Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Zure kers op een heerlijke taart

Sport Posted on di, juni 04, 2019 08:22:01

(De laatste ‘Bankzitter’ van het seizoen, over het
Champions League-seizoen, verschenen in
De Standaard van
3 juni.)

De eindstrijd tussen Liverpool en Tottenham Hotspur
stond haaks op de kwaliteit van het voetbal dat er in de vorige rondes van de Champions
League te zien was. Liverpool was zaterdag een verdiende maar magere winnaar in
een finale die na een vroeg strafschopdoelpunt nooit op gang kwam.

Wat een sof! Het had de apotheose moeten
worden van een wonderbaarlijk verlopen Champions League-campagne, met halve en
hele voetbalmirakels, met hartverwarmend offensief voetbal, met hitchcockiaanse
wendingen. Maar het tegendeel was waar. Liverpool begon eigenlijk met een
voorsprong aan de wedstrijd en speelde daarna met de handrem op. Tottenham was
ontiegelijk zwak, een ideeënarm gezelschap.

Alleen in de slotfase waren de Spurs een paar
keer gevaarlijk, maar Liverpooldoelman Alisson Becker stond pal. Wat een contrast
met vorig jaar toen Beckers voorganger, de Duitser Loris Karius, Real Madrid
met twee gigantische blunders aan de zege hielp. Opnieuw keek Simon Mignolet
negentig minuten vanaf de bank toe, al zal hij nu wel toegeven dat hij daar op
zijn plek zit bij dit Liverpool. Alisson is een van de beste keepers van de
wereld.

Doelloos
voetbal

Binnen de minuut had de Sloveense
scheidsrechter Skomina de finale kapot gefloten. Dat lag niet aan hem, maar aan
de nieuwe handsregel. Bal tegen de hand of arm die loshangt van het lichaam is
strafschop. Moussa Sissoko was de ongelukkige met de zwaaiarm. Mo Salah trapte
niet zo best, maar Lloris lag al plat. Liverpool liet het initiatief aan
Tottenham, dat daar geen raad mee wist. Het aanvallende kwartet
Kane-Son-Alli-Eriksen was nergens. Opvallend was ook hoe mak de Spurs deze
wedstrijd afhaspelden, alsof ze er zelf nooit in geloofden. Er viel geen enkele
gele kaart. Je zou het een toonbeeld van sportiviteit kunnen noemen, maar net
zo goed van een gebrek aan grinta. Alderweireld en Vertonghen schoven de bal de
hele tijd naar elkaar toe, waarna een van beiden het dan maar probeerde met een
lange pas. Doelloos voetbal. Het deed terugdenken aan de onzalige, saaie
finales uit de jaren 70 en 80.

Op het eind mocht Divock Origi, net voor het
uur ingevallen voor de half fitte Firmino, de definitieve doodsteek geven met een
schuiver in de hoek. Origi was de laatste maanden een ‘supersub’ voor
Liverpool. Of dat op z’n 24ste een bevredigend statuut is, is nog maar de
vraag. Daarmee is Origi de tweede landgenoot die scoorde in een Champions
League-finale, na Yannick Carrasco voor Atlético drie jaar geleden. Die stond
toen wel in het verliezende kamp.

Juichen
voor Ajax

Na de zoals gebruikelijk voorspelbare
groepsfase — eind augustus bij de loting weet je al voor 90 procent zeker wie
zich zal kwalificeren — waren de rondes met rechtstreekse uitschakeling dit
seizoen een rollercoaster. In de achtste finales haalde Juventus een 2-0 op
tegen Atlético, Liverpool versloeg Bayern in München, Manchester United verloor
thuis tegen PSG en ging daarna winnen in Parijs, en Ajax vernederde Real in
Bernabéu. In de kwartfinales ging topfavoriet Manchester City eruit tegen
Tottenham na een spektakelmatch en twee cruciale ingrepen van de videoreferee,
terwijl Ajax het Juventus van Cristiano Ronaldo wegspeelde. De halve finales
verliepen al helemaal volgens een ongekend scenario. Tottenham scoorde in de
ultieme seconden van de toegevoegde tijd de beslissende treffer in Amsterdam,
Liverpool werkte de 3-0 uit de heenwedstrijd tegen Barcelona weg op Anfield:
4-0. Voetballiefhebbers verzoenden zich opnieuw met deze centencompetitie.

Dat een club met een budgetje van godbetert 90
miljoen euro op een zucht van de finale geraakte, werd op gejuich onthaald.
Ajax speelde met veel respect voor de voetbalvoorvaderen: aanvallend, arrogant,
agressief. En het deed dat met een stel zelfopgeleide jonkies, aangevuld met
slimme aankopen en hongerige routiniers. Zelfs de finale kleurde een klein
beetje Amsterdams rood-wit, met drie op Sportpark De Toekomst gevormde spelers:
Toby Alderweireld, Jan Vertonghen en Christian Eriksen.

Terwijl de romantische voetballiefhebber zich
verkneukelde om zoveel onbezonnen voetbalpret, zullen zij die niet langer
stiekem dromen van een Europese topcompetitie zonder al die vervelende ploegjes
uit kleine en middelgrote voetballanden luidop gevloekt hebben. In het
topvoetbal woedt een hevige strijd tussen zij die een spannende en eerlijke
competitie voorstaan, en zij die een zo voorspelbaar eindresultaat wensen. Die
laatsten hebben de meeste invloed. Voor hen horen dreumesen als Ajax en ook
Tottenham (budget: 360 miljoen) er niet bij. Qua omzet prijkt Tottenham in de
rangschikking die zakelijk dienstverlener Deloitte ieder jaar opmaakt ocharme
op de tiende plek, Ajax staat niet eens in de top 30 van een lijst die wordt
aangevoerd door Real Madrid, Barcelona en Manchester United en die gezamenlijk
tien miljard euro omzet genereren. De komende weken zal de Nederlandse kampioen
worden leeggekocht door topclubs uit de grote vijf landen.

In de ‘Deloitte Football Money League’ staan
er zes Engelse teams bij de eerste tien. Dat de Europese finales door vier
Engelse teams betwist werden is minder verwonderlijk dan dat dat de voorbije
jaren niet gebeurde.

Voorspelbaarheid

Typisch voor wat er misloopt met het concept ‘Champions
League’ is dat geen van beide finalisten vorig seizoen kampioen van Engeland
was geworden. Ze waren slechts derde en vierde. In de vroegere formule van de
Europabeker voor Landskampioenen hadden Liverpool en Tottenham niet eens mogen
deelnemen. Sterker nog: bij de tien laatste winnaars van de Champions League
zaten welgeteld drie landskampioenen.

Voorspelbaarheid is de doodsteek van de sport
en toch volharden de grote competities en de internationale voetbalbonden in
die boosheid: de kampioenen van Engeland, Spanje, Duitsland, Italië en
Frankrijk verlengden, zoals voorspeld, hun titel. Bayern en Juventus voor de
zevende keer op een rij, PSG voor de zesde keer in zeven jaar, Man. City zit
aan een gemiddelde van een op twee in de laatste acht seizoenen, Barcelona aan
acht op elf.

Tenzij de regels van de Financial Fair Play
eindelijk worden toegepast en kunstmatige topclubs als Man. City en PSG tijdelijk
worden uitgesloten, zal de beker met de grote oren een van de komende jaren in
een vitrinekast in de Verenigde Arabische Emiraten of Qatar belanden, als
pronkstuk voor de plaatselijke mecenas. De UEFA lonkt steeds openlijker naar het
Verre Oosten, waar ook veel voetballiefhebbers-mét-geld wonen. De Europa
League-finale werd gespeeld in Bakoe, Azerbeidzjan, veel oostelijker kan je
niet gaan. Volgend jaar wordt dat Gdansk. Voor de Champions League-finale was
het Wanda Metropolitano in Madrid uitverkoren, genoemd naar een Chinese
projectontwikkelaar. Volgend jaar trekt het circus naar Istanboel, daarna
mogelijk naar Sint-Petersburg. De wereldbeker 2022 wordt in de voetbalwoestijn
Qatar georganiseerd. ‘Money
makes the football world go around’, zou Liza Minnelli zingen.

