(Deze bijdrage verscheen in uitgebreidere vorm op de website www.extrasport.be)
Een voorbeschouwing maken op de Liga BBVA, ook wel bekend
als Primera División, is tegenwoordig even makkelijk als een pronostiek bij het
seizoensbegin van de Scottish Premier League tot twee jaar geleden. Celtic of
Rangers wordt kampioen, punt. Tot Rangers verdween en je vandaag niet eens meer
hoeft te pronostikeren in Schotland.

In Spanje is het al even eenvoudig: Barcelona of Real
Madrid? Toch waagt niemand het om de Spaanse competitie saai en voorspelbaar te
noemen, ook al zijn er in wezen maar twee wedstrijden die er toe doen: de
Clásico’s. En voor de rest is het wachten op een misstap van één van de grote
twee in de zesendertig andere wedstrijden.

Kampioen: Barça of
Real?

Real Madrid zal nog tenminste tien jaar met de titel Ploeg van ’t Land mogen pronken, want in
de eeuwige rangschikking behoudt de witte ploeg uit de hoofdstad met haar
tweeëndertig titels tien eenheden voorsprong op de eeuwige blauwrode rivaal uit
Catalonië. Maar als je de jongste tien seizoenen isoleert van de
voorgeschiedenis, is FC Barcelona het dominante team in Spanje: zes titels
tegenover drie voor Real en die ene voor Valencia in 2003/2004.

Het is weinig waarschijnlijk dat er zich de komende negen
maanden een derde hond aanmeldt in de titelstrijd. Daarvoor hebben de achttien
andere teams in de Liga te weinig in de pap te brokken. Van de 650 miljoen euro
aan jaarlijkse tv-rechten verdwijnt de helft in de bankkluizen van Bernabeu en
Camp Nou, de andere helft wordt min of meer solidair verdeeld onder de rest.
Dat maakt die rest niet echt arm – als je de som verdeelt verdienen die
achttien clubs nog altijd een pak meer dan de gemiddelde Belgische
eersteklasser! -, maar het maakt de rijken wel superrijk en daardoor
onaantastbaar. Competitievervalsing, met andere woorden.

En toch zijn de schuldenbergen bij de twee giganten immens
groot. Dat heeft uiteraard te maken met de drang om de beste te worden of te
blijven en je daarvoor diep in de schulden te steken. Beide clubs hebben een
schuldenlast van om en bij de zeshonderd miljoen euro. En dat in een land waar
steeds meer mensen wanhopig proberen de eindjes aan elkaar te knopen en de
werkloosheidscijfers de pan uit swingen.

Een schande, uiteraard. Maar anderzijds blijven de
supporters hun clubs trouw en vindt de modale Spaanse voetballiefhebber het wel
fijn dat España het wereldvoetbal domineert en de clubteams goed presteren in
Europa. Zo dubbel is het allemaal wel. Pogingen van Europa om de boel op te
kuisen en de exuberante transfersommen en -salarissen aan te pakken worden een
beetje weggelachen, de ‘financial fair play’ is voor morgen en tegelijk ook
weer niet. Want wie bij de UEFA zal Barça en Real durven schorsen omdat ze het
financiële spel niet eerlijk spelen?

Terug naar het voetbal. De blaugrana hielden het tot nog toe bij één inkomende transfer:
Neymar kwam voor 57 miljoen euro over van het Braziliaanse Santos. De weg naar
de uitgang werd getoond aan David Villa (naar Atletico), Thiago Alcántara
(Bayern), Eric Abidal (Monaco) en nog wat kleiner grut. Bojan Krkic mag een
seizoentje huurling spelen in Amsterdam. FC Barcelona lijkt alleszins niet
verzwakt uit de transferperiode gekomen en met Neymar is er een alternatief voorhanden
voor het in moeilijke omstandigheden nogal steriele spel van de Catalanen.
Barcelona tikitakate bijna iedereen van de grasmat, maar in Europa bleek tegen
PSG en Bayern dat het niet over een plan B beschikte, met alle gevolgen van dien.
Grootste vraag blijft nog hoe de trainerswissel wordt verteerd. De zieke Tito
Vilanova werd halsoverkop opgevolgd door de vijftigjarige Argentijn Gerardo
‘Tata’ Martino, vrijwel onbekend in onze contreien, maar wel net kampioen van
zijn land geworden met Newell’s Old Boys.

