(pdw) zou gisteren 55 geworden zijn. Ironie dient zich vaak
in een heel eenvoudige gedaante aan. Bijvoorbeeld in de vorm van een man die
geboren werd op een dag dat wereldwijd Wapenstilstand gevierd wordt, maar die
zelf nooit ofte nimmer zijn wapen, een vlijmscherpe pen, neerlegde. Wat missen
we die dwarse stem, dat soms botte proza vol kritische observaties en
hilarische beledigingen, die harde confronterende meningen. Meningen die je
zelf niet zou durven neerschrijven uit angst om te veel lieden tegelijk tegen
de borst te stuiten, maar waar je je zo mee kon vermaken (làchen!), waar je je
meestal ook kon mee vereenzelvigen (wat vond je jezelf vaak een lafaard wanneer
je zijn stukken gelezen had) en waar je stiekem jaloers op was (en een beetje
boos, omdat het schrijftalent oneerlijk verdeeld is in de wereld).

Niemand kon zijn tegenstanders zo meedogenloos op stang
jagen als (pdw), of het moet Johan Anthierens geweest zijn, zovele jaren
geleden. Weinigen hadden of hebben het talent om die verbale en geschreven
vernielzucht in zulke beeldrijke en sublieme bewoordingen te verpakken. Hij Die
Zijn Leesbril Als Voorhoofdgarnituur Gebruikte wordt node gemist. #muskatnuss.

***

Laat mijn dorpsgenoot Urbanus met rust. Leg hem geen
strobreed in de weg, zijn bakske is al vol.

***

Hebben jullie mij gemist? Ik jullie eigenlijk niet, om heel
eerlijk te zijn. Ach, natuurlijk was het geen volledige ‘digital detox’ van
tien dagen. Tweehonderd veertig uur is best een lange tijd. Dus heb ik af en
toe wel even gespiekt. (Toegegeven, meer uit ijdelheid, dan uit
nieuwsgierigheid over jullie opinies en geestige opmerkingen.) Maar tot mijn
eigen stomme verbazing heb ik mij kunnen inhouden om de mij toegemeten 140
tekens op Twitter of de beschikbare status op Facebook met mijn diepste
zielenroerselen te vullen.

Ik had er eerlijk gezegd ook geen behoefte aan. Even moe van
mijn eigen meninkjes. En die van anderen. Het deed goed om even niet over de
meest uiteenlopende zaken te ‘moeten’ discussiëren. Uiteraard ging dat wel ten
koste van mijn Klout-score. Die daalde van 65 naar 64. U kent dat spreekwoord
vast wel: ‘Spreken is zilver, zwijgen is slecht voor je Klout.’ Maar wel 14
volgers erbij. Niets doen wordt geapprecieerd, in deze semi-virtuele wereld.

***

Club Brugge heeft gelijk: er is iets mis met de
scheidsrechters in dit land.

Club Brugge heeft ongelijk: je verwoordt dat niet op die
manier en zeker niet gericht op één man.

Het probleem is niet Alexandre Boucaut. Het probleem is dat de
scheidsrechters in de Jupiler Pro League zich moeten gedragen als
politieagenten in een zero tolerance-zone.
Dat wordt hen namelijk zo opgedragen door diegenen die hen wedstrijden
toewijzen en wee de snoodaards die van die dictaten proberen af te wijken. Het
aantal regeltjes dat onze referees moeten onthouden overstijgt stilaan het
aanbod in een 3 Suisses-catalogus. En dan heb je nog al die gefrustreerde
trainertjes, managertjes en voorzittertjes die zichzelf o zo geweldig vinden en
die de schuld van hun falen telkens bij anderen zoeken. Voeg daar dan zo’n
blaasgrage en kwistig met gekleurde kaarten strooiende fluitenier aan toe en je
krijgt een licht ontvlambare cocktail.

Heeft er al iemand tegen Club Brugge gezegd dat de toestand
in Syrië veel ernstiger is?

***

Als het werkwoord ‘afbevelen’ zou bestaan, dan zou ik u
Football Manager 2014 warm afbevelen.
Wie niet van computerspelletjes of, nog erger, niet van voetbal houdt, kan
sowieso al niet begrijpen dat jongens, mannen en veteranen FM14, zoals het game
bij die hard-liefhebbers genoegzaam
bekend staat, spelen. In deze nieuwe editie is alles wat rond de club hangt,
nog interessanter en geloofwaardiger geworden. Maar de wedstrijdervaring gaat
er jaar na jaar op achteruit.

