Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

De 20 Beste Voetballers Aller Tijden (deel 1: 20 t/m 11)

Sport Posted on za, september 14, 2019 12:19:53

Op schoenen met afgesleten zolen lopen op glad ijs, dat is wat ik de komende dagen op deze plek zal doen. Ik waag me namelijk aan een persoonlijke Top 20 aller tijden van voetballers. ’t Is te zeggen: uit mijn tijd. Dat wil, grosso modo, zeggen vanaf het moment dat ik me bewust was dat de sport Voetbal een belangrijk belangwekkend onderdeel van mijn leven zou gaan uitmaken. ‘Belangrijk’, omdat ik van het spelletje houd, ‘belangwekkend’, omdat het natuurlijk een spelletje blijft. ‘Die wichtigste Nebensache der Welt’, zou een Duitse tv-sportchef voetbal ooit genoemd hebben. De belangrijkste bijzaak ter wereld. Voormalig Liverpool-manager Bill Shankly was het daar grondig mee oneens. ‘Some people think football is a matter of life and death. I don’t like that attitude. I can assure them it is much more serious than that.’

Wat ik de komende dagen zal doen is een voorkeurlijst afwerken uit de periode 1966-2019, al zit die prille herinnering aan de wereldbeker van 1966 behoorlijk ver weg. De finale van de Europabeker der Landskampioenen tussen Manchester United en Benfica, mei 1968, ligt al iets verser in mijn geheugen. Maar het eerste absolute hoogtepunt, en terugblikkend misschien wel het grootste voetbalorgie ooit, was het WK van 1970 in Mexico, met een oppermachtig Brazilië. En er was natuurlijk Beerschot, altijd weer Beerschot, sinds zondag 20 november 1966. Ik was zeven jaar en net geen tien maanden oud toen ik in het Olympisch Stadion — dat in werkelijkheid veel kleiner en minder imposant was dan het in mijn dromerige jongensogen leek — de club die mijn club zou worden zag verliezen van die andere Club, die dan nog gewoon FC Brugge heette: 3-6. Stevige binnenkomer.

***

Er bestaan al tig lijstjes waarin de grootste namen uit het voetbal passeren. In november 2007 stelde de Association of Football Statisticians een Top 100 samen op basis van — hoe kan het anders — statistische gegevens. Ze keken naar gewonnen prijzen, sterkte van de competitie(s), positie op het veld, clean sheets (voor een doelman of verdediger) en goals (voor een aanvaller), enzovoort. Van Cristiano Ronaldo was toen nauwelijks sprake, Lionel Messi kwam helemaal pas piepen. Op 1 stond Pelé, en ook 2 en 3 waren Brazilianen: Ronaldo en Romário. Daarna volgden Luis Figo en Zinédine Zidane, en dan pas, op nummer 6, Diego Maradona. De Top 10 wordt vervolledigd door het Duitse trio Lothar Matthäus, Gerd Müller en Franz Beckenbauer — in die ietwat verrassende volgorde — en nog een Braziliaan, Cafú, de man van vier WK’s. Johan Cruijff staat pas 21ste, o schande!, als derde Nederlander. En er staat geen enkele Belg in de lijst, in tegenstelling tot een volledig elftal Nederlanders.

De voetbalsite 90min.com zette Diego Maradona op 1, vóór Pelé, Messi, Beckenbauer en Cruijff. Bij fourfourtwo.com is de Top 3 Messi, Maradona, Pelé, in die volgorde. In die beide Top 50’s evenmin een spoor van een landgenoot. Andere voetbalmedia komen bijna onveranderlijk uit bij Pelé óf Maradona, tenzij chauvinistische ondingen die per se een landgenoot op 1 willen zetten.

***

In mijn lijst de volgende dagen geen Garrincha, geen Ferenc Puskás, geen Alfredo Di Stéfano, geen Stanley Matthews, geen Guillermo Stábile, geen Lev Jasjin, net geen Bobby Charlton of Eusébio. Vanwege: nooit of amper zelf mogen aanschouwen. Het zou al te makkelijk zijn mij een air van je-sais-tout aan te meten en hen in mijn eeuwige ranglijst — die overigens niet meer dan een eeuw zou kunnen omspannen — te zetten, bij wijze van statement van een kenner, dat laatste al dan niet tussen aanhalingstekens. Maar ik houd het dus bij spelers die ik kén. Die ik aan het werk heb gezien, meestal op een scherm, dat in de loop van de jaren evolueerde van zwart-wit naar kleur naar grootformaat.

Het is een persoonlijke lijst die ik toch zoveel mogelijk geobjectiveerd heb. In verstaanbaar Nederlands: ik hou wel degelijk rekening met erelijsten en prestaties voor club(s) en vaderland, maar mijn eigenzinnige voorkeur sijpelt er ongetwijfeld doorheen. Om een tip van de sluier op te lichten: bij mij staat Cruijff een pak hoger dan plaats 21. En Cafú en Figo staan er niet tussen. Geen Belgen, hoe goed Eden Hazard en Kevin De Bruyne het ook doen. Geen poging om Rik Coppens, icoon van mijn clubje, ertussen te wringen, omdat ik de man, helaas, nooit zelf aan het werk heb gezien en hij, laten we wel wezen, ook nooit wat gewonnen heeft. De aangedikte lofzangen van mijn grootvader tellen niet mee als referentie om een voetbalhitparade samen te stellen. Ook niet in mijn lijst: Roberto Baggio, Franco Baresi, Drogba, Gullit, Kaká, Keegan, Matthäus, Rivaldo, Rummenigge, Sjevtsjenko, Stoitsjkov, Weah, Zico, en tutti quanti. En wat me bij het (her)bekijken opvalt: ik, als ex-keeper op weliswaar laag niveau, heb er geen enkele doelman in gezet. Geen Buffon, geen Casillas, geen Van der Sar, geen Schmeichel, geen Maier. Vreemd.

***

Vanaf vandaag leest u op deze plek hoe die lijst er zal uitzien. In deze volgorde:

– vandaag, hieronder: 20 tot en met 11

– zondag: 10 tot en met 6

– maandag: 5 tot en met 3

– dinsdag: 2 en 1

Het boegeroep mag beginnen!

***

20. RIVELINO. Op de doelman na had ik van Brazilië 1970 tien namen kunnen vermelden. Ik houd het op drie in totaal, maar hierbij toch een eervolle vermelding voor de sierlijke controlerende middenvelder Clodoaldo, spelmaker Gérson en offensieve rechtsback-aanvoerder Carlos Alberto. Maar dus: Roberto Rivelino. De linksbuiten van dat wonderbaarlijke elftal. Uitvinder van de ‘flip flap’, een dribbelbeweging. (Alles wat ik hier schrijf is terug te vinden op YouTube!) Wereldkampioen.

19. PAOLO MALDINI. Mister Milan. Debuteerde op zijn zestiende en ging door tot ie net geen eenenveertig was. Speelde 25 jaar en 900 wedstrijden voor zijn club, 126 interlands voor de Squadra Azzurra. Rechtsvoetige linksback die onverzettelijkheid koppelde aan elegantie. Wereldkampioen, vice-wereldkampioen, vijf keer winnaar van de Europabeker voor Landskampioenen/Champions League, zeven keer landskampioen, plus nog wat trofeeën bij wijze van pasmunt.

18. ROMÁRIO. Voluit: Romário de Souza Faria. Ontdekt door PSV, daarna het speerpunt van Barça. Na amper twee seizoenen begon hij aan een odyssee. Wereldkampioen met Brazilië in 1994, tweevoudig winnaar van de Copa América. Drie keer Nederlands kampioen. Eén keer Spaans. Maakte meer dan duizend doelpunten, jeugdvoetbal inbegrepen.

17. GERD MÜLLER. Om naar te kijken: een van de lelijkste topvoetballers ooit. Gedrongen, kromgebogen, bijna struikelend over het veld. Maar wel ‘der Bomber der Nation’. Doelpuntenmachine, die West-Duitsland naar een wereldbeker leidde in eigen land (1974). Wereldkampioen. Europees kampioen. Vier keer kampioen met Bayern. Drie keer na elkaar winnaar van de Europabeker der Landskampioenen, één keer Europacup II. Topschutter op het WK 1970, het jaar dat hij de Gouden Bal ontving. 68 doelpunten in 62 interlands. 398 goals in 453 matchen voor Bayern. Zat gemiddeld bijna aan één goal per wedstrijd. Maar nogmaals: niet om aan te zien.

