Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Je kunt deze gebruiker niet volgen op zijn/haar verzoek

Journalistiek Posted on za, juni 21, 2014 17:59:14

Exact een week geleden meende ik een stukje te moeten plegen
over de column die De Morgen-sportjournalist
en -columnist Hans Vandeweghe een week daarvoor had geschreven en waarin ie het
onder meer had over het falen van het Afrikaanse voetbal op het wereldtoneel.
Gebrek aan concentratie, empirisch en statistisch vastgesteld, makelaars, groupies, tovenaars: u kent de kernwoorden
intussen uit het hoofd.

U kent mij (een beetje) via deze blogpost: groot hart, soms
een groot bakkes, scherpe pen,
pertinente mening. Take it, leave it of begin er een discussie over,
het is me gelijk. Het is mijn blog, het is mijn mening, u hoeft het niet mij eens te zijn. Ik schreef dat die opmerking van Vandeweghe erover was. Vér erover
zelfs. Voor mij was hij geen racist, maar flirtten die zinnen toch wel met
racisme. Zijn reactie op de talloze reacties was al helemaal van de pot gerukt.

Maar ik schreef vooral dat die Vandeweghe nog altijd één van
de betere sportjournalisten is en blijft.
Citaat 1: “De meeste
sportjournalisten zijn vermomde supporters. Dat Vandeweghe vandaag opnieuw de
sportpagina’s van De Morgen domineert, vind ik dan ook een zegen. Als
lezer, als sportliefhebber, als journalist. De sportjournalistiek heeft Hans
Vandeweghe hard nodig. Ze moesten ‘m klonen, verdorie!”

Citaat 2: “Als (Ingrid) Verbanck haar goesting krijgt,
dan moet Vandeweghe dus weg bij De Morgen, wat dan weer tot een
verschraling van het sportaanbod in die krant zal leiden. Laten we die
standrechtelijke executie dus even uitstellen. Laten we ook dat Grote Gelijk
even opbergen, dat fata morgana van mensen met een uitgesproken mening, mensen
zoals ik. Maar laten we ook elk woord wikken en wegen voor we het op de
mensheid loslaten. Woorden zoals ‘empirisch’, ‘groupies’ en ’tovenaars’,
bijvoorbeeld.”

Vandaag stel ik via
who.unfollowed.me (de aan Twitter gelieerde site waar Grote Ego’s in alle
discretie gratis en voor niets kunnen constateren wie hen heeft ontvolgd of wie
hen niet terugvolgt) vast dat Vandeweghe mij niet meer volgt. Ik check of ik ‘m
niet toevallig zelf ontvolgd heb, dat gebeurt wel eens. Oeps, op het eerste
gezicht wel. Vreemd. Ik klik op ‘Volgen’ en krijg dan de boodschap: “Je
kunt deze gebruiker niet volgen op zijn/haar verzoek”. Nu heb ik wel
sympathie voor het Nederlands elftal, maar niet zodanig veel dat ik de hele dag
in oranje klompen rondhos en toch: mijn klomp brak.

Geblokkeerd, zoals dat
in het jargon heet. Ambetant, zeker omdat die blogpost echt geen frontale
aanval op de man was, wel integendeel. Lange tenen? Dan kan je ook gewoon op de
‘Ontvolg’-knop duwen en krijg je mijn tweets niet meer te lezen. Klaar is Kees.
En Hans. Of was het die treiterige tweet van een paar uur geleden (“23.000
tweets. Ik behoor stilaan tot het selecte clubje van mensen met tien keer meer
tweets dan volgers. Niet goed bezig, Van Laeken!”) waarin ik inderdaad
bewust de draak stak met Vandeweghes repliek op “blogsters zonder
lezers” en “twitteraars met tien/honderd keer meer tweets dan
volgers”. Plaagstoten uitdelen is in sommige sporten toegestaan, op Twitter zeker, zolang het niet onder de gordel is.

***

Blokkeren betekent: ik
wil met deze persoon (voorlopig) niets meer te maken hebben. Ik doe dat ook
soms. Als mensen mijn persoonlijke of professionele integriteit in groep
(Twitter is een gigantisch grote speelplaats!) proberen aan te tasten of in
twijfel trekken. Of wanneer ze zwaar uit de bocht gaan met hun opmerkingen. De
eerste die ik blockte was een
onverlaat die op het half gedolven graf van Hugo Camps piste. Weg met die ziekelijke
man, dacht ik (de twitteraar, niet Camps). Dat doe je niet. Punt. Je hebt er
ook die elke ironische opmerking letterlijk interpreteren en er dan meteen met
een zware charge op reageren. Ga ergens anders de lelijke mens uithangen! Ja, ik wil met sommige mensen niets meer te maken hebben op Twitter, dat is mijn recht. En het uwe.

Maar dit? Dit is
iemand uitsluiten omdat hij een geel truitje draagt in plaats van een groen.
Dit is iemand een trap onder zijn kont geven omdat hij kleiner is (ik ben 1m87,
maar Hans is letterlijk nog wat groter, ex-volleyballer die hij is). Dit is – we drukken even het gaspedaal in – de
struise portier die tegen de jongen met de andere huidskleur zegt dat de
dancing vol is. “Spaaiteg, hei,
moat, gien pleuts. Mokt na mor rap da ge weg ze
!”

Enfin, iemand
suggereerde me om Hans, die ik niet beschouw als een vriend, maar tot nog toe wel
als een fijne, verre collega, een Hallmark-kaartje te sturen met de tekst
“Congratulations on your “EGO” now being declared a National
Holiday!!!” Misschien moet ik dat maar eens doen. Alhoewel, who cares? Er zijn ontzettend véél
belangrijker zaken in het leven.

Nog een fijn weekend,
geniet van het voetbal! (Jij ook, Hans.)



