(Deze voorbeschouwing op het nieuwe seizoen in de Italiaanse Serie A verscheen gisteren al op de site van Extrasport.be, met een extra rubriek ‘Guys to watch’. Gisteravond werden de eerste twee wedstrijden gespeeld. Nogmaals blijkt dat mijn voorspellende kracht slechts half werkt. Kampioen Juventus won wel bij Sampdoria dank zij een doelpunt van Carlos Tevez, maar Milan ging onderuit bij nieuwkomer Hellas Verona: 2-1, twee doelpunten van ‘good old’ Luca Toni. En, ja, er waren oerwoedgeluiden te horen bij het begin van de wedstrijd, de fascistische aanhang van Hellas heeft zijn streken duidelijk nog niet verleerd. Milan noem ik hieronder een outsider voor de titel, Hellas een vogel voor de kat. Het seizoen is nog lang, zullen we maar denken…)
Er was een tijd dat het Italiaanse voetbal angst inboezemde.
In de jaren zestig en zeventig gebeurde dat nog om de verkeerde redenen:
beenharde verdedigers die tijdens de wedstrijd zonder schroom en met nog veel
minder pardon lastige opponenten met een grijnslach onder de zoden stopten en
die in hun overdreven ijver om strikte mandekking toe te passen wellicht
meerdere keren in de kleedkamer van de tegenstander belandden. Vraag dat maar
aan Wilfried Van Moer. Zeg ‘Bertini’ en de kans is groot dat de Waaslander op
zijn gevorderde leeftijd een meter hoog springt. Of denk aan die subtiele
Claudio Gentile, wiens studsafdrukken meerdere weken op de kuiten van talloze
topspitsen te bewonderen waren.

Johan Cruijff zei in die dagen, in zijn onnavolgbare
persoonlijke idioom, dat Italianen niet van je kénnen winnen, maar dat je wel van ze kén verliezen. Hij bedoelde: ze spelen afbraakvoetbal, in de eerste
plaats om niet te verliezen, maar als je een foutje maakt, straffen ze dat
genadeloos af. Ik weet het: zoals Cruijff het zegt, klinkt het sexyer en
geheimzinniger. Het catenaccio legde
de Italiaanse clubs beslist geen windeieren. Internazionale, Milan en Juventus
wonnen heel wat internationale bekers. Dus wie zijn wij, liefhebbers van mooi,
elegant en aanvallend voetbal, om dat tactische vernuft in vraag te stellen?

In de jaren tachtig veranderde er veel in de laars van
Europa. Italia won de Mundial van 1982, het zoveelste omkoopschandaal zorgde
voor een grote schoonmaak onder corrupte clubbestuurders en spelers, en de
betere buitenlanders, vooral aanvallers, werden in de andere competities
weggeplukt. Er was nog geen arrest-Bosman, er mochten maximaal drie
buitenlanders worden opgesteld, beenharde verdedigers werden nu gekoppeld aan
frivole voetballers als Diego Maradona, Karl-Heinz Rummenigge, Ruud Gullit,
Frank Rijkaard, Marco van Basten en tutti quanti. De trofeeënkasten werden
verder gevuld in Milaan, Turijn, Napels, Genua en Parma.

Maar sinds het Bosman-arrest van 1995 en het wegvallen van
de beperking op het aantal buitenlandse voetballers is het Italiaanse voetbal
op de sukkel.

In Engeland, Spanje, Duitsland en sinds kort ook Frankrijk
is meer geld voorhanden om de betere spelers te kopen of te houden en het
gemiddelde aantal toeschouwers voor een Serie A-wedstrijd is op dertig jaar
tijd gedaald van ruim dertigduizend naar 23.234 in het seizoen 2012/2013. Dat
is net meer dan de helft van het Duitse gemiddelde, het ligt twaalfduizend
onder dat van de Premier League en ook de Primera División scoort een pak
hoger, al komt dat vooral door de aanwezigheid van twee giganten.

