Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Onmensen

Communicatie, Samenleving Posted on za, oktober 22, 2022 11:09:51

De blokkeerknop op Twitter heeft deze week weer zijn dienst bewezen. Ik deed iets wat ik de jongste tijd uit lijfsbehoud steeds minder vaak doe, ik las de reacties onder nieuwsberichten dat Meryame Kitir tijdelijk moet afhaken als minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedelijk Beleid. Voor haar ‘mentale welzijn’, schreef ze zelf op Facebook. Ze geeft terecht alle aandacht aan haar geestelijke gezondheid, bevestigde haar partijvoorzitter Conner Rousseau. De premier en collega-ministers wensten haar een voorspoedig herstel toe. Onder al die tweets werd gif gespuid, alsof dat momenteel in flinke afslag staat in de gifwinkels. Soms werd dat gif zelfs begeleid door een gifje.

Diezelfde dag publiceerde Knack een artikel waarin stond dat het momenteel een zootje is op het kabinet van Kitir. Medewerkers die afhaken, een burn-out krijgen, gedegouteerd zijn door de chaos die er heerst. Wie ben ik om aan een bijdrage in een gerespecteerd weekblad te twijfelen? Maar het sluit niet uit dat Kitir én een slecht georganiseerde minister is én het zelf mentaal moeilijk heeft. Dat kan perfect samenvallen. In dat geval zou ze best niet terugkeren op haar ministerpost, maar verdient ze nog altijd mededogen en een adequate behandeling. (Net zoals Sihame El Kaouakibi het verdient om beoordeeld te worden op haar vermeende misdrijven — een zaak voor de rechtbank, niet voor het volksgericht — en niet op haar uiterlijk of afkomst. In een Vlaams Belang-filmpje op Facebook werd ze met racistische en seksistische ondertoon ‘sjoemelpoedel’ genoemd, degoutant gewoon!)

Dat gegeven was niet besteed aan tientallen verzuurde, walgelijke onmensen. Anders kan ik ze niet omschrijven. Bijna zonder uitzondering te situeren in de (extreem)rechtse hoek. De hoek waar ze Knack als een extreemlinks blaadje bestempelen, maar nu het hen uitkwam werd er volop uit geciteerd.

De reden waarom ik er zovelen heb geblokkeerd, had niet zozeer te maken met wat er in Knack stond, maar in de steeds terugkerende opmerking — trollen zijn niet bijster origineel en bovendien bedient één trol vaak meerdere accounts — dat Kitir ‘ons’ geld had verbrast aan ontwikkelingssamenwerking, in het kader waarvan ze talloze ‘snoepreisjes’ had gemaakt. Zo stond het er dikwijls letterlijk: ‘snoepreisjes’. Diezelfde trollen die de traditionele media niet lusten omdat ze in hun (extreem)rechtse ogen te links zijn, maar die bezwarende artikels voor (centrum)linkse politici in diezelfde media naar eigen goeddunken helpen verspreiden, zeggen doorgaans dat we de vluchtelingencrisis ter plaatse moeten aanpakken, zodat mensen in nood niet naar hier moeten vluchten, maar als er dan geld aan uitgegeven wordt, is dat opeens weer ‘ons’ geld dat toekomt aan ‘onze’ mensen. Ontwikkelingssamenwerking wordt in hun ogen maar best afgeschaft.

Alleen wie het zelf goed heeft, kiest voor dit ieder voor zich-principe.

Help uzelf.

Ieder voor zich.

Consequent zijn ze dus niet, die trollen. Luidruchtig wel, en dat is net het probleem. Zo krijg je de indruk dat ze met heel veel zijn, ja, dat ze zelfs ‘de’ stem van ‘de’ Vlaming vertolken. Omdat er bij de meerderheid hoofdzakelijk zwijgers zitten, lijkt het alsof die luidruchtige minderheid de meerderheid vertegenwoordigt. Het is een les voor wie de samenleving niet zo cynisch bekijkt als die trollen: we mogen niet langer zwijgen over onrecht en ongelijkheid. We moeten opstaan tegen elke vorm van discriminatie. En we moeten duidelijk maken dat de trollen níet ‘de’ stem van ‘de’ Vlaming vertolken. Terwijl de rest van het café de tirades van de decibels producerende dronkenlappen ondergaat, in de hoop dat die snel een ander etablissement zullen opzoeken, gaan die lawaaimakers ervan uit dat ze zich onder gelijkgestemden bevinden, omdat niemand hen tegenspreekt. Ze krijgen gelijk, omdat niemand nog openlijk durft te zeggen dat ze ongelijk hebben. Zo komt het dat tafelspringers meer gedaan krijgen dan bedachtzame lieden.

Daar moeten we iets aan doen.

Daar moeten onze politici dringend iets aan doen. Ze moeten ophouden zich te laten leiden door de meest recente peiling of stennis op sociale media. Ze mogen zich niet alles laten dicteren door hun partijhoofdkwartieren. Ze moeten terug naar de basis, hun ideologische principes, dat wat hen in den beginne dreef, in plaats van zich te laten leiden door opportunisme. Laat dat aan de populisten over. Om even populair te proberen worden als Theo Francken moet je vooral niet zelf Theo Francken te proberen worden. Zoek je eigen stem, je eigen identiteit, je eigen authenticiteit, en wees consequent. Buikgevoel is soms beter dan het achternalopen van ingebeelde ratio.

***

Trollen liggen niet wakker van kinderen die in Brussel op straat moeten slapen, bij gebrek aan tijdelijke opvang. Creperen mogen ze. Het is niet voor niets dat de populairste politici in deze contreien jarenlang Maggie De Block en Theo Francken zijn geweest, beleidsmakers die asielzoekers alleen maar als een last beschouwden en hun strengheid graag voor de camera’s uitten.

De huidige asielcrisis is klein bier in vergelijking met die van 2015. “We worden niet ‘overspoeld’, tenzij door dodelijk cynisme”, schreef de immer lezenswaardige Bieke Purnelle gisteren in haar column in De Standaard. Zo is het maar net. Als cynici de toon gaan bepalen, verhardt een maatschappij. Liefst hadden de trollen gezien dat de vluchtelingen in eigen land crepeerden, maar als het dan toch hier moet, dan niet in hun achtertuin maar in een Brusselse straat, waar ze hen toch niet zien liggen.

Wat niet weet, wat niet deert.

Wat wel weet, maar niet ziet, evenmin deert.

Onmenselijkheid is een kanker die lelijk huishoudt in onze steden en gemeenten.

***

Daar staat dan weer tegenover dat er ook activisten bestaan voor de Goede Zaak, die niet altijd de slimste acties bedenken. Neem nu die twee die een blik tomatensoep over de — door glas afgeschermde — Zonnebloemen van Vincent van Gogh kieperden in de National Gallery in Londen. “Wat is meer waard? Kunst of leven?”, schreeuwden ze na hun daad. “Is het meer waard dan voedsel? Meer waard dan gerechtigheid? Maakt u zich meer zorgen over de bescherming van een schilderij of de bescherming van onze planeet en mensen?”

