Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Make us sprout!

Sport Posted on do, augustus 29, 2013 10:56:56

(Deze bijdrage verscheen eerder bij deredactie.be.)
Nog drie horden scheiden de Rode Duivels van deelname
aan het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië: Schotland en Kroatië uit,
Wales thuis. De getalenteerde groep voetballers wordt nu al omhoog geschreven
als outsider op het WK van volgend jaar. Voorlopig moeten we het nog stellen
met een alleen in kritische kringen gebruikte slogan: ‘Gaan we naar Rio, dan is
het zonder al te veel brio.’

Flash forward:
dinsdag 15 juli 2014 is een uitzonderlijke kille en natte zomeravond. Terwijl
koning Filip net de derde verkenner heeft aangeduid om het politieke kluwen te
ontwarren na de verkiezingen, verdringen honderdduizend landgenoten zich om op
de Grote Markt in de hoofdstad van het nog altijd unitaire België een glimp op
te vangen van hun helden. Een storm van gejuich en drietalig gezang steekt op
wanneer aanvoerder Vincent Kompany samen met Eden Hazard, twee dagen voordien nog
maker van het winnende doelpunt in de finale tegen thuisland Brazilië, maar nu
nog snel de restanten van een vettige hamburger van zijn lippen vegend, de
wereldbeker de hoogte insteekt.

Simpele opdracht

Stop met experimenteren, professor Barabas, even terug naar hic et nunc. Na de twaalf magere jaren
waarin onze nationale voetbaltrots aan geen enkel groot toernooi mocht
deelnemen, lijkt het pad naar het belangrijkste voetbalevenement ter wereld,
het vierjaarlijkse walhalla van de voetbalkunst, het bal der bals op noppen,
met rozen bezaaid. In 2007 stond België op de 71ste plaats op de FIFA-ranking,
de maandelijks upgedate ranglijst van de 209 bij de wereldvoetbalbond
aangesloten lidstaten. Een historisch dieptepunt was dat. Vandaag zijn we al opgerukt naar de tiende plaats en volgens de virtuele ranking zouden we begin september zelfs stijgen naar de zesde plaats. Een
al even historisch hoogtepunt.

Toch proberen we best de adjectieven ‘historisch’ en
‘hysterisch’ nog even van elkaar te scheiden. In de ogen van de supporters en
heel wat journalisten, die in gedachten al bij het inpakken van hun reiskoffer
zijn, heeft er al iemand Erik Van Looygewijs ”t Is gebeurd!’ geroepen. Niets
is echter minder waar. België staat op kop in groep A, met een fraaie 19 op 21,
dat klopt. Alleen in de thuiswedstrijd tegen rechtstreekse concurrent Kroatië
werden twee kostbare punten verloren. Kroatië volgt op drie punten. Servië op
twaalf, waardoor ons land al minstens zeker is van een tweede plaats, die recht
geeft op barragewedstrijden. Al proberen we die best te vermijden, omdat je
daarin op een sterke tegenstander kunt botsen en er in zo’n dubbele
confrontatie altijd een loterij-effect meespeelt.

Op papier is de opdracht simpel: haal zeven op negen in de
resterende drie wedstrijden en de buit is binnen. Het kan zelfs nog
eenvoudiger: win op Kroatië en haal één punt in Schotland of tegen Wales en
bingo! Ook het doelsaldo is momenteel gunstig: +11 voor België, +6 voor
Kroatië. Bij een gelijke eindstand wordt eerst naar dat doelsaldo gekeken,
daarna naar het aantal gemaakte doelpunten, dan pas naar de resultaten in de
onderlinge wedstrijden tussen de gelijk geëindigde landen.

Het ziet er dus goed uit, ook al omdat Kroatië een
moeilijker programma lijkt te hebben: uit tegen aartsrivaal Servië, thuis tegen
België, uit bij Schotland. België moet naar Schotland en Kroatië, en eindigt
met een thuiswedstrijd tegen Wales.

Wereldtop

Tot daar de mathematica voor gevorderden. We zien wel wat
het wordt. Wat alleszins zeker is: ’t is
van moetens
voor deze groep topvoetballers. In tegenstelling tot de
generatie-Ceulemans – goeie, hardwerkende no nonsense-spelers die meer op basis
van werkethiek en groepsgeest dan door hun uitzonderlijke individuele talent
een finale van een EK en een halve finale van een WK bereikten – bestaat de
generatie-Kompany uit wereldvedetten die meedraaien in de beste competities.

Hoeveel doelmannen zijn er internationaal beter dan Thibaut
Courtois? Je kan ze op de vingers van één in de zagerij verminkte hand tellen.
Welke landen kunnen er vergelijkbare
betonnen-muren-die-ook-nog-een-stukje-kunnen-uitvoetballen als Vincent Kompany
en Thomas Vermaelen centraal in de verdediging opstellen en houden dan nog Jan
Vertonghen en Nicolas Lombaerts achter de hand? Een middenveld met Axel Witsel,
Marouane Fellaini en Moussa Dembele, daarmee kom je ook een heel eind weg. Als
Eden Hazard en Kevin De Bruyne goed genoeg zijn voor het Chelsea van José
Mourinho, dan zijn ze zeker goed genoeg voor het België van Marc Wilmots. Die
centrale as, dat is wereldtop. De voorste buitenspelers ook. De
flankverdedigers en de spits, dat kan beter. Maar het zijn ook geen sukkelaars,
die daar staan.

Wat ook nieuw is, is dat de Rode Duivels geluk afdwingen. En
dan kom ik meteen ook met een woordje kritiek op de kwalificatiewedstrijden:
het had allemaal wat meer mogen zijn. En beter. Alleen in de thuiswedstrijd
tegen Schotland en in de tweede helft uit tegen Servië was er overschot, al
mogen we die cruciale redding van Courtois tegen de Schotten niet vergeten en
werden we in Belgrado compleet weggespeeld in de openingsfase. Ook Wales uit
was behoorlijk, al werden we daar gediend door een snelle rode kaart voor een
Welshman. Tegen het matige Macedonië was het twee keer magertjes, net als thuis
tegen Servië. Maar het verschil met een paar jaar geleden is dat we die
wedstrijden nu gewoon winnen. Desnoods onverdiend, maar het gebeurt wel.

De hoge dosis frivoliteit en technisch vernuft die de
huidige generatie meer heeft dan haar voorgangers gaat nog vaak ten koste van
diepgang en efficiëntie. Met de werklust en de groepsgeest is er gelukkig niks
mis. Daar slaagt Kampfschwein Wilmots
veel meer in dan zijn voorganger Leekens, een praatjesmaker die graag claimt
dat hij voor negentig procent verantwoordelijk is voor het leggen van de
fundamenten van het Rode Duivelshuis, maar die er in werkelijkheid nooit in
slaagde om een team te kneden en die alleen maar populair is bij één
hamburgerverkoper net buiten het Koning Boudewijnstadion.

We leunen dicht aan bij de wereldtop, laten we daar niet
flauw over doen. Een kwestie van details, meer is het niet. Kompany die niet
kan meedoen tegen Schotland en de bondscoach die de voorkeur geeft aan Daniel
Van Buyten, een statige verdediger wiens houdbaarheidsdatum al een paar jaar is
overschreden, bijvoorbeeld. Als we het WK halen, dan mogen we gezonde ambitie
tonen. Spanje, Duitsland en gastland Brazilië, dat uitblonk in de
Confederations Cup, zijn wellicht te hoog gegrepen. De rest kunnen we aan. We
hebben geen Messi, maar Argentinië is als tegenstander een haalbare kaart. We
hebben geen Cristiano Ronaldo, maar we zijn beter dan Portugal. We hebben geen
Gareth Bale, maar steken Wales in onze binnenzak. Nederland? Laat maar komen!

Er is een keerzijde aan die glinsterende medaille. De
sterkte van deze lichting Rode Duivels en het feit dat zowat al deze spelers in
de betere Europese competities uitblinken, is tegelijkertijd de achilleshiel
van ons vaderlandse competitievoetbal geworden. Sinds de toppers op heel jonge leeftijd
uitzwermen, is de Jupiler Pro League meer dan ooit een tweederangsgebeuren,
volgestouwd met net-nieters. Aardige
voetballers: sant in eigen land, maar niet goed genoeg voor de echte top, want
dan zouden ze in Londen, Manchester, Liverpool of Madrid rondlopen.

On compte sur vous!

Zo professioneel de omkadering van Het Team is, zo
amateuristisch gaat het er vaak nog aan toe in de Koninklijke Belgische
Voetbalbond. In de ontelbare commissies van de bond vind je nog altijd meer
fossielen dan in alle natuurhistorische musea van ons land samen, maar de top
is intussen verjongd en verfrist. Toch wordt er soms geflaterd dat het een
lieve lust is.

De marketingcampagne in de aanloop naar de belangrijke
uitwedstrijd in Glasgow gebeurt in twee talen: Frans en… Engels. De slogans
zijn ‘On compte sur vous!’ en ‘Make us proud!’. Maar dus niet ‘Maak ons trots!’,
tot grote ergernis van een aantal Vlaams-nationalistische stemmen, die het wegens
de successen en de populariteit van de Rode Duivels vooralsnog bij voorzichtig
tegenpruttelen houden. Hoe de Duitstalige gemeenschap hierop reageert is ons
niet bekend.

Hoe dan ook: het toont aan dat er nog werk aan de winkel is
in het glazen huis aan de Houba de Strooperlaan. België is op zich al
ingewikkeld genoeg en met de ‘betovergrootmoeder aller verkiezingen’ in het
vooruitzicht zou je toch mogen verwachten dat de bond intelligenter zou inspelen
op de actualiteit. Deze campagne is een dubbele belediging: voor de Vlamingen
(die niet in hun taal bediend worden) én voor de Walen (die in de ogen van de
marketeers blijkbaar te dom zijn om een Engelstalige slogan van drie eenvoudige
woorden te hanteren).

Ach, het is wellicht een klein incident en als ‘we’ ons
straks kwalificeren zal het snel vergeten zijn, maar het typeert wel dat de Eeuwige amateurs, zoals voetbaljournalist François Colin de bondslieden
achttien jaar geleden in een boek noemde, nog een hele weg af te leggen hebben richting
Professionalisme. Dan hebben de Rode Duivels zelf een veel kortere afstand voor
de boeg.

