Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

#Boehmermann

Politiek Posted on za, april 16, 2016 12:13:48

Ik tik deze
woorden op het klavier van mijn desktop computer. Alles eerst in het klad op
papier schrijven heb ik nooit gedaan. Het definitieve resultaat in kroontjespen
op perkament krassen, gebeurt evenmin. Ik heb namelijk een zeer lelijk handschrift.
Zó lelijk dat het aandoenlijk wordt in al zijn onleesbaarheid. Ook voor mezelf,
trouwens. Als ik een telefonisch interview doe en inderhaast wat quotes (in
hoofdletters!) noteer, dan moet ik die binnen het half uur in een Word-document
gieten, anders is de helft onbruikbaar. Het handschrift van een huisarts met
Parkinson die, rechtstaand op een overvolle bus die plots vol in de remmen gaat,
een stevige por in de rug krijgt van een vallende passagier, terwijl hij net
een medicament aan het voorschrijven was met zijn linkerhand, hoewel hij eigenlijk
rechtshandig is. Zoiets.

Tekenen kan
ik ook al niet. Ik bedoel dan niet ‘handtekenen’, want dat lukt nog net wel,
zij het dat ik er maar niet in slaag om op tien documenten minstens twee
identieke handtekeningen te produceren. Ik heb het over figuurtjes tekenen. Wat
een cartoonist kan, kan ik niet. Het zit in mijn hoofd en de tekstballonnen
vullen zou nog wel lukken, maar de rest… Hopeloos. Daarom zeg ik maar even
met woorden hoe ik cartoongewijs zou reageren op de mededeling van Frau Merkel
dat Herr Erdogan gerust de grofgebekte Duitse satiricus Jan Böhmermann mag
vervolgen vanwege het beledigen van een buitenlands staatshoofd. Dat zou zo
gaan…

***

Links, een
geit. Om het iets te bolle lijf een Duitse vlag gedrapeerd. Het gezicht herken
je uit de duizenden: de Duitse bondskanselier. Haar ogen zijn dichtgeknepen. Ze
heeft pijn. Ze puft, want dat zie je aan de stoom die uit haar muil komt. (Het
is een geit, dus die ‘muil’ is niet beledigend bedoeld, buitenlands staatshoofd!)
Deze vrouw, pardon: geit, lijdt. Dat rijmt, maar is verder niet belangrijk. Uit
haar kont druppelt een beetje bloed.

Achter haar
staat een knalrode figuur. En ook: in
haar. Horentjes op het hoofd, klauwen, bokkenpoten, een lange staart die
uitmondt in een soort vijgenblad. In zijn linkerhand een drietand, waarmee hij
in de zij van de geit, en dus ook de Duitse driekleur, port. In zijn rechterhand
een stapel bankbiljetten, verfrommelde euro’s, het zijn er zo te zien heel veel.
Op zijn linkerzij staat een tatoeage. ‘Erdosatan’, kun je aflezen. De grijns op
zijn gelaat verraadt dat hij deze dominante houding best prettig vindt, het
ultieme orgasme nabij. Uit zijn mond komt een rode walm met daarin een witte kwartmaan en een witte ster. Tekstballon: “Ha Angela, ich schaffe das!”

Boventitel:
‘Recep(t) voor vernedering’.

***

Hashtag
Boehmermann. Want zo’n umlaut leest blijkbaar moeilijk in een tweet.



Ondertussen in de ivoren verkeerstoren

Economie Posted on do, april 14, 2016 12:35:01

Een
flipperkast. En een boksbal. Een stapel sudoku’s. Ik overloop even mijn eisen bovenop
het interessante basisloon mocht ik morgen gevraagd worden om
luchtverkeersleider te worden. Een fantasietje, quoi, want a) ze zullen mij niet vragen als je ziet dat er tien
‘gelukkigen’ uit enkele duizenden kandidaten op het examen komen, en b) ik wil
die job nooit doen. Ik hou van stress, van de adrenaline die door mijn journalistieke
lijf stroomt, van een deadline die mij dwingt om in overdrive te gaan, maar ik zie mij geen job uitoefenen waarbij
letterlijk mensenlevens op het spel staan.

Daarom ben
ik geen luchtverkeersleider en heb ik er absoluut geen probleem mee dat die een
pak meer verdienen dan andere stervelingen. Gooi er gerust nog wat andere
voordelen bovenop, kan me echt niet schelen. Laat hen vooral in alle nodige
comfort hun werk doen. Daarom ben ik geen chirurg, een beslissing waarmee ik onrechtstreeks
al heel wat levens gered heb. En laat zo’n specialisten het vijf- of
tienvoudige verdienen van de gemiddelde bediende, ik gun het ze. Als ik op die
operatietafel lig, wil ik er vooral levend en wel weer kunnen afstappen, en die
man of vrouw die iets kan wat ik niet kan daarvoor hartelijk danken. Daarom ben ik geen
brandweerman, omdat de neiging om mijn eigen leven te wagen om een wildvreemde
te redden uit een brandend huis dat niet het mijne is en niet eens in mijn
straat staat, mij vreemd is. Noem het laf, u doet maar. Een brandweerman zou
veel meer moeten verdienen dan wat hij nu heeft. Onbetaalbare job, figuurlijk
dan, net als verpleger of onderwijzer (telkens te lezen met ‘m/v’ erachteraan),
en zo zijn er nog wel wat andere. Diep respect heb ik voor die mensen.
Deemoedig buig ik mijn hoofd voor wat ze dag in dag uit presteren.

Ik kan me
er iets bij voorstellen dat de luchtverkeersleiders ongerust/verontwaardigd/boos
(schrappen wat niet past) zijn, omdat hun op het eerste gezicht begrijpelijke
en wellicht terechte eisen niet ingewilligd worden. Twaalf dagen werken, één
dag thuis, opnieuw dagen of nachten aan een stuk gaan werken, dan heb je geen
leven buiten het werk en eigenlijk ook geen leven op het werk. En dan riskeer je in die functie mensenlevens, als werknemer
én als bedrijf.

Ik kan me
er iets bij voorstellen dat de luchtverkeersleiders woedend zijn omdat de CEO
van Belgocontrol net nu een sociaal akkoord dat met haken en ogen aaneenhangt
er wil doordrukken, met het welwillen van slechts één vakbond, wetende dat dit
een slimmigheid is, in de nadagen van de terroristische aanslagen en in de veronderstelling
dat er nu toch geen actie zal gevoerd worden. CEO’s zijn passanten, ze komen
voor te veel centen een tijdje een bedrijf reorganiseren en vertrekken dan op
weg naar een nieuw lucratief avontuur, vaak via de achterdeur, meestal op een
sociaal dieptepunt. Laten we hen vooral met een gezond wantrouwen blijven
bejegenen.

