Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Mawda, Adil en Ahmadreza

Samenleving Posted on za, november 28, 2020 12:15:41

De foto’s staren me nu al een hele week aan, zou ik willen zeggen, maar de werkelijkheid is natuurlijk dat ik zit te staren naar die foto’s. Foto’s zijn stille, stilstaande getuigen, mijn ogen proberen de leefwereld van de geportretteerden af te tasten, al is ook leefwereld in deze een weinig accurate omschrijving. Twee van de drie mensen op de foto’s zijn er niet meer en de uren van de derde zijn naar verluidt geteld. Een meisje, een jongen, een man. Mawda, Adil, Ahmadreza. Weg leefwereld.

Ik zie, ik zie wat u ook ziet. Die aandoenlijke foto van dat kleine meisje met dat kekke hoedje en dat handje voor de mond, waar je niet kunt uit opmaken hoe je haar verschijning moet interpreteren: is ze verlegen of van plan om allerlei deugnieterij uit te spoken? Mawda Shawri heet ze. Heette ze, geboren in april 2016, twee jaar en een maand later getroffen door een verdwaalde kogel tijdens een wilde achtervolging tussen een busje vol vluchtelingen en de wegpolitie. Ze had nog een heel leven voor zich.

Die zuinige glimlach op het gelaat van de jongen leest evenmin makkelijk. Adil C. heet hij. Heette hij, want hij botste in april van dit jaar op de vlucht voor een politiecontrole tijdens de eerste corona-lockdown op een wagen van diezelfde politie. Hij had nog een heel leven voor zich.

De derde foto bestaat uit een tweeluik. Links een redelijk stevige, ontspannen kijkende man. Rechts een magere, angstig kijkende man. Op nog een andere foto is een uitgemergeld lichaam te zien. Het gaat telkens om dezelfde man en toch lijkt het om verschillende personen te gaan, heren die elkaar nog nooit ontmoet hebben, elkaar van haar noch pluim kennen, niets met elkaar te maken hebben: de ene leidt een bourgondisch leven, de tweede ziet zichtbaar af. Ahmadreza Djalali heet hij. Heet hij nog altijd, al kan dat elk uur verleden tijd worden. Hij is twee maanden geleden negenenveertig geworden. Zit opgesloten in een Iraanse gevangenis, ter dood veroordeeld, wachtend op de uitvoering van het vonnis in de death row van een door religieus fanatisme gedomineerd regime. Veroordeeld wegens spionage en medeplichtigheid bij de dood van twee nucleaire experts — aantijgingen die Djalali ontkent, na een eerder geforceerde bekentenis. Niemand die het kan of mag controleren. Het woord van de Iraanse geestelijke leider is maar net iets minder heilig dan dat van het opperwezen dat hij beweert te vertegenwoordigen op aarde. Zo is het makkelijk. Altijd gelijk. Allahs wil is wet. Djalali was gastdocent aan de VUB, vandaar de Belgische bekommernis om zijn lot. Mogelijk ziet het regime in Teheran hem en andere veroordeelden — noem hen gerust gegijzelden — als pasmunt om geëxporteerde terroristen terug te halen. Waarom wacht het regime anders al meer dan drie jaar om de uitspraak na zijn schijnproces te honoreren, als ze hem dan toch zo schuldig achten? Of houden ze ginds zodanig van geestelijke én fysieke foltering, dat ze hem liefst nog even laten lijden? Deze week ‘mocht’ Djalali afscheid nemen van zijn vrouw. Al van bij het begin van zijn opsluiting worden er petities ondertekend, politieke druk uitgeoefend, academische invloed uitgespeeld, gehoopt, gewanhoopt. Begrijpt een ayatollah nuance? Leest hij andere dingen dan heilige boeken? Weet hij wel wat een petitie is? Is hij een mens van vlees en bloed? Heeft hij überhaupt gevoelens die niet door de heilige schrift gedicteerd worden?

Tegen de agent die Mawda doodschoot wordt één jaar cel met uitstel gevraagd. De chauffeur van het busje hangt een effectieve celstraf van tien jaar boven het hoofd, wegens kwaadwillige belemmering van het verkeer met de dood tot gevolg. De mensensmokkelaar riskeert zeven jaar opsluiting. Je moet tegen beter weten in de rechtsstaat blijven koesteren, maar de straffen lijken niet in verhouding te staan. Die agent schoot niet om te doden, luidt het argument van de verdediging. Het zou er nog aan mankeren! Maar hij gaf wel al toe dat het in zijn opleiding werd afgeraden om in zulke situatie een vuurwapen te gebruiken. Toch deed hij het. Kan zo iemand wel blijven functioneren in een gevoelige functie? Dat de mensensmokkelaar binnenkort zal worden veroordeeld tot een lange gevangenisstraf lijkt me logisch. Mensensmokkelaars teren op de miserie van anderen. Het zijn parasieten die geld aftroggelen van mensen die er nauwelijks hebben. Maar geldt dat ook voor de chauffeur, die — zo veronderstel ik toch — in opdracht werkte? In tegenstelling tot de mensensmokkelaar was hij een uitvoerder, iemand die bevelen kreeg en daarnaar handelde. Een andere mensensmokkelaar vindt morgen zonder probleem een nieuwe chauffeur die voor een paar briefjes onverantwoorde risico’s wil nemen.

Een ongeval, zo oordeelde de rechter over de dood van Adil C., onder meer na een overtuigende uitleg van een verkeersexpert. Wie ben ik om daaraan te twijfelen? Anderen deden dat wel: aanhangers van ‘law and order’ vonden het best oké, linkse activisten niet. Maar net als in het geval van Mawda miste ik empathie met het slachtoffer. In de kranten werd zijn familienaam niet genoemd. Op zich is dat goed: C. beschermt zijn nagedachtenis en het behoedt zijn familieleden voor stigmatisering. Maar die ‘C.’ wijst ook op een misdaad. Een afgekorte familienaam lezen we als de naam van de dader. Was Adil C. een dader die slachtoffer is geworden, of gewoon een jongen die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was en de verkeerde beslissing heeft genomen?

Ja, Adil was om een of andere reden op de vlucht geslagen, wat hij niet had mogen doen. Ja, de ouders van Mawda waren in dat busje gestapt, goed wetende dat ze iets illegaals deden, wat ze niet hadden mogen doen. Was de dood dan een gerechtvaardigde straf, immanente gerechtigheid als het ware? In sommige kringen mochten ze niet op een greintje sympathie rekenen, empathie is (extreem)rechtse hardliners vreemd. Vreemdelingen buiten, recht en orde moeten te allen tijde heersen, vluchtelingen hadden maar een andere route moeten nemen, zo klinkt het in de krochten van het internet.

Zouden die mensen dan nooit eens naar zo’n foto van een meisje of een jongen kijken, of blijven ze daar totaal onbewogen bij? Ze lijkt niet op mij, ze lijkt niet op ons, ze kan dus nooit een van ons worden. Zoiets?

Zouden die mensen dan niet in staat zijn om nog maar proberen te begrijpen waarom ouders vluchten op zoek naar betere levensomstandigheden, een leven zonder dagelijks gevaar, of dat zo’n jongen zich opgejaagd voelt in zijn eigen wijk en daarom op de vlucht slaat voor een politiecontrole, hoe onnodig en zichzelf verdacht makend het ook is?

Zouden die mensen zo weinig fantasie hebben, dat ze zich niet kunnen voorstellen dat hen ook iets ergs kan overkomen en dat empathie van anderen dan welkom zou zijn?

Zijn dat wel mensen van vlees en bloed, die zo reaguren?