Komaan, jongens, draai die Schotten in de haggis! Make us
sprout
!!!



Serie A

Sport Posted on zo, augustus 25, 2013 12:23:17

(Deze voorbeschouwing op het nieuwe seizoen in de Italiaanse Serie A verscheen gisteren al op de site van Extrasport.be, met een extra rubriek ‘Guys to watch’. Gisteravond werden de eerste twee wedstrijden gespeeld. Nogmaals blijkt dat mijn voorspellende kracht slechts half werkt. Kampioen Juventus won wel bij Sampdoria dank zij een doelpunt van Carlos Tevez, maar Milan ging onderuit bij nieuwkomer Hellas Verona: 2-1, twee doelpunten van ‘good old’ Luca Toni. En, ja, er waren oerwoedgeluiden te horen bij het begin van de wedstrijd, de fascistische aanhang van Hellas heeft zijn streken duidelijk nog niet verleerd. Milan noem ik hieronder een outsider voor de titel, Hellas een vogel voor de kat. Het seizoen is nog lang, zullen we maar denken…)
Er was een tijd dat het Italiaanse voetbal angst inboezemde.
In de jaren zestig en zeventig gebeurde dat nog om de verkeerde redenen:
beenharde verdedigers die tijdens de wedstrijd zonder schroom en met nog veel
minder pardon lastige opponenten met een grijnslach onder de zoden stopten en
die in hun overdreven ijver om strikte mandekking toe te passen wellicht
meerdere keren in de kleedkamer van de tegenstander belandden. Vraag dat maar
aan Wilfried Van Moer. Zeg ‘Bertini’ en de kans is groot dat de Waaslander op
zijn gevorderde leeftijd een meter hoog springt. Of denk aan die subtiele
Claudio Gentile, wiens studsafdrukken meerdere weken op de kuiten van talloze
topspitsen te bewonderen waren.

Johan Cruijff zei in die dagen, in zijn onnavolgbare
persoonlijke idioom, dat Italianen niet van je kénnen winnen, maar dat je wel van ze kén verliezen. Hij bedoelde: ze spelen afbraakvoetbal, in de eerste
plaats om niet te verliezen, maar als je een foutje maakt, straffen ze dat
genadeloos af. Ik weet het: zoals Cruijff het zegt, klinkt het sexyer en
geheimzinniger. Het catenaccio legde
de Italiaanse clubs beslist geen windeieren. Internazionale, Milan en Juventus
wonnen heel wat internationale bekers. Dus wie zijn wij, liefhebbers van mooi,
elegant en aanvallend voetbal, om dat tactische vernuft in vraag te stellen?

In de jaren tachtig veranderde er veel in de laars van
Europa. Italia won de Mundial van 1982, het zoveelste omkoopschandaal zorgde
voor een grote schoonmaak onder corrupte clubbestuurders en spelers, en de
betere buitenlanders, vooral aanvallers, werden in de andere competities
weggeplukt. Er was nog geen arrest-Bosman, er mochten maximaal drie
buitenlanders worden opgesteld, beenharde verdedigers werden nu gekoppeld aan
frivole voetballers als Diego Maradona, Karl-Heinz Rummenigge, Ruud Gullit,
Frank Rijkaard, Marco van Basten en tutti quanti. De trofeeënkasten werden
verder gevuld in Milaan, Turijn, Napels, Genua en Parma.

Maar sinds het Bosman-arrest van 1995 en het wegvallen van
de beperking op het aantal buitenlandse voetballers is het Italiaanse voetbal
op de sukkel.

In Engeland, Spanje, Duitsland en sinds kort ook Frankrijk
is meer geld voorhanden om de betere spelers te kopen of te houden en het
gemiddelde aantal toeschouwers voor een Serie A-wedstrijd is op dertig jaar
tijd gedaald van ruim dertigduizend naar 23.234 in het seizoen 2012/2013. Dat
is net meer dan de helft van het Duitse gemiddelde, het ligt twaalfduizend
onder dat van de Premier League en ook de Primera División scoort een pak
hoger, al komt dat vooral door de aanwezigheid van twee giganten.

Akkoord, Italië werd in 2006 wereldkampioen en Inter (2010)
en Milan (2003 en 2007) wonnen nog niet zo lang geleden de Champions League,
maar de Italiaanse dominantie is verdwenen. Ten bewijze hiervan: Italië telt
nog maar twee rechtstreekse deelnemers aan de Champions League, de derde moet
nog een voorronde afwerken. In Engeland, Spanje en Duitsland is dat telkens
drie plus één.

Niet verdwenen zijn de omkoopschandalen: die zijn nog altijd
schering en inslag in een land waar corrupte politici immens populair zijn. De
jarenlange schorsing voor Rode Duivel Jean-François Gillet, betrokken bij
omkopingspraktijken in zijn periode bij Bari, is daar een voorbeeld van.
Gillet, vorig seizoen nog sterkhouder bij Torino, ziet een mooie
fin-de-carrière wellicht in rook opgaan, tenzij hij in beroep alsnog
vrijgesproken zou worden.

Kampioen: wie anders
dan Juve?

Negenentwintig titels telt de ‘oude dame’ uit Turijn
inmiddels (31 volgens de supporters, die de afgenomen titels uit 2005 en 2006
weigeren uit de optelsom te verwijderen). De aartsrivalen uit Milaan volgen op
ruime afstand, met elk 18 titels. Vorig seizoen telde Juventus negen punten
voorsprong op de tweede in de stand, Napoli, en vijftien punten meer dan de
derde, Milan. In de Supercoppa, de jaarlijkse veredelde oefenwedstrijd die
voorafgaat aan de eigenlijke competitie, nam Juventus vorige zondag vlot de
maat van bekerwinnaar Lazio: 4-0. Ze zijn er klaar voor.

Juventus gaat voor een derde landstitel op rij. Het zag dan
wel dribbelkont Emanuele Giaccherini vertrekken naar Sunderland, maar
versterkte zich met Angelo Ogbonna (komt van Torino), Fernando Llorente
(Athletic de Bilbao) en Carlos Tevez (Manchester City).

De kern van het sterke team bleef: Gianluigi Buffon, Giorgio
Chiellini, Leonardo Bonucci, Claudio Marchisio, Andrea Pirlo en Sebastian
Giovinco zijn ook bij de squadra azzurra
vaste waarden, terwijl de buitenlanders Stephan Lichtsteiner, Kwadwo Asamoah, Arturo Vidal en
Mirko Vucinic ook aardige voetballers zijn. Dit Juventus moet zelfs in Europa
in staat zijn hoge ogen te gooien. En met Antonio Conte heeft het al twee jaar een moderne
trainer in huis, die met positief voetbal goede resultaten behaalt en die
bovendien het huis door en door kent. Hij speelde zelf immers dertien seizoenen
voor Juve, goed voor 419 matchen.

Titelkandidaten:
Napoli, Milan

De nummers twee en drie van vorig seizoen lijken het best
geplaatst om ook in de nieuwe jaargang Juventus het vuur aan de schenen te
leggen. Napoli maakte een total make-over
door in de afgelopen twee maanden. Trainer Walter Mazzarri nam afscheid en trok
naar Inter. Zijn opvolger, Rafa Benitez, is vastberaden om de gouden tijden te
doen herbeleven in Zuid-Italië. Dat zal dan wel zonder Edinson Cavani moeten.
De Uruguayaanse topschutter van de Italiaanse competitie vorig seizoen, goed
voor 23 doelpunten, mocht voor 64 miljoen euro naar PSG vertrekken. Ook Morgan
De Sanctis en Hugo Campagnaro zijn weg. In de plaats kwam – naar ‘goede’
Benitez-gewoonte – een Spaanstalige bende, aangevoerd door het Real Madrid-trio
Higuaín-Albiol-Callejón. Pepe Reina wordt voor een jaar gehuurd bij Liverpool
(waar Simon Mignolet nu eerste keuze is onder de lat). Bij het Braziliaanse Santos
werd een andere doelman gehaald, Rafael. Dries Mertens werd voor 10 miljoen
getransfereerd van PSV. En nog lijkt de koophonger van Benitez niet gestild.
Hij moet wel de weg naar de uitgang bewaken om te vermijden dat de Slowaak
Marek Hamŝik en de Zwitser Gökhan Inler zouden vertrekken.

Milan bleef rustiger op de transfermarkt. Centrale
middenvelder Andrea Poli kwam voor 6,5 miljoen over van Sampdoria en de
Colombiaanse centrumverdediger Cristián Zapata werd voor 6 miljoen definitief
gehaald bij Villarreal (hij werd er vorig seizoen al geleend). Het jonge talent
Riccardo Saponara werd gekocht bij en meteen weer uitgeleend aan Empoli. Die
moet dus nog een jaartje roderen op een lager niveau. Anderzijds liet Milan
ouwe getrouwen Massimo Ambrosini, Mario Yepes en Mathieu Flamini aan het einde
van hun contract vertrekken. Mario Balotelli begint aan zijn eerste volledige
seizoen in het rood en zwart en Stephan El Shaarawy is weer een jaartje rijper.
Vorig jaar was de Egyptische Italiaan al goed voor zestien goals. Dat belooft!

Outsiders:
Fiorentina, Udinese, Lazio, Inter

Respectievelijk de nummers vier, vijf, zeven en negen van de
vorige jaargang. De paarsen uit Firenze zagen Stevan Jovetic voor 30 miljoen
euro naar de blauwe zijde van Manchester vertrekken. Mario Gómez (ex-Bayern München)
heeft als opdracht om de nieuwe prijsschutter te worden, Joaquin moet voor de
aanvoer vanaf de rechterflank zorgen en Josip Ilicic voor de creativiteit
tussen de lijnen. Het contract van Luca Toni werd in onderling overleg
ontbonden, bij zijn nieuwe club, Hellas Verona, hopen ze nu dat hij dat bekende
handgebaar nog vaak bij hen mag maken (op de eerste speeldag dus al twee keer!). Fiorentina lijkt goed gewapend voor een
lang en moeilijk seizoen. Al zal Oleksandr Iakovenko, vrijgelaten door
Anderlecht, in het Stadio Artemio Franchi blij mogen zijn als hij al eens in de
selectie zit.