Wat een kortzichtige domheid! Viseerden de leden van Just Stop Oil Van Gogh omdat hij een Nederlander was, het land van Shell? Of omdat er zoiets bestaat als zonnebloemolie? Blijkbaar niet. Zelfs op dat niveau was het niet doordacht.

Als er iets is wat het verdient om de eeuwigheid te doorstaan, is het (grote) kunst. Dat staat los van de klimaatdiscussie. Door deze ondoordachte actie heeft dit duo de o zo noodzakelijke en dringende aanpak van het klimaatprobleem niet in goede zin onder de aandacht gebracht, wel integendeel. Voor ecorealisten en klimaatontkenners vormt dit gebeuren een excuus om voor de zoveelste keer de actievoerders te viseren en hun boodschap te negeren, om de man te spelen en niet de bal. Contraproductiever wordt het niet. Het jarenlange, volhardende werk van Greta Thunberg & co is niet gediend van dit soort lompigheid. Dat zouden ze morgen op de klimaatmars in Brussel weleens mogen benadrukken. Gooi die soep dan tegen de voorgevels of in de inkomhallen van ministeries waar onwillige of onbekwame ministers en hun kabinetsmedewerkers huizen. Of doe dat bij bewust vervuilende bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid weigeren op te nemen. Niet in een museum. Van Gogh heeft geen oren naar hun boodschap.

Kunst vernietigen of (proberen te) beschadigen zit op dezelfde lijn als boekverbrandingen, een activiteit die we associëren met dictatoriale regimes, waarvan de leiders bang zijn voor hun eigen schaduw en waar paranoia troef is. Wil je je daarmee werkelijk associëren als actievoerder? Of vind je het best wel oké dat je tot op het niveau van de pesterige trollen afdaalt?



Sorry

Communicatie, Radio en Televisie Posted on za, oktober 15, 2022 11:11:19

‘Sorry seems to be the hardest word’ zong Elton John zesenveertig jaar geleden. Dat was midden de jaren 70. In het daaropvolgende decennium heb ik heel kortstondig een lief gehad die vond dat ik te vaak sorry zei. Dat kwam, geef ik grif toe, in de eerste plaats omdat ik vervelende dingen deed of zei waarvoor achteraf een excuus nodig was. Had ik maar vooraf beter moeten nadenken over mijn woorden of daden. Sorry daarvoor.

Zoals voorkomen beter is dan genezen, is nadenken over wat je doet of zegt beter dan oprechte verontschuldigingen aanbieden. Maar als het kwaad dan toch geschied is, moet je door het stof. Soms komt zo’n welgemeende ‘Sorry’ te laat of is het onvoldoende om het aangerichte leed te verzachten of krijg je te maken met iemand die je liever naar de geestelijke verdoemenis helpt dan je excuses te aanvaarden. In de meeste gevallen creëert het echter een opening, naar een betere verstandhouding, naar meer begrip, naar een optimalere vorm van samenleven.

Neem nu Bart De Pauw. Als hij in 2017 ‘Sorry’ had gezegd voor zijn opdringerig gedrag — van flirterige sms’en tot regelrechte pogingen om zijn macht als werkgever te misbruiken —, dan zouden die wellicht aanvaard geweest zijn. Dan zou hij nu allicht nog als die eeuwige kwajongen met de blinkende ogen te zien zijn op de Vlaamse openbare omroep. Dan zouden zijn slachtoffers — want dat waren het! — meer dan waarschijnlijk niet de stap naar de rechtbank hebben gezet. Dan zou ons een pijnlijke en overbodige brede maatschappelijke discussie bespaard zijn gebleven — de feiten waren immers duidelijk. Dan hadden alle betrokkenen vijf jaar geleden reeds samen door dezelfde deur kunnen stappen en nieuwe professionele plannen maken.

Maar De Pauw toonde niet de minste vorm van schuldinzicht. Hij bleef zichzelf in de slachtofferrol maneuvreren, het waren de anderen die hém hadden misbegrepen, niet andersom (en alleen daarvoor wilde hij zich verontschuldigen, wat er eigenlijk op neerkwam dat hij ‘Sorry’ zei voor de domheid van anderen, adding insult to injury). De Pauw had de polarisatie — tussen diegenen die hem een sjofele kerel bleven vinden en die vrouwen afschilderden als aandachthoeren, en de anderen die onmiddellijk woorden als ‘stalking’, ‘belaging’ en ‘machtsmisbruik’ in de mond namen — die er nu is ontstaan, kunnen voorkomen, door heel eenvoudig excuses aan te bieden, duidelijk te maken dat hij besefte waar en hoe hij in de fout was gegaan, en te benadrukken dat hij zijn attitude zou bijsturen.

Zijn gedrag zou fout gebleven zijn, maar iedereen zou verder hebben gekund met zijn leven. Nu niet. Nu moesten we eerst vele duizenden woorden verdragen over wat er al dan niet gebeurd was. Nu kregen we op sociale media een gevecht tussen believers en non-believers. Nu kwam er een flink gemediatiseerd proces van, waarop De Pauw nog altijd niet het minste schuldbesef toonde, weigerde zijn verantwoordelijkheid te nemen en voor een aantal gevallen van stalking en belaging effectief veroordeeld werd, ondanks enkele voorafgaande vrije podia die hem werden aangereikt door bevriende media.

***

‘It’s sad, so sad / It’s a sad, sad situation / And it’s getting more and more absurd’.

***

Deze week verloor Bart De Pauw ook nog eens het proces dat hij had aangespannen tegen de VRT, wegens onrechtmatig ontslag en het bevlekken van zijn imago, waarbij hij 13 miljoen euro schadevergoeding had geëist voor hem, zijn gezinsleden en zijn mediabedrijf. De rechter maakte zijn kromme juridische redenering in duidelijke bewoordingen met de grond gelijk. De Pauw is geen paria omdat de toenmalige directie van de openbare omroep dat heeft gewild, maar omdat hij zich destijds voortdurend misdragen heeft, geen enkele vorm van erkenning of excuses de wereld instuurde, en nu ook nog eens schaamteloos dacht langs de kassa te mogen passeren. Eigen schuld, etcetera.

Eigenlijk is het intriest. Ik was een fan van ’s mans werk, een van de verfrissendste tv-figuren van de voorbije dertig jaar. Maar voor mij is het goed dat hij nu uitgerangeerd is. Hij is in de fout gegaan. Punt. De Pauw is in het echte leven de man van Melle gewórden, hij deed het voor zijn eenzaamheid. Ocharme toch.

***

Er zijn er nog die weigeren om zich te verontschuldigen. Vlaams parlementsvoorzitter Liesbeth Homans, bijvoorbeeld, voor haar onbehouwen uitspraak over de vaders die de kinderen wel kunnen opvangen als de moeders uit werken gaan. Wereldvreemd tot en met. (Ze mag zich ook nog altijd excuseren voor het feit dat ze er niet in geslaagd is de kinderarmoede te halveren, zoals ze had beloofd bij haar aantreden als Vlaams minister van, onder meer, Armoedebestrijding in 2014. Niet alleen slaagde ze niet in haar opzet, ze deed er niet eens moeite voor!)