(‘De
Bankzitter’ is er even tussenuit. Rust, vakantie, batterijen opladen,
trainingskamp, oefenartikels schrijven: terug op maandag 29 juli bij de start
van het nieuwe voetbalseizoen. Benieuwd welke clubs dan in 1A zullen uitkomen.)



Meer! Meer! Meer!

Politiek Posted on za, juni 01, 2019 11:42:08

“Verbondenheid heeft mijn leven gered. We
mogen ons niet opsluiten in ons eigen denken. We moeten onze geesten openen en
verdeeldheid wegduwen. De tijd dringt.”

Geen introspectieve woorden van een
verliezende politicus, die na 26 mei opeens de filosofische toer opgaat. Geen goedkope
woorden van een dure goeroe, die mensen geld aftroggelt in ruil voor Geluk met
een hoofdletter. Geen bevlogen woorden van een geestelijke leider, die
eindelijk tot inzicht is gekomen. Neen, heldere woorden van een rockzanger op
leeftijd. Nick Cave. Woensdagavond uitgesproken in De Roma, een grote,
plechtstatige zaal die gevoelsmatig werd omgetoverd tot huiskamerformaat. Een
unieke ervaring.

De woorden van Cave zinderen nog na, want ze
zeggen veel over zijn eigen wedervaren, troost zoekend na de dood van zijn zoon
Arthur, vier jaar geleden. Ze waren ook veelbetekenend voor de gelukkige
bezitters van een ticket voor die magische avond, die inzicht kregen in het
wezen van een geliefde artiest en die tegelijk ook kennismaakten met lotgenoten
die hun eigen verhalen vertelden of lastige vragen stelden. Maar ze zeggen ook
alles over wat we na 26 mei met dit land moeten aanvangen. Met als sleutelbegrippen
‘verbondenheid’, ‘geesten openen’ en ‘de tijd dringt’.

***

Waarschuwing: de volgende frasen zouden kunnen
klinken als waren ze afkomstig van iemand die zich wijzer acht dan alle anderen,
die het beter denkt te weten, die een analyse maakt van de analyses, die
politieke ambities koestert. In dat geval: excuus.

***

We moeten niet minder met elkaar verbonden
zijn, maar meer. (Wie niet mee wil, tant pis.)

We moeten niet minder open staan voor andere
gedachten dan de onze, maar meer. (Wat niet wil zeggen dat we ons denken opzij
moeten schuiven of onderdanig maken.)

We moeten niet minder nadenken, maar meer.
(Misschien vergissen we ons wel.)

We moeten niet zoeken naar wat ons scheidt,
maar naar wat ons bindt. (Al is dat vaak weinig.)

***

Tegenover de boodschap van haat die een flink
deel van de 18 procent Vlaams Belangkiezers wil verspreiden, moeten we meer empathie
zetten.

Als vier op de tien Vlamingen zegt dat mensen
in nood hun plan moeten trekken, moeten die andere zes zich niet uit hun lood
laten slaan en net méér energie steken in hulp, hier en ginder.

Eigen volk is belangrijk, maar meer universele
menselijkheid is dat nog veel meer.

Wanneer het woord confederalisme valt in
combinatie met ‘oplossing’ en op de achtergrond de slogan ‘There Is No
Alternative’ zoemt, is het des te meer noodzaak om aan te geven dat er altijd
wel ergens een alternatief te vinden is: TINA woont niet in onze straat. Mensen
van goede wil kunnen dat.

De uitslag is wat hij is, dat kan en mag je
niet negeren, maar zelfs déze uitslag is multi-interpretabel. Er is meer
mogelijk dan we tussen onze tranen van vreugde, verdriet of verbijstering inzien.

We moeten niet in dialoog proberen te gaan met
de fascistoïde racisten en de racistische fascisten, zij zijn reddeloos
verloren. Maar we moeten wel beginnen te praten met de weifelaars, de
twijfelaars en zij die — laten we dat grootmoedig toegeven — aan hun lot
overgelaten zijn: willen zij niet luisteren, jammer, maar we moeten het
tenminste proberen. Anders plegen we schuldig verzuim. We moeten minder woorden
gebruiken en meer zeggen.

Misschien moeten we de term ‘Zwarte zondag’
wel definitief opdoeken, hem terug flitsen naar 1991, waar hij thuishoort. Je
kan die ene partij dan wel zwart (of bruin) noemen, net als een deel van haar
clientèle, maar je mag geen 800.000 Vlamingen stigmatiseren, ook al kan je in vele gevallen objectief aantonen dat kiezers die zonder kennis van een partijprogramma een bolletje rood maken, even kortzichtig en, ja, toch wel, dom zijn geweest dan diegenen die voor Trump stemden omdat die zogezegd anti-establishment was. Dan gaan die
alleen maar meer blijven steken in dat eigen (on)gelijk. Per slot van rekening
zijn zij ook politieke vluchtelingen.

Politici moeten uitkomen voor hún waarden en
normen, hún ideologie, hún ideeën, niet ageren tégen die van de anderen. Deze
verkiezingen draaiden uit op een één tegen allen-gebeuren. Allen tegen Groen,
terwijl Groen in zijn bubbel bleef hangen. Als het negativisme overheerst, plukt
een negativistische partij daar de vruchten van, dat is electorale logica.
Partijen moeten niet minder maar veel meer zeggen waar zij voor staan.
In mijn eigen vakgebied, de journalistiek, moet er veel minder aandacht gaan naar de makkelijke clickbait, de scorende koppen, de mediagenieke bokskampen en het braken van breekpunten, en oneindig veel meer naar waar het écht om draait. De inhoud. De verklaring. Het nieuws achter het nieuws.

We hebben grosso modo vijf jaar min één week
om dit te bewerkstelligen. Dat is minder lang dan je zou denken, maar meer dan voldoende
tijd om de boodschap over te dragen. We zullen met z’n allen iets meer ons best
moeten doen.

Het subjectieve aanvoelen is nu dat de democratie
ons de das omdoet, dat we het misschien met wat minder moeten stellen. Dan roepen
we toch gewoon ‘Meer! Meer! Meer!’?



Weg met de opkomstplicht!

Politiek Posted on za, mei 25, 2019 12:54:28

Mijn allereerste bijdrage op deze plek dateert
van vlak na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 2012, straks zeven
jaar geleden. Mens, wat worden we oud! En wat vallen we in herhaling, want ik
ga die openingsworp nog eens dunnetjes overdoen. Ik pleitte toen voor de
afschaffing van de opkomstplicht. En ik durfde het aan om te citeren uit Angst, afgunst en het algemeen belang,
een inmiddels een kwarteeuw oud boekje van de nog jonge en zeer bevlogen
oppositieleider Guy Verhofstadt. Hij schreef toen: ‘Niet de belangrijkste maar
in de tijd wel de allereerste hervorming waar we aan toe zijn, is de
afschaffing van die plicht en de invoering van het stemrecht. De veel bezongen
democratische plicht om in beginsel elke vier jaar naar de stembus te gaan, is absurd.
Met even veel logica zou men kunnen voorschrijven dat iedereen op 11 juli de
Vlaamse Leeuw hoort te zingen, op straffe van gerechtelijke vervolging.’