16. MICHEL PLATINI. In zijn corruptieloze actieve voetbalperiode uitblinkend bij St. Étienne, Juventus en Frankrijk. Leidde les bleus naar de Europese titel in 1984. Specialist van stilliggende ballen: strafschoppen en vrije trappen. 41 interlandgoals als middenvelder, dat is uitzonderlijk veel. Eén Europabeker voor Landskampioenen (Heizeldrama!) en één voor Bekerwinnaars. Italiaans en Frans kampioen, drie keer topschutter (als middenvelder in de Serie A!), drie jaar na elkaar winnaar van de Gouden Bal. Verkozen tot Frans voetballer van de 20ste eeuw.

15. GEORGE BEST. Kijk, dit bedoel ik met eigenzinnig. Wat heeft die zuipschuit en vrouwenzot eigenlijk gepresteerd in zijn met horten en stoten verlopen voetbalcarrière? Eén Europabeker voor Landskampioenen, één Gouden Bal (in datzelfde 1968), twee keer kampioen van Engeland met Manchester United. Ach… Maar wat een genot om op een begenadigde dag naar hem te kijken. Dribbelkoning, op en naast het veld. Tribunespeler pur sang. Zo’n individueel genie waarvoor de mensen naar het stadion komen. En had u echt verwacht dat hij met Noord-Ierland wereldkampioen zou geworden zijn?

14. RONALDINHO. Ook deze Braziliaanse trucjeskoning heeft geen erelijst om u tegen te zeggen. Eén Champions League, twee landstitels met Barcelona en eentje met Milan, één Copa Libertadores (de Zuid-Amerikaanse tegenhanger van de Champions League) en de Gouden Bal in 2005. Maar ook bij hem geldt: geniale ingevingen. Scoren met een vrije trap over de grond, terwijl de spelers in de muur omhoog springen: hij was de eerste die het deed. Balletje doodleggen met ongeveer elk beschikbaar lichaamsdeel, check it out.

13. ANDREA PIRLO. Je hebt spelers die van voetbal een ingewikkelde sport maken, en ermee wegkomen en je hebt spelers die het doen lijken als een simpel spelletje. Wat het in feite ook is. Pirlo behoort tot die laatste categorie. In zijn rol als controlerende middenvelder zowel eerste verdediger als eerste aanvaller. Wereldkampioen met Italië in 2006, zes keer Italiaans landskampioen (met Milan en Juventus), twee keer bekerwinnaar, met Milan twee keer triomferend in de Champions League.

12. FRANZ BECKENBAUER. Hij moet erin staan, vanwege groot(s), maar eigenlijk moet ik de man niet: hautain, overdreven zelfbewust, in zijn latere leven uitpakkend met zeer rechtse standpunten. Was er al bij op het WK van 1966, waarin de Duitse Bondsrepubliek de finale verloor van Engeland, dan nog als centrale middenvelder. In 1970 werd hij een soort cultheld omdat hij in de halve finale met een arm in het verband bleef verder voetballen. Als libero en aanvoerder voerde hij de Mannschaft achtereenvolgens naar de Europese titel (1972) en de wereldtitel in eigen land (1974). Won met Bayern drie keer Europacup I en één keer Europacup II. Vier keer landskampioen, vier keer bekerwinnaar met Bayern, vier keer kampioen met New York Cosmos (aka poenscheppen op gevorderde voetballeeftijd). Twee Gouden Ballen in de kast. Als bondscoach werd hij wereldkampioen met Duitsland in 1990 en landskampioen met Bayern in 1994. Hij won met ‘zijn’ club ook de UEFA Cup.

11. JAIRZINHO. Jair Ventura Filho, een jongen uit de favela’s. Opvolger van Garrincha, tweevoudig wereldkampioen, geen sinecure. In tegenstelling tot zijn illustere voorganger dribbelde Jairzinho functioneel. Waar Garrincha zijn rechtstreekse tegenstanders belachelijk wilde maken — liever hen twee of zelfs drie keer passeren, dan op doel afgaan of een voorzet te geven —, was dribbelen voor Jairzinho een middel om op doel af te snellen. Op het WK 1970 scoorde hij zeven keer en werd hij topschutter voor Brazilië (alleen Gerd Müller maakte meer doelpunten op dat toernooi). Was er nog wel bij in 1974, maar toen liet hij zich al flink liet gaan en lag hij vaker, goed omringd, op het strand dan dat hij op het trainingsveld stond. Won de Copa Libertadores met Cruzeiro en werd in zijn nadagen nog landskampioen in Venezuela en Bolivië.

10. ???

9. ???

8. ???

7. ???

6. ???

5. ???

4. ???

3. ???

2. ???

1. ???



Zesjescultuur hoort niet bij de Rode Duivels

Sport Posted on ma, september 09, 2019 09:28:39

(Deze bijdrage verscheen maandag in de wekelijkse rubriek ‘De bankzitter’ in De Standaard.)

Als de nationale elf vanavond aan hun kwalificatie-interland tegen Schotland beginnen, weten ze dat het beter moet dan tegen San Marino. Ondanks de 0-4 was dat een slappe vertoning, het nummer 1 van de wereld onwaardig. Winst in Glasgow is een must, maar het mag ook iets meer zijn.

Schotland uit, altijd lastig. Zo was dat toch in de jaren 70 en 80, toen de Schotten nog een stevige ploeg op de been konden brengen, met enkele wereldtoppers en daarnaast een stel bikkelaars. Schotland nam zeven keer deel aan de wereldbeker, maar slaagde er nooit in de eerste ronde te overleven. Hun laatste deelname dateert van 1998, eenentwintig jaar geleden. Twee jaar eerder waren de Schotten er één ronde bij op Euro 1996, hun tweede – en laatste – Europees Kampioenschap.

De kans is groot dat ze volgend jaar afwezig zullen zijn op het eerste EK met vierentwintig deelnemers. In de stand in groep I staat Schotland pas vierde, na België, Rusland en Kazakhstan, voor Cyprus en San Marino. De eerste twee kwalificeren zich rechtstreeks voor het eindtoernooi. Schotland zal allicht moeten rekenen op de play-offs, waaraan het automatisch mag deelnemen vanwege de groepszege in de derde divisie van de Nations League vorig jaar.

De Rode Duivels leggen een positieve balans voor na negentien onderlinge duels: twaalf gewonnen, drie draws, vier verloren. De laatste vijf wedstrijden werden vlotjes gewonnen, zonder tegendoelpunt. Het is van 24 maart 2001 geleden dat de Schotten nog eens gelijk konden spelen tegen de Belgen. En de laatste Schotse zege dateert van oktober 1987, bijna tweeëndertig jaar geleden.

Legendarisch was de 1-3 in december 1979, waarin Erwin Vandenbergh en Swat Van der Elst in Hampden Park de kwalificatie voor het EK van 1980 veiligstelden. Van de 0-2 van zes jaar geleden blijft vooral het beeld bij van een doorweekte Marc Wilmots langs de lijn. Een bondscoach die druk gesticulerend manmoedig de Schotse regen trotseerde, dat leverde hem toen heel wat krediet op, dat vervolgens verspeeld werd op het WK in Brazilië.

Not amused

Topspeler bij Schotland is aanvoerder Andy Robertson, de linksback van Liverpool: snel, hard, draaft negentig minuten lang op en af, geeft gevaarlijke voorzetten. Scott McTominay is een vaste waarde aan het worden op het middenveld van Manchester United. En op de linkerflank mag Ryan Fraser niet uit het oog verloren worden, vorig seizoen goed voor zeven goals en veertien assists in de Premier League.

In de spits loopt de duurste Schotse voetballer aller tijden, Oliver McBurnie, die deze zomer voor 19,5 miljoen euro plus eventuele bonussen van Swansea naar Sheffield United trok. De man met de indrukwekkende rosse (!) baard kwam voor de interland van vorige vrijdag tegen Rusland (1-2 verlies) negatief in het nieuws omdat een privé-conversatie waarin hij stevige kritiek had op zijn nationale team, gefilmd werd en viraal ging, nota bene via het videokanaal van zijn club. De nieuwe bondscoach, Steve Clarke, was ‘not amused’. Dat was ie ook niet na de wanprestatie van McBurnie & co tegen de Russen.

Drie van de elf Schotse starters tegen Rusland spelen in de Engelse tweede klasse, drie andere in de matige hoogste afdeling van Schotland. Onderschatting is nooit goed in sport, toch is alleen Belgische winst straks aanvaardbaar.