De ranzigste van allemaal, een semi-anonieme Twittertrol die zich Vincent noemt, omschreef het verlengde verblijf van Mawda’s ouders in ons land schaamteloos en ontmenselijkend als een ‘Win for Life’-ticket. Hij scoorde er ruim driehonderd likes mee, ziekelijke luitjes die dat a) grappig, b) gepast en c) de ware toedracht vonden. Het zijn geen uitzonderingen meer, ze zijn met steeds meer. Bloemen leggen op het graf van nazischoften wordt stilaan het nieuwe normaal in sommige, uitdijende, kringen.

Terwijl de ayatollah in Teheran terecht wordt bekritiseerd omdat hij zich gedraagt als de barbaarse baardmens die hij is, tonen de ayatollahs van het Grote Gelijk bij ons hun onmenselijkheid door geen zier te geven om Mawda, Adil en al wie naast hen staat. Die jongeren zijn nevenschade in de cultuurstrijd tegen al wat niet volkseigen heet te zijn.

Weet je wat het is met die lieflijke foto van Mawda? Ze confronteert me met mijn eigen jeugd die allang vervlogen is, met mijn eigen schuchterheid die moeizaam overwonnen werd en met een toekomst die nog niet zit te pushen om toch maar iets te maken van je leven. Onschuld zien bezorgt ons een schuldgevoel, zeker als die onschuld in de tijd bevroren werd. Mawda had vandaag, vier en een half jaar oud, kattenkwaad moeten kunnen uithalen, het tijdverdrijf van de gelukkige onwetenden. Die verdwaalde politiekogel trof ook ons, mensen met een geweten en een hart. Onschuld sterft vroeg of laat.



Ja, het is erg

Samenleving Posted on za, november 21, 2020 12:31:36

Ons mentale welzijn wordt tijdens deze tweede lockdownperiode nog zwaarder op de proef gesteld dan tijdens de eerste, zo las ik woensdag in de krant. Ik kan me daar iets bij voorstellen. In maart, april en mei was deze situatie voor velen nieuw: voor wie geen oorlog had meegemaakt, was dit ónze oorlog. Zeer lastig, maar tegelijk ook opwindend. Er gebeurde iets hier, met ons, en we zaten er verdorie middenin. Voor wie niet zelf ziek werd of een naaste verloor was het een sensatie, zo’n beetje zoals journalisten reageren op groot wereldnieuws, genre 9/11, Charlie Hebdo of de aanslagen in Parijs of Brussel. Eigenlijk mag je dat niet toegeven, maar het is kicken. Adrenaline stroomt volop door je lijf, zelfs op grote en veilige afstand, of juist heel dichtbij, krijg je het gevoel dat je heel even meetelt. Jouw inbreng doet ertoe. Voorjaar 2020 was voor ons allen terzelfdertijd een wake-upcall, een moment van bezinning en een adrenalinestoot. We beleven dit sámen, was het overheersende gevoel, en we zullen dit ook sámen overleven.

De tweede golf dompelt ons nog veel meer onder in de harde realiteit. Er lijkt geen uitweg te zijn, het virus komt letterlijk dichterbij, nog eens een paar maanden ons leven voor een groot stuk aan banden leggen, confronteert ons nog veel meer dan een half jaar geleden met wat we niet meer kunnen of mogen, zonder concreet vooruitzicht. Kerstmis komt eraan, een kerstfeest wellicht niet. Veiligheidshalve misschien ook best niet. Vaccins worden triomfantelijk aangekondigd, maar ook weer zonder concrete datum en zonder duidelijkheid wie er eerst aan de beurt komt.

***

Ik stelde in een Twitterpoll — een rondvraag die waard is wat ze waard is, een momentopname die je vooral moet relativeren — de vraag wat mensen erger vinden: geen concreet perspectief of een perspectief dat waarschijnlijk zal opschuiven, misschien wel meerdere keren, een jojo-effect dat we intussen beginnen te kennen. Een meerderheid van de, toegegeven: slechts, 71 stemmen ging naar ‘Geen concreet perspectief’, als negatiefste scenario. Mensen hebben dus liever dat hen íets wordt voorgespiegeld, hoe onzeker ook, dan níets. Mogelijk ben ik te rationeel om dat te begrijpen, of is mijn persoonlijke situatie redelijk geruststellend in vergelijking met anderen, maar ik vind dat vreemd. Ik hou niet van beloften die allicht niet waargemaakt kunnen worden.

Het was ook geen juist of fout-kwestie: we beleven de uitermate vervelende situatie op verschillende manieren, omdat we nu eenmaal verschillend zíjn. Wie afziet van de coronacrisis, is geen doetje, wie stoer doet, staat daarom als persoon niet steviger in zijn schoenen dan wie toegeeft dat ie door een moeilijke periode gaat. Nochtans is dat net wat er de voorbije dagen steeds vaker gebeurt. Als jongeren, meestal studenten, wijzen op de gevolgen van de toestand voor hun geestelijk welzijn, reageren ouderen weleens met een dooddoener als ‘En dan heb je nog geen echte oorlog meegemaakt’, of iets in die trant. Mededogen is niet in overvloed aanwezig in deze samenleving, zelfbeklag net iets meer. Wie zegt dat die jongeren niet moeten zeuren, omdat ze nog niets ergs hebben meegemaakt, zegt eigenlijk: ik heb véél erger meegemaakt en hoor je mij nu klagen? Het omgekeerde gebeurt natuurlijk ook, want door hun jammerklacht zeggen die jongeren impliciet dat zij het erger hebben dan een ander. Ik maakte er zondag een tweet over die bijna vijftienhonderd keer werd geliket en bijna vierhonderd keer geretweet. Blijkbaar raakte ik een gevoelige snaar. Ik schreef:

“Ja, dit is erg voor jongeren.

Ja, dit is erg voor volwassenen.

Ja, dit is erg voor ouderen.

Ja, dit is erg voor wie alleen is.

Ja, dit is erg voor wie niet buiten mag.

Kortom, ja, dit is erg voor iederéén. ’t Is geen wedstrijdje om ter ergst. Minimaliseer niet, veralgemeen niet.”

Zelfs op zulke algemene bedenkingen krijg je tegenwoordig vileine reacties. Dat heus niet iederéén getroffen wordt (klopt) en zeker niet in dezelfde mate (klopt ook, die beperking tot 280 tekens toch!). Dat niet minimaliseren en niet veralgemenen het tegenovergestelde betekent (weet ik ook wel) en elkaar daardoor opheffen (klopt niet, ze bestaan naast elkaar, dat was net mijn punt). Dat jongeren en senioren de meeste media-aandacht wegkapen (klopt, en dan?).

Sta me toe een CD&V-momentje in te lassen: enerzijds begrijp ik dat ouderen jongeren nu verwijten dat hun geestelijke gezondheidsklacht prematuur is, ze hebben immers nog zo weinig meegemaakt in het leven, anderzijds snap ik dat een verloren jaar nog moeilijk in te halen valt en dat je geestelijke pijn niet domweg mag relativeren of afwegen tegenover wat je zelf hebt meegemaakt. Al geldt dat voor een senior gevoelsmatig nog veel meer dan voor een jongere. Mededogen is de sleutel. Aanvaarden dat iemand anders het moeilijk heeft, en daar niet onmiddellijk je eigen situatie aan koppelen, veel grotere persoonlijke miserie aanhalen of naar een verre oorlog verwijzen, moet toch mogelijk zijn? Ik herhaal: het is geen wedstrijd. Dit zijn niet de Olympische Spelen van het Grote Afzien. Er is geen podium, er worden geen medailles uitgereikt, er moeten geen records verbeterd worden. Zo goed mogelijk overleven is de boodschap. Apart én samen.