Jan Fabre bleef zich ook gedragen als de vermoorde onschuld. Ook hij moest een proces ondergaan, ook hij had dit kunnen voorkomen door toe te geven dat hij in de fout was gegaan.

Ik moet trouwens zelf ook een — weliswaar iets minder zwaarwegend — excuus uitspreken voor een tweet van woensdagavond, waarin ik over ‘een schande’ sprak, na de uiteindelijk dan toch niet toegekende strafschop voor Club Brugge. De Nederlandse scheidsrechter Makkelie liet zich overrulen door de VAR. Het was geen schande (‘Sorry!’), maar ik blijf wel bij mijn interpretatie dat het geen overtreding was van Club-speler Buchanan en toch een penalty, omdat de Atlético-speler pas geraakt werd nadat die zijn maaibeweging op de benen van Buchanan al had ingezet (‘Not sorry!’). Het isj nie moeilijk, het isj makkeliek.

***

(Sorry voor deze blogpost.)



De Larry David in ieder van ons

Radio en Televisie, Samenleving Posted on za, oktober 08, 2022 11:36:26

Ik ben rond, beste lezer. Neen, dit wordt geen klaagzang over overgewicht, ik ben rond met het kijken naar de geweldige tv-serie Curb your enthusiasm, wat zoveel betekent als ‘Verwacht er maar niet te veel van’ (iets wat, terloops gezegd, in het algemeen ook voor mijn blogposts geldt). Ik heb de serie pas in 2011 ontdekt, in de tweede aflevering van het achtste seizoen. Intussen werden, met een beetje vertraging, ook seizoenen negen tot en met elf ingeblikt, telkens goed voor tien afleveringen, honderd en tien in totaal. Maar er bleef dat gat van die eerste zeven seizoenen plus die ene aflevering van seizoen acht.

Dankzij een gewijzigde abonnementsformule kon ik een paar maanden geleden in de wonderbaarlijke tv-theek eindelijk die oude reeksen beginnen op te vragen. Opeens was hoofdrolspeler en bedenker Larry David geen man van vijfenzeventig meer, wat hij nu is, maar werd hij tweeëntwintig jaar terug in de tijd gekatapulteerd, een prille vijftiger. Die David is overigens de medebedenker van de succesvolle sitcom Seinfeld, die tussen 1989 en 1998 te zien was op de Amerikaanse televisie. Hij heeft daar naar verluidt een slordige tweehonderd miljoen dollar aan verdiend. Pretty, pretty, pretty, pretty good!

Excuus, misschien kunt u niet volgen. Die laatste uitspraak doet Larry David namelijk de hele tijd in Curb your enthusiasm. Mocht u de serie niet kennen: 1) shame on you!, 2) haal uw schade alsnog in, het loont de moeite. In Curb… speelt Larry David zichzelf, zoals het personage van George Costanza in Seinfeld ook gebaseerd was op de sociaal gehandicapte David. Hij heeft dus de gewoonte om zichzelf als personage te portretteren. Ik hoop dat het een uitvergrote versie van zijn eigen leven is, vol overdrijvingen, anders geeft het te denken. Het hoofdpersonage, Larry David dus, is een rijke, joodse scenarioschrijver-producer die hoofdzakelijk rentenierend, golfend, uitgebreid lunchend en commentaar op alles en iedereen gevend door het leven stapt. De dialogen zijn summier uitgeschreven, er wordt duchtig geïmproviseerd voor de camera, wat de montage naar het schijnt tot een helse job maakt. Elke aflevering duurt ongeveer een halfuur en omvat een tweetal verhaallijnen die naar het einde samenkomen. Elk seizoen bevat bovendien een overkoepelende verhaallijn die tien afleveringen meegaat en eindigt in een apotheose, meestal een anticlimax voor de hoofdfiguur.

Wat Larry David (het personage) zo interessant maakt, is dat hij in ieder van ons zit. In het beste geval een beetje, in het slechtste geval een grote hap. Hij zeurt constant, heeft altijd gelijk, vindt dat hij in alle omstandigheden mag zeggen wat hij wil zeggen, gaat overal en met iedereen in discussie. Larry David is Twitter, beste lezer, maar dan om te lachen, en je hebt er niet eens een lachband voor nodig.

Sommigen vinden dat Curb your enthusiasm de witte cisgender levensstijl propageert, maar het tegendeel is waar: dit is kritiek op de gelijkhebberige boomer, en niet zo subtiel ook. Larry David is seksistisch, racistisch en homofoob, maar hij is dat niet op een Filip Dewinterachtige wijze, neen, hij is de verzinnebeelding van de tolerante progressieve witte man die niet beseft hoe onverdraagzaam hij in werkelijkheid is. U moet de boeken van Robin DiAngelo maar eens lezen, White fragility en Nice racism, over hoe mensen die zichzelf progressief, tolerant en intelligent noemen toch voortdurend in de fout gaan, en daardoor in hetzelfde schuitje belanden als de ‘Ik ben geen racist maar…’-toeteraars. Die eerste aflevering van De tafel van vier waarin geprovoceerd werd met het n-woord? Daar had Larry David kunnen zitten, hij zou vrolijk meegedaan hebben (het personage, hopelijk niet de persoon zelf).

Soms zit je goedkeurend te kijken naar wat er op het scherm gebeurt. Een voorbeeld: Larry David loopt binnen in een ijssalon en raakt geïrriteerd omdat de vrouwelijke klant voor hem álle smaken eventjes wil proeven, alvorens ze toch maar vanille bestelt. Ik zou óók verontwaardigd zijn over haar egoïsme en het verlies van mijn kostbare tijd, we hebben dat allemaal al weleens meegemaakt. Alleen gaat David zó lang door met klagen, dat je op den duur wel de kant van die vrouw moét kiezen. Gelijk hebben is nog iets anders dan gelijk halen.

Ander voorbeeld, uit de allereerste aflevering die ik ooit zag en die ik eergisteren opnieuw heb gezien: twee vrouwen staan voor het roomijsdepartement in een supermarkt, de ene weent, de andere probeert haar te troosten. En Larry David probeert hen — eerst vriendelijk, daarna pusherig — naar links of naar rechts te maneuvreren, waardoor hij aan zijn portie Ben & Jerry’s kan. Typisch is dan dat de troostende vrouw, die een safe house in Davids buurt blijkt te runnen, hem nadien uitnodigt om zich te verontschuldigen, waar hij na enig aandringen op ingaat, maar waardoor hij, zoals steeds, de zaak nog erger maakt. Want na zijn ‘I’m sorry’ volgt dan zonder uitzondering een opsomming van waarom hij toch vindt dat hij gelijk had. Natuurlijk begrijpt hij niet waarom mensen dan nóg bozer worden.

