Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Monotoon getrommel in de kelder

Sport Posted on do, november 01, 2018 19:16:10

(Deze bijdrage verscheen maandag 29 oktober in De Standaard in de reeks ‘De Bankzitter’)

2-2. De uitslag doet vermoeden dat het bodemduel
tussen Zulte Waregem en Excel Moeskroen een lekkere wedstrijd was. Het spel
ging aardig op en neer, maar gescoord werd er alleen na individuele flaters.
Dit zijn degradatiekandidaten.

Een eenzame trommelaar en een stuk of
zeventien olé-roepende supporters, het illustreerde pijnlijk hoe voetballen
voor halflege tribunes in België klinkt. Gelukkig hebben ze in het
Regenboogstadion een overenthousiaste omroeper, die de sfeer van een halve
finale in de Champions League probeerde op te roepen. Nu nog de spelers vinden die
zijn enthousiasme oppikken.

Trainer Francky Dury probeerde het na de 0 op
24 met een 3-4-1-2. ‘Dan zouden we dit soort van patroon op het veld moeten zien’,
zei Play Sports-commentator Philippe Crols voor aanvang bij het tonen van de
tactische pancarte. In de uitspraak zaten al enige reserves ingebouwd. Best wel
een gedurfde tactiek van een geplaagde coach, trouwens, want op de flanken
stonden Bongonda en De Pauw, twee aanvallende spelers. En dat voor een elftal
dat na speeldag 11 de slechtste verdediging had, met al dertig tegendoelpunten.

Daartegenover stond Excel Moeskroen: slechtste
aanval, met nauwelijks vier doelpunten uit elf wedstrijden, waarvan slechts één
goal die er niet kwam na een stilliggende fase. Magere statistieken.

Alibi-verdedigen

Terwijl we bloednerveus werden van het
monotone getrommel, vijfennegentig minuten lang, illustreerde Bruno Godeau
waarom Moeskroen samen met Lokeren en Zulte Waregem onderin staat. De
linksvoetige centrale verdediger trapte de bal met rechts domweg in eigen doel.
Iets wat je elk weekend wel ziet gebeuren in het amateurvoetbal, maar niet zou
mogen verwachten van doorgewinterde profs in de Jupiler Pro League. Deed Godeau
dat op de laatste speeldag, dan zouden de verdachtmakingen niet van de lucht
zijn. Nu was het gewoon een lachwekkend doelpunt van een speler die werd
opgeleid bij Anderlecht, omgeleid bij Zulte Waregem, afgeleid bij Oostende en weggeleid
bij Moeskroen. Typisch voorbeeld van een hedendaagse doorschuifvoetballer.

Het tweede doelpunt van de thuisploeg kwam er
na een knappe demonstratie eentijdsvoetbal, waarna Théo Bongonda – na twee en
een half behoorlijke seizoenen in de Spaanse eerste klasse begin van het jaar weer
nedergedaald in eigen land – hard binnentrapte. De bal ging zo ongeveer door de
Moeskroense doelman Jean Butez heen. Die wisselt al weken geweldige saves af
met amechtig gegrabbel naar een schijnbaar met bruine zeep ingesmeerde bal.

Nog voor het halfuur scoorde Frantzdy Pierrot,
de Haïtiaanse spits van Moeskroen, met het hoofd tegen, tussen de ingedutte
verdedigers Heylen en Baudry in. Michaël Heylen stak nog even de hand op om
buitenspel te signaleren, wat het bijlange niet was. Net voor het uur leidde
een slechte pass van Nill De Pauw de gelijkmaker in. Pierrot kreeg aan de
overzijde veel ruimte en trapte overhoeks binnen, de eerste keer dit seizoen
dat Moeskroen twee keer scoorde. Davy De fauw en Damien Marcq hadden nog zonder
veel overtuiging een zuinig voetje uitgestoken om Pierrot af te stoppen: alibi-verdedigen.
Niet verwonderlijk dat Zulte Waregem veruit de slechtste defensie heeft.

Vrij
zonder voorwaarden

‘Aangename wedstrijd om volgen, ik denk niet
dat veel toeschouwers zich aan het vervelen zijn’, zei de wedstrijdcommentator.
Hij had gelijk, maar was gelukkig niet blind voor de afval in het spel. Positief:
vier doelpunten, een resem kansen. Negatief: veel slechte inspeelpasses,
technische fouten en klungelachtig verdedigen. Zo speel je dus nog achttien
wedstrijden met de bibber. Na het laatste fluitsignaal viel de trommelaar
eindelijk stil: boeroepers in de hoofdtribune namen het van hem over.

De 1 op 27 is geen stap voorwaarts voor Dury
en zijn manschappen. Donderdag 1 november moet het proberen kerkhofvoetbal te
vermijden tegen het sterke, maar in uitmatchen labiele Standard. Het is
moeilijk om in Zulte Waregem, in 2013 nog vice-kampioen, anderhalf jaar geleden
derde, een potentiële degradant te zien, maar dat werd vorig seizoen ook gedacht
van KV Mechelen. Moeskroen mag dinsdagavond al iets proberen te rapen tegen AA
Gent, dat gelanceerd lijkt onder de nieuwe Deense trainer Jess Thorup.

Bij de derde club met 6 punten, Lokeren, werd
trainer Peter Maes een paar uur na de inspiratieloze 0-0 tegen KV Oostende
zonder pardon ontslagen. Wat een week voor de Limburger: dinsdag vrij onder
voorwaarden na een nacht in de cel op verdenking van witwaspraktijken,
zaterdagnacht vrij zónder voorwaarden.

Makelaarsgedrocht

Vraag is of clubs als Moeskroen, Zulte Waregem
en het eveneens nabije KV Kortrijk wel kunnen overleven als profclub. Afstand
Moeskroen-Kortrijk: 13 km. Afstand Kortrijk-Waregem: 19 km. Afstand
Moeskroen-Waregem: 27,5 km. Met ook nog Club en Cercle Brugge en KV Oostende
binnen een straal van 70 kilometer weet je: dit valt economisch niet vol te
houden. Zulte Waregem speelde tot nog toe voor gemiddeld 6.606 toeschouwers, KV
Kortrijk voor 5.295 en Moeskroen 2.845. Opgeteld (14.746) zou dat allicht voldoende
zijn om een volwaardige eersteklasseclub uit te bouwen. De logica der dingen is
dat minstens een van de drie snel zou degraderen.

Laat dat dan in eerste instantie Moeskroen
zijn. Officieel eigendom van een Thaise zakenman, Pairoj Piempongsant, die al na
een half jaar af zou willen van de Henegouwse club: andere hobbyclub gevonden
in Griekenland, Panathinaikos. De eigenlijke grote baas van Royal Excel is Pini
Zahavi, een van de belangrijkste spelersmakelaars in het internationale
voetbal. Omdat een makelaar geen eigenaar mag zijn van een club, werd een
scherm opgetrokken, eerst via een Maltees fonds, nu via een omwegje naar
Thailand. Vier seizoenen eerste klasse, vier jaar degradatievoetbal met enkele
wonderbaarlijke ontsnappingen en een paar verdachte uitslagen, vier keer
ternauwernood een licentie bemachtigd, een va-et-vient van middelmatige
buitenlandse spelers, nauwelijks aanhang: wie wordt er warm van dit
makelaarsgedrocht?



Goed herbegonnen is half gewonnen

Sport Posted on zo, oktober 28, 2018 13:02:24

(Deze
bijdrage verscheen afgelopen maandag, 22 oktober, in mijn wekelijkse rubriek
‘De Bankzitter’ in
De Standaard.)