Ik kan me
er iets bij voorstellen dat de luchtverkeersleiders een signaal naar de buitenwereld moesten sturen, omdat er intern
niet of onvoldoende naar hen geluisterd wordt. Als hun gevoel is dat ze ooit
fatale fouten zullen maken, dan moet er naar hen geluisterd worden, oplossingen
gezocht, het principe werkbaar werk toegepast.

Ik kan me
er iets bij voorstellen dat dat signaal een actie is, desnoods een staking. Maar
niet nu, niet daar, niet op deze manier. Zoals de bonden bij de NMBS dat altijd
opnieuw doen — de kleine, obscure vakorganisaties op kop —, presteert de Gilde
van Luchtverkeersleiders het om zonder aankondiging de boel plat te leggen,
daarmee weer duizenden gewone burgers treffend. Misschien hadden ze ’s nachts
de boel kunnen platleggen: een week geen nachtvluchten meer op Zaventem, bijvoorbeeld,
economische impact gegarandeerd, want het gaat om commerciële activiteiten die
veel geld opbrengen. Daarmee tref je uiteindelijk óók de man in de straat, maar
veel minder erg. Met wat nadenken zijn er ongetwijfeld nog alternatieve
(re)acties te bedenken. En als allerlaatste strohalm: een aangekondigde staking
over een maand of zo, als het echt niet anders kan. Vervelend, maar je kan je
er als reiziger op voorbereiden.

Niet nu,
niet daar, niet op deze manier. Wie nu naar Zaventem rijdt, doet dat met een
bang hart. Er zou maar eens een man met een hoedje met een bomgordel in de geïmproviseerde
vertrekhal moeten staan wachten. Als je die mensen dan ook nog eens aan de
grond houdt, waardoor ze niet met vakantie kunnen vertrekken of voor het werk
naar het buitenland reizen, dan ben je wel heel egoïstisch en kortzichtig bezig.
Dan ben je heel ver weg, daar in je ivoren verkeerstoren. Dat is nog een pak
vreemder dan wereldvreemd.

Los daarvan
is het ook strategisch dom. Op welke goodwill
hopen die heren en dames nog te kunnen rekenen? Als links en rechts sámen het
collectieve egoïsme van een groep hekelen, zoals maandag op de sociale media
gebeurde, dan ben je wel heel slecht bezig.

De
oplossing zit er nu niet in — zoals in sommige kringen te horen is — om er met
de botte bijl door te gaan, zoals Ronald Reagan dat in 1981 deed, door
elfduizend luchtverkeersleiders in één keer te ontslaan, want dat zou
stoerdoenerij zijn van de ergste soort. Het signaal, hoe verkeerd ook!, is
uitgestuurd, nu moet er gepraat worden. Een bemiddelaar namens de regering zou
een eerste stap kunnen zijn, een onafhankelijke audit een tweede, en er moeten
toch voldoende internationale benchmarks
zijn om de situatie in ons land mee te vergelijken? En doe alstublieft onmiddellijk
iets aan de concrete werkomstandigheden, want twaalf dagen ononderbroken werken
— zelfs al staat er een flipperkast, hangt er een boksbal en ligt er een stapel
sudoku’s te wachten — en dat na een dag rust nog eens overdoen, is waanzinnig,
onverantwoord, verontrustend.



Voetbalsprookje

Sport Posted on za, april 09, 2016 12:31:37

Leicester,
zo leert mij Wikipedia, is met zijn 330.000 inwoners de grootste stad van de
East Midlands, de tiende stad van Engeland en de dertiende van het Verenigd
Koninkrijk. De East Midlands hebben hun naam overigens niet gestolen, want deze
regio ligt centraal in Engeland, maar tegelijk ook aan de oostkust. Nottingham en Derby
zijn de andere steden uit de streek die ik vooral ken van hun roemrucht
voetbalverleden. Voor de rest niet echt een toeristische trekpleister, noch de
East Midlands, noch Leicester.

Hometown van een handvol muzikanten: de drummer en de
bassist van Dire Straits, de bassist van Queen, de zanger van Family en,
bovenal, Jon Lord, de keyboardvirtuoos van Deep Purple. Kort na de oorlog zagen
de gevierde schrijvers Julian Barnes en Sue Townsend er het levenslicht. Ook snookerspeler Mark Selby werd er geboren, net als voetballer Emile Heskey. En:
Gary Lineker, u weet wel, de gewezen prijsschutter van Leicester, Everton,
Barcelona en Tottenham Hotspur, presentator van Match of the Day en verantwoordelijk voor de staande
voetbaluitdrukking ‘Football is a simple
game. Twenty-two men chase a bal for 90 minutes and at the end, the Germans
always win’
. Hou u vast: die Gary Lineker zal Match of the Day binnenkort in onderbroek presenteren.

Daar is wel
één simpele voorwaarde aan verbonden: ‘zijn’ Leicester City Football Club moet
kampioen worden. Niet van de Sky Bet League 1 of 2, de Engelse derde en vierde
klasse, al had dat gekund met de bescheiden historiek van de club. Zelfs niet
van de Sky Bet Championship, de tweede klasse over de plas, goed voor de
zevende voetbaleconomie van Europa. Nee, Leicester staat op het punt de Premier
League te winnen. U bent voetballiefhebber, maar komt net van een andere planeet
en vindt mijn verhaaltje een beetje ongeloofwaardig? Ik zou het ook niet
onmiddellijk geloven mocht ik u zijn. Exact een jaar geleden begon Leicester
City nog als rode lantaarn aan de paasvakantie. Achterstand: zeven punten op de
zeventiende, de eerste veilige plek in het klassement. Alleen een
voetbalmirakel in de laatste negen wedstrijden maakte het mogelijk dat de club
alsnog kon overleven in de hoogste divisie. Een jaar later staat Leicester op
zes speeldagen van het einde zeven punten voor op de… tweede in de stand,
Tottenham.

Goed gedaan
van de spelers én de manager, zou u denken. Ware het niet dat de manager die
mee de redding bewerkstelligde, Nigel Pearson, vorige zomer ontslagen werd
omdat zijn zoon samen met drie andere beloften van de club betrokken was bij
het maken van een racistische seksvideo. Pearson werd daarop vervangen door de
Italiaan Claudio Ranieri, een man die een aantal maanden voordien ontslagen was
als bondscoach van Griekenland, onder meer na een pijnlijke thuisnederlaag
tegen het nietige Far Oer. In de elf jaar voorafgaand aan de ondertekening van
zijn contract bij Leicester had Ranieri zes clubs en één land geleid. Meestal
werd hij voortijdig weggestuurd vanwege de tegenvallende resultaten. Tussen
2000 en 2004 was Ranieri manager van Chelsea. Zijn bijnaam was er Tinkerman, omdat hij voortdurend zijn
elftal wijzigde en bijzonder onzeker overkwam, naast het veld en in interviews. Een jaar
nadat de Russische miljardair Roman Abramovitsj de Londense club had
overgenomen moest de ’twijfelaar’ zijn zitje in de dugout afstaan aan José
Mourinho, op dat ogenblik kersvers winnaar van de Champions League, met FC
Porto, en zelfverklaarde Special One.
Nee, special was de grijze figuur Ranieri
zeker niet.