Ik moest bij dit alles denken aan een hele oude sketch, die u op YouTube kunt terugvinden onder de naam ‘The Four Yorkshiremen Sketch’. De zwart-wit-opname uit 1967, opgevoerd in het rechtstreekse tv-programma At last the 1948 show en later ook diverse keren herhaald door het Monty Python-gezelschap, toont vier comfortabel achteroverleunende, sigaren rokende, dure wijn drinkende heren in witte smoking (Tim Brooke-Taylor, John Cleese, Graham Chapman, Marty Feldman) die herinneringen ophalen aan de poor old days, toen ze straatarm waren.

“Toen dronken we geen Château de Châtelas. We waren al blij met een kopje thee.”

“Een kopje koude thee.”

“Zonder melk of suiker.”

“Of thee.”

De eerste zegt dat hij opgroeide in een heel klein huis. De tweede antwoordt: “Huis? Wij woonden met zesentwintig in één kamer, zonder meubelen, de helft van de vloer ontbrak en we zaten met z’n allen opgerold in één hoek.” Waarop de derde repliceert dat zijn familie op de gang leefde en de vierde die gang ‘een paleis’ noemt, vergeleken met de watertank waar zijn familie in leefde, tussen de vissen. Dan is het weer aan de eerste om dat ‘huis’ te downsizen, want dat klonk net iets te chique. En zo gaat dat maar door, tot ze beginnen te pochen over hoe hard ze moesten werken voor een habbekrats, tot wel 29 uur per dag.

“Zeg dat eens tegen de jongeren van vandaag, zouden ze je geloven?”

“Neen!”

***

…en dan moet straks dat vaccin nog verdeeld worden. Dat doet dan weer denken aan de onopgeloste discussie over zware beroepen van een tijdje geleden: met een vroegere pensioendatum in het verschiet, oefende opeens nagenoeg iedereen een zwaar beroep uit. Vandaag voelen velen dat ze tot een prioritaire groep behoren om als een van de eersten ingeënt te worden. Het zorgpersoneel krijgt voorrang, ja, dat begrijpen ze nog wel, maar daarna zijn zij zeker aan de beurt. Ja, toch?

De coronacrisis brengt het beste naar boven bij sommigen en het slechtste bij veel meer mensen. Of is ook dat weer een te grote veralgemening?



¡No pasarán!

Samenleving Posted on za, november 14, 2020 12:51:36

We moeten het over bloemen hebben.

Niet de soort die je in je mooiste vaas zet en die je laat groeien en bloeien.

Niet de soort die kleur geeft aan je leven.

Niet de soort die een teken van erkenning is, of liefde, of sympathie, of een beloning, of een gebaar van je ne sais quoi.

Niet de bloemen die de winnaar krijgt.

***

Neen, dit gaat over bloemen op een graf van een oorlogsmisdadiger, en niet zomaar een collaborateur van dertien-in-een-dozijn, maar iemand die in een buurland een — als je dat zo mag noemen — vooraanstaande rol speelde in dienst van de vijandelijke bezetter.

Een jonge vrouw die zich verkleed had in dirndl maakte dat huiveringwekkende gebaar ter gelegenheid van Wapenstilstand. Uitmuntende timing wel, de dag dat je het einde van een oorlog, de Eerste, herdenkt, ga je iemand die tijdens de volgende oorlog, de Tweede, het eigen volk zeker niet op de eerste plaats zette, huldigen. Ze had minder ophef gemaakt als ze was gaan pissen op het graf van een verzetsstrijder of een onschuldig slachtoffer van het nazisme.

Een dag nadat de deerne in dirndl het op haar verzoek verfilmde voorval zelf openbaar maakte, tweette @AuschwitzMuseum een foto van een baby in een wieg: een jongetje dat op 13 november 1943 was geboren in Den Bosch en dat alleen maar omdat het joods was, twee maanden later werd overgebracht naar Auschwitz, waar het vrijwel onmiddellijk naar de gaskamer werd overgebracht. Je kon aan de hand van die zwart-wit-foto van een wenende baby niet zien of het een jongen of een meisje was, wie de ouders waren, tot welke bevolkingsgroep hij behoorde. Maar puur en alleen omdat het een joods kindje was, moest het worden geliquideerd en wel zo snel mogelijk.

Bloemen op een nazigraf leggen komt neer op het impliciet goedkeuren van de moord op dat jongetje en al die andere vrouwen, mannen en kinderen die vanuit Nederland werden gedeporteerd naar een kamp waar ze meestal nog diezelfde dag werden vergast. Het is zoveel als zeggen dat het goed is wat er toen gebeurd is.

***

Ja, het was lachen met Carrera NeefSS, jazeker, ik noem haar naam toch maar even, mocht u het gemist hebben omdat u toevallig iets beters te doen had. De verklaring achteraf was dat ze de bloemen neerlegde in naam van iemand die slecht te been is, o zo sympathiek toch: och ja, zolang de man zijn rechterarm maar kan strekken. Het wicht in dirndl zorgde voor een hele dag jolijt op Twitter, dat concentratiekamp van meningenspuiers, haatzaaiers en grapjurken. Er werd een cordon floral rond haar gedrapeerd. Zelfs Vlaams Belang startte een interne procedure op, wellicht om na te gaan of de bloemen wel gekocht zijn in een koosjere winkel, ’t is te zeggen bij een bloemist die alleen aan eigen volk verkoopt.

Het is lachen met die dwaze Trump en zijn malle poging tot staatsgreep, met Steve Bannon en zijn schalkse oproep tot onthoofdingen van dwarse overheidsmensen, met die pipo’s die commentaren schrijven op openbare fora, met radicaal-, extreem-, altright-rechtsen all over the world, hahaha. Klojo’s aller landen, wij lachen met u, maar terwijl mensen met enig gezond verstand, empathisch vermogen en mededogen dit allemaal kapot relativeren, doen die rechtiewechties dat natuurlijk niet. Want die menen dit. Die nemen geen woord terug, hooguit zeggen ze dat ze misbegrepen werden, om dan in beperkte kring te herhalen wat ze wel degelijk meenden. Die lachen met de lachers, want ze lachen zelf nooit, tenzij dan uitlachen. Die hebben geen zin voor humor, zoals u en ik. Die relativeren niets, behalve dan — veronderstel ik — de geste om bloemen op het graf van een andere extreemrechtse kornuit te leggen.

Ik wil niet zeggen dat we niet meer mogen lachen met een neptiroler Fräulein met een overdreven hang naar vervlogen tijden, maar we moeten wel beseffen dat de jongedame ook applaus zal hebben geoogst, en respect, en navolging zal krijgen, en voor elke retweet van haar — laten we wel wezen — belachelijke outfit en voor elke boze, grappige of stoute opmerking, zal ze in een parallel universum applaus hebben geoogst, figuurlijke bloemetjes toegeworpen hebben gekregen. Later krijgt ze voor deze verzetsdaad mogelijk zelf bloemen op haar graf, heldin van het eigen volk in dat olijke jaar 2020. Wat wij — lieden die nog wel in staat zijn om te redeneren, te relativeren en het verschil tussen goed en kwaad redelijk in te kunnen schatten — in deze bizarre tijden voor ogen moeten houden, is dat onze moderne samenleving niet stoelt op logica, burgerzin en gezond verstand. De coronacrisis bewijst dat iedere dag, de Trumpisten onderstrepen dat nog eens extra, verkiezingsresultaten over de hele wereld leggen de pijnpunten van onze democratie genadeloos bloot. Een groeiend deel van de bevolking heeft zich afgekeerd van wat wij — lieden die nog wel in staat zijn om te redeneren enzovoort — als normaal aanzien. Erger nog, dat deel wordt aangevoerd en aangevuurd door krijgshaftige leiders die zelf hún waarden en normen proberen op te dringen, iets wat wij — lieden die nog wel in staat zijn enzovoort — dan weer op de korrel nemen. Ook dat is lachen. Tot het lachen ooit ophoudt.