Na
het uitbreken van Het Schandaal en de welgekomen interlandbreak werd er dit
weekend weer gevoetbald in 1A en 1B. ‘Respecteer de spelleiding’ was de
boodschap. Supporters hielden zich daaraan, maar wie respecteert de fans?

Anderhalve week nadat het naïeve deel van de voetbalwereld het dak
op zijn hoofd had gekregen en enkele dagen nadat werd bekendgemaakt dat negen
verdachten in het kader van operatie ‘Propere Handen’ een maand langer in de
cel moeten blijven, liet de profliga niets aan het toeval over. Alle clubs
ontvingen een brief met de dringende en dwingende oproep om de scheidsrechters
te respecteren.

‘In de huidige context is het van het allergrootste belang om
zorgzaam om te gaan met de geloofwaardigheid van onze sport en vooral het
scheidsrechterskorps, dat instaat voor het vlotte verloop van onze wedstrijden,
alle steun te geven die het verdient’, zo stond er te lezen. ‘Daarom vraagt de
Pro League aan alle clubs om dit weekend en volgend weekend ostentatieve en
duidelijke steunbetuigingen, zoals applaus en erehagen, te leveren aan de
scheidsrechters van de wedstrijden waaraan zij deelnemen.’

‘Union
Belge Maffia’

Erehagen waren er bij mijn weten niet, het zou ook wat overdreven
geweest zijn. Stadionomroepers vroegen respect voor de spelleiding. Zelfs Hein
Vanhaezebrouck had tijdens zijn persbabbel vooraf zijn collega’s opgeroepen om
de scheidsrechters te ontzien, wellicht geïnspireerd door die brief van de Pro
League, waarvan zijn baas ook voorzitter is. Als de vos de passie preekt…

Of het een statement was, weten we niet, maar de eerste referee
die een wedstrijd mocht fluiten, was Alexandre Boucaut, de man die de voorbije
seizoenen tot twee keer toe wekenlangs langs de kant moest staan na een aantal
foute beslissingen. Bovendien werd ie anderhalf jaar lang gewraakt door
Waasland-Beveren, dat vrijdagavond op bezoek moest bij Club Brugge. Vreemde
keuze, maar niemand beklaagde het zich achteraf. Trainer Ivan Leko, toch
beschuldigd van witwaspraktijken, werd nog net niet op handen gedragen door de
thuisaanhang.

Op Anderlecht werd er door enkelingen gefloten, elders weerklonk
voorzichtig applaus. Trainers hielden zich opvallend gedeisd, sprongen niet bij
elke betwiste fase uit hun vel. Opdracht volbracht, zullen ze bij de bond
denken, maar eigenlijk was die oproep richting supporters behoorlijk
misplaatst. Als er iemand in deze hele affaire belazerd werd, dan is het de
fan. Die moest het allemaal lijdzaam ondergaan, kreeg geen respect, geen
applaus, geen erehaag. Op KV Mechelen, de 1B-club die in opspraak is gekomen voor
omkopingspraktijken, hing een toepasselijke spandoek: ‘The only loyalty in
football is between supporter & club’.

De Storm Ultras 2001 van Sporting Charleroi waren de enigen die
balorig reageerden. Uit protest tegen het dreigement met strenge sancties voor
sarcastische gezangen of spandoeken klonk voor de wedstrijd een stevig
fluitconcert. Na vijf minuten begonnen ze unisono ‘Union Belge Maffia’ te roepen.
Ambiance!

Geen
vertrouwen in de ref

Niet dat we overdreven veel medelijden moeten hebben met de modale
supporter, want net als de wielerliefhebber in het recente verleden, kan de
voetbalfan veel hebben. Een beetje valsspelen moet kunnen, vinden ze, als het
maar de eigen club ten goede komt. Eerst ónze mensen. Denk opnieuw aan het
eerbetoon voor Ivan Leko, even begrijpelijk als voorbarig.

Dat twee topscheidsrechters, Sébastien
Delferière en Bart Vertenten, in opspraak zijn gekomen – de tweede nog in veel grotere
mate dan de eerste – doet ons voetbal meer kwaad dan witwaspraktijken. Fraude
wordt in dit land nog net niet op een schouderklopje onthaald. Matchfixing
vinden we veel erger, zeker als er refs hebben meegewerkt. Reken daar ook maar
een chef voetbal van de populairste sportkrant bij, die mogelijk een makelaar
zou geholpen hebben in diens relatie met clubs. Wie kan de lezer nog
vertrouwen?

We weten dat we voorzichtig moeten zijn
met peilingen, zeker als die geïmproviseerd en snel afgenomen zijn, maar toch:
uit een poll van Het Nieuwsblad blijkt dat het vertrouwen in de scheidsrechter
gekelderd is. Van 63 naar 37 procent. Een op drie fans zou nog fiducie in de
wedstrijdleiding hebben. Daar helpt één speeldag zonder noemenswaardige
incidenten niet tegen.

Voorbehoud

In 1B speelde Beerschot Wilrijk de
uitwedstrijd bij KV Mechelen, een regionale derby, ‘onder voorbehoud’. ‘De club
heeft deze keuze gemaakt, gelet op de onduidelijkheid die door operatie
‘propere handen’ is ontstaan in het voetbal’, stond er in het begeleidende
persbericht. Versta: Beerschot Wilrijk gaat ervan uit dat de grote favoriet
alsnog zal worden gesanctioneerd voor matchfixing en hoopt natuurlijk dat het
zelf daardoor kan promoveren. Vorige week werd er in 1B trouwens al een
speeldag geannuleerd vanwege de onduidelijke situatie die ontstaan is.

De wedstrijdleiding werd veiligheidshalve
toevertrouwd aan een Nederlands kwartet, met Sander van der Eijk als
fluitenier, een 27-jarige die vooral ervaring heeft in de Jupiler League, de
Nederlandse tweede klasse, niet te verwarren met onze Jupiler Pro League. Zou
hij de reputatie van de Beerschot Wilrijk-fans, vaak balancerend op de grens
van ludiek en volstrekt ontoelaatbaar, ingefluisterd hebben gekregen? Die
hadden opgeroepen om in de dertiende minuut washandjes op het veld te gooien.
Dertien, het stamnummer van het historische Beerschot. Washandjes, om de draak
te steken met ‘Propere Handen’.

Het bleef bij enkele washandjes, een
vervelende rookbom en een spandoek met het opschrift ‘KV M€CH€L€N’. Drie
eurotekens die allicht de aangehouden huismakelaar Dejan Veljkovic en twee
bestuursleden moesten voorstellen. Al bij al beschaafd, en gelukkig maar. Het
leek wel of de spelers van Beerschot Wilrijk iets te veel onder voorbehoud
speelden en dat die van Mechelen zichzelf hadden opgepept om negentig minuten
lang de extrasportieve zaken te vergeten, want het werd makkelijk 3-0 voor KV,
meer dan ooit titelkandidaat in 1B. Onder voorbehoud, dat spreekt voor zich.



Te Gek!?

Politiek Posted on za, oktober 27, 2018 13:40:54

De nieuwe campagne van Te Gek!?, een
initiatief dat al veertien jaar aandacht opeist voor psychische problemen,
draait rond hoogsensitiviteit. Vijftien procent van de bevolking is
hoogsensitief, lees ik op www.tegek.be.
“Wist je dat… een hoogsensitief persoon sneller dingen opmerkt, maar tegelijk intense prikkels eerder als lastig of als pijnlijk ervaart, wat kan
leiden tot een verhoogde psychische kwetsbaarheid?” Euh, ja, ik wist dat
al.