Van de week las ik allerlei beschouwingen van
heel slimme mensen over de film die we morgen verplicht zullen zien: The return of the son of the Mother of all Elections.
Tot mijn verbazing zeiden een aantal tot intellectueel uitgeroepen medeburgers
dat ze blanco zouden stemmen. Kyra Gantois, een van de gezichten van de
klimaatspijbelaars, riep in Humo
blanco stemmen uit tot ‘een middenvinger naar de politiek’. Terwijl blanco net
het tegenovergestelde resultaat heeft. Het is geen proteststem, het is zeggen: “Doe
maar, ik leg me erbij neer.” Het is geen middenvinger, het is een
opgestoken duim: “Doe maar, het kan me niet schelen wie er regeert.”
Het is volstrekt zinloos. Tijdverlies.

Blanco zou pas zinvol zijn als die stem zich
ook zou vertalen in het parlement. Twintig procent blanco, twintig procent lege
zitjes, zoiets. Veertig procent blanco, veertig procent lege zitjes. Het zou
niet prettig zijn, want vindt maar eens een twee derde meerderheid dan. Maar alleen
dan zou blanco een middenvinger zijn én een vingerwijzing naar deze generatie
politici. (Of het een oplossing zou zijn voor een aantal impasses is zeer de
vraag, maar da’s weer een andere kwestie.)

Thuisblijven is veel consequenter dan blanco
stemmen. Ik vind dat mensen het recht hebben om niet te gaan stemmen. Ik zou
het jammer vinden, maar uiteindelijk niet onoverkomelijk, dat tien, twintig,
dertig, misschien wel vijftig procent van de potentiële kiezers niet zou gaan
stemmen. Je kunt mensen niet verplichten naar een feestje te gaan, ook al is
dat het vijf- of zesjaarlijks feest van de democratie, en zou je de uitnodiging
in feite moeten koesteren. Zonder al die blanco-, ongeldig- en foertstemmers
zou ons politieke landschap veel realistischer ogen. Wie geïnteresseerd is,
maakt een keuze. Wie niet geïnteresseerd is, doet dat ook, door geen politiek keuze
te maken. Lijkt me volstrekt legitiem.

Mag ik nog heel even de 41-jarige Verhofstadt
citeren? “De stemplicht is namelijk een borstwering tussen de politici en
de afkeuring die het kiezerskorps gebeurlijk voor ze voelt. De bewindslieden
hoeven geen voorafgaande inspanning te doen, om de kiezer ervan te overtuigen
aan de democratie deel te nemen. Dit verklaart mee de in ons land gangbare
schraalheid van het electorale debat. Geen burger kan zeggen: mij niet
gezien.”

‘Mij niet gezien’ zou moeten kunnen.

Mij zullen ze morgen wel zien.

Maak de voor u juiste keuze.



Anderlecht heeft nu ook z’n Verlosser

Sport Posted on wo, mei 22, 2019 11:54:02

(In de laatste ‘Bankzitter’ van dit seizoen had ik het
eergisteren in
De Standaard over de terugkeer van Vincent Kompany.)

Standard finisht dan toch als derde in Play-off 1, AA
Gent troefde Anderlecht af voor de vijfde plaats. Maar wie ligt daar nog wakker
van? Hét nieuws kwam gisteren uit Manchester en Brussel. The prince is back. Wat
mogen we verwachten van de terugkeer van Vincent Kompany op de Belgische
velden?

‘Als het kasteel belegerd wordt, heb je een
echte krijger nodig, met een dapper hart en paars bloed, die achter zijn volk
staat.’ Zo kondigde Anderlecht zondagochtend de komst van Vincent Kompany aan,
maar dan in het Engels. Een grotere stunt was niet denkbaar. Plannen voor sportpagina’s
werden op alle redacties overboord gesmeten, zelfs deze Bankzitter gaat daardoor
nauwelijks over de laatste speeldag in Play-off 1.

Dat zegt alles over wie Kompany nog altijd is.
Wereldsportnieuws. Voor de voorbije seizoenen fel geplaagde
Anderlechtsupporters klinkt zijn terugkeer als de aankomst van Johan Cruijff in
Barcelona, in de zomer van 1973. Cruijff werd ‘El Salvador’ genoemd, de Verlosser,
een koosnaam die alleen maar luider weerklonk nadat FC Barcelona voor het eerst
in veertien jaar weer kampioen van Spanje werd. Ook Kompany moet in het
Astridpark de Verlosser worden. Hij moet de club verlossen van alle negativisme
van de afgelopen jaren: de lelijke laatste titel onder Weiler, de wanprestaties
onder de nieuwe grote baas, de onbeantwoorde zucht naar het herbeleven van oude
gloriedagen bij de fans.

Zonde

Naar eigen zeggen werd de terugkeer van
Kompany ingeleid toen hij maanden geleden eens goedendag kwam zeggen in het
trainingscentrum in Neerpede. In gesprekken met Marc Coucke, Michael
Verschueren en Frank Arnesen werd gepingpongd over wat er moest gebeuren bij de
recordkampioen. Dat Kompany daarbij overtuigend overkwam, hoeft niet te
verbazen. De man heeft de gave van het woord, is slim en gevat, heeft de
voorbije drie seizoenen getraind onder Pep Guardiola, een coach die niets aan
het toeval overlaat. Guardiola is de hoogst aangeschreven professor aan de internationale
voetbaluniversiteit, Kompany een vlijtige leerling.

Toch is het onbegrijpelijk dat ’the prince’
net nu het druilerige Manchester inruilt voor het druilerige Brussel. De
voorbije weken was hij eindelijk blessurevrij en stond hij zonder discussie in
de basis bij City, waarmee hij titel en beker won, plus het doelpunt van het
jaar scoorde. Deze Kompany leunt in topvorm nog altijd dicht aan bij de
wereldtop op zijn positie. Harde tackle, zuivere inspeelpas, rust aan de bal,
alleen de snelheid is een beetje minder. De leeftijd, drieëndertig, is een
nadeel, maar hoeft voor een centrale verdediger nog lang niet het einde te
betekenen. En als City, met zijn drukke programma en dwingende sportieve eisen,
te hoog gegrepen lijkt, zou Kompany nog altijd meekunnen bij elke subtopclub uit
een grote Europese competitie.

In die zin is het zonde dat het topvoetbal hem
kwijt is. Kompany die de Premier
League op een persoonlijk hoogtepunt inruilt voor de Jupiler Pro League, dat is
alsof Hans Vanaken terug bij Lommel zou gaan voetballen. Sportieve degradatie.
Het hart haalde het van het verstand.

Rolmodel

Het nieuws moet voor Anderlechtfans hebben
geklonken als een droom die je niet durft na te vertellen omdat ie zo
onrealistisch is. De Vincent Kompany van de voorbije weken steekt er over een
paar maanden met kop en schouders bovenuit in België. Als hij gespaard blijft
van blessures, komen er nog twee of drie Gouden Schoenen in zijn vitrinekast te
staan, naast die ene uit 2004. Wie van de vandaag in de Belgische competitie
actieve spelers zit op zijn niveau?

Marc Coucke wrijft zich ongetwijfeld in de
handen, voor één keer mag hij dat. Sponsors aantrekken wordt weer net iets
makkelijker met zo’n ambassadeur. Plots lijkt het instituut Anderlecht weer
geloofwaardig. Mocht de club beursgenoteerd zijn, dan zou de waarde van de
aandelen tegen deze avond een recordhoogte bereiken. En niet alleen paars-wit
zal hiervan profiteren. Ook de uitstraling van de Jupiler Pro League krijgt een
serieuze boost. Buitenlandse voetbalanalisten zullen weer weten waar België
ligt. Misschien zorgt zijn komst er wel voor dat de tv-rechten toch nog kunnen
stijgen. Wees maar zeker dat ze glunderen binnen de Pro League. Dit rolmodel
zal je nooit kunnen betrappen op het roepen van dommigheden als ‘Alle boeren
zijn homo’s’.