Laten we toch maar de paradox van tolerantie van Popper uit het hoofd leren: ‘onbeperkte tolerantie moet leiden tot het verdwijnen van tolerantie’. We kunnen niet oneindig verdraagzaam blijven tegenover de onverdraagzamen, anders wordt hun onverdraagzaamheid de norm. We kunnen niet blijven lachen met domme blondjes met bloemen aan een graf, anders gaan ze dat speciaal doen om de linkiewinkies uit hun tent te lokken. We kunnen niet blijven toekijken en toehoren hoe het gebrek aan gêne om bevolkingsgroepen te beledigen dag na dag schaamteloos toeneemt, anders komen we zelf ook ooit weleens aan de beurt. En wie zal er dan bloemen op óns graf komen leggen, of op het symbolische graf van de onbekende tolerante burger, gesneuveld ergens in de eenentwintigste eeuw?

¡No pasarán! lijkt me een geschikte strijdkreet tegen de vijanden van de open samenleving. Het motto wordt toegeschreven aan de Franse generaal Nivelle tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar werd pas echt beroemd toen de Spaanse communiste Doloros Ibárruri Gómez (1895-1989) de woorden in november 1938 uitsprak tijdens de Slag om Madrid, onderdeel van de Spaanse Burgeroorlog. Niet dat het hielp, de troepen van Franco wonnen uiteindelijk en zouden Spanje zesendertig jaar onder de knoet houden. De fascisten riepen ‘Hemos pasado’, ‘We zijn er langs’, toen ze Madrid veroverden. Om te vermijden dat fascistoïde typetjes allerhande ergens ter wereld ‘Hemos pasado’ zouden kunnen roepen, of blijven roepen, moeten respectabele zielen opnieuw aanknopen met de toen vergeefse en hopelijk nu wel wereldwijd aanslaande, verbindende woorden. Gij zult geen vrije doorgang krijgen, ratjetoe van overjaarse nazi-adepten, aanbidders van het fascistische Grote Gelijk, verdedigers van het onverdedigbare, fans van legale en illegale autoritaire mannetjesputters: ¡No pasarán!



Coup d’état

Politiek Posted on za, november 07, 2020 12:07:04

Al sinds de film JFK van Oliver Stone (1991) ben ik auditief verliefd op de Amerikaanse uitspraak van ‘coup d’état’. Waar de Fransen de a in état zo kort mogelijk houden, lekker agressief, rekken de Amerikanen die a-klank daarentegen zo lang mogelijk. Dat wordt dan zoiets als koeeeeh d’etaaaaah. Het resultaat is hetzelfde: iemand wil de staat omverwerpen. (Op Wikipedia wordt JFK trouwens omschreven als een ‘samenzweringsthriller’, reden waarom de film ook wordt weggehoond door wie gelooft dat Lee Harvey Oswald de enige betrokkene was. De moord op John F. Kennedy is de complottheorie der complottheorieën, en hoewel ik de meeste van die theorieën compleet onzinnig vind, ben ik ervan overtuigd dat er in dit geval wel degelijk sprake is van een complot. Zoek maar eens ‘magic bullet’ op. Maar dit dus terzijde.)

Wat Donald Trump dinsdagnacht (voor ons woensdagochtend) deed was niet meer of niet minder dan een poging tot coup d’état. Eisen dat het democratisch proces — het tellen van de stemmen — wordt stopgezet, veel verder kan je niet gaan. Wat uitzonderlijk is, en ook wel typisch Trump, is dat hij dat deed als zittend president. Meestal wordt een staatsgreep gepleegd door wie de macht níet heeft. Alleen dictators grijpen systematisch naar méér macht dan ze al hebben. In een natie die tot op de tanden toe gewapend is, was oproepen tot revolte tegen een aan de gang zijnde verkiezing gevaarlijk en ronduit crimineel. Laten we de zaken vooral benoemen. En beseffen dat Trump verraste door niet te verrassen: hij bleef het onverdraagzame, boertige, ondemocratische typetje dat hij altijd al is geweest.  Bij Trump wordt ‘Always expect the unexpected’ verbasterd tot ‘Verwacht het verwachte’. No alarms and no surprises. Hoe naïef om te denken dat hij boven zichzelf zou uitstijgen op de dag dat de hoogmis van de democratie werd gevierd!

De kiezers in de Verenigde Staten kunnen worden gevat in het acroniem USA.

U nionisten.

S tedelingen.

A chterlijken.

Unionisten kunnen zowel republikeins als democratisch zijn. Zij willen vooral de kracht van de natie benadrukken. ‘Make America great again’ hoort daar enigszins onder.

Stedelingen stemmen voornamelijk democratisch. Alleen de superrijken vinden Trump wel een toffe.

En Achterlijken, ach ja, u weet wie of wat ik bedoel.

Beledigend voor het kiespubliek? Kan zijn. Dat Trump acht miljoen stemmen méér heeft behaald dan vier jaar geleden, zegt veel. Het zegt bijvoorbeeld dat er veel meer mensen zijn gaan stemmen, maar ook dat 70,5 miljoen Amerikanen een narcistische, racistische, seksistische en nu ook fascistoïde idioot wel oké vinden. Dat belooft voor de toekomst van deze samenleving: dat samen-leven niet voor de hand ligt, onder meer. Dat Joe Biden bijna aan 75 miljoen stemmen zit, wil ook wat zeggen. Een saaie, inhoudelijk weinig interessante compromisfiguur is de populairste kandidaat ooit, er draaien zich enkele presidenten om in hun graf, of in de naar hen genoemde bibliotheek.

***

In Vlaanderen nam onder anderen Gerolf Annemans de hashtag #stopthesteal gretig over. Hij, de man die gematigd wordt genoemd in dat clubje van radicalen, deftig extreemrechts in plaats van ranzig, schaarde zich dus blind achter de oproep van de oorlogszuchtige trumpisten. Je zal maar de familienaam Annemans torsen in 2020! En je zal maar tot het Vlaams Blok, pardon: Belang, behoren: bevriend met Assad (zoals bekend een Syrische kindervriend), bevriend met Gouden Dageraad (vooraanstaand lid van dat Griekse clubje werd recent veroordeeld), bevriend met Steve Bannon (die oproept tot onthoofdingen), bevriend met Trump (een antidemocraat). De mondmaskers zijn nogmaals afgevallen. Belang = Blok.

Andere Trumplovers in deze contreien zijn Derk Jan Eppink en David F. Neyskens die, omdat onze media zich verplicht voelden sympathisanten van een liegende en bedriegende president aan het woord te laten, evenveel zendtijd kregen als échte Amerikakenners. Theo Francken, die al eens had getweet dat Trump ‘slim’ aan politiek doet, schoof ook vermomd als amerikanoloog mee aan. Barones Doornaert mocht evenmin ontbreken, die heeft nu eenmaal een trui met een tekening op die op de Amerikaanse vlag lijkt in haar garderobe liggen. Noblesse oblige. En laten we wel wezen: wie Frankrijk kent, kent uiteraard ook de Verenigde Staten. In haar bubbel wisselt ze ongetwijfeld coup d’état en koeeeeh d’etaaaah vlotjes af. La Doornaert schaarde zich, voor alle duidelijkheid, niet achter Trump, maar ze hekelde wel de LGBT-gemeenschap, die geïnfiltreerd was in de democratische partij en die zo vervreemd had van het ‘gewone volk’, wat Biden nu had proberen goed te maken.