Udinese draait al jaren flink mee bovenin. Opnieuw moest het
twee sterkhouders laten gaan: de Colombiaan Pablo Armero moet de Spaanstalige
armada van Rafa Benitez’ Napoli versterken en de Marokkaanse centrale
verdediger Mehdi Benatia werd voor maar liefst 13,5 miljoen euro gesleten aan
AS Roma. In hun plaats kwamen geen bekende namen. Antonio Di Natale bleef, maar
de vlot scorende spits wordt in oktober 36. Misschien is hij wel in staat tot
een laatste kunstje. Vorig seizoen werd hij in elk geval nog vice-topschutter
met 18 doelpunten.

Bekend nieuw gezicht bij Lazio Roma is Lucas Biglia. De
Argentijn mocht na drie jaar zeuren en migraines veinzen eindelijk vertrekken
bij Anderlecht, dat 5,5 miljoen euro in ruil kreeg. Miroslav Klose moet nog
altijd voor de doelpunten zorgen voor de tweede club uit Rome, de aanvoer komt
van de Braziliaan Hernanes (die zelf ook geregeld scoort) en op het middenveld
is Cristian Ledesma verantwoordelijk voor het vergrendelen van de deur.
Benieuwd of onze landgenoot Luis Pedro Cavanda, 22 intussen, na twee
uitleenbeurten kan meedingen voor een basisplaats.

En dan is er nog Internazionale. Vijf keer op rij kampioen
tussen 2006 en 2010, in dat laatste jaar ook winnaar van de treble: Champions League, Serie A en
Coppa Italia, toen nog onder leiding van José Mourinho. Nu moet nieuwe trainer Walter
Mazzarri de honneurs waarnemen. Dejan Stanković nam na tien seizoenen geëmotioneerd
afscheid van ‘zijn’ Inter, Antonio Cassano mocht op zijn éénendertigste
vertrekken naar Parma, zijn zesde club al in de Serie A. De blauwzwarten
investeerden zwaar in twee jongelingen: de 21-jarige Algerijnse spits Ishak
Belfodil (voor 10 miljoen gehaald bij Parma, plus Cassano erbovenop) en de
20-jarige Argentijn Mauro Icardi (13 miljoen, Sampdoria). Landgenoot met dienst
bij Inter: Gaby Mudingayi, die op 1 oktober toch al 32 wordt. Hij bleef op San
Siro na het einde van zijn uitleenbeurt door Bologna.

Een andere landgenoot in Italiaanse loondienst is Radja
Nainggolan (25). Ondanks vele transfergeruchten, in en buiten Italië, speelt
hij tot nader order nog altijd voor Cagliari, dat in het beste geval een
middenmoter is. In het slechtste geval wordt het weer een seizoen van bibberen
en beven voor de Sardijnen.

En AS Roma dan, zult u zich afvragen? Met 18 inkomende en 16
uitgaande transfers was de club uit de hoofdstad zeer ijverig op de
transfermarkt (alleen Parma was nóg actiever), wat doorgaans twee dingen
aangeeft: 1) niet goed bezig geweest in het verleden, 2) opnieuw van nul
proberen een team te bouwen. De penningmeester van Roma wrijft zich wel in de
handen: de 35 miljoen voor Marquinhos (naar PSG), de 15 miljoen voor Pablo
Osvaldo (Southampton) en de bijna 6 miljoen voor Maarten Stekelenburg (Fulham)
waren welkom. Gervinho kwam voor 8 miljoen euro over van Arsenal (geen onaardige
transfersom voor een speler die compleet mislukte in Engeland), Mehdi Benatia
moet centraal achterin voor meer stabiliteit proberen te zorgen, Kevin
Strootman (ex-PSV) krijgt diezelfde opdracht op het middenveld en voor Morgan
De Sanctis en Maicon wordt dit Romeinse avontuur waarschijnlijk het sluitstuk
van een fijne carrière. De ook al nieuwe trainer, Rudi Garcia, afkomstig uit
Lille, moet van al deze individuën een hecht elftal proberen te kneden en hopen
dat Daniele De Rossi en Erik Lamela bij de club blijven. Wie zeker blijft:
Francesco Totti. Op 27 september wordt hij 37.

Degradatie: de
nieuwkomers

Palermo, Siena en Pescara moeten een jaartje op een lager
niveau doorbrengen. Zij eindigden in mei op de laatste drie plaatsen. Vooral voor
het Siciliaanse U.S. Città di Palermo is dat een heuse verrassing. Nieuwe
trainer Gennaro Gattuso moet hen snel weer terug naar Serie A brengen.
Voorlopig blijven goeie voetballers als Davide Di Gennaro, de Paraguayaan Edgar
Barreto en de Uruguayaan Abel Hernández de rose garde trouw, wat Palermo tot
uitgesproken favoriet maakt in de Serie B.

Traditioneel zullen de nieuwkomers het bijzonder moeilijk
hebben om zich te handhaven. Sassuolo, Hellas Verona en Livorno lijken op
papier een vogel voor de kat. Ook Torino – dat waarschijnlijk niet meer zal
kunnen rekenen op de geschorste doelman Gillet -, Bologna en Atalanta zullen
weer meer achterom moeten kijken dan hen lief is.



Primera División

Sport Posted on zo, augustus 18, 2013 12:32:28

(Deze bijdrage verscheen in uitgebreidere vorm op de website www.extrasport.be)
Een voorbeschouwing maken op de Liga BBVA, ook wel bekend
als Primera División, is tegenwoordig even makkelijk als een pronostiek bij het
seizoensbegin van de Scottish Premier League tot twee jaar geleden. Celtic of
Rangers wordt kampioen, punt. Tot Rangers verdween en je vandaag niet eens meer
hoeft te pronostikeren in Schotland.

In Spanje is het al even eenvoudig: Barcelona of Real
Madrid? Toch waagt niemand het om de Spaanse competitie saai en voorspelbaar te
noemen, ook al zijn er in wezen maar twee wedstrijden die er toe doen: de
Clásico’s. En voor de rest is het wachten op een misstap van één van de grote
twee in de zesendertig andere wedstrijden.

Kampioen: Barça of
Real?

Real Madrid zal nog tenminste tien jaar met de titel Ploeg van ’t Land mogen pronken, want in
de eeuwige rangschikking behoudt de witte ploeg uit de hoofdstad met haar
tweeëndertig titels tien eenheden voorsprong op de eeuwige blauwrode rivaal uit
Catalonië. Maar als je de jongste tien seizoenen isoleert van de
voorgeschiedenis, is FC Barcelona het dominante team in Spanje: zes titels
tegenover drie voor Real en die ene voor Valencia in 2003/2004.

Het is weinig waarschijnlijk dat er zich de komende negen
maanden een derde hond aanmeldt in de titelstrijd. Daarvoor hebben de achttien
andere teams in de Liga te weinig in de pap te brokken. Van de 650 miljoen euro
aan jaarlijkse tv-rechten verdwijnt de helft in de bankkluizen van Bernabeu en
Camp Nou, de andere helft wordt min of meer solidair verdeeld onder de rest.
Dat maakt die rest niet echt arm – als je de som verdeelt verdienen die
achttien clubs nog altijd een pak meer dan de gemiddelde Belgische
eersteklasser! -, maar het maakt de rijken wel superrijk en daardoor
onaantastbaar. Competitievervalsing, met andere woorden.

En toch zijn de schuldenbergen bij de twee giganten immens
groot. Dat heeft uiteraard te maken met de drang om de beste te worden of te
blijven en je daarvoor diep in de schulden te steken. Beide clubs hebben een
schuldenlast van om en bij de zeshonderd miljoen euro. En dat in een land waar
steeds meer mensen wanhopig proberen de eindjes aan elkaar te knopen en de
werkloosheidscijfers de pan uit swingen.

Een schande, uiteraard. Maar anderzijds blijven de
supporters hun clubs trouw en vindt de modale Spaanse voetballiefhebber het wel
fijn dat España het wereldvoetbal domineert en de clubteams goed presteren in
Europa. Zo dubbel is het allemaal wel. Pogingen van Europa om de boel op te
kuisen en de exuberante transfersommen en -salarissen aan te pakken worden een
beetje weggelachen, de ‘financial fair play’ is voor morgen en tegelijk ook
weer niet. Want wie bij de UEFA zal Barça en Real durven schorsen omdat ze het
financiële spel niet eerlijk spelen?

Terug naar het voetbal. De blaugrana hielden het tot nog toe bij één inkomende transfer:
Neymar kwam voor 57 miljoen euro over van het Braziliaanse Santos. De weg naar
de uitgang werd getoond aan David Villa (naar Atletico), Thiago Alcántara
(Bayern), Eric Abidal (Monaco) en nog wat kleiner grut. Bojan Krkic mag een
seizoentje huurling spelen in Amsterdam. FC Barcelona lijkt alleszins niet
verzwakt uit de transferperiode gekomen en met Neymar is er een alternatief voorhanden
voor het in moeilijke omstandigheden nogal steriele spel van de Catalanen.
Barcelona tikitakate bijna iedereen van de grasmat, maar in Europa bleek tegen
PSG en Bayern dat het niet over een plan B beschikte, met alle gevolgen van dien.
Grootste vraag blijft nog hoe de trainerswissel wordt verteerd. De zieke Tito
Vilanova werd halsoverkop opgevolgd door de vijftigjarige Argentijn Gerardo
‘Tata’ Martino, vrijwel onbekend in onze contreien, maar wel net kampioen van
zijn land geworden met Newell’s Old Boys.

Real was actiever op de transfermarkt dan de grote
concurrent. Asier Illarramendi kwam voor 38,8 miljoen over van Real Sociedad,
Isco voor 30 miljoen van Málaga. Bij Bayer Leverkusen werd dan weer rechtsback
Daniel Carvajal teruggehaald. Ook de trainer is nieuw: Carlo Ancelotti verliet
Parijs, waar hij net kampioen was geworden met PSG, voor Madrid. Hij volgt er
de controversiële José Mourinho op, die terug in Londen vertoeft. Uitkijken is
het ook naar de prestaties van Iker Casillas: de doelman van de nationale ploeg
werd vorig seizoen vaker dan hem lief was op de bank geposteerd door Mourinho.
‘San Iker’ is aan revanche toe, maar blijft wel stevige concurrentie
ondervinden van Diego López. Vertrokken bij Real: Gonzalo Higuaín (Napoli),
Raul Albiol (Napoli), José Callejón (Napoli), Pedro León (niet naar Napoli, wel
terug naar Getafe) en Ricardo Carvalho (Monaco). Alleen Higuaín kon van dat
vijftal aanspraak maken op een basisstek. Het wachten is nu op Gareth Bale. In
het pokerspel tussen het bestuur van Real en dat van Tottenham Hotspur zitten
we inmiddels op zo’n 130 miljoen. Euro, welteverstaan. Beide clubs hebben nota
bene een samenwerkingsverband…

Barça niet verzwakt (en het was al zo sterk in eigen land),
Real op het eerste gezicht versterkt: het kan dus een spannend kampioenschap
worden. Het is uitkijken naar de speeldagen 10 en 27, respectievelijk in de
weekends van 26 en 27 oktober en van 22 en 23 maart. Dan staat de Clásico op
het programma: eerst in Barcelona, daarna in Madrid.

