Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Weg met de democratie?

Politiek Posted on za, mei 19, 2018 13:08:32

“Democratie is de slechtste vorm van
regeren, op alle andere na.”

***

Ik moest aan die legendarische, aan de Britse
staatsman Winston Churchill toegeschreven uitspraak denken, toen ik vorige
zaterdag rond middernacht zapte naar de puntentelling op het
Eurovisiesongfestival. Een jaarlijks moment van zelfkastijding waarop ergernis
en cynisch amusement elkaar kruisen. Ik weet niet of de goede Winston, bij het
roken van een stevige sigaar, de laatste negen jaar van zijn leven naar dat
liedjesfestival heeft gekeken, in de tijd dat deelnemers nog echt moesten
kunnen zingen en niet als kippen zonder kop rondliepen op het podium. Misschien
neuriede hij tien maanden voor z’n dood wel mee Non ho l’età.

Die democratie-uitspraak – die Churchill in
werkelijkheid leende van een voorganger – sprong me voor de geest toen de
punten van de volksjury’s die van de vakjury’s overruleden. Het zijn net verkiezingen, dacht ik. De stem van het
volk klinkt krachtiger dan de stem van opiniemakers en experten. Je kunt dat
‘democratie’ noemen, maar het wordt steeds beangstigender. En dan heb ik het niet
over die Israëlische nep-Björk die dankzij de stemmen van de massa triomfeerde.
Kan het mij wat schelen wie er wint op het festival van de wansmaak! Neen, ik
vind het beangstigend dat de stem van het volk steeds onvoorspelbaarder wordt
en dat ‘de mensen’ zich steeds meer laven aan grenzeloos populisme.

***

Als democraat mag je niet twijfelen aan de
democratie, zo gaat dat nu eenmaal. Ik ben een democraat, ik respecteer
verkiezingsuitslagen, maar ik respecteer ze intussen al een jaar of twintig tot
op het niveau dat ik er een beetje ziek van word. Ik ben oud genoeg om te weten
dat de verzuiling ons en andere landen in een wurggreep hield. Er waren pakweg
vijftig jaar geleden hooguit een handvol politieke partijen, meestal nog
unitair georganiseerd, en die waren gelinkt aan een vakbond, een ziekenfonds en
nog wat belangenorganisaties. Een systeem van ‘ons kent ons’ dat tot op zekere
hoogte functioneerde, maar dat ook verlammend en verstikkend was voor de
samenleving. De unitaire partijen hielden op te bestaan, de zuilen vielen weg,
het politieke landschap versplinterde, tot op het punt dat er nauwelijks nog
kan geregeerd worden. De kiezer was dat oude systeem terecht beu, maar een
belangrijke minderheid onder de kiezers heeft dan maar meteen de hele politiek
bij het groot huisvuil gezet. De foertstem dicteert. En de populistische
politicus speelt daar gretig op in. Bij ons en elders.

Een kwart Vlamingen stemde in 2004 op een
partij die kort voordien veroordeeld was vanwege aanzetten tot haat en
discriminatie. Brexit. Trump. Pseudo-groen en extreemrechts zullen samen Italië
besturen. Op een haar na kwam in Frankrijk en Oostenrijk een fascist aan de
macht. Wat staat er ons in oktober en in mei volgend jaar te wachten? Telkens
opnieuw moet je na een dag stemmen tellen concluderen: de kiezer heeft gekozen
en we moeten dat respecteren. Móeten we dat? Of wordt het tijd om de democratie
zelf in bescherming te nemen?

***

“Een pessimist ziet een probleem in elke
mogelijkheid. Een optimist een mogelijkheid in elk probleem.” (Churchill)

***

Ik schreef het hier eerder al: ik heb meer
respect voor een oprechte fascist die voor een fascistoïde, racistische partij
stemt, dan voor een foertstemmer die uit pure balorigheid tégen het systeem
stemt. Of denkt dat te doen, want hoe verklaar je dat een uitgesproken establishmentfiguur
als Donald Trump zich kan laten verkiezen door zich tégen het establishment op
te stellen? Ik mocht dat van sommigen in de aanloop naar de Amerikaanse
presidentsverkiezingen van november 2016 geen domheid noemen. Democratie, weet
u wel, de kiezer heeft altijd gelijk. Wel, de kiezer heeft weleens ongelijk.
Steeds vaker, trouwens. Vraag dat over een paar jaar aan de Britten die voor de
brexit hebben gestemd en die dan zullen merken hoezeer hun land erop
achteruitgegaan is. Ik weet het, het klinkt bijzonder hautain, maar soms moet
je de mensen tegen zichzelf in bescherming nemen.

Maanden gelezen las ik een interview met een
Amerikaanse politicoloog die mijn bezorgdheid deelde. Hij stelde voor om
deelname aan het democratisch proces te koppelen aan een soort toegangsexamen.
Ik dacht meteen: hé, dat is het. Of: dat zou het kúnnen zijn. Schaf, wat mij
betreft, onmiddellijk de opkomstplicht af, dat scheelt al een pak
ongemotiveerde kiezers (en foertstemmen). En peil bij diegenen die wel nog naar
het stemhokje trekken naar hun minimale kennis van onze politiek. Hoe heet onze
premier? Hoe heet de minister-president? Welke partijen zitten er in de
federale en de Vlaamse regering? Hoe heet de voorzitter van de Europese
Commissie?

De democratie is te belangrijk om ze over te
laten aan populisten, dilettanten en interne vijanden. Of, om Donald Tusk versus
Donald Trump te parafraseren: “Wie heeft er vijanden nodig, als je zulke
vrienden hebt?”

