Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

‘Uefa en EU moeten samen de ongelijkheid aanpakken’

Sport Posted on do, april 11, 2019 10:31:03

Een rapport van het
Football Observatory toont aan dat de Champions League de voorbije 15 jaar
steeds voorspelbaarder is geworden. Een verrassing is dat niet, maar de cijfers
zijn wel opmerkelijk. In de groepsfase wint de favoriet in 8 van de 10
gevallen, doorgaans met minstens 2 goals verschil.

Vanavond worden de eerste heenwedstrijden in
de kwartfinales van de Champions League gespeeld: Tottenham ontvangt Manchester
City, Liverpool neemt het op tegen FC Porto. Morgenavond zijn er dan nog
Ajax-Juventus en Manchester United-Barcelona. Vier Engelse teams en voorts eenzaten
uit Portugal, Nederland, Italië en Spanje.

Dat Ajax en FC Porto tot dit stadium van de
competitie konden doordringen, is behoorlijk uitzonderlijk, maar wellicht ook hun
eindstation. De kampioenenliga is voornamelijk een geldliga geworden, waarin de
rijke clubs het halen van de Europese middenklasse. Het was al drie jaar
geleden dat een club uit een land dat niet tot de top 5 (Engeland, Spanje,
Duitsland, Italië, Frankrijk) behoort, kon doordringen tot de kwartfinales. In
2016 was dat Benfica. De laatste keer dat een club uit een kleiner land tot in
de halve finales geraakte, dateert al van 2005: PSV Eindhoven. Sinds de
Champions League in het seizoen 1992/1993 werd geïntroduceerd, zevenentwintig
jaar geleden, waren er slechts twee winnaars die niet uit een top 5-land
kwamen: jawel… Ajax (1995) en Porto (2004).

Vooral de groepsfase tussen september en
december wordt steeds eentoniger en voorspelbaarder. Dat is niet alleen een
aanvoelen bij veel voetballiefhebbers — die de Champions League om die reden steeds
vaker links laten liggen —, het wordt nu ook gestaafd door studiemateriaal.

Favoriet
wint 8 keer op 10

Dat er maar liefst vier Engelse clubs in de
kwartfinales zitten van een competitie die nog altijd een opvolger is van de
vroegere Europabeker der Landskampioenen werd twintig jaar geleden beslist.
Vanaf toen mochten de top 6-landen twee deelnemers afvaardigen, eventueel
aangevuld met een of twee clubs die een voorronde moesten spelen. Sinds het
seizoen 2003/2004 is de top 3 uit Engeland, Spanje, Duitsland en Italië zeker
van kwalificatie; daar kan na play-offs in augustus een vierde club aan
toegevoegd worden.

Het is niet toevallig dat het Football
Observatory van het Zwitserse CIES, een door de FIFA gesponsord studiebureau,
dat seizoen als startmoment nam om een analyse te maken van de groepsfase van
de Champions League. Daaruit blijkt dat de voorspelbaarheid de voorbije
vijftien seizoenen alleen maar is toegenomen. Behaalde de groepswinnaar die
eerste drie bestudeerde seizoenen gemiddeld 2,11 punten per wedstrijd, dan was
dat de afgelopen drie jaar al opgelopen tot 2,26. Het doelsaldo liep op van
6,38 (2003-2006) tot 8,91 (2015-2018). Uiteraard geldt dat ook in omgekeerde
richting: de club die laatste eindigt in haar groep, behaalt steeds minder
punten. Dat ging van 0,59 naar 0,45 punten, met een negatief doelsaldo dat opliep
van -6,72 tot -9,06.

In de periode 2003-2006 eindigde 17 procent
van de matchen met drie goals verschil. De voorbije seizoenen was dat al 23
procent geworden, bijna een op vier wedstrijden dus. Wie op papier favoriet is,
wint steeds makkelijker. Die premisse geldt voor 79,5 procent van de
wedstrijden, acht op tien. Tien jaar geleden was dat nog ‘maar’ 74,6 procent.

Eigenlijk is dat dodelijk voor competitiesport
als kijkspektakel, omdat spanning — en dus onvoorspelbaarheid — daarbij onmisbare
ingrediënten zijn. Nog zo’n anomalie is dat er in de kwartfinales slechts een
op de twee deelnemers het seizoen voordien kampioen zijn geworden in hun eigen
land. Waarom heet dit dan nog ‘Champions’ League?

Euromillions

‘De resultaten verbazen me niets,’ zegt
professor Stefan Kesenne, sporteconoom aan de KU Leuven en de UAntwerpen. ‘Ik
heb vijftien jaar geleden op een congres al gewaarschuwd voor de groeiende
ongelijkheid in het Europese voetbal. Na het Bosman-arrest van eind 1995 kon je
al zien wat er stond te gebeuren. Omdat de beperking op het aantal buitenlandse
spelers wegviel, konden clubs uit grote voetballanden onbeperkt spelers kopen.
Daardoor vertrokken de beste Portugese, Nederlandse en Belgische voetballers
naar het buitenland.’

Verkijk u niet op de aanwezigheid van een
outsider als Ajax, ooit een Europese grootmacht, bij de laatste acht. Dat is
knap, maar het blijft een uitzondering. De kans dat de Amsterdammers de
Champions League winnen is nagenoeg onbestaande. De kans dat een Belgische club
ooit nog de ‘beker met de grote oren’ wint is haast even klein als dat u morgen
de grote pot wint in Euromillions. ‘Win for life’ geldt in de Champions League
alleen voor clubs uit de grote voetballanden. En komende zomer wordt Ajax
gewoon leeggekocht door de grootmachten en kan het opnieuw beginnen te bouwen.

‘De huidige ongelijkheid hangt ook nauw samen
met de explosie van de tv-rechten, die ervoor heeft gezorgd dat clubs uit grote
landen nóg meer geld ter beschikking krijgen’, stelt professor Kesenne vast. ‘De
Champions League is in hoge mate verantwoordelijk voor het groeiende
onevenwicht. Het verdelings- en prijzensysteem maakt rijke clubs rijker en
vergroot de kloof tussen de top 5-landen en de rest. Maar ook binnen de eigen
competities groeit de ongelijkheid. Als Anderlecht of Club Brugge een paar jaar
na elkaar kunnen deelnemen aan de Champions League, wordt de kloof met de
andere Belgische clubs steeds groter. Daarom moeten de tv-rechten herverdeeld
worden. Kijk naar wat er in de Verenigde Staten gebeurt, toch niet meteen een
communistisch land: de clubs in de American Football-competitie, NFL, krijgen
allemaal ongeveer evenveel geld uit de tv-rechtenpot. Zo krijg je vanzelf een
competitie waar minder voorspelbaarheid heerst.’

Europese
competitie

‘Het transfersysteem werkt de ongelijkheid nog
meer in de hand’, vervolgt Stefan Kesenne. ‘De combinatie van hoge lonen en
hoge transfersommen maakt het voor subtopclubs onmogelijk om een topspeler aan
te werven. Eventueel zouden ze op korte termijn nog de hoge lonen kunnen
betalen, maar als daar bovenop ook transfersommen komen, die door handige en
corrupte spelersmakelaars kunstmatig de hoogte worden ingejaagd, wordt het
competitief evenwicht geschaad. Schaf dit af!’

‘Binnen de Europese Unie is de productmarkt
vrij en de arbeidsmarkt gesloten. In het voetbal is het net omgekeerd.
Anderlecht of Club Brugge kunnen niet in de Premier League of de Bundesliga
gaan spelen, maar hun spelers vertrekken daar wel naartoe. UEFA en EU moeten
gezamenlijk deze ongelijkheid aanpakken. Je zou dit kunnen opvangen door een
volwaardige Europese competitie te creëren, bovenop de bestaande nationale
competities. Geen Champions League en zeker ook geen gesloten competitie zoals
de rijkere clubs graag zouden willen, maar een volwaardig kampioenschap. Wie
kampioen wordt in België zou dan bijvoorbeeld kunnen stijgen naar de tweede
Europese divisie, die men zou kunnen opdelen in een aantal liga’s: Noord-, West-,
Oost- en Zuid-Europa. En daarboven zou dan een eerste divisie kunnen bestaan die
start met zestien topclubs, maar wel met een systeem met stijgers en dalers. Het
zou de kloof tussen de top 5 en de rest verkleinen. En zo zouden onze clubs
kans maken om, als ze het goed doen, zich een heel seizoen te meten met de
echte topclubs. Vandaag is de realiteit dat we Europees niet meer meespelen.’