Wie vorige week nog amateurviroloog was, werd deze week amerikanoloog. ‘Loog’ is de verleden tijd van ‘liegen’. Geen zorg, volgende week zijn de virologen terug aan het woord, tenzij er over de plas een burgeroorlog uitbreekt. Dan is het woord aan de militaire deskundigen, de warologen.

***

Derk Jan Eppink, David F. Neyskens, Theo Francken, Gerolf Annemans en Mia Doornaert stappen een café binnen.

(Sorry, dat was de clou al. Cafés zijn trouwens gesloten. En ‘walk into a bar’ zal ook al niet lukken. Net zoals zij geen echte ‘Amerikakenners’ zijn.)

***

Hoe het nu verder moet met Amerika, weet ik niet. Ik kijk al zo’n 80 uur gebiologeerd naar de lichtbak die CNN heet en ik krijg medelijden met al die ankers. Wanneer zullen ze doorhebben dat ze in een remake van Groundhog day figureren, Election night? 253-213 zie ik al verschillende dagen links onderaan het scherm staan. En dat praat maar door, en dat analyseert maar door, en dat poogt maar om leugen van halve waarheid te scheiden. Bewonderenswaardig.

Wat media hier kunnen leren van de manier waarop de major networks een leugenachtige toespraak van Trump onderbraken om te stellen dat de keizer geen kleren aanhad? Dat we politici die liegen, halve waarheden vertellen of niet-verifieerbare absolutistische uitspraken doen, systematisch zouden moeten onderbreken en terechtwijzen. Dat maakt deel uit van de taak van een journalist. Ook hier. Onderbreek en stel de juiste vraag. Zoals: “Heeft u bewijzen van dat significant aantal dansende moslims?” Of: “Op basis van welke betrouwbare gegevens beweert u dat berbers vatbaarder zijn voor salafisme?” En: “Die kerel in zijn pick-uptruck blijkt nu toch een neonazi te zijn, is hij nog welkom op bijeenkomsten van uw partij?”

Benieuwd wie er “You’re fired!” durft te zeggen tegen Donald Trump, want de president is in alle Staten.



No more years!

Politiek Posted on za, oktober 31, 2020 11:59:36

Het land gaat weer gedeeltelijk in lockdown, premier De Croo gebruikte die term niet eens omfloerst gisteren. Tot half december leven we in restrictieve tijden, in de hoop dat er voldoende burgerzin is bij iederéén — ja, ik kijk naar u, ziekelijke feestvierders, egoïstische potverteerders en achterlijke corona-ontkenners — om Het Virus op z’n minst een tijdje in zijn kot te dringen. (Ik ben geneigd om Het Virus als mannelijk te beschouwen, ik weet ook niet goed waarom.)

In Frankrijk slaan barbaren toe wanneer je het niet meer verwacht. Hele en halve onthoofdingen door messentrekkers, die zich zogezegd opdrachten laten influisteren door een denkbeeldig opperwezen. Beschaving versus barbarij. (De barbaren zijn doorgaans mannen, dat is een feit.)

Toch wil ik het hier heel kort over iets anders hebben: de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Flashback naar 8 november 2016. Ik ging rond een uur of halfelf slapen die avond, er volgde een werkdag en ik wist toch al wie er de volgende ochtend gevierd zou worden als eerste vrouwelijke president van de US of A. Om zes uur zette ik de tv op, om te horen wat ik diep vanbinnen al dacht te weten. Nou, zelden was ik op kortere tijd klaarwakker dan die dag. De definitieve uitslag was nog niet bekend, maar de verwachting was dat de man die het nooit kón halen, het zóu halen. Wat even later bevestigd werd. De vrouw lag wekenlang ruim voorop in de polls. Dat werd ook bekrachtigd in de stembus: 65.853.514 Amerikanen stemden voor de vrouw, 62.984.828 voor de man, een verschil van bijna drie miljoen stemmen. Om heel precies te zijn: 2.868.686 (wat ik hier alleen maar meegeef omdat de opeenvolging van achten en zessen zo intrigerend is). En toch mocht de man zich voor vier jaar in het Witte Huis nestelen, met dank aan het bizarre kiessysteem. Ik had de weken en maanden voordien verscheidene blogposts geschreven om de aanhangers van deze meneer domoren te noemen, wat mij op kritiek te staan kwam van welmenende lieden die vonden dat je dat niet mocht schrijven. Niet dat ik een fan van mevrouw was, een weinig verheffende conservatieve optie met een wazig programma, maar op meneer stemmen kwam neer op een mandaat geven aan een narcistische, seksistische en racistische idioot, en die wil je niet in de buurt van de fameuze rode knop hebben. U weet wat er de voorbije drie jaar en bijna tien maanden gebeurd is. Hij duwde nog niet op die rode knop, maar al de rest kwam uit: waanzin ten top gedreven. Een beroepsleugenaar als op één na machtigste man ter wereld, want er was ook nog die andere, die aan de touwtjes van de marionet trekt, de echte grote baas.

51,3 versus 43,6 zeggen de polls nu. Een ruim verschil van 7,7 procent. Het is binnen, zou je dan geneigd zijn te denken, ware er niet die realitycheck van vier jaar geleden. Het verschil in de peilingen vooraf was in 2016 zó groot, dat heel wat democratische kiezers thuisbleven. Wat kon er gebeuren? Dat risico lijkt nu kleiner, omdat ze weten wat ze weten: elke stem telt. En de republikeinen, stoere binken die geen angst hebben in coronatijden en die dinsdag lekker dicht bij elkaar hún kandidaat zullen steunen, blazen massaal verzamelen aan het stemhokje. Ik weet niet of ik met een veilig gevoel zal gaan slapen dinsdagavond, want opnieuw is het een geur-, kleur- en smaakloze kandidaat versus een narcistische, seksistische en racistische idioot, die je nu nog veel minder in de buurt van die fameuze rode knop wil hebben. (De volgende president wordt dus weer een witte, oude man, jazeker, opa’s aan de top.)

51,3 versus 43,6, dat betekent ook je verbijsterd afvragen hoe het kan dat dit na al wat er de voorbije vier jaar gebeurd is niet 100 versus 0 is. Of neem nu 99 versus 1, laat de familie van de president en de rijke één procent die zwaar profiteert van zijn beleid gerust voor hem blijven stemmen.

Hoe kan je zo dom zijn om ‘four more years’ te willen, als je beseft dat deze president per dag een handvol leugens en halve waarheden vertelt? (Ik weet het, niet iedereen leest The New York Times of The Washington Post, en het populistische Fox News is de populairste nieuwszender onder Amerikanen, maar dan nog!)

Hoe kan je zo achterlijk zijn dat je zou kiezen voor iemand die openlijk seksistisch en racistisch is? (Ik weet het, we zijn tweeënvijftig en een half jaar na de moord op Martin Luther King, Jr. en we hebben nood aan een nieuwe burgerrechtenstrijd. Seksisme en racisme tieren weliger dan ooit in ’the land of the free’, racisten voelen zich gesteund door het oranje gevaar in het Witte Huis.)

Hoe is het mogelijk dat meer dan zestig miljoen Amerikanen opnieuw zouden kunnen stemmen voor iemand die de toekomst van hen, hun kinderen en hun verdere nazaten in het gedrang brengt? (Ik weet het, de klimaatproblematiek is te ingewikkeld voor de dumbo’s in de Midwest en oprecht bekommerd zijn om de toekomst van hun achterkleinkinderen is te veel gevraagd.)