Hans Vandeweghe is geen racist (maar…)

Journalistiek Posted on za, juni 14, 2014 17:09:02

Het was ergens diep in de jaren zestig. Mei ’68 was nog niet
in zicht, de wereldbeker in Engeland al geschiedenis. Het zijn mijn vroegste
herinneringen aan voetbal op tv. Zwart/wit dat werd kleur gegeven door de
enthousiaste stem van Rik De Saedeleer. Overdag bootste ik voetbalwedstrijden na in een
zelfgebouwd stadion van Legoblokjes dat ik voor de tv op het okerkleurige tapis-plain
had geïnstalleerd. De spelertjes had ik één voor één van een metalen tafelvoetbalspel
gedemonteerd: de geel-zwarten tegen de rood-witten. De rood-witte nummer vijf
ontbrak. Zijn plaats werd ingenomen door een Legomannetje zonder hoofd, armen
of benen. Fantasie helpt, als je klein bent.

Niet alleen had ik zelf het stadion gebouwd, compleet met
papieren reclamepanelen en kunstlichtpilaren, maar ik bewoog zelf met de
mannetjes en de metalen bal, bootste de commentaarstem van De Saedeleer na en
imiteerde ook nog eens, tot ergernis van mijn tv-kijkende ouders, het joelende
volk op de volle tribunes. Mijn ploeg, die bestond uit een kern van achttien
spelers die ik allemaal een zelfbedachte naam had gegeven, werd miraculeus
genoeg altijd kampioen. Ja, fantasie helpt. Desillusies zijn voor later in het
leven.

Ik was acht en zot van het spelletje. Om het tijdperk te
schetsen: Bart De Wever was min twee, Liesbeth Homans min vijf, Wouter Beke min
zes en Gwendolyn Rutten min zeven. Ik weet niet of de vijfjarige Kris Peeters op
dat ogenblik al wel eens zijn fantasie de vrije loop liet. Ik zie het niet
direct voor me, maar ik vergis me wel vaker.

Ik wou Rik De Saedeleer worden. Of toch op zijn minst
sportjournalist, want ik verslond de stukken op de sportpagina’s van de Volksgazet. Vooral het ironische Hoekje van de Wieltjeszuiger, dat met
veel bravoure werd geschreven door de vader van een jongen die vele jaren later
één van mijn beste vrienden zou worden.

Eind jaren zeventig werd ik fan van Carl Huybrechts en Ivan Sonck
op de BRT. Zwaar relativeren en de kwajongen uithangen aan de ene kant, ernstige
journalistiek bedrijven aan de andere. Ik wilde óók lastige vragen stellen,
zoals die Sonck, ambetant doen, niet alles voor waarheid aannemen. Zelfs niet
in de sport. Vooral niet in de sport. Mijn sport! De Volksgazet was inmiddels De Morgen geworden en de kritische
stukken kwamen uit de pennen van Jacques Van Dyck, Jan Hauspie en Hans
Vandeweghe. Altijd weer Hans Vandeweghe.

En ik ging zelf onderzoeksjournalistiek plegen, in de sport,
wat op de meeste redacties op hoongelach onthaald werd. In het beste geval werd
je straal genegeerd, in het slechtste verdacht gemaakt. Wat je deed was not done: stel je voor dat de
sterverslaggevers niet meer binnen mochten op Anderlecht of de Ronde van
Vlaanderen omdat een minkukel als die Van Laeken een al te kritisch stuk
gepleegd had over omkoping of doping. Stielbederver!

Zelfs vandaag zijn Hauspie en vooral Vandeweghe nog altijd
uitzonderingen. Het zijn journalisten die zielsveel van sport houden. Die er
zóveel van houden, dat ze de wanpraktijken willen zien verdwijnen, onder meer
door erover te schrijven. Telkens weer. De meeste sportjournalisten zijn vermomde supporters.
Dat Vandeweghe vandaag opnieuw de sportpagina’s van De Morgen domineert, vind ik dan ook een zegen. Als lezer, als sportliefhebber,
als journalist. De sportjournalistiek heeft Hans Vandeweghe hard nodig. Ze
moesten ‘m klonen, verdorie!

***

Ja, het was erover. Vér erover. Ik heb het nu over het
stukje dat Vandeweghe zaterdag 7 juni onder de kop ‘Wat als…’ publiceerde in het
speciale katern ‘Viva Brasil’, de De
Morgen
-gids voor de wereldbeker voetbal zeg maar, en dat ik omwille van een
kleine twee weken vakantie pas gisteren onder ogen kreeg, al was de essentie
van de tekst al wel tientallen keer getweet en geretweet.

Wat als… de Afrikanen voor het eerst wereldkampioen
worden?, was één van de vragen die Vandeweghe zich stelde. Ik citeer: “Ach
ja, die Afrikanen, dat horen we telkens weer. Op het gevaar af van racisme te
worden beticht: Afrikanen kunnen zich geen zes weken concentreren op één doel.
Dat is een empirische en statistische vaststelling. Als ze twee wedstrijden
hebben gewonnen, zwermen de makelaars het hotel binnen, gevolgd door de
groupies, gaat de druk van de ketel en weet de meegereisde tovenaar niet meer
van welk hout pijlen te maken.”

Achteraf zou de auteur die ‘Afrikanen’ verengen tot de
Afrikaanse teams op het WK. Maar het kwaad was geschied. “Vandeweghe
racist!” klonk het op uit duizenden toetsenborden. “Hang ‘em high!” Terecht?