Outsiders: geen

Zo, da’s eenvoudig. Niemand zal ook dit seizoen in de buurt
van de Top 2 geraken. Volgende hoofdstuk!

Europese strijd

Maar er zijn natuurlijk nog twee extra Champions
League-plaatsen en nog wat Europa League-tickets te verdelen. Atletico Madrid
had vorig seizoen nog eens een glansjaar en de bijdrage van ‘onze’ Thibaut
Courtois was daarin groot. Amper 31 goals incasseerde de Belgische nationale
doelman, een pak minder dan zijn collega’s van Barcelona en Real. Ook dit
seizoen wordt Courtois nog een jaartje uitgeleend door Chelsea. Toch is
Atletico fel verzwakt: de eenmansvoorhoede Radamel Falcao vertrok voor zestig
miljoen euro naar het mondaine Monaco, de voetbalwereld in verstomming achter
latend. David Villa, die overbodig was bij Barcelona, moet nu de honneurs
waarnemen in de spits bij de rood-wit-zwarten.

Nog zo’n club die altijd in de schaduw staat van de giganten
is Valencia. Dat zal komend seizoen niet anders zijn. Topschutter Roberto
Soldado werd verkocht aan Spurs, Tino Costa aan Spartak Moskou en ook Nelson Váldez
zocht andere oorden op. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat de Portugees Helder
Postiga, overgekomen van Real Zaragoza, die leemte zal vullen.

Sevilla finishte vorig seizoen zeer teleurstellend als
negende. Het verloor zestien van zijn achtendertig wedstrijden en behaalde slechts
vijftig punten, precies de helft van kampioen Barcelona. Toch mag Sevilla
Europa League spelen, dank zij de Europese schorsing om financiële redenen van Málaga en het
niet-toekennen van een Europese licentie aan Rayo Vallecano. Gevolg: grote schoonmaak.
Alvaro Negredo werd voor 28 miljoen euro verpatst aan Manchester City, Jesus
Navas voor drie miljoen minder aan het clubje van dezelfde sjeik. Ook Gary
Medel koos voor de Premier League, hem zien we voortaan aan het werk bij promovendus
Cardiff City. In hun plaatsen komen Kévin Gameiro (overgenomen van PSG),
Nicolas Pareja (geleend bij Spartak Moskou, ex-Anderlecht), Marko Marin
(geleend bij Chelsea, waar hij door de mand viel) en Carlos Bacca, die voor
zeven miljoen werd gehaald in Brugge. Benieuwd of hij intussen de
buitenspelregel heeft doorgrond. Ook de kern van Sevilla ziet er zwakker uit
dan een jaar geleden.

Real Sociedad, afgelopen jaargang verrassend vierde, zag de
jonge sterkhouder Asier Illarramendi vertrekken naar Real Madrid. De flinke
transfersom, bijna 39 miljoen, werd niet uitgegeven. Sociedad is onmiskenbaar
verzwakt.

Málaga, twee jaar geleden nog het speeltje van een puissant
rijke eigenaar, daarna aan zijn lot overgelaten, vecht tegen de financiële
bierkaai, maar was vorig jaar in de Champions League wel een pak te sterk voor de Belgische
landskampioen. Het zegt iets over de internationale verhoudingen. Isco, Jerémy
Toulalan en oude krijger Joaquín werden verkocht, trainer Manuel Pellegrini is nu
aan de slag aan de blauwe kant van Manchester en Javier Saviola en Martin
Demichelis genoten van een vrije transfer. Roque Santa Cruz is nu wel definitief
eigendom van de club en de nieuwe trainer is een oude bekende van het Spaanse
voetbal: Bernd Schuster. Of dat zal volstaan voor een glansrol?

Rayo Vallecano, één van de revelaties in 2012/2013, zag meer
spelers gaan dan komen en lijkt niet opnieuw voor een stunt te kunnen zorgen.
Dan verwachten we meer van Athletic de Bilbao. Na een teleurstellende twaalfde
plaats is de trots van Baskenland toe aan eerherstel. De excentrieke coach
Marcelo Bielsa mocht beschikken, Ernesto Valverde vervangt hem en verliet daarvoor
Valencia. Nieuwe gezichten zijn Beñat Etxebarria (afkomstig van Real Betis),
Kike Sola (Osasuna) en Xabier Etxieta (Elche), uiteraard stuk voor stuk Basken.
Dat hoort zo in Bilbao.

Villarreal is na een jaartje Liga Adelante terug van
weggeweest. Best mogelijk dat de ‘gele onderzeeër’ uit de provincie Valencia
opnieuw aansluiting vindt bij de subtop. Estadió El Madrigal verwelkomt onder
anderen doelman Sergio Asenjo (gehuurd van Atletico, waar hij door Courtois van
een basisplaats gehouden werd), Giovani Dos Santos (de eeuwige Mexicaanse
belofte komt van het gedegradeerde Mallorca en moet nu maar eens gaan vlammen)
en middenvelder Tomas Pina (ook al van Mallorca). Jéremy Perbet, ex-topschutter
in de Jupiler Pro League, werd definitief overgenomen van Bergen.

Degradatie

De Liga BBVA nam in mei afscheid van Mallorca, Deportivo La
Coruña en Real Zaragoza, drie clubs met enige traditie in Spanje en ook
daarbuiten. Traditioneel hebben de nieuwkomers het bijzonder moeilijk, al
verwacht ik toch dat Villarreal eerder op de linkerkolom, en wie weet zelfs de
subtop, mag mikken. Voor Elche en Almería wordt het moeilijk. Beide clubs
pikten her en der contractloze spelers op, niet altijd een garantie op succes.

Ook Celta de Vigo en Osasuna, vorig seizoen al ternauwernood
aan degradatie ontsnapt, zullen weer een heel jaar bibberen en hopen dat ze onderweg
voldoende punten sprokkelen. Tenslotte lijkt ook Levante op papier een
degradatiekandidaat. Die club gaf slechts 300.000 euro uit op de transfermarkt,
aan de Kameroener Aloys Nong van Bergen nog wel. Niet direct een wereldtopper,
wisten we in België al.

Pichichi

Iets om naar uit te kijken is het persoonlijke duel tussen
Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. De Argentijn werd de afgelopen seizoenen
topschutter met respectievelijk 46 en 50 doelpunten, twee jaar geleden was
Cristiano Ronaldo primus met 41 goals. Aantallen die we voorhistorisch zouden
durven noemen, mochten we niet beter weten: er was voordien namelijk niemand in
geslaagd om meer dan veertig doelpunten te maken in de Spaanse eerste klasse.



COYS!

Sport Posted on za, augustus 17, 2013 12:44:35

Hoe word je supporter van een voetbalclub? Meestal wordt dat
semi-genetisch bepaald: het wordt doorgegeven van vader op zoon. In mijn geval
van grootvader-langs-moeders-kant op zoon. Zo kwam ik terecht aan de zuidkant
van ’t stad, bij Beerschot, en niet
in het noorden, bij Antwerp, hoewel de Bosuil een pak dichter bij het
ouderlijke appartement in Merksem lag. Dat je daarna tegen wil en dank (in goede en
slechte tijden, bij regen en zonneschijn, winnend of verliezend) supporter
bleef, heeft te maken met karakter. En passie. En misschien ook wel een
tikkeltje tegen-beter-weten-in.

Je kan maar één club van je hart hebben, waarvan je de
kleuren met trots en af en toe met enige weerzin draagt (gebreide paarswitte sjaal,
paarswitte muts met witte pompon, dat soort dingen, waarvan gelukkig geen
foto’s werden bewaard). Die weerzin geldt als de spelers je weer eens in de steek
hebben gelaten. Maar je kunt best ook sympathie hebben voor andere clubs, bij
voorkeur in het buitenland. Zo kwam ik zelf uit bij Ajax (bloedmooi shirt en ze
wonnen in de jaren zeventig bijna alles) en Barcelona (alles wat anti-Franco
was genoot mijn voorkeur en op een bepaald moment hadden ze Cruijff, mijn
lievelingsspeler, die van Ajax kwam).

Tottenham Hotspur belandde eerder toevallig in mijn tijdlijn.
Tijdens de paasvakantie van 1976 gingen we met de schoolklas naar Londen.
Terwijl de anderen een museum bezochten, met hun lief rond kuierden of de pub
indoken, lang voor binge drinken in
was, ging ik naar het voetbal. Meer bepaald naar het in het noordwesten gelegen
Loftus Road Stadium waar de lokale Queens Park Rangers, afgekort: QPR, hun gang
gingen. QPR speelde op 10 april 1976 thuis tegen Middlesbrough. Ik herinner me
de sierlijke Stanley Bowles, de gekke dribbelaar Dave Thomas, de boomlange
keeper Phil Parkes en een prachtige wedstrijd die op 4-2 eindigde. QPR zou drie
speeldagen later nog altijd op de eerste plaats staan in het klassement. Maar Liverpool
had nog een wedstrijd te goed en werd op de valreep alsnog kampioen. Ik was
verkocht en verknocht aan het Engelse voetbal, maar vreemd genoeg niet aan QPR.
Het had niets met die sjofele arbeiderswijk te maken, waar een soort Engels werd
gesproken dat ik niet op school had geleerd, maar daar maalde ik als
zeventienjarige niet om: het was de stadionervaring die telde.