Akkoord, Italië werd in 2006 wereldkampioen en Inter (2010)
en Milan (2003 en 2007) wonnen nog niet zo lang geleden de Champions League,
maar de Italiaanse dominantie is verdwenen. Ten bewijze hiervan: Italië telt
nog maar twee rechtstreekse deelnemers aan de Champions League, de derde moet
nog een voorronde afwerken. In Engeland, Spanje en Duitsland is dat telkens
drie plus één.

Niet verdwenen zijn de omkoopschandalen: die zijn nog altijd
schering en inslag in een land waar corrupte politici immens populair zijn. De
jarenlange schorsing voor Rode Duivel Jean-François Gillet, betrokken bij
omkopingspraktijken in zijn periode bij Bari, is daar een voorbeeld van.
Gillet, vorig seizoen nog sterkhouder bij Torino, ziet een mooie
fin-de-carrière wellicht in rook opgaan, tenzij hij in beroep alsnog
vrijgesproken zou worden.

Kampioen: wie anders
dan Juve?

Negenentwintig titels telt de ‘oude dame’ uit Turijn
inmiddels (31 volgens de supporters, die de afgenomen titels uit 2005 en 2006
weigeren uit de optelsom te verwijderen). De aartsrivalen uit Milaan volgen op
ruime afstand, met elk 18 titels. Vorig seizoen telde Juventus negen punten
voorsprong op de tweede in de stand, Napoli, en vijftien punten meer dan de
derde, Milan. In de Supercoppa, de jaarlijkse veredelde oefenwedstrijd die
voorafgaat aan de eigenlijke competitie, nam Juventus vorige zondag vlot de
maat van bekerwinnaar Lazio: 4-0. Ze zijn er klaar voor.

Juventus gaat voor een derde landstitel op rij. Het zag dan
wel dribbelkont Emanuele Giaccherini vertrekken naar Sunderland, maar
versterkte zich met Angelo Ogbonna (komt van Torino), Fernando Llorente
(Athletic de Bilbao) en Carlos Tevez (Manchester City).

De kern van het sterke team bleef: Gianluigi Buffon, Giorgio
Chiellini, Leonardo Bonucci, Claudio Marchisio, Andrea Pirlo en Sebastian
Giovinco zijn ook bij de squadra azzurra
vaste waarden, terwijl de buitenlanders Stephan Lichtsteiner, Kwadwo Asamoah, Arturo Vidal en
Mirko Vucinic ook aardige voetballers zijn. Dit Juventus moet zelfs in Europa
in staat zijn hoge ogen te gooien. En met Antonio Conte heeft het al twee jaar een moderne
trainer in huis, die met positief voetbal goede resultaten behaalt en die
bovendien het huis door en door kent. Hij speelde zelf immers dertien seizoenen
voor Juve, goed voor 419 matchen.

Titelkandidaten:
Napoli, Milan

De nummers twee en drie van vorig seizoen lijken het best
geplaatst om ook in de nieuwe jaargang Juventus het vuur aan de schenen te
leggen. Napoli maakte een total make-over
door in de afgelopen twee maanden. Trainer Walter Mazzarri nam afscheid en trok
naar Inter. Zijn opvolger, Rafa Benitez, is vastberaden om de gouden tijden te
doen herbeleven in Zuid-Italië. Dat zal dan wel zonder Edinson Cavani moeten.
De Uruguayaanse topschutter van de Italiaanse competitie vorig seizoen, goed
voor 23 doelpunten, mocht voor 64 miljoen euro naar PSG vertrekken. Ook Morgan
De Sanctis en Hugo Campagnaro zijn weg. In de plaats kwam – naar ‘goede’
Benitez-gewoonte – een Spaanstalige bende, aangevoerd door het Real Madrid-trio
Higuaín-Albiol-Callejón. Pepe Reina wordt voor een jaar gehuurd bij Liverpool
(waar Simon Mignolet nu eerste keuze is onder de lat). Bij het Braziliaanse Santos
werd een andere doelman gehaald, Rafael. Dries Mertens werd voor 10 miljoen
getransfereerd van PSV. En nog lijkt de koophonger van Benitez niet gestild.
Hij moet wel de weg naar de uitgang bewaken om te vermijden dat de Slowaak
Marek Hamŝik en de Zwitser Gökhan Inler zouden vertrekken.

