijk niets
aan de hand was in De Blokkendoos, de basisschool in Antwerpen-Kiel die drie
weken geleden uit veiligheidsoverwegingen de deuren moest sluiten na massaal
protest tegen seksueel misbruik door een 23-jarige juf. Vermeend seksueel misbruik, zo blijkt nu, en zo lang dit land een
rechtsstaat is, moeten we vertrouwen hebben in het gerecht (hoe moeilijk dat
soms ook is, als je er sommige wereldvreemde vonnissen op naslaat). Toch één
slag om de arm houden: volgens het parket is het onderzoek nog niet volledig
afgerond.

Maar laten we er gemakshalve van uit gaan dat het parket
niets bezwarends meer zal vinden. Dan dragen de ouders die de zaak naar buiten
hebben gebracht een verpletterende verantwoordelijkheid. Hebben zij de signalen
van hun kind(eren) verkeerd begrepen? Hadden ze hun kind(eren) niet eerst naar
een kinderpsycholoog moeten meenemen, om na te gaan in hoeverre die
beschuldigingen realistisch en gegrond waren, en geen kinderfantasie? Even
verpletterend is de verantwoordelijkheid van de moslimfundamentalisten die –
hoewel niet betrokken bij de zaak, noch bij de school – mee aan de
schoolpoorten kwamen betogen.

De luidste roepers zijn vaak diegenen die er in wezen niets
mee te maken hebben, toch niet rechtstreeks. Zij krijgen doorgaans wel de
meeste aandacht. Zowel binnen hun eigen gemeenschap, als in de media. Media houden van slogans, toeters, bellen en uitslaande
decibelmeters. En dus kregen enkele ongure types een microfoon onder de neus
geduwd. Zelfs vandaag nog, wanneer we toch geredelijk mogen aannemen dat alles
berustte op een misverstand of dat de hetze georkestreerd was (misschien moet
het parket dat wel eens onderzoeken!), krijgt een idioot van Sharia4Belgium veel
weerklank met zijn dreigementen aan het adres van de leerkrachten. Zo’n man hoort niet thuis in een vrije samenleving.

***

De Antwerpse burgemeester – die overigens nogal gretig
uitpakte met het nieuws, terwijl het onderzoek in feite nog loopt – bevestigde
als eerste de conclusie dat er niets aan de hand is. ‘Als dat klopt, dan gaat
het hier om een klassiek geval van massahysterie,’ zei hij, ‘nog verergerd door ophitsing binnen één
etnische groep door elementen die labiel zijn en door extremistische moslims
die het niet goed voor hebben met de samenleving.’ En hij riep de
‘slachtoffers’ (waarmee hij bedoelde: leerkrachten en sommige ouders) op om
klacht neer te leggen tegen de ophitsers.

Los van zijn iets té snelle reactie heeft Bart De Wever
gelijk. Dit is een gevaarlijk precedent. Als een stel ‘professionele’
herriemakers erin slaagt om een school te laten sluiten, enkel en alleen door
religieus fanatisme, hatelijk gedrag en fysieke bedreigingen, dan kunnen we dat
als seculiere samenleving niet pikken. Zo simpel is dat. Of je nu
extreem-rechts bent (en per definitie tegen andere culturen) of extreem-links (en bijna
per definitie alles door een xenofiele bril bekijkt) of iets daartussenin.

Anderzijds kan je je ook afvragen of de stad Antwerpen, door onmiddellijk de school te sluiten, niet te snel heeft toegegeven aan chantage, al moet je natuurlijk ook de veiligheidsafweging maken. Moeilijke kwestie: hoe pal blijf je staan en hoe lang hou je dat vol zonder de fysieke integriteit van je medeburgers in gevaar te brengen? Hoe dan ook: in
een rechtsstaat, waar bovendien lang geleden de scheiding van Kerk en Staat werd
afgedwongen, mogen we ons niet laten chanteren door onverdraagzaamheid. Net
zomin als dat we zelf onverdraagzaam mogen zijn tegenover andersdenkenden en
mensen uit andere culturen.

Het zou goed zijn dat er vanuit de moslimwereld een stevige
reactie komt tegen de luidruchtige minderheid die altijd weer de confrontatie
opzoekt. Waar zijn de progressieve imams, de politici van allochtone origine en
de perfect geïntegreerde derde- en vierde-generatie-medelandgenoten? Waarom
horen we hun stem niet in dit debat? Is het omdat de media hen geen forum
bieden? Hebben ze misschien geen mening over dit soort dingen? Of heerst er
angst, omdat de fundamentalisten voor niets terugdeinzen?

Het zou ook goed zijn mochten de Vlaamse politieke partijen
naar buiten treden met een duidelijk standpunt dat tegelijkertijd hard ingaat
tegen de feiten (het onterecht beschuldigen van een juf – niet vergeten: een
trauma voor het leven! – en het tijdelijk sluiten van een school) en een hand
reikt aan de goed menende moslims (waarvan ik nog altijd durf te
veronderstellen dat het een ruime meerderheid is).

De Blokkendoos onderstreept ook het morele faillissement van
de concentratiescholen. In een multiculturele samenleving (leer er mee leven, Filip Dewinter & co!) werkt monoculturalisme contraproductief. Altijd.
Overal. Dit is een opdeling in wij en zij, die diep geworteld is in het
verleden, nauwelijks voeling heeft met het heden en al zeker geen oog heeft
voor de toekomst. Concentratiescholen zijn de geïnstitutionaliseerde gettoïsering.
Weg ermee!

