We moeten het nogmaals over woke hebben. Twee weken geleden riep ik op deze plek begrip op voor de mensen die zich woke noemen — ‘wokies’ volgens de tegenstanders —, omdat ze voor mij de kanaries zijn in de koolmijn die Samenleving heet. Zoals we in het verleden dankbaar gebruik hebben gemaakt van zeer uiteenlopende emancipatiebewegingen (vakbonden, feministen, 68’ers, vredesactivisten, etcetera), moeten we gewoon blij zijn dat er zoiets bestaat als de #MeToo-beweging en #BlackLivesMatter. De uitwassen moeten we er, helaas bij nemen, zonder ze daarom honderd procent te accepteren of ze onder de mat van de geschiedenis te vegen omdat ze voor de goede zaak waren of zijn. Vernielingen blijven vernielingen, slachtoffers blijven slachtoffers, hoe nobel het doel ook is. Dat doel heiligt niet alle middelen.

De voorbije weken waren er enkele van die spijtige uitwassen. In de provincie Ontario, Canada, werden als racistisch beoordeelde boeken verwijderd uit bibliotheken en ritueel verbrand. Onder meer strips van Asterix en Kuifje gingen in vlammen op. Het verleidde Bart De Wever en Sam Van Rooy om gelijktijdig een citaat van Heinrich Heine uit 1823 op te diepen: ‘Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen.’ Bien étonnés de se trouver ensemble? Ach neen, die Chinese Muur tussen N-VA en Vlaams Belang is in de praktijk niet meer dan een lage haag, waarlangs vrolijk ideeën worden uitgewisseld. Of, met een ander beeld: een draaideur, langs waar heel wat heen-en-weerbewegingen te noteren vallen.

Dichter bij huis, in Antwerpen, werd De man die de wolken meet, een bronzen beeld van Jan Fabre een half jaar geleden stiekem verwijderd van het dak van De Singel. Het lekte pas deze week uit (kan je nagaan hoezeer het beeld gemist werd, maar ook: hoeveel impact het in werkelijkheid had op ons!). En in Charleroi werd een dansvoorstelling van diezelfde Fabre geschrapt, vanwege negatieve reacties en anonieme bedreigingen. Cancelcultuur, wordt dan meteen geroepen, vooral uit rechtse hoek. Men wil die kunstwerken cancelen omdat ze niet (meer) beantwoorden aan wat maatschappelijk verantwoord wordt geacht. Eerder zagen we dat bij de films van of met onder anderen Roman Polanski, Woody Allen, Kevin Spacey en producer Harvey Weinstein. U kent hun vermeende of aangetoonde wandaden, daarover hoeven we het niet te hebben.

Het is goed dat er ondubbelzinnig wordt gewezen op manifest foute uitlatingen, gedragingen of werken. Het is niet goed dat wie die dingen zegt, doet of gemaakt heeft, zonder meer uit het publieke leven moet worden gebannen. Polanski en Allen hebben meesterwerken gemaakt, daar heeft hun gedrag niet rechtstreeks iets mee te maken. Spacey is een magnifieke acteur, ondanks zijn misdragingen. De films die Weinstein producete blijven geweldig: het feit dat de man een seksueel roofdier is, verandert daar niets aan. Fabre zal, allicht, op een of andere manier juridisch veroordeeld worden voor het systematisch belagen en chanteren van zijn danseressen, maar die stukken blijven even goed (of slecht, dat hangt van uw persoonlijke appreciatie af). Jazeker, vooral de vroege Asterixen en Kuifjes blinken niet uit in subtiliteit, staan bol van de clichés en — laten we de dingen benoemen — geven geen blijk van een breeddenkende kijk op de mensheid. In Kuifje vind je racistische karikaturen terug, net als in vroegere Suskes en Wiskes of Nero’s. Je moet dat niet goedpraten. Dat racisme, dat seksisme en die homofobie zijn er. Dat je het in de geest van de tijd moet bekijken, gaat slechts gedeeltelijk op. De makers hadden toen al kunnen weten dat het eenzijdige beeld dat ze toonden onjuist was. Moeten die strips daarom alsnog verbrand worden?

***

Racistisch. Seksistisch. Homofoob. Eurocentrisch. Die predicaten zijn doorgaans terecht. Laten we die er dan ook op kleven. Of beter: ernaast kleven, of als voorwoord meegeven. Want veel beter dan boeken verbranden — een praktijk die onder meer de nazi’s al gretig toepasten —, is het om die boeken te duiden voor een publiek van nu. Ik vind het terecht dat Jan Fabre nu even langs de zijlijn moet staan, maar opvoeringen van zijn vorige theaterwerken moet je laten passeren. Geef er dan wel een woordje uitleg bij, over wat de artiest waarschijnlijk heeft uitgericht. Anders doe je wat fanatieke katholieken in het verleden deden bij filmvoorstellingen van The temptation of Christ: belemmeren dat de vertoningen konden plaatsvinden. Of wat joodse demonstranten in 1985 tegen het toneelstuk Het vuil, de stad en de dood van Rainer Werner Fassbinder deden in Rotterdam: de opvoering verhinderen omdat die antisemitisch zou geweest zijn. Zo ongeveer niemand had de tekst gelezen, ze namen de commotie uit het buitenland gewoon over.