Milan bleef rustiger op de transfermarkt. Centrale
middenvelder Andrea Poli kwam voor 6,5 miljoen over van Sampdoria en de
Colombiaanse centrumverdediger Cristián Zapata werd voor 6 miljoen definitief
gehaald bij Villarreal (hij werd er vorig seizoen al geleend). Het jonge talent
Riccardo Saponara werd gekocht bij en meteen weer uitgeleend aan Empoli. Die
moet dus nog een jaartje roderen op een lager niveau. Anderzijds liet Milan
ouwe getrouwen Massimo Ambrosini, Mario Yepes en Mathieu Flamini aan het einde
van hun contract vertrekken. Mario Balotelli begint aan zijn eerste volledige
seizoen in het rood en zwart en Stephan El Shaarawy is weer een jaartje rijper.
Vorig jaar was de Egyptische Italiaan al goed voor zestien goals. Dat belooft!

Outsiders:
Fiorentina, Udinese, Lazio, Inter

Respectievelijk de nummers vier, vijf, zeven en negen van de
vorige jaargang. De paarsen uit Firenze zagen Stevan Jovetic voor 30 miljoen
euro naar de blauwe zijde van Manchester vertrekken. Mario Gómez (ex-Bayern München)
heeft als opdracht om de nieuwe prijsschutter te worden, Joaquin moet voor de
aanvoer vanaf de rechterflank zorgen en Josip Ilicic voor de creativiteit
tussen de lijnen. Het contract van Luca Toni werd in onderling overleg
ontbonden, bij zijn nieuwe club, Hellas Verona, hopen ze nu dat hij dat bekende
handgebaar nog vaak bij hen mag maken (op de eerste speeldag dus al twee keer!). Fiorentina lijkt goed gewapend voor een
lang en moeilijk seizoen. Al zal Oleksandr Iakovenko, vrijgelaten door
Anderlecht, in het Stadio Artemio Franchi blij mogen zijn als hij al eens in de
selectie zit.

Udinese draait al jaren flink mee bovenin. Opnieuw moest het
twee sterkhouders laten gaan: de Colombiaan Pablo Armero moet de Spaanstalige
armada van Rafa Benitez’ Napoli versterken en de Marokkaanse centrale
verdediger Mehdi Benatia werd voor maar liefst 13,5 miljoen euro gesleten aan
AS Roma. In hun plaats kwamen geen bekende namen. Antonio Di Natale bleef, maar
de vlot scorende spits wordt in oktober 36. Misschien is hij wel in staat tot
een laatste kunstje. Vorig seizoen werd hij in elk geval nog vice-topschutter
met 18 doelpunten.

Bekend nieuw gezicht bij Lazio Roma is Lucas Biglia. De
Argentijn mocht na drie jaar zeuren en migraines veinzen eindelijk vertrekken
bij Anderlecht, dat 5,5 miljoen euro in ruil kreeg. Miroslav Klose moet nog
altijd voor de doelpunten zorgen voor de tweede club uit Rome, de aanvoer komt
van de Braziliaan Hernanes (die zelf ook geregeld scoort) en op het middenveld
is Cristian Ledesma verantwoordelijk voor het vergrendelen van de deur.
Benieuwd of onze landgenoot Luis Pedro Cavanda, 22 intussen, na twee
uitleenbeurten kan meedingen voor een basisplaats.

