Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Wat is er toch mis met de waarheid?

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, november 16, 2024 12:34:51

Sta me toe om al meteen mijn eigen vraagstelling in de titel te counteren: ernstige filosofen en Maarten Boudry zullen aanvoeren dat er niet zoiets bestaat als De Waarheid. ‘Waarheid’ is een uitgelezen filosofisch onderwerp. Subjectief. Onoplosbare kwestie. Eeuwige voer voor discussie, aan de universiteit, op straat, aan de toog, in de huiskamer. Wat is de waarheid? We noemen een groene tafel ‘groene tafel’ omdat we ooit een taalkundige conventie zijn overeengekomen die bepaalt welke kleurvarianten tot het groene spectrum behoren en welk object we een tafel noemen (en welk ander een stoel, een kast, een huis, enzovoort). Je zou dit waarheden kunnen noemen – we zijn immers overeengekomen dat het zo is, en niet anders –, maar voor ernstige filosofen en Maarten Boudry blijft het een favoriet speelterrein. Wetenschappers houden niet van absolute waarheden, twijfel is hun kenmerk (tenminste van ernstige filosofen, niet van Maarten Boudry, daarvoor is die al een hele poos te vol en te zeker van zichzelf.).

In de journalistiek wordt ‘waarheid’ vaak gelinkt aan ‘objectiviteit’, een heikel domein. Want… strikte objectiviteit bestaat niet. Je kunt/moet ernaar streven, als journalist, eind- of hoofredacteur en nieuwsdienst, maar je zult het nooit honderd procent bereiken. Gewoon al de plek waar de cameraman zijn camera neerzet, verkleurt de realiteit minstens gedeeltelijk. Of de bronnen die een reporter consulteert (of niet consulteert). Eerlijke berichtgeving is een nobel streefdoel, zo onderscheid je goede journalisten van charlatans, maar het is geen absoluut gegeven. In de zinssnede ‘zo objectief mogelijk’ of ‘zo waarheidsgetrouw mogelijk’ is elk woord relevant, die ‘mogelijk’ niet in het minst.

Fakenews domineert al een tijdje de dagelijkse onophoudelijke stroom van berichten. Omdat er nu eenmaal lieden zijn die het tot hun taak gemaakt hebben om de mensen voor te liegen, en dat zijn heus niet alleen politici. Zo worden alternatieve ‘waarheden’ de wereld ingestuurd. ‘Het had waar kunnen zijn’, om Vlaams Blokker Filip Dewinter te citeren, nadat die zijn zoveelste racistische kwakkel de wijde (Vlaamse) wereld heeft ingestuurd. Op den duur wordt die ‘het had waar kunnen zijn’ voor een grote groep mensen gewoon ‘waar’. Hoe meer ze in een fuik van complottheorieën en gestuurde informatie verzeild raken, hoe minder ze nog bekommerd zijn om wat er écht aan de hand is. Ernstige filosofen zullen daar geen hinder van ondervinden (Maarten Boudry wel).

***

Neem nu de voetbalrellen van vorige week in Amsterdam, voor en na de Europese wedstrijd tussen het plaatselijke Ajax en Maccabi Tel Aviv. De ene groep zegt: ‘dit is een pogrom, een antisemitische actie tegen Joodse voetbalfans’. De andere groep zegt: ‘de reactie werd geprovoceerd door Israëlische fans die Palestijnse symbolen verwijderden en aanstootgevende liederen zongen’. Het is zwart of wit. Binair. De grijze zone is samen met De Nuance afgeschaft. Het was bijna not done om te stellen dat beide groepen gedeeltelijk (on)gelijk hadden. Zowel die (moslim)jongeren die Israëlische fans opjaagden en molesteerden, als die schandalige liedjes over lege-Palestijnse-scholen-omdat-er-geen-kinderen-meer-zijn gingen zeer zwaar over de schreef. Je moet geen Israëliër zijn om de fysieke bedreigingen volkomen fout te vinden. Je moet ook geen familie in Gaza hebben wonen om dat treiterig gedrag van die hooligans – laten we vooral de juiste benaming hanteren – compleet misplaatst te vinden. En toch verdween alle redelijkheid. De burgemeester van Amsterdam, de GroenLinkse Femke Halsema, sprak onmiddellijk van een ‘gitzwarte dag’ en ze bedoelde: dit antisemitisme hoort hier niet thuis. Pas achteraf werd in de officiële communicatie ook die andere kant belicht: de provocaties van de Maccabi-‘supporters’. Uiteraard struikelden leden van het (extreem)rechtse Nederlandse kabinet over elkaar heen om hun eenzijdige verontwaardiging te uiten, aangevoerd en -gevuurd door hun Limburgse Führer Geert Wilders. Retoriek die hier in rechtse kringen gretig werd overgenomen. Bijster origineel zijn ze daar nooit geweest.

Nochtans was er al snel beeldmateriaal beschikbaar van beide wandaden: de provocerende hooligans en de agressieve jongeren. Toch bleef elke groep in zijn conclusies hangen. Antisemitisme! Joodse provocatie! Dat eerste klonk luider dan het tweede, zoals de steun voor de Israëlische militaire bezetting van Gaza wereldwijd luider klinkt dan de mensen die aanvoeren dat er sprake is van genocidair gedrag vanwege de regering-Netanyahu.

De term ‘antisemitisme’ zal nog heel vaak opduiken. Dagelijks, met name, bij elk vleugje kritiek op Israël. Dat het begrip zo helemaal uitgehold zal worden en niets meer waard zal zijn, ach, wat kan het de aanhangers van de zionistische propaganda (inclusief Maarten Boudry) schelen: zo lang de critici van de Israëlische regering maar verdacht worden gemaakt. Door van alle Joden ter wereld permanente slachtoffers te maken, de Holocaust voor eeuwig indachtig (wat historisch gezien vanzelfsprekend terecht is!), ontneem je joodse mensen het recht op emancipatie en het ontwikkelen van een eigen mening, een eigen levensvisie, ja, zelfs een eigen leven. Niets is antisemitischer dan vermeende lot- en volksgenoten onder een stolp te steken, alsof ze op zich niets voorstellen. Wees een slachtoffer en zwijg!

Wanneer dan binnenkort ook nog die oranje roeptoeter opnieuw de westelijke vleugel van het Witte Huis inpalmt, zal die tweedeling alleen maar sterker worden. Het nieuws zal nog gekleurder worden, De Waarheid komt meer dan ooit in het gedrang. Dat is zeer betreurenswaardig, vooral omdat er nog nooit zoveel betrouwbare informatie beschikbaar was. Helaas: er was ook nog nooit zoveel onbetrouwbare informatie voorhanden. Nog meer helaas: er is oneindig véél méér onbetrouwbare informatie aanwezig op en buiten het internet dan betrouwbare. Dat is ook logisch: er is maar één waarheid (met al zijn nuances), er zijn ontelbare halve waarheden en hele leugens.

‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel,’ zegt een oud spreekwoord. Wat waren we naïef vroeger! Wat vonden we die naïviteit heerlijk! Dankzij puissant rijke, ziekelijk machtige en volstrekt immorele lieden als Elon Musk – die dankzij Trump nóg rijker, machtiger en immoreler zullen worden –, zou je die tekst beter omkeren op tegeltjes: de trage waarheid wordt sowieso voorafgegaan en gevolgd door leugens die door heuse leugenfabrieken (X, Fox News, ’t Scheldt, etcetera) worden verspreid. Benieuwd hoe ernstige filosofen (en Maarten Boudry dus liefst niet) dit inschatten en wat we eraan kunnen doen. Want systematisch en massaal herhaalde leugens zijn ideale lonten om oorlogen mee te beginnen. En tijdens een oorlog speelt De Waarheid helemaal een derdeplansrol.

***

Morgenavond spelen de Rode Duivels in Boedapest (!) hun laatste wedstrijd in de groepsfase van de Nations League, tegen Israël. Als één van de naar schatting honderdzestig aanwezige Belgische supporters het aandurft om ‘Leve Palestina’, ‘Bevrijd Gaza’ of ‘Stop de genocide’ te roepen, zal een groot deel van de wereld verontwaardigd ‘Antisemitisme!’ roepen. Als er vijf de hele wedstrijd onheuse dingen roepen naar de Israëlische fans, zal er gesproken worden van een ‘pogrom’. Dat is pissen op het graf van de historische slachtoffers van ‘pogroms’. Dat valt niet meer ernstig te nemen. Je mag dat gedrag gerust antizionistisch noemen – weet dat het zionisme in december 1975 door een meerderheid binnen de algemene vergadering van de Verenigde Naties (volkomen terecht) werd veroordeeld als ‘een vorm van racisme en rassendiscriminatie’ –, maar antisemitisch is het niet. Laten we die term voorbehouden voor ernstige feiten. En laten we de waarheid ondertussen eer betonen.



Iederéén expert!