***

Nuance. Ik schreef er al over. En ik schrijf er opnieuw
over. Kennen we dat nog? Passen we dat nog toe? Ik had gisteren op Twitter een
levendige discussie over de ritzege van Christopher Froome in de Tour. De
dopingaantijgingen kwamen weer uit allerlei hoeken aanwaaien. Als Froome zelf zo
kort door de laatste bocht zou gereden hebben, hij lag vijftig meter diep een
ravijn in! Maar het kan tegenwoordig allemaal, zeker in sociale media, waar je door de
beperking van het aantal lettertekens al verplicht bent om spitante oneliners te
produceren en je alleen aandacht genereert door iets opvallends te schreeuwen.
Zelden is dat doordacht.

Iemand opperde dat wij, de toeschouwers, het recht hebben om
renners in verdenking te stellen. Neen, dat hebben we niet, beste meneer! ‘In
verdenking stellen’ is iets voor onderzoeksrechters. Dat is iets wat we in een
rechtsstaat moeten overlaten aan de professionals. Wat je wel mag doen, als
toeschouwer, is een gezond wantrouwen koesteren, achterdochtig zijn, niet
direct staan juichen na een ‘historische’ prestatie. Dat recht hebben we wel.
Dat is zelfs gezond, gezien wat er in het verleden gebeurd is. En zelfs vandaag, kijk naar het nieuws over Tyson Gay en Asafa Powell in de atletiekwereld.

Maar iemand zomaar beschuldigen zonder nog maar de minste
hint van een bewijs is ziekelijk. Het hoort wat mij betreft thuis bij de horde
hardroepers aan de poorten van De Blokkendoos. En wie wil daar nu bij staan,
als weldenkende mens?



11 juli

Samenleving Posted on do, juli 11, 2013 13:02:02

Ik gebruikte Johan Verminnens tekst hier al eerder, maar op
de Vlaamse feestdag is hij meer dan ooit van toepassing: ‘Ieder met zijn hymne
/ Ieder met zijn vlag / Ieder in dit landje, heeft zijn eigen feestjesdag’. Het
lied dateert van 1973 en toen was de inkt van de allereerste staatshervorming
in dit land amper opgedroogd. Benieuwd hoe de gedelegeerd bestuurder van SABAM dat
refrein zou actualiseren naar de situatie van vandaag.

Ach, ik heb niets tegen die hele 11de juli. Om te beginnen
is één van mijn beste vrienden vandaag jarig, dus is het hoe dan ook een beetje een lokale feestdag. Maar ik heb helemaal niets met Vlaamse Beweging, Vlaamse
onafhankelijkheid en Vlaamse symboliek, en ik moet altijd opnieuw opzoeken hoe
dat nu weer zat op die 11de juli 1302, daar ergens in de buurt van Kortrijk, gewoon
omdat mijn geheugen dat om één of andere reden weigert te stockeren.

Maar dat belet niet dat ik mijn Vlaamse vrienden hun
feestdag gun. Ik koester Voltaires beroemdste uitspraak: ‘Ik verafschuw wat u
zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’ Dat uitgangspunt is
de basis van verdraagzaamheid en pluralisme, wat tegenwoordig helaas bedreigde
deugden zijn. Ik voeg er echter meteen een andere oneliner
van monsieur Voltaire aan toe:
‘Eigenliefde is een ballon gevuld met lucht, waaruit stormen te voorschijn
komen als je erin prikt.’

Is het streven naar Vlaamse onafhankelijkheid een ‘ballon
gevuld met lucht’? Is het een vorm van extreme ‘eigenliefde’? De tijd zal het
(wellicht) uitwijzen, maar als ‘Europeaan’ zit ik niet te wachten op
schaalverkleining, tenzij – héél misschien – binnen het kader van de
Grootnederlandse gedachte, maar daar zitten de Nederlanders allicht weer niet
op te wachten. Dus sta me toe dat ik af en toe eens in die ballon prik; het
heeft me alleszins al wat stormpjes opgeleverd.

Voor alle duidelijkheid: net zomin als ik iets heb met 11
juli, word ik uitbundig op 21 juli (Nationale Feestdag) of 27 september (Dag van de Franse
Gemeenschap). Ik loop niet graag achter een vlag aan, ik zing niet uit volle
borst mee met hymnes. Dat is mijn biotoop, waarin ik alles in vraag durf
stellen en zelf wil kunnen bepalen of ik het glas als halfleeg of halfvol zie.
Waar geen plaats is voor geloof, bijgeloof en bijna-geloof. Waar iedereen
welkom is, op voorwaarde dat je bereid bent om zelf iedereen welkom te heten.
(Zo blijven er uiteindelijk bitter weinig geestverwanten over, da’s een feit!) Waar vóór iets of
iemand zijn, niet impliceert dat je daarom meteen ook tégen iets of iemand
anders moet zijn (ik ben, bij wijze van voorbeeld, vóór Beerschot, maar daarom niet tégen Antwerp). Waar Nuance,
Hoffelijkheid en Relativeringsvermogen met hoofdletter worden geschreven en
meer zijn dan Schone Schijn. Welkom in mijn Utopia!

Dus, lieve lezer die tégen Vlaamse onafhankelijkheid is:
wees breeddenkend en gun die andersdenkenden hun feest. En, lieve lezer die vóór
Vlaamse onafhankelijkheid is: geniet van je dag, maar besef dat jullie
overtuiging niet dé overtuiging is (en vooralsnog door een minderheid wordt
beleden, haha).