Een jaar later trokken dezelfde leerlingen, op een paar
sukkels die het vijfde leerjaar moesten overdoen na, opnieuw naar Londen
tijdens het paasreces. En weer keek ik uit naar een leuke voetbalaffiche. Mijn
oog viel op Tottenham Hotspur – QPR, een derby op 9 april 1977. De Spurs
stonden allerlaatste en waren bezig aan een slechte reeks. QPR had zich veilig
in de middenmoot genesteld. Meer dan dertigduizend toeschouwers waren op White
Hart Lane getuige van een voetbaldemonstratie door de thuisploeg. Die van QPR
kende ik nog van het jaar voordien: voetballers veranderden toen nog niet na één
goede assist van club. Bij Spurs stond Pat Jennings in doel (zelf op bescheiden
niveau keepend was ik extra gefascineerd door doelmannen in die dagen), Steve
Perryman was de skipper (of de captain, zo u wil) in het hart van de
verdediging en in het middenveld liep één van de elegantste Engelse voetballers
aller tijden rond: Glenn Hoddle. In een tijd dat kick ‘n’ rush nog de maatstaf
was, speelden Spurs en QPR continentaal voetbal. Over de grond, technisch
sterk, snel. The beautiful game. Het werd 3-0 voor de thuisploeg, die ondanks die opbeurende zege
tegen de stadsgenoot acht speeldagen later toch tweeëntwintigste en laatste zou eindigen en naar tweede klasse degradeerde. Maar dat kon me niet deren: ik
voelde ‘iets’ voor die mannen met hun witte shirts, donkerblauwe broeken en
witte kousen.

Voor de volledigheid zeg ik er nog bij dat ik een paar weken
later opnieuw in Londen was en dat ik toen naar Highbury trok, voor Arsenal
versus Middlesbrough. 1-1, een draak van een wedstrijd. Ik begreep meteen waar de
term Boring Arsenal voor stond. Het
was een uitgemaakte zaak voor me: ik ging voor de Noord-Londense aartsrivalen.
Het extra zetje kreeg ik in mei 1981, toen Spurs naar Wembley trok om er in de
honderdste Cup Final Manchester City partij te geven. De match eindigde op 1-1:
Tommy Hutchison scoorde eerst voor en dan tegen zijn ploeg. De replay, vijf
dagen later, werd een onvergetelijke wedstrijd. Spurs kwam op voorsprong via de
Argentijn Ricardo ‘Ricky’ Villa, maar drie minuten later stond het al gelijk,
na een magistraal afstandsschot van Steve MacKenzie. Via een penalty klom City
voor de rust weer op voorsprong. Na de pauze was het lang wachten tot Garth
Crooks, vandaag interviewer voor de BBC, toen een razend snelle spits, gelijk
maakte. En dan kwam het moment van Ricky Villa. Minuut 76. Hij kreeg de bal op
vijfentwintig meter van het doel, passeerde twee verdedigers alsof ze er niet
stonden (eentje werd zelfs twee keer in de luren gelegd in die ene beweging) en
schoof de bal dan binnen. Tien magische seconden. 3-2, Spurs won de Cup, de
goal van Villa werd in 2001 uitgeroepen tot Wembleys mooiste van de vorige eeuw. En ik zat te joelen van de pret voor de tv.

***

Ik blijf Spursfan. Omdat ze nog altijd mooier voetbal
produceren dan de meeste andere Engelse teams. Omdat ze nog altijd in dat
schitterende wit-donkerblauw-wit spelen. Maar wellicht ook omdat ze nog altijd
de underdog blijven, de club van net-niet, en daarin sterk vergelijkbaar zijn met
‘mijn’ Beerschot. Af en toe een beker, heel lang geleden zelfs een paar titels
(voor Tottenham is het al geleden van 1961, voor Beerschot zelfs van 1939),
maar schoonheid hoeft niet te renderen, vind ik. Schoonheid ontroert, in een
wereld vol lelijkheid. Schoonheid doet iets met je. Je hoeft dat niet te
verklaren, gewoon ondergaan volstaat.

Toch beleef je als supporter van Tottenham meer frustrerende
momenten dan je lief zijn. Hoger dan een vierde plaats komen ze maar niet uit.
En in de jaarlijkse wedijver met Arsenal moeten ze het meestal afleggen. Spurs
versus Gunners, dat is, helaas, een nogal ongelijke strijd. De fans van Arsenal
hebben er de term ‘Saint Totteringham’s Day’ voor bedacht, de dag van het jaar
dat Tottenham mathematisch niet meer in staat is om Arsenal voorbij te steken.
Een jaar of tien geleden viel die nepfeestdag meestal een week of zeven-acht
voor het einde van de competitie al. De jongste twee seizoenen was het
spannender en viel Saint Totteringham’s Day pas op de allerlaatste speeldag.
Voor het recentste seizoen zónder die vermaledijde dag moeten we al terug gaan
naar… 1995. Begrijpt u nu de frustratie van de Spursfan beter? Zijn hunkeren
naar betere tijden?

***

Het nieuwe seizoen begint voor Tottenham zondag om 14u30 met
een derby, op bezoek bij het pas gepromoveerde Crystal Palace. Spurs heeft vier
interessante transfers gedaan: de Braziliaan Paulinho, uitblinker op de
Confederations Cup, de Fransman Etienne Capoue, deze week nog even actief tegen
de Rode Duivels, de Spaanse goalgetter Roberto Soldado, overgenomen van
Valencia, en onze landgenoot Nacer Chadli, vorig seizoen nog actief bij FC
Twente. Bij de uitgaande transfers vermeld ik Clint Dempsey (naar Seattle
Sounders), Tom Huddlestone (Hull City) en Steven Caulker (Cardiff City). Jake
Livermore wordt dan weer een jaartje verhuurd aan Hull. En het contract van
William Gallas werd niet verlengd.

Op papier lijkt Tottenham bij de start van jaargang
2013/2014 gevoelig versterkt. Er is een sterke spits gekomen, zodat Spurs niet
meer hoeft terug te vallen op het wisselvallige duo Adebayor-Defoe. Paulinho is
een directe versterking op het middenveld. Maar op de linksback is er nog
altijd geen alternatief voorhanden voor Benoit Assou-Ekotto, de Kameroener die
nooit een wereldtopper zal worden. En centraal achterin is het aantal
keuzemogelijkheden beperkt. Dat wordt nu extra benadrukt door de blessure van
Jan Vertonghen.

Maar de grootste vraag is: wat gebeurt er met Gareth Bale?
De Welshe stervoetballer, vorig seizoen goed voor 33 procent van de doelpunten voor
Tottenham, staat in de belangstelling van Real Madrid en wil zelf absoluut weg.
Het bieden begon in juni, met 70 miljoen euro, en vandaag circuleren sommen tot
130 miljoen. Ziekelijke cijfers, tekenend voor het gebrek aan realiteitszin in
het moderne voetbal; terwijl de wereld kreunt onder een niets en niemand
ontziend economische recessie, wordt er met dollars, ponden en euro’s
gegoocheld dat het een lieve lust is. Stel je maar even voor dat Bale werkelijk
voor zulk gigantisch bedrag naar Spanje vertrekt, het land dat meer werklozen
telt dan ooit tevoren en waar de mensen het ontzettend moeilijk hebben om de
eindjes aan elkaar te knopen!

Mét Gareth Bale en een handvol versterkingen moet Tottenham
in staat zijn om opnieuw voor een plek in de Top 4 te gaan, zeker omdat Arsenal
niet versterkt is. Zonder Bale (of met een totaal gedemotiveerde Bale) wordt
het weer een jaartje ‘op de kin kloppen’ als Spursfan. Wat het bestuur doet,
lijkt doordacht (meer geld uit de deal slepen, de duurste transfer uit de
voetbalgeschiedenis realiseren), maar is dat enkel op financieel vlak. Als
voorzitter Levy Bale in juni had verkocht voor zeventig miljoen, had hij nog meer
dan twee maanden tijd om een drietal waardige vervangers te zoeken. Als hij
Bale de komende dagen voor het dubbele van dat oorspronkelijke bedrag slijt,
rest er nauwelijks nog tijd om de transfermarkt af te schuimen. Geld genoeg
dan, maar geen beschikbare spelers. Het is een onverantwoorde gok, als je ’t
mij vraagt. (En het genoemde bedrag blijft natuurlijk een pure schande,
economisch totaal onverantwoord.)

***

Ik vrees dat het weer net-niet zal worden voor Tottenham
Hotspur. Neen, eigenlijk vrees ik zelfs erger: zesde-zevende plaats in het
beste geval. Manchester United of Chelsea worden kampioen (ik hou niet van José Mourinho, maar het is wel een onverbeterlijke kampioenenmaker), Manchester City is
de derde hond en als Arsenal zich niet gevoelig versterkt gok ik op Liverpool
voor de vierde Champions League-plaats. Promovendi Crystal Palace en Hull City
lijken me niet gewapend voor de Premier League, het ticketje retour ligt al
klaar. De derde nieuwkomer, Cardiff City, gun ik het voordeel van de twijfel.
Dat doe ik niet voor Sunderland, dat zonder Simon Mignolet (die een
droomtransfer versierde naar Anfield) een vogel voor de kat zal zijn, ook al
zijn Emanuele Giaccherini en Jozy Altidore prima aankopen.

Zo, tot in mei dan, wanneer ik kan pronken met mijn
voetbalkennis en mijn voorspellende gaven. Of niet. Intussen: Come On You
Spurs! COYS!!!



De Schone en Het Beest

Sport Posted on vr, augustus 09, 2013 13:06:57

Vanavond trappen de Bundesliga en de Ligue 1 op hetzelfde
tijdstip, half negen, het seizoen 2013/2014 af. In Duitsland ontvangt kampioen
Bayern München Borussia Mönchengladbach, in een historisch geladen duel tussen
de giganten uit de jaren zeventig, al is Borussia tegenwoordig in het beste
geval nog maar een meeloper. In Frankrijk gaat kampioen PSG op bezoek bij
Montpellier, de kampioen van het seizoen daarvoor. Enige symboliek is de
kalendermakers niet vreemd.

Bundesliga en Ligue 1, dat zijn twee competities die steeds
verder uit elkaar groeien. De ene (Bundesliga) toont hoe het moet, de andere
(Ligue 1) hoe het vooral niet moet. In Duitsland heeft de overheid mee helpen
grote schoonmaak houden toen zowel de nationale Mannschaft als de clubelftallen
minder goed gingen presteren. Resultaat is dat Deutschland opnieuw top is,
positief voetval speelt en dat de allerlaatste Champions League-finale op
Wembley werd betwist door Bayern München en Borussia Dortmund, de succesrijkste
Duitse clubs van het ogenblik.