Journalistiek, Politiek Posted on za, november 09, 2024 07:51:01

Al weken vóór de Amerikaanse presidentsverkiezingen werden radio- en tv-studio’s te lande bevolkt met experten in het domein amerikanisme. Werkelijk álles kenden ze ervan: de geschiedenis, het heden, de toekomst. Uw Lotto-formulier zou in veilige handen zijn bij hen. De dag en de avond van de verkiezingen en de daaropvolgende etmalen bleven ze hun visie op de lokale mensheid loslaten, aangevuld met nog wat andere deskundigen. Lieden van de eerste categorie die zich bij hun prognose van de finale uitkomst hadden vergist, wrongen zich in bochten om van hun oorspronkelijke zwart alsnog wit te maken. Lieden van de tweede categorie vertrouwden ons toe dat ze dit resultaat in beperkte kring uiteraard al lang geleden hadden voorspeld.

Al die experten en al die analyses waren en zijn bij momenten boeiend, maar veelal bijzonder vermoeiend. Het is te groot, dat legertje zelfverklaarde deskundigen. Ze zijn met te veel, en niet alleen wat de internationale politiek betreft. Te veel voetbalanalisten, te veel wieleranalisten, te veel politieke analisten, te veel klimaatanalisten, te veel…

Die vermenigvuldiging van de analisten is nog een pak straffer dan die Bijbelse vermenigvuldiging van de broden. Er is een simpele reden voor: er zijn te veel media. Drie decennia geleden had je de kranten – toen al dalend in aantal –, een handvol weekbladen die in meer geïnteresseerd waren dan BV-uitspattingen en andere menselijke horror, een paar nationale tv-stations. Met de vermenigvuldiging van de media is het dus begonnen, want natuurlijk wilden die allemaal hun eigen specialisten aan het woord laten. ‘Úw specialist mag niet de onze zijn’, die teneur. Wie in Terzake opdraaft, is niet welkom in De afspraak, en vice versa. Daardoor werden ook mindere goden opeens belangrijk, want: aanwezig in de pers. Nationale televisie, regionale televisie, nationale radio, lokale radio, kranten, weekbladen, nieuwe media. Iederéén expert. Zoals er elf miljoen bondscoaches rondlopen in dit land, zijn er stilaan ook evenveel experten in van-alles-en-nog-wat. Lees X of Facebook en je merkt het onmiddellijk. Je wordt er werkelijk bedolven onder de expertise. Konden die lui nu ook maar dat lek in de kelder herstellen, dan zouden ze pas écht nuttig zijn.

(Terloops opgemerkt: zo is het ook gegaan in de politiek. Onstuitbare kwantificatie. In 1970, het jaar van de eerste fase van de staatshervorming, telde de Kamer van Volksvertegenwoordigers 212 leden. Als je vandaag de federale en regionale volksvertegenwoordigers in de verschillende parlementen (min de Senaat) optelt, kom je aan 393. Daar zitten een aantal dubbele mandaten tussen, maar globaal genomen zijn er nu dus veel meer postjes, minstens anderhalve keer zoveel. Wordt die kwantitatieve uitbreiding ook gestut door een verbeterde kwaliteit bij het politieke personeel? Groot vraagteken. Héél groot vraagteken. Te veel politici. Gelukkig wil nog niet iedereen politicus worden.)

Veel van die experten krijgen na een tijd een air over zich: ik ben expert, wie kan mij wat maken? Expertise leidt tot zelfverblinding. Ze voelen zich zó slim, dat ze niets meer hoeven aan te nemen van anderen, laat staan van andere experten, o gruwel, toch niet van die amateurs, zeker? 

Op zich is dat niet erg: zelfoverschatting is menselijk en hoe meer een mens zichzelf overschat, hoe meer anderen daarmee kunnen spotten. Wat wel erg is: als die persoon voortdurend in een radio- of tv-studio wordt uitgenodigd om zijn overschatte mening te verkondigen. Namen noemen? Theo Francken. Die was al zelfbenoemd expert inzake asiel en migratie, onderwijs, defensie, de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, en is dat nu ook wat Amerikaanse politiek betreft. Meer decibels dan inhoudelijke argumenten, maar dat hebben de media graag. Zo worden toekomstige presidenten over de grote plas gelanceerd en ex-presidenten geherlanceerd. Klinkt het niet dan botst het. En als het botst, stijgen de kijk-, luister- en verkoopcijfers. Andere naam? Rik Torfs. Kerkjurist en meningenspuier die een vaste loge heeft bij verschillende media. Mia Doornaert, nog zo iemand. Specialiste internationale diplomatie, maar daar houdt ze het, helaas, niet bij. En dat volkje schuift maar aan en roept maar wat. Dan heb ik het nog niet over de politicologen gehad: clichémannetjes. ‘Als ze niet met elkaar praten, zal het stil blijven,’ ik verzin het waar u bij staat. Die politicologen helaas ook.

Je zou hopen dat de media op een dag tot bezinning zouden komen: tot hier en niet verder. Er komt geen analist of expert meer bij. ‘Duw een beetje, er kan nog eentje bij’ van Jimmy Frey gaat hier niet meer op. Helaas doen de media dat niet en zullen ze dat ook na de Amerikaanse presidentsverkiezingen niet doen. Er moet nu eenmaal flink veel ruimte of zendtijd gevuld worden, er moet over gediscussieerd worden op de sociale media en aan virtuele en echte cafétogen, er moeten zich nieuwe experten-in-alles aandienen die op hun beurt hun fifteen minutes of analytical fame opeisen. Ad infinitum.

(Overigens had ik de zege van Trump hier vorige week al voorspeld. Huur mij in voor expertise op het vlak van Amerikaanse politiek. En voetbal, wielrennen, binnenlandse politiek en tig andere domeinen. Helaas weet ik niet hoe ik een lek in de kelder moet aanpakken.)



De gemakkelijkste keuze ooit

Politiek Posted on vr, november 01, 2024 14:53:59

Acht jaar geleden kon je rond deze tijd van het jaar misschien – héél misschien – nog een klein beetje twijfelen. Hillary Clinton of Donald Trump, voor mij lag die keuze toen al voor de hand, maar misschien – héél misschien – was er nog iets aantrekkelijks aan dat apolitieke personage dat onverwacht de republikeinse voorverkiezingen had gewonnen: die oranje roeptoeter wierp zich op als een anti-establishmentfiguur. (Dat je nauwelijks iets of iemand kon vinden die méér establishment was dan hij, ach, de mensen kunnen niet alles doorhebben, natuurlijk.)

Ik ging toen slapen met de geruststelling dat ik de volgende ochtend zou wakker worden met de nieuwsflash dat mevrouw Bill de 45ste president van de US of A zou worden. Was dat even schrikken! Maar goed, waarnemers lieten al snel weten dat er voldoende checks and balances in de Amerikaanse democratie waren ingebouwd, opdat die democratie een racistische, misogyne narcist-zonder-gêne wel zou overleven. Hij zal wel worden teruggefloten door zijn entourage. Kon ik de volgende nacht toch weer rustig naar bed gaan.

Vandaag is die geruststelling er niet meer. Als Trump wint, zal dat (wellicht) op democratische wijze zijn gebeurd, maar komt die democratie vervolgens zelf in gevaar. Vergeet die checks and balances: een would-be dictator, autocraat van de ergste soort, veegt daar zijn vuile voeten aan. Kon je toen nog, in november 2016, dingen zeggen als ‘de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend’, dan zijn dergelijke spreekwoordelijke opmerkingen nu ronduit kortzichtig. Wordt Donald Trump straks de 47ste president van de Verenigde Staten, dan begint hij waar hij geëindigd is: met het proberen kortwieken van democratische geplogenheden, het ontkennen van de werkelijkheid, het bedreigen van verkozenen des volks, zowel democraten als onwillige republikeinen, die niet zomaar buigen voor dit luidruchtige en schaamteloze heerschap. Unfinished business, wraakzucht, het wegwerken van al wie hem stokken in de wielen probeert te steken, echt of vermeend, dat zal er aan de orde zijn. Pardon, er zal géén orde meer zijn, zoals die dag in en om het Capitool. En die entourage? Trump wordt meer dan ooit omringd door jaknikkers.

Ik lees tegenwoordig steeds vaker dat de kiezers van Trump geen dommeriken zijn. Ik proef die woorden en probeer te begrijpen – ik vind mezelf geen dommerik –, maar slaag daar niet in. Geen dommeriken? Wat dan wel?

Je hoeft geen racist te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt het racistische beleid mee goed. Je zegt in een land dat op de in reservaten samengepropte oorspronkelijke bewoners na bijna uitsluitend uit migranten bestaat, dat migratie niet deugt. Niet dom?

Je hoeft geen vrouwenhater te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt een versterking van het patriarchaal systeem impliciet goed. Grab ‘em by the pussy, nietwaar?

Je hoeft geen oorlogsstoker te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt het toekomstige wegvallen van de steun aan Oekraïne en de expliciete validatie van de genocide in Gaza mee goed.