Real was actiever op de transfermarkt dan de grote
concurrent. Asier Illarramendi kwam voor 38,8 miljoen over van Real Sociedad,
Isco voor 30 miljoen van Málaga. Bij Bayer Leverkusen werd dan weer rechtsback
Daniel Carvajal teruggehaald. Ook de trainer is nieuw: Carlo Ancelotti verliet
Parijs, waar hij net kampioen was geworden met PSG, voor Madrid. Hij volgt er
de controversiële José Mourinho op, die terug in Londen vertoeft. Uitkijken is
het ook naar de prestaties van Iker Casillas: de doelman van de nationale ploeg
werd vorig seizoen vaker dan hem lief was op de bank geposteerd door Mourinho.
‘San Iker’ is aan revanche toe, maar blijft wel stevige concurrentie
ondervinden van Diego López. Vertrokken bij Real: Gonzalo Higuaín (Napoli),
Raul Albiol (Napoli), José Callejón (Napoli), Pedro León (niet naar Napoli, wel
terug naar Getafe) en Ricardo Carvalho (Monaco). Alleen Higuaín kon van dat
vijftal aanspraak maken op een basisstek. Het wachten is nu op Gareth Bale. In
het pokerspel tussen het bestuur van Real en dat van Tottenham Hotspur zitten
we inmiddels op zo’n 130 miljoen. Euro, welteverstaan. Beide clubs hebben nota
bene een samenwerkingsverband…

Barça niet verzwakt (en het was al zo sterk in eigen land),
Real op het eerste gezicht versterkt: het kan dus een spannend kampioenschap
worden. Het is uitkijken naar de speeldagen 10 en 27, respectievelijk in de
weekends van 26 en 27 oktober en van 22 en 23 maart. Dan staat de Clásico op
het programma: eerst in Barcelona, daarna in Madrid.

Outsiders: geen

Zo, da’s eenvoudig. Niemand zal ook dit seizoen in de buurt
van de Top 2 geraken. Volgende hoofdstuk!

Europese strijd

Maar er zijn natuurlijk nog twee extra Champions
League-plaatsen en nog wat Europa League-tickets te verdelen. Atletico Madrid
had vorig seizoen nog eens een glansjaar en de bijdrage van ‘onze’ Thibaut
Courtois was daarin groot. Amper 31 goals incasseerde de Belgische nationale
doelman, een pak minder dan zijn collega’s van Barcelona en Real. Ook dit
seizoen wordt Courtois nog een jaartje uitgeleend door Chelsea. Toch is
Atletico fel verzwakt: de eenmansvoorhoede Radamel Falcao vertrok voor zestig
miljoen euro naar het mondaine Monaco, de voetbalwereld in verstomming achter
latend. David Villa, die overbodig was bij Barcelona, moet nu de honneurs
waarnemen in de spits bij de rood-wit-zwarten.

Nog zo’n club die altijd in de schaduw staat van de giganten
is Valencia. Dat zal komend seizoen niet anders zijn. Topschutter Roberto
Soldado werd verkocht aan Spurs, Tino Costa aan Spartak Moskou en ook Nelson Váldez
zocht andere oorden op. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat de Portugees Helder
Postiga, overgekomen van Real Zaragoza, die leemte zal vullen.

Sevilla finishte vorig seizoen zeer teleurstellend als
negende. Het verloor zestien van zijn achtendertig wedstrijden en behaalde slechts
vijftig punten, precies de helft van kampioen Barcelona. Toch mag Sevilla
Europa League spelen, dank zij de Europese schorsing om financiële redenen van Málaga en het
niet-toekennen van een Europese licentie aan Rayo Vallecano. Gevolg: grote schoonmaak.
Alvaro Negredo werd voor 28 miljoen euro verpatst aan Manchester City, Jesus
Navas voor drie miljoen minder aan het clubje van dezelfde sjeik. Ook Gary
Medel koos voor de Premier League, hem zien we voortaan aan het werk bij promovendus
Cardiff City. In hun plaatsen komen Kévin Gameiro (overgenomen van PSG),
Nicolas Pareja (geleend bij Spartak Moskou, ex-Anderlecht), Marko Marin
(geleend bij Chelsea, waar hij door de mand viel) en Carlos Bacca, die voor
zeven miljoen werd gehaald in Brugge. Benieuwd of hij intussen de
buitenspelregel heeft doorgrond. Ook de kern van Sevilla ziet er zwakker uit
dan een jaar geleden.

