(Deze bijdrage verscheen maandag 8 april als ‘De
Bankzitter’ in
De Standaard.)

KRC Genk en AA Gent maakten er zaterdag een geweldige
wedstrijd van, misschien wel de beste van het seizoen. Genk won nipt, 2-1. Alleen
de scheidsrechters en de videoreferee bliezen uit de toon. Anderlecht verloor
nogmaals op eigen veld, deze keer van Antwerp. 0 op 9, dat is ronduit
beschamend.

800. 1327. 1465. 1566. 1850. Het zijn geen
significante jaartallen uit de wereldgeschiedenis maar een handvol
toeschouwersaantallen van de eerste drie speeldagen in Play-off 2. De
supporters die Cercle Brugge gingen aanmoedigen uit bij Union (52) pasten in
een gewone bus, voor wie van Eupen naar Oostende reisde (22 stuks) volstonden vijf
personenwagens. Getallen zeggen niet altijd alles, maar in het geval van
Play-off 2 doen ze dat wel. Je moet al een heel fanatieke fan zijn om daarvoor
je vrijdag- of zaterdagavond op te offeren. En dat voor een competitieformat
waarin je in het beste geval eind mei tegen de vierde uit Play-off 1 mag opdraven
(tenzij die vierde AA Gent heet en op 1 mei de beker zou hebben gewonnen, maar
dit nog even terzijde).

Niemand zit te wachten op een Europees karwei half
juli in Albanië, Armenië of Azerbeidzjan. Niemand zit te wachten op Play-off 2.

Voetbalfeest

Veel interessanter, zowel op papier als in realiteit,
is Play-off 1. Na de eerste speeldag leken KRC Genk en Club Brugge vertrokken
voor een onderling duel, maar na de onverwachte nederlaag van Genk op de Bosuil
en de uitzeges van Club en Standard in Anderlecht en Gent, diende zich plots een
driestrijd aan. De enige juiste conclusie is dan dat het in deze formule zelden
een goed idee is om snel te concluderen.

Genk moest zaterdagavond tegen Gent weer vol
aan de bak om de leidersplaats te vrijwaren. In de thuiswedstrijden móet het
gebeuren. De Buffalo’s waren met twee nederlagen aan Play-off 1 begonnen: in
Brugge werden hun aanvallende intenties gefnuikt door de vroege uitsluiting van
Odjidja, tegen Standard hadden ze pech. Ook in de Luminus Arena startte Gent zonder
angst. Het toog vrank en vrij ten aanval, met verzorgd voetbal. Dat ook de
thuisploeg naar voren trok, was alleen maar goed voor het spektakel.

Een vroege duw in de rug van Samatta bleef
onbestraft, op de tegenaanval dribbelde Sørloth Vukovic, maar die kon er toch
nog een handje tussen steken. Asare profiteerde bijna van een slapende Maehle.
De bal strandde op de paal, waarna Dewaest zijn voet op de enkel van Dejaegere
plantte. Er kwam geen penalty, daarover zo dadelijk meer. Kaminski haalde een
vrije trap van Malinovski uit de hoek en stopte kort daarna ook Trossard af.
Aan de overzijde trapte Verstraete nipt naast. Het soort wedstrijd die je op
het puntje van je stoel volgt.

Het slot van de eerste helft was voor Roeslan
Malinovski. De Oekraïner zag eerst zijn slechte voorzet op de lat landen. Een
minuutje later schoot hij tegen Bronn aan, die de bal tegen de hand kreeg. De
scheidsrechter reageerde niet, de videoref wel. Malinovski trapte feilloos
binnen vanaf elf meter. En in de toegevoegde tijd week zijn schot af op de
onfortuinlijke Bronn: 2-0. Eigenlijk een own-goal, maar Malinovski kreeg hem op
z’n conto, zijn elfde doelpunt dit seizoen.

Ook de tweede helft was een voetbalfeest.
Kansen heen en weer, uitstekende saves van Vukovic en Kaminski, ultieme
reddingen van verdedigers die lijf en leden riskeerden, pogingen tegen het
doelhout, controversiële fasen, en op het eind nog volop spanning, na een
tegendoelpunt van Timothy Derijck en een rode kaart voor Malinovski, samen met
Ito toch wel de uitblinker in een blauw shirt. Na meer dan zeven extra minuten
kon KRC Genk eindelijk opgelucht ademhalen. Twee-één, verdiende zege tegen een
verdienstelijk AA Gent. Voetbal zoals het altijd zou moeten zijn, spelen om te
winnen. Compliment voor de Gentse trainer Jess Thorup: hij heeft een ingeslapen
elftal weer aan het voetballen gekregen.

Slapende
VAR

Het spektakel werd enkel ontsierd door de
zwakke wedstrijdleiding. Scheidsrechter Lawrence Visser en, vooral, videoref
Erik Lambrechts gaven een hele wedstrijd niet thuis. Het resultaat was een
festival van foute en niet-gecorrigeerde beslissingen. Over de duw in de rug
van Samatta, in de vijfde minuut, kon je nog discussiëren: was het een
overtreding of niet? Feit is wel dat diezelfde Samatta voor een perfect
vergelijkbaar duwtje wél teruggefloten werd. Het gekende euvel: aanvallers
worden sneller bestraft dan verdedigers.