Als het over de prestaties van Afrikaanse landen op het WK
gaat, is de nuchtere vaststelling dat er tot op heden, na negentien WK’s, geen enkel
Afrikaans elftal in geslaagd is verder te geraken dan de kwartfinales, en dat voor
een continent dat een niet onaanzienlijk aantal topspelers heeft voortgebracht.
Het duurde tot de Mondiale van 1990 alvorens er Afrikanen in de kwartfinales
geraakten, toen Kameroen. Pas twaalf jaar later, in Japan en Zuid-Korea,
slaagde Senegal erin om opnieuw tot de kwartfinales door te dringen. Vier jaar
geleden was er Ghana, in Zuid-Afrika, gewipt na strafschoppen. Een zeer magere
oogst, als je weet dat landen als Zuid-Korea, Turkije, Kroatië, Zweden,
Bulgarije en, godbetert, België ooit de halve finales bereikten.

Komt dat door een typisch Afrikaans gebrekkig vermogen om je
gedurende vijf weken intensief te concentreren? Geen idee. Dat meteen een
‘empirische en statistische vaststelling’ noemen is schromelijk overdreven. Ja,
Afrika heeft ondermaats gepresteerd op de voorbije WK’s (dat is empirisch en
statistisch vast te stellen, zie vorige paragraaf). Neen, hieruit mag je niet
concluderen dat Afrikaanse voetballers zich niet lang kunnen concentreren. Zeker niet wanneer je dat baseert op hearsay. Van horen zeggen van een Nigeriaanse journalist en zo.

Wat mij nog het meest stoorde was dat van die makelaars,
die groupies en die tovenaar. Makelaars vind je in de omgeving van de hotels
van alle niet-Europese deelnemers, zo gaat dat nu eenmaal. Er valt talent te
ontdekken. En geld te verdienen. Groupies? Onder journalisten loopt het
hardnekkige gerucht dat één van de Belgische spelers op het WK ’94 in de
Verenigde Staten al tijdens het uitladen van zijn valiezen horizontale
gymnastiek bedreef met een gewillig kamermeisje. (Neen, het was geen landgenoot
van Afrikaanse origine!) Het Nederlandse wonderelftal van 1974 werd verneukt (pun intended!) door ‘drank en vrouwen’,
weet u nog wel. Zo zullen er tientallen verhalen de ronde doen, al dan niet
stevig aangedikt, al dan niet waar, al dan niet over Afrikaanse spelers.

En die tovenaar? Blijkbaar loopt er tegenwoordig ook een magiër rond in
de coulissen van de Braziliaanse Seleçao, vernam ik gisteren. Ik wil de
voetballers die extreem bijgelovig zijn niet de kost geven: altijd met dezelfde
onderbroek spelen, altijd als laatste het veld betreden, altijd het gras even
aanraken, altijd dezelfde rituelen opvoerend bij het nemen van een vrije trap. Dat hoeft geen voodoo of tovenarij te zijn. Het is gewoon een
menselijke afwijking, te bewonderen op alle continenten.

***

Eén van mijn favoriete feministische, progressieve
columnisten is Ingrid Verbanck, op Twitter beter bekend onder haar nom de plume @Kroy_Wendy. Niet dat ik
het altijd met haar eens ben, maar ze schrijft zo heftig en tegelijk zo
wervelend, dat het soms een waar plezier is om het met haar oneens te zijn. Let’s agree to disagree, zoiets. Maar
meestal agree ik wel.

Zij reageerde op Vandeweghes schrijfsel met een
opiniebijdrage op dewereldmorgen.be, met als kop ‘Exit De Morgen (Afscheid van
een krant)’. “In 2014 wordt dergelijke puur racistische nonsens nog altijd
afgedrukt en verspreid”, schreef ze. En: “Voor dat soort gore
toogpraat wil ik niet betalen. Het kruipt me op dit moment zelfs onder mijn vel
dat ik door middel van mijn lopende abonnement zelfs een klein deel heb
bijgedragen aan de vergoeding van iemand die zulke prietpraat vertelt. Ik krijg
het ook niet in mijn kop gestoken dat de redactie zo’n dingen laat passeren en
al helemaal niet in het licht van de faux pas van de afgelopen maanden.”

In een vurig moment maak je al eens een linguïstische
uitschuiver (“zo’n’ moest “zulke” zijn, beste Ingrid) en met die ‘faux
pas’ verwijst ze naar die felbekritiseerde cartoon van Obama als aap, waar ik
een tijdje geleden al over schreef dat dat moest kunnen op een satirische
pagina van een blad als De Morgen,
waarvan je mag veronderstellen dat de lezers a) een beetje op de hoogte zijn
van de wereldpolitiek, b) kunnen relativeren en c) geen nood hebben aan
abc-opsommingen.

En toen deed Vandeweghe het o zo voorspelbare maar ook o zo domme:
hij reageerde heftig. En gaf vervolgens nog wat gas bij. Er passeerden termen
als ‘de zelfhulpgroep Politiek Al Te Correct Vlaanderen’, ‘boze Afrikanen’,
‘directeurs van overgesubsidieerde parochiezalen’, ’twitteraars met
tien/honderd keer meer tweets dan volgers’ en ‘blogsters zonder lezers’. Ho,
meneer was kwaad, héél kwaad. Dan sla je al wel eens iets uit je botten, zoals ze in Antwerpen zeggen.

Sta me toe dat ik even tutoyeer: zo jammer, Hans, zo zielig.
Waarom toch? In enkele verbeten pennentrekken probeer je kritische tegenstemmen
te versmoren, verdacht te maken, te kleineren, net het soort reactie dat je
zelf ongetwijfeld al vaak op jouw stukken zult hebben gekregen en dat je even
ongetwijfeld diep zult háten als de zeldzame vrijgevochten, kritische stem die
jij bent in een wereld vol huichelaars en middelmatige meelopers (ja, nu
overdrijf ik zelf, de schuld van die tovenaar die me zopas heeft gemeld dat er beneden een makelaar staat te wachten met een stel groupies aan de hand).

Waarom ook reageren, Hans? Ofwel verontschuldig je je, mocht je
dat gepast vinden (quod non in dit geval), ofwel ga je gewoon door met je job (leuke stukken over Del
Bosque en Blatter, trouwens!).