Naar een Bundesliga-wedstrijd kwamen afgelopen seizoen
gemiddeld 42.624 toeschouwers kijken, het hoogste aantal van Europa. Borussia Dortmund
speelt zijn thuiswedstrijden voor meer dan 80.000 fans, Bayern ontvangt er
telkens 71.000, maar dat verschil heeft met de capaciteit van de stadions te
maken. Supporters hebben er ruime inspraak, niemand mag meer dan de helft van
de clubaandelen in zijn bezit hebben, toestanden met rijke Russen of sjeiks zijn er
ondenkbaar, in het bestuur vind je doorgaans oud-voetballers, die weten hoe het
spelletje op en naast het veld gespeeld wordt. De Bundesliga is De Schone.

Daartegenover staat de Ligue 1 met zijn gemiddelde van
19.211 toeschouwers per wedstrijd. Kampioen PSG mocht vorige jaargang 43.239
toeschouwers verwelkomen per thuismatch, Lille komt ook boven de 40.000 uit. De
rest hinkt ver achterop. Ajaccio haalde er nauwelijks 6.800, dat zijn Belgische
toestanden. (Ter vergelijking: de minst populaire Bundesliga-club van vorig seizoen,
het gedegradeerde SpVgg. Greuther Fürth, had er gemiddeld tienduizend meer dan
Ajaccio.) In Frankrijk is de supporter geen roi, hij moet gewoon braafjes betalen en zwijgen. Een puissant
rijke Arabier is eigenaar van PSG, een ziekelijk rijke Rus koos toenmalig
tweedeklasser AS Monaco uit als duur speelgoed. Monaco is inmiddels
gepromoveerd. De laatste keer dat de Monegasken in de Ligue 1 speelden, haalden
ze niet eens een gemiddelde van zevenduizend thuisfans.

De heer Rybolovlev, eigenaar van AS, haalde voor 144 miljoen
euro aan nieuwe spelers binnen, die straks allemaal voor halflege tribunes in
een klein stadionnetje mogen opdraven. Radamel Falcao, één van de beste spitsen
ter wereld, verkoos Monaco boven Real Madrid. Iets met een gigantisch hoog
salaris en zo.

PSG deed het de voorbije weken iets bescheidener dan de club
uit het prinsdom. ‘Slechts’ 98 miljoen aan inkomende transfers, maar wel
Edinson Cavani voor 57 miljoen weggeplukt bij Napoli. En niet te vergeten:
Zlatan Ibrahimovic, Thiago Silva, Ezequiel Lavezzi en nog wat kleppers liepen
er al rond. PSG en Monaco zullen ongetwijfeld navolging krijgen, omdat de
Franse voetbalbond soepel omspringt met eigendomsregels in het voetbal. En zo
krijg je een kunstmatige competitie, waarin de regels van de ‘financial fair
play’ met voeten worden getreden en de nouveaux
riches
van de wereld vrolijk hun gang mogen gaan. Tot ze een andere hobby
hebben gevonden en hun speelgoed onbeheerd achter laten. De Ligue 1 is Het
Beest.

O ja, Bayern en PSG worden kampioen.



#thisisouryear

Sport Posted on ma, augustus 05, 2013 12:55:58

Gerbrand Adriaenszoon Bredero was een Amsterdammer en geen
Antwerpenaar, maar zijn even vaak ge- als misbruikte lijfspreuk ”t Kan
verkeren’ is vandaag toepasselijk op het Antwerpse voetbal. Tien weken geleden
nog in zak en as – Beerschot AC gedegradeerd en failliet, Antwerp troosteloos
koploper van de rechterkolom in de tweede klasse -, nu plots springlevend.

Beerschot verdween en herleefde in de vorm van een opname van de naam door KFCO Wilrijk. KFCO Beerschot Wilrijk moet straks de hoge verwachtingen
waarmaken in eerste provinciale. Gewoon de titel behalen klinkt bijna als een worst case scenario: het moet ook nog
eens met ruime voorsprong, mooi voetbal en Antwerpse bravoure gaan. Op de
allerlaatste fandag van Beerschot kwamen eind juni meer dan zevenduizend
supporters af op wat een hartverwarmend fanfeest werd. De teller van het aantal
verkochte abonnementen staat inmiddels op vierduizend. Neem dat daar nog de
helft steunabonnementen van zijn, dan spreek je toch over tweeduizend
toeschouwers in eerste provinciale. Ongezien. (Het verklaart ook de paniek die
er nu heerst bij de vijftien andere clubs in de reeks; de meeste van die
stadionnetjes kunnen hooguit enkele honderden supporters slikken.)

Beerschot leeft, ook al is het dan dank zij een nieuwe
adoptieclub. Het bewijst mijn stelling dat het ware hart van een voetbalclub
haar supporters zijn. Al de rest (bestuur, trainers, spelers) zijn passanten,
maar probeer dat maar eens uit te leggen aan de Bart Verhaeghes, Patrick
Decuypers en Patrick Vanoppens van de voetbalwereld. ‘Ego’s opzij, Beerschot
dat zijn wij’ was dan ook een niet mis te verstane boodschap aan het adres van
de man die de club de dieperik introk.

Terwijl KFCO Beerschot Wilrijk begonnen is aan de lange weg
terug – het zal tenminste vier seizoenen duren vóór eerste klasse in zicht komt
en wellicht nog een tijdje langer – is de aartsrivaal uit Deurne, Antwerp FC,
eveneens met torenhoge ambities aan het nieuwe seizoen begonnen. Een nieuwe
investeerder, Saif Rubie, een nieuwe trainer met een grote naam (als speler),
Jimmy Floyd Hasselbaink, ongeveer een elftal aan nieuwe spelers.

Royal Antwerp Football Club verkocht weliswaar voorlopig minder
abonnementen dan KFCO Beerschot Wilrijk (wat volgens diehard-roodwitte fans te verklaren valt door het feit dat
Antwerp-supporters traditioneel eerder kiezen voor losse tickets dan voor een
abonnement) en bereikte ‘slechts’ even veel fans op de jaarlijkse fandag, maar speelde
zijn eerste thuiswedstrijd van het nieuwe seizoen wel voor… 11.500
toeschouwers. Elf-dui-zend-vijf-hon-derd. In tweede klasse. Ter vergelijking:
op het ogenblik dat Antwerp Eendracht Aalst bekampte op de Bosuil, kwamen er
zaterdagavond 8.264 toeschouwers naar OH Leuven-RC Genk kijken, 7.891 naar
Zulte Waregem-Kortrijk, 5.556 naar Charleroi-Waasland Beveren en 5.497 naar
Lokeren-Bergen. Allemaal wedstrijden in éérste klasse. Enkel Standard-Lierse en
AA Gent-KV Mechelen ontvingen in de Jupiler Pro League dit weekend meer volk
dan Antwerp-Aalst in de Belgacom League. Opmerkelijk.

Een andere vergelijking: vorig seizoen was het
toeschouwersrecord in het Olympisch Stadion 11.333. Die waren toen getuige van
de pijnlijke thuisnederlaag tegen streekgenoot Lierse, wat achteraf gezien het
begin van het einde betekende. 11.333 is minder dan 11.500. Antwerp leeft. De
hashtag ‘This is our year’ maakt dat extra duidelijk. Het moet nú gebeuren,
zeker omdat Antwerp in eerste klasse de komende jaren geen lokale
concurrentie te verwachten zou hebben.

Positieve vaststelling: het Antwerpse voetbal leeft. Voor
KFCO Beerschot Wilrijk is het hopen dat de hype blijft duren en dat de
promoties elkaar in snel tempo opvolgen. Voor Antwerp is het eerste doel veel
concreter: na tien jaar opnieuw in eerste klasse geraken. Zonder financiële
besognes zou dat wel eens een realistisch doel kunnen zijn. De spelerskern
vormt een goeie mix van ervaring en jong talent. Hasselbaink kan dan wel geen
erelijst voorleggen als hoofdtrainer, maar als gewezen topspeler bij Atletico
Madrid, Chelsea en het Nederlands elftal straalt hij geloofwaardigheid en gezag
uit. Het kan dus een mooi voetbalseizoen worden in het noorden en het zuiden
van ’t stad, en daar is geen
geïmporteerd stamnummer voor nodig geweest.

Maar laten we voorzichtig blijven. Het is eigen aan de stad
Antwerpen dat euforie en cynisme dicht bij elkaar liggen, dat grootheidswaanzin
kan leiden tot zelfoverschatting en dat een hype nogal snel voorbij is. Los van
de harde supporterskernen, die ongeveer even groot zijn, is de Antwerpenaar vooral een
successupporter. Zolang de resultaten goed zijn en liefst ook gepaard gaan met
mooi voetbal, zullen de clubs op hun wolkje blijven drijven en zal het volk toestromen. Dat kan echter
snel omslaan. Duimen maar en genieten van deze ‘wittebroodsweken’. En niet
verbaasd zijn wanneer Patrick Vanoppen straks zegt dat deze revival eigenlijk aan hem te danken is.



Kapitein

Sport Posted on za, augustus 03, 2013 13:15:49

In het fictieve maar desondanks onvolprezen dunne boekje
‘Een voetbalclub leiden voor dummies’ is Patrick Decuyper, CEO van Zulte
Waregem, nooit verder geraakt dan de eerste twee hoofdstukjes: ‘Hoe werk ik me
binnen?’ en ‘Hoe zet ik alles naar mijn hand?’. Geen onbelangrijke flarden
tekst, dat klopt, maar uit de daaropvolgende hoofdstukken (‘Hoe ga ik om met
onverwacht succes?’, ‘Hoe kan ik dat succes continuëren?’ en ‘Hoe verzeker ik
de toekomst van mijn club?’) had hij veel meer kunnen leren. Het had hem alleszins
het gezichtsverlies van de afgelopen tien weken kunnen besparen.