Vorig
seizoen werd Chelsea kampioen, opnieuw onder Mourinho, en zat Ranieri werkloos
thuis na zijn mislukt Grieks avontuur. Dit seizoen werd Mourinho weggestuurd na
tegenvallende resultaten — de Portugees slaagt er nooit in zijn teams drie
seizoenen op niveau te laten presteren — en is de Tinkerman — waarmee Mourinho altijd vrolijk de draak stak in zijn
gekende überarrogante stijl — op weg naar het behalen van de titel.

U mag dat
gerust een mirakel noemen. Of een voetbalsprookje. In de door buitenlandse poen
geregeerde Premier League werd het onmogelijk geacht dat de kampioen niet uit
het traditionele kransje van usual
suspects
zou komen: Chelsea, Manchester City, Manchester United of, wie
weet ooit nog eens…, Arsenal. Liverpool was er twee jaar geleden ook
dichtbij, maar dat was uitzonderlijk. Tottenham Hotspur probeert al sinds 1961
vruchteloos opnieuw landskampioen te worden. Tussen die vier plus twee zou het ook in het
seizoen 2015-2016 gaan, zo luidde de algemene verwachting. Leicester was
degradatiekandidaat nummer één, samen met de pas gepromoveerde clubs AFC
Bournemouth, Watford en Norwich. In werkelijkheid staan traditieclubs
Sunderland, Newcastle en Aston Villa nu op de degradatieplaatsen. Kijk dan naar boven: Leicester staat op kop. Met nog achttien punten te behalen telt het
zeven punten voorsprong op de onverwachte tweede, Tottenham, en respectievelijk
elf en vijftien punten meer dan Arsenal en Manchester City, al hebben die nog
een inhaalwedstrijd tegoed. Leicester speelt morgen uit bij het laag
geklasseerde Sunderland. Volgen nog: thuiswedstrijden tegen West Ham, Swansea
en Everton, uit naar Manchester United en Chelsea. Stel je voor, op de laatste
speeldag, Ranieri die de titel viert voor de ogen van Abramovitsj en met de
geest van Mourinho die nog altijd rondwaart op Stamford Bridge!
Voetbalsprookje, ik schreef het al.

Leicester
City FC heeft een erelijst van niets. Drie League Cups, de minst interessante
van de twee nationale bekers, vier keer verliezend finalist in de FA Cup. That’s it. Wat het in tijden waarin het
internationale voetbal bijna uitsluitend door geld (véél geld!) geregeerd wordt,
extra onwaarschijnlijk maakt, is dat de blauwen uit Leicester weliswaar een
buitenlandse voorzitter hebben — de Thai Vichai Raksriaksom, die dat mag doen
namens de King Power International Group, vandaar dat het stadion King
Power Stadium gedoopt werd — maar slechts over een fractie van de financiële
middelen beschikken van de grote clubs. De volledige waarde van de spelerskern
van Leicester City bedroeg voor aanvang van dit seizoen amper de helft van de
transfersom van Kevin De Bruyne en u weet dat die meer dan zeventig miljoen euro gekost heeft. Het elftal bestaat uit aflatertjes. Spits
Jamie Vardy (29) speelde vier jaar geleden nog voor een vijfdeklasser. Nu is
hij topschutter én international. De Algerijnse dribbelkont Riyad Mahrez (25) werd
twee jaar geleden voor een half miljoen euro, een habbekrats, weggekocht bij de
Franse tweedeklasser Le Havre. Vandaag is hij twintig miljoen waard. De
Frans-Malinese middenvelder N’Golo Kante (25) kostte iets meer: hij kwam voor negen
miljoen over van Caen en is dit seizoen veruit de beste middenvelder in de
Premier League, de nieuwe Makelele zeg maar. En zo kunnen we doorgaan. Marcin
Wasilewski, ex-Anderlecht, zit er op de bank en valt niet uit de toon als hij
mag invallen. Ritchie De Laet, ex-Antwerp, kreeg er ook zijn speelminuten alvorens
hij in de wintertransferperiode werd verhuurd aan Middlesbrough.

The Foxes, zo luidt de bijnaam van Leicester City, dat
zijn thuiswedstrijden speelt in een stadion waar 32.262 toeschouwers plaats
kunnen nemen, niet echt een voetbaltempel dus. Jammer voor mijn ploegje, Tottenham, dat er na 55 jaar
eindelijk nog eens dichtbij is, maar ik gun het Leicester wel. Ze spelen
countervoetbal, maar niet het soort afbraakvoetbal dat — daar is ie weer! —
Mourinho doorgaans predikt. Heel direct, doelgericht, zonder franjes: Britse
inzet en no-nonsensestijl met daarbovenop de onvoorspelbare creativiteit van Mahrez.
Onderschat door de tegenstanders, dat zal wel, maar als die titel er komt, is
dat toch vooral de verdienste van Leicester zelf.

Ziet u het
al voor u: Leicester City FC in de Champions League? En, nóg interessanter, zij
het eenmalig: Gary Lineker in onderbroek in de Match of the Day-studio?



Waar blijft de verontwaardiging?

Economie Posted on di, april 05, 2016 12:27:32

Ach, ja,
dat wisten we toch al?

Tot daar
een korte samenvatting van de reacties hier te lande op de met veel poeha
aangekondigde ‘Panama Papers’, de gelekte documenten van het Panamese advocatenkantoor
Mossack Fonseca, die door honderden journalisten in tientallen landen werden
gelezen, samengebald en in hapklare journalistieke bijdragen gegoten. In een
tijd van clickbaits iets te veel naar mijn zin opgedrongen via de sociale
media, maar er moet nu eenmaal geklikt worden, nietwaar. Je zou er haast door
vergeten dat dit een knap staaltje is van onderzoeksjournalistiek over de
grenzen heen. En je zou er haast van beginnen dromen dat regeringen over
diezelfde grenzen heen zouden samenwerken om dit soort fiscale constructies een
halt toe te roepen.

In IJsland
werd er gemanifesteerd, daar kwam de premier rechtstreeks in opspraak. In
andere landen wordt er flink gemord, daar kwamen hooggeplaatste figuren
onrechtstreeks ter sprake in het dossier. Bij ons? Ach, ja, dat wisten we toch
al? Toen ik zondagavond de eerste stukken las, dacht ik: dit gaat flink wat
heisa veroorzaken. Eindelijk zullen we fiscale incivieken aan de
spreekwoordelijke schandpaal kunnen nagelen. Na Swiss Leaks en Lux Leaks is dit
het schandaal te veel. Mijn gevoelens van woede en diepe verontwaardiging
borrelden weer op, dat overkomt me wel vaker. De naam Franco Dragone viel als eerste in dit circus: ach,
ja, die is al jaren in het verre buitenland actief. De familie De Spoelberch
werd vernoemd. Ach, ja, dat wisten we toch al?