***

“Wanneer twee mensen altijd dezelfde
mening hebben is een van hen overbodig.” (Churchill)

***

Ik word een beetje bang van mijn eigen
woorden. Maar ik word nog banger van wat ons te wachten staat. Noem me elitair,
een hoogopgeleide lapzwans, een technocraat, een antidemocraat, al wat u wil, maar
naïef mag u mij niet noemen: als een op papier goed systeem van binnenuit
uitgehold wordt tot op het niveau dat het zelfdestructief werkt, kun je dat
systeem niet op de huidige manier laten bestaan. Want dan vernietig je
uiteindelijk jezelf: zo werkt dat met het klimaat, zo werkt het met de
mensenrechten, zo werkt het met de politieke democratie. Het werkt tot het niet
meer werkt en dan is het gedaan. Dan kunnen we ons naar een plek begeven die
overeenkomt met de initialen van Churchill en onszelf doorspoelen.

***

“Het beste argument tégen democratie is
een gesprek van vijf minuten met de doorsnee kiezer.” (Nog zo’n uitspraak
die ten onrechte aan Churchill gelinkt wordt. Maar ze sneed, alweer, hout.)



Zorgen om de zorg

Samenleving Posted on za, mei 12, 2018 13:48:47

Vandaag startte in Het Laatste Nieuws een reeks over de problemen in de
gezondheidszorg. Geschreven door Jeroen Bossaert, een van de betere
onderzoeksjournalisten in dit land, voeg ik er even snel aan toe. (Ik kan het
weten, want ik was ooit woordvoerder van een voetbalclub en hij
sportjournalist, en hij was de enige die verder keek dan de anekdotiek en ook
weleens een financiële balans ter hand nam om op anomalieën te wijten. Dat vond
ik vervelend, als woordvoerder. Dat vond ik knap, als journalist die tijdelijk
uit het beroep was gestapt.) Korte samenvatting: er is te weinig verpleegkundig
personeel en er zijn te veel patiënten. Die laatsten worden te veel aan hun lot
overgelaten, de eersten overbevraagd. En het probleem wordt steeds erger, want
het aantal personeelsleden in de zorg stagneert en het aantal patiënten en
ouderen stijgt.

“Het komt door de vergrijzing,” zei
minister van Volksgezondheid De Block in een reactie op een ander onderzoek
naar aanleiding van de Dag van de Verpleegkundigen. Eenvoudige conclusie, een
open deur die wordt ingetrapt, maar wat doet de minister ermee? En haar collega
voor Welzijn in de Vlaamse regering? Vier op de tien ondervraagde
verpleegkundigen had vandaag liever een ander beroep uitgeoefend, zo werd
opgetekend door de enquêteurs. Snel omgerekend (op ongeveer 75.000 ‘gezondheidszorgbeoefenaars’)
zijn dat er dertigduizend. Een op de drie slikt pillen om hun job te kunnen
doen (25.000!). Bijna negentig procent geeft aan dat ze gebukt gaan onder de
dagelijkse werkdruk (67.500!)

Met die aantallen vul je voetbalstadions.
Misschien moeten we dat ook maar eens doen. Alle ontevreden, overwerkte,
overbelaste, onderbetaalde, ondergewaardeerde werknemers uit de zorgsector
verzamelen in een stadion om het probleem visueel voor te stellen. En dat
probleem is niet dat ze te lui, te weinig geïnteresseerd of te verwend zijn,
maar dat we in de loop van de voorbije decennia legbatterijen hebben gemaakt
van de zorginstellingen. Alles moet tot op de seconde getimed zijn: per kamer
geldt een maximaal aantal minuten. Tijd voor een praatje met de kamerbewoner
zit er nauwelijks nog in, terwijl dat nu net een van de voornaamste wensen is
van die bewoner: menselijk contact, eventjes je hart kunnen luchten, een beetje
zeuren over het weer, gewoon: mensen onder elkaar.

Moeten we die nieuwe gevechtsvliegtuigen nu
kopen of niet? Hoe besparen we op de sociale zekerheid zodat een begroting in
evenwicht kan gerealiseerd worden? Zit er nog ‘dash’ in de regering? Daarover
gaan de discussies tegenwoordig, terwijl we zouden moeten nadenken over veel
fundamentelere vraagstukken voor de samenleving van de toekomst: hoe zorgen we
ervoor dat er niemand uit de boot valt, dat zieken en andere zorgbehoevenden volwaardig
worden geholpen, dat er werkbaar kan gewerkt worden? Die vraag wordt op plekken
waar de beslissingen worden genomen, te weinig gesteld. Of misschien wel
helemaal niet. Après nous le déluge.



De auto, mijn toekomst

Samenleving Posted on za, mei 05, 2018 13:07:55

Wees niet ongerust, trouwe lezer, ik ga hier
geen lofzang aanheffen op het stalen blik dat onze wegen teistert. Maar ik heb
stellig de indruk dat bovenstaande titel de nieuwe slogan van de Nationale
Maatschappij der Belgische Spoorwegen is geworden. Neen, in deze korte tekst
geen ergernis over het vervoer van menselijke sardienen in veel te korte
treinen (ergerlijk!), de bijna dagelijkse vertragingen (ergerlijker!) of afgeschafte
treinen (ergerlijkst!). Iets anders, en toch een ergernis.

Maandag. De dag vóór 1 mei, een feestdag.
Brugdag heet dat dan, want zoals Juul Kabas al wist: ’t zijn zotten die werken,
zeker als je je weekend zomaar kunt verlengen van twee naar vier dagen. Daar
mag al eens een postkantoor voor gesloten blijven. Of een openbare
administratie het opgestapelde werk laten liggen. Of een spitsuurtrein in het
depot blijven staan. Ik hoorde het zondagavond op de terugweg van een
namiddagje voetbal – Antwerpse derby, leuke bedoening die helaas voor, tijdens
en na werd gekaapt door een stel eencelligen van mijn clubje – op het
radionieuws: de treinen rijden normaal, maar niet allemaal. Toch maar even
checken op de site van Belgian Rail en, jawel, hoor: ‘mijn’ trein zou niet
rijden, vanwege spitsuurtrein. Ik, zot die ging werken op een brugdag, moest
mijn plan maar trekken. In plaats van een rechtstreekse rit (tien minuten
stappen, trein op, achtenvijftig minuten rijden op een achteraflijntje dus
zelden vertragingen, trein af, acht minuten stappen) kon ik ofwel opteren voor
één keer overstappen (meer dan anderhalf uur onderweg), ofwel de auto nemen (op
gewone werkdagen iets tussen anderhalf en twee uur, nu minder dan een uur, want
alleen zotten werken op een brugdag). Dan maar de auto. De NMBS heeft mij op 30
april gedwongen om voor de gemakkelijkheidsoplossing te kiezen, terwijl ik
bereid was om een beetje tijd te verliezen door ‘mijn’ normale trein te nemen.
Ik, milieubewuste jongen, aanhanger van het openbaar vervoer, had geen volwaardige
keuze. Ik moest de weg op.