Belediging voor de fans

Het moet beter dan tegen San Marino. De eerste helft tegen de voetbaldwerg, allerlaatste op de FIFA Ranking, was veertig minuten slaapverwekkend. Balletje rondtikken, niet eens een handvol doelrijpe situaties creëren, ei zo na zelfs een tegendoelpunt incasseren op een zeldzame tegenaanval: een belediging voor de honderden meegereisde fans.

Kevin De Bruyne, vorige week nog bejubeld als momenteel misschien wel de beste speler van de wereld, sjokte rond zoals hij dat niet eens zou durven te doen op een training van Manchester City. Zijn passing, normaal een toonbeeld van accuraatheid en finesse, was slordig. Het onuitgegeven aanvallende trio rechtvaardigde nooit de onverwachte selectie. Januzaj gaf vooral risicoloze zijwaartse passes, Origi waagde zich aan een mislukte imitatie van Hazard en Batshuayi oogde, ondanks zijn twee doelpunten, allesbehalve scherp.

Was er niet die domme handsbal van een San Marinese verdediger, met een logische strafschop tot gevolg, dan stond het bij de rust nul-nul. Leg dat maar uit als je weet dat San Marino de voorbije jaren nog voor de rust werd weggespeeld door Luxemburg, Noorwegen of Tsjechië. Uiteindelijk moesten invallers Chadli en Mertens het verschil maken. Nul-vier klinkt als een vlotte zege, de werkelijkheid was anders.

Misschien moet er bij de selectie van de Duivels voortaan een schiftingsvraag worden toegevoegd: ‘Ben je bereid om voluit te gaan tegen de nummers 211 en 48 van de wereld?’ Is het antwoord ‘Neen’, fair enough, maar dan heb je meer aan een minder goede speler die wél gemotiveerd is. ’t Is maar een ideetje voor de interlands tegen San Marino (thuis) en Kazakhstan (uit) in oktober.

‘Haardroger’-methode

Bondscoach Roberto Martínez is een gentleman. Na zijn masterclass tactiek vorig jaar op het WK tegen Brazilië, heeft de Catalaan veel krediet opgebouwd. Maar dat is niet oneindig. Uit zijn verleden als clubtrainer wisten we al dat Martínez zelfbeheersing koppelt aan een groot schoolmeestergehalte – het type leraar dat zelfs met de allerlastigste leerlingen gemoedelijk probeert om te gaan. Prima, maar niet als het elftal nonchalant speelt en zich inschrijft in een ‘zesjescultuur’. Dan past eerder de ‘haardroger’-methode van Sir Alex Ferguson uit zijn periode bij Manchester United. Die bestond erin dat de coach bij een wanprestatie heel dicht bij een speler ging staan en hem de huid vol schold.

Nog een minpunt van Martínez is zijn omgang met de pers. Je kan niet blijven benadrukken dat een tegenstander lastig is, als die San Marino heet, het slechtste voetballand op aarde. Wat al helemaal niet kan, is liegen: Martínez kondigde vooraf een zo sterk mogelijk elftal aan. Doe dat niet, als je dat niet van plan bent. Als het een keertje goed misgaat met de Rode Duivels, zal de rancuneuze Belgische voetbalpers zich niet inhouden om ook deze bondscoach af te serveren.

Tip voor de bondscoach: als het vanavond regent, duik dan niet onder in de dug-out, maar ga borst vooruit naast de zijlijn staan.



De transferboekhoudingen kleuren groen

Sport Posted on vr, september 06, 2019 19:15:27

(Deze ‘Bankzitter’ verscheen maandag 2 september in De Standaard.)

Het Anderlecht van Kompany won zónder Kompany voor het eerst, tegen Standard. In Club-Genk was er geen winnaar, op de vooravond van het afsluiten van de transferperiode. Het was de meest lucratieve zomer ooit voor onze clubs. Tegenover uitzonderlijk hoge uitgaven, stonden nóg hogere inkomsten.

O ironie. De eerste wedstrijd dat Vincent Kompany niet aan de aftrap stond van een wedstrijd van Anderlecht, won zijn jonge elftal. De speler was afwezig, de manager zat aan de beelden te zien af en toe luid en duidelijk in het oor van hulptrainer Jonas De Roeck. Mag niet, maar wie kan het bewijzen? In een al bij al matig duel wilde Anderlecht de overwinning net iets meer dan Standard.

In Brugge stonden onze twee Champions League-vertegenwoordigers tegenover elkaar, in een intense wedstrijd met twee gezichten: KRC Genk speelde pas na de rust mee. De 1-1 was wel terecht. Bij de twee doelpunten volgde na het gejuich een aarzeling, omdat de scheidsrechter de wijsvinger op het oortje hield om te luisteren naar de videoreferee. Dat de VAR tegenwoordig bijna bij elk doelpunt van zich laat horen, geeft aan dat het systeem niet correct gebruikt wordt. Het moet gaan om ‘clear errors’, niet om twijfelgevallen. Op deze manier wordt de beleving in een stadion en op het veld naar de filistijnen geholpen.

Pro Money League

Straks om middernacht wordt de transferzomer 2019 afgerond. Heel wat clubs zijn nog in onderhandeling. Pakt Anderlecht op de valreep uit met een nieuwe spits, ja of neen? Verliest landskampioen Genk in deze ultieme uren topschutter Ally Samatta of Sander Berge? Voor de juiste prijs kan veel. We moeten dus voorzichtig blijven met eindconclusies, al zien we op zondagavond, achtentwintig uur voor het afsluiten van de markt, enkele interessante tendensen.

Dankzij de gespecialiseerde website transfermarkt.com leren we dat de zestien eersteklassers op dit ogenblik samen 492 kernspelers tellen, dat zijn er meer dan dertig gemiddeld. Er lopen vandaag op training dus nog wat overbodige jongens, de Adrien Trebels van deze wereld.

De totale marktwaarde van alle voetballers in de Jupiler Pro League wordt geschat op 764,05 miljoen. In de zomer van 2009 bedroeg die opgetelde marktwaarde nog 424,5 miljoen. In tien jaar tijd zijn de spelers in de Belgische competitie dus maar liefst tachtig procent meer waard geworden. Dat is opmerkelijk. Ter vergelijking: in de Nederlandse Eredivisie is de waarde van de spelers in diezelfde periode iets meer dan veertig procent gestegen. Al ligt de reële transferwaarde van álle Eredivisie-voetballers nog een pak hoger dan bij ons: 928,8 miljoen euro.

België telt weer mee

Op financieel vlak waren het mooie maanden voor de meeste clubs. Er werden spelers voor recordbedragen verkocht én gekocht. In de Top 10 aller tijden van uitgaande transfers staan vier spelers die deze zomer verhandeld werden, in de Top 10 van inkomende liefst zeven. Op één Zinho Vanheusden, door Standard voor 12,6 miljoen euro weggehaald bij Inter, in de wetenschap dat die club hem over een paar jaar voor veel meer geld zal terugkopen. Financial Fair Play omzeilen, heet dat. Onder meer dankzij deze transactie kon Inter Romelu Lukaku halen.

Voorzichtige conclusie: België telt weer mee. Club Brugge spande de afgelopen maanden de kroon. Tegenover 23,4 miljoen transferuitgaven stonden 62,2 miljoen inkomsten. Winst: 38,4 miljoen, al zal de Colombiaanse defensieve middenvelder Eder Balanta van FC Basel dit bedrag allicht nog negatief beïnvloeden. Hij komt omdat Victor Wanyama níet komt.

Ook KRC Genk boerde goed door de verkoop van Trossard en Malinovski: 10,5 miljoen transferwinst. Zelfde tendens maar bescheidener bij Standard: 4,4 miljoen in het groen. AA Gent, naar goede jaarlijkse gewoonte: + 3,6 miljoen. Anderlecht: + 4,9 miljoen, vooral dankzij de definitieve overgang van Leander Dendoncker naar Wolverhampton, dat hem vorig seizoen huurde met een verplichte aankoopoptie, nog zo’n financieel trucje om de regels weg te lachen. Van de Top 6 van vorig seizoen gaf alleen Antwerp tot nog toe meer uit dan het ontving, al is 2,2 miljoen nu niet onmiddellijk een riskant bedrag. Tot zondagavond werd er 221,9 miljoen euro (een record) geïncasseerd en 135,9 miljoen (record) uitgegeven, resulterend in 86 miljoen winst (ook een record).