Morgen is het gewoon weer 12 juli, een dag als een andere.
Zoals ook 11 juli, 21 juli en 27 september dat zijn. Of 1 juli 2014, de dag dat
de zesde staatshervorming in de praktijk zal worden omgezet.

Toch zou het handig zijn dat niet iedereen zijn
‘feestjesdag’ zou hebben, maar dat we ons kunnen scharen achter één
gemeenschappelijke dag in het jaar. Laten we dan gaan voor 13 juli. Ligt tussen
11 en 21 in en vanaf 13 juli 2014 zal het ons ook herinneren aan de wereldtitel
van de Rode Duivels in Brazilië. Een mens mag toch dromen?



Santo stupido!

Samenleving Posted on di, juli 09, 2013 18:54:12

De katholieke wereld is in extase: vorige week heeft paus
Franciscus een document ondertekend om één van zijn voorgangers,
Johannes-Paulus II, heilig te verklaren. Ik heb het even voor u opgezocht: om
heilig te worden verklaard moet je twee wonderen hebben verricht. Bij leven
werd de onverklaarbare genezing van een non met de ziekte van Parkinson destijds
al aan Johannes-Paulus II toegewezen.

Maar het allerstrafst was zijn tweede mirakel. Dat geschiedde
namelijk op 1 mei 2011 en toen was de Poolse paus, baas in ’t Vaticaan van 1978
tot 2005, al zes jaar hemelwaarts getogen. Die dag werd Johannes-Paulus II namelijk
zalig verklaard (‘zalig’ is het voorstadium van ‘heilig’, voor de atheïsten
onder u), terwijl op hetzelfde ogenblik een Italiaanse vrouw genas van kanker. Miracolo! En dat werd dan ook maar
meteen toegeschreven aan de invloed van de zopas zaligverklaarde. In de
katholieke kerk kijken ze niet op een mirakel meer of minder.

Nog vóór het jaar 2013 ten einde is, mogen gelovigen over de
hele wereld ‘Hosanna in den hoge’ zingen voor hun tot heilige uitgeroepen
gewezen herder. Zo rond Kerstmis, vermoed ik, dat zou wel fijn zijn voor de
sfeer. Eigenlijk vinden vele gelovigen dat nog veel te laat, want reeds bij
zijn begrafenis schreeuwden ze ‘Santo subito’ (‘Maak hem onmiddellijk
heilig!’). Tja, in sommige kringen wordt er nu eenmaal sneller gewerkt dan in,
pakweg, de Belgische gerechtelijke wereld.

Normaal bemoei ik mij niet met geloof en bijgeloof, zolang
men mij maar gerust laat in mijn eigen overtuigingen. In dit geval wil ik toch
een uitzondering maken. Want als Johannes-Paulus II iets níet was, dan is het
wel een heilige. De man, die begin jaren tachtig op een cover van Humo prijkte met de ondertitel ‘Van Pool
tot zeveraar’ (een woordspeling op het toenmalige populair-wetenschappelijke
BRT-programma Van Pool tot evenaar),
heeft zich namelijk zevenentwintig jaar lang misdragen in Rome en ver
daarbuiten.

Ik zal me Johannes-Paulus II vooral herinneren als de Paus
die met zijn anticonceptie-uitspraken onrechtstreeks verantwoordelijk was voor
de dood van miljoenen gelovigen, voornamelijk in het goedgelovige Afrika.
Daarnaast zal ik me hem herinneren als de man die, gezien zijn afkomst (het
toen nog Sovjetgezinde Polen), heel nuttig was in de strijd tegen het goddeloze
communisme, een aardse status die hij gretig aanvaardde. En we mogen ook niet
vergeten dat hij voorop ging in de strijd tegen de ontvoogding van vrouwen,
homoseksuelen, transseksuelen en religieuze vrijheidsstrijders. Uiteraard
kantte hij zich ook openlijk en ferm tegen abortus, euthanasie en elke vorm van
andersgeaardheid.

Op de ‘erelijst’ van Popie
Jopie
staat ook dat hij maar liefst 104 buitenlandse reizen maakte en dat
hij zich daarbij aanschurkte tegen dictators, fascistoïde machtswellustelingen
en geestelijke onderdrukkers. Hij riep tijdens toespraken op tegen
materialisme, kapitalisme, politieke onderdrukking, de doodstraf en armoede, en
ging vervolgens gezellig op de koffie met potentaten die zich met alle
mogelijke middelen, executies inbegrepen, aan de macht vastklampten. Let op
mijn woorden, niet op mijn daden, zo ging dat ongeveer.

Deze man verdient geen heiligverklaring. Zoals het
Hitlerregime, terecht, voortdurend in herinnering wordt gebracht omwille van de
gruwelijke dood van zes miljoen joden in de concentratiekampen, zo zou het goed
zijn dat we de wandaden van Johannes-Paulus II voor ogen blijven houden.
Hoeveel miljoenen mensen zouden gered geweest zijn, mocht het hoofd van de katholieke
kerk halfweg de jaren tachtig condoomgebruik hebben toegelaten, ja, eventueel zelfs aangemoedigd? U
vindt dat een choquerende vergelijking? Bedenk dan dat je dikwijls alleen door
te chargeren sommige waarheden onder
ogen durft zien!

Johannes-Paulus II, een volstrekt onbetrouwbaar, miserabel figuur met
mijter en keppeltje.