Donderdag. Late opname van het tv-programma
waar ik aan meewerk. Omdat de allerlaatste trein richting dorp waar ik woon om
21u34 vertrekt in Brussel Noord en ik, mits overstap, om 22u22 op het ’thuis’perron
arriveer, had ik opnieuw de keuze. Een latere trein nemen en mijn vrouw
sommeren om me op te pikken in een middelgroot station op een kwartier rijden
van thuis. Of toch maar… de auto. Het werd de auto, ik val mijn dierbaren
niet graag lastig laat op de avond. En met dat overstappen en het moeten nemen
van een tram naar het dichtstbijzijnde station, ben je dubbel zo lang onderweg
als met de auto. Opnieuw: had ik wel een echte keuze?

Twee voorbeelden van hoe de NMBS haar (potentiële)
reizigers in de kou laat staan. Geen treinverbinding op een brugdag. Geen
treinverbinding voor late werkers. Een beter pleidooi voor het nemen van de
wagen dan de NMBS-logica is nauwelijks te vinden. De auto-industrie zou elk jaar
een compenserende som op de bankrekening van de intussen ontelbare managers van
de spoorwegen moeten storten, voor zoveel kortzichtigheid. Misschien gebeurt
dat ook wel. Of is het toch gewoon domheid? Of nemen al die managers elke week
een paar brugdagen?



Homeopathische politiek

Politiek Posted on za, april 28, 2018 13:16:30

Zo, eind april weten we al wie dit jaar de
Nobelprijs voor de Vrede zal ontvangen. Moon Jae-in en Kim Jong-un,
respectievelijk de verkozen president van Zuid-Korea en de Grote Leider van
grootvader-op-vader-op-zoon-op-de-toekomstige-generaties van Noord-Korea. Tot
voor zeer kort: een goeie en een slechte, in westerse ogen.

Een kernwapenvrij Koreaans schiereiland, daar
dromen beide heren en de rest van de wereld nu van. En het einde van de oorlog,
die achtenzestig jaar geleden begon en officieel nooit beëindigd werd, maar die
vrolijk overging in de strijd tegen de verderfelijke communisten in Vietnam en
daardoor vergeten geraakte. Bij ons toch.

Benieuwd of Kim Jong-un de scheldterm
‘dictator’ blijft behouden – dat zou overigens zeer terecht zijn! – of dat hij
dankzij die genormaliseerde relatie voortaan als ‘Noord-Koreaanse leider’ door
het leven zal gaan. Even benieuwd of de bewoner van het Witte Huis zich er nog
probeert tussen te wringen, in de hoop dat ook hij een tripje naar Oslo mag
boeken eind dit jaar.

***

In het licht van deze – ja, het mag nu –
historische gebeurtenis komt de politieke week in eigen land pas op de tweede
plaats. Ergens is dat jammer, want er viel wel wat te beleven. Het definitieve
afstel van een begrotingsevenwicht in deze regeerperiode, bijvoorbeeld. Het
bericht dat de Kaaimantaks amper een honderdste zal opleveren van wat er in de
begroting van dit jaar onder ‘Inkomsten’ genoteerd stond, nog zoiets.

Even leek het erop dat het Agentschap Wegen en
Verkeer, een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat
instaat voor de infrastructuur van ons wegennet en dat onder de Vlaamse minister
van Mobiliteit ressorteert, de opmerkelijkste uitspraak van de week had
geproduceerd. Op Twitter antwoordde een ijverige communicatiemedewerker op
vraag van ene Bart uit Veurne over omgekapte bomen langs de E313 ter hoogte van
Ranst: “Dag Bart, dit zijn snoeiwerken in het kader van
transmigratieproblematiek op parkings, op vraag van politie en gouverneur,
zodat transmigranten zich hier niet kunnen verstoppen. In de toekomst gaan we
dit onderhoud zeker mee opnemen tijdens ons hakhoutbeheer voor het broedseizoen.”
Wat volgt er hierna nog? Gebouwen mogen nog maximum één verdieping tellen om te
vermijden dat er zich mensen van het dak zullen storten? Aan de Antwerpse
Modeacademie worden alleen nog robots aanvaard als student? Treinen, trams en
bussen rijden op tijdstippen die afwijken van het vaste uurschema om te
vermijden dat mensen eraan kunnen wennen? (O ja, dat laatste gebeurt al een poos…)

Kan beter, moeten leden van de federale
regering jaloers hebben gedacht en dus lieten ze toe dat Cédric Frère benoemd
werd in de Regentenraad van de Nationale Bank, als opvolger van zijn vader
Gérald, die op zijn beurt stamvader Albert had opgevolgd. Nu vind ik sowieso
dat mensen die een accent aigu én een accent grave in hun naam hebben staan,
per definitie verdacht zijn, maar je zou natuurlijk van een partij die de
kracht van verandering propageert, mogen verwachten dat ze hier streng zou
tegen optreden. Quod non. Ze mogen namelijk een eigen mannetje pistonneren.
Voor wat, hoort wat, dus. Ik schreef op deze plek eerder al dat de N-VA een
traditionele partij als een andere is geworden. Quod erat nogmaals
demonstrandum.