Realisme is ver zoek zodra jouw elf mannetjes zich stoer
tegenover die elf andere mannetjes positioneren. Dan heb je ’t gevoel dat die
anderen een overdosis creatine hebben geslikt en dat jouw sterspelers de klus
met aan elkaar gebonden voeten en geblinddoekt moeten klaren. Dan speel je niet
alleen tegen die andere ploeg, maar ook tegen de computer en, ach waarom niet?,
tegen jezelf. Dan vraag je je af waarom je niets beters te doen hebt op zulke
momenten.

Als je ‘op balbezit spelen’ aanvinkt, dan kan je er donder
op zeggen dat jouw mannetjes nooit de bal hebben. Als je ‘voetballend
uitverdedigen’ opdraagt aan je spelers, dan weet je eigenlijk al vooraf dat
zowat elke bal blind naar voren zal worden gekeild. Als je ‘elke schietkans
benutten’ verkiest, dan krijg je een hele boel wanhoopspogingen die ergens rond
de hoekschopvlag belanden. Wanneer je met rustige vastheid met de onklopbare
Spurs naar Southampton trekt en het percentage balbezit is na negentig minuten 59-41
en de doelpogingen eindigen op 29-6, dan weet je dat er iets niet klopt. En dan
is de combinatie ⌘Q en ‘bewaar
niet’ de enige die je resteert. Als het spelletje niet eerlijk is, waarom moet
ik het verdorie dan zijn?

Dit spel heeft werkelijk alles… om je in een voortdurende
staat van oncontroleerbare woede te brengen. Het schijfje is, overigens,
uitermate geschikt om je kunde in het discuswerpen te oefenen, dat kan ik
persoonlijk getuigen.

Ik denk dat ik maar weer eens een boek ter hand neem.

***

Ik ben de eierman. Ik ben de eierman. Ik ben de walrus.
Koekoeketsjoe.

***

De dag na Wapenstilstand mag ik eindelijk zelf weer voltijds
aan de slag. Ik ben gewapend. Vóór u het uit-doorgaans-welingelichte-maar-alles-door-een-gekleurde-en-daardoor-de-feiten-ernstig-verdraaiende-bron
verneemt: ik word adjunct-hoofdredacteur van Dag Allemaal. Voeg daar ‘interim’ aan toe. Voeg daar vooral ‘met
volle goesting’ aan toe.

Dat ik mij vandaag professioneel journalist mag noemen, heb
ik voor een groot stuk aan dat blad te danken. Toen ik begin 1994 even zonder
werk zat en mij in de zoektocht naar een opdrachtgever buiten het traditionele
kringetje van bladen-die-ik-zelf-graag-las begaf, kreeg ik meteen het aanbod om
als freelancer voor Dag Allemaal te
beginnen, toen nog onder leiding van Guido Van Liefferinge, een man die de
gewoonte had om elke vergadering te openen met het blaffen van een welgemeend
‘Amateurs’ richting alle aanwezigen. People
management
! Motivatie! Ik ben blij dat ik tot jouw team behoor!

Maar ik heb er wel de stiel geleerd en heb het ook altijd een
onderschat blad gevonden, al kijkt intellectueel Vlaanderen daar graag op neer.
En nu, bijna negentien jaar later, zal mijn wakkere leven zich opnieuw meer aan
de Brandekensweg in Schelle dan thuis afspelen. Net als toen begin ik er
onbevangen aan, in de wetenschap dat al die bladen die zichzelf graag met een
kwaliteitsaureool omringen niet eens de moeite hebben gedaan om mijn vele
mails, ontelbare boodschappen op antwoordapparaten of andere omfloerste vormen
van stalking te beantwoorden, op zoek naar opdrachten en respect, een respect
dat ik nu wel voel, bij een blad dat zij – de kwaliteitsjongens en -meisjes –
verachten.

Ik verdiep mij vanaf nu in het tweede katern van het
bestverkochte algemene weekblad van het land (sorry, Kerk en Leven!). Uw kritische opmerkingen en opbouwende suggesties
zie ik intussen volgaarne tegemoet.