En dan is er nog Internazionale. Vijf keer op rij kampioen
tussen 2006 en 2010, in dat laatste jaar ook winnaar van de treble: Champions League, Serie A en
Coppa Italia, toen nog onder leiding van José Mourinho. Nu moet nieuwe trainer Walter
Mazzarri de honneurs waarnemen. Dejan Stanković nam na tien seizoenen geëmotioneerd
afscheid van ‘zijn’ Inter, Antonio Cassano mocht op zijn éénendertigste
vertrekken naar Parma, zijn zesde club al in de Serie A. De blauwzwarten
investeerden zwaar in twee jongelingen: de 21-jarige Algerijnse spits Ishak
Belfodil (voor 10 miljoen gehaald bij Parma, plus Cassano erbovenop) en de
20-jarige Argentijn Mauro Icardi (13 miljoen, Sampdoria). Landgenoot met dienst
bij Inter: Gaby Mudingayi, die op 1 oktober toch al 32 wordt. Hij bleef op San
Siro na het einde van zijn uitleenbeurt door Bologna.

Een andere landgenoot in Italiaanse loondienst is Radja
Nainggolan (25). Ondanks vele transfergeruchten, in en buiten Italië, speelt
hij tot nader order nog altijd voor Cagliari, dat in het beste geval een
middenmoter is. In het slechtste geval wordt het weer een seizoen van bibberen
en beven voor de Sardijnen.

En AS Roma dan, zult u zich afvragen? Met 18 inkomende en 16
uitgaande transfers was de club uit de hoofdstad zeer ijverig op de
transfermarkt (alleen Parma was nóg actiever), wat doorgaans twee dingen
aangeeft: 1) niet goed bezig geweest in het verleden, 2) opnieuw van nul
proberen een team te bouwen. De penningmeester van Roma wrijft zich wel in de
handen: de 35 miljoen voor Marquinhos (naar PSG), de 15 miljoen voor Pablo
Osvaldo (Southampton) en de bijna 6 miljoen voor Maarten Stekelenburg (Fulham)
waren welkom. Gervinho kwam voor 8 miljoen euro over van Arsenal (geen onaardige
transfersom voor een speler die compleet mislukte in Engeland), Mehdi Benatia
moet centraal achterin voor meer stabiliteit proberen te zorgen, Kevin
Strootman (ex-PSV) krijgt diezelfde opdracht op het middenveld en voor Morgan
De Sanctis en Maicon wordt dit Romeinse avontuur waarschijnlijk het sluitstuk
van een fijne carrière. De ook al nieuwe trainer, Rudi Garcia, afkomstig uit
Lille, moet van al deze individuën een hecht elftal proberen te kneden en hopen
dat Daniele De Rossi en Erik Lamela bij de club blijven. Wie zeker blijft:
Francesco Totti. Op 27 september wordt hij 37.

Degradatie: de
nieuwkomers

Palermo, Siena en Pescara moeten een jaartje op een lager
niveau doorbrengen. Zij eindigden in mei op de laatste drie plaatsen. Vooral voor
het Siciliaanse U.S. Città di Palermo is dat een heuse verrassing. Nieuwe
trainer Gennaro Gattuso moet hen snel weer terug naar Serie A brengen.
Voorlopig blijven goeie voetballers als Davide Di Gennaro, de Paraguayaan Edgar
Barreto en de Uruguayaan Abel Hernández de rose garde trouw, wat Palermo tot
uitgesproken favoriet maakt in de Serie B.

Traditioneel zullen de nieuwkomers het bijzonder moeilijk
hebben om zich te handhaven. Sassuolo, Hellas Verona en Livorno lijken op
papier een vogel voor de kat. Ook Torino – dat waarschijnlijk niet meer zal
kunnen rekenen op de geschorste doelman Gillet -, Bologna en Atalanta zullen
weer meer achterom moeten kijken dan hen lief is.