Even terug naar eind mei dit jaar. Twee dagen na de lichte
ontgoocheling omwille van het net niet kampioen worden en de terechte euforie
over een fantastisch seizoen 2012/2013, wat resulteerde in een onverhoopte tweede
plaats, leurde Decuyper met het stamnummer van Zulte Waregem in de stad
Antwerpen, die net zonder eersteklasser was gevallen. Na de hevige interne
kritiek van trainer en spelers paste hij zijn scenario vliegensvlug aan: vervolgens ging hij het stamnummer van KV Oostende, dat hij tersluiks had bemachtigd in
een schimmige deal met voorzitter Lejaeghere van de kustploeg, verpatsen aan
burgemeester De Wever, die in al zijn voetbalonwetendheid dacht mee te kunnen werken
aan iets wat ’t stad goed zou doen.
Maar Lejaeghere ging dwarsliggen. De Wever en Decuyper met de billen bloot.

Met de broek op de enkels struikelde Decuyper terug richting
Waregem, waar niemand hem nog vertrouwde. Meer nog, de eind augustus 43 jaar
wordende entrepreneur zag inmiddels
ook zijn geesteskind Enfinity – een bedrijf dat zich specialiseerde in
zonne-energietechnologie, wereldwijd succes boekte en hem persoonlijk de globale
titel van ‘Jonge Manager van het Jaar’ opleverde in 2009 – afglijden richting
financieel moeras. Heeft Decuyper nog wel de middelen om een ambitieuze
voetbalclub te runnen?

Hazard

De recentste flater in een hele reeks is de afspraak die
Decuyper maakte met Chelsea en de makelaar van Thorgan Hazard, broer van en
aanstormend talent. Hazard was vorig seizoen één van de onverwachte sterkhouders
van de vice-kampioen en verkoos, ondanks grote belangstelling van Anderlecht en
RC Genk, om toch opnieuw in het Regenboogstadion te gaan voetballen. Groot
gejuich aan de Gaverbeek toen de uitleenbeurt werd verlengd, gevolgd door
verstomming en verslagenheid toen er in de overeenkomst een zinnetje bleek te
zijn toegevoegd: Hazard, 20 jaar jong, moest meer verantwoordelijkheid krijgen.
Versta: alle vrije trappen en hoekschoppen trappen én de aanvoerdersband
omgorden.

Een zelden geziene toegeving door een hurende club. Maar het
verhaal wordt des te schrijnender wanneer de spelersgroep die beslissing – die
volgens Decuyper in het bijzijn van trainer Francky Dury werd ondertekend – pas
de dag van de Europese wedstrijd op PSV te horen kreeg. Is het een gedeeltelijke
verklaring voor de wanprestatie van dinsdagavond in Eindhoven? Hoe dan ook is de sfeer
momenteel bijzonder slecht bij Essevee.

Dury daagde vrijdagmiddag niet op op de gebruikelijke
persconferentie op de vooravond van een wedstrijd en kreeg achteraf zelfs
spreekverbod opgelegd door het bestuur, Decuyper dus. Davy De fauw, de man die zijn aanvoerdersband moest
inleveren, sprak in een bui van ontgoocheling over vertrekken. Franck Berrier
zal zeker weg willen, nu hij niet meer de man is die de stilliggende fases voor
zijn rekening mag nemen. Mbaye Leye sprak zelfs van het boycotten van de
competitiewedstrijd van vanavond, de streekderby tegen aartsrivaal KV Kortrijk
nota bene, en wil hoe dan ook zo snel mogelijk andere oorden opzoeken.

En dan is er nog de bizarre transferhistorie rond Junior
Malanda, de jonge verdedigende middenvelder, nog altijd maar achttien, die
vorig seizoen één van de revelaties in de Jupiler Pro League was. Hij wilde al
tijdens de wintertransferperiode weg, maar toen werden Fulham en Udinese nog
arrogant afgewimpeld door de Waregemse CEO. In het tussenseizoen dreigde Malanda met opstappen op basis
van de fameuze wet van 1978. Uiteindelijk ondertekende hij een contract bij VfL
Wolfsburg, een Duitse middenmoter, dat hem wel eerst voor een half seizoen
uitleent aan… Zulte Waregem. Pikant detail: blijkbaar verdiende Malanda
afgelopen jaar 1200 euro bruto per maand, exclusief premies. Als dat zo is, is
de démarche van Malanda en zijn manager begrijpelijk. En dan wordt het gedrag
van Decuyper nóg ridiculer. We zitten stilaan op het niveau van uitbuiting en mensenhandel.

Kolonie

De aanvoerdersband is meer dan symbolisch. Davy De fauw wist
zijn tien ploegmaats telkens weer op sleeptouw te nemen. Een captain gaat voorop in de strijd, heeft
veel invloed op trainer en medespelers, fungeert als doorgeefluik tussen spelers en bestuur, communiceert goed, geeft blijk van een groot
doorzettingsvermogen en stelt het belang van de club voorop. Allemaal
eigenschappen die De fauw, als we de verklaringen van zijn teamgenoten mogen
geloven, in overvloed heeft.

Thorgan Hazard heeft die capaciteiten, volgens diezelfde ploeggenoten,
niet. Hij wil gewoon een extra seizoen rijpen op een redelijk niveau, tot
Chelsea hem geschikt acht om te debuteren in de Premier League of hem eventueel
verder laat groeien bij een subtopper in een belangrijkere competitie dan
de Jupiler Pro League. Hazard is momenteel een vergiftigd geschenk voor Essevee.
Wellicht zonder het zelf te willen zorgt hij voor tweespalt. Wat Zulte Waregem/Decuyper dan wel hadden moeten doen? Weigeren mee te stappen in dit verhaal van onredelijke eisen. Het belang van de club vooropstellen. Zich niet laten chanteren door andere clubvoorzitters en makelaars. Best mogelijk dat Thorgan Hazard dan toch nog bij Essevee zou gestald zijn.

Dat Hazard de aanbiedingen van Anderlecht en Genk hooghartig
naast zich neerlegde, krijgt nu ook een andere betekenis. Wilde men hem daar
niet verzekeren van een centrale rol? Misschien beloofde men hem er zelfs niet
eens een basisplaats? En al zeker niet de aanvoerdersband? Het zou best wel
eens kunnen dat Decuyper zich veel gewilliger, versta: onderdaniger, opstelde
dan Vanden Stock/Van Holsbeeck en Degraen/Jacob.

Een aanvoerder is veel meer dan een goeie voetballer. Zelden
zie je de supersterren van het moderne voetbal met een armband spelen. Lionel
Messi, Cristiano Ronaldo en Gareth Bale zijn begenadigde voetballers, maar het
zijn geen leiders. Bij FC Barcelona zijn het Carles Puyol of Xavi die kapitein
zijn, bij Real Madrid is dat Iker Casillas of Sergio Ramos, bij Tottenham
Michael Dawson. Aanvallers worden doorgaans geen aanvoerder, omdat ze zo
eigengereid en vaak zelfs egoïstisch zijn. De band wordt gedragen door verdedigers of
middenvelders, soms ook door doelmannen. Heel uitzonderlijk is er een trainer
die een speler tot aanvoerder bombardeert om hem meer gevoel voor verantwoordelijkheid
bij te brengen. Sir Alex Ferguson deed dat destijds met Eric Cantona, de
eeuwige rebel, en Roy Keane, de schoffelaar die zo vaak werd uitgesloten. En
het werkte. Maar het is altijd de trainer die bepaalt wie zijn aanvoerder is,
niet de voorzitter of de CEO, en al zeker niet een verhurende club of een
spelersmakelaar.

Wat de zaak-Hazard eveneens benadrukt, is dat de Belgische
competitie Europees niets meer voorstelt. Topclubs als Chelsea koloniseren het
voetbal. Ze stallen spelers waar het hen het beste uitkomt en verbinden ontstellend
hoge eisen aan hun ‘goedheid’. Zo’n Abramovitsj ziet Zulte Waregem als een
soort tijdelijke kolonie waar hij zijn willetje kan doordrukken. Dank zij
zwakke figuren als Patrick Decuyper lukt dat nog aardig ook.

Onhoudbare situatie

Dat Zulte Waregem het vorig seizoen uitzonderlijk goed deed,
heeft het aan drie factoren te danken. Ik geef ze in volgorde. 1) Een gedreven trainer met
sterke pedagogische capaciteiten die een heldere tactiek wist te vertalen naar
een heterogene kern voetballers. Systematiek haalde het altijd op improvisatie.
2) De samenhorigheid van een groep zelfbewuste spelers die bereid waren de
tactische plannetjes tot in het kleinste detail uit te voeren en voor mekaar door een
vuur te gaan. In tegenstelling tot Anderlecht, Club Brugge en Standard waren er
bij Essevee tijdens het seizoen geen pseudo-vedetten die alle aandacht naar
zich toe trokken. Op het eind gingen de transferhormonen bij Malanda, Berrier
en Leye wel opspelen en dat viel extra op, na zovele maanden van goede sfeer, sterk groepsgevoel en ijzeren discipline. 3) De uitzonderlijke prestaties
van enkele individuële talenten, die ondersteund werden door dienende spelers.
Dit laatste komt bij Anderlecht, Club Brugge en Standard op de eerste plaats,
bij Zulte Waregem was het ondergeschikt aan de eerste twee elementen.

Wat Zulte Waregem nu dreigt te overkomen is dat de trainer
wordt geïsoleerd of misschien wel botweg ontslagen en dat de ‘één voor allen,
allen voor één’-mentaliteit compleet verdwenen is. Als dan ook nog eens de
individuele talenten weg willen, dreigt er – ondanks die eerste uitzege van
vorige week – een lange en vervelende voetbaljaargang op komst te zijn.

Een trainer is een passant, dat is waar. Maar het belang van
Dury voor Zulte Waregem mag niet onderschat worden. Hij is de architect van het
succes, Decuyper heeft er hooguit een steentje toe bijgedragen. Als er al
iemand moet verdwijnen bij de fusieclub is het de CEO, die zowel met woorden
als daden onvergeeflijke fouten heeft gemaakt. In eender welk zichzelf
respecterend bedrijf zou de huidige situatie van Patrick Decuyper als
‘onhoudbaar’ worden omschreven. Als er vanavond dan ook nog eens zou verloren worden van de buren uit Kortrijk, zal het kot te klein zijn.

***

Slotbedenking. De zaakwaarnemer van Thorgan Hazard heet John
Bico, maar de kans is bijzonder klein dat Peter Gabriel ooit een meezinger over
diens leven componeert.



Ze zijn zo streng, meneer!