Laat me
gerust, ik wil het niet weten, interesseert me niet, waar ze nu nog mee
afkomen. Reacties van mensen die ik doorgaans apprecieer op Twitter en andere
sociale fora. Zijn we dan helemaal murw geslagen door wat er gebeurd is op 22
maart? Of hebben wij, eeuwige underdogs, veel te veel respect voor al wie erin
slaagt Vadertje Staat te bedotten, omdat we dat zelf eigenlijk ook wel willen doen (of op
kleine schaal al een beetje doen)?

Waar blijft
de verontwaardiging? Wat zeggen de hooligans nu? Minder erg dan de
terroristische aanslagen? Op het eerste gezicht wel, ja, maar hoeveel slachtoffers
zijn er onrechtstreeks gevallen door de schuld van rijke Belgen die hun geld
semi-legaal of volledig illegaal in Panama en andere belastingparadijzen hebben
geparkeerd, waardoor dat fameuze gat in de begroting had kunnen gevuld worden?
Twee tweets van de gerespecteerde Nederlandse Midden-Oostencorrespondent Olaf
Koens om dit te illustreren. ‘Vreemd genoeg zijn we geneigd dit af te doen als
witteboordcriminaliteit. Maar op deze schaal, vergis u niet, kost dit
mensenlevens.’ ‘Denk aan de ziekenhuizen die er hadden moeten staan, de
wapendeals die er mee gesloten zijn, de journalisten die het niet mochten
vertellen.’

Waar is de
belangrijkste politieke leider van het moment nu? Waarom zegt hij nu niet ‘Ik
voel woede omdat mensen die hier geboren worden en heel goed verzorgd worden,
zoiets kunnen doen’? Omdat het goed vertoeven is op recepties binnen de kringen
van de rijke bourgeoisie? Omdat het hier om ‘échte landgenoten’ gaat, die,
ocharme, al jaren gebukt gaan onder de hoge belastingdruk? (Dat van die
belastingdruk is zeer zeker waar, maar ik vraag mij oprecht af of de
belastingparadijstoeristen hun hele inkomen hier zouden aangeven als de
belastingdruk morgen nul komma nul is. Ik heb een sterk vermoeden dat dit niet
het geval zou zijn.) Omdat deze regeringen gekozen hebben voor een Reaganeske
aanpak, erop gericht om de 1 procent vooruit te helpen in de hoop dat er iets
naar beneden trickled voor de 99
procent, wetende dat dit in het verleden nog nóóit gebeurd is? Omdat we het
niet meer wíllen weten en hopen dat ook dit snel weer overwaait tot de volgende
leaks of papers?

Ach, ja,
dat wisten we toch al?



En als we het nu eens over Beschaafd vs Onbeschaafd zouden hebben?

Samenleving Posted on za, april 02, 2016 11:55:04

‘Wij van
links’, zo heet de jongste worp van Herman Brusselmans-de-columnist in Humo. Daarin neemt de gewezen jonge
oppergod van de Vlaamse literatuur de maat van zijn maten, die van links. De
auteur associeert zich nog altijd met links (vandaar de ‘wij’), maar neemt
flink afstand van de laksheid van zijn linkse broeders tegenover ontsporende
jongeren. Een citaat: ‘Je moet degenen die we nooit genoeg hebben gepamperd en
geknuffeld en bewonderd, toch zeker de kans geven om ons naar de kloten te
helpen?’ Ach, provoceren is altijd al een levensdoel van de Gentse schrijver
geweest. Noem een duivel en hij wordt er prompt advocaat van.

De tekst
van Brusselmans werd al vrolijk rondgedeeld in de sociale media nog voor hij in
het onafhankelijk weekblad te lezen stond. Hij werd quasi unaniem afgekeurd
door linkse lezers, er werden persiflages op gemaakt, Brusselmans werd bij het
groot literair huisvuil gezet. Behalve door rechts, want die vonden het
geweldig dat die gozer met het lange haar en zijn leren jekker, al drie
decennia de knuffelbeer van lezend links, zich afkeerde van de pamper- en
knuffelcultuur. Was het dat niet wat rechts al jaren zegt, dat Syriëstrijders
en IS-sympathisanten een gevolg zijn van de oogkleppenmentaliteit van de Linkse
Kerk, de naïeve wereldverbeteraars die domweg blijven geloven in de Maakbare
Mens? Leve Brusselmans!, klonk het plots en zeer onverwacht (en ook een beetje
ongeloofwaardig) in nationalistische kringen.

Omgekeerd
gebeurt dat ook weleens: als een rechtse auteur iets onvriendelijks over
rechtse politici zegt, wordt hij meteen omarmd door de linkse medemens. Al valt
dat fenomeen niet zo frequent te bewonderen: een linkse die kritisch is voor
links kom je vaker tegen dan een rechtse die kritisch is voor rechts. Al was er
eergisteren die N-VA-militant die zich op knack.be
afvroeg of hij bedrogen werd door ‘gemaskerd extreemrechts’, waarna hij bewusteloos
werd geknuffeld door de linkse medemens.

Het Grote Gelijk

Links-rechts,
ik heb het nooit anders geweten in onze samenleving. Links had het in de jaren
zestig nogal voor het Rode Boekje van Mao, een man wiens vernietigende invloed
op de Chinese maatschappij dan nog niet zo duidelijk blootgelegd was. Rechts
noemde hem toen al een vuile communist. Mei ’68, daar was je voor (‘Verbeelding
aan de macht’, ‘Verboden te verbieden’) of tegen (de samenleving moet strak
georganiseerd blijven), er bestond geen middenweg, tenzij dan voor wie écht
niet geïnteresseerd was: de eunuchen van de samenleving. Links nam in de jaren
zeventig niet echt nadrukkelijk afstand van de politiek-ideologische moorden
van de Rote Armee Fraktion of de Brigate Rosse. Rechts vond Vietnam dan weer niet
zo verkeerd, het paste tenslotte in de algemene strijd tegen het verderfelijke
communisme in een tijd dat de domino-theorie zo populair was: als een land
communistisch werd, was de kans zeer reëel dat de buurlanden ook roodgekleurd zouden
worden en dus mocht dat eerste land gerust aangevallen worden.