Het is wat het is en het is altijd iets, zoals twee Vlaamse wijsgeren de voorbije weken nog zeiden. Wellicht ga ik dinsdagavond toch weer rond elf uur slapen, maar minder gerust dan toen. Ik hoop woensdag op te staan in een heel klein beetje nieuwe wereld: de figuurlijke hekken van de semi-lockdown neem ik er dan wel bij. ‘Four more years’ kan de wereld er echt niet meer bij nemen. En dan zie ik vanochtend de beelden van de aanschuivende meute bij winkels en supermarkten, de lange rijen van ongedurige wachtenden, nauwelijks een half etmaal nadat op een persconferentie bezworen werd dat hamsteren absoluut niet nodig is, en denk ik: een Trump zou ook hier verkozen kunnen worden.



Vlaamse regering vindt stenen belangrijker dan mensen

Politiek Posted on za, oktober 24, 2020 12:10:00

Hij was er nog trots op ook, de Vlaamse minister-president: er zou maar liefst 160 miljoen euro — voor de oudere lezers: 6,4 miljard Belgische frank — geïnvesteerd worden in de noodlijdende cultuursector. Relanceplan, heet dat in een dure bewoording. “Dit is een nooit eerder gezien bedrag,” benadrukte de MP, die in zijn vrije tijd ook nog cultuurminister is. Dit is een nooit eerder geziene volksverlakkerij, zou dichter bij de waarheid liggen. Want, u weet dat inmiddels al, 62,5 procent van dat bedrag, oftewel 100 miljoen euro, moet dienen voor culturele infrastructuur. Niet onsympathiek, maar het lost de acute problemen van wie actief is in de sector niet op. Tenzij die bakstenen dienen om de Vlaamse canon in te beitelen, natuurlijk, want dat geniet dan wel weer de hoogste prioriteit. Jan Jambon had moeten aankondigen dat er zou geïnvesteerd worden in stenen én in mensen, dat zou pas revolutionair geweest zijn. En logisch. En menselijk. En het zou getuigd hebben van een oprechte liefde voor cultuur en al wie het bedrijft.

Er wordt geïnvesteerd in bakstenen, klonk algauw de kritiek. Terechte bedenking. Het is niet omdat er her en der — onder meer de Museumsite in Brugge, de Kortrijkse Schouwburg, de Bijlokesite in Gent — restauraties mogen uitgevoerd worden, of (bij)gebouwen opgetrokken, dat je daarbij tegemoetkomt aan een zeer concrete vraag om hulp. Een dj zei het deze week nog op Studio Brussel: eenendertig mensen uit zijn kennissenkring, allen actief in de brede cultuursector, hebben sinds het uitbreken van de coronacrisis zelfmoord gepleegd. Zagen geen uitweg, zaten vast in een tunnel waarin je niet meer achteruit kon en er geen licht te zien was. Dit is erg. Héél erg. Onwezenlijk erg. Voor de betrokkenen, voor hun familie en vrienden, voor hun collega’s, voor het gemoed van anderen die het bijzonder moeilijk hebben. Het duidt op uitzichtloosheid. No future, ooit een stevige punkkreet, nu de harde coronarealiteit.

Je helpt die mensen niet met de aankondiging dat de bouwsector ondersteund zal worden. Het is, zoals de Engelsen zeggen, ‘adding insult to injury’, de belediging die volgt op de mentale kwetsuur.Je biedt hen geen vooruitzichten, integendeel: je zegt ermee, als overheid, dat stenen belangrijker zijn dan mensen. En, och ja, de minister-president heeft de aangekondigde besparingen qua projectsubsidies teruggeschroefd: die blijven op het bestaande niveau, 9 miljoen euro per jaar. Applaus!

Weet u, beste lezer, in de processie van Echternach springen de deelnemers afwisselend op hun linker- en rechtervoet. In de oude versie van de processie van Echternach, die tot 1947 gold, ging men drie stappen vooruit en dan twee achteruit. In tegenstelling tot wat men in de volksmond dacht, ging men uiteindelijk wel voorwaarts in dat Luxemburgse stadje, zij het zeer langzaam. De processie van Echternach van de Vlaamse regering verloopt volgens een alternatieve aanpak: één stap vooruit, drie achteruit. De economie dient gered, maar cultuur is geen economische sector in de ogen van onze beleidsmensen: het is volksvermaak. Hooguit leuk, niet nuttig, niet noodzakelijk. Zij dwalen. Cultuur (én sport) staan in de behoeftepiramide één rijtje onder eten, drinken, een dak boven je hoofd en iemand die je graag ziet. Bij Maslow valt cultuur onder ‘zelfrealisatie’ voor wie werkt in de sector, helemaal bovenaan, en onder ‘behoefte aan sociaal contact’ voor wie cultuur consumeert, om het met een vieze term te zeggen, maar goed: economen moeten het ook begrijpen. Cultuur verrijkt. Het zegt alles dat deze Vlaamse regering niet eens een volwaardige minister van Cultuur heeft. Je kan er alleen maar uit besluiten dat N-VA, CD&V en Open VLD cultuur geen warm hart toedragen. Frans Van Mechelen, Rika De Backer en Karel Poma draaien zich om in hun graf. Ik kan me niet voorstellen dat Patrick Dewael en Sven Gatz dit een prettige evolutie vinden, allen voormalige ministers van Cultuur, van het land of de regio Vlaanderen.

Wie actief is in de brede culturele sector, weet dat de coronacrisis nog minstens aanhoudt tot eind vólgend jaar, 2021, en meer dan waarschijnlijk zelfs tot de zomer van 2022. Dat is twee jaar en drie maanden met weinig of geen inkomsten, geen zekerheid, geen regelmaat. En dan moet je hopen dat het vaccin tegen dan voor groepsimmuniteit heeft gezorgd. Niet verwonderlijk dat depressieve gevoelens het halen van optimisme.

Wat Jan Jambon deze week heeft gedaan, is in het beste geval een goedbedoelde misser, in het slechtste geval lachen met de culturo’s, de subsidieslurpers, de snoodaards die door een Vlaams-nationalistische bril bekeken hun kont afvegen met de Vlaamse leeuwenvlag. Er zit een vorm van eerlijkheid in, dat wel: je lacht de culturele wereld, al die ‘linkse’ kerels en meiden, recht in hun gezicht uit. Bravo, ze draaien er tenminste niet omheen dat ze hen haten. De handlangers van de christendemocratische en de liberale familie applaudisseren mee.

Het is niet omdat je weleens naar een opera gaat, dat je oprecht van cultuur houdt. Het is niet omdat je, als politicus, weleens over de rode loper paradeert en veel te lang op een receptie blijft hangen, dat je je een cultuurliefhebber mag noemen. Het is niet omdat je een toespraak mag houden op een culturele prijsuitreiking, dat je affiniteit hebt met het domein. Het is niet omdat je straks, als minister-president, een eerste steen mag gaan leggen van een cultuurhuis, dat je een bijdrage hebt geleverd tot de toekomst van de Vlaamse cultuur. Een aantal culturele vertegenwoordigers zullen best wel wereldvreemd zijn, maar heel wat mensen die het voor het zeggen hebben zijn tegelijk cultuur- én wereldvreemd. Dat is veel erger.

Als we niet willen dat Jef Eagle binnenkort mag komen vertellen dat de teller van de zelfdodingen op zestig staat, zullen er toch nog andere steunmaatregelen moeten aangekondigd worden. Steun die rechtstreeks naar de mensen gaat, of naar organisaties die met dat geld mensen in dienst kunnen houden; niet naar stenen, niet naar lobbyisten die vlot de weg naar beleidsverantwoordelijken vinden, niet naar bouwheren.



