Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

“Onafhankelijk Vlaanderen? Ja…”

Politiek Posted on do, mei 22, 2014 07:04:01

Misschien dacht u wel dat het een makkelijke opdracht is om
twee uur lang een intens debat met zeven kopstukken van zeven verschillende
partijen rechtstaand te modereren. Wel, vergeet het. Topsport is het! Ik had
dinsdagavond rond elf uur het gevoel dat een topvoetballer moet hebben wanneer
hij aan de verlengingen van een belangrijke bekerfinale begint. Verzuurde
benen, het begin van krampen in mijn rechterkuit, een lichaam dat tekenen geeft
van: jongen, hou ermee op, drink iets, ga zitten.

U hoort mij verder niet klagen. Het was een eer, een
genoegen, een professioneel plezier om in zaal Intermezzo in het lieflijke Lede
Siegfried Bracke (N-VA), Bart Van Malderen (sp.a), Alexander De Croo (Open
VLD), Stefaan Van Hecke (Groen), Barbara Pas (Vlaams Belang), Tom De Meester
(PVDA+) en Pieter De Crem (CD&V) namens TV Oost een resem thema’s en vragen te mogen
voorschotelen. In die ongebruikelijke volgorde hadden we hen op het podium
gezet. Niet de traditionele setting van extreem-rechts tot extreem-links, met
de ’traditionele partijen’ gezapig in het midden, niet de groten en
middelgroten links en de kleinere partijen rechts, niet regering versus
oppositie. Te voorspelbaar, dachten we.

Aan de lichaamstaal te zien, hadden we voor een goede
formule gekozen. Je zag een duidelijk verschil tussen het N-VA en het sp.a (PS?)-model,
de twee ‘extremisten’ waren ook geen natuurlijke lotgenoten, er blijft een verschil
tussen ecologie en economie, de letterlijke afstand tussen CD&V en N-VA
werd ook een figuurlijke. Zo ontstonden spanningsvelden die het, overigens
doorgaans hoffelijke, debat ten goede kwamen.

Pieter De Crem werd duidelijk af en toe opgeschrikt door een
vraag, maar haalde ook zwaar uit naar paars van weleer, toch ook wel de
coalitiegenoten van vandaag. Ik had de indruk dat de minister ondertussen ook
enkele prangende legerdossiers behandelde, want hij zat voortdurend in zijn
papieren te bladeren. Drukke tijden, met miliciens die nauwelijks nog kunnen
douchen.

Tom De Meester maakte er gretig en grondig voorbereid gebruik
van dat zijn partij voor een keer wél was uitgenodigd om een aantal zéér linkse
standpunten op tafel en in de zaal te gooien, wat wel eens leidde tot gezucht
en ongeloof. Zaten er zoveel rijken in de zaal die met angst de komst van de
miljonairstaks tegemoet keken?

Barbara Pas haalde natuurlijk het stokpaardje van de
migratie en het (falende) asielbeleid boven, maar ze deed dat niet door zich te
bedienen van ranzige oneliners à la ‘Het probleem is niet de vergrijzing, maar
de verbruining’, een verademing in Dewinterachtige donkere dagen. Een vraag van een Marokkaanse toeschouwer over
het VB-protest tegen toekennen van vergunningen voor het bouwen van moskeeën bleef echter
grotendeels onbeantwoord.

Stefaan Van Hecke positioneerde Groen als een partij die na
de verkiezingen met de meeste anderen wil onderhandelen. Anderzijds ging hij
stevig in discussie met Bart Van Malderen van sp.a, wat overigens leidde tot
wederzijds gehakketak. Links is verdeeld, ook al verschillen de onderlinge programmapunten
dan niet zodanig veel.

Alexander De Croo repliceerde vooral op N-VA-stellingen,
toonde zich een stevige tegenstander van de vooropgestelde indexsprong in 2015
en was heel loyaal ten aanzien van zijn regeringspartners. Opvallend. (Mocht u
ongerust worden: er werden geen stekkers uitgetrokken op het podium.)

En Siegfried Bracke herhaalde het De Wever-standpunt dat
werklozen met een goed cv makkelijk werk kunnen vinden en bleef bij zijn
kritiek op de vakbonden die hij al eerder die dag had geuit. De grootste profiteurs van het sociale zekerheidssysteem, meneer!

Het meeste kwamen we nog te weten via een eenvoudig trucje:
ja/neen-vragen. Niet dat ze allemaal en altijd kort met ‘Ja’- of
‘Neen’-antwoorden, maar het leverde toch enkele opmerkelijke dingen op. Zo
wilde De Crem niet direct weten van het scenario om in het N-VA-voorstel te
stappen om zo snel mogelijk na de verkiezingen een Vlaamse regering te vormen.
De Croo wil niet in een Vlaamse regering stappen als zijn partij beperkte
bevoegdheden of ministerposten zou krijgen. En op de vraag ‘Onafhankelijk
Vlaanderen’ antwoordde Bracke eerlijk ‘Ja’. Er volgde wel een ‘maar’, omdat het
pas op termijn haalbaar zou zijn, maar bij mijn weten is het de eerste
N-VA-kandidaat die tijdens deze campagne toegeeft dat dat fameuze artikel 1 van
de partijstatuten nog bestaat. Meer nog het werd zelfs gehandhaafd toen in
november vorig jaar de statuten werden aangepast, een moment waarop de
confederalistische bocht al gemaakt was. Misschien komt deze openbaring er wel omdat geen enkele andere journalist de voorbije weken de onafhankelijkheidskwestie voorlegde aan een N-VA-kopstuk?