Je hoeft niet moreel corrupt te zijn om voor Trump te kiezen, maar het helpt wel. En je keurt immoreel gedrag op alle vlakken goed.

Miljardairs à la Elon Musk, ja, die worden financieel beter van een tweede ambtstermijn van Trump, maar ook die lieden zouden beter verder kijken dan hun microscopisch piemeltje lang is. It’s not only your personal economy, stupid!

Alle grenzen van fatsoen zijn weggevallen bij Trump deze campagne. Hij klinkt luider, is hardvochtiger, compromislozer, transparanter (in de zin van: geen geheime agenda, alles wordt open en bloot geroepen) dan acht jaar geleden. Met hem als president wordt het ‘his way or the highway’. Geen tussenweg mogelijk. Trump wordt geen president voor álle Amerikanen, maar alleen die van zijn kiezers (en dan zal een groot deel daarvan ook nog eens bedrogen uitkomen). Of hij een fascist is, zoals Kamala Harris, andere tegenstanders en sommige columnisten dezer dagen zeggen en schrijven, laat ik in het midden. Hij gedraagt zich onmiskenbaar fascistoïde, maar in mijn ogen is een fascist iemand die zeer gezagsgetrouw, georganiseerd en rechtlijnig is. Trump is pure chaos. Gisteren zei hij wit, vandaag zwart en de toehoorders knikken gedwee. Fascisten zijn door hun rechtlijnigheid voorspelbaar, Trump is dat niet. Dat maakt hem zowaar nog veel gevaarlijker.

De Amerikanen kiezen traditioneel tussen een democraat en een republikein, geregeld duikt er een ongeleid projectiel op dat als onafhankelijke kandidaat een procentje meepikt. De marge tussen die twee partijen is veel kleiner dan we hier plachten te denken. De republikeinen manoeuvreren zich tussen Vlaams Belang, N-VA en de CD&V van Hendrik Bogaert en Pieter De Crem in. De democraten vallen te situeren bij Open VLD of de centrumpolitici van CD&V en Vooruit. Veel linkser wordt het niet, een occasionele Bernie Sanders of Alexandria Ocasio-Cortez niet te na gesproken. Dat is een kleine bandbreedte, die valt samen te vatten tot: rechtsliberaal of centrumliberaal, maar hoe dan ook liberaal. Sinds de intrede van Trump is de republikeinse partij nog veel rechtser geworden, of noem het: opportunistischer, omdat het macht en postjes kan opleveren om het populisme van Trump achterna te hinkelen. Opportunisme is van alle tijden. Jeff Bezos, grote pief van Amazon en eigenaar van The Washington Post, toonde dit deze week nog, door ‘zijn’ redactie op te leggen om voor het eerst sinds 1980 geen stemadvies te geven. Van twee dingen één: ik vind het op zich vreemd dat je als journalistiek medium de kiezer wil leiden, maar als je dat traditioneel dan tóch doet, zou het nu meer dan ooit moeten gebeuren. Hoe laf toch van die hoofdredactie en redactie dat ze zich bij die oekaze neerleggen. Katharine Graham en Ben Bradlee draaien zich om in hun graf.

We hoeven overigens niet verbaasd te zijn dat de kandidatuur van Trump in Vlaanderen luid toegejuicht wordt door Vlaams Belang, door Theo Francken en andere N-VA’ers die eigenlijk bij de verkeerde partij zitten, en door opiniemakers à la Rik Torfs, een steeds ranziger wordend figuur die zijn in bon mots verpakte reactionaire prietpraat elke dag in veelvoud op het klootjesvolk laat nederdalen. Op X, uiteraard, dat door Musk naar de kloten geholpen forum, waar wie zich elke dag beroept op vrijheid van meningsuiting straks de eerste zal zijn om te juichen dat de mening van andersdenkenden gefnuikt wordt.

Kortom, de kiezers van Donald Trump geen dommeriken? I beg to differ. Een greintje moraliteit, fatsoen en gezond verstand volstaan om die keuze maatschappelijk onverantwoord te noemen. Al de rest is bullshit. Om een keuze voor Trump te verantwoorden, moet je je in zodanig veel bochten wringen dat je nooit nog uit die knoop kunt geraken. In die zin moet u de titel boven dit stuk begrijpen: voor wie vijf seconden nadenkt, is het de makkelijkste keuze ooit. Kamala Harris, uiteraard, zelfs als je haar geen topkandidate vindt. Zelfs al ben je van nature republikeins. Zelfs al wil je je miljarden vrijwaren. Zelfs al vind je dat ze te veel aanleunt bij het beleid van Joe Biden. Maar hoeveel kiezers denken dinsdag vijf seconden na?

Acht jaar geleden dacht ik: uiteindelijk zal het gezond verstand zegevieren. Nu denk ik: met zoveel racistische vrouwenhaters onder het stemmend volk ligt een vrouw van kleur als toekomstige president mogelijk nog minder voor de hand dan een witte vrouw, de toenmalige ex-first lady. Ik hoop vurig dat ik ongelijk heb, maar ik zal de nacht van dinsdag op woensdag toch net iets meer woelen dan andere nachten.



Opkomstplicht

Politiek Posted on za, september 21, 2024 12:45:10

Dinsdagavond werd er aangebeld. Als mijn echtgenote en ik één ding haten is het onaangekondigd bezoek – we haten overigens meerdere dingen, lijst op eenvoudige aanvraag in boekvorm beschikbaar. Maar ja, de duisternis was al ingetreden, er brandden verschillende lichten in huis, dan is het ronduit onbeleefd om te doen alsof je niet thuis bent. Het was mijn beurt om te zien wie die ongenode gast dan wel was. ‘Gasten’, meervoud, zo bleek. Twee vrouwen, gevorderde veertigers of prille vijftigers, schat ik, die zich aankondigden als kandidaten voor de CD&V.

We wonen drieëndertig jaar in het gezapige Pajottenland: dertien jaar in Gooik, intussen ook al twintig in Tollembeek. Nog nooit eerder was er een politicus die de euvele moed had gehad om aan te bellen en te proberen twee zieltjes te winnen. Tot nu.

Sympathieke vrouwen, daar niet van, spraken in twee woorden en zo, veel meer zelfs, maar nog voor de blonde van het tweetal haar ingeoefende inleidende zin van drie pagina’s volledig had uitgesproken, onderbrak ik haar al. Kordaat maar beleefd (denk ik, en ik hoop dat het zo ook is overgekomen). Dat ik een bewuste kiezer ben, zeer geïnteresseerd in politiek, maar dat ik dit keer zou profiteren van het afschaffen van de opkomstplicht wegens: geen interesse.

‘Ja, maar daar hebben mensen hard voor gestreden, heel lang geleden, om het stemrecht in te laten voeren,’ zei de donkerharige van het christendemocratische duo.

‘Klopt,’ zei ik, ‘en ik heb daar oneindig veel respect voor. Alleen draaide die strijd van weleer om stemrecht, niet om opkomstplicht, laat staan om stemplicht.’

Daar hadden de dames even niets van terug, aarzeling waarvan ik gebruik maakte om het vriendelijke doch afstandelijke gesprek te aborteren nog voor het goed en wel op gang was gekomen.

***

Even twijfelde ik daarna: zou ik toch niet gaan stemmen zondag 13 oktober? Het heet per slot van rekening ‘feest van de democratie’ voor iets. ‘Burgerplicht!’ flitste door mijn hoofd. ‘Hoezo?’ repliceerde een ander stemmetje. Dat stemmetje haalde het finaal. Ik woon hier graag, maar ik heb niets met lokale politiek, tradities en gebruiken. Als iemand mij de weg vraagt, hoor ik het in Keulen donderen, nochtans 250 kilometer hiervandaan. Straatnamen? Connais pas! Ik ken met moeite de namen van de omliggende straten, laat staan die van een halve kilometer verderop.

Dat Tollembeek al sinds mensenheugenis bestuurd wordt door de CVP, die om de zes jaar een volstrekte meerderheid behaalde, heeft daar iets mee te maken. Ik heb niets met die partij, anderzijds weet ik niet eens welk beleid er hier gevoerd wordt. Na de fusieoperatie van 1976 ging Tollembeek samen met Vollezele op in Galmaarden, dat – u raadt het al – sinds dan bestuurd wordt door CVP/CD&V. Op 1 januari 2025 gaat Galmaarden op in een nog groter geheel, een fusie met Gooik en Herne, onder de Jommekesnaam Pajottegem. Gooik en Herne worden al sinds jaar en dag bestuurd door – ook dat raadde u al – CVP/CD&V. Kans is groot dat Pajottegem een oranje bestuur krijgt. Het zal me worst wezen. Er is ook geen valabel alternatief, want naast de christendemocraten, de nog ietwat fatsoenlijke Vlaams-nationalisten en de fascisten klitten de andere partijen samen. Hoe geloofwaardig is dat dan? Ach, zo lang de fascisten hier niet aan de macht komen, doen ze maar.