Geen excuus

Samenleving Posted on za, oktober 17, 2020 12:30:38

Dat we het moesten begrijpen, die wars van alle strenge coronamaatregelen uitbundig feestende studenten aan de Overpoort in Gent of op de Oude Markt in Leuven, of hier en daar op privéfeestjes op kot, mondmasker half op of helemaal af, driftig hun speeksel in het rond spreidend, om de muziek en de andere veel te luide gesprekken te kunnen overstemmen. Ze maken dit maar één keer in hun leven mee: nu (of nooit).

Dat het volstrekt onbegrijpelijk was, die bende egoïsten die door hun gedrag vatbaar waren voor een virus dat geen onderscheid maakt tussen jong en oud, man en vrouw, slim en dom, half voorzichtig en onvoorzichtig, en die zo ook hun dichte familieleden in gevaar konden brengen. Is dat nu zo erg, een half jaar of een jaar of misschien wel achttien maanden zonder traditioneel studentenleven, inclusief lallende feestjes, grensverleggende dopen (de grens van de goede smaak en het gezond verstand verleggend, bedoel ik) en het eerste echte lief?

Ja, dat is héél erg, riep die eerste groep terug.

Ik heb even gependeld tussen beide standpunten, ook al bevond ik mij bij aanvang al in het tweede kamp, dat van de kwaadsprekers over die feestvierders. Mijn besluit: ik blijf niet alleen bij mijn standpunt, ik ben zowaar nóg kwader geworden, heb er nóg minder begrip voor, vind de aangehaalde argumenten waarom we dit allemaal door de vingers moeten zien nóg stompzinniger. Ik zal u zelfs zeggen waarom.

Het is waar dat studenten slechts vier of vijf jaar (zeven in het geval van de Vlaamse minister van Onderwijs) kunnen profiteren van een unieke periode in hun leven, en, ja, ongeveer een kwart daarvan wordt hen nu afgenomen. Blijft over: tweeënhalf tot vier jaar. Nog altijd een leuke fase in een mensenleven. Er zal veel ontdekt kunnen worden de komende jaren, wees gerust.

Zet daar tegenover de ouderen die veel dichter bij het einde dan bij het begin zijn, die al heel ver in hun geheugen moeten delven om zich hun studententijd te herinneren, gesteld dat ze tot de gelukkigen behoorden die mochten voortstuderen, en die in coronatijden extra kwetsbaar zijn. Hebben zij nog vier of vijf jaar te gaan? En hoe erg is het dan dat van die beperkte tijd nog minstens een jaar vrijheid, blijheid wordt ontnomen? Een jaar is een jaar, maar een jaar minder ongedwongen leven lijkt me voor de senior een pak erger.

Denk aan mensen die moeten leven met de onverbiddelijke K-diagnose. Misschien hebben ze in een overmoedige bui een bucketlist opgesteld, van wat ze zeker zouden willen doen in de tijd die hen nog gegund is. Weg bucketlist, alles wat daarop staat is gevaarlijk, allemaal prettige avonturen die nu even niet kunnen of mogen. Reizen, eten, drinken, die eerste en tegelijk laatste vlucht met een luchtballon, gezellig bijeen zijn met de hele familie in een slecht verlucht feestlokaaltje. Kan niet, mag niet.

Wat met de mensen die niet de middelen hebben om te feesten? Die wegkwijnen op een piepklein appartement, zeventien hoog, met vijf mensen op een ruimte die hooguit geschikt is voor twee? De meeste van die fuivende studenten worden gesponsord door hun ouders, maar wie sponsort de armen, die net door hun financiële- en leefsituatie, op elkaar geprangd in onhygiënische omstandigheden, Covid-19 doorgeven als was het een estafettestokje in een olympische race, waarna ze nog scheef worden bekeken ook?

Dat ze het nieuws niet volgen zoals veertigers, vijftigers en zestigers doen, was ook een excuus dat je hoorde de voorbije dagen. Ze zijn dus niet op de hoogte van alle maatregelen, ze worden niet bereikt. Ammehoela, denk ik dan. Dat tieners en twintigers niet naar het tv-journaal gekeken, is geweten. Ik doe dat zelf ook zeer zelden, trouwens. Dat ze geen kranten lezen, is geweten. Ik doe dat ook niet om het nieuws te kunnen volgen, want dat ken ik meestal al. Ik doe het voor de achtergrondverhalen en de duiding. Dat ze niet op Twitter zitten om zich druk te maken om de actualiteit, is geweten. Hun volste recht. Maar je maakt mij echt in geen honderdduizend jaar wijs dat ze niet weten wat er aan de hand is, met al die apps, de Tiktoks, de Snapchats, de Instagramposts, de Facebook-berichten die dagelijks in hun persoonlijke tijdlijn opdoemen. Wie ouder is dan zes, niet op een onbewoond eiland middenin een of andere oceaan woont, en niet dement is, kan gewoon niet níet op de hoogte zijn van de verwoestende doortocht van sars-cov-2, alias Covid-19, in de hele wereld. Zelfs gefragmenteerde informatie moet volstaan om te weten dat je voorzichtig moet zijn, voor jezelf en voor je dierbaren. Er is geen enkel — géén enkel! — excuus om niet te weten dat lijf-aan-lijffeesten momenteel niet aan de orde zijn.

Dus ja, ik wil via deze weg gerust even woordvoerder van het tweede kamp spelen, dat van de strenge critici van de thé dansants op straat, die de studenten een virtuele pedagogische tik om de oren wil geven. Dit moet nota bene een deel van onze toekomstige elite voorstellen: misschien zitten er toekomstige journalisten tussen, die over enkele jaren de bevolking zo objectief mogelijk moeten inlichten. Wellicht zitten er toekomstige advocaten en rechters tussen, die over enkele jaren mogen oordelen over wangedrag van anderen. Mogelijk loopt er een toekomstige minister in rond, wie weet zelfs die van Volksgezondheid. Deze lieden hadden gewoon beter moéten weten en thuisblijven, of op kot. Deze bollebozen moeten weten wat het concept ‘gezond verstand’ inhoudt en zouden ‘burgerzin’ niet alleen correct moeten kunnen spellen, maar ook begrijpen wat het betekent. Deze losbollen hebben een middelvinger opgestoken naar de samenleving in het algemeen en hun eigen omgeving in het bijzonder. Qua collectief egoïsme kan dat tellen. Neen, dat mogen mensen die zich verantwoord gedragen niet tolereren en niet oneindig blijven relativeren tot het uiteindelijk allemaal niets meer voorstelt. En, neen, deze jongeren moeten niet in de gevangenis of moeten niet de rest van hun studentenleven torenhoge boetes afbetalen, maar misschien kan je hen bij wijze van alternatieve doop inschakelen als hulpjes in de zorg? Dan zullen ze snel op de hoogte zijn, zelfs zonder dat ze naar het tv-journaal kijken of de krant lezen. Je moet die jonge mannen en vrouwen niet met een levenslang stigma doen rondlopen, maar eventjes hardop wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid mag dat nog, ja?

Les excuses sont faites pour s’en servir, maar nu even niet graag. Er is geen enkel excuus mogelijk voor dit gedrag.



Het is wat het is

Samenleving Posted on za, oktober 10, 2020 12:26:39

Herinner u de volkstoeloop aan het koninklijk paleis na de dood van Boudewijn, in de zomer van 1993. Siegfried Bracke, toen politiek verslaggever van de BRTN, sprak zelfs overdreven plechtstatig van ‘een nieuw politiek feit’.