Eerlijk gezegd vond ik het resultaat van die simpele
vragenronde een pak relevanter dan de diverse formatjes bij de grote zenders,
waar Vlaams-nationalistische politici vragen als ‘Stromae of Brel?’ krijgen
voorgeschoteld, terwijl ‘Vlaanderen of België?’ oneindig veel interessanter is. Of waar Paul ‘Hallo Televisie!’ Jambers nog altijd programma’s maakt die in de eerste plaats rond hem draaien. (“Op de Grote Markt van Antwerpen koestert Brabo zich in de prille lentezon”: ik proestte het uit.)

U kunt het resultaat donderdagavond om 20 uur bekijken op TV
Oost of later op de website van de zender: www.tvoost.be. (Mijn kuiten stellen
het intussen goed, mocht u dat interesseren).

***

De voorzitter van de grootste Vlaamse partij heeft zich in
zijn tweede tweet ooit met een videoboodschap gericht naar dat andere
landsgedeelte. (Zijn eerste tweet was een teaser voor wat komen ging.) ‘Message de Bart De Wever aux francophones’ staat er (zou er
iemand ‘kaakslag’ geroepen hebben omwille van het gebruik van de andere
landstaal?). Het leverde hem op een halve dag zesduizend extra volgers op (hij
zat zonder actief te zijn al aan ruim 18.000, tegen woensdagavond dus aan meer
dan 24.000), meer dan 500 retweets van volgelingen en her en der wat
hoongelach.

Minstens even vreemd als die nogal wanhopige poging om de
Walen te overhalen om niet op de PS te stemmen (en dus het terrein voor de N-VA
federaal te helpen effenen, want met een kleinere PS kan er wellicht met een
gegroeide MR onderhandeld worden), is de herhaalde oproep tot een debat met
Elio Di Rupo. Ook dat is begrijpelijk (De Wever wil zowel krachtig overkomen
bij de Vlaamse kiezer als het PS-boegbeeld demoniseren in Wallonië) en tegelijk
zeer onbegrijpelijk. Waarom zou de premier van een land moeten debatteren met de voorzitter
van een partij in één landsdeel? Het andere landsdeel, nog wel? Bekijk het even
anders en ‘bigger’: zal president Obama in oktober in debat gaan met een
republikeinse kandidaat bij de verkiezingen voor de House of Representatives of
de Senate? No. Way.

Nog vreemder is dat De Wever die oproep doet terwijl hij tot
een week of twee geleden pertinent weigerde om in Vlaanderen
voorzittersdebatten bij te wonen, terwijl dat zijn échte tegenstanders zijn.
Als De Wever tot twee keer toe stevig bakkeleide met Paul Magnette leverde dat
een knetterend, maar totaal zinloos spektakel op. Een Vlaming kan niet op
Magnette stemmen, een Waal niet op De Wever. Idem dito bij een eventuele
confrontatie Di Rupo-De Wever.

Ondanks de lieve woordjes en het verzoek om begrip van BDW, moeten ze in Wallonië intussen beseffen dat een
onafhankelijk Vlaanderen nog altijd het einddoel van de N-VA blijft. Tiens, zou de
Vlaamse kiezer dat eigenlijk al doorhebben?



Jukebox

Politiek Posted on ma, mei 19, 2014 07:10:40

Televisie, radio, kranten, weekbladen, websites: ze slaan
ons al weken aan een stuk om de oren met politieke interviews, analyses,
duiding, voorspellingen en wat je verder al niet kan zeggen of schrijven over
onze vaderlandse politiek in de aanloop naar 25 mei.

Vooral in de audiovisuele media krijg je dan vaak
dovemansgesprekken die ergens beginnen en nergens eindigen, waar de ene na de
andere gemeenplaats de revue passeert (deze zinsnede is een gemeenplaats op
zich!) en opvalt hoe er wel veel woorden worden gebruikt maar de woordenschat
al bij al beperkt blijft.

Ik heb me op één domein geworpen, met name politici die er
zich over beklagen dat ze voortdurend onderbroken worden door hun tegenstander.
‘Mag ik even…?’ en ‘Ik heb u daarnet ook niet onderbroken’ keren altijd
opnieuw terug. Dat kan beter, dacht ik. Zo ontstond onderstaande jukebox van
reacties-op-maat voor ongeïnspireerde kandidaten, beginnend bij beleefd maar
kordaat (onder A) en eindigend in beledigend en meedogenloos (F). U kiest zelf
maar of u voor pakweg A2 of F5 gaat.

***

A1 Ik heb u daarnet ook niet onderbroken.

A2 Mag ik even uitspreken, ja?

A3 Meneer de moderator, zo heeft het geen zin om te
debatteren.

A4 G’hebt tijd genoeg gehad om te zeggen wat ge te zeggen
had!

A5 Subiet is ’t aan u, nu aan mij!

A6 Moderator, als dit zo blijft duren, stop ik ermee, hoor.

***

B1 Denkt ge nu echt dat de mensen op uw mening zitten te
wachten?

B2 Ja ja, héél interessant, maar mag ik nu mijn zin afmaken,
ja?

B3 Luisteren is ook uwe sterkste kant niet hé?

B4 Mijn moeder zei altijd dat het onbeleefd was om iemand te
onderbreken.

B5 Wie denkt ge wel dat ge zijt dat ge mij moogt storen in
mijn betoog?

B6 Uw spreektijd is op, nu is ’t aan mij!

***

C1 Is dat uw eigen mening of moet ge dat zeggen van uw
partij?

C2 Heimwee naar de jaren dertig, vriend?

C3 Gij zult dikwijls strafstudie hebben gekregen op school, zeker?

C4 Allez, laat me uitspreken, dan hebben de mensen eens
zinnige praat gehoord.