***

Ik hou van de scherpe pen van Hans Vandeweghe en ik hou van
de scherpe pen van @Kroy_Wendy/Ingrid Verbanck. Ja, een deel van die infame Afrikaparagraaf
blijft racistisch klinken. Daarom is Vandeweghe nog geen racist, al schuilt
daarin net het maatschappelijke gevaar: als ook weldenkende intellectuelen dit
soort uitschuivers maken en daarna doen alsof er niets aan de hand is, zitten
we zelfs een flink eind boven de één op drie Vlamingen die racistisch zijn,
zoals Abou Jahjah vorige zondag beweerde.

Anderzijds: als Verbanck haar goesting krijgt, dan moet
Vandeweghe dus weg bij De Morgen, wat
dan weer tot een verschraling van het sportaanbod in die krant zal leiden.
Laten we die standrechtelijke executie dus even uitstellen. Laten we ook dat
Grote Gelijk even opbergen, dat fata morgana van mensen met een uitgesproken mening,
mensen zoals ik. Maar laten we ook elk woord wikken en wegen voor we het op de
mensheid loslaten. Woorden zoals ‘empirisch’, ‘groupies’ en ’tovenaars’,
bijvoorbeeld.

***

Mocht ik in sprookjes geloven, ik zou Hansje en (In)Grietje
uitnodigen om gezellig een avond samen door te brengen. Veganistisch
restaurantje, samen op groot scherm naar de topper Griekenland-Ivoorkust kijken
(jullie kunnen toch de 24ste?), daarna nog wat doorbomen in een politiek
correct café in Gent. Ik trakteer. En ik blijf met veel aandacht en plezier
jullie stukken lezen.



Journalistiek, een heerlijk vak

Journalistiek Posted on za, mei 10, 2014 11:40:39

Vraag: wat hebben nazi-experimenten op zigeunerbaby’s,
rockattitude in klassieke muziek, makkelijk Chinees leren, de verkiezingen van
25 mei en seks & wiskunde met elkaar te maken?

Antwoord: het zijn onderwerpen waar ik de afgelopen tien
dagen mee bezig ben geweest.

Geestelijke flexibiliteit, het is iets wat je nodig hebt in
de journalistiek. Vorige week dinsdag zat ik eerst in een gezellig Zurenborgs
etablissement over klassieke muziek te praten met Thomas Vanderveken, om
nauwelijks een uur later al in één kamer te zitten met Rita Winterstein, een
71-jarige Sinti-zigeunerin die het slachtoffer was van de experimenteerdrift
van dokter Mengele en consoorten, haar tweelingzusje verloor door een uit de
hand gelopen poging om haar ogen Arisch blauw te maken en nu als enige
overlevende van die nazipraktijken haar schrijnende verhaal vertelt. Niet echt
iets om vrolijker van te worden. Gelukkig kon ik daarna wat telefonische interviews doen met klassieke muzikanten die hun stijfdeftige imago met succes hebben afgeschud.

Dinsdag heb ik professor Jean Paul Van Bendegem mogen
interviewen over de correlatie tussen seks en wiskunde; een heerlijke man die
onwaarschijnlijk gedreven kan vertellen en bij wie de gulle lach nooit lang
uitblijft. En ik had ook het genoegen om woensdag in een lawaaierig Brussels
café Engels te kunnen praten met een Taiwanese die een methode heeft gevonden
om makkelijk Chinees te leren.

Heerlijk, dat dribbelen tussen de kleine grote thema’s van
onze wereld, eventjes weg van de alledaagse en ondertussen bijna voorspelbare waan van de dag. Weg van alle
mannen en vrouwen die ons overmorgen een betere wereld voorspiegelen als we
tenminste morgen op hen stemmen. Weg van discussies over te hoge loonkosten en
te lage leeflonen. Om dan toch maar de hectische dagen af te sluiten met een
rondje telefoneren met Oost-Vlaamse politici om hen uit te nodigen op
verkiezingsdebatten voor de regionale zender TV Oost.

Professor Van Bendegem zei me dat jongeren in zijn
jeugdjaren, de olijke jaren zestig, werden opgedeeld in leerlingen met een
wiskundeknobbel en leerlingen met een talenknobbel. En ik bedacht, toch
niet zo veel jonger zijnde dan de professor, tot welke groep ikzelf zou behoord
hebben. Ik heb zeker geen wiskundeknobbel (mijn hersenen belanden in een
onontwarbare knoop als ik nog maar het begin van een formule op papier zie
staan). Nochtans vind ik mezelf in andere talen dan het Nederlands ook
allesbehalve een genie. Bestaat er misschien nog een derde type:
een-beetje-van-alles-maar-niet-echt-een-uitblinker-in-één-domein-mens? Indien het antwoord ‘Ja’ is, that’s me! Generalist tot in de kist. In
zowat alles geïnteresseerd (behalve wiskunde, sorry, professor!). Een ADHD’er
qua onderwerpenkeuze.

Eigenlijk vind ik het wel een prettig gevoel dat ik iets
weet over alles, maar niet alles over iets. Alleen jammer van die wiskunde. Dat
zal voor eeuwig en één dag Chinees (中文) blijven voor mij. En als u mij
nu wil verontschuldigen: ik moet nog even uitzoeken hoe het nu zit met het
seks, drugs en rock ’n roll-gehalte bij klassieke componisten. (Ik ben niet
voor één gat te vangen, u merkt het!)

Slotbedenking: u leest van mij wel eens kritische
opmerkingen over de manier waarop in Vlaanderen journalistiek bedreven wordt. Te
veel weetjes, te weinig relevante duiding, te veel lijstjes, te weinig venster
op de wereld, te veel journalistieke fastfood, te weinig check-dubbelcheck, te
veel slordigheden en onvolledigheden, te weinig onderzoeksjournalistiek, te
veel dit, te veel dat. Maar, los van dit alles: wat een heerlijk vak, toch!