Hoe moeten we dit onder de aandacht brengen,
klonk het op een van de brainstormnamiddagen van Te Gek!?. Toen kwam iemand op
een briljant idee: laten we een aantal ongevoelige mensen in te schakelen, om
het verschil duidelijk te maken. En zo geschiedde, al maakten ze zich er wel
snel van af: er werden alleen anti-ambassadeurs van hoogsensitiviteit
ingeschakeld uit de federale regering. Zo kan ik het ook: één vergadering en klaar
was Kees. Gek, hé?

***

“Sanity
is not statistical”

(George
Orwell,
1984)

***

“Ik heb de vliegtuigen zien vliegtuigen
en ze vliegen goed”, zei Paul Vanden Boeynants ooit laconiek over een
vorige zwaar gecontesteerde aankoop van gevechtsvliegtuigen. De acroniem
geworden Brusselse beenhouwer-politicus was bijna acht jaar minister van
Landsverdediging in zeven opeenvolgende regeringen, dan heb je wel wat
connecties in de oorlogsindustrie en kun je al eens eigenhandig dingetjes
regelen, zonder dat er al te veel parlementaire heisa over ontstaat.

Toen de ontslagnemende regering die zijn naam
droeg in 1968 en stoemelings Mirage-gevechtsvliegtuigen
aankocht (toen waren de Fransen nog onze vrienden), waagde een journalist het
om te vragen of het wel verantwoord was om zulke dure tuigen te kopen in een
regering van lopende zaken. VDB repliceerde: “Dat zijn geen lopende zaken,
vriend, dat zijn vliegende zaken!”

Met VDB kon je nog lachen, ook al was hij dan
zo corrupt als alle andere regeringsleden uit die tijd samen. Steven Vandeput
is minder humorist dan zijn illustere voorganger, wellicht ook minder corrupt,
maar hij mocht deze week wel een discutabele aankoop aankondigen: de F-35 zal
het worden. Dat wisten we al een dik jaar, maar eerst mochten die vervelende
lieden van de oppositie nog wat lelijks roepen en toen dat vervelend gedoe
achter de rug lag, werd de beslissing in ijltempo door het parlement gejast. De
herfstvakantie stond voor de deur, no
time to waste
.

Die F-35 is uiteraard het van het, of moet dat
worden, want nu vertoont de vliegende blikkendoos nog wat mankementen. Och ja,
de eerste toestellen moeten pas begin 2025 vliegensklaar staan. Dan denk ik,
simpele ziel: waarom wordt dat meerderheid tegen minderheid beslist, zonder
volwaardig debat, als je weet dat we in 2025 twee regeringen verder staan en dat
die toekomstige bewindsploeg dat ding misschien helemaal niet wil?

Eric Donckier, gewezen politiek commentator
van Het Belang van Limburg, zei het
eergisteren nog op het TIJDcongres van MoMeNT in Tongeren (waar ik ook een paar
woorden mocht zeggen): langetermijnbeslissingen moet je lostrekken van kortetermijndeadlines.
En, voeg ik eraan toe: ze moeten breed gedragen worden en niet alleen door de
toevallige leden van een tijdelijke meerderheid. Gouverner, c’est prévoir, neen? (Te gek!)

***

“War
is peace.

Freedom is slavery.

Ignorance is strength.”

(George
Orwell,
1984)

***

Vingerafdrukken op de nieuwe identiteitskaart.
Ik heb er net een nieuwe moeten afhalen, dus heb ik er negen jaar en tien
maanden geen hinder van, maar de commissie Binnenlandse Zaken heeft woensdag
het licht op groen gezet. Een ideetje uit de koker van minister Jambon, om onze
veiligheid te kunnen garanderen, dat spreekt voor zich. Zo kunnen we
misdadigers sneller opsporen, tenminste: als die zo vriendelijk zijn om hun
vingerafdruk ergens achter te laten.

Geef toe dat het knap bedacht is: diegenen die
ons al een paar jaar een onveiligheidsgevoel proberen aan te praten, komen nu
af met een verplichte vingerafdruk op onze eID-kaart. “Bij ons zijt ge
veilig, beste burger, ziet ge wel!” Genialiteit voor simpele zielen.

Wel vervelend dat er al een tijdje geen noemenswaardige
aanslag meer geweest is in dit land, de mensen zouden op den duur nog denken
dat het hier veilig is op straat en dat draconische maatregelen niet meer zo
hoeven. Kijk daar, een boerkini: straks vormen die een leger en komen ze ons
veroveren! Ginder, drie moslims die staan te konkelfoezen, over tien jaar
zullen ze de macht hier overnemen! Onveilig zult gij zijn, beste landgenoot.

We hebben onze privacy toch al te grabbel gegooid,
dan is dit toch een goed idee, zo voerden de voorstanders aan. Op sociale media
werd die mening ook geventileerd door anonieme accounts, dat was best grappig. Niets
te verbergen, hahaha. En dat we toch ook op Facebook zitten of naar Amerika
reizen, waar je verplicht je vingers in de inkt moet dopen wil je het land
binnen mogen? Tja, daar kies je dus wel zelf voor. Hier zou het domweg verplicht
worden. België, Big Brotherland. Daar kwam dus protest van. #ikweiger. Ik ook.

De dag nadien was er een geval van zware
verkeersagressie in Sint-Niklaas. Iemand beet het oor van een trucker af.
Misschien best ook tandafdrukken op de eID-kaart zetten? Of is dat al te gek?

***

“Who controls the past controls the future.

Who controls the present controls the
past.”

(George Orwell, 1984)

***

Geen twee zonder drie, dacht de minister van
Volksgezondheid. Woensdag, vingerafdrukkendag, donderdag, gevechtsvliegtuigendag,
vrijdag, ziekemensenpestdag, een ware hattrick. Als het aan Maggie De Block
ligt, komen er richtlijnen voor huisartsen waarin zal staan hoe lang uw
ziekteverlof voortaan mag duren. Hartinfarct? Afhankelijk van hoe zwaar uw
beroep is, wordt u geacht na achtentwintig of zestig dagen weer op de werkvloer
te staan. Lichte angst of depressie? Twee weken. Lage rugpijn en u heeft een
zittend beroep? Eén dag. In remissie na borstkanker? U krijgt binnenkort te
horen wanneer u genezen wordt geacht. ’t Is een beetje zoals die indicatieve
tabel die de voetbalbond heeft opgesteld om schorsingen van spelers een beetje te
harmoniseren. Daar is dat logisch — liefst geen twee maten en twee gewichten —,
voor de individuele patiënt is het pure idiotie.

De Block haalde haar inspiratie uit Frankrijk
(dat ons dus geen vliegtuigen, maar wel te gekke ideeën mag leveren), waar zo’n
tabel al bestaat. En natuurlijk is het geen besparingsmaatregel, hoe durven we
dat nog maar te insinueren! Een huisarts die collega-huisartsen aan de leiband
wil houden, dat is nieuw in onze politiek. “Trop is te veel”, zou VDB
zeggen.

Tiens, is niet iedere patiënt een individu, dan? Zijn onze lichamen en onze
geesten dan allemaal hetzelfde? Liberalisme, bestaat dat nog? Iedereen apart,
zo veel mogelijk vrijheid voor het individu, iemand? Hoe noemt men dat systeem
ook weer waarin alles en iedereen gelijkgeschakeld wordt? O ja, communisme.
Rode Maggie.