Bij ons
speelt die links-rechts opdeling een steeds steviger rol sinds de definitieve doorbraak
van het Vlaams Blok begin jaren negentig. Het ‘cordon sanitaire’ werd in die
dagen vooral vanuit linkse hoek gepropageerd als de meest geschikte methode om
de racistische ideeën van die partij in te dijken. De polarisatie werd alleen
maar versterkt toen die andere Vlaams-nationalistische partij, N-VA, acht jaar
geleden doorbrak. Alles was nu ofwel links, ofwel rechts. Wie in het midden lag
werd automatisch geassocieerd met de twee uitersten. Een voorbeeld: rechtsen
vinden de CD&V te links, linksen vinden die partij te rechts. Zo is het
altijd wat. En geef nu toe: wie wil er in het midden van het bed liggen, toch
alleen maar saaie pieten? Telkens opnieuw vertrekt men vanuit het eigen Grote
Gelijk: helaas is morele superioriteit een slechte raadgever als het op het
organiseren van de samenleving aankomt.

En toen
kwam 22/3, onze 9/11. De terroristische aanslagen op de luchthaven van Zaventem
en in het metrostation van Maalbeek hebben de links-rechts tweespalt alleen
maar vergroot. Zegt De Wever dat hij woedend is dat de terreurdaden gepleegd
werden door jongeren die hier zijn opgegroeid en alle kansen hebben gekregen,
dan steigert links. Zegt Mayeur dat Vlaanderen zijn fascistoïde hooligans op
Brussel heeft afgestuurd, dan is rechts heel boos. In beide gevallen valt daar
trouwens wat voor te zeggen, maar het lost in wezen niets op.

Wij-zij

Naast die
links-rechts is er nog een ander schisma dat onze en andere samenlevingen
bedreigt: wij-zij. Wij, de autochtonen, de échte Belgen, tegenover zij, de
geïmporteerde landgenoten, ook al hebben ze dan onze nationaliteit en wonen ze
al drie of vier generaties in het land. ‘Zij’ respecteren onze cultuur, waarden
en normen niet, klinkt het dan. ‘Zij’ staan toe dat mensen met dezelfde roots
radicaliseren. ‘Zij’ werpen letterlijk de eerste steen als politieagenten een
van hen arresteert, ook al heeft die mee verschrikkelijke misdaden beraamd en
gepleegd. Voor het gemak wordt alles op een hoopje gegooid, dat klinkt nu
eenmaal krachtiger: zo worden niet alleen religieuze fundamentalisten en
moslimterroristen geviseerd, maar uiteindelijk ook dé moslim, elk individu dat
zich op de Koran beroept. Omgekeerd wordt een krachtdadig beleid dan
onmiddellijk met de jaren dertig geassocieerd, de reductio ad Hitlerum.

Diepgelovigen
willen per se bekeren, ongelovigen willen gerust gelaten worden. Ook tussen hen
wordt het water steeds dieper, een Rode Zee die niet meer gesplitst kan worden,
met standpunten die voortdurend verharden. Als atheïst begrijp ik niet hoe je
in een denkbeeldig opperwezen kunt geloven, maar ik heb wel respect voor mensen
die dat wel doen, zolang ze ook respect hebben voor mijn visie. Niet het
geloven an sich is het probleem (al blijft het irrationeel), maar de strikte
organisatie van elke religie: daardoor ontstaat er ook op dat niveau een
opdeling in wij en zij, gelovigen versus ketters.

And never the twain shall meet

Ja, links
heeft verzuimd om een volwaardige integratie van nieuwkomers in dit land af te
dwingen. Ja, rechts is te weinig bereid geweest om die integratie te omarmen en
de multiculturele samenleving als een feit te aanvaarden. Ja, links heeft een
oogje dichtgeknepen wanneer het jongeren zag radicaliseren. Ja, rechts heeft
die radicalisering in de hand gewerkt door haar starre houding en het voortdurend
benadrukken van de superioriteit van de eigen leefcultuur. Ja, links legt te
weinig de nadruk op het laten respecteren van de eigen wetten, waarden en
normen, omdat ze de welgekomen medeburgers van een andere origine vooral niet
tegen de borst wil stuiten, ze hebben het al moeilijk genoeg, nietwaar. Ja,
rechts heeft het de andersgekleurde medemens te moeilijk gemaakt: op school, in
het culturele leven, op de arbeidsmarkt. Ja, links pampert te veel. Ja, rechts
hangt te krampachtig vast aan wat was maar in feite nooit écht geweest is: de
homogene samenleving. Xenofobie is des duivels, xenofilie is niet veel beter.

En dan
waren er die aanslagen: eerst op driehonderd kilometer van hier, waardoor we
ons eventjes Charlie noemden, tot we ons maanden later gingen ergeren aan de
cynische cartoons in Charlie Hebdo.
Dan nog eens in diezelfde stad, waarna de vertakkingen met onze eigen hoofdstad
duidelijk werden. Uiteindelijk ook bij ons. We hebben hier niet meer te maken
met ideologische terroristen, die een politicus of industrieel ontvoeren en eventueel
zelfs vermoorden, of met criminelen die in de eerste plaats op financieel gewin
uit zijn. Het hedendaagse terrorisme ontziet niets of niemand, zelfs de eigen
geloofsbroeders niet of eeuwenoude culturele symbolen. Het terrorisme van
vandaag is ontmenselijkt. Alles menselijks is IS/ISIS/Daesh — noem hen wat mij
betreft zoals je wilt — vreemd. Dit zijn barbaren die zo ver heen zijn, zo ziek
in het hoofd, dat je niet op een normale manier met hen kunt omgaan. In een
‘normale’ oorlog weet je wie de vijand is en kan er tot op zekere hoogte
onderhandeld worden, min of meer redelijke mensen onder elkaar, die op zoek
gaan naar een compromis dat niet al te compromitterend is. Zo werkt onze
democratie tenslotte ook. Met onthoofders onderhandel je niet: die bombardeer
je best zo snel mogelijk terug naar een eeuw naar hun eigen keuze. Of, als je
ze levend te pakken krijgt: je sluit hen voorgoed af van de samenleving. Een
democratie moet tolerant zijn, maar mag niet naïef worden. De gevangenis als
wederopvoedingsinstituut, allemaal goed en wel, maar niet voor onmensen.

Net nu, op
een zeer pijnlijk moment, wanneer je eendracht nodig hebt, wordt de
links-rechtstegenstelling nog op de spits gedreven. Om Rudyard Kipling te
parafraseren: ‘For Left is Left, and Right is Right, and never the twain shall
meet’. En je kan dat net zogoed doortrekken tussen ‘wij’ en ‘zij’: ‘Wij zijn
wij, en zij zijn zij, en nooit zullen we elkaar ontmoeten’. Dat is ronduit
dramatisch. En dat is de fout van links én rechts, en van wij én zij. In deze
tijden hebben we nood aan oplossingen, aan beslissingen die breder worden
gedragen dan alleen maar door de leden en supporters van de regeringscoalitie,
aan ‘ons’ in plaats van aan wij-zij.

Beschaafd vs Onbeschaafd

Misschien
voeren we wel de foute discussie. Gaat het wel over links-rechts of wij-zij? Is
er één weldenkend individu die de aanslagen van 22/3 níet veroordeelt? Is er
één mens met een beetje hersenen in zijn hoofd die Zaventem en Maalbeek als
onderdeel ziet van een gerechtvaardigde strijd? Is er één verstandige kop die
de terroristen als een soort moderne Robin Hoods ziet? Daarover kunnen we het
eens zijn, toch?