Ik ga dus niet stemmen, voor het eerst sinds ik op mijn eenentwintigste verplicht máár gemotiveerd een bolletje rood maakte. (Ik ben hoe dan ook een atypische kiezer, want ik stem altijd op een partij. Mijn redenering: het gaat in de eerste plaats om het partijprogramma, de ideologie, de thema’s, de poppetjes komen daarna pas.)

***

Ik ben een linkse jongen. Linkse jongens, meisjes en andere gendervarianten worden geacht met hand, tand en desnoods riek de opkomstplicht te verdedigen, allerhande politicologen doen dezer dagen driftig mee. Dat heet emancipatorisch te zijn, de burger verplichten deel te nemen aan het democratisch proces, anders gaat zijn/haar/hun stem sowieso verloren (wat natuurlijk ook zo is). Het zullen diegenen zijn die maatschappelijk zwakker staan, die thuis zullen blijven en daardoor maatschappelijk nóg zwakker zullen komen te staan, is een andere linkse redenering. Dus: opkomstplicht. De logica zelve. Tja.

Waarom toch? Wat ben je met opkomstplicht als daar geen stemplicht – het effectief stemmen, waarbij een gemotiveerde blanco stem voor mij overigens evenveel waard is als een stem op een partij of op personen, maar een blanco uit balorigheid of het maken van handgeschreven opmerkingen à la ‘Jullie zijn allemaal bedriegers!’ verloren moeite (en dus stemmen) zijn.

Stemrecht, daar draait het om: vanaf een bepaalde leeftijd mógen gaan stemmen, zonder dat daar een belemmering tegenover staat. Weest welgekomen op het democratisch bal. Zet u neer, drink iets, vergeet niet op ‘de goei’ te stemmen.

Ik ben zo’n kiezer die partijprogramma’s uitpluist. Tenminste, dat was ik. Ondertussen is het wel duidelijk in welke hoek ik mijn favoriete ploeg of individuele kandidaten weet te vinden. Ik wil dat de dingen in een bepaalde richting veranderen, wat als linkse jongen betekent dat je die dingen altijd opnieuw in de tegenovergestelde richting ziet evolueren. Maar ja, democratie, Churchill had honderd procent gelijk: zeer onvolmaakt, maar er is geen alternatief. We doen vrolijk verder, tot het verbetert. Of niet. Waarna we weer blijven hopen op verbetering.

Mensen verplichten om naar de stembus te gaan vind ik contraproductief. Niet omdat ik een adept ben van de Burgermanifesten uit de jaren 90 van Guy Verhofstadt. Die dacht vooral dat de wegblijvers überhaupt niet blauw zouden stemmen, dus kon zijn VLD – die toen nog niet open was – wat procentpunten winnen. Ook niet omdat ik ervan uitga dat Vlaams Belang op deze manier kiezers zal verliezen. Ik heb dat ooit wel verondersteld, maar nu vind ik dat niet eens meer relevant: als het afschaffen van de opkomstplicht betekent dat de bruine dames en heren erop vooruitgaan, dan moeten we dat er maar bij nemen.

Ach, ik zal wel een rare zijn in mijn linkse kringen (die, het weze vooropgesteld, ook maar beter niet onaangekondigd komen aanbellen de komende dagen en weken!). Stel dat er maar zeventig procent van de geregistreerde kiezers opkomt, dan is dat jammer, maar die dertig procent werd niet manu militari uit het stemhokje gehouden. Kom achteraf niet klagen. Stel dat de opkomst slechts vijftig procent bedraagt, tja, eigen schuld dikke bult dat je niet bent gaan stemmen.

We moeten daar maar tegen kunnen.

De democratie moet daar maar tegen kunnen. Die is broos en sterk tegelijk, maar die broosheid heeft niets te maken met het aantal kiezers en die kracht niet met de verplichte deelname aan het stemproces. Democratische verkiezingen hebben meer te maken met rechten dan met plichten. Móeten gaan stemmen vind ik minder democratisch dan mógen stemmen.

Persoonlijk denk ik, misschien wel naïef: als alle kiezers die effectief gaan stemmen straks gemotiveerd hun keuze maken, zal het uiteindelijke resultaat tenminste representatief zijn, zonder foertstemmen, zonder ongeïnformeerd en ongeïnteresseerd ingekleurde bolletjes, zonder dedain voor de democratie. Valt dat aantal kiezers tegen, tant pis, door hun afwezigheid geven al die anderen hun impliciete goedkeuring aan de politici die het land, de regio, de provincie of de gemeente zullen besturen. Ja, toch? Is dat dan niet democratisch, misschien? Zou dat überhaupt erg zijn?

Al vind ik wel: informatiecampagnes moeten erop gericht zijn om iederéén tot stemmen aan te zetten, op school moet er volop aandacht zijn voor het belang van je stem uit te brengen, lokale en bovenlokale overheden moeten het democratisch bewustzijn aanwakkeren. Je moet de kiezer als het ware begeleiden tot aan het stemhokje. Alleen, zoals een Engels spreekwoord zegt, ooit gebezigd door Johan Vande Lanotte tijdens een regeringsformatie: ‘You can lead a horse to water, but you can’t make him drink.’

***

Het mandje met door de warmte vroegtijdig rot geworden fruit hebben we nog even niet op de composthoop gegooid. Stel je maar even voor dat tussen nu en 12 oktober kandidaten van Vlaams Belang komen aanbellen op een avond.



Leiderschap

Politiek, Samenleving, Sport Posted on za, september 14, 2024 12:47:13

Vorige week had ik het hier al over leiderschap – met name de mythologisering van de (top)CEO’s in (top)bedrijven –, nu zal het er alwéér over moeten gaan, vrees ik. Dat is allemaal de schuld van Bart De Wever en Kevin De Bruyne. De eerste is kandidaat-premier, burgemeester (en ook kandidaat) en partijvoorzitter (er zijn geen andere kandidaten); de tweede is een stevig betaalde voetballer bij Manchester City en de Rode Duivels, al wordt dat laatste stilaan in twijfel getrokken. De eerste wil excellentie worden, de tweede is dat al jaren.

Beiden deden deze week uitspraken die vele haren te berge deden rijzen. De cumulard par excellence had het in een reactie over het joyriden met een ambulance door een trio niet al te snuggere jonge kerels over een terugkerend problemen bij allochtonen. Dat was geen slip of the tongue, De Wever weet best wel wat hij zegt. In het verleden veralgemeende hij al versus de Berbergemeenschap in zijn stad, nu maakt hij het ‘probleem’ nog wat breder: het zijn de jonge allochtonen. En zeg gerust ook maar: de ouderen, want die voeden de jongeren niet op. Voor eender welke andere politieke sterveling zou dit een driedubbele faux pas zijn, voor de Antwerpse burgemeester zit er een doortrapte bedoeling achter: iemand de schuld geven (doet-ie graag en gretig), een bevolkingsgroep stigmatiseren (dat ligt goed bij de vlottende achterban zo vlak voor de lokale verkiezingen), de aandacht afleiden van de eigen tekortkomingen (het blijft natuurlijk wel de stad die hij al twaalf jaar bestuurt). Voeg daar nog aan toe dat twee van de drie ‘plezierrijders’ uit Latijns-Amerika afkomstig zijn, want met ‘allochtonen’ bedoelt De Wever uiteraard ‘van Noord-Afrikaanse origine’. Dat de betrokkenen gewoon de Belgische nationaliteit hebben, is ook nog zo’n vergetelheid-om-bestwil, versta: wie buitenlandse wortels heeft, hoort er volgens de burgemeester van Antwerpen niet echt bij, bij die warme, lokale gemeenschap met zijn hechte identiteit (quod non).

De onnavolgbare Lectrr maakte er een geweldige cartoon over in De Standaard. Onder de bovenkop ‘Uitspraken De Wever’ zie je twee hangjongeren praten over de kwestie. Zegt de tweede, nonchalant zittend op de leuning van een bank in het park: ‘Premier van alle Belgen? Die is nog geen burgemeester van alle Antwerpenaars’. Touché! In één prentje de hele problematiek samengevat: De Wever is een exclusieve burgervader. Hij sluit bewust en herhaald burgers die niet in zijn electorale kraam passen uit. Slecht leiderschap. Een goede leider is inclusief, probeert iedereen te betrekken, staat open voor anderen, heeft oog voor kleine en grote struikelblokken, zet geen mensen of groepen van mensen tegen elkaar op voor zijn eigen gewin. De Wever mag dan wel de toonaangevende politicus van deze eeuw tot nog toe zijn in dit land, hij is geen staatsman (en zal dat wellicht nooit zijn), noch een verbindende factor in een gemeenschap. Hij mag dan wel op sommige niveaus de baas zijn, maar hij is geen goede leider.