Solidariteit

In zijn conclusies pleit Football Observatory
voor een herverdeling van de beschikbare middelen. Maar, zo concludeert het
zelf, ‘deze oplossing zou tot weerstand leiden bij de financieel dominante
clubs.’ Een ander alternatief zou er volgens Football Observatory in kunnen
bestaan om het aantal deelnemers uit ‘minder ontwikkelde voetbalmarkten’ te
reduceren, maar dan krijg je de facto een nog grotere dominantie van clubs uit
de toplanden en zit je heel dicht aan bij de natte droom van die topclubs: een
gesloten competitie.

Als nevenoplossing
suggereert Football Observatory om een grotere solidariteit te organiseren door
clubs uit kleinere competities die topspelers hebben opgeleid daarvoor ruimer
te vergoeden uit de geldpot van de Champions League. ‘Solidariteit
vind ik een goed uitgangspunt, maar ik zou dat niet koppelen aan transfers’,
oordeelt professor Kesenne. ‘Creëer een fonds waar alle Europese clubs geld
insteken: hoe groter hun budget, hoe groter hun inbreng. En herverdeel dat over
de clubs die topspelers hebben opgeleid.’

‘Ik zie weinig beleving binnen de Europese
Unie momenteel’, besluit Kesenne. ‘Maar ik ben niet pessimistisch. Toen ik er
begin jaren 90 voor pleitte om het transfersysteem aan te passen, zodat spelers
die einde contract waren konden vertrekken, werd dat ook weggelachen. Vijf jaar
later was er het Bosman-arrest. De invoering van Financial Fair Play heeft er de
voorbije jaren toch voor gezorgd dat de meeste clubs hun waanzinnige uitgaven
hebben teruggeschroefd. Dat kan je alleen maar positief noemen.’



Beklijvende topper verdiende betere wedstrijdleiding

Sport Posted on wo, april 10, 2019 19:06:11

(Deze bijdrage verscheen maandag 8 april als ‘De
Bankzitter’ in
De Standaard.)

KRC Genk en AA Gent maakten er zaterdag een geweldige
wedstrijd van, misschien wel de beste van het seizoen. Genk won nipt, 2-1. Alleen
de scheidsrechters en de videoreferee bliezen uit de toon. Anderlecht verloor
nogmaals op eigen veld, deze keer van Antwerp. 0 op 9, dat is ronduit
beschamend.

800. 1327. 1465. 1566. 1850. Het zijn geen
significante jaartallen uit de wereldgeschiedenis maar een handvol
toeschouwersaantallen van de eerste drie speeldagen in Play-off 2. De
supporters die Cercle Brugge gingen aanmoedigen uit bij Union (52) pasten in
een gewone bus, voor wie van Eupen naar Oostende reisde (22 stuks) volstonden vijf
personenwagens. Getallen zeggen niet altijd alles, maar in het geval van
Play-off 2 doen ze dat wel. Je moet al een heel fanatieke fan zijn om daarvoor
je vrijdag- of zaterdagavond op te offeren. En dat voor een competitieformat
waarin je in het beste geval eind mei tegen de vierde uit Play-off 1 mag opdraven
(tenzij die vierde AA Gent heet en op 1 mei de beker zou hebben gewonnen, maar
dit nog even terzijde).

Niemand zit te wachten op een Europees karwei half
juli in Albanië, Armenië of Azerbeidzjan. Niemand zit te wachten op Play-off 2.

Voetbalfeest

Veel interessanter, zowel op papier als in realiteit,
is Play-off 1. Na de eerste speeldag leken KRC Genk en Club Brugge vertrokken
voor een onderling duel, maar na de onverwachte nederlaag van Genk op de Bosuil
en de uitzeges van Club en Standard in Anderlecht en Gent, diende zich plots een
driestrijd aan. De enige juiste conclusie is dan dat het in deze formule zelden
een goed idee is om snel te concluderen.

Genk moest zaterdagavond tegen Gent weer vol
aan de bak om de leidersplaats te vrijwaren. In de thuiswedstrijden móet het
gebeuren. De Buffalo’s waren met twee nederlagen aan Play-off 1 begonnen: in
Brugge werden hun aanvallende intenties gefnuikt door de vroege uitsluiting van
Odjidja, tegen Standard hadden ze pech. Ook in de Luminus Arena startte Gent zonder
angst. Het toog vrank en vrij ten aanval, met verzorgd voetbal. Dat ook de
thuisploeg naar voren trok, was alleen maar goed voor het spektakel.

Een vroege duw in de rug van Samatta bleef
onbestraft, op de tegenaanval dribbelde Sørloth Vukovic, maar die kon er toch
nog een handje tussen steken. Asare profiteerde bijna van een slapende Maehle.
De bal strandde op de paal, waarna Dewaest zijn voet op de enkel van Dejaegere
plantte. Er kwam geen penalty, daarover zo dadelijk meer. Kaminski haalde een
vrije trap van Malinovski uit de hoek en stopte kort daarna ook Trossard af.
Aan de overzijde trapte Verstraete nipt naast. Het soort wedstrijd die je op
het puntje van je stoel volgt.

Het slot van de eerste helft was voor Roeslan
Malinovski. De Oekraïner zag eerst zijn slechte voorzet op de lat landen. Een
minuutje later schoot hij tegen Bronn aan, die de bal tegen de hand kreeg. De
scheidsrechter reageerde niet, de videoref wel. Malinovski trapte feilloos
binnen vanaf elf meter. En in de toegevoegde tijd week zijn schot af op de
onfortuinlijke Bronn: 2-0. Eigenlijk een own-goal, maar Malinovski kreeg hem op
z’n conto, zijn elfde doelpunt dit seizoen.

Ook de tweede helft was een voetbalfeest.
Kansen heen en weer, uitstekende saves van Vukovic en Kaminski, ultieme
reddingen van verdedigers die lijf en leden riskeerden, pogingen tegen het
doelhout, controversiële fasen, en op het eind nog volop spanning, na een
tegendoelpunt van Timothy Derijck en een rode kaart voor Malinovski, samen met
Ito toch wel de uitblinker in een blauw shirt. Na meer dan zeven extra minuten
kon KRC Genk eindelijk opgelucht ademhalen. Twee-één, verdiende zege tegen een
verdienstelijk AA Gent. Voetbal zoals het altijd zou moeten zijn, spelen om te
winnen. Compliment voor de Gentse trainer Jess Thorup: hij heeft een ingeslapen
elftal weer aan het voetballen gekregen.

Slapende
VAR

Het spektakel werd enkel ontsierd door de
zwakke wedstrijdleiding. Scheidsrechter Lawrence Visser en, vooral, videoref
Erik Lambrechts gaven een hele wedstrijd niet thuis. Het resultaat was een
festival van foute en niet-gecorrigeerde beslissingen. Over de duw in de rug
van Samatta, in de vijfde minuut, kon je nog discussiëren: was het een
overtreding of niet? Feit is wel dat diezelfde Samatta voor een perfect
vergelijkbaar duwtje wél teruggefloten werd. Het gekende euvel: aanvallers
worden sneller bestraft dan verdedigers.

Dewaest zette zijn zware rechter in het
strafschopgebied op de enkel van Dejaegere. Eender waar elders op het veld zou dat
worden bestraft, gele kaart voor Dewaest erbovenop. Nu bleef het bij een
hoekschop (die er geen was). De VAR liet begaan.

Dat deed Lambrechts niet bij de hands van
Bronn in de 40ste minuut. Strafschop, volgens hem. Hoewel de bal eerst de dij
van de Gentse verdediger beroerde en van daar opsprong naar zijn hand. Zeer
discutabel. Maar vooral: was dit wel een ‘clear error’ van Visser, die de fase
had beoordeeld als ‘onvrijwillige hands’? Helemaal op het einde van de match
kreeg Lucumi (Genk) de bal eveneens tegen de arm, toen werd er niet ingegrepen.

