De eerste minister kon het vrijdagmiddag niet genoeg benadrukken: het
compromis over het eenheidsstatuut dat na 27 uur vergaderen bereikt was, was
vooral de verdienste van drie vrouwen. En hij roemde de ‘vrouwelijke touch‘ (’toetsj’ zei hij, want ’s mans
talenkennis is nu eenmaal rudimentair) van minister De Coninck, haar kabinetschef
en zijn eigen kabinetschef.

Een mooi gebaar van de premier? Ik had vooral het
gevoel dat hij, wellicht onbedoeld, nogmaals onderstreepte dat we qua emancipatie
nog altijd veel te leren hebben en dat zulke uitspraak ons weer wat dichter bij
het bordje ‘Terug Naar Af’ heeft gebracht. Maar dat kan ook aan mij liggen!

Als we het erover eens zijn dat de inbreng van vrouwelijke
ministers, kabinetschefs en allerhande medewerkers goed/maatschappelijk
noodzakelijk/professioneel verantwoord/nuttig/doodnormaal is, dan is het prima om
schouderklopjes uit te delen als er resultaat behaald werd, maar niet om het
‘vrouwelijke’ daarvan voorop te stellen. Als dàt gebeurt, dan wordt wat De
Coninck & co gepresteerd hebben als uitzonderlijk beschouwd. Omdàt het
vrouwen zijn. Omdàt we dat niet gewend zijn. Omdàt vrouwen nog altijd
ondergeschikt zijn aan mannen.

Volwassen en emancipatorisch verantwoord omgaan met dit
soort situaties zou eerder inhouden dat we het normaal achten dat vrouwen dit
kunnen. Omdàt ze gelijkwaardig zijn. Omdàt ze weliswaar àndere capaciteiten
hebben, maar daarom niet minderwaardige. Omdàt ze even veel recht hebben op
hoge functies, ook in de politiek, als mannen.

Dat de eerste homoseksuele eerste minister van ons land op
deze manier flatert, maakt het extra pijnlijk. Net hij zou beter moeten weten. Op
een idiote enkeling na is er niemand die Di Rupo ongeschikt vindt voor het
premierschap omwille van zijn geaardheid. Als hij al kritiek oogst, is die
inhoudelijk of partijpolitiek gekleurd, maar wordt er bij mijn weten bijna
nooit misprijzend gepraat over zijn homofilie en wordt er, àls hij al onbekwaam
wordt geacht, niet verwezen naar dat homo-zijn. En dat is goed. Dat betekent
dat we als samenleving verder staan dan vele andere zogezegd beschaafde landen. (Stel je voor dat we bij elke beslissing zouden zeggen ‘Toch knap dat een homo dit kan!’ of ‘Typisch voor een homo, trekt op niks!!!’)

Laten we Monica De Coninck, Yasmine Kherbache en Eva Van
Hoorde feliciteren met hun niet te onderschatten bijdrage in het tot stand
komen van een historisch compromis. Gezien de harde en moeizame onderhandelingen
die eraan voorafgingen, mag dit gerust een uitzonderlijke prestatie genoemd
worden. Maar vergeet alstublieft om die ‘vrouwelijke touch‘ extra in de verf te zetten. Dit was het werk van drie knappe
koppen (m/v). Punt.