Voor de jonge spelers van Anderlecht moet de
naam van de nieuwe sportieve baas dan weer als muziek in de oren klinken. Hij
was ooit een van hen, een ketje, heeft het helemaal gemaakt, straalt
onoverwinnelijkheid uit. Hij weet dat je jonge talenten moet koesteren. Hij
heeft vanop afstand gezien dat zijn maatje Anthony Vanden Borre niet de juiste
omkadering kreeg, met alle gevolgen van dien. Een man met zoveel empathisch
vermogen zal die fout niet maken.

Kwetsbaar

Toch is succes niet gegarandeerd. Het kan ook
mislukken. Eén Kompany maakt de lente niet voor dit Anderlecht. En elf
Kompany’s kan de club zich niet permitteren. Sportieve garanties zal hij ongetwijfeld
wel geëist hebben, maar zijn de zakken van Coucke zó diep dat hij spelers van
internationaal niveau kan halen? Die complete make-over moet er hoe dan ook
komen, met een prestigieuze naam als nieuw boegbeeld zal het kostenplaatje
alleen maar groter worden. Geld moet rollen, weet Coucke, als hij opnieuw wat
krediet wil opbouwen bij de strenge aanhang.

Nog een nadeel: Kompany heeft geen enkele
ervaring als trainer. Er is ook de vraag hoe hij spelen én trainen zal
combineren. Hoe ouder hij wordt, hoe meer de geteisterde spieren zullen
opspelen bij de man die de bijnaam ‘de man van glas’ al kreeg in zijn HSV-periode,
meer dan een decennium geleden. Hij zal topfit moeten zijn, terwijl hij zich
ook moet bekommeren om de tactiek en de wedstrijdvoorbereiding. Kompany, de
intelligente en zeer aanwezige aanvoerder, moet straks ook psycholoog zijn, én strenge
huisvader, én kritisch voor zichzelf.

Voorbeelden van speler-trainers zijn er veel
op lager niveau, maar nauwelijks aan de top. Ruud Gullit deed het bijna twee seizoenen
bij Chelsea, Ryan Giggs anderhalve maand bij Manchester United, maar in
Engeland is een ‘player-manager’ toch vooral iemand die het trainen uitbesteed
aan een collega. Bij ons deden onder anderen Johan Boskamp, Pier Janssen en
Gunter Jacob het, maar dat waren, in tegenstelling tot de fitte Kompany van
deze lente, toch vooral voetballers op hun retour.

En wat met de Rode Duivels? Eerder had Kompany
aangegeven dat hij nog Euro 2020 wilde meemaken, als bekroning van zijn
internationale loopbaan, maar kan dat wel in deze context, waarin Anderlecht
alle aandacht zal opeisen met alweer een volledig vertimmerde kern? In theorie
is het mogelijk wanneer er sterke veldtrainers worden aangetrokken, die zijn
rol kunnen overnemen. Dan nog is de vraag hoe Kompany-de-trainer zich moet
gedragen onder de spelers. Vreemd trouwens dat bondscoach Roberto Martínez
helemaal uit de lucht kwam vallen toen iemand hem met het nieuws over Kompany
confronteerde.

‘Orgelpunt’

Vincent Kompany verdrong de rest van het
sportnieuws naar de binnenpagina’s. Zelfs in Gent, waar Anderlecht moest winnen
om vijfde te kunnen worden in de eindstand, wat mogelijk nog resulteert in
Europees voetbal, werd nauwelijks over voetbal gepraat. Anderlecht toonde zich
defensief weer bijzonder kwetsbaar in die wedstrijd, Gent profiteerde: 2-1. Kompany
hoeft zich geen zorgen te maken, hij heeft dadelijk een basisplaats in deze wankele
verdediging. AA Gent moet nu hopen dat KV Mechelen veroordeeld wordt.

Een zesde plaats is het slechtste
eindresultaat sinds het seizoen 1972/1973 voor Anderlecht. Voor het eerst in 55
jaar ook geen Europees voetbal in het Astridpark. Een passend ‘orgelpunt’ na
een verschrikkelijk seizoen. Maar misschien is dat wel goed nieuws voor
Kompany: slechter dan dit is haast onmogelijk, hij kan beginnen te bouwen, zal
deze zomer ook nog steviger op tafel kunnen kloppen. En bovendien: een nieuwe coach
wil automatismen kweken, zijn visie overdragen, een team kneden. Dat lukt veel
minder als je al in juli verre Europese verplaatsingen moet maken.

Aartsrivaal Standard mag als derde wel de
Europa League in, na een 0-0 bij kampioen Genk. Antwerp — 3-2 onderuit bij Club
— moet het volgend weekend nog opnemen tegen Kortrijk of Charleroi,
poulewinnaars in Play-off 2. Ach ja, er zijn belangrijkere dingen.



Op alle vlakken de beste

Sport Posted on zo, mei 19, 2019 12:16:58

(Ik mocht voor De Standaard een
analyse schrijven waarom Genk de terechte kampioen is. De tekst verscheen
vrijdag 17 mei in de krant.)

KRC Genk is dan toch de nieuwe landskampioen. Na de
nederlaag in Brugge leek de spanning weer helemaal terug, maar op de
voorlaatste speeldag van Play-off 1 zetten de Limburgers orde op zaken. Vijf
objectieve en vijf subjectieve redenen waarom de vierde titel uit de
clubgeschiedenis verdiend is.

Volgens de eigen clublogica had KRC Genk al in
2014 of 2015 kampioen moeten worden, een of twee jaar nadat het de beker van
België had gewonnen. Zo gebeurde het eerder in 1999 (bekerwinst in 1998), 2002
(beker 2000) en 2011 (2009), maar na de vierde bekerzege, in 2013, was het zes
jaar wachten op de ultieme bekroning. De laatste landstitel dateert al uit
2011, toen nog met de jonkies Thibaut Courtois (19) en Kevin De Bruyne (bijna
20) in de rangen, toekomstige wereldsterren. Vraag is of die er nu ook
rondlopen in een blauw shirt. Sander Berge, misschien? Of toch de relatieve laatbloeier
Leandro Trossard (24)?

Als Racing Genk de juiste dingen doet, heeft
het alles in zich om een stabiele topclub in België te worden. Dat lukte vreemd
genoeg niet na die vorige titels. Er werd toen flink veel geld verdiend op de
transfermarkt, dat wel, maar de vervangers van de vertrokken sterren-in-spe
rendeerden niet altijd. Bestuurlijk lijkt de club nu beter gewapend om voor
continuïteit te zorgen. Al zullen er opnieuw sterkhouders vertrekken: wellicht
Berge en Trossard. Tijdens de wintertransferperiode werd daarop geanticipeerd
door de kern in de breedte te versterken. Slim gezien.

Waarom verdient Genk de titel in het seizoen
2018/2019?

Vijf
objectieve redenen

• Meeste
punten

De meest logische maatstaf van allemaal. Genk
behaalde het hoogste aantal punten, domineerde de reguliere competitie en was
ook in Play-off 1 in staat om de tegenstand van zich af te schudden. Alleen
Club Brugge kwam nog enigszins in de buurt, maar dat had vooral te maken met de
halvering van de punten na dertig speeldagen. Opmerkelijk detail: Genk is
voorstander van de huidige play-off-formule, Club is ertegen. Net die veelbesproken
en — laten we wel wezen — fundamenteel oneerlijke formule zorgde ervoor dat
Genk de titel nog had kunnen mislopen.

Nog opmerkelijk: de poging om de competitie
kunstmatig spannend te maken via Play-off 1 heeft in tien seizoenen nog maar
drie keer een kampioen opgeleverd die niet op kop stond na dertig speeldagen:
AA Gent in 2015 (ten koste van Club), Anderlecht in 2014 (Standard) en… Genk
in 2011 (Anderlecht).