Halfweg de tweede helft ging Asare zwaar door
op de enkel van Ito. Het bleef bij een gele kaart, terwijl alleen een directe
uitsluiting op zijn plaats was. Duidelijk wel een clear error. En de
scheidsrechter liet ook toe dat Dewaest hem opzij duwde en zich hoofd tegen
hoofd zette tegen Bezus. Dewaest maakte daarbij een (licht) koppende beweging.
Het mocht gebeuren.

Kans is groot dat de immer sussende
scheidsrechtersbaas Johan Verbist vandaag weer uitpakt met een positief rapport
voor het kwartet op het veld en het trio in het busje. Dat zou een vertekening
van de realiteit zijn. Haal Erik Lambrechts uit dat busje, hij is een
uitstekende veldscheidsrechter.

Malle
Malinovski

In de slotfase probeerde Malinovski bij de
bezoekende cornervlag tijd te winnen. Verstraete trok hem omver, waarna de
Oekraïner de Gentse middenvelder vol in het gezicht raakte. Wie de wedstrijd
integraal heeft bekeken en geen Genks petje droeg, zal gemerkt hebben dat de
spel- en doelpuntenmaker altijd eerst de linkervoet omhoogsteekt wanneer hij wordt
neergehaald. Het hoort blijkbaar bij zijn valritueel. Een pavloviaanse reflex.
In die bewuste fase op het eind stootte hij zijn voet naar links, pardoes op
het hoofd van Verstraete. Of hij zijn tegenstander precies op die plek wilde
raken, is onduidelijk, maar de trappende beweging was zeer zichtbaar.
Scheidsrechter Visser aarzelde niet: rood. Een verdedigbare beslissing.

De woede van Genktrainer Clement was
overdreven, maar ook begrijpelijk: na het vertrek van Pozuelo en door de
mindere vorm van Trossard is Roeslan Malinovski meer dan ooit de draaischijf
van dit Genk. Als zijn uitsluiting bevestigd wordt, riskeert hij de volgende
wedstrijden te missen, thuis tegen Club en uit bij Standard. Dat wordt weer
puzzelen voor Philippe Clement.

Vanavond weten we meer na Club
Brugge-Standard. Een sleutelwedstrijd. Net zoals de zeven die nog volgen.

Chaos
in het Astridpark

Laatst was ik in het Kunstmuseum van Basel
voor een tentoonstelling over kubisme. Wat Pablo Picasso en Georges Braque
begin vorige eeuw deden, was als het samenstellen van een legpuzzel door alle
stukjes op een plaats te leggen waar ze in feite niet thuishoorden. Een beetje
zoals het voetbal van Anderlecht momenteel. Alleen noemen we dat bij Picasso en
Braque kunst en bij Anderlecht chaos. Ook vijf letters, maar een wereld van
verschil. Het ene was geniaal, het andere rommelig. Picasso en Braque wisten
wat ze deden, de spelers van Anderlecht zelden of niet. In beide gevallen
probeert de toeschouwer de vertoning te begrijpen.

Ze deden nochtans hun stinkende best tegen
Antwerp, de Anderlechtspelers. Het doelgevaar bleef echter alweer beperkt. Kums
trapte een vrije trap nog net naast, Gerkens kopte vrijstaand een voorzet van
Najar binnen. Maar binnen de vijf minuten scoorde Lamkel Zé de gelijkmaker. Doelman
Didillon, blunderend in vorige wedstrijden, moest vaker tussenbeide komen dan overbuur
Bolat.

Net wanneer zowat iedereen uitging van een billijke
puntendeling, sloeg Antwerp toe: Mbokani duwde van dichtbij binnen, nadat
Lamkel Zé op de paal had geschoten. 1-2 en 0 op 9, dat is de harde realiteit
voor Anderlecht. Beschamend. Het volk morde. Antwerp zit aan 6 op 9, wellicht een
punt of vijf meer dan vooraf ingecalculeerd. Puik.



Titelpretendenten plaatsen meteen een uitroepteken

Sport Posted on wo, april 03, 2019 21:11:12

(Deze ‘Bankzitter’ verscheen maandag 1 april in De Standaard.)

De openingsspeeldag van Play-off 1 leverde drie
thuisoverwinningen op. Winnaars Standard, KRC Genk en Club Brugge scheiden zich
af van het trio Anderlecht-Antwerp-Gent. Vooral Genk en Club demonstreerden,
Anderlecht stelde alweer zwaar teleur.

Standard had vrijdagavond al gedaan wat het
moest doen: winnen van Antwerp. Mbokani had de outsider in Play-off 1 op
voorsprong geschoten, maar in een geanimeerde slotfase scoorden de uitstekend
ingevallen Djenepo, Cavanda en Laifis voor de Luikenaars. Wellicht zal Antwerp
geen rol van betekenis spelen in deze eindronde, maar het is sowieso al knap
dat het in dit tweede seizoen bij de elite al mag meespelen met de grote
jongens. Voor Standard blijft de vraag of er eindelijk enige regelmaat in de
prestaties kan gelegd worden.

Anderlecht leed in Genk al de tiende nederlaag
van het seizoen. Voor een slechtere statistiek moeten we al terug naar het
seizoen 1979/1980, toen Anderlecht vijfde eindigde en na 34 speeldagen tien
keer had verloren. Nu zit het al op datzelfde negatieve niveau na 31
speeldagen. En het had zich al met het laagste aantal punten sinds de invoering
van de play-offs, in het seizoen 2009/2010, gekwalificeerd voor Play-off 1: 51.
Vier punten minder dan vorig seizoen en drie jaar geleden, en maar liefst 18
minder dan in 2010.

Fris
Genk

De eerste helft speelde Anderlecht welgeteld
vijf minuten mee. Ivan Santini had dan al een eerste tik uitgedeeld.
Letterlijk. Zijn directe tegenstander, Jhon Lucumi, kreeg een knokig
lichaamsdeel — Van Dale: ‘armgewricht tussen onder- en bovenarm’ — tegen het hoofd.
Opnieuw bleef de actie van de Kroaat onbestraft. In zijn vrije tijd luistert
hij vast vaak naar Elbow.

Na een poging van Trossard die bovenop de lat
belandde, werd paars-wit, pardon: zalmroze, helemaal weggetikt door een fris en
weer met veel vertrouwen voetballend KRC Genk. Aly Samatta bewees dat hij veel
meer is dan de topschutter in de Jupiler Pro League. Hij liep voortdurend weg
uit de spits en trok zo gaten waarin afwisselend Trossard, Malinovski, Heynen
en zelfs rechtsachter Maehle gretig doken. De centrale verdedigers van
Anderlecht hadden daar geen vat op.

Het was een wonder dat we 32 minuten moesten
wachten op een goal: doelman Didillon probeerde tijd te rekken en trapte
stuntelig uit tot bij een Genkenaar. Samatta legde de voorzet met het hoofd af,
Maehle kwam gepast ingelopen en kopte binnen. Zo eenvoudig gaat dat soms. Als
voetballiefhebber kan je alleen maar hopen dat tijdrekken altijd zo zou worden
afgestraft. Een minuutje na dat doelpunt trapte Samatta tegen de paal. De
bezoekers zetten daar enkel een afgeweken en daardoor gevaarlijk schot van Kara
— samen met Yari Verschaeren de enige Anderlechtenaar op niveau — tegenover. Bijna
belachelijk dat dit team-zonder-noemenswaardige-kwaliteiten aan Play-off 1 mag
deelnemen.

Respectloos

Na de rust was Anderlecht meer aanwezig: kon
ook moeilijk anders. De meeste kansen waren wel nog voor de thuisploeg. De
vinnige Japanner Junya Ito, die zich een minuut eerder geblesseerd had, dolde
met Obradovic en krulde de bal mooi met links in de bovenhoek. Ivan Obradovic
bewees in die ene fase, waarin hij twee keer belabberd ingreep, waarom Hein
Vanhaezebrouck gelijk had om hem in de B-kern te droppen.