Kevin De Bruyne is dat evenmin. Na de zoveelste tegenvallende prestatie van de Rode Duivels nam hij kort na de wedstrijd geen blad voor de mond voor de VTM-camera. Niets of niemand deugde: deze generatie voetballers niet, hun talent, hun mentaliteit. Ongelijk heeft hij natuurlijk niet helemaal, maar zulke dingen zeg je binnenskamers en alleen mits toestemming van de groep trek je met zulke uitspraken naar de media. De Bruyne gooide zijn medespelers voor de bus die hij zelf bestuurde. Plat waren ze. Op Onana na wilde niemand nog praten voor de verzamelde pers. De mond gesnoerd door de man met de band.

Bij afwezigheid van Romelu Lukaku is De Bruyne momenteel aanvoerder van de nationale ploeg. Een slecht idee. Fantastische voetballer, geen leider, net zomin als dat Thibaut-me-myself-and-I-Courtois een voortreffelijke keuze zou geweest zijn als stuurman van de stuurloze duiveltjes. Een fout die ontzettend veel gemaakt wordt in de voetballerij, is dat de beste speler tot aanvoerder gebombardeerd wordt. Messi. Ronaldo. Hazard. Niet doen. Laat de heren uitblinken, de tegenstand tureluurs draaien, oneindig veel poen scheppen, maar denk niet dat je beste speler meteen ook je meest geschikte captain is. Meestal is hij dat namelijk niet. Een goede aanvoerder in de sportwereld ziet het team op de eerste plaats, niet zichzelf. Een goede aanvoerder verdedigt het team naar de buitenwereld en zegt in de kleedkamer waar het op staat. Een goede aanvoerder maakt zijn persoonlijke frustraties ondergeschikt aan het belang van de groep.

(Je kunt dat overigens ook doortrekken naar de bedrijfswereld. Ik zal namen noemen: Jan Wauters was misschien wel de beste radiosportjournalist die deze regio ooit gekend heeft, maar ze hadden hem nooit baas mogen maken, want te veel met zichzelf bezig: een vedette mag dat, een leidinggevende niet. Wat is er mis mee om iemand te laten excelleren op zijn favoriete positie? Extraatje erbij op het loonbriefje, dat natuurlijk ook weer wel. Nog een naam: Aimé Van Hecke. Onmisbaar als extern adviseur om de VRT uit het kijkcijfermoeras te trekken, geen bezielende en inclusieve directeur televisie, want alleen de vedetten telden mee. Meer namen op eenvoudig verzoek.)

Lionel Messi, in mijn ogen de beste voetballer aller tijden, zie je zelden het voortouw nemen als het om leiderschap gaat. Cristiano Ronaldo juicht zelfs nauwelijks als een ploegmaat gescoord heeft. Eden Hazard is een lieve jongen, maar als hij zelf niet goed draaide, slaagde hij er niet in om zijn tien ploeggenoten aan te sturen. Kevin De Bruyne aanvaardt niet dat de tien mindere goden in het Belgische elftal niet volledig in zijn dienst spelen. In die zin is Lukaku een veel betere aanvoerder, al worstelt die bij de Rode Duivels toch te veel met zichzelf en is zijn lichaamstaal soms bijzonder negatief. Vincent Kompany, dát was een aanvoerder. Franky Van der Elst. Eric Gerets. Team players, die hun ploegmaats aanvuurden en -stuurden, en die hun geloofwaardigheid haalden uit het feit dat ze ook nog eens aardig tegen een bal konden trappen.

Leiderschap is in grote mate jezelf kunnen wegcijferen voor een groter doel, of dat nu winst in een voetbalwedstrijd is, dan wel het vormen van een regering of het creëren van een inclusieve stadsomgeving, of het goed functioneren van een bedrijf. Met slecht leiderschap scoor je misschien eenmalig of op korte termijn, maar op de middellange termijn ben je beter af met iemand die het grotere plaatje ziet.

Donald Trump is geen leider, Kamala Harris zal dat hopelijk snel worden.



Terug naar (de politieke) school

Politiek, Samenleving Posted on za, augustus 31, 2024 12:38:51

We hebben dus nog geen federale regering. Dat zal u niet ontgaan zijn, zelfs niet wanneer u de hele zomer op het strand hebt gelegen. De gemakkelijkste regeringsvorming sinds mensenheugenis – volgens sommige optimistische politicologen – blijkt al even ingewikkeld en uitzichtloos te zijn als vorige formatieperiodes.

Het leek nochtans zo voor de hand te liggen: de grootste partij (ondanks stemmenverlies) van Vlaanderen en bijgevolg van het land, de grote winnaar in Wallonië, een kleinere winnaar uit Vlaanderen en Wallonië, en een lichte verliezer uit Vlaanderen. Er zijn regeringen met grote verliezers gevormd, dus zou het wel lukken om binnen redelijke termijn een regering van (bijna-)winnaars te vormen. Tja, naïviteit heeft zowel iets schoons als aandoenlijks, maar het blijft wat het is: wishful thinking voor gevorderden. In het land van het surrealisme is niets ooit wat het lijkt. De regen van paraplu’s van Magritte oogt realistischer dan een snelle politieke doorbraak.

Daar zijn een aantal redenen voor te bedenken. De eerste is de olifant in de kamer: Vlaams Belang, net niet de grootste partij van Vlaanderen. In tegenstelling tot een stem-uit-het-verleden als Mark Elchardus, ooit een gewaardeerde linkse socioloog, nu een verzuurde Vlaming, pleit ik uitdrukkelijk NIET voor het geven van verantwoordelijkheid aan die partij. Dat risico, zo bewijst het verleden in naburige landen, is veel te groot. Weghouden van de macht luidt de boodschap. Maar om dat stemmenaantal kun je niet omheen.

Tweede reden is dat het politieke landschap veel te versnipperd is. Vijftig jaar geleden vonden we het (terecht) ongezond dat de christendemocratische CVP tegen een absolute meerderheid in het Vlaamse landsgedeelte aanhikte, ‘CVP Staat’ en zo, weet u nog, oudje? Nu is het ongezond dat geen enkele partij een kwart van de stemmen weet te verzamelen. In de jaren 70, 80 en 90 konden nog regeringen worden gevormd met twee politieke families (vier partijen), eventueel aangevuld met een kleintje. Tripartites waren er alleen nodig wanneer er grote hervormingen noodzakelijk waren, maar het bleef een noodzakelijk kwaad. Tegenwoordig heb je federaal minstens vijf partijen nodig om aan een nauwelijks werkbare meerderheid te geraken. Vivaldi telde er zelfs zeven, de regering-Michel I (Zweedse coalitie) slechts vier, maar dat was omdat de MR per se solo Wallonië wilde vertegenwoordigen.

Derde reden: de Belg is niet langer zuilgebonden. De tijd dat je katholiek stemde omdat je aangesloten was bij de katholieke mutualiteit of vakbond, socialistisch omdat je een lidkaart had van het socialistische ziekenfonds of syndicaat, liberaal omdat je je conformeerde aan die zuilorganisaties, ligt al een poos achter ons. Daardoor is de onvoorspelbaarheid groot geworden. De kiezer is niet alleen volatiel, hij (m/v/x) is ook nog eens wispelturig en kort van geheugen.

Een vierde, en in de huidige gang van zaken zeer relevante, reden is dat de zogeheten toppolitici ook topopportunisten en -populisten zijn geworden. De laatste peiling, de waan van de dag, de dominante mening op sociale media, sturen hen aan. Ze worden niet meer in hoofdzaak gevoed door idealistische en ideologische principes, maar laten zich leiden door wat buiten het partijhoofdkwartier gebeurt. Dat hoeft niet noodzakelijk negatief te zijn – weinig irritanter dan ivorentorenbestuurders –, maar de slinger is helemaal doorgeslagen. De Homo Politicus leidt niet meer, hij lijdt. De leider speelt leiderschap, in werkelijkheid is hij volger geworden. De koets trekt het paard.

***

Sire, er zijn geen staatsmannen meer.

(Siri, wat is een staatsman? Een staatsman (m/v/x) is een politicus die zich boven zijn eigen partij kan stellen om ’s lands belang te dienen.

Siri, wie was onze laatste staatsman? Jean-Luc Dehaene.)

***

Zelfs politici die boven de mêlee lijken te staan, dienen in eerste instantie hun eigen partij én zichzelf. Plus hun denkbeeldige achterban, die echter nogal fluctueert. Bart De Wever wordt onze grootste politicus van de jongste twintig jaar genoemd – zeg dus maar: van deze eeuw tot nog toe –, maar de man heeft het gekrakeel en het persoonlijke gewin nooit overstegen. Van een formateur mag je verwachten dat die boven zichzelf en, vooral, zijn eigen partij uitstijgt. Het is een zeer ondankbare positie: je lijkt de baas te zijn, maar je moet om te slagen meer toegevingen doen dan de anderen. Compromissen sluiten zonder dat het compromitterend wordt voor jezelf, je medestanders en je (gedeeltelijk denkbeeldige) achterban. De Wever is geen staatsman: zijn oorspronkelijke nota was naar verluidt een doorslagje van het N-VA-programma, zijn opeenvolgende ‘supernota’s’ bleven te veel hangen in zijn eigen neoliberale en nationalistische wensen. Onwerkbaar.