Rode Duivels keren terug

Twee opvallende vaststellingen tot slot. Eén, Club Brugge neemt een steeds grotere voorsprong op de concurrentie. Het verkocht Wesley (25 miljoen) en Danjuma (18) voor recordbedragen. En via een slimme scouting haalde het David Okereke in de Italiaanse tweede klasse en Simon Deli in Tsjechië. De komst van Simon Mignolet duidt dan weer op het positieve imago van de club. Dat Club Hans Vanaken heeft kunnen behouden – naar verluidt voor een loon dat past bij subtoppers in grote buitenlandse competities – getuigt van langetermijnvisie en ambitie. Als dat nieuwe stadion ooit gebouwd wordt, zal Club nauwelijks nog bij te benen zijn in België.

Ook bij KRC Genk profiteren ze al enkele jaren van het knappe werk van het scoutingapparaat. De landskampioen haalt jonge spelers voor relatief hoge bedragen, omdat het weet dat het hen over een paar jaar voor nog veel meer geld zal kunnen verkopen. Het enige zakelijke model dat in België overeind blijft. Veel slimmer dan je transferbeleid in handen te geven van één makelaar, zoals dat jarenlang werd toegepast bij Anderlecht. Kiezen voor Mogi Bayat, is kiezen voor de korte termijn. Alleen híj wint daarbij.

Tweede opmerkelijk feit: Rode Duivels die terugkeren naar eigen land. Vincent Kompany blijft dé stunttransfer, ook al dateert die al van eind vorig seizoen. Los van de positieve vibes die zijn komst teweegbracht, blijft de vraag of het aantrekken van manager-Kompany een even geslaagde transfer zal blijken als die van speler-Kompany, ongetwijfeld een van de betere voetballers die hier rondloopt. Minder bedenkingen zijn er rond Simon Mignolet: die heeft nog een vijftal seizoenen op Belgisch topniveau voor de boeg. Maar hoe zit dat met die andere (ex-)Rode Duivels, Nacer Chadli, Kevin Mirallas en Steven Defour? Voor Chadli en Mirallas is het zelfs de eerste kennismaking met voetballen in de Belgische eerste klasse. Dat zij in de nadagen van hun carrière voor Belgische centen kiezen, kan alleen maar goed zijn voor onze competitie.

Duurste transfers uit (in miljoen euro)

1. Youri Tielemans (Anderlecht-Monaco) – 2017                  26,2

2. Wesley (Club-Aston Villa) – 2019                                      25,0

3. Marouane Fellaini (Standard-Everton) – 2008                  21,8

4. Leandro Trossard (Genk-Brighton) – 2019                       20,0

5. Aleksandar Mitrovic (Anderlecht-Newcastle) – 2015       18,5

6. Arnaut Danjuma (Club-Bournemouth) – 2019                 18,0

7. Sergej Milinkovic-Savic (Genk-Lazio) – 2015                     18,0

8. Wilfred Ndidi (Genk-Leicester) – 2017                              17,6

9. Moussa Djenepo (Standard-Southampton) – 2019          15,7

10. José Izquierdo (Club-Brighton) – 2017                            15,0

Duurste transfers in (in miljoen euro)

1. Zinho Vanheusden (Inter-Standard) – 2019                     12,6

2. Nicolae Stanciu (Steaua-Anderlecht) – 2016                     9,7

3. Michel Vlap (Heerenveen-Anderlecht) – 2019                8,0

4. David Okereke (Spezia-Club) – 2019                                8,0

5. Bubacarr Sanneh (Midtjylland-Anderlecht) – 2018           8,0

6. Simon Mignolet (Liverpool-Club) – 2019                         7,0

7. Theo Bongonda (Zulte Waregem-Genk) – 2019              7,0

8. Sven Kums (Watford-Anderlecht) – 2017                          6,5

9. Paul Onuachu (Midtjylland-Genk) – 2019                         6,0

10. Kemar Roofe (Leeds-Anderlecht) – 2019                       6,0

Clubs boeken winst op de transfermarkt (in miljoen euro)

1. Club Brugge                        38,8

2. Genk                                   10,5

3. Zulte Waregem                  6,0

4. Waasland-Beveren            5,9

5. Charleroi                             5,5

6. Anderlecht                          4,9

7. Standard                             4,4

8. STVV                                   4,0

9. Gent                                   3,6

10. Moeskroen                       2,9

11. Eupen                               1,5

12. KV Oostende                    0,5

13. KV Mechelen                    0,1

14. KV Kortrijk                        0,0

15. Cercle Brugge                   – 0,5

16. Antwerp                           – 2,2

Transferwinst in Europese competities (in miljoen euro)

1. Eredivisie (NL)                   252,9

2. Liga NOS (P)                       206,4

3. Ligue 1 (F)                          203,5

4. Championship (UK)            150,6

5. 2.Bundesliga (D)                 92,6

6. Jupiler Pro League (B)       86,0

7. LaLiga2 (E)                          75,4

8. Ligue 2 (F)                          74,8

9. Bundesliga (A)                    68,9

10. Serie B (I)                          62,9

Big spenders (meeruitgaven na aftrek transferinkomsten)

1. Premier League (UK)          – 755,5

2. Serie A (I)                           – 321,2

3. LaLiga (E)                            – 288,4

4. Bundesliga (D)                   – 168,5

5. Premier Liga (R)                 – 144,9



Symbooldiscussies: handig als de argumenten op zijn

Samenleving Posted on za, augustus 31, 2019 13:13:06

Ha, daar is de hoofddoek weer. De kopvod, om in het schoon forumvlaams te zeggen. GO!, de koepel van het gemeenschapsonderwijs, heeft dat vermaledijde kledingstuk verboden. Geen levensbeschouwelijke kentekens in de klas, zo werd verordend. Een zeventienjarig meisje trok daarop naar de rechter, die haar gelijk gaf, zodat ze maandag mét hoofddoek in de schoolbanken mag plaatsnemen. Volgens de rechter zijn er geen specifieke omstandigheden die een verbod op het dragen van een hoofddoek door dat ene meisje rechtvaardigen. Wat meteen ook voor alle andere meisjes geldt, neem ik aan, al wil GO! vooralsnog niet toegeven. GO! begeeft zich in een no-gozone, altijd riskant.

Eerst over de inhoud. Nog niet zo lang geleden vond ik het terecht dat de voorganger van Bart De Wever als Antwerps burgemeester — hoe heette die ook alweer? — de hoofddoek verbood achter het loket. Ik zag de hoofddoek als een symbool van de onderdrukking van moslimvrouwen en -meisjes. De man die zegt: verberg u, of gij zult besprongen worden! Daar is natuurlijk iets van aan in reactionaire islamitische kringen, maar ik heb de voorbije jaren kennisgemaakt met jonge, geëmancipeerde, vrijgevochten vrouwen-met-hoofddoek. Wat mij vooraf een paradox leek, bleek dat in realiteit niet te zijn. Die vrouwen waren en zijn grappig, spitant, ad rem, hebben een uitgesproken mening en laten zich niet zomaar dicteren. Een openbaring (voor mij). Een zoveelste bewijs dat er meer interactie moet zijn tussen mensen met verschillende achtergronden, zodat je elkaar beter leert kennen (weet ik nu).

Ja, de hoofddoek blijft een religieus symbool. Los van de vrouwen die werkelijk onderdrukt worden — laten we die vooral niet vergeten! — dragen de moderne moslima’s hun hoofddoek wel degelijk ter ondersteuning van hun achtergrond, cultuur en religieuze overtuiging. Terwijl hun moeders dat meestal niet deden, hun oma’s dan weer wel. Vaak is het dragen van een hoofddoek een reactie tegen het westerse superioriteitsdenken over ‘die achterlijke islam’. Kort door de bocht, maar niet ver van de waarheid: als er steeds meer jonge vrouwen een hoofddoek dragen, komt dat omdat autochtone, witte mensen (mannen, doorgaans) hen en hun moeders nooit au sérieux hebben genomen en nog altijd niet nemen. Die jonge vrouwen pikken het niet langer dat wij hen een beetje achterlijk noemen. Kan je hen dat kwalijk nemen?

Het verbod op het uitdragen van wie je bent en waar je (religieus of maatschappelijk) voor staat, heb ik ooit eens in een blogpost begrijpelijk maar onhaalbaar genoemd. ‘Begrijpelijk’, omdat je als open samenleving wil vermijden dat mensen in openbare functies (of zoals in het geval van GO! in scholen) hun mening willen opdringen aan anderen. ‘Onhaalbaar’, omdat je dan ongeveer alles moet verbieden. Geen hoofddoek, geen hoodie, geen sjaaltje, geen kruisteken, geen regenboog-T-shirt, geen foto’s van het koninklijk paar aan de muur, enzovoort, enzoverder. Je krijgt een absurd lange lijst en dan nog blijft de vraag: wanneer gaat het uitkomen voor je persoonlijke levensvisie over in beïnvloeding en manipulatie van iemand anders? Dus verbied je het maar beter niet.