Als iemand in opspraak is gekomen en er zijn voldoende elementen om aan te nemen dat het niet om roddels, geruchten of vermoedens gaat, zijn er redenen om die persoon tijdelijk geen podium meer te bieden. Dat is rechtmatig, tot de zaak is opgehelderd. Het is natuurlijk buitengewoon wrang dat die voorstelling in Charleroi wordt afgelast — waardoor al die dansers technisch werkloos worden en, wellicht, geen vergoeding zullen ontvangen —, terwijl men die opdracht nooit had mogen toekennen aan een artiest die door tientallen ex-medewerkers wordt beschuldigd van seksuele intimidatie. Akkoord, dan hadden die dansers nu misschien óók geen werk, maar dan hadden ze tenminste naar alternatieven kunnen zoeken. Nu zijn die er niet.

Je kan het verleden niet zomaar wissen, dat is veel te simpel. Daar zijn een paar redenen voor te bedenken. Eén, je maakt van de betrokken kunstenaar een dader voor de enen en een martelaar voor de anderen, en die polarisatie helpt niemand vooruit. Twéé, verboden vruchten trekken aan. Mein Kampf bleef een gegeerd object in de decennia dat het boek verboden was. (Ooit eens begonnen aan dat onding. Na een vijftigtal pagina’s gaf ik het op, de gezwollen taal stootte mij vanaf de eerste regels af.) Drie, je raakt niet alleen de persoon die geviseerd wordt, maar een veel ruimere entourage die dan collateral damage wordt. Een uitgeverij, een theater, een bioscoop, de onschuldige medewerkers van de dader.

***

Het slechtste wat woke mensen kunnen doen, is de geschiedenis proberen te deleten, want dan verwijder je de bron van wat het begin moet zijn van een maatschappelijk leerproces. Verbrand dus Kuifje in Afrika niet, maar gebruik de strip om uit te leggen hoe dat nu weer zat met Belgisch Congo, waar Hergé over de schreef gaat en hoe fout racisme is. Veel efficiënter dan een bonfire of the vanities, gevolgd door een rondje applaus, een Kumbaya-stonde en een collectief goed gevoel dat na een week weer is weggeëbd. Boeken kan je verbranden, ideeën niet. Laten we het openlijk over die ideeën hebben. Woke is, in mijn ogen, dat je Kuifje in Afrika en consoorten net wél laat verspreiden, maar dat je er duiding bij geeft. Of dat je een spandoek met ‘Sorry’ erop aan dat beeld van Fabre hangt, zoals enkele studenten deden. Humor is dodelijk voor onbeschaafde luitjes. Vooral dóen.

Dat we Cyriel Verschaeve niet langer eren via straatnamen, moeten we vooral consequent blijven toepassen. Die man heeft vele naïeve Vlamingen de dood ingestuurd om een verderfelijk regime te helpen, die hommages waren totaal misplaatst en een naambordje is uiteindelijk máár een naambordje. Massamoordenaars als Leopold II verdienen geen standbeeld, zelfs als je heel genuanceerd naar zijn regime kijkt (‘Hij heeft ook veel goede dingen gedaan’ moet je gewoon onmiddellijk counteren met ‘Ja, maar Congo…’). Moet je dat standbeeld dan vernietigen, wetende dat dit ook ontworpen is door een kunstenaar die daar zijn ziel in gelegd heeft? Of geef je daar een objectief en duidelijk leesbaar woordje uitleg bij, zodat voorbijgangers weten dat deze man schaamteloos de rijkdommen van een ver land tot de zijne heeft gemaakt en miljoenen Congolezen liet vermoorden of verminken zonder in te grijpen, en doe je dat ook consequent op school? Ik prefereer het tweede. We mogen Leopold II, Hitler, Stalin, Mao, Pol Pot en andere onverlaten niet gunnen dat ze vergeten worden. Onthouden moeten we ze, verdomme, in een educatieve estafette die pas vele eeuwen later mag worden opgegeven, wanneer er ongetwijfeld een handvol nieuwe potentaten zijn gepasseerd die de geschiedenis hebben bezwadderd, en dan nog moeten de genoemde heren in een aangepast rijtje blijven staan met nieuwe massamoordenaars. Als wie woke is dezelfde technieken toepast (boekverbrandingen) als de wreedaardigste dictaturen, dan zijn er twee mogelijke en even perverse gevolgen: één, de mensen die dat onder de noemer ‘woke’ doen, zijn dan toch niet zo woke als dat ze beweren, of twéé, nog veel erger, ook de nazi’s waren op hun manier en binnen hun context woke. Wil je daarmee geassocieerd worden?

***

Toen ik zestien was, ergens halfweg de jaren zeventig, ging ik voor het eerst naar het wassenbeeldenmuseum Madame Tussauds in Londen. Tussen de beelden van de wereldleiders van de twintigste eeuw stond er ook een van Hitler. Achter glas, om te vermijden dat het beschadigd zou worden. Wat ik miste, was een woordje uitleg. Ik had uiteraard al van Hitler gehoord, ook al werd daar thuis nooit over gepraat, door ouders en grootouders die de oorlog hadden meegemaakt.

Laat jongeren van vandaag vooral kennismaken met de erfenis van deze vreselijke figuur. Als je doet alsof hij er nooit geweest is, zal hij er op een bepaald moment ook niet meer zijn, voor de volgende generaties. En dat zou jammer zijn, want net omdát er dat vreselijke verleden is, kan je daaruit leren om het heden en de toekomst beter te maken. Dat zou pas woke zijn, en dan heb je meteen een bondgenoot in mij, want de strijd is hard. Tegenstanders zullen je ervan beschuldigen dat je overdrijft, ze zullen zeuren dat het recht op vrije meningsuiting wordt geschaad, ze zullen zichzelf tot het kamp van de slachtoffers rekenen, iets wat in een handomdraai lukt, want ze zijn met velen. Word dus niet zoals je tegenstanders, want dan ben je in feite een tegenstander van je eigen oprechte overtuigingen.