Sport Posted on vr, augustus 02, 2013 13:08:18

De vrijdagavonden in het Jan Breydelstadion, het is een
prille traditie in het Belgische voetbal, eentje die volgend weekend echter alweer
opgeheven wordt. Na de openingswedstrijd van vorige week, Club Brugge tegen
Sporting Charleroi, speelt Cercle Brugge straks om 20u30 gastheer voor dat andere Sporting,
Anderlecht. Dat wil zeggen: de Coca Cola wordt overal in het stadion vervangen
door Pepsi, de thuis-kleedkamer wordt ‘uit’ en er zit wat minder volk in de
tribunes.

Op de eerste speeldag van de Jupiler Pro League werd een fenomeen van de jongste
decennia bevestigd: de scheidsrechters werden met een boel nieuwe, veel
strengere instructies de groene rechthoek op gejaagd en waren na het eerste
fluitsignaal al vergeten wat er nu ook weer in dat artikel 12, paragraaf 7bis
stond. Gevolg: in zowat de helft van de wedstrijden ging de scheids of één van zijn assistenten opzichtig in de fout.

Romeinse groet

Het begon al tijdens die allereerste match, toen de heer
Lardot, Jonathan, bediende, woonachtig te Warzée in de provincie Luik, na een
twintigtal minuten een rood kartonnetje onder de neus stak van Timmy Simons,
die zich zijn tweede debuut bij Club Brugge heel anders had voorgesteld. Iets
met negentig minuten spelen en zo. Simons, wiens enige andere rode kaart uit zijn carrière al van
vijftien jaar geleden dateerde, toen hij nog voor SK Lommel speelde, schrok,
maar liep toch braafjes richting kleedkamers. Want ook dat is nieuw: wie rood
krijgt en blijft protesteren, wordt extra gestraft. ‘Ha, stoute voetballertjes,
we zullen jullie eens liggen hebben!’, moet er iemand gedacht hebben toen hij
het reglement bijschaafde. Néh!

Wat was er gebeurd? Onschuldig duel op het middenveld:
Ederson was net iets sneller op de bal dan Simons, tikte die tot bij een
ploegmaat, terwijl Simons vol op zijn enkel terecht kwam. Pijn bij Ederson,
‘fysieke integriteit aangetast’ volgens Lardot, uitsluiting. Simons keek net
vóór het contact met de enkel van Ederson reeds achterwaarts, de capriolen van
de bal volgend. In geen honderd jaar was dit een bewuste trap. En toch:
onmiddellijk rood. Waarbij ik nog iets uit de vorige paragraaf moet
rechtzetten: scheids Lardot stak die rode kaart niet onder de neus van Simons,
neen, hij ging kaarsrecht staan en hief die kaart, als ware het een Romeinse
groet-mét-accessoires, zo hoog mogelijk op. Zeker vijf seconden lang, want dat leren ze zo, op
de scheidsrechtersschool, in het vak ‘Stokstijf en kaarsrecht staan’.

De rest van die wedstrijd floot Lardot redelijk
verdienstelijk: hij kreeg dan ook een 8 van Het
Nieuwsblad
(veel te hoge score!), een 6 van Het Laatste Nieuws en een 4 van Gazet
van Antwerpen/Het Belang van Limburg
. Maar hij had, door die ene abrupte
beslissing (zelfs een gele kaart zou overdreven geweest zijn) wel de wedstrijd
kapot geblazen. En verdiende daardoor alleen al geen enkel krediet.

Fluiten naar de geest

Bestuurders, spelers en supporters zijn doorgaans keihard
voor de wedstrijdleiding in dit land. Ze doen dat door ongenuanceerd en zelfs
kwetsend te reageren; niet zelden gebeurt dat om hun eigen abominabele
prestaties te camoufleren of gewoon uit platvloerse domheid. Een toevallige toeschouwer zou er de verkeerde
conclusie uit kunnen trekken dat de moeders van de meeste scheidsrechters het
oudste beroep ter wereld uitoefenen en dat is – voor zover ik dat kan
inschatten – niet het geval. Natuurlijk zorgt deze kritische attitude voor
extra druk, net als het feit dat elke foute beslissing tegenwoordig door vele
camera’s geregistreerd wordt en vliegensvlug op YouTube wordt gedeponeerd om de
ref in kwestie wereldwijd belachelijk te maken.

Maar de scheidsrechters en hun assistenten hebben dit ook in ruime mate aan zichzelf te danken. Ze fluiten meermaals een wedstrijd helemaal stuk. In de
Nederlandse Eredivisie heeft men zelfs beslist om de uitwisseling met de
Belgische voetbalbond stop te zetten, omdat onze scheidsrechters er onvoldoende
presteren. Ze mogen nu nog wel in de Nederlandse Jupiler League fluiten, de tweede klasse bij onze noorderburen. In de ogen
van de Nederlanders zijn Belgische scheidsrechters dus tweederangs. Niet echt
een compliment.

Hoe komt het dat Frank De Bleeckere destijds kon uitgroeien
tot een internationale topreferee en dat ie in eigen land geregeld een
wedstrijd naar de filistijnen hielp? Waarom is Serge Gumienny actief op de
Europese velden, terwijl hij in de eigen competitie de personificatie van Guust
Flater is? Wat bezielt zo’n Jonathan Lardot, 29 jaar pas, om strenger dan
streng de regeltjes toe te passen?

Ik heb er me enkele dagen suf over gepiekerd en ik kom maar bij
één verklaring uit: de richtlijnen zijn te streng. Het is de letter die telt,
niet de geest. Maar onze allerbeste refs uit de geschiedenis – John Langenus
(in 1930 fluitenier bij de eerste wereldbekerfinale), Vital Loraux en Fred
Delcourt (jaren ’60 en ’70), Frans Van den Wijngaert, Marcel Van Langenhove en
Alexis Ponnet (jaren ’80 en ’90) – verdienden hun ijzersterke reputatie net
omdat ze naar de geest van de wedstrijd floten. Veel toelatend als het kon,
zeer strikt als het moest. En altijd in dialoog met de spelers. Niet het
mannetje in – toen nog – het zwart die met gestrekte arm, gekleurd stukje
karton in de hand, politieagent speelde, maar de ietwat vaderlijke figuur die
streng maar rechtvaardig oordeelde. Frank De Bleeckere kon dat ook, maar helaas
meestal alleen maar wanneer hij het schildje van de UEFA of de FIFA op zijn
hart droeg.

De kwaliteit van onze scheidsrechters is bergaf beginnen
gaan in de jaren negentig van de vorige eeuw. Toen kwam er een lichting die
vooral uitblonk in kaarsrecht lopen, elke vorm van protest in een kaartenregen
smoren en wedstrijden met minder dan tweeëntwintig spelers beëindigen. Dat leek
wel een doel op zich, voor irritante mannetjes als Eric Blareau en Amand
Ancion. Ze leden aan een ziekte die ik Uniformitis zou willen noemen en die je
wel vaker tegenkomt bij mensen die tijdelijk via hun kleding mogen duidelijk
maken dat ze iets meer te zeggen hebben dan een ander: ze willen zichzelf manifesteren, de
anderen afsnauwen en kleineren. Soms kom je dat soort volk ook tegen bij een
wielerwedstrijd, wanneer ze halfdronken het verkeer in een doodlopende straat
staan te regelen. Tot twintig jaar geleden hadden Belgische scheidsrechters macht, maar straalden ze ook gezag uit. Ze werden nog gerespecteerd om wie ze waren en wat ze deden. Vandaag hebben ze weliswaar nog meer macht gekregen, maar hun gezag is verdwenen en daardoor ook het respect. En dat hebben ze grotendeels aan zichzelf te wijten.

Vandaag heten de Blareaus en Ancions van de
scheidsrechterswereld Gumienny of Lardot. Ik wil uw voetbalpret niet bederven,
maar Gumienny fluit vanavond Cercle Brugge – Anderlecht. Ik hou mijn hart vast,
in de wetenschap dat de overdaad aan gele of rode kaarten door de nieuwe regels
doorgaans een speeldag of vijf duurt. De scheidsrechters leven trouwens op een wolk, sinds ze een betere vergoeding hebben afgedwongen. Heel wat waarnemers verwachten nu dat ze beter zullen fluiten, wat uiteraard een foute redenering is. Zoals een middelmatige renner geen topper wordt door EPO te gebruiken, zo wordt een middelmatige referee geen topper omdat hij opeens beter betaald wordt. Kwaliteit en kwantiteit mag je nooit door elkaar haspelen!

Kaartenautomaat

Timmy Simons kreeg van het Bondsparket een
schorsingsvoorstel van twee speeldagen (wat dus zou neergekomen zijn op een
schorsing van 248 minuten vanaf zijn uitsluiting), ging daar niet mee akkoord
en werd uiteindelijk door de Geschillencommissie (commissies in overvloed aan
de Houba de Strooperlaan 145!) één speeldag voorwaardelijk geschorst. Wat dus
betekende dat hij dit weekend gewoon kon mee voetballen (en terecht!). Maar het bondsparket ging in beroep en kreeg gedeeltelijk gelijk: die ene speeldag werd omgetoverd van ‘voorwaardelijk’ in ‘effectief’. Als locatie voor soaps blijft het Bondsgebouw onovertroffen!
En stel je
maar even voor dat de speler en zijn Club zich hadden neergelegd bij die aanvankelijke en,
alweer, waanzinnige ‘minnelijke schikking’ van het Bondsparket, een
pseudo-gerechtelijke instantie die voor de zoveelste keer al werd teruggefloten
door een ander orgaan van de voetbalbond. Misschien moet daar toch eens iemand
op het hoogste niveau van de KBVB zijn conclusies uit trekken, in plaats van
ideeën te spuien over het sexyer kleden van vrouwelijke voetballers en dat
soort olijke bijkomstigheden.

Robert Jeurissen, voorzitter van de Centrale
Scheidsrechterscommissie, en collega’s: wees niet blind voor dit fenomeen.
Onderken het probleem. Maak de scheidsrechters duidelijk dat de regels
belangrijk zijn, maar dat het ruim interpreteren ervan ook tot hun takenpakket
behoort. Sta hen toe zichzelf te mogen zijn en dwing hen niet om zich te
beperken tot een rol als kaartenautomaat. Laat hen opleiden door klasbakken als
Van den Wijngaert, Van Langenhove en Ponnet. Het Belgisch voetbal dankt u!



« VorigeVolgende »