Maar goed, we houden van symbooldiscussies. Als de begroting tien miljard in het rood gaat, roept er wel iemand ‘Kijk daar, een boerka, wat een schande!’ Als pestende jonkies de tenten van activistische meisjes bekogelen met flessen urine, roept er wel iemand ‘Maar neen, dat is geen collaboratievlag die ze droegen!’ Als een of andere malloot in naam van een of andere god een aanslag pleegt, roept er wel iemand ‘Hier zie, gij hoofddoekdrager, dat is mee uw schuld, hé!’

Symbooldiscussies zijn handig om je achter te verschuilen als de echte argumenten op zijn. De hoofddoek is slecht, de vlag met de leeuw met zwarte tong goed, of andersom (alhoewel: toch veel minder andersom). Het vermakelijke is dat de hoofddoek voor de ene en de vlag voor de andere allebei symbolen zijn om je identiteit te benadrukken. Maar de identiteit van de andere aanvaarden, ho maar! Ik vermoed niet dat één hoofddoek in de klas ertoe zal leiden dat de tweede week van september álle meisjes een hoofddoek zullen dragen, zelfs niet alle moslimmeisjes. Laten we hen vooral niet afschilderen als volgzame, religieus gebrainwashte wichtjes zonder eigen mening en wil. Dat zou nog een grotere belediging zijn dan ‘Kopvod!’ roepen.

***

Een andere symbooldiscussie is die rond de salariswagen, wat dan weer past in het brede klimaatdebat. Afschaffen, die handel, want het kost ons (belastingbetalers) behoorlijk veel centen en hoe meer wagens, hoe meer luchtvervuiling. Vanuit ecologisch perspectief een logisch standpunt. Tot het erop neerkwam om die stellingname aan het grote publiek uit te leggen. Groen verslikte zich en maakte meer bochten dan het circuit van Spa-Francorchamps rijk is, het zijn er nochtans twintig. Stoot geen potentiële kiezers tegen het hoofd, had iemand op een vergadering geroepen, want dan zullen ze chicaneren — om in Formule 1-modus te blijven — en dus kon het bochtenwerk beginnen. Terwijl de initiële boodschap logisch en correct was, bleef er uiteindelijk niets van hangen, behalve dan het beeld van politici die het zelf ook niet meer wisten (uit te leggen).

De salariswagen wordt, kort door de bocht, voortgestuwd door een pervers mechanisme. Omdat bedrijven de salarissen van hun werknemers niet willen blijven verhogen, geven ze ter compensatie — en met financiële medewerking van de overheid — een auto-met-tankkaart, dat scheelt op maandbasis toch al snel 500 tot 750 euro (of meer), die je niet op je bankrekening terugvindt, maar die je ook niet hoeft uit te geven aan vervoer. Werkgevers content, werknemers ook: je kunt er geen boterham meer mee kopen, maar je rijdt nu wel gratis naar de bakker om de hoek. De salariswagen dwingt werknemers in de wagen.

(Ik heb ooit, als leidinggevende, mijn salariswagen voor de huisdeur laten staan, om met het openbaar vervoer naar het werk te kunnen rijden: veiliger, sneller, comfortabeler — ondanks alles! Daar werd ik behoorlijk vies op aangekeken door de leiding van het bedrijf, in de trant van: je krijgt een cadeau van ons en dan weiger je die te gebruiken.)

Groen zou eerlijker moeten zijn en duidelijk maken dat de noodzakelijke klimaattransitie wel degelijk geld zal kosten aan de individuele burger. Of de partij zou een duidelijk afbouwplan moeten opstellen. Bijvoorbeeld: uitdoven systeem salariswagens tegen 2030. Als je de bezitters van een salariswagen daarentegen blijft wijsmaken dat de afschaffing van het systeem hen niets zal kosten en dat ze hun fiscale voordeel gewoon zullen behouden, maak je de mensen blaasjes wijs. Zoals Abraham Lincoln al wist: ‘Je kan een deel van de mensen met een salariswagen een tijdje bedotten, en sommigen zelfs de hele tijd, maar je kunt niet alle mensen met een salariswagen de hele tijd bedotten.’



‘Aimabel, maar wel een absolute winnaar’

Sport Posted on wo, augustus 28, 2019 15:41:26

(Voor De Standaard van maandag 26 augustus interviewde ik Vincent Vanasch, nationale hockeykeeper, beste ter wereld, en Manu Leroy, ex-nationale hockeydoelman en co-commentator op Sporza, over het EK-goud van onze hockeymannen en de bijdrage van onze keeper.)

De Red Lions zijn Europees kampioen hockey. Zaterdag ging Spanje in de finale met 5-0 onderuit, de eerste helft was een ware demonstratie. Orgelpunt van een bijzonder geslaagd toernooi. Net als op het WK eind vorig jaar werd Vincent Vanasch uitgeroepen tot beste keeper van het toernooi.

De eindzege van de Belgische hockeymannen was zonder meer verdiend. De Red Lions telden de beste keeper (Vincent Vanasch), de beste veldspeler (Victor Wegnez) en twee van de vier gedeelde topschutters (Tom Boon en Alexander Hendrickx) in hun rangen (uitgebreide analyse in ‘De Bankzitter’ op p. xx). Ze scoorden 22 goals en incasseerden er amper 2, in de halve finale tegen Duitsland, een waanzinnige wedstrijd waarin het bij de rust 0-2 stond. In het derde kwart kregen de Duitsers twee strafcorners op rij, maar toen kwam misschien wel hét moment van onze doelman. Hij had gezien dat een Duitser bij de eerste corner de bal niet met de stick maar met de hand had klaargelegd, wat niet mag.

‘Daar was ik heel blij mee, het was even belangrijk als mijn reddingen in die match’, zegt Vincent Vanasch. ‘Ik ben altijd heel gefocust. Bij de analyse van vroegere wedstrijdbeelden was het ons coaching team opgevallen dat de Duitsers weleens hun hand gebruikten om de bal stil te leggen bij een strafcorner. Ik zag het gebeuren.’

In plaats van een strafcorner tegen te krijgen, en een grote kans op 0-3, werd het kort daarop 1-2, waarna onze hockeymannen in het laatste kwart over de Duitsers heen walsten, 4-2. ‘We zijn mentaal heel sterk’, weet Vanasch. ‘Ook als we het minder goed doen, zoals in die eerste helft tegen Duitsland, kunnen we ons herpakken. De kracht van dit team is een combinatie van kwaliteit, mentaliteit, ervaring en een uitstekende connectie tussen de spelers.’

‘De Red Lions hebben een heel toernooi op hoog niveau gespeeld’, stelt Manu Leroy, afgelopen week co-commentator op Sporza. ‘Tegen Spanje en Engeland was het nog niet perfect, maar dan volgde een galawedstrijd tegen Wales en in de halve finales dé wedstrijd van het toernooi, tegen Duitsland. Een van de leukste hockeymatchen ooit. De Spanjaarden waren niet ontgoocheld na de finale, ze konden niet op tegen de Belgische machine, gaven ze ruiterlijk toe.’

Authentiek

‘Work hard in silence, let success make the noise’ valt als motto te lezen op de persoonlijke website van Vincent Vanasch. En ook nog: ‘Talent wins games, teamwork wins championships’. Het typeert de man achter de doelman. Gefocust, zelfbewust en toch bescheiden. En bovenal een teamplayer. ‘Ik ben blij met mijn prestaties, maar nog veel blijer voor het team’, vertelt hij. ‘We hebben bevestigd dat we een groot hockeyland zijn. Bevestigen is het moeilijkste wat er is in de sport.’

‘Voor de Spelen van 2012 in Londen lag ik nog in concurrentie met Vincent’, vertelt Manu Leroy, sinds begin dit jaar marketingdirecteur bij de voetbalbond, in het verleden hockeykeeper bij KHC Dragons uit Brasschaat én de nationale ploeg. ‘De keuze viel op hem. Toen was hij al heel goed, sindsdien is hij alleen nog beter geworden. Je moet weten dat het hem niet in de schoot is geworpen. Bij KHC Leuven werd hij zelfs een tijdje aan de kant geschoven. Maar Vincent is een keiharde werker, wil altijd beter worden. Geloof me, we hebben het laatste nog niet van hem gezien. Ook dit jaar zal hij normaal weer tot beste keeper van de wereld worden verkozen, dat zou de derde keer op rij zijn. Dat hij al 31 is, is voor een keeper niet eens een nadeel. Fysiek is hij top en hij is nu ook zeer ervaren. Vincent is een absolute winnaar, maar naast het veld is hij rustig, bedachtzaam, aimabel. Geen vedette. Mediatraining hoeft niet voor hem. Hij is wie hij is: authentiek.’