• Beste
aanval

82 keer scoorde Genk dit seizoen. Topschutter Aly Samatta maakte 23 doelpunten.
Genk schiet per wedstrijd gemiddeld 7 keer tussen de palen, dat is maar net
iets minder dan Manchester City (7,1) en Barcelona (7,3), maar beter dan Club
(6,7). Gemiddeld worden er door spelers in Limburgse loondienst 140,4 passen
diep op de helft van de tegenstander gegeven, 8 meer dan Club, 18 meer dan
Gent.

• Beste
verdediging

39 doelpunten incasseerde Genk tot nog toe,
gemiddeld één tegendoelpunt per wedstrijd. Goed voor een doelsaldo van +43.

• Hele
competitie op kop

Op speeldag 5 claimde Genk voor het eerst de
koppositie, sinds speeldag 10 (1-5 winst in de Ghelamco Arena) gaf het de
leidersplaats niet meer weg. 31 speeldagen lang, dat is een hele competitie,
zeg maar.

Sportiefste
ploeg

49 gele kaarten en 2 rode incasseerde Genk.
Daarmee is het veruit de sportiefste ploeg uit de Jupiler Pro League. Ter
vergelijking: Club Brugge (69 geel-4 rood), Antwerp (107-4), Standard (81-4),
Anderlecht (76-5), Gent (70-8). Hoe minder gele kaarten je krijgt, hoe minder
je moet afrekenen met geschorste spelers. Maar lees voor alle zekerheid toch
ook even ‘Niet geschorst’ iets verderop.

Vijf
subjectieve redenen

• Beste
trainer

Als speler was Philippe Clement (45) een
nuttige werkkracht: intelligente jongen die zich ten dienste stelde van de sterren
van het team, bij Beerschot (in tweede klasse), Genk, Coventry, Club Brugge en
Germinal Beerschot. Assistent-trainer leek dan ook het hoogst haalbare voor een
man die tot z’n 37ste actief bleef voetballen. Hij begon als beloftentrainer
bij ‘zijn’ Club, waar hij voordien tien seizoenen had gespeeld, mocht er twee
keer proeven als interimtrainer, en was vijf seizoenen assistent: eerst van
Juan Carlos Garrido, daarna van Michel Preud’homme. Tot hij in de zomer van
2017 de sprong waagde. Als hoofdtrainer van Waasland-Beveren liet Clement zijn
bescheiden elftal vrank en vrij voetballen, wat al na een half jaar een lucratieve
transfer opleverde naar een G5-club. In Genk zorgde de Antwerpenaar tegelijk
voor stabiliteit én een complete ommezwaai.

• Positiefste
voetbal

Wie had ooit gedacht dat een verdedigende
middenvelder, die later afzakte naar een centrale plek in de verdediging,
zoveel aanvalslust op het tactisch bord zou durven te tekenen? Op een paar wedstrijden
na liet Philippe Clement zijn elftal positief, aanvallend voetballen. Mét
Pozuelo was balbezit cruciaal (gemiddeld 59,4% tot eind januari), zónder de
Spanjaard werd er directer gevoetbald (56,6% balbezit nu).


Mentaal top

Vijf weken lang hield Alejandro Pozuelo Genk
en zijn aanhang gegijzeld. In januari liet de Spanjaard weten dat hij pas na
afloop van het seizoen zou vertrekken, tot plots Toronto FC met dollars begon
te zwaaien. ‘Pozo’ was de draaischijf, begrijpelijk dat het bestuur hem niet
wilde laten gaan. Al had dit achteraf bekeken de beste oplossing geweest. Geen
gedoe, de vervanger (Bryan Heynen) bleek toch al klaar te staan. Staf en
spelers bewezen mentaal top te zijn in die bewogen periode.

• Niet
geschorst

Zeven speeldagen werden er geëist tegen
Roeslan Malinovski, na zijn al dan niet bewuste trapbeweging naar het hoofd van
Birger Verstraete (AA Gent). Zelfs als het er nog maar twee zouden zijn
geweest, had Genk hem moeten missen in de cruciale duels tegen Club en op
Standard. Nu miste de Oekraïner geen enkele wedstrijd. Zonder Pozuelo én
Malinovski, dat zou wellicht van het goede te veel geweest zijn. Soms moet het
meezitten.

• Beste
omkadering

Voorzitter Peter Croonen straalt rust uit, is
geen tafelspringer zoals sommige van zijn collega’s. Algemeen directeur Erik
Gerits is een trouwe clubman met een visie. Technisch directeur Dimitri De
Condé heeft het sportieve plaatje uitstekend gemanaged. En dan is er nog
Philippe Clement met zijn staf. Mannen met verstand van voetbal en een hart
voor de club, een ideale combinatie.



De spanning is zowaar helemaal terug

Sport Posted on wo, mei 15, 2019 10:29:40

(Deze bijdrage verscheen maandag 13 mei in de reeks ‘De Bankzitter’ in De Standaard.)

Waren de zenuwen de eerste helft nog te strak gespannen, dan bood de topper tussen Club Brugge en KRC Genk vooral na de rust spanning en sensatie. Club haalde een vroege achterstand op en deed wat het moest doen: winnen. De 3-2 was verdiend. Het wordt een bijzonder intense week in Play-off 1.

Op de 26ste speeldag van de reguliere competitie koos Philippe Clement voor een tactisch plannetje dat volledig in functie stond van de tegenstander die dag, Club Brugge. Het brak KRC Genk, tot dan toe zeer soeverein, zuur op. Zondag 17 februari was een les voor de coach van de Limburgers: wees niet te nederig, als je zelf goed genoeg of beter bent. Ga altijd uit van eigen kracht.

De 3-1 toen was voor veel zogeheten kenners het signaal om rond te bazuinen dat Club Brugge favoriet was voor de titel, ook al stond Genk na die speeldag nog altijd acht punten voor. Die halvering vóór de play-offs, weet je wel, die zou het ‘m doen. Daar kwam nog de affaire-Pozuelo bovenop: het nakende vertrek van de Spanjaard zorgde voor meer commotie dan gewenst tussen het bronsgroen eikenhout.

Ook na de tweede speeldag in Play-off 1, nadat Genk was uitgegleden op de Bosuil, klonk het dat de ineenstorting nabij was. Diezelfde kenners riepen dat. En Club-trainer Ivan Leko, maar die had er alle belang bij om de opponent zenuwachtig te maken.

Geen sprake van aanpassing aan de tegenstander in de topper van gisteren. Clement koos voor de elf van de voorbije weken. Leko gaf op de flanken de voorkeur aan Dennis en Diatta, Danjuma zat op de bank. Daar zat ook Amrabat, vorige week nog titularis en aan de aftrap verwacht om het middenveld steviger te stofferen, maar de Kroatische coach koos voor aanvallende kracht. Alles op alles, zoals het hoorde in deze omstandigheden.

De zon scheen over Jan Breydel. Het blauw-zwarte publiek produceerde decibels.

Vreemd spelletje

Na precies drie minuten werd het plots heel stil. Sébastien Dewaest devieerde vrijstaand een vrije trap van Trossard keurig in de bovenhoek. Beter/slechter (schrappen wat niet past) kan je een beslissend duel niet beginnen. Het was de enige kans voor de bezoekers in die eerste helft. Club creëerde weinig doelgevaar tijdens het eenrichtingsvoetbal dat volgde. Steriel overwicht. De creatieve spelers kwamen niet aan de bal en de snelle flanken werden geneutraliseerd. Het verhaal van de voorbije weken. De zenuwen speelden ook een rol, want de Limburgers konden geen volwaardige counters in elkaar knutselen.