Daarom dit
bescheiden voorstelletje: vergeet even die links-rechts, die wij-zij, die
misplaatste morele autoriteit, en ga uit van een opdeling
Beschaafd-Onbeschaafd, waarbij ik ‘onbeschaafd’ neutraler vind klinken dan
pakweg ‘achterlijk’ of ‘barbaars’. Beschaafd: al wie onze wetten, normen en
waarden respecteert, geen geweld pleegt (tenzij uit wettige zelfverdediging) en
integratie bevordert (of volwaardig wil integreren). Onbeschaafd: al wie dat
niet doet. Het is duidelijk tot welke categorie Syriëstrijders behoren en al
zeker de terroristen van Parijs en Brussel. Je moet dan wel iets doen aan de
sociale achterstand die mede aan de basis ligt van hun ontsporing, maar niets —
werkelijk niets! — rechtvaardigt moorden, plunderen en verkrachten van
seksslavinnen in een zelfuitgeroepen kalifaat. Nog een voordeel: dé moslim
hoeft zich dan niet langer te distantiëren van zijn moordende geloofsgenoten.

Het is ook
duidelijk waar je neonazi’s moet plaatsen. Daarom is het zo jammer dat N-VA een
unieke kans heeft gemist om vorige zondag samen met andere partijen een
duidelijk statement te maken tegen een aantal hooligans (pardon, casuals), die een manifestatie
misbruikten om amok te maken in het hart van een stad die net getroffen was
door vreselijke gebeurtenissen. (Ja, er zullen ook wel extreemlinkse kerels
tussen gezeten hebben, er zullen best wat provocerende dingen geroepen zijn door
linkse aanwezigen die in de buurt stonden en die ene foto maakt niet duidelijk
of nu wel of niet de Hitlergroet werd gebracht, maar waarom moeten hooligans
überhaupt apart opstappen en sluiten ze zich niet aan bij de andere, serene
herdenkingen?)

Hoe zit dat
dan met de vrije meningsuiting?, hoor ik u denken. Die is grondwettelijk
verankerd en moeten we afschermen, want net daardoor onderscheiden we ons van
onbeschaafde regimes, zeer zeker. Maar die vrijheid wordt ook ingeperkt door
wetten: je mag niet eender wie op eender welke manier beledigen, en dat is maar
goed ook. Laten we de racismewet koesteren, indien nodig verbeteren en — vooral
— toepassen. Aan de andere kant moet het wel mogelijk zijn om openlijk kritiek
te uiten op de samenleving. Het moet bijvoorbeeld perfect kunnen dat partijen
voor een onafhankelijk Vlaanderen blijven streven, zolang ze dat niet met
geweld willen afdwingen. Zij behoren, voor alle duidelijkheid, tot de
‘beschaafden’. Wie passief het moderne terrorisme toejuicht, zou eigenlijk dat
recht moeten hebben, al vraag je je af waarom zo iemand in onze samenleving
blijft rondhangen, omdat die haaks staat op alles waar hij of zij voor is. Wie
actief hulp verleent aan terroristen of betrokken is bij de voorbereiding van
terroristische daden, hoort bij de ‘onbeschaafden’. De jongeren die stenen
gooiden in Molenbeek verdienen zowel een straf als ons mededogen: sommigen
weten niet beter, anderen proberen krampachtig bij een groep te behoren, de
sociale achterstand is in een aantal wijken een reëel feit en moet weggewerkt
worden. Daarom moet preventie altijd repressie voorafgaan, terwijl de nadruk nu
te veel en te vaak ligt op het repressieve. Wie Salah Abdeslam hielp, verdient
dat mededogen niet. Dat is spuwen op de graven van de 129 doden van 13 november
2015. Als je dat niet inziet, ben je de rubicon tussen beschaafd en onbeschaafd
overgestoken.

Intelligente
lezers zullen opmerken dat ik in deze tekst eigenlijk een nieuwe
wij-zij-opdeling voorstel: niet meer op basis van ras of afkomst, maar tussen
‘wij’ (= ‘ons’) die een zo vreedzaam mogelijke samenleving willen, waar
onderling respect ons handelen domineert, en ‘zij’ die dat op alle mogelijke
manieren actief saboteren.

Links-rechts
werkt gewoon niet meer als het om dit soort ontmenselijkte terreur gaat,
waarbij enkel de impact en het aantal slachtoffers telt, niet wíe of wat je
hebt getroffen. Tegen barbaren die uitgaan van een achterlijke interpretatie
van godsdienstige teksten en dat koppelen aan een fascistoïde ideologie kun je
je niet wapenen met een klassiek paradigma. Als onze beschaving zelf bedreigd
wordt, kun je veel beter de opdeling Beschaafd versus Onbeschaafd gebruiken.
Voor één keer zouden linksen en rechtsen samen de externe vijand moeten
bestrijden. Er zullen later nog genoeg gelegenheden komen om te bakkeleien over
politiek, economie of andere levensbelangrijke kwesties, wees gerust.



Omslag

Politiek Posted on vr, maart 25, 2016 15:42:48

De rook is
nog altijd niet om ons hoofd verdwenen, dus ontsnapt een uitspraak al weleens
aan de aandacht die hij eigenlijk zou verdienen. Minister van Justitie Koen
Geens zal er niet rouwig om zijn. Gisteravond zat hij zij aan zij met zijn
collega van Binnenlandse Zaken Jambon in Terzake.
Niet omdat ze dat zo graag deden — steeds vaker laten politici zich uitnodigen
om een goed voorbereide boodschap te brengen, steeds vaker geven ze niet thuis
als ze weten dat ze netelige vraagstukken voorgeschoteld zullen krijgen — maar
omdat het niet anders kon, na een dag vol warrige communicatie, hele en halve
leugens, geruchten en misverstanden. Aan de bitsige toon van hun antwoorden
viel op dat ze minder cynisch (Jambon) en ironisch (Geens) waren dan normaal.
En toen zei de doorgaans zo bedachtzame en in heel veel woorden weinig zeggende
Geens over Ibrahim el Bakraoui, de man die er ondanks Turkse waarschuwingen in
was geslaagd maanden onder de radar te blijven: ‘Dit was maar een van de
daders, en zeker niet de meest ondernemende in dit team. Hij was niet de spil’.