Vanasch was een van de spelers die zaterdagavond mee stond te hossen tussen de supporters op het volksfeest achteraf. ‘Geweldig toch dat we bij elke match zoveel steun kregen. Dat maakte dit EK nog mooier dan het WK eind vorig jaar in India. Succes kunnen delen en samen een pintje drinken met de fans, mooier bestaat niet.’

Volgende doel: Tokio 2020

Goud op het WK, goud op het EK, de taart is al flink gevuld, maar er ontbreekt nog een kers: olympisch goud. In 2016 moesten de Red Lions nog tevreden zijn met zilver. Volgend jaar in Tokio moet het gebeuren. Manu Leroy: ‘Goud moet de ambitie zijn, maar op de Spelen weet je maar nooit. Als je een tegenvallende eerste ronde speelt en pas tweede eindigt in je poule, kan je in de kwartfinales uitgeschakeld worden door een ander topland in een finale avant la lettre. Maar in principe moet het kunnen. Onze internationals hebben de luxe dat ze vier keer per week samen kunnen trainen, één keer slechts doen ze dat op hun club. Dat voordeel van voortdurend samen zijn hebben andere landen niet.’

Ook Vincent Vanasch heeft een olympische droom en die kleurt goud. ‘We hebben ons nu rechtstreeks gekwalificeerd. Dat betekent dat we ons elf maanden kunnen voorbereiden. In Tokio moeten we ons beste niveau halen en zelfs dan nog zal het van details afhangen.’



De gouden jaren van een hockeygeneratie

Sport Posted on wo, augustus 28, 2019 15:29:56

(Deze bijdrage verscheen maandag 26 augustus onder de rubrieknaam ‘De bankzitter’ in De Standaard.)

Goud op het EK in eigen land. Rechtstreeks gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokio. Beste keeper van het toernooi. Beste veldspeler. Gedeelde topschutters. Het was een fantastische week voor onze hockeymannen. Nu wacht alleen nog de ultieme uitdaging: olympisch goud.

Eind vorig jaar was het nog een itempje onder sportjournalisten: de Red Lions hadden net goud veroverd op het wereldkampioenschap hockey, maar de stemmen voor de nationale sporttrofeeën waren al uitgebracht. Halsoverkop besliste de organisatie om ‘Ploeg van het Jaar’ opnieuw open te stellen, waarna de hockeymannen alsnog werden verkozen. Jammer genoeg liepen Arthur Van Doren of Vincent Vanasch (als mogelijke ‘Sportman van het Jaar’) en Shane McLeod (‘Coach van het Jaar’) zo een verdiende bekroning mis.

Na hun eindzege op het Europees Kampioenschap in Antwerpen dit weekend weten sportjournalisten die breder denken dan een voetbalveld lang is op wie ze begin december moeten stemmen: het kan niet anders of de Red Lions worden opnieuw ‘Ploeg van het Jaar’, plus nog wat individuele trofeeën erbovenop. Jammer voor Pieter Devos, Jos Verlooy, Jérôme Guery en Gregory Wathelet, ons jumpingteam dat vrijdag goud won op het EK in Rotterdam, ook al een uitzonderlijke prestatie.

Vorst, Vrijheid, Recht

In tegenstelling tot onze voetbalelite is het patriottisme van de hockeyers niet gespeeld. Ze zingen uit volle borst de Brabançonne mee, woord voor woord. ‘O dierbaar België, o heilig land der vaad’ren’ klinkt unisono en in de twee landstalen. Deze mannen vinden het een eer om hun land te vertegenwoordigen. Niet dat de voetballers niet het allerhoogste nastreven in hun sport, maar het verschil in beleving is opmerkelijk: tijdens de wedstrijd bikkelen ze oprecht voor ’s lands eer en glorie, voor en na de match zijn voetballers euromiljonairs, eenmansvennootschappen die vooral het beste met zichzelf voor hebben. Het winnen van eremetaal vertaalt zich dan wel in nóg meer euro’s op die sowieso al uitpuilende bankrekening, dus gaan ze ervoor. Een karikatuur? Kijk en oordeel.

Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. En voor het Team. Zo bedwongen de Red Lions afgelopen week hun tegenstanders. Spanje, 5-0. Engeland, 2-0. Wales, 6-0. Duitsland, na een ware thriller, 4-2. Opnieuw Spanje, 5-0. Meeste doelpunten van het toernooi: 22. Minste tegendoelpunten: 2. Geen enkele tegengoal op strafcorner, dat is straf. In vier van hun vijf wedstrijden meer balbezit en meer doelpogingen dan de tegenstander. Alleen de Duitsers schoten vaker op doel dan de Red Lions. En in de finale hadden de Spanjaarden meer balbezit, maar dat kwam vooral omdat de Belgen na de vier-nul bij de rust wat terugzakten. Opvallend: vijf doelpogingen en vijf strafcorners leverden in de finale vijf goals op. Bijzonder efficiënt. Werkpuntje is het afwerken van strafcorners: tegen Duitsland werd er maar een van de acht omgezet.

Hoffelijke omgang

Na het behalen van de wereldtitel schreven we al dat dit succes niet uit de lucht komt vallen (DS, 17 december 2018). De hockeybond koos wijs voor buitenlandse inbreng, topcoaches die hun kunnen al bewezen hadden. De huidige bondscoach, Nieuw-Zeelander Shane McLeod (50), werd vier jaar geleden aangesteld en zorgde er mee voor dat deze uitzonderlijk getalenteerde hockeygeneratie achtereenvolgens Olympisch zilver, EK-zilver, WK-goud en EK-goud behaalde.

Arthur Van Doren werd de voorbije twee jaar uitgeroepen tot beste veldspeler van de wereld, zijn voorganger was eveneens een Belg: John-John Dohmen. Vincent Vanasch was in 2017 en 2018 de beste keeper, een bekroning die hem ook dit jaar niet mag ontsnappen. Van Doren is nog altijd maar 24 en Vanasch kan als bijna 32-jarige nog wel even mee in doel. Op Vanasch (228 interlands!), Dohmen (31), Charlier (31) en aanvoerder Briels (32) na zijn het allemaal twintigers die ook de volgende jaren nog top zullen zijn. Victor Wegnez, zaterdag uitgeroepen tot beste speler op het EK, is amper 23.

Volgende uitdaging: Olympisch goud. In 2016 in Rio de Janeiro verloren de Red Lions de finale van een sterker Argentinië, maar drie jaar later is dit team alleen maar in positieve zin geëvolueerd. Individueel en collectief sterker, eendrachtiger, zelfverzekerder, dominanter. Nu nog de natie meekrijgen, want net als na de wereldtitel bleven toeterende auto’s in het avondlijke verkeer achterwege. Het gejuich bleef beperkt tot de volgepakte tijdelijke tribunes op de Wilrijkse Pleinen. Hockey zal nooit voetbal worden. Dat is maar goed ook: fair play is er geen loutere marketingterm, het inschakelen van de videoreferee gebeurt voorbeeldig (de eindbeslissing ligt bij de VAR, daar kunnen ze in het Belgisch voetbal nog iets van leren), de hoffelijke omgang op en naast het terrein – met tegenstanders én scheidsrechters – staat ver af van het doorgaans ruwe vertoon in een voetbalstadion. De enige parallel is dat spelers elkaar in het doelgebied in de fout proberen te doen gaan: in het hockey gebeurt dat door op de voeten te mikken, in het voetbal worden tegenwoordig de armen geviseerd. Beetje pesterige regels, toch?

Olympisch dromen

Hockeygoud bij de mannen moet het doel zijn volgend jaar op de Olympische Spelen in Tokio, van 24 juli tot en met 9 augustus. Voor de vrouwen lijkt een medaille nog wat hoog gegrepen, al was er dat bemoedigende gelijkspel tegen het ongenaakbare Nederland. Het jumpingteam mag nu ook ambitieus zijn, na het EK-goud. En wat mogen we verwachten van de basketvrouwen (Belgian Cats) na hun knappe vierde plaats op het recentste WK?