Anonymous Assholes

Journalistiek Posted on vr, mei 02, 2014 13:08:25

Dirk Bisschop, de 59-jarige burgemeester van Damme, is
gisteravond verongelukt in zijn Porsche. Ook zijn vriendin kwam daarbij om het
leven. Het ongeval gebeurde in een straat waar recent nog de maximumsnelheid
verlaagd was van 90 naar 70 kilometer per uur. Tot zover het nieuws.

Waarom ik daar een blogpost aan wil wijden? Eigenlijk wil ik
dat helemáál niet, maar gisteren wees iemand me erop dat de reacties op de
verschillende fora na dit voorval alweer bijzonder ranzig waren. Tussen de
gemeende ‘innige deelneming’en en ‘RIP’s door, vonden sommigen het weer nodig
om, wars van kennis van zaken, hun eigen(on)zinnige commentaren te spuien.

Een bloemlezing hieruit, inclusief taalfouten, exclusief
namen van de inzenders. Ik heb me beperkt tot de sites en de Facebook-pagina’s
van onze populairste media, Het Laatste
Nieuws
en Het Nieuwsblad.

***

“Getorenpoept?”

“Rip man en de groeten aan Senna”

“Waarschijnlijk te traag gereden. Als ge 70 doet me ne
porche ga je heus nie uit de bocht.”

“Weer met een stik in zen voeten zeker, want tis ook
zen eerste accident nie wi. Ie giet ze er ook nie naast..”

“In Damme en omgeving zullen er veel zijn die niet
verwonderd zullen opkijken. Burgemeester Bisschop was een kleurrijk figuur en
notoir levensgenieter. Daar is niets verkeerd mee, en het blijft hoe dan ook
een tragisch ongeval dat 2 mensen het leven kost.”

“Zal zeker tegen 70kmu geweest zijn . Als da zo is .
Dan koop ik toch gene porche hoor . Zo neemt onveilige auto .”

“ik heb gelezen,dat hij uit de auto is geslingert, dus
mijn gedacht had hij zijn gordel niet aan,! maar ik vind het spijtig van het
ongeval!!!veel sterkte”

“Nu ister bere veel chaos over een overleden
burgemeester en zijn vriendin en kvind zelf ook dat da erg is ma alster een
“gewone” burger overlijdt dan ist altijd de zelfste reactie lik van
“ah ja tis nu gebeurt ofzo” en een burgemeester of een gast met geen
hoge functie ik vind da ze allemaal gelijk zijn wi”

“eigen schuld !!! mooi voorbeeld van een
burgemeester”

***

Je kan dit soort nieuwsberichten en de reacties erop straal
negeren. Je kan om zoveel boertigheid lachen. Je kan heel veel andere, nuttige,
zinvollere dingen doen dan aandacht besteden aan die dagelijkse voorbeelden van
ziekelijke en uit de hand gelopen meningitis.

Het is een dilemma: trekken we ons niets aan van dat achterlijke
gedoe van die verzuurde, gefrustreerde idioten (en laten we hen daardoor ook
rustig en lustig verder doen) of moeten we met zijn allen, de betrokken media in de
eerste plaats, misschien proberen om eindelijk een dam op te werpen tegen deze
onder het valse mom van de vrijheid van meningsuiting opgeworpen zwerfvuil?

Ik kies vandaag even voor de tweede optie en doe een oproep
aan de media om binnenlopende reacties te controleren en, indien ongepast, te
censureren. Een aantal sites hanteert al strenge spelregels: als ik op
deredactie.be een reactie kwijt wil, dan moet ik mijn emailadres opgeven en
wordt mijn stukje proza eerst grondig nagelezen alvorens het op de mensheid
wordt losgelaten. Harde, kritische standpunten mogen, maar het moet binnen de
perken van de wellevendheid blijven en correct geformuleerd zijn. Zo hoort
het.

Ik ben nooit zo voor vox populi geweest, omdat mensen die een
microfoon onder de neus wordt gestopt bijna altijd denken dat ze deskundig en
intelligent zijn, ook al hebben ze alles van horen zeggen. Op internetfora,
waar even veel anonimiteit heerst als in darkrooms en parenclubs, wordt
voortdurend onveilig gevrijd met woorden. Onze taal wordt er zodanig verkracht
dat het slachtoffer vaak nauwelijks nog herkenbaar is.

***

Misschien moeten we al die dubieuze figuren een
ontwenningskuur voorschrijven. Laten we daarom de AA oprichten, de Anonymous Assholes.

“Hallo, mijn naam is Jan Janssens en ik ben verslaafd
aan het geven van meningen over zaken waar ik niets van afweet.”

“Dag Jan Janssens”

Bij de Anonieme Alcoholisten gebruiken ze de eeuwenoude
leuze van Franciscus van Assisi als gebed: ‘Heer, geef mij de kracht om te
veranderen wat ik kan veranderen, de moed om te aanvaarden wat ik niet kan
veranderen, en de wijsheid om het onderscheid tussen beide te weten.”

In onze AA kan dat worden: “Geef mij de kracht om te
zeggen wat ik te zeggen heb als ik écht iets te zeggen heb, de moed om te
aanvaarden dat ik vaak niets te zeggen heb en dus beter zwijg, en de wijsheid
om het onderscheid tussen beide te weten.”
Goed idee?



Zegening

Journalistiek Posted on ma, april 14, 2014 12:00:48

Het meest aangrijpende artikel in de vuistdikke kranten en -magazines van dit weekend viel te lezen in De Standaard Weekblad, waarin een 24-jarige jongeman uiterst sereen
en toch geëmotioneerd terugblikte op de euthanasie van zijn moeder een paar
maanden geleden. De vrouw koos voor ‘de goede dood’ omwille van ondraaglijk
psychisch lijden, één van de elementen die werden opgenomen in de euthanasiewet
van twaalf jaar geleden.