***

Bij zijn aantreden had ik onmiddelijk bedenkingen bij de
figuur van de 76-jarige Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio. Als Paus
Franciscus blijkt de man, voorlopig, het voordeel van de twijfel te verdienen. Hij
stelt zich bescheiden op en zijn allereerste trip buiten Rome was naar het
Italiaanse eilandje Lampedusa, de plek die bekend staat als ‘poort van Europa’
en langs waar jaarlijks duizenden vluchtelingen proberen het Europese vasteland
te bereiken, een onherbergzame reis naar het continent dat nog altijd als ‘het
beloofde land’ wordt beschouwd en die velen met de verdrinkingsdood bekopen.

Franciscus hekelde de wereldwijde onverschilligheid
tegenover dit soort drama’s en pleitte voor ‘broederlijke
verantwoordelijkheid’. Een verfrissende aanpak, die hij hopelijk kan en mag
verder zetten van zijn reactionaire entourage. Misschien wordt hij dan toch de
paus van de armen, een paus die voor het eerst sinds lang – na de oerconservatieve
Paulus VI, de verschrikkelijke Johannes-Paulus II (zie hierboven) en de
hardleerse Benedictus XVI (‘hardleers’ in de zin van: de kerkelijke leer als
onwrikbaar, letterlijk te interpreteren en onverbeterlijk propagerend) –
aandacht lijkt te schenken aan mensen die het moeilijk hebben in deze wereld.
Een fundamentele taak die de kerk nochtans meer dan vijftig jaar heeft
verdrongen.



Vrouwelijke touch

Samenleving Posted on ma, juli 08, 2013 12:02:34

De eerste minister kon het vrijdagmiddag niet genoeg benadrukken: het
compromis over het eenheidsstatuut dat na 27 uur vergaderen bereikt was, was
vooral de verdienste van drie vrouwen. En hij roemde de ‘vrouwelijke touch‘ (’toetsj’ zei hij, want ’s mans
talenkennis is nu eenmaal rudimentair) van minister De Coninck, haar kabinetschef
en zijn eigen kabinetschef.

Een mooi gebaar van de premier? Ik had vooral het
gevoel dat hij, wellicht onbedoeld, nogmaals onderstreepte dat we qua emancipatie
nog altijd veel te leren hebben en dat zulke uitspraak ons weer wat dichter bij
het bordje ‘Terug Naar Af’ heeft gebracht. Maar dat kan ook aan mij liggen!

Als we het erover eens zijn dat de inbreng van vrouwelijke
ministers, kabinetschefs en allerhande medewerkers goed/maatschappelijk
noodzakelijk/professioneel verantwoord/nuttig/doodnormaal is, dan is het prima om
schouderklopjes uit te delen als er resultaat behaald werd, maar niet om het
‘vrouwelijke’ daarvan voorop te stellen. Als dàt gebeurt, dan wordt wat De
Coninck & co gepresteerd hebben als uitzonderlijk beschouwd. Omdàt het
vrouwen zijn. Omdàt we dat niet gewend zijn. Omdàt vrouwen nog altijd
ondergeschikt zijn aan mannen.

Volwassen en emancipatorisch verantwoord omgaan met dit
soort situaties zou eerder inhouden dat we het normaal achten dat vrouwen dit
kunnen. Omdàt ze gelijkwaardig zijn. Omdàt ze weliswaar àndere capaciteiten
hebben, maar daarom niet minderwaardige. Omdàt ze even veel recht hebben op
hoge functies, ook in de politiek, als mannen.

Dat de eerste homoseksuele eerste minister van ons land op
deze manier flatert, maakt het extra pijnlijk. Net hij zou beter moeten weten. Op
een idiote enkeling na is er niemand die Di Rupo ongeschikt vindt voor het
premierschap omwille van zijn geaardheid. Als hij al kritiek oogst, is die
inhoudelijk of partijpolitiek gekleurd, maar wordt er bij mijn weten bijna
nooit misprijzend gepraat over zijn homofilie en wordt er, àls hij al onbekwaam
wordt geacht, niet verwezen naar dat homo-zijn. En dat is goed. Dat betekent
dat we als samenleving verder staan dan vele andere zogezegd beschaafde landen. (Stel je voor dat we bij elke beslissing zouden zeggen ‘Toch knap dat een homo dit kan!’ of ‘Typisch voor een homo, trekt op niks!!!’)

Laten we Monica De Coninck, Yasmine Kherbache en Eva Van
Hoorde feliciteren met hun niet te onderschatten bijdrage in het tot stand
komen van een historisch compromis. Gezien de harde en moeizame onderhandelingen
die eraan voorafgingen, mag dit gerust een uitzonderlijke prestatie genoemd
worden. Maar vergeet alstublieft om die ‘vrouwelijke touch‘ extra in de verf te zetten. Dit was het werk van drie knappe
koppen (m/v). Punt.



Arm Vlaanderen

Samenleving Posted on za, juni 22, 2013 16:58:06

Ze hadden toen nog oervlaamse voornamen als Jan, Jef, Rudy,
Peter, Wim en Eddy (*). Ze vielen op door te proberen niet op te vallen. De ene liep soms
veertien dagen in dezelfde trui rond, die vol opgedroogd kwijl en kots en
etensrestjes hing. Een andere droeg altijd witte hemden, die uit zijn broek slobberden en er zeer grauw
uitzagen, opgefleurd met streepjes bic en vlekken blauwe inkt. Een derde zag er
graatmager en ziekelijk uit, met wallen onder de ogen, door een chronisch
slaaptekort.