***

“Orthodoxy means not thinking — not needing
to think.

Orthodoxy is unconsciousness.”

(George Orwell, 1984)

***

Ik zit hier ondanks alles met een redelijk
brede glimlach dit stukje te tikken: mijn favoriete clubje heeft gisteravond
namelijk gewonnen. Beerschot Wilrijk 3 – OH Leuven 1. De bekendste supporter
van Leuven, ene Theo F., een flinke man die in tegenstelling tot zijn
partijvoorzitter de oorlog met links duidelijk nog niet beu is, heeft een
dubbele reden om triest te zijn: z’n ploegje heeft verloren en alle
tegendoelpunten kwamen via de linkerflank. Linkse zever, te gek!

***

“Winston Smith: ‘Does Big Brother exist?’

O’Brien: ‘Of course he exists.’

Winston Smith: ‘Does he exist like you or me?’

O’Brien: ‘You do not exist.'”

(George Orwell, 1984)



We moeten de tijd naar onze hand zetten

Memories & mijmeringen Posted on vr, oktober 26, 2018 12:46:03

(Deze tekst heb ik gisteren gebruikt als
gastspreker op het TIJDcongres van MoMeNT in Tongeren.)

Dames en heren, ik
heb deze zomer tien dagen lang de eer genoten om mij Tijdgeest te mogen noemen.
Alleen al die titel verschafte me enig genoegen, het staat zo schoon op een
visitekaartje. Uitgebreid kennismaken met de sympathieke stad Tongeren was eveneens
bijzonder leuk. Maar het was vooral prettig om dertig interessante gasten te
mogen interviewen over Tijd en over het subthema van deze tweede editie van
MoMeNT: deadlines. Want wat is er mooier dan heel even heel diep in de ziel van
een ander te mogen kijken?

Ik ben, dames en
heren, een journalist — een jobnaam die tegenwoordig eerder op fluistertoon wordt
uitgesproken, maar ik ben nog altijd trots om me zo te mogen noemen, dus, bij
deze: JOURNALIST!

(U merkt het, het dak
komt niet spontaan naar beneden.)

Deadlines behoren voor
journalisten tot hun natuurlijke habitat. En toch haten we ze. Ze zijn opdringerig,
ze zijn altijd te dichtbij, ze zijn nooit geruststellend, ze zijn de stok
achter de deur, ze zijn zelden stimulerend, maar vooral: ze zíjn er. Ik ben oud
genoeg om me tijden te herinneren dat nieuws nog niet ‘breaking’ heette en dat
het nog niet op gespecialiseerde nieuwssites stond. Ik ben zelfs oud genoeg om
me nog gsm- en internetloze dagen te herinneren. Ik ben zó oud, dat ik me
herinner dat het nieuws van vanavond pas overmorgen in de krant zou staan. Het
leek wel alsof de tijd vroeger aan onze zijde stond. Haalde je de deadline
niet, ach, morgen was een nieuwe dag.

Weet u trouwens waar
het woord ‘deadline’ vandaan komt? De term, zo leerde rondsnuisteren op Wikipedia
me, werd voor het eerst gebruikt tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog, en die
liep van 1861 tot 1865, een tijdje geleden. Toen zat er ook al een republikein
in het Witte Huis, maar wel een bijzonder intelligente, hij werd dan ook
vermoord in een theaterzaal. Daar zal je Donald zelden zien. Op de binnenkoer
van een gevangenis in Andersonville, Georgia, werd toen bij gebrek aan
beveiliging een krijtlijn getrokken. Donald zou daar een muur hebben gezet,
betaald door de Mexicanen, maar soit. De gevangenen die het waagden hun voet
over die lijn te zetten, werden zonder pardon doodgeschoten. Vandaar dus:
deadline, lijn des doods. Letterlijk. Was die gevangene een journalist of een schrijver, dan zat
je bijgevolg met een letter-lijk.

Journalisten worden gelukkig
zelden doodgeschoten als ze de tijdlijn die hen werd opgelegd overschrijden.
Maar de deadline wordt steeds krapper, dames en heren. Het is niet meer overmorgen,
of vanavond, of over een paar uur, het is: nu. Altijd: nú. Als iemand van
nieuwssite X een bericht de wereld instuurt, zal de eindredacteur van
nieuwssite Y zeggen: hé, dat moeten wij ook hebben. En wel: nú. Verander er een
paar woorden aan, zet er een nieuwe titel boven, zoek een pakkende foto en
hupsakee, weg ermee. Waarna een collega van nieuwssite Z hetzelfde zal doen.
Copy/paste-journalistiek, ik hoor het u denken.

Weet u wat ik destijds,
toen de dieren nog spraken en ik begon te studeren, zo aantrekkelijk vond aan
journalistiek? Degelijkheid, deugdelijkheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid,
check – double check – en als het effe kon ook – triple check. Het moest vooral
juíst zijn. Vandaag moet je éérst zijn, en als dat niet lukt op z’n minst kort
daarna komen en doen alsóf je een primeur te pakken hebt. Ben ik een ouwe zak
aan het worden als ik die deugdelijkheid mis? Neen, beste mensen, ik ben geen
adept van Donald, ik roep niet ‘fake news’ als er iets vreemds verschijnt, maar
vaak is het resultaat slordig, onvolledig of gewoon onleesbaar. En, neen, ik
roep evenmin dat het vroeger beter was, toen vertoonde de journalistiek andere
mankementen. Journalisten moesten een partijkaart hebben, bijvoorbeeld.

Deadlines zijn de
peper en zout van de journalistiek, dames en heren, laten we hen koesteren,
maar ook af en toe relativeren en hen niet de baas laten worden over ons
bestaan. Daar komen alleen maar burn-outs van en we doden er de creativiteit
mee. En daarmee kom ik stilaan tot de stelling die ik hier geacht word te
formuleren: we zien tijd te vaak als onze vijand, als een gesel, als iets
onoverkomelijks — wat het overigens ook is —, maar dat is mede omdat we ons
laten domineren door tijd en deadlines en het besef van onze eindigheid en dat
we zo dadelijk die trein nog moeten halen en dat onze baas in onze nek staat te
hijgen en dat de mensen van MoMeNT vragen waar die tekst blijft, enzovoort,
enzovoort. We moeten durven onze voet over die lijn des doods te zetten. We
moeten, letterlijk, weer onze tijd durven te nemen, óók in de journalistiek. Liever
een langer stuk dat helemaal correct is, dan drie korte stukjes die snel-snel
in elkaar geflanst werden. Beter die primeur die straks het nieuws zal
domineren nog één keer extra checken, dan hem zomaar op het internet te
pleuren. Eerst denken, ná-denken, dan doen. Maar ook: als we weten dat die
deadline er is, moeten we ons daarop organiseren, pro-actiever worden,
vooruitplannen. Niet alleen journalisten, maar wij met z’n allen. Het eerste
moment is evengoed om aan iets te beginnen als het laatste, waarom wachten we
dan altijd tot het laatste moment? Procrastinatie, heet dat met een geleerd
woord. Uitstelgedrag. Studies tonen aan dat 95 procent van de procrastineerders
minder zouden willen procrastineren, maar dit geheel terzijde. Geleerde mensen
zeggen dat we dit zouden kunnen oplossen met tussenliggende deadlines. Dus niet
die ene deadline helemaal op het eind, maar verschillende momenten tussendoor
waarop we iets moeten gepresteerd hebben.

En dus eindig ik met mijn
stelling:

WE MOETEN DE TIJD
NAAR ONZE HAND ZETTEN.