C5 Hoor ik u nog?!

C6 Boe! (Nu verschoot ge hé!)

***

D1 Er komt stoom uit uw oren, straks gaat ge nog fluiten
lijk ne waterketel.

D2 Gij ligt thuis onder de sloef, zeker?

D3 Precies veel look gegeten vanmiddag? Amai mijne frak!

D4 Zoudt ge niet eerst efkes nadenken voor dat g’onzin
uitkraamt?!

D5 U zegt altijd hetzelfde, er ligt u nog een mooie carrière
als echoput te wachten.

D6 Al eens gedacht aan het oprichten van een eenmanspartij?

***

E1 Gij stond ook niet op de eerste rij toen het verstand
werd uitgedeeld hé?

E2 Het aantal decibels dat u produceert is duidelijk veel
hoger dan uw IQ!

E3 Denk aan uw hart. A ja, dat hebt ge niet waarschijnlijk.

E4 In uw partij noemen ze u Comical Ali, zeker?

E5 Er hangt nog wat spinazie tussen uw tanden.

E6 Familie van Louis Tobback misschien?

***

F1 Och ja, elk circus heeft zijn clown. Allez, wat hebt ge te
zeggen, Pipo?

F2 Tandpasta kunt ge tegenwoordig overal kopen, wist ge dat?

F3 Heb ik ‘Stront’ geroepen?

F4 Moet gij niet terug naar uw instelling? Allee kom, de bus
staat al te wachten.

F5 Uw vrouw zei vannacht ook al dat ge uw mond nooit kunt
houden.

F6 NAAM OPPONENT (x 3), uw moeder is een hoer!



Jean-Luc Dehaene (1940-2014)

Politiek Posted on vr, mei 16, 2014 16:15:45

Drie keer heb ik het genoegen gesmaakt om Jean-Luc Dehaene
te mogen interviewen. Drie keer in ongeveer een jaar tijd zelfs, inmiddels bijna twee volle decennia geleden, in de periode dat hij premier was van het land en ons middels
een streng maar rechtvaardig besparingsplan door de crisis en in de eurozone
loodste.

Het eerste gesprek vond begin december 1994 plaats. Het
Sint-Michielsakkoord lag er, met daarin een omvangrijke staatshervorming, het
land was zijn vrome koning een jaar voordien kwijtgespeeld en had er een
vrolijke broer voor in de plaats gekregen, Club Brugge was al voor het derde
seizoen op rij op weg om géén kampioen te worden, zijn kleinzoon Lars was een
week voor het interview gestorven, nauwelijks acht maanden oud.

Mathias Danneels, mijn Dag
Allemaal
-collega die me had uitgenodigd om mee naar Dehaenes huis in
Vilvoorde te gaan omdat een interview met de premier best met twee journalisten
werd gevoerd, vreesde dat de afspraak om begrijpelijke redenen zou worden
afgelast. Niets daarvan. Op een koude zaterdagochtend deden Jean-Luc en Celie
zo normaal mogelijk, al zag vooral zij er getekend uit. De premier speelde zijn
bekende rol: correct, afstandelijk, zich zelden bedienend van zijn kenmerkende
‘Geen commentaar’, maar toch ook nooit het achterste van zijn tong tonend. Een
typisch Dehaene-interview, zou je kunnen zeggen: keurig, maar niet opzienbarend,
al leverde het voldoende interessante stof op voor vijf pagina’s in een populair weekblad.

***

Een paar maanden later zat ik opnieuw in dat verrassend
moderne huis in Koningslo, vlakbij het Huis van de Toekomst. Verrassend, omdat
je bij het ietwat ‘boertige’ imago van de eerder toevallig in Montpellier
geboren West-Vlaming niet aan hedendaagse architectuur dacht. Een zoveelste bewijs dat
zijn publieke imago danig verschilde van wie hij werkelijk was. Of dat hij
meerdere persoonlijkheden in zich had zitten. Plus était en lui.

Ik schreef toen een boek waarin ik vlak vóór de
parlementsverkiezingen van 21 mei 1995 twaalf Vlaamse politieke tenoren
samenbracht voor Hoogvliegers in de
Wetstraat
, een titel die geïnspireerd werd door het op dat moment zeer
actuele Agusta-schandaal. Ondanks zijn drukke agenda maakte Dehaene op zaterdag
4 maart twee uur tijd vrij voor een diepgaand gesprek aan de ontbijttafel. Hij
besefte als geen ander dat een boek duurzamer is dan het papier van een krant
of weekblad en liet meer dan gebruikelijk in zijn ziel kijken.

Hij zei dingen als ‘Ik sluit mij niet op in mijn status’,
‘Het is beslist niet mijn droom als eerste minister te sterven’, ‘Ik pas de
buizen in elkaar’ (waarmee hij zijn eigen bijnaam als ‘loodgieter’ oprakelde)
en ‘Ik had er geen moeite mee om in de schaduw te leven’. Deze man kon zichzelf
en zijn ambt relativeren, een ware verademing in een wereld van tafelspringers, carrièristen en
betweters.

De weergave van het gesprek begon zo: “Ik had op
school zeker niet de ambitie om in alles de beste te zijn. Toen al wilde ik
vooral mezelf zijn. Ik las heel veel; voor de vakken die mij niet
interesseerden, deed ik daarentegen het strikte minimum. Disciplines waar ik
wel sterk in was en die ik wel graag deed, waren diegene waaraan ik achteraf
het meest heb gehad in de politiek: het schrijven van verhandelingen en het
houden van spreekbeurten.”