Genk startte beter aan de tweede helft, had controle, maar dan blijkt weer wat voor vreemd spelletje voetbal is. Het duo Vormer-Vanaken zorgde voor de 1-1. De Profvoetballer van het Jaar kopte een hoekschop van de gewezen Gouden Schoen binnen. De decibels waren terug. Invaller Openda maakte kort na het uur de 2-1. De videoreferee was coulant voor Club en zag geen voorafgaande overtreding van Wesley. Mag ook wel na een drietal dubieuze beslissingen tegen ons, zullen ze in Brugge aanvoeren. Diatta maakte er zelfs 3-1 van. En dan zag de VAR een overtreding van Dewaest op Openda: Vanaken knalde tegen de lat, een zeldzame misser vanop elf meter.

Wedstrijd gespeeld, dachten 27.000 mensen in het stadion en vele tienduizenden thuis. Maar — vreemd spelletje, bis — dan scoorde Gano tegen en diep in de toegevoegde tijd kopte Samatta tegen de paal. Het had een passend einde van een knotsgekke voetbalweek geweest. Het bleef bij 3-2. Club nadert tot op drie punten van Genk. Dat werd gevierd met nog meer decibels.

Genadeloos spel

Genk kan het nog gewoon zelf waarmaken. Vier op zes volstaat, uit bij Anderlecht en thuis tegen Standard. Minder halen is risicovol. Als Club twee keer wint — uit bij Standard, thuis tegen Antwerp —, is het dan alsnog kampioen, omdat Genk bij de halvering van de punten een half puntje cadeau heeft gekregen. Voor wat het waard is: in de reguliere competitie behaalden Genk en Club in diezelfde duels beide zes op zes.

Mentaal is dit hoe dan ook een stevige tik voor de Genkenaars. Kopt Aly Samatta op het eind tien centimeter naar links, dan praat er niemand nog over de titelkansen van Club. Grijpt de videoref in bij die tweede goal van Club, waarschijnlijk ook. Voetbal is een genadeloos spel, dat weten ze in Barcelona en Amsterdam.

Het onderlinge duel der trainers verliep gisteren in het voordeel van Ivan Leko. Hij verving vlak voor het uur Schrijvers door Openda, een tweede spits, een gedurfde ingreep die bijna onmiddellijk rendeerde. Philippe Clement greep pas helemaal op het eind in. De trainer van Genk bleef verrassend passief toekijken hoe zijn elftal met zichzelf worstelde en niets voor mekaar kreeg. Paintsil en Gano, die direct de aansluitingstreffer scoorde, werden er pas in de 84ste en 85ste minuut ingegooid. Samatta, Ito en Heynen waren nooit in de wedstrijd, Trossard en Malinovski konden onvoldoende op tegen de Brugse power.

Clement beweerde achteraf, ten onrechte, dat een gelijkspel een betere weergave van het spelbeeld zou geweest zijn. ‘Wij blijven de ploeg die alles in handen heeft’, zei hij ook. Eindelijk laat ie in z’n kaarten kijken. Wat zouden de kenners zeggen?

Holderdebolder

Wie op de Bosuil bij het begin van beide helften stond aan te schuiven voor een consumptie, heeft de schaarse hoogtepunten gemist: vroege doelpunten van Ivan Santini en Didier Lamkel Zé. Antwerp-Anderlecht was niet bepaald een lust voor het romantische voetbaloog. De bezoekers kunnen dit seizoen niet beter, de thuisploeg moet het veel meer hebben van inzet dan van technisch vernuft. Gevolg: holderdeboldervoetbal. De 1-1 op het scorebord is wat je met een cliché ‘billijk’ mag noemen. Geen van beide ploegen verdiende meer.

Pal op het laatste fluitsignaal demonstreerde Jelle Van Damme nog eens dat vechtvoetbal een ranzig kantje heeft: hij schoffelde op schofterige wijze Saelemaekers omver. Dat was letterlijk een tegenstander omhoog trappen. Intimidatie. Gelukkig werd dat hooligangedrag gecompenseerd door de respectvolle minuut stilte vooraf voor Julie Van Espen, en de minuut applaus die aanzwol na minuut drieëntwintig, haar leeftijd, een welgemeende ‘You’ll never walk alone’ erbovenop. Tragedie verbindt.

Antwerp schiet nog het meeste op met dit gelijkspel. Het loopt een puntje verder uit op Standard, als we de drie punten uit de stopgezette wedstrijd tegen Anderlecht gemakshalve toevoegen aan het puntentotaal van de Rouches. Donderdag ontvang Antwerp Gent, op de slotspeeldag moet het naar Brugge. Standard speelt eerst thuis tegen Club, daarna uit bij Genk. Antwerp heeft zijn lot in eigen handen.

Anderlecht voelt voor de vijfde plek de adem van AA Gent in de nek. Op de slotspeeldag moeten de Brusselaars naar de Ghelamco Arena. Dat kan een sleutelwedstrijd worden voor de vijfde plaats, die zoals bekend mogelijk een voorrondeticket voor de Europa League kan opleveren, tenminste… als KV Mechelen niet mag promoveren uit 1B. Heel mager toch dat Anderlecht of Gent moet rekenen op een juridische uitspraak.

Bayat is terug

Standard begon met een flinke 9 op 12 aan Play-off 1. Daarna volgde een beschamende 0 op 12. Tegen AA Gent, vóór vrijdagavond nog zonder zege, moest Michel Preud’homme een handvol basisspelers missen. Bij het eerste en het derde tegendoelpunt leken de Rouches inderdaad slechts met zes op het veld te staan. Slapende verdedigers, hun verdedigende taak verwaarlozende middenvelders: Preud’homme is het hartsgrondig beu. Hij trapte na de 2-3, diep in de toegevoegde tijd, woedend tegen zijn stoeltje in de dug-out. Het enige vuurwerk dat er de voorbije weken te zien was op Sclessin, was afkomstig uit het bezoekende supportersvak.

De eerste Luikse gelijkmaker kwam er dan weer omdat AA Gent met z’n tienen stond te voetballen. Invaller Plastoen moest namelijk zijn veters nog strikken. Profvoetballers: de cijfertjes op hun contract en de stand van hun bankrekening kunnen niet verdoezelen dat het soms net kleine kinderen zijn.

Hoe moedelozer Michel Preud’homme oogt, hoe meer je ervan op aan kunt dat Standard, net als aartsrivaal Anderlecht, deze zomer een complete make-over te wachten staat. Daarvoor zal het wellicht een beroep doen op Mogi Bayat, naar het schijnt een goede copain van voorzitter Venanzi. Voor Bayat zou het de rehabilitatie betekenen. Voor Standard afhankelijkheid van een makelaar die eigenbelang vooropstelt. Une liaison dangereuse.



Julie

Samenleving Posted on za, mei 11, 2019 13:00:07

Rood aangelopen, schuim op de lippen, wijd opengesperde
mond, priemende ogen, een vuist die door de lucht klieft: zo moet volkswoede er
ongeveer uitzien mocht je die vertalen in het gedrag van één mens (m/v/x). O,
wat waren we kwaad toen maandag het onvermijdelijke nieuws doorsijpelde dat de
vermiste Julie Van Espen niet langer vermist was.

De onmacht, het verdriet, het medeleven, hoe
ver of kortbij we ook staan en stonden bij die ene jonge vrouw en al wie haar
dierbaar is, zijn begrijpelijk en goed. Het toont dat we empathisch zijn. (Of
kunnen zijn, want we zijn het niet altijd. Maar dat is weer een ander verhaal,
het gaat niet over ‘vreemde’ mensen in nood, deze keer.)

