(Deze bijdrage verscheen woensdag 24 juli in De Standaard, als eerste van een reeks van drie voorbeschouwingen op het nieuwe voetbalseizoen in België.)
Een voorbeschouwing op een nieuw seizoen kan tegenwoordig niet meer zonder het over de scheidsrechters en meer in het bijzonder de videoreferee te hebben. Geen goede zaak, maar binnen de voetbalbond wordt gewerkt aan een professionelere omkadering, duidelijkere communicatie en directere coaching.

Aan reële en virtuele voetbaltogen werd weer flink gediscussieerd afgelopen seizoen. Niet zelden ging het dan over de rol van de video assistant referee in cruciale wedstrijden. VAR is meer een scheldnaam dan een afkorting geworden. Nochtans deden de videoreferees, die sinds vorige zomer bij alle wedstrijden werden ingezet, het goed, blijkt uit officiële cijfers over de reguliere competitie. 102 keer leidde een tussenkomst van de VAR tot een gewijzigde beslissing: 71 van die interventies waren correct, goed voor een score van 70 procent. Het seizoen voordien, tijdens de proefperiode, was dat 72 procent, vergelijkbaar dus.
Zeven op tien, dat is nog altijd onderscheiding, al zullen ze het daar met name bij Club Brugge niet onmiddellijk mee eens zijn. Tijdens Play-off 1 voelden de Bruggelingen zich drie keer zwaar benadeeld door beslissingen in het busje.

Buitenspel is buitenspel
‘De VAR is niet meer weg te denken uit het moderne voetbal’, benadrukt Frank De Bleeckere, ‘deputy technical director’ van het Departement voor Arbitrage van het Profvoetbal binnen de voetbalbond. ‘Dit jaar zullen we alleen nog actieve referees inzetten als VAR. Semiprofs die dagelijks met voetbal bezig zijn. De UEFA vraagt dat de VAR alleen tussenkomt bij ‘blatant wrong decisions’. Daar hebben we de voorbije weken hard aan gewerkt. Gaan we discussies blijven hebben rond interventies? Ja, daar ben ik zeker van, maar het niveau van juiste beslissingen moet hoger gebracht worden.’
Wat nu precies ‘blatant wrong decisions’, of in het vakjargon: ‘clear errors’, zijn, was vorig seizoen niet altijd even duidelijk. Als een aanvaller een nauwelijks zichtbare teen buitenspel staat, heeft de assistent-scheidsrechter zich dan vergist door niet met zijn vlag te zwaaien, of is dit geen ‘clear error’? De Bleeckere is duidelijk: ‘Nu we een lijn kunnen trekken om een buitenspelsituatie te herbekijken, is dit een feitelijke beslissing geworden. Voor een assistent is het heel moeilijk om te zien of een speler een paar centimeter buitenspel loopt. Maar als de VAR een lijn trekt en dat blijkt zo te zijn, is het offside. Net zoals een bal die een paar centimeter over de doellijn gaat, buiten is. Of een doelpunt. Zo moeten we vanaf nu ook omgaan met buitenspelfasen. Is er interpretatie mogelijk, zoals bijvoorbeeld bij positiebuitenspel of een aanvaller die impact heeft op de doelman, zal de scheidsrechter gevraagd worden om de beelden te bekijken.’

Second opinion
Reeds in de loop van vorig seizoen werd er een professionele omkadering uitgebouwd voor de refs. Naast Frank De Bleeckere is er de Fransman Bertrand Layec, technisch directeur van het Referee Department. Die zei een week geleden op een persconferentie in Tubeke dat creatieve spelers meer beschermd moeten worden. Operationeel directeur Stefanie Forde neemt de praktische en administratieve zaken op zich. En dan is er nog de voormalige Engelse topreferee David Elleray, die voorzitter is van de Belgian Professional Refereeing Board.
De Bleeckere: ‘Het is belangrijk dat scheidsrechters een “second opinion” krijgen en met vertrouwen hun wedstrijden kunnen aanvatten. We moeten onze ervaring doorgeven aan de toprefs van vandaag, want wij hebben het allemaal al eens meegemaakt. Ook communicatie staat centraal. Iedereen die bij het voetbal betrokken is moet de beslissingen van de scheidsrechter begrijpen. Op dat vlak hebben we een educatieve rol te vertolken. Vandaar dat we op de site van de KBVB elke maandag uitleg zullen geven over beslissingen. Ik hoop en denk dat we daardoor meer begrip zullen krijgen voor de rol van de scheidsrechter. Scheidsrechters zijn geen computers, voetbal is geen exacte wetenschap: het blijft iets menselijks.’

Inhaalbeweging
‘We hebben gekozen voor een project op lange termijn’, stelt Frank De Bleeckere, zelf zevenvoudig Scheidsrechter van het Jaar in ons land. ‘We willen elke scheidsrechter beter maken en goed begeleiden om zijn of haar niveau op te krikken. Management, leiderschap, uitstraling en respect zijn de normen die we belangrijk vinden. Respect tussen spelers, trainers en scheidsrechters valt niet te onderschatten, het is de basis van een goede prestatie. Bertrand Layec wil meer persoonlijkheid op het terrein. Maar het allerbelangrijkste blijft natuurlijk “decision making”. De stelregel is: een ref die onzichtbaar is, heeft een sterke prestatie geleverd.’
‘We willen een goed platform creëren om een inhaalbeweging te maken op nationaal en internationaal niveau. Door de promotie van Lawrence Visser hebben we nu, naast Jonathan Lardot en Alexandre Boucaut, drie scheidsrechters in Groep 2 van de UEFA. Maar we moeten beter doen. Doel is om weer Belgische refs te krijgen in de Elitegroep en Groep 1. Het is lang geleden dat we meespeelden om de knikkers (De Bleeckere was op het WK 2010 in Zuid-Afrika de voorlopig laatste Belgische scheidsrechter die naar een groot toernooi werd afgevaardigd, red.). Laten we daar samen werk van maken.’