Invaller Joseph
Paintsil duwde Anderlecht nog wat dieper in de miserie. Hij knalde vanuit een
onmogelijke hoek tussen de benen van Didillon, die een ongelukkige avond
beleefde. Helemaal op het eind trapte huurling Bolasie nog een wenkende kans
onstuimig over, terwijl er twee medespelers helemaal vrij stonden en hij zelf
de hoek voor het uitkiezen had. Qua illustratie van machteloosheid kon dat
tellen. En dan is Yannick Bolasie niet eens de slechtste transfer van
Anderlecht. Hij heeft tenminste nog een actie in huis en scoort geregeld. Dat
kan van die andere winteraanwinst, Peter Zulj, niet gezegd worden. De
Oostenrijker is het type slaapwandelaar-voetballer. Veel praatjes in de pers,
weinig te zeggen op het veld. Nu Adrien Trebel terug is, wordt Zulj wellicht
snel overbodig. Behoudens in journalistieke middens is het statuut van
bankzitter geen compliment.

Alsof de lamentabele
prestaties nog niet genoeg zijn, liet de recordkampioen deze week weten dat het
met Lotto een nieuwe hoofdsponsor heeft gevonden, die binnenkort zijn naam aan
het stadion zal geven. Na 36 jaar Constant Vanden Stockstadion wordt dat straks
dus Lottodrome, of zo. Kansspelbedrijven zijn steeds prominenter aanwezig in
ons voetbal. Marc Coucke wil komaf maken met het verleden, terwijl meer respect
voor de dynastie-Vanden Stock gepast zou zijn. Vader Constant en zoon Roger
behaalden als voorzitter ieder tien landstitels, samen dus twintig. Coucke zit
voorlopig nog aan — even checken — nul.

Nog een nieuwtje: Anderlecht
is geïnteresseerd in de in juni transfervrije Congolese spits Dieumerci
Mbokani. Die heeft een dubbel paars-wit verleden. In november wordt Mbokani 34.
Het bestuur is radeloos, zoveel is duidelijk. Zou Jan Mulder nog meekunnen?

Pozuewie?

Die sportieve zorgen kennen ze in Genk niet. Malinovski
deed het een rijtje hoger dan gebruikelijk prima, de terugkeer van Berge zorgde
voor meer evenwicht, Samatta werkte zich de pleuris, winterkoopje Ito bleek een
revelatie, Maehle toonde eens te meer wat voor geweldenaar hij is op de
rechterflank, en dan heeft trainer Clement nog in alle linies uitstekende
wisselmogelijkheden. De Limburgers waren even weg, maar ze lijken al na één
speeldag in Play-off 1 helemaal terug.

KRC Genk schitterde zonder Alejandro Pozuelo,
Pozuelo schitterde zonder Genk. In zijn debuutmatch voor Toronto FC scoorde de
Spanjaard twee keer (een subtiele lob en een panenka-penalty), gaf hij één
assist en mocht hij het veld onder klaterend applaus verlaten. Pozuelo is een
excellente voetballer. Toch blijft het onbegrijpelijk dat Genk hem op het einde
van de reguliere competitie bleef opstellen. Dat gaf anderen in de kern de
indruk dat ze toch maar doublures zijn, terwijl de Spanjaard zelf niet meer
voluit ging.

‘Mijn toewijding aan het team is mijn grootste
kwaliteit’, zei Pozuelo bij zijn persvoorstelling in Toronto. Wrange woorden
voor de Genkaanhangers die gelaten de transfersoap moesten ondergaan. Die
uitspraak was maar net iets minder misplaatst dan de plastic opblaaspop die
Genkse fans twee weken geleden in Waregem hadden opgehangen. Pozuewie?

Quo
Vadis Odjidja?

Vóór het weekend liet Ivan Leko, wiens
contract afloopt, weten dat hij een beslissing over zijn toekomst heeft
genomen. Hij vertrekt, concludeerden de media. Dat zorgde niet voor onrust in het
Jan Breydelstadion. Integendeel, Club startte furieus: Schrijvers trapte op de
lat, Dennis besloot te zwak. Aan de overzijde liet AA Gent zich evenmin
onbetuigd. Leuke aanvangsfase, waarin Vormer scoorde, na een heerlijke voorzet
van Dennis.

Maar halfweg die eerste helft ging het licht
even uit bij Vadis Odjidja, ex-Club: hij realiseerde zich blijkbaar plots dat
deze confrontatie de bijnaam ‘De slag om Vlaanderen’ heeft gekregen en zette
zijn studs op de dij van Wesley. Weinigen hadden het gezien, ook de
scheidsrechter niet, maar videoref Tim Pots was wakker. Correcte ingreep, terechte
uitsluiting voor Odjidja. Nauwelijks een minuut later knalde Mata staalhard via
de onderkant van de lat binnen. Twee-nul, wedstrijd dan al gespeeld.

Vooral de flanken van Club bleven ook daarna een
gesel voor de Buffalo’s. Dennis en Diatta zijn snel, dribbelvaardig en hebben
een goede voorzet in huis. Dat bewees Dennis opnieuw in de 57ste minuut: dit
keer tikte Vanaken binnen. En dan houden ze Danjuma, revelatie van het
seizoensbegin, nog achter de hand in Brugge. Dat het geen grotere afstraffing
werd, had Gent te danken aan doelman Kaminski. De vierde plaats lijkt dan toch
het hoogst haalbare voor de Gentenaars. En Leko? Die ontkende achteraf dat hij
zijn vertrek had aangekondigd, maar bevestigde dat zijn beslissing genomen is.
Vreemde communicatie.

Voorzichtige conclusie na speeldag 1: Genk is
technisch sterker en doet het in het post-Pozuelo-tijdperk in een 4-3-3, de 3-5-1-1
van Club imponeert door de power en snelheid van handelen. Twee verschillende
stijlen, twee teams met aanvallende intenties. De toekomstige kampioen mag
gezien worden.



Dominante Rode Duivels klaren vlotjes eerste routineklussen

Sport Posted on wo, maart 27, 2019 07:21:20

(Deze ‘Bankzitter’ verscheen maandag 25 maart in De Standaard.)

De beste Belgische voetballer aller tijden speelde in
Cyprus zijn honderdste interland. Eden Hazard vierde dat met een doelpunt. België
won zelfs met een handvol invallers twee keer vrij makkelijk. Het zegt evenveel
over de eigen sterkte en de breedte van de kern, als over de zwakte van de
groep.

Zelfs een resem afwezigen kon de Rode Duivels
nauwelijks deren in de twee openingspartijen van groep J in de voorronde van
Euro 2020. Zonder de geblesseerden Kompany, Meunier, Witsel, De Bruyne, Dembélé
en Lukaku, en definitief zonder de afgehaakte Fellaini werd er behoorlijk eenvoudig
gewonnen van Rusland — vooraf ingeschat als moeilijkste tegenstander in de
poule — en Cyprus, ook al onze tegenstander in de kwalificatiefasen van Euro
2016 en het WK 2018.

De wedstrijden waren vooral interessant om de
alternatieven centraal op het middenveld en op de flanken te bestuderen. Het
duo Tielemans-Dendoncker deed het prima. Youri Tielemans was zeer dominant
aanwezig, een combinatie van flair en lef, scoorde ook nog eens tegen de
Russen. Leander Dendoncker stelde zich ten dienste van het elftal, zonder
franjes. Allicht belanden ze straks opnieuw op de bank als Axel Witsel en Kevin
De Bruyne terug zijn, maar zeker Tielemans solliciteerde nadrukkelijk naar een
basisplek.

Meunier werd op rechts vervangen door
Castagne, die het goed doet bij Atalanta: een verrassing was dat niet echt. Op
links koos Roberto Martínez niet voor Chadli, bankzitter bij een sputterend
Monaco, of Carrasco, tegen zijn zin nog altijd in China voetballend, maar voor
Thorgan Hazard. Ook dat was niet onlogisch: we noemden hem hier eerder al een valabel
alternatief voor de vleugel.

Tous
ensemble

Wat opviel tegen Rusland: de vleugelbacks stonden
vooral in de eerste helft heel hoog gepositioneerd. Duidelijk een opdracht van
de bondscoach, want hij stuurde niet bij. Daardoor waren er minder
afspeelmogelijkheden voor de centrale verdedigers Alderweireld, Vertonghen en
Boyata — die toen de voorkeur genoot. Het domme tegendoelpunt had daarmee te
maken. Vertonghen speelde noodgedwongen terug op z’n doelman, die de bal voor
zijn zwakkere rechter duwde en in het gras bleef steken. Flater van Thibaut
Courtois, ongetwijfeld, maar ook een gevolg van een te optimistische tactiek.