Individuele medaillehoop rust op de stevige schouders van judoka Matthias Casse (22), twee maanden geleden Europees kampioen geworden in de categorie tot 81 kg. In het wielrennen wordt uiteraard gekeken in de richting van supertalent Remco Evenepoel, hij moet op de weg de opvolger van Greg Van Avermaet worden en kan ook in de olympische tijdrit uitblinken. En dan is er nog Nafi Thiam. Een week geleden verbeterde ze in Birmingham tot twee keer toe het Belgisch record verspringen: ze sprong met 6m86 negentien centimeter verder dan haar eigen vorige record. Als ze wil kan ze in Tokio ook aan het verspringen deelnemen, al blijft haar hoofddoel het verlengen van de olympische titel in de zevenkamp.

Het olympisch dromen mag een aanvang nemen.



Links-rechts

Politiek, Samenleving Posted on za, augustus 24, 2019 12:39:29

Wie op z’n twintigste niet links is, heeft geen hart.

Wie op z’n veertigste nog altijd links is, heeft geen verstand.

Kent u dat gezegde, dat al in mijn jonge jaren te pas en te onpas werd gehanteerd? Vrij vertaald: onbezonnenheid hoort bij de jeugd, eens dat je in de echte wereld belandt (werken-brood verdienen-trouwen-kindjes op de wereld zetten) moet je dat jeugdig engagement afzweren en voor economisch realisme gaan. Vooral gebezigd door rechtse luitjes, die linksig gedrag pardonneerden tot je tot de zogeheten jaren van verstand kwam, daarna moest je genadeloos worden verketterd als je links bleef.

Linkse ratten, rolt uw matten!

Bij mijn weten is er geen vervolg op dat gezegde — waar ik het overigens nooit mee eens ben geweest —, maar mocht dat er zijn, zou ik vanuit mijn eigen leefwereld stellen: wie op z’n zestigste niet terug links is, heeft geen levenswijsheid. Ik ben begin dit jaar zestig geworden en ik word linkser met de dag. Lichtjes overdreven, maar ik bedoel: ik herken sommige (extreem)rechtse symptomen uit vervlogen geschiedenislessen. Lessen die ik meestal heb geleerd uit boeken en documentaires, niet op school, maar dit even terzijde. Links zijn is voor mij de normaalste zaak van de wereld. Mededogen hebben met wie het minder goed heeft, solidair zijn, rechtvaardig, bekommerd om de toekomst van planeet en mensheid, verontwaardigd om een te grote inkomensongelijkheid, internationaal denken, je meer wereldburger voelen dan Vlaming, evenveel Europeaan als Belg. En ja, ook boos zijn vanwege de knoeiboel die zogeheten linksen (communisten, marxisten, andere tisten) ervan gemaakt hebben. Noch het kapitalisme, noch het communisme hebben een betere wereld gecreëerd. In beide gevallen eerder het tegendeel. Ik zal dat blijven roepen tot ik geen stem meer heb, omringd door zand, onder een brandende zon.

Natuurlijk, ook wie zichzelf rechts noemt, zal beweren dat hij of zij solidair en rechtvaardig is. Maar houd den vreemde wel buiten, hé! We zullen hem wat aalmoezen toewerpen, hier zie, sukkelaars. Blijf in uw land of ga hooguit bij de buren aankloppen, wij hebben onze eigen zorgen. Die derde auto en dat buitenverblijf betalen zichzelf niet.

Wie rechts is, heeft evenveel reden van bestaan als wie links is. Uiteindelijk moeten we er samen iets van bakken, in de politiek, in de economie, in alle sectoren die ertoe doen. De links-rechts-tegenstelling is een realiteit, maar ze wordt stelselmatig overdreven. Boude bewering: dat is vooral de schuld van rechts. Meer nog: dat is de levenslijn van rechts. ‘Rechts is goed, omdat links slecht is’. Een losgeslagen terminologie bestaande uit ondingen als ‘linkse kerk’, ‘gutmenschen’ en ‘kansenparels’ zie ik bij links niet. Er wordt weleens iets onheus geroepen, daar niet van. Een Franstalige groene post al eens een karikatuur van Theo Francken in nazi-uniform. Zeer misplaatst, laakbaar en wat mij betreft mogelijk zelfs strafbaar, maar eerder uitzonderlijk.

Hoe dat komt? Rechts is georganiseerd, links niet. Andere partijen zullen ook wel debatfiches hebben, maar alleen bij N-VA en Vlaams Belang worden ze letterlijk en unisono voorgelezen in het openbaar. In groene en rode kringen telt, vreemd genoeg, het eigenbelang eerst. Vreemd, omdat je van partijen die opkomen voor solidariteit meer onderlinge eensgezindheid zou mogen verwachten. Over oranje en blauwe kringen zwijg ik dan nog zedig. Daar rolt men vechtend over de vloer. Het moedige midden van het canvas, gewoon doen!

Dat acties van met name extreemrechts veel beter gecoördineerd worden, bewijzen de Vlaamse vlaggen en de pestacties op Pukkelpop, flessen urine à volont(h)é. Achteraf ging het meer over het verwijderen van die vlaggen dan over waarmee het begon: het pesten van een klimaatmeisje. Toon mij één bewijs van een dergelijke linkse actie en ik geef u gelijk. Begin alvast te zoeken. Uw tijd gaat nu in. (Ik zal even een handje helpen: Theo Francken beletten om een lezing te geven komt dicht in de buurt.)

Ik tweette de dag na het Pukkelpop-incident: ‘Bange blanke mannen die vanuit hun eigen betekenisloosheid klimaatmeisjes het ergste wat je maar denken kunt, toewensen. Hoe zielig kun je zijn? Hoe misplaatst kan je je gedragen op het publieke forum? Hoe achterlijk moet je wel niet zijn om het licht van de zon te ontkennen?’ Iemand reageerde dat mijn stelling klinkklare onzin was, noemde het zelfs ‘zeer verontrustwekkend’ (sic) dat het alleen maar ‘blanke mannen’ zouden zijn die het klimaatprobleem ontkennen, negeren of minimaliseren. O ja? Graag de naam van een vrouw of een niet-blanke man die tot de categorie ‘klimaatnegationisten’ behoort. Uw tijd gaat opnieuw in.

Nog een voorbeeld: gisteren werd viroloog Marc Van Ranst van Twitter gesmeten omdat extreemrechtse luitjes hem en masse hadden gerapporteerd. U mag van Van Ranst zeggen wat u wilt — dat hij vaak onbezonnen en ongenuanceerd reageert, bijvoorbeeld —, maar hij heeft geen tenten opengeritst of met urine gegooid. Dergelijke gecoördineerde verklikactie gebeurde niet zo lang geleden nog met ‘Schuld & Vrienden’, een tot dan toe anonieme account die het fascistoïde clubje van Schild & Vrienden aan de kaak stelde. Begin deze week nagelde Vlaams Belang-voorzitter Van Grieken een meisje dat een Vlaamse vlag had verbrand — o, doodzonde! — nog aan de figuurlijke schandpaal, met naam en toenaam, een signaal voor de trollen om de jongedame on- en offline te beginnen pesten. Doxing heet dat. Mag ook met dubbele xx geschreven worden. Weer iets bijgeleerd.

Toeval is dat niet, net zomin als dat het toeval is wanneer de heren Francken Theo, De Wever Bart en Torfs Rik bijna gelijktijdig uithalen naar linkse journalisten, een gebrek aan kwaliteitskranten of de klimaat’hype’. De woordkeuze van de drie N-VA’ers — Torfs is het al, maar komt er nog niet openlijk voor uit — is bewust: maak andersdenkenden verdacht. Maak gebruik van de vrijheid van meningsuiting om te klagen dat je geen vrijheid hebt om je mening te uiten — gekker wordt het niet! (Het doet wat denken aan de zielenpoten die zich in de nasleep van #metoo afvroegen wat er dan nog wel mocht, man zijnde.) Maak de (mainstream) media verdacht, de ‘MSM’ zoals dat bij grofgebekte lieden klinkt. Roep ‘fake news’ als journalisten te dicht bij de waarheid komen. Doe zoals Trump: wijs met priemende vinger naar de slechte karakters achterin de zaal. Ooit neemt er een idioot een geweer en knalt hij de geaccrediteerde journalisten ter plekke neer. Het zal dan wel collateral damage heten.