Ik proefde
de woorden. Ze gaven een vieze nasmaak. Ze waren in alle opzichten fout. Wat
zullen de nabestaanden van de twaalf dodelijke slachtoffers in Zaventem — dinsdag het actieterrein van El Bakraoui — samen
met de familieleden en vrienden van diegenen die nu nog vechten voor hun leven,
daarvan vinden? ‘Niet de meest ondernemende’? Mmm. Het deed me — in totaal
verschillende omstandigheden en zonder de persoonlijke betrokkenheid — denken
aan het relatietje van Vangheluwe.
Het minimaliseren van de feiten, gevoelloos wegdribbelen van slachtofferleed, woorden
uitspreken die de zaak alleen maar verergeren: zeer herkenbaar allemaal. In
tegenstelling tot de Brugse schurk in het lange zwarte gewaad geloof ik niet
dat Geens dit meent. Hij lijkt me een oprechte man, zonder veel
tierlantijntjes, rechtuit: kan moeilijk anders voor een Beerschotsupporter. Ik
zie het als een slip of the tongue
die anders zo gretig in cheek praat.
Maar wel een heel pijnlijke uitschuiver.

Moeten
Jambon en Geens opstappen? Sta me toe het antwoord even in het midden te
laten. Er werd in editorialen en duidende artikels verwezen naar hun voorgangers Vande Lanotte en De Clerck, die
in 1998 hun ontslag indienden omdat Marc Dutroux een paar uur spoorloos was.
Vader Tobback deed een paar maanden later hetzelfde na de dood van de
uitgewezen asielzoekster Semira Adamu, die stierf aan de gevolgen van een combinatie
van een spijtig ongeval en te veel testosteron bij haar bewakers. De drie ministers
hadden hun lessen getrokken uit een voorval van zeven jaar voordien, toen een
Palestijnse terrorist vrij rondliep in Brussel met een geldig visum en de
toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Mark Eyskens, hooghartig riep: ‘In
elk ander land zou ik ontslag nemen, maar niet in dit apenland’.

Nogmaals:
ik roep niet op tot het ontslag van Jambon en Geens, maar vergeleken met de
gevolgen van de flaters die werden gemaakt in het dossier-El Bakraoui was de
korte uitstap van Dutroux slechts een ‘fait divers’ (copyright: Freddy Thielemans).
Hoogst vervelend, maar er zijn geen 32 slachtoffers gevallen. Zo’n politieagent
die even niet goed oplet (Dutroux) of een stel rijkswachters die hardhandig te
werk gaan (Adamu), het zou niet mogen zijn, maar in dit IS-tijdperk is het totaal
onbegrijpelijk dat criminelen niet van nabij worden opgevolgd.

***

Eerder dan
een ontslag, hebben we in dit land nood aan een omslag. Nee, geen enveloppe, die stiekem met flink wat
bankbiljetten onder tafel wordt geschoven om een ambtenaar om te kopen, maar
een radicale ommekeer in de aanpak van en door onze veiligheidsdiensten. In de tijd
van Dutroux en Adamu was er nog een hevige guerre
des flics
aan de gang: gerechtelijke politie, rijkswacht en gemeentelijke
politie streden in de eerste plaats tegen elkaar in plaats van tegen de (georganiseerde)
misdaad. Door de eenmaking van de politie op 1 januari 2001 leefde de hoop dat
die harde concurrentie en de vuile machtsspelletjes die erbij hoorden, tot het
verleden zouden behoren. IJdele hoop, zo blijkt nu. Informatie wordt nog altijd
achtergehouden of met veel vertraging doorgegeven, liefst dan nog aan de
verkeerde diensten. Onze veiligheidsdiensten zullen nog eerder de zwartepiet
doorspelen dan informatie. Interne oorlogjes zijn voor sommige hooggeplaatste
personen belangrijker dan de veiligheid van de burgers.

We hebben
een omslag nodig in de mentaliteit. Er moet een einde komen aan de ziekelijke
benoemingspolitiek, waardoor op cruciale posten partijpolitieke vazallen
zitten, die hun extra ster of streep te danken hebben aan hun partijkaart en
veel minder — of helemaal niet — aan hun kunde en ervaring. Die dames en heren leggen voortdurend
verantwoording af aan de partij die hen steunt, maar niet aan het volk, terwijl
ze juist in dienst zouden moeten staan van dat volk. Politieke benoemingen
blijven een etterende wonde in het al zo verzwakte lichaam van het Belgisch
bestel, al vele decennia lang. Het is dus niet de schuld van die of gene
partij. Het is de schuld van het systeem, dat hardnekkig in stand gehouden
wordt.

Hopelijk
krijgt de onderzoekscommissie macht en ruimte om niet alleen de mate waarin
Jambon en Geens verantwoordelijk waren te bepalen, maar om het hele systeem
grondig te herbekijken. Misschien volgen er dan geen twee ontslagen, maar tien,
twintig of honderd. Dat het in semi-oorlogstijden ongepast zou zijn om
verantwoordelijken op cruciale posten ontslag te laten nemen, is daarbij een
flauw excuus. Wie onbekwaam was en is, zal dat ook blijven. Dan liever de korte
pijn.



Johanpassie

Sport Posted on do, maart 24, 2016 15:11:40

In het
woord hindernis zit een hinde verscholen. Dat was hij, een hinde. In een tijd dat je
zelf amechtig probeerde bal aan de voet zo snel mogelijk tussen stilstaande
paaltjes te dribbelen, zag je hem dat ook doen in sierlijk zwart en wit, in die
magische shirts met de vertikale streep, waar je het rood moest bijdenken. Mij
lukte het nooit, hem lukte het altijd, met bewegende paaltjes in de vorm van
balorige tegenstanders die de klojo die hen voor duizenden mensen tureluurs
draaide en hopeloos belachelijk maakte wat graag middels het plaatsen van de
studs net onder de knie wilden uitschakelen. Hij was te snel, te vaardig, te
veel hinde om zich door de hindernissen te laten afschrikken.

Hij, dat
was Johan Cruijff. Was, want ook onsterfelijk gewaande helden blijken dan toch
sterfelijk te zijn. De mythe leeft voort. El Salvador, noemden ze hem in
Barcelona, toen hij daar in 1973 neerstreek. De Verlosser. Voor mij was hij De
Onnavolgbare. Deed dingen waarvan je zelf had vastgesteld dat het menselijk
lichaam dat eigenlijk niet toelaat. Als anderen stapten, zweefde hij. Als
anderen liepen, vloog hij. Altijd een fractie sneller, intelligenter, genialer.
Genie op noppen. Hij was een aparte kunstvorm, een volledige zaal waard in het
kunsthistorisch voetbalmuseum.

Ook als
trainer was hij De Onnavolgbare. Tussen de cynici van het betonvoetbal predikte
hij gedurfd en op creativiteit gebaseerd aanvallend spel. Tiki taka? Zijn
uitvinding. Het zo geroemde FC Barcelona van het voorbije decennium? Hij legde
de basis. ‘Football has lost a man who
did more to make the beautiful game beautiful than anyone in history’
,
tweette Gary Lineker, en zo is het maar net. Hij was de ‘Johanpassie’, de
ultieme compositie van Bach. Als je initialen JC zijn, word je aanbeden, zo
ging dat tweeduizend jaar geleden ook al.