Hij omschreef het eerste ministerschap als een ‘Bijzonder
Tijdelijk Kader’. En hij ging voor één keer dieper in op zijn onderhandelmethode.
“In de politiek moet je de mentaliteit van een schaakspeler hebben. Je
doet een zet en op dat moment moet je al weten welke dynamiek die gaat
teweegbrengen en hoe je de volgende zet zult voorbereiden. Ik val er soms van
achterover hoe heel veel politici, observatoren en editorialisten stellingen
innemen in functie van de eerstvolgende stap, die ze dan meestal zeer radicaal
zien, maar op geen enkele manier ingecalculeerd hebben wat de gevolgen ervan
kunnen zijn. Laat je je daardoor leiden, dan loop je gegarandeerd tegen de
muur. (…) Wie steeds spreekt in termen van breekpunten, is niet diegene die
de oplossingen zal aanreiken.”

Lees die laatste paragraaf opnieuw, verplaats hem negentien
jaar vooruit in de tijd en besef dan dat er vandaag alleen nog maar aan de
volgende zet op het schaakbord wordt gedacht, zonder de gevolgen goed en wel in
te schatten. 541 dagen onderhandelen om een federale regering samen te stellen?
Te veel breekpunten maken een land breekbaar! “Politici nemen geen
maatregelen meer in functie van verkiezingen, maar met het oog op de
eerstvolgende opiniepeiling. En de publieke opinie denkt per definitie op korte
termijn. Als je dat niet kunt overstijgen, voer je geen beleid.” Ik
herhaal: 4 maart 1995.

“Ik word emotioneel meer geraakt door een nederlaag van
Club Brugge dan door de val van de regering”, zei hij nog, een uitspraak
die hij eerder al had gedaan in een kranteninterview, ik claim ze dus hier absoluut
niet als ‘de mijne’. Zijn moment suprême,
zo liet hij tenslotte optekenen, bestond erin om in de open baai van Sardinië
onder een volle sterrenhemel te luisteren naar de cellosuites van Bach of de
Russische vespers van het Abdijkoor van Chêvetogne.

***

Het derde en laatste interview was weer een aantal maanden
later. Hij was opnieuw verkozen en bleef nog vier jaar
lang premier van dit moeilijke land, dat hij als ‘Brabants trekpaard’ had overgeërfd van zijn compagnon de route Wilfried Martens en dat hij nu als ‘Ervaren gids’ mocht blijven leiden. Ik had van TV Ekspres de opdracht gekregen om zijn ‘Club Brugge-memoires’ op
te tekenen. Weer kwam de afspraak vlot tot stand. Het resultaat was een
artikel dat in drie delen werd gepubliceerd, vol anekdotes, zoals over zijn
Cercle-familie die hij een neus zette door voor blauwzwart te kiezen, dat andere Brugge.

De metamorfose van premier naar supporter was opmerkelijk. Die
fonkelende ogen had ik eerder nog niet gezien, de passie waarmee hij over dit
onderwerp praatte stond in schril contrast met de zakelijke toon in de
politieke gesprekken, zijn kennis was niet encyclopedisch maar een
opeenstapeling van emoties die hij zelf vanop de eerste rij had beleefd.

Ik wist: deze man spéélt dit niet. Hij zit niet op de
tribune omdát er een camera in de buurt is, zoals zo veel van zijn collega’s; de
camera is in de buurt omdát hij op de tribune zit, druk gesticulerend, juichend
of knarsetandend, zonder franjes, ongedwongen. Tijdens het gesprek zat Celie de
hele tijd goedkeurend te knikken, af en toe betrok hij haar erbij, op
een manier die je als ‘aandoenlijk liefdevol’ zou kunnen omschrijven, maar dan op zijn manier.

***

Eén ding wil ik toch nog opwerpen: hij heeft ons de hele
tijd om de tuin geleid, beste mensen, zeker in de tijd dat hij nog geregeld in
weinig flatterende korte broek die tuin van ‘m omspitte voor het oog van de
camera. Zijn uitspraak dat je de problemen pas moet oplossen wanneer ze zich
stellen, staat haaks op hoe Jean-Luc Dehaene in werkelijkheid functioneerde.
Zoals uit het schaakcitaat van hierboven al duidelijk mag blijken: deze man was
zijn tijd ver vooruit, was iedereen twee tot drie stappen voor en bleef altijd
focussen op het eindresultaat voor het land, niet alleen voor zijn partij.

Hij was een atypische politicus: onbehouwen, ongegeneerd
zijn broek optrekkend, snuivend als hij een hypothetische vraag voor de voeten
geworpen kreeg, buitengewoon onhandig wanneer hij met menselijke drama’s te maken kreeg, slim genoeg om ‘Geen commentaar’ te gebruiken wanneer eender
welk antwoord aanleiding had kunnen geven tot verkeerde interpretaties en dus
tot het omverwerpen van dat zorgvuldig opgebouwde kaartenhuisje dat ‘Belgisch
compromis’ heet.

De. Slimste. Mens. Van. België.

Als Jean-Luc Dehaene er in de jaren ’80 en ’90 niet was
geweest, had men hem moeten uitvinden. Het land zou hem bijzonder dankbaar
moeten zijn. Dank u, meneer Dehaene. Geniet van die cellosuites Bach, waar u ook bent. Misschien binnenkort wel daar aan die volle sterrenhemel in Sardinië.



Allemaal sociaal!

Politiek Posted on di, mei 13, 2014 11:21:37

De laatste rechte lijn werd ingezet. Tenzij er ergens een
partij een Marcel Kittelachtig maneuver uithaalt (uit een geslagen positie
terugkeren om alsnog de rit te winnen), lijken de grote tendensen van 25 mei al min of
meer vast te liggen. Tenminste: als er geen schandaal uitbreekt of een partij
compleet door de mand valt of een kandidaat iets zeer doms uitkraamt.