Forza

Politiek Posted on za, oktober 20, 2018 13:13:32

‘Vandalisme op het kerkhof: totaal gebrek aan
respect voor onze overledenen’. ‘FORZA TV: onthutsende beelden. Afrikanen lopen
met vuurwapen door de stad!’ ‘Video: Vechtpartij in de Achturenstraat.
Integratie al zeer goed geslaagd, of is het “geslagen”?…’ ‘Nieuwe
beelden van jongerenbende Squad 94! Forza Ninove eist keiharde aanpak en roept
slachtoffers nogmaals op om klacht in te dienen!’ ‘Deze nacht diefstal in
zwembad van Ninove. Wees waakzaam!’

Het krioelt van de uitroeptekens op de website
van Forza Ninove, de extreemrechtse lijst die vorige zondag veertig procent van
de stemmen behaalde in de Oost-Vlaamse stad. Het lijkt wel alsof Ninove een
grote no-gozone is geworden, door de intocht van ‘vreemdelingen’ die het
Nederlands onmachtig zijn. Even de statistieken van de federale politie erbij
halen (www.stat.policefederale.be/criminaliteitsstatistieken/interactief/tabel-per-politiezone/):
blijkt dat er in 2012 2.599 criminele daden werden vastgesteld in Ninove en dat
dit cijfer vorig jaar was opgelopen tot 2.687. Een stijging met achtentachtig
sinds zes jaar geleden. Dat is niet significant veel meer, maar wel
opmerkelijk, omdat de criminaliteitscijfers in de meeste politiezones zijn gedaald.
Aandachtspuntje. Als we dan kijken door welke categorieën die stijging wordt
veroorzaakt, dan blijken dat ‘bedrog’, ‘drugs’ (een groeiend fenomeen dat in
alle politiezones opduikt) en ‘andere’ (een vergaarbak van criminele feiten) te
zijn. Autodiefstallen en diefstal van objecten uit de auto zijn nagenoeg gehalveerd
(betere beveiliging door de constructeurs, ongetwijfeld), zakkenrollerij
eveneens, woninginbraken zijn met een derde afgenomen. Het aantal handtasroven
was in 2017 zelfs gedaald tot… nul. Stijgen wel: fietsdiefstallen (van 79
naar 141), winkeldiefstallen (95-107) en — verontrustend — gewapende diefstallen.
Al ging dat in totaal om zeven gevallen, een om de twee maanden. Erg voor de
betrokkenen, zeer zeker, arresteer de daders en geef de slachtoffers
psychologische bijstand, maar op een totaal van 38.692 inwoners nog altijd beperkt.

Het is nu niet bepaald dat je in Ninove (geuzennaam:
‘De oudste, de stoutste en de wijste der steden’) voortdurend achterom moet
kijken, maar je moet wel op je hoede zijn. Zoals in alle steden ter wereld,
eigenlijk.

***

Grappig: als je op forzaninove.be van een detailpagina opnieuw naar de startpagina wilt,
verschijnt er in het url-scherm heel eventjes ‘about:blank’, wat meteen de essentie
van dit samenraapsel van Vlaams Belangers en onafhankelijke kandidaten
illustreert: het gaat om een bijzonder blank fenomeen. Eigen volk eerst,
pardon: eerst onze mensen. ‘Forza Ninove zet met 15 zelfstandigen op de lijst
zwaar in op de middenstand!’ Spoiler alert: het gaat om witte middenstanders
(en dan heb ik het over hun huidskleur).

Omdat ik afgelopen weekend mee de verkiezingen
mocht presenteren op TV Oost en ik dan op tien minuten van mijn deur telkens door
Ninove reed, zag ik de verkiezingsborden prominent naast de weg staan. ‘Het is
1 voor 12!’ ‘Guy D’haeseleer Kandidaat Burgemeester’. Maandag mocht ik die
kandidaat-burgemeester interviewen na zijn triomftocht. Eerlijk: een man zonder
charisma, geen vlotte prater, je vraagt je af hoe zo iemand zo populair wordt.
Een tip van de sluier (oeps!) wordt nu opgelicht in de weekendkranten: hij zit
voortdurend op café, trakteert jan en alleman, spendeert daar een groot deel
van zijn parlementaire wedde aan (hij is meestal afwezig in het Vlaams
Parlement), praat veel, luistert veel en knikt nog veel meer. Hij geeft ‘de
mensen’ het gevoel dat ze meetellen en dat ze gelijk hebben. Dienstbetoon met
een Witkap binnen handbereik, het werkt. Niet luisteren naar de mensen, dat
werkt niet, zo wisten ze dertig jaar geleden al in de Antwerpse Seefhoek.

Ik mocht zijn partij niet extreemrechts noemen
en hij benadrukte dat er slechts zes Vlaams Belangleden op de lijst met 33
namen stonden. Die verontrustende foto met een Hitlergroet op het volksfeest ‘s
avonds? Framing van De Morgen, zo
wist hij. Helaas had ik de fameuze ‘chocomousse’-post toen nog niet zien
passeren. Hij rekende op clementie van de N-VA-top. Je mag gerust ons programma
lezen, daar staat niets racistisch in, benadrukte hij nog. En dat klopt: in dit
meer dan zeventig (!) punten tellende programma lees je veel over mobiliteit, parkeerbeleid,
veiligheid en dat soort dingen. Hoofddoeken mogen niet in stadsgebouwen, er
wordt her en der over ‘vreemdelingen’ gesproken, maar ranzige taal? Neen, een
duidelijk doordachte, radicaal rechtse tekst. Meer donkerblauw dan bruin. De taal
in de brochure is een pak voorzichtiger dan de taal aan de toog in sommige Ninoofse
etablissementen.

N-VA-voorzitter De Wever had maandagochtend
nog niet in zijn kaarten laten kijken, met een wat warrige uitleg: dat je het
signaal van de kiezer niet kunt negeren en dat het wat hem betreft liever niet
tot een coalitie Forza-N-VA zou komen, maar dat dit eerst intern moest
besproken worden. Ik dacht: er wordt een opening gecreëerd. Tot die chocomousse-foto
’s avonds in Het Grote Debat op Eén
zat en De Wever reageerde dat de kans op samenwerking nu ‘sub zero’ was
geworden. Een beetje zoals de gevoelstemperatuur in Ninove bij diegenen die níet
op Forza hadden gestemd, toch nog altijd zestig procent van de stemgerechtigde
bevolking.

***

N-VA koos dinsdag voor de vlucht opzij: oppositie.
Dat maakt het dilemma alleen maar groter, want de twee andere partijen, Open
Vld en Samen (een tijdelijk kartel van CD&V’ers, sp.a’ers en Groenen),
willen niet met Forza in de Dender. N-VA wil dus niet meewerken aan het
doorbreken van het cordon sanitaire en het wil evenmin meewerken aan een
coalitie tégen Guy D’haeseleer. Want er is dat ene Amerikaanse spreekwoord: damned if you do and damned if you don’t.
Er bestaat geen juiste keuze.

Wat N-VA doet is strategisch slim én pervers.

Slim, omdat je zo vermijdt dat je wordt
gepercipieerd als extreemrechtse cordon-doorbrekers, opportunisten van het
ergste soort. Bovendien weet je dat je over zes jaar een gepeperde rekening
krijgt gepresenteerd: ofwel doet de coalitie het naar behoren (en dan zal
vooral Forza de vruchten plukken, mogelijk zelfs ten koste van N-VA, dat nu al terugviel
van vijf naar twee zetels, en wenkt alsnog de absolute meerderheid voor
D’haeseleer en de zijnen), ofwel wordt het een gigantische flop (en zal je
eveneens stemmen verliezen).