Georges-Louis Bouchez, ach, passons. Tafelspringer, gladjanus, ongecontroleerd projectiel, het schoolvoorbeeld van de ‘me, myself & I’-generatie in de politiek.

Van Sammy Mahdi en Maxime Prévot zou je, gezien hun christendemocratische achtergrond, meer mededogen mogen verwachten, maar ook zij bleven gretig mee vergaderen, hoe rechts, anti-solidair en anti-humaan heel wat vooropgestelde plannen ook waren. Macht om de macht, het is eigen aan het christendemocratische verleden, een partij die er bijna altijd bij is geweest (en die acht jaar dat ze er niet bij waren tussen 1999 en 2007, zitten hen nog altijd dwars). Liever lid van een asociale regering dan een nieuwe oppositiekuur, is het adagium bij CD&V. En Les Engagés willen er maar wat graag bij zijn, zeker nu het politieke landschap in Wallonië grondig vertimmerd werd.

Conner Rousseau? Een lichtgewicht. Instagrampoliticus, die zijn populariteit ten koste van heel veel wil opvijzelen. Een racistische oprisping rechts, een populistisch maatregeltje links. Ik had het enkele paragrafen geleden over de ‘socialistische’ zuil, maar de pijnlijke waarheid is dat we in dit land nauwelijks socialistische politici die naam waardig gehad hebben. Hendrik De Man bleek een ordinaire Nieuwe Orde-aanhanger, Spaak en Van Acker waren typische machtspolitici, de generatie van Jos Van Eynde en Louis Major bestond uit ordinaire roeptoeters, Karel Van Miert en Louis Tobback-in-zijn-oppositiejaren kwamen nog het dichtst bij de socialistische idealen. Rousseau en zijn medestanders sluiten heel nauw aan bij een hemeltergende evolutie (met mijn excuses dat ik het katholieke begrip ‘hemel’ koppel aan de sociaaldemocratie): in de regering gedragen ze zich opportunistisch en centrum(rechts), buiten de regering herinneren ze zich opeens weer waarvoor sommige socialistische principes staan. Niet te vertrouwen.

***

De laatste ‘supernota’ van de ex-formateur was een aberratie van waar beleid zou moeten voor staan. Onbegrijpelijk dat het Bouchez was die vanwege het detail van de meerwaardebelasting van tafel wegliep, terwijl Rousseau en in iets mindere mate Mahdi en Prévot dat hadden moeten doen. Asielzoekers wegpesten? Wetenschappelijke domeinen afbouwen? Ontwikkelingshulp halveren? Wil er eens iemand aan die slimme mensen in de besloten cenakels vertellen dat je niet én de immigratie kunt stilzetten en asielrecht uithollen én ontwikkelingssamenwerking nagenoeg afschaffen? Natuurlijk klinkt dat riedeltje geweldig in extreemrechtse kringen, maar wil je als zelfverklaarde democraten echt tegen mensen op verre plekken zeggen dat ze, wat België betreft, gerust mogen creperen in hun eigen land? Want dat is de onderliggende boodschap die je zo meegeeft. Als je immigratie een halt wil toeroepen – wat sowieso een ongezond principe zou zijn –, moet je net méér investeren in ontwikkelingssamenwerking. En als je de migratiekraan wil opendraaien, kan je ontwikkelingshulp gerust afschaffen. Het is het een of het ander. Of-of, niet en-en.

***

Er wordt steeds vaker gewaarschuwd dat de jaren 30 naderen. Dat klopt uiteraard als je zes jaar vooruitblikt in de tijd, maar het gaat – dat weet u – over de jaren 1930 en de extreemrechtse uitwassen die daarbij hoorden. Die waarschuwing is terecht, de ontmenselijkende tendensen zijn er weer en ze krijgen steeds meer bijval. Zeer zorgwekkend. Maar tegelijk is er ook een parallel met de donkerblauwe jaren 80 van de vorige eeuw: Reagan en Thatcher, de trickle down economics, waarbij de rijken belastingvoordelen kregen met als argument dat een deel van hun rijkdom zou neerdruppelen op wie het minder goed had, wat vanzelfsprekend niet gebeurde, zo zijn rijken nu eenmaal – zo zijn ze ook rijk geworden. Diezelfde politieke uitgangspunten tricklen vandaag down op de Arizona-coalitievorming. Wie heeft, zal nog meer krijgen, misschien in ruil voor een beperkte tegemoetkoming van hun kant hier of daar; wie niet heeft, moet maar zien te overleven. Dat vertaalt zich zowel op Vlaams niveau (de toekomstige regering-Diependaele) als federaal.

We hebben geen staatsmannen meer en we hebben geen gezaghebbende politici met voldoende mededogen en solidariteitsgevoel meer. De jaarlijkse kreet ‘Terug naar school’ zou ook voor de onderhandelende politici mogen gelden, want zij zijn de slechtste leerlingen van de klas.



Winnaars zijn verliezers, verliezers winnaars

Politiek, Samenleving Posted on za, juni 15, 2024 12:37:33

‘Het lijkt simpel aan Vlaamse kant.

Vlaams: N-VA + Vooruit + CD&V.

Federaal: idem + MR + Les Engagés.

Máár… laat Vooruit PS los?

Máár… federaal kan ook Open VLD en dus centrumrechtse regering?

Máár… wil Vooruit dan nog Vlaams mee?

Vooruit heeft de sleutel in handen? #KIES2024’

***

Een hele intelligente politicoloog, o wacht, ik was het zelf, tweette dit zondagavond om 21u48. (Huur mij in voor nog veel meer politieke inzichten en op eenvoudig verzoek gooi ik er een politicologencliché of twee, drie tussendoor.)

Dat Vooruit een sleutel in handen heeft, is nog wel duidelijk. Dat heeft ook de oude/nieuwe voorzitter Conner Rousseau door, las ik vanochtend in twee lange interviews in twee kwaliteitskranten. He’s back, bitches! Helemáál terug, zelfs, want hij had het in De Standaard een paar keer over ‘mijn lijst’, als in: de partij, dat ben ik. 75.000 voorkeurstemmen is de afkoopprijs voor nederigheid, blijkbaar.

(Ja, Bart Eeckhout heeft gelijk, iederéén, dus ook een partijvoorzitter die zwartgeblakerde uitspraken heeft gedaan, verdient een tweede kans, al had meer schuldinzicht gemogen en heeft minder dan een week na de verkiezingen ook de hubris een opgemerkte comeback gemaakt. En ik blijf me afvragen hoe geloofwaardig het antiracistisch discours nog is van een jongeman die herhaaldelijk aangebrande dingen heeft gezegd en nog altijd zegt over migratie en mensen met een migratieachtergrond.)

Dat Vooruit niet zomaar in regeringen zal stappen, liet Rousseau weten. Begrijpelijk, gezien de betrekkelijke machtspositie van die partij en het gegeven dat ze als enige een centrumlinks accent kan leggen in een regering met (federaal) drie centrumrechtse partijen en één rechtse, die een neoliberaal parcours willen uitstippelen. Ook Vlaams wacht mogelijk samenwerking met centrumrechts en rechts. Normaal dus, dat Rousseau en Vooruit hun huid duur zullen verkopen.

Vraag is: hoelang blijven progressieve principes en ideeën overeind, eens het zoete parfum van machtsdeelname het partijhoofdkwartier binnenwalmt?

Andere vraag: welke rode lijnen worden er in zichtbare inkt getrokken (breekpunten) en welke in onzichtbare (opofferbaar)?

En tenslotte: wil Vooruit zich positioneren als een realistische partij – wat meestal neerkomt op ‘besturen om te besturen’ – of blijft er nog iets over van sociaaldemocratische principes?

***

Het kan dus snel gaan en het kan dus traag gaan. Snel, als Vooruit veel water bij de rode wijn doet en/of de anderen hun liberale programma homeopathisch willen verdunnen. Traag, als dat allebei niet gebeurt. Mijn gok: vrij snel, omdat men de toorn van de kiezer vreest als het weer eens aansleept, terwijl er in oktober al lokaal gestemd wordt.

***

Al zo lang ik verkiezingsprogramma’s volg – en dat is intussen al héél lang – is er een kloof tussen de realiteit (de uitslag) en de gepercipieerde realiteit (de interpretatie van de uitslag). Verliezers willen vooral niet het woord ‘verlies’ in de mond nemen en geven er dan maar een draai aan. Winnaars achten zichzelf doorgaans nog net iets groter dan ze in werkelijkheid geworden zijn die dag. Dat was zondag niet anders.