Daar kan ik nog óver, moet Joke Schauvliege
gedacht hebben. Wie stress heeft op het werk, mag vanaf nu een natuurcoach
contacteren, om al wandelend in het bos de problemen aan te pakken. Hashtag
‘levenskwaliteit’, hashtag ‘dewegvooruit’. #zeverinpakskes. De Vlaamse minister
van Landbouw, Omgeving en het bevoordelen van de firma Essers laat voor één
keer geen bos omhakken, maar ze ziet er de bomen duidelijk niet meer door. Een
natuurcoach, verdorie. Welke opleiding zou zo’n onverlaat hebben gekregen? Waar
zal de 510 euro die de Vlaamse overheid daarvoor pér geval zal ophoesten
begrotingsgewijs gehaald worden? Wie controleert er of dat gesprek echt helpt? In
de krant lees ik: “Vind hier eens iets in het bos dat een mooi beeld geeft
van wie jij bent.” En: “Kijk eens naar dit kleine boompje en vertel
wat je hierbij voelt.” Ik denk: ik neem een afgewaaide tak, liefst een hele
dikke, en begin er die natuurcoach mee te slaan. Weg stress.

Om in de sfeer te blijven: wat zijn de mensen
die ons moeten besturen toch geweldig goed in het afzagen van de tak waarop ze
zitten. Een wijsheid van de deze week gefêteerde Herman De Croo, vijftig jaar
volksvertegenwoordiger: “Je mag de tak afzagen waarop je zit, maar nooit
tussen jou en de boom.”

Een natuurcoach, verdorie. Qua homeopathische
politiek kan dit tellen. Ondertussen worden noodzakelijke maatregelen verdund
tot op het niveau dat ze niets meer voorstellen. Iemand nog iets gehoord over
‘werkbaar werk’, of kan die discussie de boom in?

***

Ik weet het, ik schreef hier vorige week nog
dat we wat vriendelijker moeten zijn voor de politiek, maar de actualiteit
noopt me daar niet toe. Mocht ik ijdel zijn, dan zou ik kunnen vermoeden dat
vooraanstaande politici mijn blogpost van vorige week hebben gelezen en per se
willen aantonen dat ze écht wel dom en kortzichtig zijn. Maar wellicht zijn
sommigen dat gewoon zo al.



Wit konijn

Politiek Posted on za, april 21, 2018 13:48:21

Het is weer de tijd van de witte konijnen.
Minder dan een half jaar voor verkiezingen komen die vrolijk uit Vlaamse velden
gehuppeld om op een net wel/net niet-verkiesbare plaats van een politieke lijst
te gaan staan. Tom Dice en zijn gitaar komen op voor Groen in Eeklo, kwamen we
deze week te weten. Aron Berger komt niet op voor de CD&V in Antwerpen, al
was dat wel de bedoeling.

O ironie, in de stad die haar naam dankt aan
een handwerpende held kwam een man die weigert vrouwen een hand te geven enkele
etmalen lang in het oog van een stormpje in een glas Scheldewater te staan, zij
het dat stormpjes in de politiek tegenwoordig dankzij de media altijd de indruk
geven dat ze een tsunami veroorzaken. Uit respect, doet de heer Berger dat
niet, vrouwen een hand geven. Respect voor de vrouw, begrijp hem niet verkeerd.
Dezelfde man bleek een tijdje geleden losse handjes te hebben gehad, want hij
zou een oude, zieke man een kleine dertigduizend euro te hebben afgetroggeld.
Hij werd schuldig bevonden door de rechtbank van eerste aanleg. Nu zou je
kunnen veronderstellen dat een politieke afdeling nieuwe kandidaten uitvoerig
screent (tik op Google de naam van de potentiële politicus in en je komt vrij
snel dingen te weten), maar neen, hoor. Wisten ze niet.

Nu vind ik de reden om te weigeren handjes te
schudden met leden van het andere geslacht heel flauw: het doet sterk denken
aan religieus fundamentalisme, is dat waarschijnlijk ook. Maar als ik met mijn
beste vrienden afspreek, schudden we ook zelden handjes. We begroeten elkaar
met een zwaai en een kwinkslag en doen alsof we het vorige gesprek gewoon
voortzetten, ook al zijn er ondertussen een paar maanden overheen gegaan. Veel
erger is Bergers standpunt over gemengde scholen: de man noemde dat
kindermishandeling. Ook dat standpunt kun je redelijk snel googelen. Zo’n man
moest dus een verruimingskandidaat worden op de lijst van de Antwerpse
CD&V. Enerzijds is het een fanatieke malloot, anderzijds kon de partij zo
de joodse stem proberen binnen te halen. Enerzijds, anderzijds: tsjeverij van
de kwalijkste soort. Vóór de luidruchtige intrede van de sociale media en de
nieuwssites kwam je daar nog behoorlijk vlotjes mee weg, nu niet meer. Had de
CD&V kunnen inschatten.

***

Chassidische joden zijn niet geïnteresseerd in
‘de’ Antwerpenaar, moet u weten. Zij leven in een eigen coconnetje, een zeer
gesloten leefgemeenschap waar je niet in- of uitgeraakt. Ik kan het (een
beetje) weten, want ik heb een aantal jaren gewoond vlak naast wat de lokale
gemeenschap weinig minzaam ‘de Jodenbuurt’ noemde. Ik ging weleens naar hun favoriete
bakkerij, Kleinblatt, in de Provinciestraat. Je kon er donder op zeggen dat de
joodse klanten die ná jou de winkel binnenliepen, eerst werden bediend. Loop je
in ‘hun’ buurt op het trottoir, dan zal jij moeten uitwijken naar de straat als
ze druk keuvelend met drie naast elkaar lopen. In andere contexten wordt daar
weleens de term ‘racisme’ voor gebezigd. Maar er is nu eenmaal dat bezwaard
verleden, die schandvlek van de Tweede Wereldoorlog, de collaboratie en het
wegvoeren naar de kampen, waar al bij al weinig verzet tegen was. Dat
collectieve schuldgevoel maakt dat de joodse gemeenschap zich veel meer mag
permitteren dan de moslimgemeenschap en dat de burgemeester zich graag
aanschurkt tegen hen: noem het een poging tot Wiedergutmachung van iets wat
niet goed te maken valt.