Cruijff
oversteeg het kortstondige bestaan als topvoetballer door als toptrainer
zijn stempel te drukken. Niemand deed hem dat voor. Niemand zal hem dat nadoen.
Franz Beckenbauer werd als bondscoach wereldkampioen, klopt, maar met het
lelijkst denkbare voetbal. Dikke Diego was ook trainer: een lachertje. Zidane
probeert het nu bij Real Madrid, afwachten of hij overeind blijft. Pep
Guardiola? Uitstekende voetballer, uitmuntende trainer, maar als actief speler
behoorde hij niet tot de allergrootsten, in tegenstelling tot zijn leermeester.
Idem dito voor Ernst Happel: de mythische trainer was niet meer dan een goede
voetballer, het geniale zat in zijn hoofd, niet in zijn voeten. Bij Cruijff zat
het overal, net als die verderfelijke longkanker, helaas.

En na de
onnavolgbare voetballer en de onnavolgbare trainer volgde dan nog de
onnavolgbare analist. Cruijff ontwikkelde een eigen geheimtaal: een mengelmoes
van Amsterdams, voetballistieke wijsheid en briljante eigenzinnigheid,
overgoten met een sausje baarlijke nonsens, al had niemand dat door of durfde
niemand het aan om dat te signaleren. Eens je aan iemands lippen hangt, mag hij
‘Kak pis kots’ zeggen, je aanhoort het als goddelijke woorden. Cruijff moest
daar zelf wel om lachen. ‘Als ik thuiskom van een televisie-analyse, vraagt
mijn vrouw: “Wat heb je gezegd?” Dan zeg ik: “Al sla je me
dood”.’

Toen het
duidelijk werd dat hij afscheid had genomen van het trainerschap, wilde hij nog
een onduidelijke rol spelen als adviseur, bij zijn Ajax. De Onnavolgbare koos nu voor een rol die hem veel minder
lag: de betweterige dictator. Ook daarover had ie eerder al gevleugelde woorden
uitgekraamd: ‘Ik ben overal tegen. Tot ik een besluit neem, dan ben ik ervoor.
Lijkt me logisch.’ Ons, gewone stervelingen, ook, Johan.

Weer sterft
een jeugdheld van me, weer verdwijnt een stukje jeugd. Dank om die in te
kleuren, meneer Cruijff, ook al was het dan in zwart-wit. ‘Er is maar één moment dat je
op tijd kunt komen. Ben je er niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat.’ Je
bent voor één keer niet precies op tijd maar te vroeg, beste Johan, véél te
vroeg.



Een greintje naïviteit

Samenleving Posted on wo, maart 23, 2016 11:20:07

En? Wat
hebben we geleerd gisteren? Dat er een enorm verschil is tussen ‘We hebben hem’
en ‘We hebben hen’. Dat terrorisme niet hetzelfde is als een klassieke oorlog. Dat
minder kaki op straat en meer intelligent speurwerk achter een saaie computer
op een saai bureau misschien zinvoller zou zijn. Dat er ondanks het uitdeinende
cynisme in onze samenleving nog heel veel mensen willen helpen. Dat
solidariteit — een begrip dat zwaar onder druk staat — toch nog altijd in ons
woordenboek te vinden is. Dat onze premier niet in de val van de oorlogstaal is
getrapt, in tegenstelling tot de president van Frankrijk. Dat in grote
crisistijden de klassieke media (openbaar én commercieel) onmisbare bronnen van
informatie blijken, op enkele schoonheidsfoutjes na. Dat het verdomd hard
schrikken was, van dat eerste bericht over ’twee explosies op Zaventem’, en nog
veel harder schrikken van de daaropvolgende berichten die de horror bijna
voelbaar maakten veertig kilometer verderop. Dat we als antwoord op religieus
geïnspireerde onmenselijkheid massaal reageren met een gebed voor België,
waardoor vreemd genoeg de ongelovigen werden uitgesloten: ik deed dus niet mee.
Dat we onze 9/11 beleefden — letterlijk zelfs, met een aanslag om 9u11… — en
onze maagdelijkheid hebben verloren, die we al een stukje kwijt waren na de
aanslag op het Joods Museum twee jaar geleden. Dat angst oké is, als tijdelijk
effect, omdat de terreur op onze stoep stond, maar snel weer plaats moet maken
voor waakzaam realisme. Dat we nood hebben aan meer Europa, maar dat we integendeel
steeds minder krijgen, een gevolg van kortzichtig eigenbelang en ziekelijk opportunisme.

‘We mogen
niet meer naïef zijn’, hoor en lees je overal. Als het gaat over onze
beleidsmensen en de veiligheidsdiensten: zeer zeker. Dat ze ons beschermen en
behoeden voor nieuwe aanslagen. Als het gaat over ons, gewone luitjes: nee,
dank je. Ik wil gerust de rest van mijn leven een waakzame mens zijn, ik zal nog
wat vaker over mijn schouder achterom kijken, ik ben bereid om een zoveelste stukje
privacy te laten schieten als dat wat meer veiligheid voor ons allen zal
opleveren, maar ik wil niet mijn laatste greintje naïviteit opofferen op het
altaar van terreur en angstzaaierij. Dat gun ik de terroristen niet. Dat gun ik
mijn eigen overheid niet. Dat gun ik niemand.

Dus leg ik You’ll Never Walk Alone van Gerry &
the Pacemakers op. ‘When you walk through
a storm / Hold your head up high / And don’t be afraid of the dark / At the end
of the storm / There’s a golden sky / And the sweet silver song of a lark’
.
Het refrein kunt u ongetwijfeld spontaan meezingen.

Ik haal Imagine van John Lennon uit mijn
platenkast en krijg weer instant kippenvel. ‘Imagine
there’s no countries / It isn’t hard to do / Nothing to kill or die for / And
no religion too / Imagine all the people / Living life in peace / You may say
I’m a dreamer / But I’m not the only one / I hope someday you’ll join us / And
the world will be as one’
.

Tranen
biggelen over mijn wangen wanneer ik Marvin Gayes What’s going on? voor de tigste keer beluister. ‘Mother, mother, there’s too many of you
crying / Brother, brother, brother, there’s far too many of you dying / You
know we’ve got to find a way / To bring some lovin’ here today’
.

Of deze
songs de wereld zullen verbeteren? Heel even maar, dan is het effect weg en
eist de harde realiteit mijn aandacht op. Maar die ‘heel even maar’, daar teken
ik nu voor. Heel even weg van ronkende krantenkoppen, een eindeloze reeks pratende
hoofden op tv, diepgaande analyses op de radio, paniek en polarisatie op de
sociale media. Nee, ik ben niet zo naïef om te ‘geloven’ dat die
hartverwarmende flarden tekst de waanzin zullen verdrijven, maar gun mij die
momenten van naïviteit en hoop. Heel even maar.



« VorigeVolgende »