Tegen Cyprus één wijziging: Vermaelen verving
Boyata achterin. De vleugelbacks waren bereikbaarder en de defensief ingestelde
Cyprioten werden goed onder druk gezet. Eden Hazard zette zijn honderdste
interland in de tiende minuut luister bij met een vroeg doelpunt. Netjes in de
hoek gedeponeerd. Zijn dertigste goal voor de nationale ploeg, waarmee hij
Bernard Voorhoof en Paul Van Himst bijbeent. Romelu Lukaku zit, onbereikbaar,
aan 45. Michy Batshuayi rondde acht minuten later een vlotte aanval af.
Wedstrijd dan al gespeeld. De Rode Duivels behielden rustig de controle, kregen
nog wat kansjes voor en na de pauze, maar het hoefde niet meer zo nodig. Op het
eind kopte Standardverdediger Laifis zowaar nog nipt over het Belgische doel.
Het bleef dus bij een zuinige, maar correcte 0-2.

Na twee groepswedstrijden staat België al alleen
op kop met drie punten voorsprong. Nog meer goed nieuws: er is een systeem en
er staat een team. Dit is meer dan een elftal. Tous ensemble. Alleen Eden lijkt
onmisbaar. De terugkeer van Witsel, De Bruyne & co zal nog voor een extra kwaliteitsinjectie
zorgen.

Meer
kwantiteit = minder kwaliteit

Tevreden zijn mag, vaststellen dat deze Rode
Duivels zich niet meer laten verrassen bij routineopdrachten eveneens, maar het
besef moet er ook zijn dat ze het tegen veel zwakkere tegenstanders moesten
opnemen. Soms is winnen de normaalste zaak van de wereld. Euforie zou fel
overdreven zijn.

Want laten we wel wezen: deze voorronde is
overbodig voor landen van het kaliber van België. Het nummer één op de huidige
wereldranglijst móet gewoon bij de eerste twee eindigen in een groep met,
godbetert, Schotland (40ste op de ranking), Rusland (50), Cyprus (87),
Kazakhstan (117) en San Marino (211de en allerlaatste). Zelfs een tweede plaats
in de eindstand zou een blamage zijn voor deze ‘Golden Generation’.

Naast de nummers één en twee in de groepen,
mogen ook de betere landen uit de poules van de Nations League nog hopen.
Georgië, Kosovo of Wit-Rusland op een EK-eindronde, het zou zomaar kunnen. Dat
heeft natuurlijk te maken met de uitbreiding van 16 naar 24 deelnemers aan Euro
2020. Eenenveertig jaar geleden namen er 16 landen deel aan het WK in
Argentinië. Volgend jaar doen er 16 landen mee op een EK. Veel beter kan je dit
kwaliteitsverlies als gevolg van een kwantitatieve obsessie — zoveel mogelijk
landen laten deelnemen aan een eindronde, zodat je als FIFA- of UEFA-voorzitter
makkelijker herkozen zult geraken — niet illustreren.

Als het aan FIFA-voorzitter Infantino ligt,
wordt het wereldkampioenschap voetbal binnenkort uitgebreid van 32 naar 48
landen. In een niet zo verre toekomst zal dus 43,6 procent van de bij de
Europese voetbalbond aangesloten landen (24 op 55) naar het EK mogen en mag 22,7
procent van de leden van de wereldvoetbalbond (48 op 211) deelnemen aan het WK.
Voorrondes worden hoe langer hoe meer belachelijke bedoeningen. Puur
tijdverlies. Het equivalent van oefenpartijtjes voor de toplanden. Zelfs het
kunstmatige gedrocht Nations League is een betere waardemeter dan dit.

Gokje
op Courtois

De voorronde- en oefenwedstrijden van de Rode
Duivels worden tegenwoordig uitgezonden door de commerciële omroep. Reclameboodschappen
van gokbedrijven vullen voor, tussen en na de ether, en het was al zo ergerlijk
tijdens het voorbije WK op de openbare omroep. Ook op sociale media passeren de
‘uitgelichte’ of ‘gesponsorde’ bijdragen van de Unibets, de Bwins en de
Bingoals tegen een hoger tempo dan dat er gevoetbald wordt. Gokverslaving wordt
nog altijd onvoldoende ernstig genomen in dit land.

‘We zetten ons geld op Courtois’, zei de
VTM-commentator donderdag bij een Russische vrije trap. De taal van de
gokindustrie sijpelt nu ook door in het wedstrijdcommentaar.



AA Gent laat er geen kunstgras over groeien

Sport Posted on wo, maart 20, 2019 07:53:32

(Deze bijdrage verscheen op maandag 18 maart in De Standaard, in de reeks ‘De bankzitter’.)

Op de laatste speeldag van de reguliere competitie
moest er nog één vraag beantwoord worden: wie mag er als zesde team naar
Play-off 1? Antwoord: AA Gent. De Buffalo’s waren in een rechtstreeks duel op
Stayen duidelijk sterker dan STVV: 0-2. Sneu voor de Limburgers, na een knap
seizoen tot nog toe.

Een van de basisregels in een
alles-of-niets-wedstrijd: geen cadeautjes geven aan de tegenstander. Dat had de
Nederlands-Ghanese middenvelder Elton-Ofoi Acolatse van Sint-Truiden niet te
best begrepen toen hij na 17 minuten achteloos terugspeelde tussen twee
ploegmaats in. Daar dook Roman Jaremtsjoek op, Oekraïense aanvaller van AA
Gent, die vriendelijk dankjewel zei en de bal tussen de benen van Steppe
trapte.

STVV probeerde daarna wel, maar Gent was
volwassener en speelde het zakelijk uit. Een tweede goal van Jaremtsjoek na een
kwartier in de tweede helft betekende de doodsteek voor de thuisploeg. Stayen
was nooit een hel gisteren en het werd op het eind een stukje hemel voor de
Gentenaars, die de kwalificatie voor Play-off 1 al bij al redelijk ingetogen
vierden, in tegenstelling tot de luidruchtige meegereisde fans.

Scandinaven
maken het verschil

Van een voormalig landskampioen, niet eens
vier jaar geleden, mag je eigenlijk verwachten dat het bereiken van Play-off 1
een jaarlijks minimum is en dat het daarin geregeld ook een vooraanstaande rol
speelt. De druk is groot in de Ghelamco Arena, het modernste voetbalstadion van
het land.

De koopmansgeest van afscheidnemend manager
Michel Louwagie liet het vorige zomer echter afweten. Financieel was het een
bijzonder interessante periode voor de club, met zo’n twintig miljoen euro
netto transferwinst, maar de kern begon flink verzwakt aan het seizoen. De
tegenvallende resultaten in die eerste maanden kostten Yves Vanderhaeghe zijn
job. In de plaats kwam de hier nagenoeg onbekende Deen Jess Thorup. Dat heeft vooral
te maken met onze gebrekkige kennis van het Deense voetbal, want Thorup werd
vorig seizoen wel landskampioen met FC Midtjylland.

In tegenstelling tot zijn voorganger kreeg
Thorup de ploeg weer aan het voetballen, al was er ook af en toe een terugval,
en bleef Play-off 1 tot vorig weekend een verre droom. Een Leuvense
voetbalanalyticus berekende toen nog aan de hand van 50.000 simulaties dat AA
Gent amper 48 procent kans had om dat doel te halen, tegenover 82 procent voor
STVV. Tja, statistieken… Zelfs het bereiken van de bekerfinale — de Buffalo’s
spelen op 1 mei tegen de kampioen van 1B, KV Mechelen — bleef daardoor ietwat
onderbelicht. Terwijl Gent wel als vijfde aan Play-off 1 mag beginnen, met amper
drie punten minder dan Club Brugge, tweede in de stand. Plots kan er nog heel
veel.

Dat is mede te danken aan de komst van een
oude bekende van Thorup: de Noorse aanvaller Alexander Sørloth speelde een
seizoen onder hem voor Midtjylland, vertrok vorige zomer naar Crystal Palace en
wordt nu gehuurd door Gent. De balvaste en kopbalsterke Sørloth maakte mee het
verschil tijdens de Gentse remonte. Gisteren was hij weer goed voor een assist.
Hou hem in het oog de komende maanden.