De Larry Davids van deze wereld lopen stuntelig en struikelend door het leven, maar ze denken dat ze kaarsrecht lopen en trots mogen zijn op wie ze zijn, wat ze doen en, vooral, wat ze zeggen. Dat is een beetje zielig. Wat de serie zo geniaal maakt, is dat Curb your enthusiasm je tegelijkertijd laat lachen om die stunteligheid van het hoofdpersonage, verontwaardigd worden over diens hardleersheid en meewarig laat doen over de levensstijl van rijke, witte mensen in Rijkewittemensenland. Het is de ideale afsluiter van een lange dag, mijn echtgenote en ik proeven dit a rato van één aflevering per avond (‘Nog een Curbke?’).

Er zit een Larry David in u. Er zit een Larry David in mij. In het verkeer wórd ik Larry David. Ik erger mij over alle andere weggebruikers tot op het niveau dat die andere weggebruikers zich alleen maar kunnen ergeren over mij. Ik vond bijvoorbeeld al lang voor het invoeren van het verplichte ritsprincipe dat het logisch is om zo ver mogelijk door te rijden op een rijstrook die gaat verdwijnen en pas op het einde in te voegen. Dan moeten de chauffeurs in die invoegstrook slechts één wagen laten voorsteken. Heel logisch, ik heb daar gelijk in. Alleen helpt het niet om daarover te blijven zeuren en heb ik mij ongetwijfeld in andere verkeerssituaties te gelijkhebberig gedragen. Larry David! U heeft dat waarschijnlijk ook, zij het in andere domeinen. Of misschien bent u wel die chauffeur die mij niet wil laten invoegen, omdat u mij een opportunist vindt. (U heeft ongelijk.)

Benieuwd wat Larry David zou vinden van het afknippen van haarlokken uit solidariteit met de vrouwen in Iran. Hij zou dat allicht niet ‘Pretty, pretty, pretty, pretty good!’ vinden. En wij zouden eerst goedkeurend zitten knikken vanwege zijn logisch klinkende reactie en na de nodige drammerigheid toch een andere mening beginnen te vormen. Misschien komen we het wel te weten in seizoen twaalf van Curb your enthusiasm, dat in de maak is.

‘Ik doe dit niet voor mezelf maar voor de samenleving,’ roept David tegen een vrouw met een hond, vlak nadat hij zijn eigen terechte opmerking (hondenpoep op zijn gazon, de eigenaar van het dier moet dat uiteraard opruimen) heeft omgezet in een eindeloze klaagzang, waardoor je als kijker finaal meer gaat sympathiseren met de persoon die in de fout is gegaan (de vrouw met de hond) dan met de klager. Typisch Larry David!



Blijf extreemrechts vooral extreem noemen

Journalistiek, Politiek Posted on za, oktober 01, 2022 11:01:49

In rechtse kringen wordt weleens gezegd dat je de dingen moet durven te benoemen zoals ze zijn en die raad ga ik, die me niet in hetzelfde universum bevindt als die lieden, ter harte nemen in deze blogpost. Er is namelijk iets met ons taalgebruik dat mij niet zint. We zijn te soft geworden en dat geldt a fortiori in een journalistieke omgeving. Niet omdat we allemaal msm’ers zijn, nuttige idioten in dienst van machtige mensen zoals critici beweren, maar net het omgekeerde. We moeten, jawel, de dingen vaker durven te benoemen.

Toen bekend raakte dat Fratelli d’Italia de parlementsverkiezingen in Italië had gewonnen en Giorgia Meloni de eerstvolgende premier van dat land zal worden, kon je her en der lezen dat radicaalrechts aan de macht komt in de laars. Ook in eerdere berichtgeving werden partijen als Vlaams Belang of politici als Filip Dewinter, Dries Van Langenhove of Viktor Orbán radicaalrechts genoemd. Ik vind dat geen goed idee. Zelf ben ik ook soms radicaal. Ik ben radicaal tegen racisme en discriminatie. Ik ben radicaal tegen elke vorm van ongelijkheid in de samenleving. Ik ben radicaal tegen onrecht. Mocht u mij radicaallinks willen noemen, dan ga ik daar niet per se (radicaal) tegen in opstand komen. Ik hoef geen etiket, maar u doet maar.

Door figuren als Meloni, die schatplichtig zijn aan het fascisme van Mussolini, radicaalrechts te noemen, maak je hen aaibaarder, menselijker en empathischer dan ze in werkelijkheid zijn. Idem dito met Orbán, Trump, Poetin of Bolsonaro. Als we de dingen dan toch moeten durven te benoemen, moet je hen extreemrechts blijven noemen, zoals we dat jarenlang gedaan hebben. Want dat zijn ze: hun radicalisme is extreem. Extreem onverdraagzaam. Extreem onrechtvaardig. Extreem anti-emancipatorisch. Extreem rechts, dus. Radicaalrechts kunnen we dan behouden voor een tussencategorie. En dus mogen we zeker ook niet spreken over de ‘centrumrechtse regering’ van Meloni, zoals Theo Francken op Twitter deed. Maar zo gaat dat: hoe rechtser je zelf bent, hoe linkser al de anderen zijn.

Ik wil hier zelfs een suggestie doen om politici van bij ons voortaan als volgt te catalogeren.

Extreemrechts: Filip Dewinter, Dries Van Langenhove, Tom Van Grieken (ooit radicaal, nu extreem), Sam Van Rooy.

Radicaalrechts: Gerolf Annemans, Jean-Marie Dedecker, Theo Francken.

Rechts: Bart De Wever, Peter De Roover, Ben Weyts, Hendrik Bogaert, Pieter De Crem.

Centrumrechts: zowat de hele CD&V en Open VLD, Geert Bourgeois, Zuhal Demir, Valerie Van Peel.

Als we fascisten, neonazi’s, vreemdelingenhaters en al wie sympathiseert met dat soort ideeën radicaal blijven noemen, dan verzachten en vergoelijken we hun gedachten en toekomstige daden. We kunnen als empathische wezens niet genoeg benadrukken hoe fout sommige ideologieën waren, zijn en blijven. Blijf dit vooral extreem noemen, dat is tenminste duidelijk. Op dat vlak moeten wij, tolerante mensen, ook wat meer ‘prepper’ worden.



De aangeleerde hulpeloosheid van wereldvreemde academici

Samenleving Posted on za, september 24, 2022 11:11:29

Soms maakt een mens, met name: déze mens, zich boos over een uitspraak of tweet van iemand die vanuit een totaal gebrek aan kennis iets poneert dat nergens op slaat. Puur tijdverlies, ik weet het, want die personen zitten zelden aan de knoppen en roepen gewoon maar wat, zoals dat vroeger alleen aan cafétogen gebeurde. Passons. Verander desnoods van café, op zoek naar interessantere tooghangers.