Pervers, omdat je een democratisch te
verantwoorden meerderheid (twee zetels op overschot) uitsluit, waardoor Ninove
per definitie onbestuurbaar wordt. En ook omdat je de weg vrijmaakt voor
gedoogsteun aan een minderheid van Forza (15 zetels op 33). Je kunt dus én een
rechts beleid uitstippelen én oppositie voeren als Forza te ver gaat. Ik geloof
niet dat dit uit de koker van de lokale N-VA-vertegenwoordigers komt. Dit is de
betere politieke stratego. Maar of de gemiddelde Ninovieter daar beter van
wordt?

***

Wat ik mij nu zo opeens afvraag: zou
kiesbedrog onder ‘bedrog’ worden opgenomen in de criminaliteitscijfers?



Het zit goed in het hoofd en in de benen

Sport Posted on wo, oktober 17, 2018 08:14:49

(Verscheen eerder op maandag 15 oktober in De Standaard in de wekelijkse rubriek ‘De Bankzitter’.)

Met 6 op 6 zijn de Rode Duivels goed weg om de halve
finales van de Nations League te bereiken. De goede vorm en de tactische
automatismen van het WK in Rusland hebben ze gewoon meegenomen naar het nieuwe
seizoen. Ze zijn en spelen als nummer 1 van de wereld.

Eerst een bekentenis. Neen, ik heb geen
luxehorloge ontvangen van een bevriende spelersmakelaar. Laten we ’t hier over
écht voetbal hebben, en toch weer niet. Ik heb vrijdagavond België-Zwitserland live
gemist, omdat ik tickets had voor een – overigens geweldig – concert van Ry
Cooder. Cultuur boven sport, moet kunnen.

Ik zag de wedstrijd pas zaterdagochtend
integraal, wat op zich nogal bizar is aangezien je dan weet wat de uitslag is,
wanneer er gescoord zal worden en wie er in de slotfase geblesseerd zal
uitvallen. Bovendien had ik de zaterdagkranten op schoot liggen, zodat ik hun
geloofwaardigheidsgehalte kon controleren. De ene krant vond de Duivels
‘matig’, de andere had het over ‘stugge Zwitsers’, de derde over ‘een gezellig
avondje uit’. Ook de beoordelingen van de spelers liepen uiteen, hopelijk heeft
er nergens een makelaar zich bemoeid met die quoteringen.

Een
beetje Nederland

2-1, dat geeft geen reden tot euforie, wel tot
tevredenheid. Winst tegen het nummer acht van de wereld is geen eitje. België
begon enthousiast, maar verviel in de eerste helft al snel in het bekende
euvel: te weinig druk, slordig en nonchalant, altijd net niet. Soms leek het
alsof er ook op voetbalniveau een afschakelplan actief was. Doel 1, 2, 3 en 4
lagen te vaak stil, of werkten slechts op halve kracht.

Zwitserland liet zich niet wegspelen,
integendeel. De Zwitserse Hazard, Xherdan Shaqiri, liep handig tussen de lijnen
en deed de fans af en toe bibberen. Het team is top, daar hoeven we niet langer
aan te twijfelen, maar heeft wel nog een bondscoach nodig die durft bij te
sturen. Groot voordeel: in tegenstelling tot zijn voorgangers kan Roberto
Martínez dat.

De vleugelspelers etaleerden hun kwaliteiten
(een mannetje meer voorin, dreiging langs de flank, voorzetten en schoten) en…
hun gebreken. Thomas Meunier blijft een tot rechtsback omgevormde aanvaller:
hij houdt de tegenstander gelukkig wel in het oog, behalve bij het Zwitserse
doelpunt. Toen stond hij te slapen en ontsnapte een tegenstander in zijn rug.
Die kopte simpel terug, Gavranovic scoorde. Yannick Carrasco zal nooit een
verdediger worden. Hij let op z’n positie, niet z’n tegenstander, wat tot iets
te veel oeps-momenten leidt. In de spits waren de looplijnen van Romelu Lukaku
de eerste helft niet erg geïnspireerd.

En toch: de Rode Duivels stralen
onoverwinnelijkheid uit. Gezonde arrogantie. Hazardiaans je-m’en-foutisme.
Voetbal als belangrijkste bijzaak, maar wel altijd willen winnen. Daar waar in
het verleden wedstrijden op details werden verloren, of: niet gewonnen, gebeurt
dat nu wel. Dat is een kwaliteit die alleen de toplanden gegeven is. We zijn
een beetje Nederland geworden. Het zit goed in het hoofd en de benen (en de
handen, in het geval van Thibaut Courtois). Op het einde komt het allemaal
goed. Romelu zal er wel eentje in frommelen.

1’31”
balbezit

Lukaku frommelde er zelfs twee in, op
belangrijke momenten in de tweede helft. Net voor het eerste kwartier was
verstreken (1-0) en zes minuten voor tijd (2-1). Vijfenveertig interlandgoals
heeft de nog altijd maar vijfentwintigjarige spits al gemaakt in 78 interlands.
Van de actieve voetballers doen alleen Neymar en Edin Dzeko beter. Lionel Messi
had er 96 interlands voor nodig, Cristiano Ronaldo zelfs 109. In die tweede
helft liep Lukaku voortdurend slim van zijn tegenstander weg. Hij miste een
reuzekans na een mooie actie van de ingevallen Chadli, maar stond wél op de
goeie plek. En de fans hebben het eindelijk begrepen: deze man is onmisbaar,
ook al doet hij weleens iets vreemds met een bal. Geen vervelende
fluitconcerten dit keer. Een verademing.

Illustreerde het tegendoelpunt perfect waar de
zwakke plekken zich bevinden in dit elftal (de flanken achterin), dan toonden
de doelpunten goed aan waar de sterkte ligt (in balbezit zowat overal). Bij de
eerste goal was de bal precies een minuut en eenendertig seconden in Belgisch
bezit, van 55’45” tot 57’16”. Achtentwintig passes – een deviatie met
de rug door de in de weg lopende scheidsrechter inbegrepen – alvorens hij tegen
het net belandde. Flatertje van doelman Sommer wel. Een ‘zaalvoetbaldoelpunt’,
zei co-commentator Gilles De Bilde op VTM.

De tweede goal bewees dat het ook met een
tempoversnelling lukt. Acht baltoetsen in vierentwintig seconden van Courtois
tot Lukaku, via een Zwitsers been weliswaar. In de 3-4-3 van Martínez kunnen de
Rode Duivels zowel dominant en op balbezit spelen, loerend op een gaatje, als
snel omschakelend van achter naar voor. Dat is een dubbele kwaliteit die weinig
tegenstanders bezitten: one-touch
football
of a-lot-of-touches football.
Het kan traag en het kan snel, met als verbindende factor: het kán.