Zolang ze worden gerust gelaten, zijn de
Antwerpse joden niet in politiek geïnteresseerd, maar ‘ons kent ons’ kennen ze
evengoed als wij. Zullen we de zaken even benoemen? Mocht het zijn doorgegaan,
Aron Berger op de CD&V-lijst, dan zou de man dat alleen maar gedaan hebben
om zijn eigen achterban te plezieren. Op zich is dat niet uitzonderlijk, vele honderden
kandidaten zullen dat na 14 oktober 2018 proberen te doen. Dienstbetoon is des
mensen. Maar zég dat dan ook. Bruggen slaan naar de andere gemeenschappen – wat
sommige analisten gaarne hadden zien gebeuren – zou nóóit de bedoeling geweest
zijn van Berger.

***

Witte konijnen, worden ze genoemd: onverwachte
kandidaten op verkiezingslijsten, plots uit het sociale leven geplukt om
zieltjes te winnen in het stemhokje. Op zich een verdienstelijk idee, in een
wereld die voordien werd beheerst door semi-nepotisme. Politiek in België, dat
was heel lang een zaak van vader op zoon, af en toe vader op dochter, bijna
nooit moeder op zoon of dochter. Nieuwe impulsen en inzichten welkom, anders
blijf je toch maar hangen in het eigen Grote Gelijk. Alleen is de vaststelling
dat politiek een stiel is, misschien zelfs een roeping, iets waar je vol moet
voor gaan, een leven lang. Opportunisme is de politiek niet vreemd, maar
opportunisten houden het er zelden lang vol.

Vernieuwingsoperaties lukken zelden in de
politiek. Witte konijnen voegen weinig toe, of ze vluchten weg nog voor ze hun
stempel kunnen drukken. Omdat de politieke mallemolen te traag rondjes draait.
Omdat er te veel in achterkamertjes beslist wordt en niet in het halfrond.
Omdat er zelden rechtdoor gehandeld wordt. Het is een wereld van gekronkel en gekonkel,
en dat bedoel ik niet eens negatief. Democratie vereist onderhandelen, oneindig
veel geduld, compromissen sluiten die liefst niet té compromitterend zijn, het
grotere plaatje proberen te zien. Het algemeen belang, net wat u zegt.

***

In 1981 introduceerde de kortstondige premier
Mark Eyskens Robert Vandeputte in zijn regering, de gepensioneerde gouverneur
van de Nationale Bank. Op zijn 73ste kon de man als minister van Financiën
weinig toevoegen. Op dat moment ontspoorde onze begroting, maar laten we dat
vooral niet in de schoenen van Vandeputte schuiven. En toch: hij stond erbij,
keek ernaar en verdween al snel weer in de coulissen. Maart 1993 werd Mieke
Offeciers weggeplukt op de studiedienst van de werkgeversorganisatie VEV
(vandaag: Voka) om minister van Begroting te worden in de eerste
regering-Dehaene. Ze hield het een jaar vol, keerde dan terug naar het VEV,
promotie erbovenop.

Roland Duchâtelet, gewiekst ondernemer,
probeerde het een tijdje met een eigen partij, Vivant, en weldoordachte ideeën,
onder meer over het basisinkomen. Hij sloot later aan bij Open VLD, werd zelfs
schepen in Sint-Truiden, maar raakte gedegouteerd door de nationale en lokale
politiek, en stortte zich dan maar op het voetbal. Met even weinig succes.
Fernand Huts zat eind vorige eeuw vier jaar lang in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers namens de VLD. De flamboyante baas van Katoen Natie
verveelde er zich steendood en gaf er de brui aan.

Zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Er
zijn weinig uitzonderingen. Philippe Muyters is er een van. Minister van, onder
meer, Werk en Sport in de Vlaamse regering, nu toch al negen jaar lang, voordien
gedelegeerd bestuurder van Voka. Patrick Janssens deed het ook niet onaardig,
als partijvoorzitter, her(uitvinder) van de sp.a en burgemeester. En, ach ja,
er is ook Jean-Marie Dedecker. Brulboei van ’t
zeetje
.

Maar het beste voorbeeld dat het in theorie
wel kán, de overgang van de bedrijfswereld naar de politiek, is… Kris
Peeters, die in 2004 door de CD&V als gedelegeerd bestuurder van Unizo werd
gevraagd om minister te worden in de Vlaamse regering. U kent dat spreekwoord:
uitzonderingen bevestigen de regel. Peeters kent blijkbaar noch de uitzondering,
noch de regel goed genoeg, want wat bezielde hem om Aron Berger in te lijven?
Naïviteit? De hoop dat er massaal stemmen van de al bij al kleine en nauwelijks
in politiek geïnteresseerde Joodse gemeenschap naar de CD&V zouden stromen?
Of wilde hij gewoon Bart De Wever vliegen afvangen, de man die zich al sinds
hij op het Schoon Verdiep zit als grote vriend van de Antwerpse joden profileert
en er, bijvoorbeeld, voor zorgt dat er geen vervelende affiches met schaars geklede
dames in hun buurt te zien zijn. (Soumission, jawel.)

***

Een politieke carrière begint stilaan op de
fameuze ‘fifteen minutes of fame’ te gelijken. Ze is voorbij nog voor ze goed
en wel begonnen is. Dat is buitengewoon jammer en dat heeft de politiek aan
zichzelf te danken (te veel gekronkel en gekonkel). En aan ú. U, kiezer, bent
zo wispelturig als een veertje in de wind. De man of vrouw die ooit het halve
scheldwoord polletieker heeft
bedacht, zou (wellicht postuum) gesanctioneerd moeten worden, vanwege de
negatieve connotatie die eraan vastkleeft. Ooit was politicus een beroep met
aanzien. Nu ben je als politicus per definitie verdacht. Resultaat is dat
politieke partijen moeite hebben om hun lijsten kwalitatief te vullen. Kneusjes
genoeg, aan opportunisten geen gebrek, maar zeer zelden een witte raaf. Dan
maar op zoek naar witte konijnen, maar die vluchten pijlsnel terug naar hun veilige
holen.