Dat laatste is niet eens zo denkbeeldig met die snelle
opeenvolging van verkiezingsprogramma’s op de Vlaamse tv-stations. Hulde aan
alle zenders, trouwens. Uiteraard pakt de openbare omroep het zwaarst uit, dat
is nu eenmaal haar kerntaak. Dus zetten De
Zevende Dag
, Terzake en het
tijdelijke Het Beloofde Land alles op
alles en krijg je op de radio naast de gebruikelijke nieuws- en
duidingsprogramma’s ook een heus Kiescafé.
Ook VTM is in deze historische tijden van samenvallende verkiezingen
omnipresent, speelt soms zelfs korter op de bal dan de VRT. Knap. En op VIER is
de onthullende serie Schild en Vriend
te bewonderen. VTM en VIER bewijzen dezer dagen dat de commerciële televisie in
Vlaanderen niet alleen focust op makkelijk scorende formats en buitenlandse
series. Mooi is dat.

En dan zijn er nog de regionale zenders, die eveneens veel
aandacht schenken aan de ‘moeder aller verkiezingen’. Ik mag het zelf vanaf
donderdag van nabij meemaken, op de eerste rij zelfs. Wat zeg ik: op het
podium! Donderdag mag ik op TV Oost het kopstukkendebat modereren in zaal
Intermezzo in Lede. Daarna is er elke weekdag een verkiezingsprogramma van een
kwartier rond één partij. En dan is er nog de dag zelf, 25 mei, en ’the day
after’, waarop resultaten en gevolgen van de stembusgang uitgebreid aan bod
komen. Ik kijk ernaar uit.

Maar nu kijk en luister ik vooral naar wat politici zeggen
in de programma’s op de nationale zenders. Daar zitten namelijk nogal wat
tegenstrijdigheden in. Gisteren zei een vertegenwoordigster van een partij die
zich ‘sociaal, maar niet socialistisch’ noemt in Het Beloofde Land dat mensen die een leefloon krijgen, daar iets
voor moeten terugdoen. Gratis gemeenschapswerk, met name. (Zij stond zeker niet
alleen met die mening, zo bleek bij een rondvraag bij andere partijen.) Zo haal
je mensen uit hun sociaal isolement, klonk het enigszins, euh, sociaal. Dat je
ondertussen knelpuntberoepen invult met gratis werknemers, waardoor het
legertje werklozen niet wordt uitgedund, blijkt geen bezwaar te zijn. Alle partijen roepen ‘Allemaal sociaal!’, al verschilt de invulling van die slogan grondig.

Toen even later een reportage werd getoond over een buslijn
die nauwelijks gebruikt werd en een 86-jarige man benadrukte dat dit de enige
manier is voor hem om nog ergens te geraken, speelde dat ‘sociaal isolement’
plots totaal geen rol meer. Afschaffen die onrendabele handel! De vraag of die
buslijn misschien slecht georganiseerd is, te traag, geen alternatief voor de
wagen, geen goede verbindingen garandeert, enzovoort, wordt niet eens meer
gesteld. Het totale plaatje van het afstemmen van alle vormen van vervoer op
elkaar wordt nooit bekeken. Alle remmen los, bij wijze van spreken.

Twee maten, twee gewichten. Het heeft me al een paar
concrete vragen opgeleverd voor dat kopstukkendebat en dat is mooi meegenomen.



Allez Didier!

Politiek Posted on di, mei 06, 2014 13:25:48

Didier Reynders krijgt de wind van voren omwille van een
controversiële uitspraak deze ochtend op RTBf radio. Onze geliefde minister van
Buitenlandse Zaken zei dat er in de jaren negentig van de vorige eeuw heel veel
is misgelopen in dit land, omdat de liberalen toen niet in de regering zaten.
Hij verwees in één lange volzin onder meer naar de ontvoerde en vermoorde
meisjes en de dioxinecrisis.

Zoals altijd heeft de heer Reynders groot gelijk. Kijk maar
wat er ons in de geschiedenis allemaal bespaard zou zijn gebleven, mochten de
liberalen op dat ogenblik in de federale regering hebben gezeten. En dit is dan
nog maar een kleine greep uit alle onheil!

– 1885: koning Leopold II maakt van Congo een Belgische
kolonie.

– 4 augustus 1914: Duitsland verklaart de oorlog aan ons
land.

– 18 augustus 1950: Julien Lahaut wordt vermoord.

– 31 januari 1966: twee kompels sterven tijdens een betoging
bij de mijn van Zwartberg.

– mei 1971: Nicole & Hugo worden ziek vlak voor ze met Goeie morgen, morgen naar het
Eurovisiesongfestival vertrekken, waar ze ongetwijfeld zouden hebben gewonnen.
Ze worden vervangen door Jacques Raymond en Lily Castel die pas veertiende
eindigen.

– mei 1978: Club Brugge verliest de finale van de
Europabeker voor Landskampioenen van Liverpool.

– 1979: SK Beveren wordt kampioen in het voetbal.

– april 1990: koning Boudewijn weigert de abortuswet te
ondertekenen.

– 18 juli 1991: André Cools wordt vermoord.

– maart-april 1992: Dirk Frimout is de eerste landgenoot in
de ruimte.

– 31 juli 1993: koning Boudewijn sterft.

– 27 februari 1996: zeven doden bij een kettingbotsing in de
dikke mist in Deinze, waarbij tweehonderd auto’s betrokken zijn.

Daarom: treuzelt niet, voorkomt verder onheil, stemt
liberaal (ook al heeft u geen goesting)!