Logische
7de plaats

Maanden geleden omschreven we het voetbal van
STVV als ‘kameleonvoetbal’. Dat was niet zo lang na het onverhoopte punt op
bezoek bij leider en streekrivaal KRC Genk, waar de Truienaars op eigen helft
met strikte mandekking uitpakten. Een aanpak die wat deed denken aan het
catenaccio dat Italiaanse ploegen in de jaren 60 en 70 speelden in Europa. Marc
Brys is een hardwerkende trainer, die de nadruk legt op tactische discipline en
die zijn team als geen ander kan instellen op de tegenstander. In het begin van
het seizoen bleven de eigen capaciteiten van het team daardoor een beetje onder
de radar.

In de tweede seizoenshelft oogstte STVV steeds
meer lof voor het frisse voetbal, maar dat ging soms ten koste van de
verdedigende stabiliteit. Het zijn keuzes die je moet maken als trainer. De
Japanner Daichi Kamada was een heel seizoen een gesel voor verdedigingen, de
Ivoriaanse spits Yohan Boli ontbolsterde pas echt in de terugronde. Samen waren
ze goed voor 24 doelpunten. Alleen het Anderlechtse duo Santini-Dimata (27
goals) doet beter. STVV scoorde 47 keer en liet 36 keer tegenscoren. Het heeft
daarmee de zevende aanval en de zevende verdediging van het land. Het klinkt
bijzonder sneu voor de Limburgers, maar misschien is die zevende plaats dan
toch logisch? Neemt niet weg dat dit een knap seizoen blijft, met een hoogst
vervelend einde.

Nog een positief punt: STVV vormt een
uitzondering op de regel dat een buitenlandse eigenaar geen vooruitgang brengt
bij een Belgische club. Het Japanse internetbedrijf DMM.com, voorheen: Digital
Media Mart, pakt het voorlopig intelligent aan, met respect voor de lokale
verankering van de Limburgse club. Dat belooft voor de toekomst.

Of die toekomst zich op kunstgras zal afspelen,
is onduidelijk, want de Pro League wil dat soort ondergrond verbieden. Vreemd,
want acht jaar geleden kreeg STVV wél de toestemming van diezelfde Pro League
om deze grasmat aan te leggen en zo een vorm van gelegaliseerde
competitievervalsing te creëren. Voormalig STVV-eigenaar Duchâtelet heeft
overschot van gelijk dat men nu niet moet terugkomen op die, weliswaar
verkeerde, beslissing van toen.

Vicekampioen
na de winterstop

AA Gent heeft haar plek in Play-off 1
afgedwongen na de winterstop. Dat wordt pas echt duidelijk als we enkel de
negen wedstrijden sinds de herneming van de competitie in ogenschouw nemen. AA
Gent eindigde daarin tweede, met 19 punten (op 27). Vier punten minder dan het
verrassende Moeskroen, de onbetwiste winterkampioen, maar wel twee meer dan
Anderlecht en Standard, vier meer dan Genk en Club, en acht meer dan Antwerp.
Ter vergelijking: STVV behaalde in diezelfde periode 14 op 27. Onder meer die
vijf punten verschil geven nu mee de doorslag. Bijkomend nadeel voor de
Limburgers was het vertrek van Roman Bezoes en Casper De Norre in januari, een serieuze
aderlating.

Tot slot nog een opmerkelijke vaststelling: in
die negen wedstrijden tussen 18 januari en 17 maart behaalde KRC Genk ondanks
de vervelende transferhistorie rond Alejandro Pozuelo en het aanvoelen bij vele
waarnemers dat de Genkenaars in elkaar aan het stuiken waren, wel gewoon evenveel
punten als Club.

Over twee weken begint de voetbalcompetitie.
Het kan nog alle kanten op.



Kwalificatie voor Play-off 1 zonder veel overschot

Sport Posted on do, maart 14, 2019 11:20:05

(Deze bijdrage verscheen maandag 11 maart in de reeks
‘De Bankzitter’ in
De
Standaard.)

Vijf van de zes deelnemers aan Play-off 1 zijn bekend.
Standard en Anderlecht versierden gisteravond een ticket voor deze
nacompetitie, waarvoor Genk, Club Brugge en revelatie Antwerp al geplaatst
waren. Paars-wit had tot twee keer toe de hulp van de dwarslat nodig tegen
Kortrijk.

Verrassend is het natuurlijk niet, dat de twee
traditieclubs op één speeldag van het einde van de reguliere competitie zeker
zijn van Play-off 1. Op papier horen ze daar altijd te staan. Voor Anderlecht
is het vooral een opluchting, in dit kwakkelseizoen waarin de club steeds
verder lijkt af te staan van het zwierige, dominante, technische sterke en licht
hautaine voetbal dat de recordkampioen decennialang serveerde.

Ook tegen KV Kortrijk, dat zelf nog een
waterkansje had om zich voor Play-off 1 te kwalificeren, was het voetbal
allerminst geweldig. Sven Kums was de redder in nood. Hij scoorde twee keer met
rechts: net voorbij het halfuur krulde hij de bal in de linkerbenedenhoek,
halfweg de tweede helft draaide hij een vrije trap in de rechterbovenhoek. Vóór
de goals waren er twee bibbermomenten: pogingen van de bezoekers strandden op
de dwarslat of op doelman Didillon. De zege van Anderlecht was verdiend, de twee-nul
eindstand geflatteerd.

Kunstmatige
spanning

Opvallend is dat Marc Coucke nauwelijks nog
tweet tijdens of na een wedstrijd. Alsof hij nu pas tot het besef komt dat
voorzitter zijn van Anderlecht toch wel iets anders is dan KV Oostende leiden.
De hashtag ‘weireldploegsje’ ligt al een tijdje achter ons. In het Constant
Vanden Stockstadion zijn de verwachtingen altijd hooggespannen. Niet alleen
moet er gewonnen worden, het moet ook nog eens op een manier gebeuren die bij
het DNA van de club past. Dat de supporters zich amper nog roeren na een
zoveelste middelmatige prestatie, zegt veel over de berusting die er momenteel
heerst.

De opluchting in de eretribune na de
doelpunten van Kums was begrijpelijk, maar ook een beetje gênant: een paar jaar
geleden zou een elftal dat ternauwernood bij de eerste zes eindigde, nog
weggehoond zijn. Nu niet. De paars-witte bedrijfscultuur ligt op apegapen. Over
vier maanden wacht Anderlecht nogmaals een complete make-over. Winterkoopje
Peter Zulj werd alweer vroegtijdig naar de kant gehaald: veel te traag, hij lag
door dom balverlies zelfs bijna aan de basis van een tegendoelpunt. Het valt af
te wachten of de Oostenrijker in Play-off 1 wél zijn stempel zal kunnen
drukken. Paars-wit zal het eerder moeten hebben van Sven Kums en de
zeventienjarige Yari Verschaeren.

Benieuwd wat trainer Rutten doet. Play-off 1
zou een ideale leerschool kunnen zijn voor de jonkies, maar de
voorzitter-eigenaar zal ongetwijfeld gemerkt hebben dat het verschil met
Standard, derde in de stand, na halvering van de punten amper één punt
bedraagt. Of we daarbij nog goed voetbal mogen verwachten in het Astridpark is
zeer de vraag. Hoe krijg je deze middelmatige kern nog aan het voetballen?

Al weet je natuurlijk maar nooit met ons
waanzinnige play-offsysteem. Op papier zit er nog maar zes punten verschil
tussen KRC Genk en Anderlecht. Het blijft een anomalie. In geen enkel beschaafd
voetballand gebeurt dit. Hooguit is er elders nog een nacompetitie voor een
resterend Europees ticket. Of mag de op twee na laatste zich proberen te redden
tegen de derde uit tweede klasse. Maar goed, over twee weken lezen we weer
ronkende voorbeschouwingen en wordt de kunstmatig gecreëerde spanning extra
opgeklopt.

11 op
30

Standard ging met 1-2 winnen op Cercle Brugge.
Ook dat is nauwelijks een verrassing te noemen, al lieten de Rouches het de
voorbije weken flink afweten. Na de 3-0 nederlaag op Club Brugge, begin
december, schreven we hier al dat Standard te veel halftijdse voetballers in
huis heeft. De ene week top, de volgende week flop. Dat was toen na de
zeventiende speeldag. Twaalf wedstrijden later blijft die conclusie overeind,
al heeft Michel Preud’homme er toch weer enigszins het vuur ingekregen.