Het onbegrip en de vele vraagtekens die we
collectief stellen bij de beslissing om een recidive verkrachter op vrije
voeten te laten, zijn eveneens begrijpelijk. Voor één keer was ook ik geneigd
om een rechter wereldvreemd te noemen. Passionele moordenaars slaan doorgaans slechts
één keer in hun leven toe. Wie in paniek is, kan eenmalig voor een grote ravage
zorgen. Maar een seksueel roofdier is een gevaar voor altijd. Of kán dat zijn,
laten we de hoop op genezing niet helemaal negeren. Steve B. had nooit op die
plaats mogen zijn: híj was de verkeerde persoon op de verkeerde plek op het
verkeerde moment, niet Julie. Nooit het slachtoffer, altijd de dader. Een
rechter had dit moeten kunnen inschatten, denk ik dan. En al zeker als je de
achtergrond van B. bekijkt: zelf misbruikt door zijn stiefopa. Slachtoffer die
dader wordt, er zit een flinke graad van voorspelbaarheid in. Dat moet zo’n
rechter ook al weleens ergens gelezen hebben in een betrouwbaar rapport.

Het spelletje zwartepieten achteraf was
zielig. Adding insult to injury. Het is niet míjn schuld. Het is niet ónze schuld.
Vingerwijzen is zo makkelijk. Eén beweging volstaat. Mensen die je normaal als zeer
verstandig zou beschouwen, riepen zonder nadenken dat de minister moest opstappen.
Alsof die zelf Steve B. op de wereld had losgelaten. Stel je het omgekeerde
voor: dat de minister zich destijds zou bemoeid hebben met die vrijlating, het
juridisch kot zou te klein geweest zijn. Diezelfde mensen die nu vinden dat de
minister zijn ‘verantwoordelijkheid moet nemen’, zouden op dat ogenblik met de scheiding
der machten geschermd hebben. En terecht. Ook Koen Geens zal Justitie, die eigengereide
Titanic die hardnekkig tegen ijsbergen blijft aanbotsen, niet snel en drastisch
genoeg hervormd hebben, dát mag je hem aanwrijven, maar niet deze ene, achteraf
bekeken dramatische beslissing van een rechter. Soyons sérieux!

***

Zo begrijpelijk
onmacht, medeleven en onbegrip waren, zo onbegrijpelijk vind ik de manier waarop
de volkswoede zich via de open riolen van deze maatschappij, de sociale media
en de fora op de nieuwssites, verspreidde. Zelfs na zo’n diepmenselijke
tragedie en na foute inschattingen allerhande passen sereniteit en stilte. De
doodstraf is hier al een tijdje afgeschaft, zoals het een beschaafde, volwassen
samenleving betaamt. Lynchpartijen zijn out. En oud.

***

Julie Van Espen was
een vrouw die nog alles voor zich had liggen, zo dacht ze, zo dachten haar
dierbaren, zo had het moeten zijn. Haar naam en foto werden massaal gedeeld.
Dat is de bekommerde medeburger in ons. Dat is goed. Zij mag bij naam genoemd
worden. Bij Steve B. was dat beter niet gebeurd. Ik blijf voorstander van
anonimisering van daders, zeker als het om dit soort feiten gaat. Wie zich
onmenselijk gedraagt mag een stukje ontmenselijkt worden. B. is het niet waard
om een familienaam te krijgen, dat zou het signaal geweest zijn mochten we hem
met z’n allen ‘Steve B.’ zijn blijven noemen. Een dader van de ergst denkbare
feiten zou die familienaam alleen maar kunnen terugverdienen, door zich te
rehabiliteren. Dat moet het doel van gevangenisstraf of internering zijn. Voor
B. is het nu te laat: hij moet tot zijn laatste ademstoot Steve B. blijven.
Verkrachter. Moordenaar. Gevangene. Uitgestotene.

***

Morgen is er die
stille mars in Antwerpen. Vele tienduizenden hebben zich daarvoor al aangemeld.
Ik hoop dat ze er zullen zijn. Van mij mogen ook politici mee opstappen, maar
doe het dan een beetje discreet. Dit mag geen campagnemoment worden. Loop niet
op de eerste rij, maar schuif ergens middenin aan, als bezorgde ouder of bekommerde
burger. Speld geen partijslogan op. Probeer geen zieltjes te winnen.

Ik hoop dat de stilte
oorverdovend zal zijn. Maar ik hoop vooral dat het geluid achteraf dat ook zal
zijn.

Hoe justitie dit in de
toekomst moet vermijden, moeten veel slimmere mensen dan ik maar bedisselen,
maar ze moeten het wel dóen. Nú. Waar we als modale burgers wel voor kunnen
zorgen, is het creëren van een klimaat waarin figuren als Steve B. uitzonderingen
blijven. Las ik dat goed, honderd verkrachtingen per dág? Ouders, voed uw zonen
op (Ik mag dat zo pertinent neerpennen, want 97 procent van de aanrandingen
gebeurt door een man. Of door mannén, want in groep zijn we stoer). Leraars,
help hen daarin. ‘Hoe moet ik mij gedragen?’ als eindterm, zou dat geen idee
zijn? Opvoeding, preventie, bijsturing waar het kan, repressie waar het moet.
En vooral: laten we naar een samenleving gaan waarin het aantal aangiften van
aanrandingen en verkrachtingen de honderd procent benadert, waarin slachtoffers
geen angst of schaamte voelen om te rapporteren wat hen overkomen is, waarin
daders weten dat de pakkans bijzonder groot is, waarin we met een veilig gevoel
wandelen, fietsen of lopen. Het is een utopie, dat besef ik, maar we kunnen er
op z’n minst naar streven. Voor Julie.



Alleen werkkracht houdt Club Brugge nog in de titelrace

Sport Posted on wo, mei 08, 2019 10:31:54

(Deze bijdrage verscheen maandag 6 mei in de reeks ‘De
Bankzitter’ in
De Standaard.)

Club won wel maar imponeerde niet in Gent: 0-1. Het
contrast met Genk is groot. De Limburgers hadden vrijdagavond al een
uitroepteken geplaatst achter de term ’titelkandidaat’. Anderlecht won voor het
eerst in Play-off 1, met 10 tegen 11 van een zwak Standard, en met de hulp van
de hand van Yari.

Niet elke tactische ingreep is geslaagd. Na de
verloren bekerfinale had Gent-trainer Jess Thorup Sigurd Rosted rechts
achteraan geposteerd. De Noor werd veertig minuten lang voorbijgelopen door de
aalvlugge Diatta en kon de Senegalees alleen met overtredingen afstoppen.
Thorup haalde hem nog voor de pauze naar de kant, uit vrees voor een tweede
gele kaart en een mannetje minder, maar gaf daarmee ook zijn foute keuze toe.

Ivan Leko had dan weer Siebe Schrijvers
opgeofferd voor een verdedigende middenvelder, Sofyan Amrabat, die al heel snel
tegen geel aanliep en een hele eerste helft flirtte met de uitsluiting. Vroeg
rood had gekund. Ook dat was niet de meest geniale ingeving.

Portie pech

‘Fight for us like we
fight for you’, hadden de thuissupporters op een spandoek geschreven. De ontevredenheid
spatte ervan af. Ternauwernood in Play-off 1 geraakt, daarin tot gisteren 1 op
18 behaald, de bekerfinale verloren van een tweedeklasser: er wordt tegenwoordig
weinig gelachen in de Ghelamco Arena. Er zijn twijfels rond Jess Thorup, een
man die charmeert door zijn kalmte en ongedwongenheid, maar die de voorbije
weken geen blijk gaf van tactisch vernuft. De Deen moet het doen met het
spelersmateriaal dat voorhanden is: resultaat van een eenzijdig transferbeleid.
Goed voor de clubkas, want er kwam veel transfergeld binnen. Minder goed voor
de uitbouw van een competitieve spelerskern, want het kwaliteitsverlies werd
niet opgevangen.