Minder tijdverlies is het om boos te worden wanneer iemand die wel geacht wordt op de hoogte te zijn van maatschappelijke situaties en evoluties iets oerdom roept. Ik zeg maar wat, een universiteitsprofessor met meer dan 19.000 volgers op Twitter. Zo iemand heeft een breed forum, bereikt veel mensen, kan dus met zijn opmerking een grote groep beïnvloeden. En hij wéét dat hij dat kan.

“Dat gedoe over schoolmaaltijden blijft duren,” tweette Wouter Duyck (UGent) zondag. “Nog los van de aangeleerde hulpeloosheid dat ouders niet meer in staat zouden zijn om hun primaire dierlijke functie, voeding, te vervullen, maar de Staat wel. Hebben die mensen echt nooit een bord schoolmaaltijd gezien? #gezond”. Duyck noemt zichzelf cognitief psycholoog. Ik heb dat even opgezocht. Volgens Wikipedia is cognitieve psychologie de tak van de psychologie die zich bezighoudt met alle psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, probleemoplossen en informatieverwerking. Op diezelfde Wikipediapagina staat een afbeelding van ‘De denker’ van Auguste Rodin. En ik leer dat de Amerikaanse dwarsdenker Noam Chomsky een van de meest vooraanstaande cognitieve psychologen op deze aardkloot is.

Ik zie die Duyck niet meteen in denkhouding zitten poseren en aan zijn andere tweets te zien zal hij ook geen fan zijn van (de linkse) Chomsky. Meer nog: die ene tweet over de schoolmaaltijden wijst niet echt op begrip, kennis en probleemoplossend denken. Met termen als ‘aangeleerde hulpeloosheid’, ‘primaire dierlijke functie’ en ‘hebben die mensen echt nooit een bord schoolmaaltijd gezien?’ schoffeert hij een groeiende groep mensen die het steeds moeilijker heeft om de eindjes aan elkaar te knopen, gesteld dat ze al weten waar ze die eindjes moeten zoeken. Een lege brooddoos kan een symptoom zijn van verwaarlozing, zeer zeker, of van er schaamteloos op te rekenen dat de samenleving (of in dit geval: de school) het allemaal wel zal oplossen, maar in de meeste gevallen is het een gevolg van kansarmoede en armoede tout court. De brooddoos is leeg omdat er geen centen zijn om ze te vullen. Dat is de harde realiteit.

Het is niet verwonderlijk dat N-VA-mandatarissen en -aanhangers mee aan de haal zijn gegaan met dat fabeltje van ‘aangeleerde hulpeloosheid’. In die kringen wordt altijd de eigen verantwoordelijkheid naar voor geschoven als er maatschappelijk iets misloopt. Het is de eigen schuld van de mensen (plus uiteraard ook van de sossen, de linkiewinkies, de groenen, etcetera). Je kan dat ook anders vertalen: bij die groep kansarmen zitten ónze kiezers niet, dus mogen we hen gerust negeren of een trap na geven. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts, eveneens van N-VA-signatuur, klinkt minder beledigend dan sommige partijgenoten, maar hij vindt niet dat scholen welzijns-, gezondheids- en armoedeproblemen moeten aanpakken. Dat is volgens hem een taak van het lokaal sociaal beleid. Draineer de sukkels maar naar de OCMW’s, kunnen we hen nog wat meer stigmatiseren. Zo lang onze toekomstige elite er maar geen hinder van ondervindt.

Er is iets vreselijks aan de hand in onze moderne samenleving. Het mededogen is verdwenen, empathie is een soort luxeproduct geworden, solidariteit een vage herinnering aan andere tijden. Geen betere tijden, maar tijden dat er tenminste nog aandacht was voor wie het minder goed had. Dat had meestal iets betuttelend over zich, zo’n beetje zoals in de periode van de kolonies naar de ‘simpele zwartjes’ gekeken werd. Maar er was tenminste een neiging om te helpen, hoe amechtig en betweterig ook. Nu moeten minderbedeelden het maar zelf oplossen. Vluchtelingen: niet welkom. Armen: eigen schuld. Slachtoffers: los het zelf maar op.

Dit is een maatschappij waarin veelvuldig naar boven gelikt en naar onderen getrapt wordt. Dat krijg je wanneer egoïsme het haalt op altruïsme, doorgeslagen neoliberalisme de norm is geworden, alleen wie het goed heeft gewaardeerd wordt, met schouderklopjes en nog een extra bonus erbovenop, zodat de kloof alleen maar groter wordt. Niet die tussen burger en politiek, maar die tussen wie het redelijk tot goed heeft en wie het niet goed heeft. En ja, dat is deels de schuld van onvoldoende of foutief geïnformeerde burgers, die in het stemhokje denken dat ze voor hun eigenbelang kiezen, terwijl ze in werkelijkheid zichzelf nog meer buitenspel zetten door op partijen te stemmen die het tegenovergestelde doen van wat ze werkelijk nodig hebben. Zo krijg je een vicieus spelletje van beleidsmakers die alles wat ze doen, afwegen op wat ze denken dat hun kiezers willen dat ze doen, niet op wat de samenleving in realiteit nodig heeft.

Als visie plaats ruimt voor opportunisme en populisme, vallen steeds meer mensen uit de boot. En dan profileren luidruchtige opiniemakers als de heer Duyck zich via kortzichtige, wereldvreemde boodschappen, toch alweer goed voor 334 likes, virtuele schouderklopjes die dit soort figuren aanzetten om volgende keer nóg provocerender uit de hoek te komen.

Politici die benadrukken dat de middenklasse het slachtoffer is van, kies zelf, het begrotingstekort, de staatsschuld, de achteruitgang van ons onderwijs, enzovoort, bedoelen eigenlijk: wij, de rijkere klasse, willen u, de hogere middenklasse, dicht bij ons houden. De rest stoten we af. Akkoord? Waarom zou u, met uw mooie inkomen, wakker liggen van een lege brooddoos? Hadden ze die maar moeten vullen, niet? Schuld van die ouders!

Als er één bevolkingscategorie is die last heeft van aangeleerde hulpeloosheid, is het wel die van wereldvreemde academici, die niet meer weten wat er in de wereld te koop is. Dat laatste mag u letterlijk én figuurlijk interpreteren. Wereldvreemd in een vreemde wereld.

Gebrek aan mededogen is wreed. Misschien moeten we toch maar een beetje meer woke worden om dit te blijven aanklagen.



Heden geen mening

Communicatie Posted on za, september 17, 2022 12:00:21

Wat zou het een verademing zijn, mochten mensen alleen hun mening geven over onderwerpen waarin ze thuis zijn of zich verdiept hebben. Dat ze enkel zouden reageren wanneer dat vanuit parate kennis of expertise zou gebeuren. Het publieke debat zou tegelijk gezegend en gereinigd zijn, mochten mensen zich vooraf diepgaand en onafhankelijk geïnformeerd hebben, zodat ze niet vanuit de (onder)buik reageren, of vanuit een misplaatst gevoel van loyauteit aan een ideologie, partij of gezaghebbende stem. Ha, de wereld zou er wellicht net iets beter aan toe zijn.