En de hersenen dan?

Politiek Posted on ma, mei 05, 2014 12:29:46

“Angst zaaien kan iedereen. Wie in de komende drie
weken van inhoudelijk debat de hoop gestalte kan geven, kan nog heel wat
onbesliste kiezers bereiken.” Dat schrijft politicoloog Carl Devos in zijn
maandagse column in De Morgen. Devos
poneert dat N-VA er “op een interessante manier” wél in slaagt om
angst aan hoop te verbinden en raadt andere partijen aan dat ze campagne moeten
voeren vanuit hun eigen overtuiging, niet “via waarschuwingen voor de
concurrent”. “Wie het hart wint, wint de verkiezingen”, besluit
de Gentse professor.

Carl Devos is een slimme analist, ik denk ook dat hij
honderd procent gelijk heeft. Verkiezingen draaien veel meer rond emotie dan ratio. Ik betreur dat ten zeerste. Ik zou wel eens een stembusgang willen
meemaken die de hersenen aanspreekt en niet het hart of de buik of de
onderbuik. Kiezen zou moeten gebeuren vanuit een rationele overweging: welke
partij of politicus sluit het best aan bij mijn persoonlijk gedachtengoed (of
omgekeerd: welk gedachtengoed spreekt mij het meest aan?), wie bied mij het
beste perspectief op het realiseren van de in mijn ogen noodzakelijke
maatschappelijke projecten? Niet meer, niet minder.

Verkiezingen draaiden vroeger rond partijtrouw, absolute
loyauteit ten opzichte van een zuil, geloof of economische visie, kuddegeest.
Vandaag is alleen die kuddegeest gebleven: ha, die is populair, dat zal wel ne goeien zijn! Partijtrouw en loyauteit
zijn vervangen door de waan van de dag. Niet dat ik aanhankelijkheid van kraam-
tot sterfbed een goede zaak vind, maar op dit moment valt er geen enkele lijn
meer te trekken op het stemgedrag van de Belg. Versnippering is het resultaat,
lange onderhandelingsrondes het gevolg. Het middenveld wordt vaak overgeslagen,
het lijkt wel kick ’n rush. Er vallen nog wel peilingen op te trekken, maar
geen peil.

Dat het politieke landschap in sneltreinvaart verandert,
hoeft natuurlijk niet slecht te zijn. De samenleving evolueert anders dan
vijfentwintig of vijftig jaar geleden, dus heb je partijen en politici nodig
die durven veranderen, de dingen anders zien, oude waarden en gewoonten in
vraag stellen. Vraag is echter of dit allemaal even beredeneerd gebeurt, of dat
het eerder een mengeling vormt van plat opportunisme, populisme en meegaan met
de grondstroom.

Ik zou zo graag zien dat de kiezer vooruit-denkt (als hij
gaat na-denken, is het te laat, want dan heeft hij zijn stem al uitgebracht!).
Wil hij een samenleving die de nadruk legt op ecologie of op economie? Zijn heden en morgen belangrijker dan de verdere toekomst? (Anders gezegd: denken we
aan onze kinderen of onze achterkleinkinderen?) (Of ook: gaan we voor
onmiddellijke resultaten of kijken we op de middellange termijn?)

Deze verkiezingen zijn eigenlijk een ideaal moment om de
hersenen aan te spreken voor we het stemhokje intrekken. Over drie weken leggen
we de grote lijnen vast voor de komende vijf jaar, zowel federaal als regionaal
en Europees. Dat is niet niks. Dat is zelfs ongezien in de Belgische en Vlaamse
constellatie. Dat zou, in theorie althans, een einde kunnen maken aan het
hapsnap-beleid van de voorbije decennia.

Ik maak deze bedenkingen los van mijn persoonlijke voorkeur
voor partijen, politici of programma’s. Ongemotiveerde kiezers, foertstemmers
en mensen die louter afgaan op charisma en vlotte oneliners, leveren misschien
dan wel gewin op heel korte termijn op, maar ze zijn geen goede zaak voor onze
democratie. Zelfs voor de partijen waarop ze op 25 mei zullen stemmen is dat
niet meer dan een tijdelijke steun. Helaas volstaat dat tegenwoordig voor heel
wat politici. Heel jammer.

Politiek zou om het maken van maatschappelijke keuzes moeten
draaien, niet om het op een apothekersweegschaal afwegen van onderlinge
verschillen in populariteit.



Vinger aan de polls

Politiek Posted on za, april 26, 2014 10:30:29

Een nieuwe week, een nieuwe peiling. Wat schrijf ik: twéé
nieuwe peilingen! Is het niet de stem des volks die zich heel eventjes mag
verheffen via ‘De Stem van Vlaanderen’ of ‘Doe de Stemtest’, dan is het wel één
of ander onderzoeksbureau dat een rondvraag naar het stemgedrag heeft gedaan.

Peilingen zijn momentopnamen, akkoord, de enige echte
peiling vindt op 25 mei plaats, ook akkoord, er zijn nog heel wat onbesliste
kiezers, nog altijd akkoord, elke verkiezing houdt zijn verrassing in zoals Wilfried Martens altijd placht te benadrukken, dat zou ook best kunnen, maar je kan er nu al donder op zeggen dat de
N-VA de grootste partij van Vlaanderen blijft en dat ze haar uitslag van vier
jaar geleden nog zal overtreffen. In Wallonië zal de PS vermoedelijk wat procenten verliezen,
maar wel de grootste blijven.