Ze liepen rond in afgedragen broeken die veel te kort waren
en een eind boven hun tot op de draad versleten sokken ophielden te bestaan.
‘G’hebt water in uwe kelder,’ kregen ze uitentreuren op de speelplaats te horen
van de omstanders, die zichzelf onverminderd grappig bleven vinden. Ik riep
niet mee, want ik vond dat ongepast. Maar ik kwam evenmin tussenbeide. Ik had zelf niks tekort, maar ook niks te
veel. En ik had toen nog ros haar, dus als ze ‘G’hebt water in uwe kelder’ schreeuwden
naar die arme dutsen, dan hadden ze ’t tenminste niet gemunt op die sukkel met zijn
ziekenfondsbrilletje (‘Brillekas!’) of op mij (‘Rosse kater, springt in
’t water, met uw tenen boven water!’).

Ik nam u twee paragrafen lang mee naar Merksem, halfweg de jaren zestig.
Kinderen waren ook toen onschuldig, maar wreed. Of moet dat wreed, maar
onschuldig zijn? Kinderen zijn niet veranderd. De tijden wel. Maar die
schrijnende armoede, die je toen zag, maar die je nog niet kon benoemen omdat
dat zelfstandig naamwoord door niemand werd gebruikt, die is er vandaag nog
altijd. Jan, Jef, Rudy, Peter, Wim en Eddy heten nu Kevin, Wesley, Björn,
Stefany, Kaily en Janice. Of Mika, zoals we donderdag in een pijnlijk
confronterende aflevering van het Canvas-duidingsmagazine Panorama konden zien.

***

Ik weet niet of de jongens van vandaag nog altijd water in
hun kelder hebben. Ik weet niet of Kevin wel eens werd opgepakt omdat hij een
lolly probeerde te stelen en achteraf een flink pak slaag kreeg van zijn vader,
een knokige dokwerker, zoals Jan destijds overkwam, waardoor die twee weken met een blauw oog (‘een blauw ket’) rondliep. Ik weet niet of Wesley op
het einde van de week een penetrante strontgeur verspreidt, zoals Jef, die een
hele week moest doen met één onderbroek en dan ook nog eens last had van een
weerspannige maag. Ik weet niet of Björn vier seizoenen van het jaar moest
rondhossen in dezelfde schoenen, waarvan de zolen er alleen met wat colle tout nog enigszins bleven aan
bengelen. Bij Rudy was dat alleszins het geval.

Wat ik wel zeker weet, is dat ze nog altijd worden
uitgelachen door hun klasgenoten die wel een gsm hebben, twee keer per jaar op
reis gaan en alle cadeautjes die ze maar wensen krijgen met Kerstmis,
nieuwjaar, Pasen, als ze een goed rapport halen, als oma goed gezind is, als de
zon een aantal dagen na elkaar heeft geschenen, als de seks tussen pa en ma nog
eens goed was, en op hun verjaardag. Kinderen blijven wreed, maar onschuldig
(of omgekeerd). En ze zullen dat altijd blijven. Niets menselijks is hen
vreemd: onze samenleving leert hen om geen mededogen te hebben.

Het is een survival of the fittest, nietwaar, dus
kan je maar beter op tijd beginnen met de sukkelaars duidelijk te maken dat ze
sukkelaars zijn. Naar boven likken en naar beneden trappen, ja, zo kan je ’t
maken in het leven. Althans, zo wordt ons dat geleerd. Is het niet op school,
dan wel thuis. Is het niet thuis, dan wel op het speelplein. Is het niet op het
speelplein, dan is er nog wel één of andere ondernemer die benadrukt dat er te
veel profiteurs rondlopen in deze negorij bij de Noordzee.

In deze maatschappij krijg je applaus van alle neo-liberale
banken als je als Staatssecretaris voor Asiel en Migratie negentig miljoen euro
teruggeeft, omdat je dat niet meer nodig hebt voor de opvang van asielzoekers,
terwijl je ondertussen ook Armoedebestrijding in je portefeuille hebt zitten.
Misschien zat er nog wat slagroom in de ogen van Maggie De Block of heeft ze
die Panorama-reportage gewoon niet
gezien, maar haar geste getuigt niet van een perfecte timing, om het zacht uit
te drukken.

***

‘The test of our progress is not whether we add more to the
abundance of those who have much, it is whether we provide enough for those who
have little’. Dat is geen uitspraak van een marxistische filosoof of een naïeve
wereldverbeteraar, maar van de enige Amerikaanse president die van de kiezers meer dan acht
jaar in het Witte Huis mocht verblijven, Franklin D.
Roosevelt.

De graad van beschaving kan je afmeten aan het aantal armen
in een samenleving en aan de Panorama-uitzending
te zien, hebben we nog een heel eind af te leggen, want elke arme is er één te
veel. Maar ook nu is er heel weinig mededogen met de Mika’s van deze wereld.
Het is hun eigen schuld. Of beter: het is de schuld van hun ouders, die te
dom/te lui/te koppig (schrappen wat niet past) zijn.

Zoals het te simplistisch
zou zijn om de armoede te wijten aan kortzichtige politici, het blinde kapitalisme
of de graaicultuur van CEO’s en topmanagers, zo getuigt het ook van bijzonder
weinig mensenkennis en inlevingsvermogen om de schuld van de armoede bij de
armen te leggen. In Panorama hoorden
we een moeder vertellen dat ze geen job kon aannemen, omdat ze dan niet meer in
staat was om haar kinderen ’s avonds op te vangen. ‘Profiteur, dat komt ervan,’
lees je dan als reactie. Diezelfde mensen zouden in een even harde toonaard die moeder
verwijten een slechte moeder te zijn, wanneer ze er ’s avonds níet zou geweest zijn voor haar jonge kinderen.