Ook op Cercle toonden de Luikenaars twee
gezichten. Zakelijk en geconcentreerd voor de rust, nonchalant erna. Tegen een
gemotiveerdere tegenstander dan Cercle — dat niets meer te winnen of te
verliezen had — had hen dat zuur kunnen opbreken. Nadeel is ook dat de
wispelturige kern er in Play-off 1 iedere wedstrijd zal moeten staan. In duels
tegen de vijf andere clubs die momenteel in de Top 6 staan, haalde Standard elf
op dertig. In schooltermen is dat een stevige buis.

Bij Cercle werd er dit weekend trouwens meer
gepraat over extra-sportieve besognes dan over prestaties op het veld. Vrijdag
werd de 22-jarige Fransman Arnaud Lusamba, een van de sterkhouders dit seizoen,
op staande voet ontslagen. Eerst heette het omfloerst dat ‘na een gesprek met
de speler, en conform de wettelijke en contractuele voorzieningen, de
samenwerking onmiddellijk en definitief wordt beëindigd.’ In de entourage van
de huurling van OGC Nice werd er gesproken over ‘een privé-probleem’. In werkelijkheid werd Lusamba betrapt op het
gebruik van een verboden middel. Half oktober was er nog een onschuldig brandje
uitgebroken in het appartement van de speler. In tegenstelling tot toen viel
dit dopingbrandje niet meer te blussen.

Speeldag
30 = 1 match

De uitkomst van speeldag 29 is eenvoudig: KRC
Genk behoudt zes punten voorsprong, Standard en Anderlecht zijn er zeker bij in
Play-off 1 en volgend weekend is er nog welgeteld één wedstrijd die ertoe doet:
STVV-AA Gent. Sint-Truiden liet in Moeskroen vooral in de eerste helft een
karrevracht kansen liggen, na de rust was er meer evenwicht in een aangename
wedstrijd. 1-1, dat zijn twee dure punten die in Moeskroen achterbleven.

Toch volstaat een zege op Stayen tegen Gent.
De Buffalo’s deden zelf wat ze moesten doen: winnen van KV Oostende. De negen
op negen van de voorbije weken camoufleert enigszins dat Gent in de competitie
te onregelmatig presteerde. Play-off 1 missen zou een sportieve en financiële opdoffer
zijn voor de landskampioen van vier jaar geleden. Een bekerzege op 1 mei kan
dat slechts gedeeltelijk compenseren.



Kroniek van een aangekondigde degradatie

Sport Posted on zo, maart 10, 2019 12:41:32

(Deze bijdrage verscheen op maandag 4 maart als ‘De Bankzitter’
in
De Standaard.)

Het staat nu mathematisch vast: Lokeren speelt volgend
seizoen een niveau lager. Wie de Waaslanders vervangt is nog niet geweten: KV
Mechelen en Beerschot Wilrijk moeten eerst een dubbel duel afwerken. En dan is
er nog het ‘dossier matchfixing’ dat als een duistere schaduw over de
ontknoping hangt.

Eén-twee. Sporting Lokeren kon aanvallend alweer
nauwelijks een vuist maken, de degradatie is een logisch gevolg van de onmacht
die nu al achtentwintig speeldagen geëtaleerd wordt. Voor Anderlecht betekent
deze magere zege dat het weer wat dichter bij STVV sluipt. Ook AA Gent deed een
goede zaak in Waregem. STVV-Gent op de slotspeeldag zou weleens de sleutelmatch
kunnen worden voor de samenstelling van play-off 1.

Trainer Glen De Boeck heeft het tij dus niet
kunnen keren. Drie op achttien is een negatief rapport (16,7%), dat nog
slechter is dan dat van zijn voorganger Trond Sollied (8 op 30, 26,7%) en even
slecht als dat van Peter Maes (6 op 36, 16,7%), die aan het seizoen begonnen
was in een club waar trainers al een kwarteeuw als wegwerpproducten worden behandeld.
Dan is de simpele waarheid dat het niet aan de trainers ligt, maar aan de
onevenwichtig samengestelde kern. Dat kan mede de schuld van voormalig sportief
directeur Willy Reynders geweest zijn, maar door hem eind augustus te ontslaan,
stuurde voorzitter Lambrecht wel het laatste greintje voetbalverstand wandelen
op Daknam.

Club in
nood te koop

Het overnamedossier van de club raakt maar
niet in een stroomversnelling. Nadat een groep rond ondernemer Ronny Deschacht,
zaakvoerder van DS Plastics en vader van speler Olivier, had afgehaakt, gaf
Joris Van der Gucht, ceo van het fintechbedrijf Silverfin, eind januari aan
interesse te hebben in de (toekomstige) tweedeklasser. De club reageerde met de
laconieke mededeling dat de afscheidnemende voorzitter ‘meer dan ooit bereid is
om mee te werken aan eender welk project dat een nieuw elan bezorgt aan de club.’

Vraag is of Roger Lambrecht intussen beseft
dat de club na gisteravond nóg minder waard is geworden. Als hij vijf miljoen
euro krijgt voor de club die hij vijfentwintig jaar geleden in handen kreeg,
kan hij maar beter toehappen. Nieuwe overnemers zullen zich niet aandienen voor
een club in hoge nood. En om nog wat zout in de diepe wonde te strooien, is het
seizoen over twee speeldagen al definitief voorbij voor Lokeren. Dan wacht het
Grote Niets. Fijne competitieformule is dat, waarin een voetbalbedrijf wel zijn
personeel mag blijven betalen, maar geen inkomsten meer kan verwerven, behalve
dan een miljoentje aan tv-gelden als afscheidspremie.

Traditieclub

In de voorbeschouwingen op het seizoen kwamen slechts
twee namen naar voor van potentiële degradatiekandidaten: Eupen en Excel
Moeskroen, in die volgorde. Was dat wishful thinking van trainers, analisten en
voetbaljournalisten? Wilden ze de clubs die vorig seizoen op zo’n lelijke
manier geëindigd waren, liefst zo snel mogelijk kwijt? Feit is dat beide clubs
al een tijdje veilig zijn.

Net als vorig seizoen degradeert er een
traditieclub. Toen heel verrassend KV Mechelen, nu iets minder verrassend
Sporting Lokeren. De supporters van KV bleven trouw aan hun geel-rood: zij
hebben de club vijftien jaar geleden gered, die band kan niet verbroken worden,
zelfs niet door tegenvallende resultaten. KV investeerde in een nieuwe
hoofdtribune en ontving dit seizoen gemiddeld zelfs meer toeschouwers dan vorig
jaar: zo’n 13.500. In 1A zou het daarmee tien clubs achter zich laten.

Op dat effect moet Lokeren niet hopen. Geen
nieuwe tribune op komst op Daknam, geen supporters die het beleid mee mogen uittekenen,
geen bv’s die als uithangbord fungeren. Vergeleken met vijf jaar geleden is het
aantal toeschouwers bijna gehalveerd tot net iets meer dan vierduizend. In 1B
wordt dat ongetwijfeld nog een pak minder.

Zonde, want de erelijst oogt fraai. In de
zomer van 1974, vier jaar na de fusie van Standaard Lokeren en Racing Club
Lokeren, promoveerde Koninklijke Sporting Club Lokeren naar de hoogste
afdeling. Daar bracht het eenenveertig van de voorbije vierenveertig seizoenen
door. De club werd één keer vicekampioen (1981), won twee bekers (2012, 2014),
leverde twee keer de topschutter (Jan Koller en Hamdi Harbaoui) en slaagde erin
toppers als Lubanski, Lato en Larsen naar het Waasland te laten afzakken. Dat
is zonder meer knap voor een provincieclub, al doet Wase rivaal
(Waasland-)Beveren nog beter.

Wie wil
er kampioen worden?

Wie de plaats van Lokeren mag innemen, weten
we pas over twee weken. KV Mechelen verzuimde het op het veld van Lommel de
tweede periode te winnen en bijgevolg ook de kampioenstitel te pakken. In de
slotfase veegde de thuisploeg een kleine achterstand weg: 1-1. Omdat ook OH
Leuven-Beerschot Wilrijk op een gelijkspel eindigde (2-2), is Beerschot Wilrijk
periodekampioen. In een normaal voetballand zou KV Mechelen nu kampioen zijn,
omdat het na achtentwintig speeldagen vijf punten meer telt dan de eerste
achtervolger. In België niet. Hier wordt nog een finale over twee wedstrijden
betwist: volgend weekend Beerschot Wilrijk-KV Mechelen, het weekend van 16 en
17 maart wordt die affiche omgedraaid.