Politicus zou terug een eerbaar beroep moeten
worden, vertrekkend vanuit een ideologie en een volwaardig programma, weg van
de kretologie en de scheldtirades in 280 tekens. Of we dat nu willen of niet,
we hebben de politiek nodig. En zij ons.



Ploeg van ’t Stad

Sport Posted on za, april 14, 2018 12:59:45

Als er morgennamiddag vóór, tijdens en na
Antwerp-Beerschot Wilrijk géén rellen uitbreken, waarbij minstens een paar
heethoofden het ziekenhuis worden ingeklopt, een politiecombi afbrandt en wat
ruiten in de omgeving van het stadion sneuvelen, zal menige eindredacteur en
(voetbal)journalist teleurgesteld zijn. De veredelde oefenpot die de Antwerpse
rivalen morgen op de Bosuil spelen – wie ligt er nu wakker van een wedstrijd in
play-off 2? – kreeg deze week haast meer persaandacht dan Anderlecht-Club
Brugge van morgenavond. Ploeg van ’t Stad versus Ploeg van ’t Land: 1-0. Het
sportieve werd nauwelijks besproken, wel hoeveel politieagenten er worden
ingezet, wat het actieplan van de ordediensten is, en hoe de harde clans naar
de confrontatie op en naast het veld toeleven. Incidenten worden zo bijna een selffulfilling prophecy. Zie je wel, het
zijn herriestokers! “Zij zijn begonnen, meneer!”

Eerlijk, de wedstrijd doet me niet zo veel,
ook al heb ik heel veel sympathie voor een van beide betrokken clubs. Ik vind
die hele play-off 2 maar niets, bezigheidstherapie voor gebuisde clubs die niet
goed genoeg waren om play-off 1 te halen, en een bescheiden schouderklopje voor
verdienstelijke tweedeklassers die ook eventjes, tien wedstrijden lang, mogen
proeven van semi-eerste-klasse-voetbal. Tijdverlies. Want zelfs al win je je
poule, daarna ook het duel tegen de winnaar van de andere poule, en tenslotte
de ultieme finale tegen de vierde in de eindstand van play-off 1, dan lijkt het
me een vergiftigd geschenk om in de tweede voorronde van de Europa League half
juli naar Azerbeidzjan, Armenië of Albanië te moeten. Kost meer dan het opbrengt,
maar je kunt wel zeggen dat je Europees hebt gespeeld. Vraag maar aan KV
Oostende wat dat voor gevolgen dat heeft voor de voorbereiding op de
competitie. Zonde van de inspanning.

Wie morgen wint, mag zich tot de volgende
derby – over twee weken – ‘Ploeg van ’t Stad’ noemen, lees ik her en der. Een
belachelijke redenering, waarbij een toevalstreffer dus kan bepalen of de ene
club historisch beter is dan de andere. Jan Mulder hoopt alleszins op Beerschot
(Wilrijk), want hij vond dat best wel sympathiek dat de heetgebakerde fans hem
eind jaren zestig verrot scholden voor ‘Zeeuwse mossel’ of ‘kaaskop’. Hij
verwacht een thuiszege voor Beerschot, wat nogal moeilijk wordt, op de Bosuil,
maar soit.

***

Om de historische titel ‘Ploeg van ’t Stad’ te
verdienen, kan het onmogelijk volstaan om één wedstrijdje te winnen. Zeg dat
maar eens in Manchester: United won er vorige zaterdag van City, maar City
wordt wel kampioen. Wie is dan de ploeg van Manchester? Ha, geschiedkundig
interessante vraag. Die een eenvoudig antwoord verdient: United. Niet vanwege
die laatste derbyzege, maar vanwege de erelijst. Manchester United: 20 titels.
Manchester City: (binnenkort) 5 titels. Dat is duidelijk. (Liverpool was lang
de beste club van Engeland, met 18 titels, maar de laatste dateert al van mei
1990, iets wat Unitedfans tijdens ‘The Hate Game’ gaarne onderstrepen.)

Zo berekenen ze dat in de bakermat van het
voetbal, op basis van verdiensten uit het verleden. Zo hoort het ook. Laat dat
kortetermijndenken maar aan de politiek over. Als je dan de erelijsten van Antwerp
en Beerschot naast elkaar legt – 4 titels tegenover 7, elk 2 bekers – is het
duidelijk: Beerschot is de Ploeg van ’t Stad. Geen twijfel mogelijk. Zelfs al
voer je, terecht, aan dat het oorspronkelijke Beerschot negentien jaar geleden
ter ziele is gegaan en tel je de bekerzege van Germinal Beerschot (2005) dus niet
meer mee of, godbetert, de bekerwinst van Germinal in 1997, dan nog blijft het
statistische gegeven overeind: Beerschot (1899-1999) heeft het beter gedaan dan
Antwerp (1880-…). Dat kan alleen veranderen als de club van de liefdevolle
kleuren nog minstens drie landstitels behaalt in de toekomst. Of, als KFCO Beerschot
Wilrijk in pakweg de volgende honderd jaar acht keer landskampioen wordt in 1A,
of hoe de eerste klasse tegen 2118 ook moge heten. Dan is Beerschot Wilrijk de
Ploeg van ’t Stad, vóór Beerschot en Antwerp. Ik zal het niet meer meemaken,
vrees ik.