De geïnterviewde, meer jongen dan man nog, enig kind van
gescheiden ouders, vertelt zijn verhaal rustig en waardig. De emotie zit in de
tragische afloop van zijn moeders leven, niet in de tranerige toon van zijn
woorden of het sensationele verloop van het gesprek, zoals de journalist het
heeft weergegeven. Er staat geen letter te veel in dit artikel. Er ontbreekt er
ook geen. Alsof de journalist, ongetwijfeld zelf sterk onder de indruk van dit
verhaal, elk woord met een apothekersweegschaaltje heeft gewikt en gewogen.
Journalistiek kán maatschappelijk relevant zijn, maar is het helaas veel te weinig.

In onze samenleving kan iemand bewust kiezen om een einde te
laten maken aan zijn of haar fysiek of psychisch lijden. Als de levenskwaliteit
tot een onaanvaardbaar laag niveau gedaald is, zonder verbetering in het
vooruitzicht, behoedt die keuze elk individu ervan om verder te moeten afzien. Maar
niemand móet die keuze maken, dat is net het interessante
ervan. Iedereen kan zijn eigen geweten laten spreken, in overleg met familie,
vrienden en artsen, maar je kan net zo goed beslissen dat de mens niet over
zijn eigen leven mag beschikken. Die vrijheid hebben we hier. Die vrijheid
hadden we niet vóór 28 mei 2002. Toen besliste God of het lot, of waar u verder
ook in gelooft.

Ook die jongeman erkent dat er voor zijn moeder geen andere
uitweg was. Ja, in een minder mensvriendelijke samenleving, die gedomineerd zou
worden door oerconservatieve, religieuze krachten, had die vrouw zelfmoord
kunnen plegen. Dan had iedereen kunnen zeggen: ‘Goh, kon zij niet aan haar enig
kind denken?’ En dan had die jongen geen waardig afscheid kunnen nemen, een
afscheid dat nu pijnlijk maar ook zeer waardevol was. Dan zou hij zich elke dag
afgevraagd hebben ‘Waarom toch?’. En: ‘Wat had ik kunnen doen om dit te voorkomen?’. Nu heeft ie vaarwel kunnen zeggen met de hand
van zijn moeder in de zijne. Al zullen er ook in dit geval waarom-vragen blijven.

Er valt veel te zeggen over dingen die fout lopen in ons
land, héél veel. Maar als het goed is, mag het ook gezegd worden. Zo werd er
recent nog een uitbreiding van die euthanasiewet, die al zo ver vooruit liep op
de rest van de wereld, gestemd, met een wisselmeerderheid nog wel, waardoor nu
ook kinderen voor euthanasie kunnen kiezen. Een zeldzaam bewijs dat de
parlementaire democratie nog wérkt.

Af en toe zouden we wat meer onze zegeningen mogen tellen.
Dit is er zo één.



Kotsemmer

Journalistiek Posted on wo, maart 19, 2014 12:10:05

Drie Engelse tabloids pakten gisteren op hun frontpagina uit
met de ‘exclusieve’ foto van het exacte moment waarop Mick Jagger het nieuws
van de zelfmoord van zijn vriendin, L’Wren Scott, vernam. Twee opmerkingen
daarover. Eerst een minder belangrijke: de term ‘exclusief’ is intussen al
zodanig gedevalueerd dat die, en ik geef u dat uiteraard zeer exclusief mee!, geen
reet meer voorstelt. Dan een zeer belangrijke: hoe ziek moet je zijn om het
oprechte verdriet van wie dan ook met een paginagrote foto en ‘passende’ tekst
uit te spelen?

Antwoord op die laatste vraag: zo ziek als de gemiddelde
lezer, die dit dag na dag blijft pikken. Sterker nog, die bewust naar dit soort
beelden en begeleidende teksten op zoek gaat. Het leven is één grote kijkfile
geworden, waar sensatiezuchtige chauffeurs stapvoets rijden om toch maar te
kunnen zien wat er aan de andere kant van de middenberm gebeurd is. ‘Misschien
kan ik wel mijn boterhammetje soppen in het bloed en de miserie van een andere
bewoner van deze aardkloot?’ Zieke mensen. Voor dat soort individuën, van wie
er helaas steeds meer lijken te zijn, is het leven reality-tv zonder
cameraploeg geworden.

Ik walg daarvan. Laat Mick Jagger gerust met zijn peilloze
verdriet. Laat hem samen met familie en vrienden proberen te bekomen van deze
schok. Laat hem vooral niet zien, want dat heeft niets met publieke informatie
en alles met schending van de privacy te maken. Wat Eric Goens dit weekend in
een opiniestuk in De Morgen schreef
over ‘de boekskes’, kan je net zo goed opmerken over ‘de bladjes’.

Al mogen we van geluk spreken dat we in ons land nog met een
‘brave’ pers zitten, waar respect doorgaans geen wereldvreemd begrip is. Er
zijn uitschuivers, zeer zeker; elke panda valt wel eens van een podium. Er
worden fouten gemaakt, maar wie zonder zonden is werpe de eerste steen. Er
wordt opvallend meer terughoudendheid aan de dag gelegd met onze eigen vedetten
dan met verre sterren, ook waar; ‘eigen volk eerst’ zit er sterk ingebakken (en een internationale vedette zal minder snel naar juridische middelen grijpen).