Natuurlijk moeten we ook de armen responsabiliseren en alles
in het werk stellen opdat ze normaal zouden kunnen functioneren. Maar die
tweede voorwaarde komt voor de eerste. Eerst moeten we de mogelijkheid scheppen, daarna kunnen we pas afdwingen dat er gebruik van gemaakt wordt. Onze overheid moet een prioriteit maken
van de armoedebestrijding en niet doen alsof dat een derdewereldprobleem is.

De Vierde Wereld is een realiteit. In verkrotte en
beschimmelde woningen bij ons om de hoek, waar huisjesmelkers het rijk voor
zich hebben en de miserie exploiteren. Tim F. Van der Mensbrugghe schreef er
onlangs een inlevingsreportage over in De
Morgen
. Hij was een tijdje gaan leven als arme onder de armen in de wijk Brugse Poort in Gent. Voorwaar geen prettige
lectuur. In het partijprogramma van zowat alle partijen in zowat alle steden en
gemeenten werd het bouwen van sociale woningen voor de
gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar als prioritair naar voor geschoven, net zoals dat zes jaar geleden al het geval was en ongetwijfeld ook zes jaar dáárvoor.

In
de praktijk zijn lokale, Vlaamse en federale politici bezig met heel andere
dingen. Bureaucratische regeltjes opstellen, bijvoorbeeld, zodat de armen – die
sowieso al de weg niet weten – te laat komen met hun aanvraag. Of helemaal niet
komen, want dat vergeten we ook nog wel eens: hoe stigmatiserend het moet zijn
om naar buiten te treden met je armoede, om ‘Help mij’ te zeggen, om toe te
geven dat je niet past in het ideaalplaatje van de modelburger zoals je dat
hebt meegekregen op school. ‘Ik ben een mislukkeling in uw ogen, maar ik kom u
toch vragen om mij te helpen’: het bekt niet echt lekker. We weten hen nochtans wonen. We kunnen ook naar hen toe stappen, dat maakt de vernedering al een stuk kleiner.

***

‘In een goed geregeerd land is armoede iets om je over te schamen. In een slecht geregeerd land is rijkdom iets om je voor te schamen’. Dat zeg ik niet, dat zei Confucius tweeduizend vijfhonderd jaar geleden. Hoe dan ook: we kijken liever niet om naar de armen, tenzij Panorama ons met de neus op de feiten drukt.

En dus kijken we weg als we Jan, Jef, Rudy, Peter, Wim,
Eddy, Kevin, Wesley, Björn, Stefany, Kaily, Janice en Mika vanuit onze ooghoek
ontwaren. We doen dat nu, zoals we dat toen ook deden. Sportjournalist Piet
Theys zei ooit: ‘Verenig u met het succes van de succesvollen op het ogenblik
dat ze succes hebben en een deel van dat succes zal op u afstralen’. Met de
armen is dat net omgekeerd, als u mij een parafrase toestaat. ‘Blijf uit de
buurt van het ongeluk van de ongelukkigen op het ogenblik dat ze ongeluk
hebben, want een deel van dat ongeluk zou op u af kunnen stralen’.

Ik geef zelf nooit een cent aan een bedelaar, omdat ik ervan
uitga dat mijn conjuncturele gift niet bijdraagt tot een structurele oplossing
van zijn probleem. Ik zou wel, als dat maar enigszins mogelijk zou zijn, heel graag een
belangrijk percentage van mijn door de overheid afgeroomde inkomen toewijzen
aan sociale ontwikkeling en armoedebestrijding, omdat ik vind dat ik – gelukzak, die een halve eeuw terug niet
veertien dagen in dezelfde ondergekwijlde, naar zweet, pis en kak stinkende
kleren heb moeten rondlopen – mijn kleine beetje geluk niet mag misbruiken om
te spuwen op diegenen die ‘water in hun kelder’ hebben.

(*) De gekozen voornamen
uit mijn jeugd zijn fictief. Het ging om andere oervlaamse voornamen.



Integratie

Samenleving Posted on ma, juni 17, 2013 13:30:23

Zaterdag stond er in De
Standaard
een interessant interview met Ahmed Azzouz, een inspecteur uit het
islamonderwijs. Daarin pleit de man ervoor om imams een inburgeringscursus op
maat te geven en hen onder te dompelen in een taalbad Nederlands. Blijkbaar
citeren imams nog volop Koranverzen in het Arabisch, terwijl hun toehoorders
hun moeder-, grootmoeder- of overgrootmoedertaal steeds minder goed beheersen.
Deze taalbarrière was mij tot nog toe onbekend en komt mij over als
het voortdurend gebruiken van vreemde talen om indruk te maken op je gevolg (en
ook wel voor een stuk onbegrijpelijk te zijn, want dan blijf je mysterieus en
onaantastbaar). Zo’n beetje als het te pas en te onpas hanteren van Latijnse gezegden,
bijvoorbeeld.

Verderop in de weergave van het gesprek zegt Azzouz dat we
nog te veel in een wij/zij-verhaal leven. ‘Dat is de grootste fout die deze
maatschappij maakt: dat moslims van de tweede, derde en vierde generatie nog
altijd worden beschouwd als vreemdelingen. Hoe kun je nu verwachten dat iemand
die over één kam wordt geschoren met een asielzoeker die pas is aangekomen, een
positieve bijdrage wil leveren aan de maatschappij?’