Tenzij… de voetbalbond eerstdaags beslist op basis van de beschikbare informatie KV Mechelen wegens poging
tot matchfixing (in het vorige seizoen) te veroordelen tot degradatie naar de
Eerste Amateurliga. En als de bond die veroordeling doortrekt naar
Waasland-Beveren — ‘De keuken is besteld’, weet u nog — zou zelfs Lokeren
alsnog profiteren en volgend seizoen gewoon in 1A voetballen, samen met
Beerschot Wilrijk. Spanning op én naast het veld.



Vloek van het Astridpark blijft overeind

Sport Posted on wo, februari 27, 2019 10:21:33

(Deze bijdrage verscheen maandag 25 februari in de
wekelijkse reeks ‘De bankzitter’ in
De Standaard.)

Een zinderende slotfase maskeerde enigszins dat
Anderlecht-Club al te lang een kabbelende topper was geweest. De 2-2 was een
correcte uitslag, maar geen van beide ploegen schiet daar veel mee op. Club
staat weer op tien punten van Genk, Anderlecht moet nog altijd knokken voor
plek zes.

Twintig jaar, vijf maanden en vijftien dagen.
Zo lang was het al geleden dat Club Brugge nog eens had gewonnen in het
Astridpark. Was? Is! 9 september 1998, dat zal nog een tijdje het 9/9-moment
van Club blijven, drie jaar vóór 9/11. De twee uitblinkers van
gisterennamiddag, Yari Verschaeren en Krépin Diatta, waren toen niet eens
geboren. Het internetbedrijfje Google werd vijf dagen eerder opgericht en van virtueel
verbroederen op Facebook was nog lang geen sprake. Kranten lazen we enkel op
papier. Georges Leekens was voor het eerst bondscoach. De vorige eeuw, quoi.

Als er in de voorbije twee decennia ooit
sprake was van een momentum, was het wel nú: Anderlecht speelt een bleek
seizoen, moet knokken om play-off 1 te halen. Club deed vorige zondag
vertrouwen op tegen Genk, al kreeg het vier paar dagen later wel een Europese
tik in Salzburg. Het vroege doelpunt van Wesley leek dat scenario van een
eerste uitzege sinds mensenheugenis alleen maar te bevestigen. Trainer Fred
Rutten keek met gekruiste armen toe, als een machteloze leraar die voor een
lege klas staand vaststelt dat iedereen spijbelt.

Jonkies
als lichtpunt

‘Beste supporters, gelieve geen voorwerpen op
het veld te gooien’, vroeg de stadionomroeper. Voorwerpen, dat was zeer ongepast;
een paar spelers, dat had op dat ogenblik wel gemogen. Scheidsrechter en
videoref waren dan nog zeer lankmoedig voor twee opzichtige elleboogstoten van
Ivan Santini. Vreemd dat die zomaar passeerden. Anderlecht gaf niet thuis, het was
wachten op een tweede Brugs doelpunt. Tot Bolasie vanuit het niets de
gelijkmaker scoorde. Zo gaat dat in voetbal.

Na de rust wachtte Anderlecht voornamelijk af,
het probeerde niet eens te profiteren van het feit dat Club minder dan drie
dagen voordien nog gespeeld had en een mentale opdoffer had moeten incasseren.
Tot tien minuten voor tijd kabbelde de topper voort: veel inzet en goeie wil,
weinig overleg of doelgevaar, en een iets te gezapig tempo. Lichtpunten waren
de jonkies. Yari Verschaeren (17) is nog eens zo’n Anderlechtproduct pur sang:
technisch sterk, slim, veel lef. Aan de overzijde teisterde Krépin Diatta (die vandaag
20 wordt) de rechterflank van paarswit. Nauwelijks bij te houden op volle
snelheid, nog iets te onbesuisd bij het voorzetten. Het soort spelers die niet
hun hele carrière in België zullen voetballen.

En toen werd er plots gescoord. Opnieuw
Bolasie. En wéér gescoord: invaller Vlietinck. Twee keer na een grote
dekkingsfout. Beide ploegen gingen nu voluit voor de winst, er hadden best nog
wat goals kunnen vallen in een zinderende slotfase, waardoor het heel even leek
alsof we naar een geweldige topper zaten te kijken. Maar dat was het absoluut
niet. Hooguit een driesterrenfilm: interessant zonder meer. De vraag die al een
jaar of tien de voor- en nabeschouwingen van dit duel beheerst, zal ook bij de
volgende Anderlecht-Club luidop gesteld kunnen worden: wanneer wordt de vloek
van het Astridpark eindelijk gebroken?

Union,
de ploeg van Brussel

Het blijft intussen een pijnlijke vaststelling
dat dit Royal Sporting Club Anderlecht op eigen veld blij moet zijn met een
felbevochten punt. Net zoals het pijnlijk is dat dé Brusselse club van het
seizoen niet Anderlecht maar Union is: halvefinalist in de beker en zaterdag in
1B nog 0-5 winst bij titelkandidaat KV Mechelen. Dat steekt ongetwijfeld in het
Constant Vanden Stockstadion. We vallen in herhaling wat de paars-witte mankementen
betreft: te weinig spelers met Anderlecht-DNA, te veel weireldploegsje en lang
geen wereldploeg, een faliekant transferbeleid in de zomer. De Congolese
huurling Yannick Bolasie, die in januari kwam, blijkt wel degelijk een
versterking. Wat de Oostenrijker Peter Zulj voor de recordkampioen kan
betekenen, valt nog af te wachten.

Play-off 1 zou op papier nochtans geen
probleem mogen zijn voor Anderlecht: het moet nog naar Lokeren en Oostende en
ontvangt tussendoor Kortrijk, uitgetelde tegenstanders. Na de halvering van de
punten kan er dan plots weer heel veel. Verklaart dat de gelatenheid van de fans?
Hopen ze tegen beter weten in op een verrijzenis in de lente?

Zonnekoning
Veljkovic

Genietend in het zonnetje gisteren: Dejan
Veljkovic en Kris Luyckx. Een spijtoptant en zijn advocaat. Beetje schaamteloos
van de corrupte makelaar om zich zo opzichtig, als een onaantastbare
zonnekoning, te vertonen na een week waarin een door hem blootgelegd
zwartgeldcircuit rond trainer Peter Maes de media domineerde. Iets meer
terughoudendheid had gepast.

Of was het zijn manier om solidariteit te
tonen met de collega-makelaars die op hun centen zitten te wachten? De advocaat
van Mogi Bayat, tot een dik jaar geleden huismakelaar in het Astridpark,
insinueerde zelfs dat de club zware financiële problemen heeft. Als dat zo is,
zou het mislopen van Europees voetbal volgend seizoen een financiële ramp zijn
voor de club. Ook de in december weggestuurde trainer Hein Vanhaezebrouck,
cliënt van Bayat, heeft zijn ontslagvergoeding — anderhalf miljoen euro, zo
wordt gezegd — nog niet ontvangen. Dat laatste is op zijn minst gezegd niet
netjes van voorzitter Coucke, die gisteren overigens ontkende dat de club het
naast het veld even moeilijk heeft als erop. Daar moet een kapitaalverhoging
van dertig miljoen euro mede voor zorgen.

Een suggestie tot slot: voetbalclubs die er
niet voor terugdeinzen trainers of spelers in het zwart te betalen, krijgen een
boete ter waarde van twee keer dat ‘zwarte’ bedrag en verliezen gedurende vijf
jaar hun sociale en fiscale voordelen, die sowieso al een scheeftrekking zijn
in de miljoenenbusiness die de Jupiler Pro League is. Wie dacht dat zwartgeld
uit ons voetbal verdwenen was na de zaak-Bellemans uit 1984, is wel heel naïef
geweest. Financieel valsspelen zit in de Belgische natuur. De bedrijfssector
Voetbal vormt daarop geen uitzondering.



« VorigeVolgende »