Wat zou, om maar één recent voorbeeld te noemen, het verhitte heen-en-weer gejeremieer over woke een interessantere discussie opleveren, mochten mensen voldragen argumenten hanteren en niet vanuit een (volgens hen) onwrikbaar stramien werken. Mocht u het niet gevolgd hebben — ja, u daar, u bent de enige, kan niet hé! —, Joël De Ceulaer schreef vorige zaterdag een essay van vier pagina’s over woke en wokeness in De Morgen. Je kunt het met hem eens of oneens zijn — ik behoorde, geef ik voor de volledigheid mee, afwisselend tot het ene en het andere kamp, maar ik heb zijn bijdrage met veel aandacht gelezen, blij dat het er was —, maar je doet dit niet af als gebazel of je serveert hem niet af met ‘Hij heeft ongelijk, punt!’  Dat is namelijk niet discussiëren, dat is uitgaan van het eigen Grote Gelijk, of dat nu individueel dan wel collectief is, zo komen we geen stap verder. Maar goed, ik schreef hier eerder al over woke (https://maandans.frankvanlaeken.eu/?p=1351 en https://maandans.frankvanlaeken.eu/?p=1357), ik hoef dat niet opnieuw te doen.

Enfin, ik laat het keyboard even rusten, anders klopt de titel boven dit stuk(je) niet meer. Volgende week zal ik ongetwijfeld opnieuw een voldragen mening hebben. U bent gewaarschuwd.



Het zijn net mensen…

Politiek, Samenleving Posted on za, september 10, 2022 11:19:01

Het ging de voorbije dagen in het nieuws vooral over de dood van de Queen en de nakende rondezege van koning Remco, die zelfs de strapatsen van Gert Verhulst van tafel veegden. Het vertrek van de directeur-generaal van Fedasil, Michael Kegels, verdween daarbij in het niets, het bericht stond sowieso enkel op de binnenpagina’s van de kranten. Kegels, die directeur maatschappelijke veiligheid bij de stad Antwerpen wordt, werkte al sinds 2001 voor Fedasil.

Als iemand eenentwintig jaar voor dezelfde organisatie werkt, wat tegenwoordig hoogst uitzonderlijk is, wil dat meestal twee dingen betekenen: die persoon voelt zich thuis in dat soort werk en functies én die waardering werkt ook in omgekeerde richting. Dat Michael Kegels nu vertrekt, kan alleen maar gezien worden als illustratief voor de intussen permanente crisis in de vluchtelingenproblematiek. Mensen slapen al weken op straat. Mensen moeten in de hitte aanschuiven voor de poorten van het Klein Kasteeltje in de hoop dat hun dossier zal geopend worden. Mensen worden uitgespuwd door de lokale bevolking, die hen niet welkom wil heten, en die hatelijke houding komt dan nog eens bovenop wat die mensen in eigen land hebben meegemaakt, de reden waarom ze hier aankloppen.

Asielrecht is, zoals het woord het al aangeeft, een recht, dat weten die mensen die we vluchtelingen noemen (een op zich voldoende neutrale benaming, ze zijn nu eenmaal op de vlucht). Ook wie de vluchtelingen niet graag ziet komen (en vooral niet graag ziet blijven) weet dat doorgaans, dat er zoiets bestaat als een asielrecht dat neergelegd werd in artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “Eenieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging.” De tekst is duidelijk, werd opgesteld in tijden dat politieke leiders nog wel verder durven te kijken dan de volgende verkiezingen. (Er is overigens geen asielplicht, het land waar de vluchteling/asielzoeker komt aankloppen moet onderzoeken of die wel degelijk recht heeft op asiel.)

Dat de directeur-generaal van Fedasil nú opstapt, is geen toeval. “Alle medewerkers van Fedasil werken zich de ziel uit het lijf om mensen een opvangplek te geven,” zei Kegels in een reactie. “De laatste jaren is dat een steeds moeilijkere opdracht geworden. Ik hoop dat de samenleving daar oog voor blijft hebben.”

De moeilijkheid van die opdracht heeft te maken met het aantal vluchtelingen, wat samenhangt met regionale en lokale conflicten elders in de wereld, maar nog veel meer met de attitude van leidinggevende politici, opiniemakers en de lokale bevolking. Als de staatssecretaris van Asiel en Migratie iemand van rechtse signatuur is die zelf zo veel mogelijk vluchtelingen preventief wil weren (ik bedoel uiteraard Francken, maar eigenlijk ook De Block voor en Mahdi na hem) en als uit recente polls naar voor komt dat zowat vier op de tien Vlamingen migratie in de brede zin van het woord problematisch vinden, dan worden internationale afspraken en rechtsbepalingen al snel ondergeschikt gemaakt aan populistische en electorale overwegingen. Als de mensen in nood dan ook nog eens worden gereduceerd tot getallen en statistieken, verdwijnt empathie algauw naar de achtergrond. Eigen volk eerst is een slogan van één partij, maar het is intussen ook een onuitgesproken mantra van andere politici geworden. Om preciezer te zijn: eigen kiezer eerst! Als de vluchteling geen gezicht krijgt, geen persoon van vlees en bloed wordt, kan je hem ook negeren. Ontmenselijken is o zo makkelijk, dat leren ons geschiedenis, heden en (ongetwijfeld ook) toekomst.

’t Is niet omdat je vluchtelingen er via rechtse daadkracht van probeert te overtuigen dat ze beter wegblijven uit België dat ze dat ook zullen doen. Over enkele jaren zullen daar steeds meer klimaatvluchtelingen bij komen. Terwijl wij zitten te puffen bij onnatuurlijk hoge temperaturen in onze contreien, zullen op andere continenten mensen op de vlucht slaan voor nog veel hogere temperaturen, die het leven ondraaglijk maken. Jezelf en je naasten uit een levensbedreigende situatie helpen is een kerntaak voor gezinshoofden, hier en elders. Het zal dan niet eens meer een optie zijn om voor die mensen een oplossing in hun eigen regio te zoeken, de bekende hypocriete dooddoener van rechtse politici die vervolgens wel als eerste zullen protesteren mocht het budget van ontwikkelingssamenwerking verhoogd worden. De vluchtelingencrisis van nu zal in de toekomst als een crisette worden gezien. Minicrisis. Misschien kunnen we alvast beginnen te oefenen op onze collectieve empathie. Het zal nodig zijn.

In een land dat zich beschaafd en verlicht durft te noemen, zou niemand op straat mogen slapen, geen dakloze, geen vluchteling, niemand. Morgen of overmorgen kunnen we zelf vluchteling zijn. Solidariteit is een mooi woord, we zouden dat met z’n allen wat vaker in de praktijk mogen omzetten.