Azzouz heeft een punt, maar hij vertelt niet het volledige
verhaal. Integratie is een kwestie van kunnen, mogen én willen.

Kunnen

Laten we beginnen bij het begin: integratie juridisch en
maatschappelijk mogelijk maken. Dat is de taak van de overheid. In ons land: overheden, wat een coherent
integratiebeleid niet makkelijker maakt. De algemene boodschap is: ons land is
vol. Alleen politieke vluchtelingen mogen er op bepaalde voorwaarden in. En dan
nog. Denk aan de Afghaanse jongen Parweis Sangari, die zich volgens zijn Vlaamse omgeving volledig had
geïntegreerd, maar vorig jaar toch werd teruggestuurd naar het – volgens de
Dienst Vreemdelingenzaken – veilige Kaboel. De jongeman zou daar nu
ondergedoken leven. Ik wil niet ingaan op dit dossier, omdat ik de details niet
ken, maar het geeft wel aan dat er ambiguë situaties kunnen ontstaan rond
begrippen als ‘politieke vluchteling’.

Doet onze overheid genoeg om tweede-, derde- en
vierdegeneratie-migranten te integreren? Je zou kunnen zeggen dat Maggie De
Block (federaal) en Geert Bourgeois (Vlaanderen) iets doen, hun best bijvoorbeeld, maar dat het nog altijd ruim ontoereikend
is. Op de arbeidsmarkt worden mensen met een andere huidskleur gediscrimineerd.
Dat was tien, twintig, dertig en veertig jaar geleden al zo (niet vijftig jaar
terug, want toen hadden we ’t over gastarbeiders en die waren, al dan niet
tijdelijk, welkom om het vuile werk op te knappen dat wij, Belgen, niet meer
wilden doen). En het is anno 2013 nog altijd zo. Bedrijven zijn echter niet al te kieskeurig wanneer ze
discrimineren: niet alleen allochtonen ondervinden het, maar ook vrouwen,
gehandicapten en vijftigplussers. Een 51-jarige vrouw van Marokkaanse origine
in een rolstoel moet niet al te veel hoop koesteren dat ze nog een deftige job
vindt in ons land.

Van de overheden mag je verwachten dat ze streng optreden
tegen elke vorm van discriminatie. Dat gebeurt niet. Zelfs een bedrijf als
Feryn, dat enkele jaren geleden nog openlijk aangaf niet geïnteresseerd te zijn
in allochtone kandidaat-medewerkers, kwam er met een heel klein beetje pek en
veren in de media vanaf. Integratie wordt nog te vaak gezien als je slaafs
onderwerpen aan de adopterende cultuur. En die huidskleur, daar kan je nu eenmaal
niets aan doen, maar het blijft wel een stigma.

Mogen

Wil de plaatselijke bevolking wel dat je integreert? In
theorie mogelijk wel, in de praktijk helaas niet. Waar ik woon, in een zeer
landelijke gemeente, wordt een medemens met een lichtjes afwijkende huidskleur
nog altijd bekeken zoals een koe naar een voorbijrijdende trein kijkt: wat doet
die hier?

Ik kan niet oordelen over Wallonië, maar in Vlaanderen zijn
we niet overdreven gastvrij, om het zacht uit te drukken. Niet alleen het
jarenlange succes van een openlijk racistische partij wijst daarop, maar ook de
weifelende houding van de meeste andere partijen, politici en burgers. In sommige media
en steden heeft men het woord ‘allochtoon’ afgevoerd, alsof dat de oplossing
zou zijn. Toegegeven, het is een aanzet om stigmatiserend woordgebruik te
vermijden, en dus daardoor al verdienstelijk, maar het stigmatiseren wordt er
daarom niet minder door.

Xenofobie en racisme zijn volop aanwezig in de Vlaamse
samenleving. Het tweede is ziekelijk en kan je alleen maar bestrijden door een
strikt sanctioneringsbeleid toe te passen. Racisten horen niet thuis in een
pluralistische, multiculturele omgeving en verdienen het dan ook om bestraft te
worden als ze zich niet aanpassen aan de wetten, decreten en maatschappelijke spelregels.
Het eerste, xenofobie, zit in elk van ons. Angst voor het vreemde is menselijk
en in een aantal omstandigheden zelfs wenselijk, bij wijze van zelfbescherming.
Maar in de omgang met andere culturen is het zonder meer ongepast.

Je moet je eigen cultuur zeker niet opgeven voor
nieuwkomers, maar je mag ze vooral ook niet als enige Absolute Waarheid
opdringen. Cultuur evolueert. Alleen religieuze zeloten hebben dat niet door,
wat ook hun geloofsovertuigingen moge zijn. Alle godsdiensten zijn trouwens in
datzelfde bedje ziek, alleen valt het bij de islam meer op omwille van het
openlijke fundamentalisme en, uiteraard, het terrorisme, de voornaamste uitwas
van een extreem fundamentalistische levenshouding.

Als we duizend jaar geleden geleefd
zouden hebben, dan zouden we nu niet over het moslim- maar over het
christelijke fundamentalisme spreken. Herinner u de kruistochten, de vanuit een
christelijke geloofsovertuiging ingegeven expansieve drang om andersdenkenden
desnoods gewelddadig te bekeren. Terrorisme avant la lettre. In het westen zijn
we nogal snel geneigd dat onder het tapijt van de geschiedenis te vegen.