***

Ik ben niet het soort supporter dat de rivaal
niets gunt: van mij had Antwerp gerust play-off 1 mogen spelen – hadden we deze
overbodige dubbele confrontatie niet gehad! -, maar laten we wel correct
blijven. Je mag naar waarheid zeggen dat de club Beerschot, die met stamnummer
13, niet meer bestaat, maar de identiteit ‘Beerschot’ bestaat zeer zeker nog.
De voorbije jaren zat er bijna evenveel volk op de tribunes van het Olympisch
Stadion als in de korte periode van Beerschot AC, ook al speelde Beerschot
Wilrijk niet tegen Anderlecht, Club Brugge of Standard, maar tegen clubs met
exotisch klinkende namen als FC De Kempen, Esperanza Pelt of Oosterzonen
Oosterwijk. Vrolijke jaren in de buik van het Belgisch voetbal waarin de kreet “Antwaarp, Antwaarp, Beerschot komt
eroan!”
steeds luider weerklonk. Geen identitair nihilisme in de stad
van De Wever! Daar kunnen geen tien faillissementen, fusies of
reddingsoperaties tegenop (we hebben er nog zeven tegoed). En morgen is het
zover: Beerschot komt eroan, zij het
voor heel even maar.

Dat de supporters zich morgen mogen gedragen,
dat het een spectaculaire wedstrijd moge worden en dat de beste moge winnen.
Maar één ding staat nu al vast: Beerschot is de Ploeg van ’t Stad.



Gewoon doen

Politiek Posted on za, april 07, 2018 12:11:15

Gewoon doen. Eigenlijk vind ik dat, in alle
eerlijkheid, een prima politieke slogan, vanwege die dubbele boodschap. Gewóón
doen en gewoon dóen, u heeft dat er zelf ook wel in gelezen. Toch kreeg de
partij die de slogan liet bedenken, Open VLD, de hele sociale mediameute over
zich heen. Hoongelach van hier tot in Pyongyang, en terug. Twitteraars zijn
ongenadig hard, bij momenten. Bij steeds
meer
momenten, moet dat eigenlijk zijn.

Ons wantrouwen tegenover de politiek is –
behalve bij diehard-aanhangers van de
N-VA – bijzonder groot. Alleen de grootste partij van Vlaanderen kan zich nog
zowat alles permitteren. Helfies lanceren, bijvoorbeeld. De medestanders steken
dan ook spontaan hun hand op. Dat de tegenstanders er de spot mee drijven, ach:
haters gonna hate. Andere partijen
krijgen niet zoveel krediet, zelfs niet – en misschien vooral – van hun eigen
achterban.

De oorzaak moeten we niet ver zoeken. De
traditionele partijen – en voor één keer reken ik de N-VA daar niet toe, ook al
is ze dat in de praktijk wel al geworden – weten van geen hout nog pijlen te
maken, laat staan dat ze woorden in een geschikte slogan kunnen gieten. Hoe
socialistisch is de sp.a nog? Hoe christelijk de CD&V? Hoe liberaal Open
VLD? Het kiezerskorps van die partijen kalft steeds verder af. Op 31 maart
1968, precies vijftig jaar en een week geleden, behaalden de nog unitaire
traditionele drie gezamenlijk 80,6 procent van de stemmen. De Volksunie – pleegmoeder
van de N-VA – beleefde haar grote doorbraak: 9,8%, goed voor twintig
volksvertegenwoordigers, twaalf meer dan bij de vorige stembusgang. Op 25 mei 2014 kwamen CD&V, cdH, Open VLD,
MR, sp.a en PS samen uit op 56,5%, 24,1 procent minder dan destijds. De N-VA
kwam, federaal, uit op 20,3%, meer dan het dubbele van de Volksunie van toen.
En daarnaast is er de versnippering, want groene en extreemrechtse partijen
waren er destijds nog niet in het parlement, en de communisten waren in ’68 al
in vrije val.

Kiezers terugwinnen doe je ofwel door beleid
(gewoon dóen), ofwel door een geloofwaardig en realistisch programma uit te
bouwen met oog voor de ideologische onderbouw (gewóón doen). Daar slagen de
traditionele partijen al vele jaren niet meer in. En dat maak je niet goed door
een goed gevonden slogan, die hooguit een tijdelijk effect kan ressorteren.
Bovendien: het prima ‘Gewoon doen’ volgt na de belabberde pogingen ‘Mensen
hebben vleugels’ en ‘Goesting in de toekomst’. De Open VLD had beter vier jaar
geleden een beetje gewoon gedaan, in plaats van nietszeggende zinnetjes te
brouwen.

Gewoon doen. Eigenlijk is dat een prachtige
metafoor voor wat de gewezen Grote Drie al jaren fout hebben begrepen. Je moet
niet de anderen achternalopen en proberen een kruimeltje mee te pikken van
andermans electoraal succes door een beetje naar (extreem)rechts of (f)links op
te schuiven. Dat is zowel op korte als op middellange termijn contraproductief.
De kiezer doet weleens iets doms, maar niet altijd en zeker niet de hele tijd. Back to basics, daar komt het op neer. Maar
dan moet je je als partijbons natuurlijk nog wel herinneren wat die
basisprincipes waren… Misschien nog eens de beginselverklaring lezen? Gewoon
dóen!



Bende hypocrieten

Journalistiek Posted on za, maart 31, 2018 13:11:53

Journalist, dát is pas een zwaar beroep.
Onmogelijke werkuren, opdringerige deadlines, constant zeurende collega’s die al
drie dagen rondlopen in kleren die een penetrante zweetgeur afstoten, waanzinnig
slecht en ongezond kantine-eten, chronisch ontevreden
kijkers/luisteraars/lezers, writer’s block dat om de hoek blijft loeren. Ik zeg
u: wij verdienen het om vervroegd met pensioen te mogen gaan, óf om geregeld
een sabbatical te mogen nemen. Op kosten van de werkgever, dat spreekt voor
zich. Laten we zeggen: om de vijf jaar, dat is zo ongeveer het moment dat ons
bedrijf wordt weggesaneerd, overgenomen of tot synergieën gedwongen.
Stresspieken, telkens weer.

Wij weten ook heel veel, beste mensen, en het
ergste is dat we de helft daarvan niet mogen opschrijven. Off the record. Of: off off off the
record. Of: privé en niet voor
curieuzeneuzemosterdpotten zoals u daar bestemd. Slechts heel af en toe wordt
die code – die zowat even heilig is als de eed van Hippocrates voor artsen – doorbroken.
Omdat we het niet meer kunnen houden, al die geheimen. Omdat ons medium nood
heeft aan verse nieuwsconsumenten. Of omdat de informatie te relevant is om
achter te houden.