De polls van de week werden uitgevoerd in opdracht
van De Morgen, Le Soir en VTM, en van De
Standaard
en VRT. N-VA is momenteel bijna dubbel zo groot als de
eerstvolgende Vlaamse partij, dat blijkt uit beide onderzoeken, al verschillen
de resultaten toch behoorlijk onderling. Zo is voor VTM & co Vlaams Belang
opnieuw aan het stijgen, terwijl voor VRT & co de conclusie luidt dat VB
begint te flirten met de kiesdrempel. Vreemd. Bij De Standaard/VRT wordt ook een onderscheid gemaakt tussen federale,
Vlaamse en Europese verkiezingen, waar ook serieuze verschillen op zitten.

De harde en dus voorlopig nog virtuele cijfers (op basis van
de federale lijsten):

– N-VA: 32,8% / 32,2%

– CD&V: 17,6% / 16,4%

– Open VLD: 13,5% / 15,1%

– sp.a: 13,5% / 14,3%

– Vlaams Belang: 10,3% / 6,8%

– Groen: 8,7% / 10,5%

– PVDA+: 3,4% / 2,3%

LDD is helemaal verschrompeld en speelt niet meer mee.

Als deze resultaten min of meer bevestigd worden in het
stemhokje dan zou een coalitie van N-VA en CD&V, zeg maar: het kartel van
weleer, in Vlaanderen bijna zo goed als zeker een nipte meerderheid opleveren. De
verleiding zal wel heel groot zijn om dit dan snel in de praktijk om te zetten.
Voor de N-VA, om als winnaar het initiatief te nemen in de enige regio die haar op termijn werkelijk interesseert. Voor de CD&V, om niet opnieuw het horrorscenario
van een oppositiekuur te moeten beleven.

Half juli vorig jaar liet N-VA’er Jan Jambon al verstaan dat
een Vlaamse regering zo snel mogelijk gevormd moet worden. Ik schreef toen: ‘Wat de N-VA vooral wil aantonen door de snelle
vorming van een Vlaamse en een lang uitblijvende vorming van een federale
regering, is dat het Belgische systeem niet meer werkt. En dan zou het alsnog
de onafhankelijkheid van Vlaanderen kunnen voorstellen als ultieme oplossing,
zoals trouwens voorzien in artikel 1 van de statuten van de partij, een
scenario waar men nu omheen dribbelt omdat zelfs de meeste N-VA-kiezers niet
voor separatisme te vinden zijn. Zelfs de term ‘confederalisme’ wordt nu even
in de koelkast gestopt om geen potentiële kiezers angst aan te jagen, kiezers
die zich vooral kunnen vinden in het rechts-liberale programma van de N-VA.’
Einde citaat van mezelf, meer dan acht maanden geleden.

Mocht
ik in het partijbureau van de N-VA zitten of er een adviserende rol in hebben,
quod non!, dan zou ik dat alleszins ook zo suggereren. Vorm onmiddellijk, liefst
binnen de week, een Vlaamse regering, geef CD&V iets meer dan het eigenlijk
verdient als kleinste coalitiepartner (desnoods zelfs het
minister-presidentschap) en ga dan met de twee voeten op de rem staan bij de
federale onderhandelingen, waar de tegenpolen N-VA en PS bijna incontournable zullen worden. Als de
onderhandelingen een tijdje aanslepen, pakweg: 200 dagen, kun je luidop ‘quod erat demonstrandum’
roepen, concluderen dat dit het bewijs is dat het land ‘België’ niet meer werkt
en alsnog artikel 1 opnieuw uit de koelkast halen. Ja, toch?

Het
is een pervers idee, ik weet het, maar de politiek is nooit wars van enige
perversiteit. Het alternatief is een anti-N-VA-coalitie. In Vlaanderen heb je
daar vier partijen voor nodig: de traditionele drie plus Groen. Federaal kan je
eventueel opnieuw met een Vlaamse minderheid gaan werken, al halen CD&V,
Open VLD en sp.a samen niet eens de 43 op 87 zetels die ze vandaag nog wel
hebben. Het zal eerder 35 of 36 worden. En als je Groen toevoegt op federaal niveau, zal ook Ecolo erbij moeten
zijn en krijg je een regering-Di Rupo II met acht partijen en een hele machtige
rechtse oppositie langs Vlaamse zijde. Dat is geen comfortabele gedachte. Vraag is of het een democratisch verantwoorde gedachte is.

De
N-VA verkeert nog altijd in een staat van genade en kan zich behoorlijk veel
permitteren. Zelfs inconsequentie. Eerst zeggen dat peilingen niet meetellen en
dat de kiezer het laatste woord heeft, en dan toch verregaande conclusies
trekken uit die peilingen. (‘Binnen de tien dagen kunnen we een Vlaamse
regering hebben’, zei Bart De Wever vrijdag nog voor de tv-camera’s.) Eerst
kritiek hebben op andere partijen die mannetjes naar voor schuiven voor
cruciale posten en het vervolgens zelf doen (opeisen van de minister-president
en van de ministerpost voor Onderwijs). Het passeert allemaal alsof er niets
aan de hand is, het glijdt van de Vlaams-nationalistische ruggen af. Bovendien:
als je consequent inconsequent bent, ben je op de duur terug consequent natuurlijk.

Behoudens
grote schandalen – weinig waarschijnlijk gezien het feit dat de nog jonge
partij N-VA voor heel wat kiezers blijft ogen als een begeerlijke maagd zonder al te veel ballast uit
het verleden (hooguit wat overgelopen Vlaams Blokkers die betrokken waren bij
het opstellen van het 70-puntenprogramma) – mogen we ons opmaken voor een
nieuwe triomftocht. Dit keer niet alleen in Antwerpen, maar in verschillende Vlaamse
steden.