Wellicht is het not done om dit te schrijven, maar deze acties doen heel sterk denken aan — komt-ie! — de jaren 30 van de vorige eeuw. Verdachtmakingen, verklikken, pesterijen, arrestaties. Pure Goebbels-stijl. U weet hoe dat geëindigd is. Dat mogen we niet tolereren. (Voor de rechtse man of vrouw die nog altijd meeleest: ja, je kunt gerust ook de vergelijking met de Sovjet-Unie sinds Stalin, het China van de Culturele Revolutie en de Oostbloklanden na de Tweede Wereldoorlog maken. Daar werd ook verklikt om er zelf beter van te worden. Of om zelf gerust gelaten te worden, want de verklikker was uiteraard een eerbare burger, die het algemeen belang boven het eigenbelang stelde.)

***

Ik denk dat ik weet hoe dat gezegde van in het begin verder gaat.

***

Wie op z’n twintigste niet links is, heeft geen hart.

Wie op z’n veertigste nog altijd links is, heeft geen verstand.

Wie op z’n zestigste niet terug links is, heeft geen levenswijsheid.

Wie op z’n tachtigste nog niet rechts is, is nog niet dement.

Ollekebolleke, riebezolleke!



Europees voetbal kost onze clubs nu al punten

Sport Posted on do, augustus 22, 2019 11:26:25

(Deze bijdrage verscheen maandag 19 augustus onder de noemer ‘De bankzitter’ in De Standaard.)

Als er één constante is in de vier speeldagen jonge voetbalcompetitie is dat er geen constanten zijn. Laag geklasseerde clubs halen verrassend punten tegen toppers. De Europese voorrondes eisen hun tol. Alleen Cercle, Waasland-Beveren en… Anderlecht presteren regelmatig: ondermaats.

De kalendermaker hield dit seizoen maximaal rekening met de Europese verplichtingen van onze clubs – AA Gent, Antwerp, Club Brugge – in juli en augustus. De eerste topaffiches staan pas volgend weekend, op speeldag vijf, op het programma: KRC Genk-Anderlecht en Antwerp-Gent. Maar zelfs dan leiden midweekopdrachten tegen, laten we wel wezen, clubs uit kleinere competities tot puntenverlies in het daaropvolgende weekend. Antwerp en Gent hebben gevraagd hun onderling duel uit te stellen, zodat ze zich kunnen concentreren op hun Europese opdrachten, zoals ook in Nederland weleens gebeurt.

Club Brugge gaf vrijdagavond twee punten cadeau aan laagvlieger Eupen. Als de videoreferee wakker had geweest, dan zou blauwzwart een penalty hebben gekregen voor een por in de rug van Vormer – met Hans Vanaken als uiterst betrouwbare strafschopnemer bijna zeker een doelpunt -, maar met ‘als’ en ‘dan’ win je vooralsnog geen wedstrijden. Toch weegt dat puntenverlies niet op tegen mogelijke kwalificatie voor de groepsfase van de Champions League. Voor Club zijn de wedstrijden tegen het Oostenrijkse LASK financieel én sportief belangrijker dan de thuismatch tegen Eupen en de verplaatsing van volgende zaterdag naar Charleroi. Een economische wetmatigheid. (Ondertussen werden de wedstrijden Antwerp-Gent en Charleroi-Club uitgesteld.)

Europese belasting

Als je Europees wil spelen, moet je goed kunnen rekenen. Trainers slaan dan flink aan het roteren: het sterkste elftal mag Europa in, in de eigen competitie krijgen doublures een kans. Kwalitatief een verzwakking, maar dat hoeft geen probleem te zijn tegen zowat de helft van de teams in 1A. Daarvoor dient nu eenmaal die ruime spelerskern.

Antwerp verloor een week geleden in Charleroi, omdat het in de eerste plaats mikte op kwalificatie in Plzen. Dat lukte met veel geluk en na slopende verlengingen. Tegen STVV begon Antwerp niet onbegrijpelijk met zeven wijzigingen aan het elftal. Het won desondanks makkelijk, 2-0. AA Gent liet zich op de vorige speeldag met een half B-elftal ringeloren in Moeskroen, het duel tegen Larnaca in de voorronde van de Europa League werd interessanter geacht. Gisteren won het wel van Oostende. Standard mag zich gelukkig prijzen dat het dankzij de Europese schorsing van KV Mechelen rechtstreeks de groepsfase van de Europa League in mag.

Het zijn keuzes die bij professioneel voetbal horen. In de grote Europese competities wordt tenslotte ook stevig geroteerd, maar daar zijn de spelerskernen kwalitatief veel beter gestoffeerd en vallen de wissels minder op.

Wat moet dat worden als, in het beste geval, vijf Belgische clubs vanaf september de Europese wei in moeten? De tegenstanders zijn sterker dan in de voorronde, de fysieke belasting is nog groter, het dreigt ten koste te gaan van de prestaties in de Jupiler Pro League. Voor de trouwe supporters is het sneu: zij krijgen in eigen land minder competitieve elftallen te zien. Misschien toch maar een kortere competitie met minder clubs overwegen die pas eind augustus start?

Opendeurdag

Positieve verrassing bovenin is KV Mechelen, dat samen met Club Brugge op kop staat met tien op twaalf. Beste start van een promovendus in zevenendertig jaar. Negatieve verrassing tot nog toe is Anderlecht. Zelfs speler-manager Kompany ging zaterdag enkele keren opvallend in de fout in Kortrijk: de 4-2 legde pijnpunten bloot in alle geledingen. Geen spits, geen controle over het middenveld, opendeurdag achterin. Kompany wees ostentatief naar zichzelf voor de tribune met bezoekende fans. ‘Mijn fout!’ Met het programma van de komende weken dreigt een desastreuze start. De twee op twaalf van nu is precies tien punten minder dan vorig jaar rond deze tijd.

Terwijl grote rivaal Club Brugge uitpakte met de komst van Rode Duivel Simon Mignolet, op z’n 31ste nog goed voor een viertal seizoenen op topniveau, denkt Anderlecht eraan Anthony Vanden Borre een derde kans te geven, terwijl Samir Nasri voorlopig meer weg heeft van een has-been dan van de topper die hij ooit is geweest. Hoe lang blijven de paars-witte fans de vriendjespolitiek van Kompany pikken?

Cercle Monaco

Het gewonnen puntje en de clean sheet in Brugge mag in Eupen de aandacht niet afleiden: het wordt een jaar betonvoetbal om te proberen in 1A te blijven. Aan de Kehrweg hebben ze het geluk dat Waasland-Beveren en Cercle Brugge ook hun start gemist hebben. Waasland-Beveren kreeg een efficiëntielesje van KRC Genk (0-4), dat zich herpakte na twee nederlagen op rij. Verdedigend stelden de Waaslanders weinig voor. Gatenkaas. Aly Samatta zei dankjewel en scoorde zijn eerste hattrick van het nieuwe seizoen. Verzachtende omstandigheid voor de thuisploeg is dat het reeds speelde tegen Club (thuis), Antwerp (uit) en Genk (thuis).

Veel penibeler lijkt de situatie nu al voor Cercle Brugge. Nul op twaalf en een elftal dat als los zand aan elkaar hangt. In de openingswedstrijd, tegen Standard, hield Cercle lang de nul, maar werd het in de slotfase voor voldongen feiten gesteld. Daarna verloor het kansloos in Oostende, tegen Kortrijk en in Mechelen, ook al kwamen de Bruggelingen elke keer op voorsprong. Het duidt niet echt op mentale weerbaarheid. Telkens moest Cercle drie tegendoelpunten incasseren.

CEO Marc Vanmaele mag dan vandaag in Het Nieuwsblad wel zeggen dat het allemaal goed komt, de realiteit lijkt hem tegen te spreken. Als filiaal van AS Monaco is Cercle grotendeels afhankelijk van de spelers die door de moederclub naar het Jan Breydelstadion worden gestuurd. De afgelopen seizoenen waren dat aardige voetballers. Nu valt de lichting Monegaskische jongeren tegen. Voor de Russische eigenaars van Monaco is dat nevenschade, ze zullen er in het mondaine Monte Carlo geen traan om laten. Ze hebben andere zorgen ginds: bijna-degradatie vorig seizoen en een mislukte start (nul op zes) nu. De afhankelijkheid van buitenlands geld en talent, en het feit dat de beslissingen die een invloed hebben op het functioneren van Cercle worden genomen op 1250 kilometer van Brugge is funest. Het aantal abonnees bij Cercle daalde met dertig procent, en de tribunes oogden al zo leeg. Dat krijg je als je je ziel verkoopt.

Zaterdag staat Cercle Brugge-Waasland-Beveren op het programma. Zespuntenmatch.



« VorigeVolgende »