Opnieuw bleken verliezers gecamoufleerde winnaars te zijn en winnaars verliezers. De eerlijkste communicatie kwam van bij de Open VLD: verloren, bijltjesdag, ander en beter. Ook Vlaams Belang was vrij eerlijk: gewonnen, maar niet de grootste, dus ook een beetje verloren, gezien de peilingen, en niet aan zet in Vlaanderen. PVDA won in Vlaanderen, maar niet in Wallonië: de communicatie daarrond was even verrassend. Schizofreen, zeg maar. CD&V was tevreden, ondanks verlies. 557.392 stemmen, ooit verleidde Leo Tindemans op z’n eentje meer dan anderhalve keer zoveel kiezers. Maar ja, ‘ooit’ spraken we van de ‘CVP-staat’ – bijna in staat om de absolute meerderheid te halen – en dat is nu dus een mini-staatje geworden. ’t Is alsof Italië zou juichen omdat het internationaal de impact van San Marino zou overhouden. Vooruit heeft wel gewonnen, goed voor vier extra zetels federaal, maar de partij komt dan ook van ver. Toch opmerkelijk dat Vooruit opgeteld meer stemmen heeft behaald dan zusterpartij PS, misschien toch wel dé verliezer van deze verkiezingen.

De domste communicatie kwam zondag van Groen. In een geslaagde Comical Ali-imitatie zeiden de covoorzitters en boegbeeld Petra De Sutter dat het best oké was, zeker in Brussel (wat klopt) en dat het niet zo erg was als de peilingen hadden voorspeld (a zo, opeens worden de peilingen wél ernstig genomen?). Totaal ongeloofwaardig, wars van de broodnodige deemoed, ronduit gênant. Wie geloofde die mensen nog?

Dat Vlaams Belang ondanks de eclatante zege en een fikse vooruitgang toch gekoppeld werd aan het begrip ‘overwinningsnederlaag’, heeft ermee te maken dat het niet de grootste partij in Vlaanderen is geworden (wie neemt die peilingen nog ernstig?). Daardoor kon N-VA de overwinning claimen, terwijl De Wever en zijn troepen federaal één en Vlaams vier zetels achteruitgingen. Sterker nog: de Vivaldi-coalitie behoudt federaal een nipte – en geef ik direct aan: onwerkbare – meerderheid, terwijl de centrumrechtse Vlaamse regering daarin niet slaagt.

Ook dat is een signaal.

De vraag is: welk?

En hoe moet je het interpreteren?

***

Temidden van de warrige interpretatie van winnen en verliezen vielen ook her en der juichkreten te horen in progressieve middens: Vlaams Belang is niet de grootste partij van Vlaanderen geworden. Klopt, maar het scheelde naar verluidt slechts een kleine vijfduizend stemmen. Hoera? En extreemrechts is onmiskenbaar nóg prominenter aanwezig in de samenleving, zowel in het halfrond in de Brusselse parlementen, als in de samenleving. Het discours van Vlaams Blok van de jaren 90 is langzaam maar zeker doorgesijpeld in wat de andere partijen zeggen en doen. Die bruine pluim mag Dewinter op zijn hoed steken. Vandaag is Belang salonfähig geworden, met dank aan lankmoedige media – met als absoluut dieptepunt een vrolijke selfie van Radio 2-presentator Peter Van de Veire met Tom Van Grieken – en weinig standvastige partijen, die hopen dat er kruimels van VB van de tafel zullen vallen als ze een stuk in hun richting opschuiven, maar vergeten dat kiezers het origineel verkiezen boven de kopie. Die pluim mag Van Grieken op zijn hoed steken.

Vlaanderen (en eigenlijk ook Wallonië) is nog meer naar rechts opgeschoven, weg van het centrum, weg van medemenselijkheid en mededogen met wie het moeilijk heeft, weg van (inter)nationale solidariteit, weg van mensenrechten. Moeten we daar blij om zijn, dat het enkel een ‘verder opschuiven naar’ is geworden en geen extreemrechtse vloedgolf? Ach, kom nou! Wie daarom juicht, is blij met een dode mus.

Het zou weleens kunnen dat die lichtjes verheugde luitjes maandag 14 oktober 2024 met een veel grotere kater zullen opstaan dan afgelopen maandag. Als je ziet dat Vlaams Belang heel hoog gescoord heeft in landelijke gebieden, waar je met een vergrootglas op zoek moet gaan naar migranten, asielzoekers en mensen die er net iets anders uitzien dan de bleke Vlaming, dan is enig optimisme richting gemeenteraadsverkiezingen niet gewettigd.

Mossel met friet en kip aan het spit zijn er nog volop, maar de kerk staat allang niet meer in het midden in deze kille regio. Dat de purperen hei niet meer bloeit is niet eens een thema meer, klimaatbewustzijn is helemaal ondergesneeuwd door andere thema’s, naar de toekomst kijken is vervangen door een hic et nunc-politiek. Après nous le déluge. Dat het geld in het zwart vloeit, zoals Raymond destijds olijk declameerde, is niet eens een aandachtspunt. Veel succes, Vooruit, om vermogensbelasting op tafel te gooien bij de onderhandelingen. Dat zal de eerste eis zijn die van tafel wordt geveegd straks. Zelfs vermogenswinstbelasting zal nauwelijks ter sprake komen.

(Contacteer mij voor meer toekomstvoorspellingen.)

Veertig jaar geleden werd Guy Verhofstadt smalend baby-Thatcher genoemd. Vandaag zou je Bart De Wever het kleinkind van Thatcher kunnen noemen. Hij staat voor een hard bezuinigingsbeleid, waarbij de kleine man als eerste zal bloeden, zoals ook in het Groot-Brittannië van Thatcher het geval was. Benieuwd welke neoliberale accenten Vooruit (en in mindere mate CD&V en Les Engagés) zullen kunnen afzwakken.

Dé verliezer van de verkiezingen is de progressieve Vlaming. Een uitstervend ras, zo te zien. Alleen bij Groen zullen ze dat nog niet willen toegeven.



Zondag

Politiek Posted on za, juni 08, 2024 11:24:06

Mocht het u ontgaan zijn – wat gezien het grote nieuws- en nepnieuwsaanbod van elke dag begrijpelijk zou zijn –, meld ik even dat er morgen verkiezingen zijn. Ja, echt waar, en nog wel federaal, regionaal en Europees. Die laatste zijn in feite voor onze toekomst de belangrijkste, dus is het niet onlogisch dat onze pers daar nauwelijks aandacht aan besteedt. Die eerste zijn de op een na belangrijkste, dus moet u begrijpen dat ze net iets minder aandacht krijgen dan wat twee Vlaamse partijen kunnen/zullen/willen bekokstoven: de eerste is niet geïnteresseerd in het federale niveau, de tweede alleen als het mag besturen (en dan nog maar van een tijdelijk crisiskabinet).

Enfin, als u dat echt wilt, zult u er ergens wel iets over terugvinden.

Zoals de oorspronkelijke Star wars uit 1977 inmiddels al tig prequels en sequels heeft gekregen, zo is de eerste ‘moeder aller verkiezingen’ ook al ettelijke keren gerecycleerd, maar we kunnen het er nu wel ongeveer over eens zijn dat dit verkiezingsmoment, dat van morgen, 9 juni 2024, de échte ‘moeder aller verkiezingen’ zal worden. Tenzij de volgende nog belangrijker wordt, maar dat zien we dan wel weer.
Als u het een beetje heeft gevolgd — en nogmaals, ik zou het u niet kwalijk nemen, mocht u dat níet gedaan hebben –, dan weet u allicht dat Vlaams Belang volgens de laatste prognoses de grote winnaar zal worden. Groot, als in: iets tussen de 25 en de 30 procent. De rest volgt op een straatlengte. De partij die de nieuwe volkspartij ging worden, de N-VA, heeft het tegenwoordig iets moeilijker om dat volk te bereiken. In Vlaanderen wordt met een bang hart of een verwachtingsvol kloppend hartje (schrappen wat niet past) uitgekeken naar de opgetelde resultaten van beide partijen. ‘Samen een meerderheid’, weet u nog wel. Of net niet. Daarover zo dadelijk meer, drink eerst nog iets op mijn kosten.

In Wallonië en Brussel – ja, hoor, die tellen ook nog mee – is de verwachting dat de PS en Ecolo klappen zullen krijgen, en dat de MR, Les Engagés en PTB daarvan zullen profiteren. De kans bestaat dat de Parti Socialiste in het francofone landgedeelte niet langer incontournable zal zijn morgenavond. Voor meer informatie daarover raad ik u aan de Franstalige zenders en media te volgen, want in Vlaanderen hoort en leest u daar pas dinsdag iets over, op pagina 7 of daaromtrent, terwijl de uitslag daar wel cruciaal wordt om een handvol regeringen te vormen.

***

U hebt iets gedronken, intussen? (Zet het maar op de rekening, Pascaleke.)