We kunnen maar beter aanvaarden dat onze samenleving
evolueert, verschuift, anders ingekleurd wordt. Zo zit het leven in mekaar. Ik
was vorige week in Londen: daar is het straatbeeld veelkleurig. Zijn er daarom
geen problemen meer met racisme? Neen, maar het wordt veel minder oogluikend
toegestaan dan bij ons. Ander voorbeeld: zonder migratie en integratie zouden de Verenigde
Staten niet bestaan. Oordeel zelf of u dat een fijn idee vindt of niet, maar ga
er gerust van uit dat samenlevingen veranderen. That’s life!

Willen

Ahmed Azzouz heeft dus overschot van gelijk wanneer hij
uithaalt naar het wij/zij-verhaal, maar hij vergeet eraan toe te voegen dat de
migrant ook in termen van ‘wij’ en ‘zij’ denkt, en dat is net zo goed fout. Om
volwaardig te kunnen integreren, moet er dus ook een wil zijn om je in je
adoptiegemeenschap in te leven. Dat vereist niet dat je je eigen cultuur
helemaal opoffert, maar wel dat je op zijn minst respect betoont voor wetten,
decreten en maatschappelijke regels.

Net zoals er te weinig moeite wordt gedaan om
‘vreemdelingen’ welkom te heten, schort er ook iets aan de wil om te
integreren. (Ik schrijf dit enigszins veralgemenend neer, want er zijn
uiteraard ‘nieuwe Belgen’ die nagenoeg perfect geïntegreerd zijn, maar ik vrees dat dat
al bij al een minderheid blijft, waarmee ik dan weer niet gezegd wil hebben dat
de meerderheid potentieel gevaarlijk is!) En alweer is godsdienst de splijtzwam
en wordt het fanatisme beleden naargelang de interpretatie van een heilig boek
volgens de letter of de geest gebeurt. De vrees voor omgekeerde kruistochten is
vandaag prominent aanwezig en dat is, gezien 9/11 en dat soort zaken, niet eens
onbegrijpelijk. Het zou prettig zijn, mochten imams en andere gezagsdragers
vaker en meer openlijk afstand nemen van terroristen, jihadisten,
fundamentalisten, of hoe je dat zootje ongeregeld ook mag noemen.

Dat een generatie jongeren kansloos in de maatschappij
staat, is een regelrechte schande, maar het ligt ook gedeeltelijk aan die
jongeren zelf. Yves Desmet schreef een aantal jaren geleden in De Morgen een lezenswaardig essay over
de ‘kutmarokkaantjes’ en kreeg, o zo voorspelbaar, de wind van voren van zowat
heel progressief Vlaanderen. Terwijl hij een reëel maatschappelijk probleem
wilde aankaarten (het agressieve, uitdagende gedrag van op straat levende
jongeren, die zich tegelijkertijd vogelvrij en onaantastbaar wanen, en zich alles denken te kunnen permitteren;
het soort haantjesgedrag dat diezelfde progressievelingen niet zouden pikken
van ‘autotochtone’ jongeren).

Net als xenofobie is xenofilie een slechte raadgever. Alles
aanvaarden van jongeren die weigeren zich te integreren (omdat de ‘sukkels’
niet met warmte en liefde omringd worden door ons, Vlamingen) is een bijna even
laakbare houding als die jongeren verwerpen omdát ze tot een andere cultuur
behoren en een andere huidskleur hebben.

Ik geef u, tot slot, een voorbeeld uit de praktijk. Een paar
jaar geleden reed ik met een paar vrienden terug na een concert in het Openluchttheater
Rivierenhof in Deurne. Omdat het de kortste weg was, reed ik langs de – what’s in a name! – Kerkstraat, zeg
maar: de toegangspoort tot wat Vlaams Blokadepten al vele jaren ‘Borgerokko’
noemen. Ter hoogte van werken reed ik gewoon door, omdat de hindernis zich aan
de andere kant van de weg bevond en ik er sowieso als eerste arriveerde. Van de
andere kant kwam een gepimpte wagen
aangereden, met aan boord vijf Marokkanen, die mijn doorgang blokkeerde. En zo
stonden we enkele minuten neus-aan-neus, de wagens bedoel ik, tot één van die
jonge kerels uitstapte, naar mijn wagen stapte en er in een Antwerps-Marokkaans
taaltje dat we onlangs nog leerden kennen via Wat als? uitflapte: ‘Seg joenge, rijdt na is een bitje achteroit,
da waai deur kunne’. Daar sta je dan, volledig in je recht, tegenover een
meerderheid die blijk geeft van overdreven territoriumdrift en een totaal
misplaatst superioriteitsgevoel. Ik ben geen ruziezoeker: ik ben tien meter
achteruit gereden, liet de andere wagen triomfantelijk toeterend passeren, net
als de drie wagens die dáárachter stonden te wachten, ondertussen vanaf het
trottoir bespied door boze blikken.

Kijk, ik ben geen racist, en ik ben zelfs niet geneigd om
die zinssnede telkens te laten volgen door het voegwoord ‘maar’, maar… dit arrogante gedrag heeft geestelijk wankele buurtbewoners jarenlang in de armen van
een racistische partij gedreven. Er valt dus nog een hele weg af te leggen
alvorens je van échte integratie kan praten: door de overheid, door de
oorspronkelijke bewoners én door de nieuwkomers. Zolang dat driedelig besef er
niet is, zullen we blijven aanmodderen.



« VorigeVolgende »