Dewaest zette zijn zware rechter in het
strafschopgebied op de enkel van Dejaegere. Eender waar elders op het veld zou dat
worden bestraft, gele kaart voor Dewaest erbovenop. Nu bleef het bij een
hoekschop (die er geen was). De VAR liet begaan.

Dat deed Lambrechts niet bij de hands van
Bronn in de 40ste minuut. Strafschop, volgens hem. Hoewel de bal eerst de dij
van de Gentse verdediger beroerde en van daar opsprong naar zijn hand. Zeer
discutabel. Maar vooral: was dit wel een ‘clear error’ van Visser, die de fase
had beoordeeld als ‘onvrijwillige hands’? Helemaal op het einde van de match
kreeg Lucumi (Genk) de bal eveneens tegen de arm, toen werd er niet ingegrepen.

Halfweg de tweede helft ging Asare zwaar door
op de enkel van Ito. Het bleef bij een gele kaart, terwijl alleen een directe
uitsluiting op zijn plaats was. Duidelijk wel een clear error. En de
scheidsrechter liet ook toe dat Dewaest hem opzij duwde en zich hoofd tegen
hoofd zette tegen Bezus. Dewaest maakte daarbij een (licht) koppende beweging.
Het mocht gebeuren.

Kans is groot dat de immer sussende
scheidsrechtersbaas Johan Verbist vandaag weer uitpakt met een positief rapport
voor het kwartet op het veld en het trio in het busje. Dat zou een vertekening
van de realiteit zijn. Haal Erik Lambrechts uit dat busje, hij is een
uitstekende veldscheidsrechter.

Malle
Malinovski

In de slotfase probeerde Malinovski bij de
bezoekende cornervlag tijd te winnen. Verstraete trok hem omver, waarna de
Oekraïner de Gentse middenvelder vol in het gezicht raakte. Wie de wedstrijd
integraal heeft bekeken en geen Genks petje droeg, zal gemerkt hebben dat de
spel- en doelpuntenmaker altijd eerst de linkervoet omhoogsteekt wanneer hij wordt
neergehaald. Het hoort blijkbaar bij zijn valritueel. Een pavloviaanse reflex.
In die bewuste fase op het eind stootte hij zijn voet naar links, pardoes op
het hoofd van Verstraete. Of hij zijn tegenstander precies op die plek wilde
raken, is onduidelijk, maar de trappende beweging was zeer zichtbaar.
Scheidsrechter Visser aarzelde niet: rood. Een verdedigbare beslissing.

De woede van Genktrainer Clement was
overdreven, maar ook begrijpelijk: na het vertrek van Pozuelo en door de
mindere vorm van Trossard is Roeslan Malinovski meer dan ooit de draaischijf
van dit Genk. Als zijn uitsluiting bevestigd wordt, riskeert hij de volgende
wedstrijden te missen, thuis tegen Club en uit bij Standard. Dat wordt weer
puzzelen voor Philippe Clement.

Vanavond weten we meer na Club
Brugge-Standard. Een sleutelwedstrijd. Net zoals de zeven die nog volgen.

Chaos
in het Astridpark

Laatst was ik in het Kunstmuseum van Basel
voor een tentoonstelling over kubisme. Wat Pablo Picasso en Georges Braque
begin vorige eeuw deden, was als het samenstellen van een legpuzzel door alle
stukjes op een plaats te leggen waar ze in feite niet thuishoorden. Een beetje
zoals het voetbal van Anderlecht momenteel. Alleen noemen we dat bij Picasso en
Braque kunst en bij Anderlecht chaos. Ook vijf letters, maar een wereld van
verschil. Het ene was geniaal, het andere rommelig. Picasso en Braque wisten
wat ze deden, de spelers van Anderlecht zelden of niet. In beide gevallen
probeert de toeschouwer de vertoning te begrijpen.

Ze deden nochtans hun stinkende best tegen
Antwerp, de Anderlechtspelers. Het doelgevaar bleef echter alweer beperkt. Kums
trapte een vrije trap nog net naast, Gerkens kopte vrijstaand een voorzet van
Najar binnen. Maar binnen de vijf minuten scoorde Lamkel Zé de gelijkmaker. Doelman
Didillon, blunderend in vorige wedstrijden, moest vaker tussenbeide komen dan overbuur
Bolat.

Net wanneer zowat iedereen uitging van een billijke
puntendeling, sloeg Antwerp toe: Mbokani duwde van dichtbij binnen, nadat
Lamkel Zé op de paal had geschoten. 1-2 en 0 op 9, dat is de harde realiteit
voor Anderlecht. Beschamend. Het volk morde. Antwerp zit aan 6 op 9, wellicht een
punt of vijf meer dan vooraf ingecalculeerd. Puik.