Oké, terug naar Vlaanderen dan. Het is eenvoudig of het is moeilijk. Eenvoudig: Vlaams Belang en N-VA behalen samen een meerderheid. Dan krijgt Tom Van Grieken voor het eerst in zijn leven het initiatiefrecht (tenzij dan toen hij Zwanworstjes naar moslimleerlingen gooide, dat valt ook onder ‘initiatief nemen’). Zijn eerste telefoontje zal dan gaan naar de man die hem in Het conclaaf belachelijk gemaakt en tot in het diepst van zijn ziel vernederd heeft, Bart De Wever. Ook de andere deelnemers aan dat tv-programma deden de Belang-voorzitter overigens rode koontjes krijgen en er was geen Zwanworstje in de buurt om terug te gooien. Van Grieken schoffeerde daarop de aanwezige Petra De Sutter en de afwezigen die ruimer over gender denken dan dat er mannen en vrouwen zijn en dat die trouwen en kindjes maken en that’s it. Tommeke, Tommeke, Tommeke, toch, wat deed je nu?

Of de uitlatingen over LGBTQIA+ Vlaams Belang stemmen zullen kosten, is nog maar de vraag, want het kiespubliek van die partij bestaat hoofdzakelijk uit witte mensen die vinden dat ze beter zijn dan die bruine mensen, dat die bruine mensen hier eigenlijk niet zouden moeten zijn en dat mannen het met vrouwen moeten doen en vrouwen met mannen, en dat al de rest een afwijking is, een macabere keuze, viezentistengedoe. De verontwaardiging die u en ik – a ja, want wij zijn breeddenkende, tolerante luitjes – de voorbije dagen hebben geuit, gaat in die kringen het ene oor in en het andere weer uit (wat redelijk snel gaat, want tussen die twee oren zit betrekkelijk weinig in de weg).

Weverken, dan. Die was zijn cynische, verzuurde zelf. Op televisie valt dat nog meer op. Zelfvoldaan, hautain, ik-weet-alles-beter-en-zelfs-als-gij-voor-één-keer-gelijk-hebt-geldt-nog-altijd-regel-één: ik weet alles beter. Hij, en hij alleen, is in staat om het land te redden, zowel Belgenland als Vlaanderenland (en dan neemt hij er Antwerpenland en N-VA-land en passant nog wel bij). Tenminste, dat zegt hij. Hij wil een tijdelijk zakenkabinet vormen om de ontspoorde begroting aan te pakken en over twee jaar opnieuw verkiezingen uit te schrijven (‘de dochter aller verkiezingen’?).

Sta me toe nu heel even een ernstigere toon aan te slaan, maar wat een flipfloppend individu is die man, zeg! Vijf jaar geleden ging hij Vlaams minister-president worden, herinnert u zich dat nog? Daarvoor was hij bereid – maar zwaar tegen zijn (ge)zin – om het burgemeesterschap te laten vallen. Vier jaar geleden lachte hij de prille coronavoorzichtigheid weg en poseerde in een mal kostuum vlak voor de musical Mamma mia!, om een paar dagen later te pleiten voor een crisiskabinet, om vervolgens de regel dat mensen niet op een bank in de park mochten gaan zitten, weg te lachen, om tenslotte een legerinterventie te bepleiten. Wie gelooft die man nog? En nu wil hij echtigentegtig premier worden om het land – dat hij niet eens wil, zie paragraaf 1 van de statuten van de partij die hij al twintig jaar leidt – te redden? En dan schoffeert hij Alexander, Sammy, de sossen, de groenen, lang verhaal kort: álle anderen, en is hij boos omdat ze niet meer op de speelplaats gezien willen worden met hem? Al twee decennia de beste politicus van het land, orakelen tegen hem aan schurkende politicologen, maar wat heeft de man al verwezenlijkt, behalve dan burgemeester worden van Antwerpen? Euh…

De Wever is een geboren debater, maar als je goed analyseert wat hij zegt, spreekt hij zichzelf voortdurend tegen. Waarom is er nauwelijks één politieke journalist te vinden die dat fijntjes opmerkt en hem onderbreekt tijdens zo’n betoog? Want, heel eerlijk, hij steelt de show, hoor, in Het conclaaf, dat zeker wel, maar als je dat woord per woord bestudeert, blijft daar niet veel van overeind. Retoriek voor de bühne. Prietpraat. Paroles paroles.

***

Intermezzo: ik ben geen fan van de mens/mediamaker Eric Goens, maar Het conclaaf is oneindig veel relevanter dan de halfzachte verkiezingsprogramma’s van alle andere confraters van vroeger en nu. Goens stelt tenminste vragen en hij stelt die heel pertinent, als een pitbull die zijn prooi niet zal lossen voor die zelf iets gelost heeft. Het conclaaf is tegelijk de interessantste politieke uitzending sinds lang én een pijnlijke ontluistering van De Politiek. Ik zit nu volop in de research van een boek over de jaren 70. Er werd toen ook gestookt en gepookt en op en soms over het randje gedebatteerd, maar voor een stukje was dat politiek theater (na de uitzending dronken ze gezellig samen een pint of, nou ja, behoorlijk veel pinten en/of whisky’s, nu niet meer) en ver weg van de camera’s werd er overleg gepleegd. De rode telefoons op de partijbureaus werden nog volop gebruikt. Dagelijks.

Als leidinggevende figuren in ons politieke bestel constant benadrukken dat ze elkaar in een hele legislatuur nog niet gesproken hebben, dan klinkt dat stoer, maar is dat vooral intriest en volstrekt onverantwoord. Als je elkaar alleen ziet en spreekt tijdens regeringsonderhandelingen en daarna niet meer, weet je dat de volgende onderhandeling onder een slecht gesternte zal starten. Zeker als je de collega-voorzitters en -ministers ook nog eens de hele tijd zit te ridiculiseren.

België is een moeilijk land, maar er is vooralsnog meer dat ons bindt dan dat ons scheidt, op voorwaarde dat ‘we’ – ik bedoel ú, politici – on speaking terms blijven, respect hebben voor de ander, verder durven te kijken dan het eigen Grote Gelijk, ideologische standvastigheid koppelen aan intellectuele flexibiliteit. De polletiekers die het vanaf overmorgen moeten regelen zijn noch ideologisch standvastig, noch intellectueel flexibel. Dat is een drama.

Nog één dingetje: de hete brij waarrond N-VA’ers de voorbije maanden bleven dribbelen. Doen-ze-het-of-doen-ze-het-niet (samen een meerderheid vormen met Vlaams Belang)? Mensen die anders voortdurend in zwart-wit denken bij die partij, praatten alleen nog in grijstermen, tot de Grote Leider eindelijk het verlossende woord leek te spreken: ‘Neen’. Democratisch Vlaanderen was enigszins gerustgesteld. Tot je de woorden van De Wever gaat analyseren. ‘Ik wil’ niet met Belang samenwerken, zei hij. Dat is een enorm semantisch verschil met ‘Ik zal niet’.

‘Willen’ betekent dat het je voorkeur geniet om het niet te doen.

‘Zullen’ betekent dat je het onder geen enkele omstandigheid zult doen.

Natuurlijk ‘wil’ hij niet. Maar als die ‘samen een meerderheid’ morgen gerealiseerd wordt en Tom Van Grieken na een week of vier – rond 11 juli – met het voorstel komt om samen een Vlaamse regering te vormen, waarbij N-VA vijf van de negen ministers mag leveren, inclusief de minister-president, dan wil ik het nog weleens zien. (En, neen, Dewinter doet niet mee, maar, komaan Bart, zo erg is het nu toch ook niet dat hij parlementsvoorzitter wordt, bij wijze van fin de carrière, allee jong?) Of dat dit scenario zich over een paar maanden zal afspelen, wanneer het federaal stroef loopt met de onderhandelingen (als die er al zijn!).

Een afspraak met de geschiedenis durft door agendaproblemen al eens te verschuiven, een historicus beseft dat als geen ander.

O ja, dat was nog het makkelijkste scenario. Het moeilijke, ‘samen geen meerderheid’, wil ik u besparen.

De zoveelste ‘moeder aller verkiezingen’ zal morgen de zoveelste Zwarte Zondag baren. Dat staat als een paal boven water. Wie destijds de term ‘Zwarte Zondag’ gemunt heeft, verdient de prijs voor Meest Voorbarige Conclusie Aller Tijden. Alle verkiezingszondagen daarna waren, op een enkele uitzondering na, nóg donkerder, maar het probleem is dat donkerder dan zwart niet bestaat.

Laten we ’t dus gewoon maar Zondag noemen, morgen. En ja, het wordt weer zo’n dag.

U doet er mee wat u wilt, maar stem vooral bewust. Liefst voor een concreet programma in plaats van tegen de anderen. Bij voorkeur voor politici die toch nog enige blijk hebben gegeven van ideologische standvastigheid en intellectuele flexibiliteit. Volg uw hoofd, niet uw hart. Denk aan wat moet volgen, niet aan wat is.

Of, zoals ze in mijn Antwerpse familie altijd zegden: ‘Stemt oep de goei!’

Eén ding staat vast: wat ook de uitslag wordt, maandag zullen de politicologen een ander vat met clichés aansluiten in de kantine. Tournée générale!



Volgende »