Top of the bill in
de overwegend ranzige berichtgeving van de Angelsaksische pers was een
interview met een gewezen huishoudster van de overledene, die blijkbaar niet
moest weten van de rimpelige rockzanger. Mevrouw Scott wou een kind en kreeg
dat niet van Mick. Mevrouw Scott was goedlachs, maar veranderde in een stille
vrouw aan de zijde van Mick. Mevrouw Scott werd uitvoerig bedrogen door die
loopse zanger. Dat soort zinledige opmerkingen. Ik heb het in grote lijnen
gelezen omdat ik met dit stukje bezig was, maar ik moet u zeggen dat de
kotsemmer de hele tijd in de buurt stond, in geval van. Wat bezielt
ex-werknemers, die zich een vriend des huizes noemen, om dit soort verhalen op
te dissen? De ene haar dood is de andere haar brood?

Wat ook opviel: in zowat alle persberichten – zowel de
‘breaking news’-tekstjes, als de latere artikels op nieuwssites en in de
kranten – werd L’Wren Scott vooral omschreven als ‘de vriendin van’, terwijl ze
een gevierde modeontwerpster was. Ze ontwierp kleren voor Michelle Obama,
Madonna, Sarah Jessica Parker, Angelina Jolie, Nicole Kidman, Penélope Cruz en
nog wat illustere leden van de beau monde. Maar over haar leerde je niet veel
meer dan dat haar voornaam als ‘Lou’ren’ moest worden uitgesproken. Nuttig,
maar helaas te laat. Haar in de eerste plaats typeren als ‘de vriendin van’ is
pissen op een graf waar het lijk nog niet eens in ligt.

Enkele uren nadat het eerste bericht over haar dood op één
of andere nieuwssite passeerde, draaide Radio 1 het Stones-nummer She’s so cold in het actuamagazine Vandaag. Ongelukkig toeval bestaat wel
degelijk. De manier waarop een aanzienlijk deel van de Angelsaksische pers aan
lijkenpikkerij deed en doet, is echter geen toeval. Dat is perverse verslaggeving
met voorbedachten rade. Hier met die emmer!



Onderzoeksjournalist heeft de sleutel in handen

Journalistiek Posted on vr, maart 07, 2014 13:03:12

Geregeld lees je in onze dagbladpers interessante analyses, spitante
columns en ogen openende opiniestukken. Er valt veel te zeggen over de gebrekkige
of afwezige eindredactie, de belabberde schrijfstijl en de voorspelbare
onderwerpenkeuze, ook in onze zogeheten kwaliteitspers, maar er staan nog
altijd voldoende goede artikels in om elke ochtend verwachtingsvol naar de
brievenbus te stappen om te ontdekken wat er in de krant staat.

Helaas verrassen weekbladen me steeds minder. Ik ben
jarenlang een trouwe Humo-lezer
geweest, maar na het halve en daarna volledige vertrek van Guy Mortier is dat
blad minder dan een schim van zichzelf, al probeert het nu wanhopig om opnieuw
aansluiting te vinden bij de glorieuze tijden van weleer. Humo blaft nog wel af en toe, maar het bijt al lang niet meer. Mijn abonnementsgeld ontvangen ze al een jaar of zeven niet meer. Knack is een blad van ups en downs,
waarbij de visie van de journalist niet zelden primeert boven de objectieve
inhoud en het soms de indruk geeft één langgerekt opiniestuk te zijn. En P Magazine is weliswaar een onderschat
blad, met af en toe knappe uitschieters, maar blijft toch te veel hangen in een
semi-ludieke vlotte-jongens-onder-elkaar-sfeer, zeg maar: een goedkope imitatie-Humo stijl jaren tachtig.

Het gaat niet goed met de tijdschriftenmarkt in Vlaanderen.
Op Trends na blijven de weekbladen
achteruit boeren, bij de maandbladen is Menzo
een positieve uitzondering in een krimpend wereldje waar de oplagen een pak sneller
dalen dan de staatsschuld. Brecht Decaestecker, adjunct-hoofdredacteur van De Morgen, schreef er vandaag een zeer
lezenswaardig stuk over in zijn eigen krant. Een ‘longread’ heet dat
tegenwoordig nogal denigrerend, in een era waarin het allemaal vlot en
behapbaar moet zijn, liefst verpakt in een lijstje en met veel illustraties.

Ik hou van ‘longreads’. Ik ben dan ook stilaan een
dinosaurus, iemand die journalistiek ondanks alles ernstig blijft nemen en meer
geïnteresseerd is in keurig geschreven stukken met behoorlijk wat diepgang, dan
in de huidige tendens van samenvattingsjournalistiek. Liever wat meer tijd en
geld spenderen in een sterrenrestaurant, dan mijn smaakpapillen tarten in een fastfood-keten. Journalistiek anno 2014
is helaas hoe langer hoe meer fastfood
geworden.

Decaestecker verwijst in zijn essay naar een uitspraak van
de Poolse designer Jacek Utko, de man die ook tekende voor de toekomstige
papieren en digitale layout van De Morgen:
‘Dagbladen moeten zich als weekbladen gedragen en weekbladen moeten zich als
maandbladen gedragen.’ Een terechte opmerking: door de snelheid waarmee het
nieuws via allerlei kanalen op ons af komt, is de taak van de krant verschoven
van nieuws brengen naar nieuws duiden. Andere invalshoeken zoeken,
achtergronden verduidelijken, achter het nieuws spitten naar méér nieuws.

Omdat dagbladen al enkele jaren in het weekend met een heus
weekblad uitpakken, werd het gras vanonder de voeten van de weekbladjongens- en
meisjes weggemaaid. Een volledig katern tv-pagina’s wordt stilaan overbodig,
interviews over de strikte actualiteit eveneens. Weekbladen moeten dus focussen
op het langere, volledigere interview, het diepgaander artikel, het volledige
plaatje. Het bos, niet de bomen, want die stonden al allemaal te pronken in de andere media.