Real Sociedad, afgelopen jaargang verrassend vierde, zag de
jonge sterkhouder Asier Illarramendi vertrekken naar Real Madrid. De flinke
transfersom, bijna 39 miljoen, werd niet uitgegeven. Sociedad is onmiskenbaar
verzwakt.

Málaga, twee jaar geleden nog het speeltje van een puissant
rijke eigenaar, daarna aan zijn lot overgelaten, vecht tegen de financiële
bierkaai, maar was vorig jaar in de Champions League wel een pak te sterk voor de Belgische
landskampioen. Het zegt iets over de internationale verhoudingen. Isco, Jerémy
Toulalan en oude krijger Joaquín werden verkocht, trainer Manuel Pellegrini is nu
aan de slag aan de blauwe kant van Manchester en Javier Saviola en Martin
Demichelis genoten van een vrije transfer. Roque Santa Cruz is nu wel definitief
eigendom van de club en de nieuwe trainer is een oude bekende van het Spaanse
voetbal: Bernd Schuster. Of dat zal volstaan voor een glansrol?

Rayo Vallecano, één van de revelaties in 2012/2013, zag meer
spelers gaan dan komen en lijkt niet opnieuw voor een stunt te kunnen zorgen.
Dan verwachten we meer van Athletic de Bilbao. Na een teleurstellende twaalfde
plaats is de trots van Baskenland toe aan eerherstel. De excentrieke coach
Marcelo Bielsa mocht beschikken, Ernesto Valverde vervangt hem en verliet daarvoor
Valencia. Nieuwe gezichten zijn Beñat Etxebarria (afkomstig van Real Betis),
Kike Sola (Osasuna) en Xabier Etxieta (Elche), uiteraard stuk voor stuk Basken.
Dat hoort zo in Bilbao.

Villarreal is na een jaartje Liga Adelante terug van
weggeweest. Best mogelijk dat de ‘gele onderzeeër’ uit de provincie Valencia
opnieuw aansluiting vindt bij de subtop. Estadió El Madrigal verwelkomt onder
anderen doelman Sergio Asenjo (gehuurd van Atletico, waar hij door Courtois van
een basisplaats gehouden werd), Giovani Dos Santos (de eeuwige Mexicaanse
belofte komt van het gedegradeerde Mallorca en moet nu maar eens gaan vlammen)
en middenvelder Tomas Pina (ook al van Mallorca). Jéremy Perbet, ex-topschutter
in de Jupiler Pro League, werd definitief overgenomen van Bergen.

Degradatie

De Liga BBVA nam in mei afscheid van Mallorca, Deportivo La
Coruña en Real Zaragoza, drie clubs met enige traditie in Spanje en ook
daarbuiten. Traditioneel hebben de nieuwkomers het bijzonder moeilijk, al
verwacht ik toch dat Villarreal eerder op de linkerkolom, en wie weet zelfs de
subtop, mag mikken. Voor Elche en Almería wordt het moeilijk. Beide clubs
pikten her en der contractloze spelers op, niet altijd een garantie op succes.

Ook Celta de Vigo en Osasuna, vorig seizoen al ternauwernood
aan degradatie ontsnapt, zullen weer een heel jaar bibberen en hopen dat ze onderweg
voldoende punten sprokkelen. Tenslotte lijkt ook Levante op papier een
degradatiekandidaat. Die club gaf slechts 300.000 euro uit op de transfermarkt,
aan de Kameroener Aloys Nong van Bergen nog wel. Niet direct een wereldtopper,
wisten we in België al.

Pichichi

Iets om naar uit te kijken is het persoonlijke duel tussen
Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. De Argentijn werd de afgelopen seizoenen
topschutter met respectievelijk 46 en 50 doelpunten, twee jaar geleden was
Cristiano Ronaldo primus met 41 goals. Aantallen die we voorhistorisch zouden
durven noemen, mochten we niet beter weten: er was voordien namelijk niemand in
geslaagd om meer dan veertig doelpunten te maken in de Spaanse eerste klasse.