Domdommertijd

Journalistiek, Politiek, Samenleving Posted on za, september 03, 2022 11:18:45

“’t Is weer voorbij die mooie zomer” zong de Nederlandse bard Gerard Cox negenenveertig zomers geleden, in 1973. Kent u die tekst nog, oudere jongere? Hij gaat zo verder. “Die zomer die begon zowat in mei / Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen / Maar voor je ’t weet is heel die zomer alweer lang voorbij.”

Mocht Cox, intussen 82, tijd en zin hebben, moet hij misschien een update van dat zomerse nummer van weleer inzingen. “’t Is nooit voorbij die hete zomer / Die zomer die begon zowat in maart / Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen / En weet je wat, je hebt helaas overschot van gelijk”. Of zoiets, want mijn versie rijmt niet echt.

Het went, zo’n hete zomer, en dat is het laatste wat het zou mogen doen, wennen. We zouden ertegen in opstand moeten komen, door zelf te doen wat nodig is en door onze regeringen te dwingen om dat op te leggen — ik weet het: dat is twee keer dwang. Maar het moet! We hebben meer dan één Greta Thunberg nodig, liefst in alle generaties een geloofwaardig boegbeeld van het verzet. De klimaatontkenners en de ecorealisten zullen ons immers niet behoeden voor de ecologische rampen die ons te wachten staan. Het is niet Jean-Marie Dedecker, die schreef dat hij in zwembroek heeft genoten van het warme weer, die onze gids mag zijn. Vreemd toch dat mensen met kinderen en kleinkinderen die après nous le déluge-attitude uitdragen. Alsof ze niet wakker liggen van de toekomst van hun nageslacht. Of menen ze wat ze zeggen, dat er weinig of niets aan de hand is, gewoon wat hogere temperaturen, so what? Dan komt de titel boven dit stuk voor het eerst van pas.

Domdommertijd.

Komkommertijd heeft definitief afgedaan. Het nieuws wordt in juli en augustus niet langer gedomineerd door faits divers, die het tijdens de zomermaanden tijdelijk overnemen van het Echte Nieuws. Sire, er zijn geen komkommers meer. Toch niet in de dagelijkse nieuwsbulletins. Listige politici profiteren van de nieuwsarmere maanden om zelf nieuws te maken en bij gebrek aan ernstigere berichtgeving wordt het minste geringste opgepikt, niet alleen in de nieuwe en de sociale media, maar ook in de media die traditioneel worden genoemd en die zichzelf als ernstig beschouwen. Plaats ’s morgens als Bekende Persoon een controversiële tweet en je haalt geheid ’s avonds het nieuws of een van de praatprogramma’s. Wat je zegt is ondergeschikt aan hoe luid je roept en hoe snel je aanhangers de boodschap vermenigvuldigen, en dat heus niet alleen tijdens de zomermaanden.

Domdommertijd.

De regering-De Croo kwam net voor het zomerreces met een pensioenhervorming die zo ongeveer niemand kon smaken. Dat kan twee dingen betekenen: ofwel trekken die plannen werkelijk helemaal op niets, ofwel is het een poging tot modus vivendi die tussen alle standpunten door laveert richting compromis. Aan anderen om hierover te oordelen. Idem met de maatregelen om de energiecrisis behapbaar te maken voor de bevolking en de bedrijven: te veel, te weinig, te laat, te vroeg, te alles, te niets. ’t Is altijd iets, en dat zou zelfs zomaar eens kunnen. Van politici mogen we verwachten dat ze beslissingen nemen, maar we mogen niet verhopen dat ze alles kunnen oplossen. En toch mag het iets meer zijn (of minder). U kiest maar.

Domdommertijd.

Voor de federale oppositie is het simpel: het is allemaal de schuld van Vivaldi. In de tijd van de genaamde Antonio Vivaldi (1678-1741) waren er tenminste nog vier seizoenen. Inmiddels zijn die gereduceerd tot twee: zomer (van maart tot oktober) en herfstige lente (van november tot februari). Die quattro stagioni slaan meer op de pizza’s die de regeringsleden in crisistijden bestellen om de hongerigen aan de onderhandelingstafel te spijzen dan op de werkelijke seizoenen in een jaar. En nu we toch bij de zeven werken van barmhartigheid zijn aanbeland: het vierde werk, de vreemdelingen herbergen, werd inmiddels genadeloos geschrapt. Geofferd op het altaar van het populisme. Asielzoekers slapen al vele weken op straat in een land dat zich geciviliseerd durft te noemen. Een schande. Vier op de tien Vlaamse kiezers vinden dat overigens niet zo erg. Duimpje omhoog, ze moesten dan maar in hun eigen land blijven.

Domdommertijd.

Voor de leidende politieke formatie van Vlaanderen — op basis van de verkiezingsuitslagen van 2019, niet op basis van de recentste polls — is het altijd de schuld van de anderen. Calimero-gedrag is eigen aan de N-VA. Schuld van de sossen (maar die vinden ze nu redelijk sympathiek omdat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau hen zit op te vrijen). Schuld van het vluchtelingenbeleid (dat ze maar elders een oplossing zoeken, die gelukzoekers!). Schuld van Vivaldi (want ze mogen niet meespelen op het hoogste niveau). Schuld van de ‘wokers’ (wat mogen we nog zeggen of doen vandaag de dag?). Schuld van de groenen (een favoriete schietschijf voor zowat alle andere partijen tegenwoordig). Schuld van de cokesnuivende elite (nu die niet te winnen ‘War on drugs’ niet tot een, euh, overwinning leidt). Schuld van de vakbonden (zullen we binnenkort horen wanneer het overleg rond de loonindexering niet tot een eendrachtig besluit zal leiden). Samengevat: schuld van alle anderen. Zo is het makkelijk. Nooit Verantwoordelijkheid Aanvaarden.

Domdommertijd.

De schuld van de werkgevers zal het nooit zijn, voor de N-VA. Zowel VBO als Unizo pleiten voor een indexsprong, of zelfs de afschaffing van de loonindexering. Dat dit als gevolg heeft dat ‘de mensen’ hier minder koopkracht zullen hebben, valt voor hen in het niets bij het ineenstuiken van de exportmarkt omdat onze producten duurder zullen worden in het buitenland en dus minder afzet zullen vinden. Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet meer: tussen de harde patronale en de even harde syndicale lijn bestaat blijkbaar geen middenweg meer. Ieder met zijn hymne, ieder met zijn vlag, ieder met zijn hardnekkige dogma’s. Economen blijven de oude recepten benadrukken in de nouvelle cuisine van het moderne economische leven, terwijl de ingrediënten echt wel verschillen van die uit de tijd van de onzichtbare hand van Adam Smith. (Centrum)rechtse opiniemakers — de meesten behoren tot die categorie, zo stel ik vast, ook voormalige linkse tiepen hebben zich intussen tot het deweverisme bekend — ondersteunen die boodschap met de megafoons die hen worden aangereikt. En dan maar klagen over de cancelcultuur die hen/ons overvalt… Als Bart De Wever een gezellige familiefoto laat maken met het opschrift ‘Arbeit macht frei’ van het uitroeiingskamp van Auschwitz prominent op de achtergrond, kraait er nauwelijks een haan naar de smakeloze boodschap die dit uitstraalt. Een geschiedenisles voor mijn kinderen, noemde hij het zelf. Doe dat dan zonder die publiciteitsstunt, denk ik dan. Als Bart De Wever hoort dat er in zijn stad elke dag wel ergens een granaat ontploft of op iemand geschoten wordt, blijft hij rustig met vakantie in het buitenland. Weinigen die daar kritische bedenkingen bij maken. Als Bart De Wever terugkeert naar ‘zijn’ Antwerpen en pleit voor het samenroepen van de nationale veiligheidsraad in de strijd tegen de drugshandel, is er haast niemand van de journalisten en opiniemakers die daar kritische vragen bij stelt. Schuif maar aan, meneer de voorzitter/burgemeester, hier is een microfoon en een camera, wij gaan wel even een koffietje drinken, succes!