Vechten deden de
Buffalo’s wel, in de goede zin van dat woord. Aan inzet ontbrak het niet, aan
inspiratie des te meer. Ook Club Brugge moest het hebben van werkkracht. Het
doelpunt van Mats Rits kort voorbij het halfuur was een zeldzaam hoogtepunt in
een matige eerste helft.

En dan had AA Gent nog
een portie pech. Een doelpunt van Odjidja werd afgekeurd vanwege hinderlijk
buitenspel van Dejaegere, die het zicht van een grabbelende Horvath zou hebben belemmerd.
Verstraete knalde op de lat, op de tegenaanval scoorde Vanaken, maar ook dat
doelpunt werd geannuleerd omdat Wesley een dikke teen offside stond voor de
neus van Kaminski. Clear errors? Wie durft het nog te zeggen? Dat videorefs zo
vaak en zo hard opvallen kan ook niet de bedoeling zijn.

Titelkandidaat!

KRC Genk had vrijdagavond al vlotjes de maat
genomen van de revelatie van Play-off 1, Antwerp. Vier-nul zijn duidelijke
cijfers, al had het helemaal anders kunnen lopen mocht Dieumerci Mbokani vroeg
in de match een wenkende kopkans niet de nek hebben omgewrongen. In de eerste
helft was Mbokani een voortdurende gesel voor de Genkse defensie, maar hij liep
ook domweg tegen een gele kaart aan, waardoor hij het prestigieuze treffen
tegen Anderlecht mist.

Genk scoorde twee keer op strafschop (Malinovski,
Heynen), één keer na een flater van Simao (Samatta profiteerde) en één keer via
Ito, assist van Trossard. Vooral na de rust speelde de thuisploeg als een
titelkandidaat, mét uitroepteken. Tegelijk maakten we kennis met de keerzijde
van de krijgersmedaille bij Antwerp. Op het eind van de eerste helft probeerden
ze door intimidatie de match kapot te knijpen. Ergerlijk. En na de 3-0 net voor
het uur werden er nog vier gele kaarten geïncasseerd voor overtredingen uit
pure frustratie. Niet zo slim, met nog drie belangrijke wedstrijden voor de
boeg. Deze wedstrijd was toch al verloren. Dat Dino Arslanagic de 90 minuten
mocht volmaken, heeft hij louter te danken aan de laksheid van scheidsrechter
Boucaut, die hem wel terecht met geel bestrafte voor een stevige overtreding
aan de middenlijn, maar verzuimde hem een kartonnetje onder de neus te schuiven
voor twee strafschopovertredingen: de eerste was zelfs een volleerde
volleybalsmash.

Het contrast tussen Club Brugge en KRC Genk is
heel groot momenteel. Genk voetbalt fris en geïnspireerd, Club heeft wel heel
veel ‘sweat’ nodig om nog te mogen hopen op ‘glory’. Als Genk zondag in Brugge wint
is, het voor de vierde keer in de korte clubgeschiedenis landskampioen. Voor
Club is het de wedstrijd van de laatste kans.

Dure
vogels met kapsones

Anderlecht moest het tegen Standard meer dan
80 minuten met een mannetje minder stellen. Sebastiaan Bornauw werd in de elfde
minuut uitgesloten na een foute inspeelbal van Adrien Trebel. De symboliek van
dat moment was groot voor wat er dit seizoen allemaal fout loopt bij paars-wit:
de bestbetaalde voetballer van het land — met dank aan zijn stevig
onderhandelende zaakwaarnemer Mogi Bayat — bracht een jonge ploeggenoot met een
nonchalante pas in de problemen.

Ook videoscheidsrechter Tim Pots demonstreerde
zijn belabberde vorm in Play-off 1. Hij zag handsspel van Yari Verschaeren over
het hoofd, waardoor de jongeling een doelpunt kon vieren. Niet de eerste keer de
voorbije weken dat Pots een situatie verkeerd inschatte. Een weekend niet in
een claustrofobisch busje vertoeven, zou de brave man wellicht goed doen.

Zelfs de verguisde Santini scoorde zowaar nog
eens, zijn vijftiende van het seizoen, wel pas zijn eerste in de play-offs.
2-1: het was geleden van 17 maart dat Anderlecht nog eens had gewonnen. De
thuiszege werd gevierd alsof de landstitel nabij is, luid toegejuichte ereronde
erbovenop. De spelers hadden tijd, ze mochten toch geen interviews geven aan
rechtenhouder Play Sports vanwege een kritische studio-opmerking een paar weken
geleden. Dan viel er al eens iets positiefs te zeggen, mocht het niet.

Het tegendoelpunt van Carcela was een schaarse
opflakkering van een lusteloos Standard. Weer eens gaven de halftijdse
voetballers niet thuis. De lichaamstaal van Michel Preud’homme sprak boekdelen.
Hij ergerde zich openlijk aan Mehdi Carcela — nog zo’n naar Belgische normen
dure vogel met kapsones — toen die een vrije trap slapjes in de handen van
Didillon deponeerde. Hoe meer de wedstrijd vorderde, hoe opvallender de
gelatenheid van de Luikse hoofdcoach-ondervoorzitter-technisch directeur. Hij
probeerde al alles dit seizoen. Maakte zich boos, legde een vaderlijke hand op
een schouder, stuurde bij, gesticuleerde, vloekte luidop, stuurde nog eens bij,
smeet flesjes water op de grond, zette zogeheten sterkhouders op de bank, maar
niets hielp: voor een controlefreak als Preud’homme moeten dit barre tijden
zijn.

Make-over

Zoals deze krant vrijdag al schreef is
Anderlecht koploper in het betalen van makelaarsfees. 12,8 miljoen euro spendeerde
de club alleen al in het Marc Coucke-tijdperk, vorige lente begonnen, aan
interventies bij transfers. Het resultaat is niet te merken op het veld. In
totaal hebben onze clubs de voorbije vier jaar 152,4 miljoen betaald aan
spelersmakelaars, dat is gemiddeld 38 miljoen per seizoen. Onze professionele voetbalwereld
is een bijzonder cynische omgeving: terwijl de rechterhand in dank sociale en
fiscale cadeaus van Vadertje Staat aanvaardt, geeft de linkerhand de centen uit
aan makelaars die met middelmatige spelers komen aandraven.

Om ons tot Anderlecht te beperken: is Wout
Faes, vorige zomer voor 300.000 euro verkocht aan KV Oostende, minder goed dan
Antonio Milic, James Lawrence, Ognjen Vranjes of ‘de man van 8 miljoen’,
Boubacar Sanneh? Is Aaron Leya Iseka, vertrokken naar Toulouse, de mindere van
Knowledge Musona? Had men niet meer geduld moeten hebben met de wispelturige en
weinig gedisciplineerde Dodi Lukebakio, als je ziet dat de 21-jarige aanvaller het
dit seizoen goed doet bij Fortuna Düsseldorf in de Bundesliga, toch een iets
hoger aangeslagen competitie dan de Jupiler Pro League? Past Zakaria Bakkali
dan beter in deze kern? Waarom kreeg de Zweed Isaac Kiese Thelin, vorig seizoen
als huurling goed voor 19 goals bij Waasland-Beveren, geen volwaardige kans en
werd de hoekige Ivan Santini gehaald? Is Thomas Didillon zoveel beter dan Davy
Roef? Loopt er in de jeugd niemand rond die evenwaardig is aan Peter Zulj of
Yevhen Makarenko?

Technisch directeur Frank Arnesen sprak in een
krant dit weekend over misschien wel 25 nieuwe namen komende zomer. Dat zou
betekenen dat de toekomstige nieuwe trainer weer van nul mag beginnen. Hoeveel
make-overs kan een club verdragen?



« VorigeVolgende »