Is that all there is? is
een compositie van het illustere duo Leiber & Stoller, dat in 1969 op een
heerlijk ironische wijze geïnterpreteerd werd door de verrukkelijke chanteuse
Peggy Lee, maar dat ik pas voor het eerst ontdekte in de onderschatte Scorsesefilm
After Hours uit 1985. Is that all
there is / If that’s all there is my friends, then let’s keep dancing / Let’s
break out the booze and have a ball / If that’s all there is.

Is that all there is? schoot
me spontaan door het hoofd bij het bekijken van de vooral door de makers zelf overdreven
gehypete nieuwssite NewsMonkey. Een week of drie zijn ze nu bezig, de jongens
en meisjes die ons een ‘rebelse, onafhankelijke actuasite voor de jonge Change
Generation’ beloven. ‘Het is de plaats waar je naartoe surft om nieuwe
gezichten, nieuwe ideeën en trends te leren kennen en die je ook bezoekt voor
leuke, hapklare artikels over jouw leefwereld. Get a little smarter, a little
sooner!’ Ach ja, marketing…

‘We bouwen een redactie voor de 21ste eeuw,’ klonk het drie
maanden geleden nog, toen de nieuwsaap plots uit de mouw kwam en heel wat
media-aandacht genereerde. ‘Bij ons ga je een nieuws-shot krijgen,’ orakelde
initiatiefnemer Wouter Verschelden. De pretentie droop eraf en er was nog geen letter geschreven. Ik deed toen wat ik wel vaker doe als ik me
aan iets erger: ik kroop in de pen. En schreef: ‘Een ‘nieuws-shot’, met een
redactie van acht jongelingen met, per definitie, weinig ervaring? Zo’n stel
jonge honden naast een aantal door de wol geverfde kritische journalisten, dat
zou nog kunnen werken, als ze met drie keer zoveel zouden zijn. Maar alleen
maar met jonge journalisten, hoeveel talent ze ook hebben en hoe goed ze ook de
wereldproblematiek in drie volzinnen kunnen samenballen?’

Waar ik me toen in vergiste: de crowdfunding was een veel groter succes dan werd verwacht, ook door
de optimisten van NewsMonkey zelf. Waar ik me niet in vergiste: NewsMonkey is
inhoudelijk bijzonder leeg. De iets te opvallende gelijkenis met Buzzfeed werd
al herhaaldelijk door andere criticasters opgeworpen. Het overnemen of soms
zelfs ronduit jatten-zonder-bronvermelding van stukken werd al gesignaleerd
door mensen die thuis zijn op al die hippe sites. U moet maar eens de tweets
van @aaiBoek lezen of de blog van Bram Vandeputte (bramvdputte.wordpress.com).

Ik kan er alleen maar zeven redenen aan toevoegen waarom
NewsMonkey niet deugt als actuasite:

1) Er staat nauwelijks nieuws op en het nieuws dat er op
staat is geplukt van andere sites. NewsMonkey zonder ‘news’ is dus gewoon…
Inderdaad, ja.

2) De eigen bijdragen zijn van een ondraaglijke lichtheid.
Zal wellicht wel vallen onder de definitie van ‘hapklaar’, maar ik vind het een
smakeloze espuma van gebakken lucht op een bedje van in de aanpalende tuin geplukt gras.

3) Zelfs ‘ondraaglijke lichtheid’ kan nog mooi verwoord
zijn. Dat is hier niet het geval. Ik lees vooral opstelletjes niveau secundair
onderwijs.

4) Als er al eens interessante stukken op staan, zoals de
politieke analyses van Wouter Verschelden of een recensie van het ophefmakende
boek van la Hemmerechts, dan zijn die doorgaans te lang en passen ze als een
tang op een varken op de rest van de site. Hapklaar wordt dan flinke brok.

5) Het zal allemaal wel hip en modern zijn (en ik een oude
zak) maar de buttons bovenaan (van ‘LOL’ over ‘CUTE’ tot ‘FAIL’) dragen ertoe
bij dat ik de site niet ernstig wens te nemen, terwijl ik als nieuwsconsument
toch ook wel een beetje tot het doelpubliek zou moeten behoren. Waarom moet
alles altijd en overal opgeleukt worden?

6) Er staan te veel lijstjes à la ‘De 10 beste dit’, ‘De 7
irritantste dat’, ‘De 5 opvallendste zus’ en de ‘De 11 grappigste zo’ op.
Overgenomen van andere sites dan nog. Lijstjesmanie.

7) Er is geen zevende bedenking, maar blijkbaar is dat wel
het favoriete getal van de redactie, want de meeste van die lijstjes bestaan
uit zeven items. (Hoofdzonden? Wereldwonderen? Dagen van de week?)

Nee, die ‘nieuws-shot’ krijg ik allesbehalve op NewsMonkey.
De keuze om er een lichte en luchtige site van te maken speelt daar een
cruciale rol in, maar ongetwijfeld ook de onervarenheid van de redacteuren (ik
noem ze even bewust geen journalisten). Geen verwijt voor die jonge mensen
zelf, hopelijk wacht hen een fijne carrière in die boeiende wereld die de
journalistiek ondanks alles blijft, maar het typeert wel de letterlijke en
figuurlijk ‘goedkope’ aanpak.

If you pay peanuts,
you get NewsMonkey.

Al zou het intellectueel oneerlijk zijn om het initiatief
met een geparafraseerd spreekwoord af te branden. Of beter: om alléén deze site te hekelen. Alle andere nieuwssites zijn
namelijk in hetzelfde bedje ziek. Medewerkers ervan zijn hoofdzakelijk
jonkies die vers van de schoolbanken werden geplukt, met een broek vol
journalistieke goesting, maar die de stiel nog moeten leren (en die vooral
goedkope werkkrachten zijn!), aangevuld met uitbollende ouderen die de dagen
naar hun pensioen aftellen en waarvoor elders op de redactie geen plek meer is.
De redenering daarachter zal wellicht zijn: nieuwssites zijn moderne media, dus
nemen we piepjonge journalisten in dienst. Fout: nieuws is niet modern. Nieuws
is niet leeftijdgebonden. Om nieuws te brengen moet je zelf niet nieuw zijn,
bij voorkeur niet zelfs.

Als ik mezelf even als voorbeeld mag nemen. Toen ik
afstudeerde was ik een combattief en weinig genuanceerd kereltje, die perfect doorhad
hoe de wereld in mekaar zat en die dat ook vertaalde in in bijtend zuur
gedoopte artikels, die nu het lezen niet meer waard zijn. Die pretentie! Maar ik deed dat wel
in een weekblad, De Nieuwe, waar de
meeste medewerkers al een respectabele leeftijd hadden én journalistieke
geloofwaardigheid hadden opgebouwd en die mix van oud & jong zorgde voor een gezond evenwicht.

Zo lang mediabedrijven hun eigen nieuwssites niet ernstig
nemen, zal ik dat ook niet doen. Jammer, want ik vind het een gemiste kans om
van nieuwe media volwaardige nieuwsbronnen te maken, in plaats van de aap uit
te hangen.