Domdommertijd.

Er was een paar weken geleden ook het ziekelijke een-tweetje tussen voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (vooralsnog N-VA) en het schandschrift tScheldt (onmiskenbaar Vlaams Belang), waarbij een vrouwelijke ambtenaar van Fedasil werd aangevallen. Doxing van de ergste soort. Schaamteloze intimidatie. Niet de eerste keer dat Francken op de man (m/v/x) speelt. Het gedrag van Theo Francken begint verdacht veel te lijken op dat van figuren zoals afgebeeld in die ene spotprent van hem in nazi-uniform, waar hij en zijn aanhangers zo boos over waren: kleineren, intimideren, proberen ‘kalt zu stellen’ door groepsdruk. Fraai is het niet. In een ander tijdsgewricht zouden deze praktijken fascistoïde zijn genoemd. Nu niet. Het passeert. We ondergaan. Tot ‘Samen een meerderheid’ realiteit is. Dan hebben we het ongetwijfeld niet geweten.

Domdommertijd.

Vlaamse provinciegouverneurs protesteerden luid tegen de aankondiging van de openbare omroep dat hij de regionale ochtendblokken op Radio 2 wilde afschaffen, terwijl de partijen die zij (tweemaal N-VA, tweemaal CD&V, éénmaal Open VLD) vertegenwoordigen een poos geleden in de Vlaamse regering hebben bedisseld dat de VRT het voortaan met minder moet doen. Het passeert allemaal maar, zonder dat de bedenking die ik in het tweede deel van de vorige zin heb gemaakt, voorgelegd wordt aan hen. En natuurlijk heeft de VRT ook boter op het hoofd, met die rijkelijke verloningen voor een handvol schermvedetten. Stuk voor stuk mannen, dat ook nog. Die grootverdieners staan eveneens in de weg van toekomstige regionale berichtgeving en zullen er binnenkort de oorzaak van zijn dat enkele honderden andere medewerkers richting uitgang worden begeleid. En alsof dat nog niet volstond, geeft de VRT in het programma FIRE: vroeg op pensioen een vrijgeleide aan zelfgenoegzame snoevers om te pleiten voor het nemen van financiële risico’s. Financial independence, retire early, weet u wel. “Ook controversiële thema’s verdienen een plaats in het programmaschema,” wierp de woordvoerster van de VRT als tegenargument op. Het is wachten tot Jeff Hoeyberghs en andere hersenloze patjepeeërs in een showprogramma op Eén zonder wederwoord mogen pleiten tegen de coronamaatregelen. Ik kan alvast een programmatitel uit de oude doos aanbevelen: De Steek-er-wat-van-op Show (met name: een coronabesmetting). Zonder Emiel Goelen weliswaar.

Domdommertijd.

Voor ik het vergeet: bijna ging er vorig weekend een festival met extreemrechtse groepen door op de vooravond van de (extreemrechtse) IJzerwake in Ieper. Frontnacht werd uiteindelijk verboden, in tweede zit zeg maar, omdat politici die niet wakker waren toen het festival in mei werd aangekondigd, nu opeens wel het geluid van een democratische wekker hadden gehoord. Ik heb het over u, Conner Rousseau. En nog een pak anderen die toch wel rijkelijk laat waren met hun protest. Konden ze dat niet even laten uitzoeken vier maanden geleden? Op het internet vind je in een paar kliks terug waar die bands echt voor staan.

Domdommertijd.

Tijd om stilaan af te ronden en nieuwe verontwaardigingen voor een volgende blogpost te beginnen verzamelen: de stad Antwerpen heeft een gedicht van Ruth Lasters, een van de vijf stadsdichters die begin dit jaar werden aangesteld, gecensureerd. “Het was niet besteld,” riep een of andere woordvoerder op het Schoon Verdiep, er is dus geen sprake van censuur. De schepen van Cultuur wierp op dat het gedicht te weinig verbindt en dat het te veel een politiek manifest is. Boodschappen beter op elkaar afstemmen, stel ik voor, dat vermijdt een ongeloofwaardige kakofonie van nepargumenten. Wie het gedicht leest, weet trouwens wel beter. Losgeld is onverbloemde kritiek op het onderwijsbeleid, dat — o toeval der toevalligheden — in handen is van een partijgenoot van de Antwerpse burgemeester. Cancelcultuur in de praktijk. En die komt, zoals het onverkwikkelijke verleden ons leert, in onze contreien vooral van rechts en niet van de ‘linkiewinkies’ en de ‘wokers’.

Domdommertijd.

Over cancelcultuur gesproken. Even onbegrijpelijk is dat de Duitse uitgeverij Ravensburger Verlag beslist heeft om geen Winnetou-boeken van Karl May meer uit te geven, na online protest over de ‘racistische stereotypen’ in die uitgaven. Prompt volgde Meulenhoff in Nederland, dat de verkoop van Mays boeken stopzet. Bij bol.com zijn de boeken ‘tijdelijk niet beschikbaar’. Het is heel lang geleden dat ik die boeken gelezen heb en uiteraard zullen er personages en taferelen in voorkomen die we nu als eerder karikaturaal zullen ervaren, maar wat ik mij van die goede oude Winnetous herinner, is dat ze het traditionele clichébeeld van de indiaan als onbetrouwbare en gevaarlijke wilde hebben bijgestuurd bij mij en heel wat leeftijdgenoten. Opgevoed met oude Amerikaanse westerns waarin de cowboy de goede was en de indiaan de slechte, de eerste op een wit paard, de tweede op een zwart, waren de boeken van Karl May een eyeopener, of noem het desnoods een ‘Mayopener’. Dat vind ik zoveel jaren later oneindig veel belangrijker en relevanter dan sommige stereotypen. Zet dan vooraan in het boek een korte inleidende tekst om de uitgave te verantwoorden. Ook hier past de noemer…

Domdommertijd.

Enfin, ’t is weer voorbij die mooie zomer. Waarin komkommertijd definitief heeft plaats geruimd voor domdommertijd.



« VorigeVolgende »