Allerhoogste

De blessures van Jan Vertonghen en nu ook
Thomas Vermaelen zijn vervelend richting uitwedstrijd in Zwitserland, over een
dikke maand. Dan mag er niet verloren worden, tenzij de Zwitsers vanavond
onverwacht punten laten liggen in Reykjavik. Maar Courtois, Kompany en
Alderweireld staan pal, Witsel heeft de goede vorm van het WK meegenomen naar
Dortmund en Brussel, Tielemans trekt zijn streng als vervanger van De Bruyne,
Hazard en Mertens zijn voortdurend in beweging én dreigend, Chadli is een
onmiddellijk renderende invaller (en misschien wel meer dan dat), Meunier een
extra aanvaller vol zelfvertrouwen en Lukaku, tja…

Morgenavond kan België, zij het
vriendschappelijk, bewijzen dat het de beste van de Lage Landen is. Aan het
eind van dit seizoen wacht ons land, normaal gezien, de ontknoping van de
Nations League. Over een kleine twee jaar moeten we dan maar een gooi doen naar
wat Oranje in 1988 presteerde: het EK winnen. Bescheidenheid is misplaatst. Dit
elftal moet altijd en overal voor het allerhoogste gaan.



Anderlecht is geen weireldploegsje

Sport Posted on zo, oktober 14, 2018 11:20:31

(Deze bijdrage verscheen op maandag 8 oktober in De
Standaard in de wekelijkse reeks ‘De Bankzitter’.)

De blinde tegen de kreupele, zo kondigde Zulte
Waregem-Anderlecht zich vooraf aan. Het was de kreupele die naar een 1-2 zege
strompelde. Crisis in het Astridpark bezworen? Dat valt te betwijfelen, want de
pijnpunten blijven.

De supporters van Anderlecht namen pas een
kwartier na aanvang van de wedstrijd plaats op de bezoekerstribune van het
Regenboogstadion. Vijftien minuten uit protest tegen vijftien tegenvallende
transfers. Hadden ze hun ongenoegen doorgetrokken van de voorbije maanden naar
de laatste twintig jaar, dan hadden ze gewoon kunnen thuisblijven.

Deze club is jarenlang mismeesterd. Eerst door
de hautaine houding van pseudo-aristocratische bestuurders. Die gedroegen zich
als een kasteelheer die hardnekkig weigert om het lekkende dak en de
afbladderende verf op te merken. Het ooit zo trotse Anderlecht was een club in
verval, al kon dat in de eigen competitie nog verdoezeld worden door een titel
om de twee jaar. Daarna werd het transferbeleid in handen gegeven van een
bevriende makelaar, Mogi Bayat, die bij verschillende clubs tegelijk met zijn
mannetjes mocht schuiven. Gevolg: een onophoudelijke transfercarrousel, veel
middelmaat, geen visie.

Sinds 1 maart is paarswit in handen van Marc
Coucke, op voetbalvlak een leerling-tovenaar die dacht dat de overstap van een weireldploegsje naar een equipeke du monde makkelijk te verteren
zou zijn. Na opeenvolgende tegenvallende resultaten tegen godbetert Union, STVV
en Dinamo Zagreb woei er eind vorige week een ‘parfum de crise’ doorheen het
Constant Vanden Stockstadion. Veel Royal is er niet meer aan bij deze Sporting
Club.

Crisette

Zulte Waregem-Anderlecht valt samen te vatten
in twee paragrafen. De Anderlecht-spelers wilden hun nog afwezige fans niet
voor de borst stuiten en speelden het eerste kwartier met de rem op. Gerkens knalde
kort daarna een wenkende kans op het been van Bossut, Baudry redde een poging
van Bakkali op de lijn. Aan de overzijde werd een doelpunt van Harbaoui
afgekeurd voor een duwfout en miste De Pauw, al werd die stevig gehinderd door
een driest tackelende Sanneh. Een strafschop had in die fase best gekund. In de
slotfase van de eerste helft profiteerde Bakkali zowaar van een letterlijke
uitschuiver van Heylen, ex-Anderlecht, 0-1.

Na de rust kregen we holderdebolder: veel
goede wil, weinig ideeën. Het was lang wachten op pogingen van Dimata (op
Bossut) en Bongonda (redding met de vingertoppen door Didillon). Het tweede
doelpunt viel uit de lucht: Saelemaekers kopte tot bij Gerkens, die in een tijd
kundig afwerkte. Wedstrijd gespeeld, zo leek het, tot Buffel in de 92ste minuut
de 1-2 maakte. In de slotseconden viel ei zo na nog de gelijkmaker: Baudry
kopte van dichtbij in het zijnet. Zevende nederlaag op rij voor Zulte Waregem.
Of Francky Dury nu mag beschikken? Ach, zo groot is het verschil niet tussen 0
op 18 en 0 op 21, en met de inzet van zijn manschappen was niets mis. De
verliezer zag er op het eind trouwens tevredener uit dan de winnaar. De
verongelijkte en ietwat moedeloze handgebaren van Vanhaezebrouck maakten het
duidelijk: Anderlecht is er nog lang niet. De crisette is misschien heel even
bezworen, de crisis loert nog altijd om de hoek.

Geen
enkele Rode Duivel

Dat heeft alles te maken met een spelerskern
die meer gebreken dan kwaliteiten vertoont. Eind augustus hadden we op deze
plek nog veel lof voor de jeugdspelers die volop kansen kregen. Daarna werden
nog een paar transfers gedaan, waardoor die jongeren nu meer naast dan in de
ploeg staan. Hun vervangers zijn niet beter, alleen kosten ze meer, heeft
sportief directeur Luc Devroe hen persoonlijk binnengehaald en moeten ze om die
reden spelen.

Welke speler van het huidige Anderlecht zou in
de jaren 60 hebben mogen meespelen? Antwoord: geen enkele, er zou zelfs niemand
van in de kern hebben gezeten. Op 30 september 1964 stonden er elf paarswitte spelers
op het veld tijdens een interland tegen Nederland. Vierenvijftig jaar later wordt
er niemand van Anderlecht nog opgeroepen voor de Rode Duivels. Hein
Vanhaezebrouck zal tijdens de interlandbreak flink kunnen oefenen op
automatismen, want hij moet nauwelijks spelers missen: ook onder de
buitenlanders weinig internationals.

Wie van het huidige Anderlecht zou in de jaren
70 een kans hebben gemaakt? Niemand, zelfs niet om de bank op te warmen. In het
Anderlecht van de jaren 80? Alweer: niemand. Toen werden er nog
Europacupfinales gespeeld. Toegegeven, het zijn populistische en oneerlijke
vergelijkingen, want toen ging er nog veel zwart geld om in het Belgisch
voetbal, mochten buitenlandse topclubs hooguit drie buitenlanders opstellen en
speelden alleen kampioenen mee in de Europabeker voor Landskampioenen, de
voorloper van de Champions League. Maar ook in het Anderlecht van Aimé
Anthuenis, rond de eeuwwisseling en dus ná de liberalisering van de voetbalmarkt
ten gevolge van het Bosman-arrest, zien we niemand die zijn plaats zou moeten
afstaan aan Kums, Trebel of Santini.

DNA

Zetterberg, Baseggio, Biglia, Boussoufa, Suárez,
Praet, Tielemans: de artiesten zijn weg en nooit vervangen. Spelers met dat
typische DNA – technisch sterk, tikkeltje arrogant, overlopend van bravoure en
flair, soms wat nonchalant en niet altijd even gemotiveerd, maar altijd in
staat om stilistische acties aan efficiëntie te koppelen – lopen wel nog rond
in de Belgische competitie (Vanaken, Danjuma, Pozuelo, Trossard), maar niet bij
Anderlecht.

Paarswit is Europees een meeloper geworden en
riskeert met deze spelerskern dit seizoen hooguit Belgische subtop te zijn. Natuurlijk
vinden de verwende supporters dat een aanfluiting. Geen enkele tegenstander
reist nog met knikkende knieën naar het Astridpark. De zomertransfers waren op
het niveau van het weireldploegsje aan de kust, niet van de meest succesvolle
club uit de Belgische voetbalgeschiedenis.