***

The Knack and How to Get It. Zegt die filmtitel u nog iets? Neen, natuurlijk, want u bent veel te
jong en hebt niet alle festivalerelijsten in uw achterhoofd zitten, tenzij uw
voornaam Wiki is. Een Britse komedie uit 1965 is dat, die dat jaar ook de Gouden
Palm won in Cannes. Dus zeker geen niemendalletje. ‘The knack’ betekent zoveel als ‘iets onder de knie hebben’, ‘goed
zijn in iets’, ‘een kunstje kunnen flikken’. Ik weet niet of die uitdrukking
aan de basis ligt van het weekblad Knack,
dat pas zes jaar na de film voor het eerst in de krantenwinkel lag. Maakt ook
niet zoveel uit, want iedereen zegt toch ‘Knak’, en niet ‘Nak’, zoals dat in
het Engels zou moeten. Knack draait
al zesenveertig jaar mee (en ook een beetje: tégen) in het Vlaamse
medialandschap, dat is best wel een verdienste voor een zogeheten
kwaliteitsblad.

Uitgerekend in dit
blad (of beter: op de website ervan) verscheen eergisteren een stuk over de
stukgelopen relatie tussen twee politici van totaal verschillende partijen, zij
het dat die relatie dateert uit de periode dat de ene nog geen lokaal
voorzitter van de sociaaldemocraten was en de andere nog niet vertrokken was
naar het Vlaamse niveau. Boegeroep op vele banken. Over het privéleven van
politici schrijf je niet. Dat soort informatie hou je voor
achterkamertjesgesmoezel onder reporters (journalisten roddelen meer dan de
gemiddelde mens!), zo schreven media die elke dag wel iets schrijven over
kandidaten van reality-programma’s die iets met elkaar hebben, of hebben gehad,
en die de smeuiigste verhalen opdissen over BV’s die het met elkaar doen, of
het niet meer met elkaar doen. Als wíj het niet schrijven, is het niet correct,
zoiets moet dat zijn. Journalisten zijn niet alleen bovengemiddelde roddelaars,
het zijn ook jaloerse types, die elkaar het schaarse daglicht in de ogen niet
gunnen. Dus was Knack plots de Grote
Boosdoener. Onder journalisten kom je ook meer hypocrisie tegen dan in de
gemiddelde Vlaamse huiskamer. Een bende hypocrieten, ja, dat mag u gerust zeggen.

Ik weet het zo nog
niet. Mijn eerste reflex was eveneens: dit doe je niet. Mijn tweede en derde
ook, trouwens. Dat het verhaal achter een betaalmuurtje moest gezocht worden,
vond ik ook al zo verdacht. Als de informatie dan toch zo relevant is,
publiceer het dan gewoon zodat iederéén die dat wil het gratis kan lezen.
Anders wordt het helemaal een peepshow. Vond ik tactisch niet slim van Knack (de boekhouding van Roularta
spreekt me tegen). De N-VA, en de hele kliek van trollen, vond het er ver over.
Ook sp.a-voorzitter John Crombez vond het niet relevant om dit openbaar te
maken. De Vlaamse Vereniging van Journalisten achtte de publicatie weliswaar op
het randje, plaatste kritische kanttekeningen, maar vond het uiteindelijk toch
te verantwoorden. En als de (vrouwelijke) betrokkene zich onheus bejegend
voelt, moet ze maar klacht indienen bij de Raad voor Journalisten, zo klonk het
nog bij de journalistenbond.

***

Een relatie tussen
publieke figuren heeft voor mij geen enkele maatschappelijke relevantie, tenzij
het openbaar belang in het gedrang komt of een of beide personen iets
grensoverschrijdends doen. De relevantie van dit specifieke stuk berust op die
ene uitspraak van een ‘hooggeplaatste N-VA’er’ dat er wel degelijk een interne
afspraak is dat hun politica moet gewroken worden. ‘We hebben L keer op keer gewaarschuwd,
maar zij dacht in T.M. de liefde van haar leven gevonden te hebben,’ zei die
ene bron. ‘Ze dacht echt dat hij zijn gezin voor haar zou verlaten. Dat is niet
gebleken, maar het is niet vergeten. Bij ons wordt inderdaad gezegd: “M
moet kapot.” Om wat hij L heeft aangedaan.’

Aandoenlijk, die
toewijding voor de ‘goede zaak’. En als het klopt – bronnen kunnen ook hun
fantasie laten werken, maar dit even terzijde – past het wel degelijk in een
beschadingsoperatie tegen een politieke tegenstander en gaat het verder dan het
strikte privéleven. Maar moest het dan nú al gepubliceerd worden, is de vraag.
En met naam en toenaam? Het zou best kunnen dat media die net iets minder lang
twijfelen dan Knack om privé-geruchten
breed uit te smeren, zich nu al verkneukelen om eens goed loos te gaan.

Overigens, de
Vlaamsnationalisten die zich zwaar hebben geërgerd aan de berichtgeving en die
nu Knack viseren, zouden beter een
beetje consequent zijn. De eerste publicatie van de relatie, weliswaar in de
vorm van een sappig roddelstukje, verscheen op doorbraak.be, hun eigen forum, zeg maar. Kwestie van eerlijk en
volledig te zijn.

Nogmaals: als het 100
procent waar is dat een politieke tegenstander vanwege een afgesprongen affaire
met een van hen nu systematisch wordt beklad, onder anderen door de man die
eerst de treinen deed achteruit rijden en die nu de Vlaamse bussen in
cirkeltjes moet laten rijden, dan is dat wel degelijk relevante informatie. En
toch… Ik hoop van niet, maar ik vrees dat wat Knack heeft gedaan contraproductief zou kunnen zijn voor de hele
journalistiek. Een Catch-22­-geval: damned if you do, damned if you don’t. Er zullen best wel wat politici met de poepers zitten, dit paasweekend.



« VorigeVolgende »