Om de concurrentie met de kranten te kunnen aangaan pleit
Decaestecker er ook voor om de verschijningsdag te veranderen. Bladen als Humo en Knack komen nu uit op respectievelijk dinsdag en woensdag, wat in de
praktijk betekent dat ze al op vrijdagavond – een halve week vóór ze in de
kiosk liggen! – afsluiten, waardoor inzoomen op de actualiteit compleet zinloos
wordt, wegens achterhaald. Verschijn op vrijdag, schrijft Decaestecker, dan ben
je de weekendkranten een dag voor. Opmerkelijk dat een adjunct-hoofdredacteur
de concurrentie adviseert, overigens, maar hij heeft wel een punt.

Wat Decaestecker tot mijn verbazing niet benadrukt, is het
belang van onderzoeksjournalistiek. Nochtans is dat voor mij dé oplossing om nog
het onderscheid te maken. Spit de dingen uit, zet een redacteur enkele weken op
een dossier, tot ie met een doorwrocht artikel op de proppen komt, waarin alle
kanten van een maatschappelijk relevant thema uitvoerig belicht worden. Dat
vergt tijd en tijd kost geld, maar je kan er wel het verschil mee maken. En
laat die artikels dan ook wat langer zijn, met meer nuance geschreven, alle
mogelijke relevante details belichtend. Of maak er stevige dossiers van, die over verschillende
edities gespreid worden, zoals Humo
dat een jaar of dertig geleden heel vaak deed, tot grote vreugde van de grote schare lezers. Op die manier beperk je ook de
kost om een redacteur wekenlang op één onderwerp te laten zitten. De onderzoeksjournalist heeft de sleutel in handen, toon hem de deur!

Alleen zo spring je uit de band, val je nog op tussen het
gigantische (over)aanbod op de bladenmarkt en bouw je een (h)echte relatie op met je lezer. Alleen
zo kunnen we naar de ‘kwalitijdschriften’ uit de titel van Decaesteckers stuk
evolueren. Alleen zo hervinden weekbladen mogelijk hun bestaansreden.
Herbronnen is geen schande. Herkauwen wel, omdat het zonde is.

Wie vandaag alleen maar geïnteresseerd is in de snelle hap,
vindt zonder enige moeite zijn gading. Wie diepgang wil, moet echter al te vaak uitwijken naar
buitenlandse media. Is er dan echt geen enkele uitgever of hoofdredacteur die
dit aandurft? Niemand die het licht ziet? Als het niet snel gebeurt, zal er
ongetwijfeld straks wel iemand klaarstaan om dat licht definitief uit te doen. Uw tijd
ga nú in!



Afscheid van Goooal! (2013-2014)

Journalistiek Posted on vr, februari 28, 2014 09:34:32

Zeven maanden heeft het voetbalmaandblad Goooal! het volgehouden. Dat is niet
lang. Dat zijn zes nummers, die er stuk voor stuk inhoudelijk en vormelijk
verzorgd uitzien. Een positief ingesteld blad waarin elke keer een Rode Duivel
uitgebreid geportretteerd werd, het leven buiten het voetbal werd belicht,
clubs in het zonnetje werden gezet, jeugdopleidingen eindelijk aandacht kregen,
supporters hun liefde voor hun club mochten bezingen, de mooiste momenten van
de voorbije voetbalmaand weer de revue passeerden.

Het opzet, een positief en informatief blad over alle
aspecten van voetbal, was blijkbaar niet wervend genoeg. Het blad lag ook niet
in alle krantenwinkels. In het dorp waar ik woon was Goooal! bijvoorbeeld al niet te vinden. De promotie had
ongetwijfeld beter gekund, maar doodgezwegen worden door de andere media is
tegenwoordig ook een ernstig euvel. Dan besta je niet meer. Niet geciteerd =
niet bestaand.

Misschien ligt het ook aan de frequentie. Dagblad, weekblad,
dat is zeer herkenbaar, je weet wanneer je lievelingsblad verschijnt. Elke dag
behalve zondag, elke dinsdag of donderdag, dat is duidelijk. Eén keer per
maand, dan vergeet je haast dat het blad bestaat. En een abonnement nemen ligt
in deze economisch moeilijke tijden niet meer zo voor de hand. En er staat al zoveel sport
in de gazetten, meneer!

Enfin, ik wil maar zeggen: het is úw schuld! Als u een
voetballiefhebber bent en van mooie interviews en verhalen houdt, dan had Goooal! uw blad moeten zijn, vanaf de
eerste dag. De harde realiteit in dit oppervlakkige land met zijn kleine
oppervlakte is dat er commercieel slechts ruimte blijkt te zijn voor één
sportblad, Sport/Voetbalmagazine. Al
de rest is gedoemd om vroeg of laat (eerder vroeg dan laat!) te verdwijnen. Initiatieven genoeg, daar niet van, maar meestal met onvoldoende
financiële draagkracht om het minstens twee jaar uit te houden en gedoemd om
een solitair bestaan te lijden, zonder aandacht van anderen, zonder een belangrijke mediagroep achter je. Dan weet je dat zo’n blad een kort leven beschoren is.

Vlaanderen heeft geen sportcultuur (sjotten en koers, dat is
het zo ongeveer, en dan nog occasioneel wat tennissers, hockeyers of schaatsers die
wat aandacht krijgen). Vlaanderen heeft ook geen sportleescultuur. En dat laatste hangt dan weer nauw samen met de
jammerlijke vaststelling dat Vlaanderen geen sportschrijfcultuur heeft. We zijn ver verwijderd van de glorieuze tijden
dat Piet Theys voor de radio werkte en prachtige teksten afleverde of het duo
Jan Wauters-Herman De Coninck indringende en literair hoogstaande interviews maakte
met sporters voor Humo. Het is allemaal bandwerk geworden. Keurig, maar weinig verheffend.

Goooal! had een
beter lot verdiend dan al na iets meer dan een half jaar buitenspel te worden
gezet. Mijn bankrekening denkt daar ook zo over.



« VorigeVolgende »