Niet verwonderlijk dat een vakman als Hein
Vanhaezebrouck theatrale handgebaren maakt. Hij kan veel, maar een tovenaar is
hij niet, wat de leerling-tovenaar ook moge denken.



Een team met een plan

Sport Posted on za, oktober 13, 2018 12:02:23

(Deze
bijdrage als ‘De Bankzitter’ verscheen op maandag 1 oktober in
De
Standaard.)

KRC
Genk blijft vrolijk doorstomen. Een beetje in de schaduw van Club Brugge blinkt
het elftal van Philippe Clement nationaal én internationaal uit. Zaterdag werd
het 4-0 tegen het noodlijdende Zulte Waregem.

Applausvervanging
voor een bezoekende tegenstander, je maakt het niet al te vaak mee. Het
‘overkwam’ Thomas Buffel, die na negen seizoenen KRC Genk op z’n 37ste mag
uitbollen bij Zulte Waregem. Vroeger in de wedstrijd had Buffel ook al applaus
gekregen in de negentiende minuut: 19, tot voor kort zijn rugnummer in de
Luminus Arena. Vier maanden geleden vonden veel waarnemers het niet zo
sympathiek dat Buffel geen contractverlenging kreeg, vandaag is het duidelijk
dat de aanvallende middenvelder geen rol van betekenis meer zou spelen in Genk.
Door hem in de 87ste minuut te vervangen, toonde Zulte Waregem-trainer Francky
Dury groot empathisch vermogen.

Al
zal dat het vel van Dury niet kunnen redden. Vijf op negen in de eerste drie
wedstrijden, dat was een behoorlijke start. Daarna volgde echter 0 op 18, met
een doelsaldo van -17 (5-22). Dramatisch. Dury geniet na zestien seizoenen – verdeeld
over twee periodes – Waregem heel veel krediet, maar onaantastbaar is niemand.

Lege plekken

De
binnenkort 61-jarige Dury staat dichter bij het einde dan bij het begin van
zijn trainerscarrière. In de andere dug-out zat zaterdagavond Philippe Clement
(44), die pas in de zomer van 2017 de rol van assistent achter zich liet om
hoofdtrainer te worden, een risicovol beroep. Met succes. Bij Waasland-Beveren
toverde hij een ingedutte vereniging om tot een swingend geheel. Dat hij al na
een half jaar opstapte voor een lucratief bod van KRC Genk was niet netjes,
maar wel begrijpelijk, gezien de wankele status die voetbalcoaches genieten.

Wat
Clement lukte in Beveren, lukte hem ook in Genk. Enkele gerichte
wintertransfers, een consequente tactiek en veel geloof in eigen kunnen
resulteerden in een geslaagde bekercampagne (verliezend finalist) en een vijfde
plaats op het einde van Play-off 1, goed voor een plek in de tweede
kwalificatieronde van de Europa League. Genk overleefde daarin deze zomer drie
voorrondes (6 keer winst, 22 doelpunten voor, 6 tegen) en begon met een vlotte
thuiszege aan de groepsfase.

De
Genkenaars razen ook doorheen de Belgische competitie: zeven keer gewonnen,
twee keer gelijk, 26 doelpunten voor (een gemiddelde van bijna drie), 9 tegen
(gemiddeld één), tweede op twee punten van leider Club Brugge, lof op alle
banken voor positief, aanvallend voetbal. Club is op alle vlakken nog net iets
beter, maar het verschil is niet zo groot. Alleen jammer toch van die vele lege
plekken in de Luminus Arena. Na de vette jaren (titels in 1999, 2002 en 2011,
bekers in 1998, 2000, 2009 en 2013), was het de voorbije jaren vooral kommer en
kwel. Twee keer werd zelfs Play-off 1 niet gehaald. In het seizoen dat volgde
op de voorlopig laatste titel haalde KRC Genk gemiddeld 21.323 toeschouwers.
Vorig seizoen was dat gedaald naar 15.623. Ondanks het huidige succes zijn de
successupporters nog niet terug. Een kwestie van tijd wellicht. Gebrek aan
regelmaat verhindert dat KRC Genk dertig jaar na de fusie algemeen aanvaard
wordt als topclub.

Heldere en
flexibele tactiek

Philippe
Clement, als voetballer een ietwat saaie maar o zo nuttige, gedisciplineerde
verdedigende middenvelder of centrale verdediger, laat zijn team onbevangen
voetballen. Door het zware programma – Genk speelde al 17 competitieve
wedstrijden op twee maanden tijd, Club Brugge nog maar 11 – is de trainer
gedwongen om te roteren, want het seizoen is lang en spelers moeten fris zijn
tegen dat het echt begint, eind maart. Maar die vele wissels schaden de
automatismen niet. Daar is een simpele reden voor: Clement stuurt elke wedstrijd
elf spelers in de wei die verdomd goed weten wat hun rol is. Genk is een team
met een plan en die twee aspecten horen samen: het is een team, geen
onsamenhangend zootje voetballers, en het tactisch plan is helder en flexibel.
4-3-3 als uitgangspunt, 4-2-3-1 en zelfs 2-2-5-1 als de bal in de ploeg is.

Ook
tegen Zulte Waregem viel op dat de flankverdedigers bij balbezit extra
aanvallers worden. Ze houden het veld breed en gaan buitenom (als de flankaanvallers
naar binnen komen), of ze snijden binnendoor (als de mannen voor hen tegen de zijlijn
kleven). Het is geen toeval dat twee van de vier doelpunten er zaterdag kwamen
na een gemeten assist van de Finse linksback Jere Uronen. In vorige matchen was
zijn Deense overbuur Joakim Maehle uitermate belangrijk. Heeft de tegenstander
de bal, dan telt Genk vier verdedigers en een verdedigende middenvelder, maar
de hele ploeg zet druk om de bal te heroveren. Bij balbezit telt Genk zeven
aanvallende spelers. Als dat tactisch goed wordt uitgevoerd, is het bijzonder
moeilijk af te stoppen. Dan krijg je uitslagen als 2-5 en 4-0. En dan miste
Leandro Trossard tegen Zulte Waregem nog een strafschop, de vierde misser vanop
elf meter al dit seizoen. Werkpuntje.

Met
Alejandro Pozuelo en Ruslan Malinovskyi lopen er twee middenvelders rond die
een wedstrijd kunnen doen kantelen. De Spanjaard heeft er een neus voor om op
de juiste plaats te verschijnen, hij scoorde tegen Zulte Waregem de belangrijke
openingsgoal na een halfuurtje ploeteren. De Oekraïner heeft het beste
afstandsschot van de Jupiler Pro League, altijd nuttig om een match open te breken.
En met Mbwana Aly Samatta heeft KRC Genk een potentiële topschutter in huis.
Tegen Zulte Waregem scoorde de Tanzaniaanse international een hattrick, hij zit
nu aan zes doelpunten. Kritische bedenking: bij de laatste goal had hij de eer
aan invaller Bryan Heynen moeten laten. De bal hobbelde in doel, tot het
egoïsme van de spits bovenkwam. Samatta gaf er nog een overbodige tik tegen.

‘Niemand
zit met de titel in het hoofd’, zei Philippe Clement achteraf. ‘We moeten
gewoon proberen om deze motivatie vast te houden.’ Voor bevlogen uitspraken
moet je niet bij de Genkse trainer zijn. Zo lang hij z’n elftal maar bevlogen
laat voetballen.



« VorigeVolgende »