Het
is de verdienste van die partij dat ze blijkbaar appelleert aan wat meer dan
drie op de tien Vlamingen willen, het is de schuld van de anderen dat die daar
veel te weinig tegenover gesteld hebben. Zelfs de sociale zekerheid, vanouds
een oranje en rood thema, is na de onfortuinlijke passage van Jan Vranken in Terzake in het gele vakje
terechtgekomen.

Als
de Vlaamse regering vliegensvlug tot stand komt, is het einde van België weer
een stukje dichterbij gekomen. De sleutel is in handen van de CD&V. Of beter gezegd: sleutels, meervoud, want zoals bekend heeft die partij meerdere kamertjes.



9/12

Politiek Posted on wo, april 23, 2014 10:31:39

Ik had u dus die anekdote over Johan Vande Lanotte beloofd.
Daarvoor moet ik u meenemen naar september 2001, toen de sp.a-topman minister
van Binnenlandse Zaken was in de eerste regering-Verhofstadt.

De derde week van die maand werd een gezelschap van een
twintigtal VRT-managers op cursus gestuurd naar Gloucester, waar we nader
moesten kennismaken met een softwarepakket dat de openbare omroep had
aangekocht om professioneler en accurater te kunnen omgaan met
bedrijfsprocessen en budgetten. Een ingewikkelde cursus was het, duidelijk iets
wat boven de petjes van de meeste aanwezige creatievelingen ging. Dat leidde ik toch
af uit het zachte gezucht en gekreun in het gezelschap, maar het kan best zijn
dat ik dertien jaar later mijn eigen geworstel met een moeilijke materie
probeer te projecteren op mijn ex-collega’s.

Op de tweede dag, een dinsdag, werd de middagpauze verstoord
door een hotelgast die zei dat we dringend moesten komen kijken naar de tv in
de bar. ‘You won’t believe this!’ beloofde hij. Gelijk had hij. We zagen de
live beelden van de WTC-torens die in brand stonden, maar nog voor we goed en
wel beseften wat er precies aan de hand was, riepen de docenten ons opnieuw
naar het leslokaal. 11 september 2001 moest en zou een doordeweekse lesdag
worden volgens hen. Met als gevolg dat er een meute VRT-mannen en -vrouwen met
een half oog naar een PowerPoint-presentatie keek, af en toe een beleefde en
intelligent bedoelde vraag stelde, maar vooral bezig was met het zenden en
ontvangen van sms’jes met het thuisfront over de toestand in New York en omstreken.

Een collega die in Brussel was achtergebleven meldde me in
de loop van die helse namiddag: ‘Het lijkt wel of we op de rand staan van de
Derde Wereldoorlog’. Dat waren ook de letterlijke woorden van Mark Eyskens in
de VRT-studio, vernam ik achteraf.

Mijn bekommernis, als hoofdredacteur sport van de VRT
Televisie, was of de Champions League-wedstrijden die avond wel zouden
doorgaan. Dat was zo. Business as usual,
de UEFA draait zijn hand niet om voor een paar doden meer of minder, dat had
het Heizeldrama al bewezen.

***

’s Anderendaags ontving ik net voor de start van de
namiddagsessie een telefoontje uit België. Medewerker X van het ministerie van
Binnenlandse Zaken vroeg of ik een paar minuten beschikbaar was voor de
minister. Nog voor ik stomverbaasd ‘Euh, ja’ had kunnen zeggen en in mijn hoofd
een idee had kunnen vormen waarvoor Binnenlandse Zaken in deze crisismomenten
een hoofdredacteur sport kon gebruiken (ik was niet eens naar het leger
geweest!), hoorde ik al die bekende stem. ‘Meneer Van Laeken, het is Johan
Vande Lanotte hier. Gij weet dat we met Oostende Champions League willen spelen, maar
dan moeten we een zender hebben die de wedstrijden capteert en uitzendt. Zou de
VRT dat willen doen?’

Ik was eventjes van
mijn melk
door deze vraag. Niet zozeer omdat ik het intimiderend vond om
een belangrijke minister en vice-premier aan de lijn te hebben of omdat de
vraag zo ingewikkeld was, maar omdat deze man op 9/12, de dag na 9/11, een moment dat
er nog veel onzekerheid heerste en het risico op meer aanslagen, ook op
Belgische bodem, manifest aanwezig was, waarbij Binnenlandse Zaken toch wel
een centrale rol te spelen had in het nemen van veiligheidsmaatregelen en het
informeren van de bevolking, een dringende vraag stelde over zijn basketbalclub.

‘Daar heb ik wellicht geen budget voor’, antwoordde ik
correct, goed wetende dat er vanaf september met de handrem op gewerkt werd op
de redactie om binnen het vooropgestelde jaarbudget te blijven, ‘maar ik zal
het laten bekijken. Toch wil ik u niet al te veel hoop geven. Ik bel u terug.’

‘Dankuwel’, repliceerde Vande Lanotte kort.

***

Vervolg van het verhaal: ik had inderdaad geen budget voor
het in beeld brengen van deze wedstrijden, de zenders hadden geen zin om basketbal
te programmeren, een sport die niet bepaald garant staat voor hoge kijkcijfers,
maar na wat heen en weer-getelefoneer met de juiste mensen binnen de omroep
(niet ik, voor alle duidelijkheid, maar een eind boven mijn hoofd) was er een paar weken later toch Europees
basketbal te zien op Canvas.

Bij mij is altijd de vraag gebleven hoe het kon dat een
sportwedstrijd op 12 september 2001, ook al was het maar voor eventjes, de
bovenhand kreeg op een gebeurtenis die tot op de dag van vandaag nazindert. Een
kwestie van prioriteiten, zeker?



« VorigeVolgende »