Herinner u 9/11, en hoe dat het begin zou zijn van een cultuurstrijd op leven en dood met de islam.

Wie oud genoeg is, zal zich nog herinneren dat na de Tweede Wereldoorlog de slogan ‘Nooit meer oorlog’ opgang maakte. Nooit meer oorlog was de toekomst. Nooit meer oorlog was zelfs het verleden, want het stond al in 1930 te lezen aan de voet van de IJzertoren in Diksmuide. Minder dan tien jaar later was het wéér oorlog. Nooit werd ooit. Pacifisten hadden hun wensen voor werkelijkheid gehouden.

Boude voorspellingen en voorbarige conclusies horen thuis in het museum van de Grote Vergissingen, dat vele hectaren over vele verdiepingen in beslag neemt.

Dat ‘nieuw politiek feit’, die opstoot van liefde voor de monarchie, is allang vergeten, in de eerste plaats door die reporter, die aansloot bij een republikeinse partij. De meerderheid van de Belgische bevolking mag dan nog wel een koning willen en die mag zelfs gerust Filip heten, maar echt gehecht aan die koekendozensymboliek zijn we niet. Steeds meer mensen stemmen op partijen die het land willen splitsen, terwijl ze wel België willen behouden en ook niets tegen de monarchie hebben, wel tegen al die vette dotaties voor koningen, prinsen en prinsessen. Dubbelzinniger kan niet.

De cultuurstrijd is er niet gekomen — of is er permanent, zo u wilt, maar gelukkig niet in de vorm van een open oorlog. Al-Qaeda en zelfs IS zijn naar de achtergrond verdrongen. Het vijandbeeld van ‘de moslim’, opgedrongen door extreemrechts, slaat nergens op. Islamfundamentalisme maakt pas op de plaats, waakzaamheid blijft geboden. Naast de duizenden slachtoffers die vielen tijdens terroristische aanvallen, is ‘de moslim’ nog het grootste slachtoffer van 9/11 en consoorten. Altijd en overal verdacht.

En die ‘Nooit meer oorlog’, ach… Behalve in West- en Noord-Europa zijn er de voorbije vijfenzeventig jaar tal van kleine en grote conflicten geweest, oorlogen en burgeroorlogen, miljoenen slachtoffers kunnen het niet meer navertellen, voor hen was die goedbedoelde slogan finaal betekenisloos. En zelfs dat ‘vredige’ West-Europa moet gerelativeerd worden, denk aan het conflict in (Noord-)Ierland.

***

Bij het begin van de coronacrisis, en zeker na de afkondiging van de lockdown half maart, was de veronderstelling dat ons leven drastisch zou veranderd zijn eens dat virus was bedwongen. We zouden beter met elkaar leren omgaan. We zouden toleranter zijn geworden. We zouden meer en blijvende aandacht hebben voor de zwakkeren in de samenleving. De ‘brave new world’ zou lieflijk zijn, veel warmer — en niet alleen dankzij de klimaatopwarming — dan de Oude Wereld, solidariteit zou geen loos begrip meer zijn voor de meeste mensen.

Nauwelijks zeven maanden later mag die prognose, noem het gerust een fata morgana, de virtuele brandstapel op. Komt niets van in huis. Mensen zijn niet veranderd en zullen niet veranderen. Altruïsten zijn altruïsten gebleven, egoïsten zijn nog altijd egoïsten, narcisten komen nog altijd klaar van hun eigen spiegelbeeld. Zo was dat in maart 2020, zo is dat in oktober 2020 en zo zal dat zijn wanneer Covid-19 ons leven niet langer beheerst.

Wie voorheen bekommerd was om zijn medemens die twee huizen verder woonde, is dat nog altijd, misschien zelfs sterker dan tevoren. Wie voorheen alleen bekommerd was om de bewoners van zijn eigen huis, eventueel nog de buren, is dat nog altijd, en ook hier geldt wellicht: sterker dan een half jaar geleden. Zowel internationale solidariteit als ‘Eigen volk eerst’ bestaan nog, wie tot die groepen behoorde, zit er nog altijd bij en roept nog net iets luider dan in de lente. Polarisering is hyperpolarisering geworden.

Wie braafjes de opgelegde maatregelen volgde — en niet alleen omdat het verplicht werd, maar omdat dit het beste was voor ons allen —, doet dat vandaag nog altijd. Wie er toen al de kantjes afliep, doet dat vandaag nog altijd. En wie toen lockdownfeestjes organiseerde of bezocht, veegt ook vandaag nog zijn egoïstische, kortzichtige voeten aan de maatregelen.

Wie elke avond klokslag acht uur de voordeur opende om te applaudisseren voor het zorgpersoneel, had voordien ook al respect voor die sector. Wie alleen voor zichzelf applaudisseert, hield de deur gesloten: toen, nu en in de toekomst.

Wie geen gezond verstand had, heeft dat ondertussen ook niet gekregen. Dom werd dommer, zelfzuchtig zelfzuchtiger.

Wie laf was, is dat nog altijd, en dat geldt ook voor de dapperen onder ons.

Wie eerlijk was, is dat nog altijd, en dat geldt ook voor de leugenaars.

Wie arm was, is nog armer geworden, wie rijk was, is rijk gebleven en blijft erop hameren dat hij al genoeg bijdraagt tot de samenleving.

Wie oog had voor de mensen in de marge, ziet vandaag nog veel meer waar de problemen zich situeren. Wie niet omkijkt naar zijn naaste, ziet niets.

***

Naast ontkenners van de klimaatproblemen hebben we nu ook corona-ontkenners. Het gaat niet zelden om dezelfde figuren. Zien zichzelf als arenden, maar zijn in feite struisvogels. Kop in het zand, niets aan de hand. Dat zou op zich niet erg zijn, mochten ze niet zoveel toehoorders verzamelen, mede dankzij de fora die de media hen gretig aanreiken. Controverse verkoopt. Clickbait, nietwaar. Dat er vervelende bijwerkingen zijn, och ja, dat mag je de media niet aanrekenen hé. ‘Mensen hebben toch een keuze?’

Covid-19 ging het beste in de mens naar boven brengen, zo werd voorspeld. De realiteit is dat de contrasten nog groter zijn geworden en dat wie goed was, misschien wel beter is geworden, en wie slecht was, misschien wel nóg slechter. De coronacrisis verandert juist niets, tenzij dan dat de zaken meer dan ooit op scherp staan. Om het met de woorden van een falende en in een verbijsterende en onthullende Pano-reportage arrogant haar eigen verantwoordelijkheid opzijschuivende ex-minister te zeggen: ‘Het is wat het is.’ We zijn wie we zijn. Daar zal een wereldwijde gezondheidscrisis nauwelijks iets aan veranderen. Trumpisten blijven, met God aan hun zijde, lachen met ‘dat griepje’, lifestylecoaches en motivatiepsychologen blijven u overstelpen met nietszeggende, opbeurende oneliners, optimisten zien licht aan het eind van de tunnel, pessimisten zien zelfs de tunnelopening niet. Wie iets te verkopen heeft, zal nog iets luider zeuren dat zijn product het beste is, wie niets te verkopen heeft, zwijgt.

Wie introvert is, is dat meer dan ooit. Wie extravert is, zal wel weer op het voorplan treden eens het normale leven hervat. Wie nog geen misantroop was vóór het uitbreken van de coronacrisis, maakt veel kans om dat nu wel te zijn.

‘De mens, ge kunt gij daar niet aan uit,’ wist Gerard Walschap al. En ge zult gij daar nooit aan uit kunnen, schrijft Frank Van Laeken. Het is wat het is.



« VorigeVolgende »