(Deze ‘Bankzitter’ verscheen maandag 1 april in De Standaard.)

De openingsspeeldag van Play-off 1 leverde drie
thuisoverwinningen op. Winnaars Standard, KRC Genk en Club Brugge scheiden zich
af van het trio Anderlecht-Antwerp-Gent. Vooral Genk en Club demonstreerden,
Anderlecht stelde alweer zwaar teleur.

Standard had vrijdagavond al gedaan wat het
moest doen: winnen van Antwerp. Mbokani had de outsider in Play-off 1 op
voorsprong geschoten, maar in een geanimeerde slotfase scoorden de uitstekend
ingevallen Djenepo, Cavanda en Laifis voor de Luikenaars. Wellicht zal Antwerp
geen rol van betekenis spelen in deze eindronde, maar het is sowieso al knap
dat het in dit tweede seizoen bij de elite al mag meespelen met de grote
jongens. Voor Standard blijft de vraag of er eindelijk enige regelmaat in de
prestaties kan gelegd worden.

Anderlecht leed in Genk al de tiende nederlaag
van het seizoen. Voor een slechtere statistiek moeten we al terug naar het
seizoen 1979/1980, toen Anderlecht vijfde eindigde en na 34 speeldagen tien
keer had verloren. Nu zit het al op datzelfde negatieve niveau na 31
speeldagen. En het had zich al met het laagste aantal punten sinds de invoering
van de play-offs, in het seizoen 2009/2010, gekwalificeerd voor Play-off 1: 51.
Vier punten minder dan vorig seizoen en drie jaar geleden, en maar liefst 18
minder dan in 2010.

Fris
Genk

De eerste helft speelde Anderlecht welgeteld
vijf minuten mee. Ivan Santini had dan al een eerste tik uitgedeeld.
Letterlijk. Zijn directe tegenstander, Jhon Lucumi, kreeg een knokig
lichaamsdeel — Van Dale: ‘armgewricht tussen onder- en bovenarm’ — tegen het hoofd.
Opnieuw bleef de actie van de Kroaat onbestraft. In zijn vrije tijd luistert
hij vast vaak naar Elbow.

Na een poging van Trossard die bovenop de lat
belandde, werd paars-wit, pardon: zalmroze, helemaal weggetikt door een fris en
weer met veel vertrouwen voetballend KRC Genk. Aly Samatta bewees dat hij veel
meer is dan de topschutter in de Jupiler Pro League. Hij liep voortdurend weg
uit de spits en trok zo gaten waarin afwisselend Trossard, Malinovski, Heynen
en zelfs rechtsachter Maehle gretig doken. De centrale verdedigers van
Anderlecht hadden daar geen vat op.

Het was een wonder dat we 32 minuten moesten
wachten op een goal: doelman Didillon probeerde tijd te rekken en trapte
stuntelig uit tot bij een Genkenaar. Samatta legde de voorzet met het hoofd af,
Maehle kwam gepast ingelopen en kopte binnen. Zo eenvoudig gaat dat soms. Als
voetballiefhebber kan je alleen maar hopen dat tijdrekken altijd zo zou worden
afgestraft. Een minuutje na dat doelpunt trapte Samatta tegen de paal. De
bezoekers zetten daar enkel een afgeweken en daardoor gevaarlijk schot van Kara
— samen met Yari Verschaeren de enige Anderlechtenaar op niveau — tegenover. Bijna
belachelijk dat dit team-zonder-noemenswaardige-kwaliteiten aan Play-off 1 mag
deelnemen.

Respectloos

Na de rust was Anderlecht meer aanwezig: kon
ook moeilijk anders. De meeste kansen waren wel nog voor de thuisploeg. De
vinnige Japanner Junya Ito, die zich een minuut eerder geblesseerd had, dolde
met Obradovic en krulde de bal mooi met links in de bovenhoek. Ivan Obradovic
bewees in die ene fase, waarin hij twee keer belabberd ingreep, waarom Hein
Vanhaezebrouck gelijk had om hem in de B-kern te droppen.

Invaller Joseph
Paintsil duwde Anderlecht nog wat dieper in de miserie. Hij knalde vanuit een
onmogelijke hoek tussen de benen van Didillon, die een ongelukkige avond
beleefde. Helemaal op het eind trapte huurling Bolasie nog een wenkende kans
onstuimig over, terwijl er twee medespelers helemaal vrij stonden en hij zelf
de hoek voor het uitkiezen had. Qua illustratie van machteloosheid kon dat
tellen. En dan is Yannick Bolasie niet eens de slechtste transfer van
Anderlecht. Hij heeft tenminste nog een actie in huis en scoort geregeld. Dat
kan van die andere winteraanwinst, Peter Zulj, niet gezegd worden. De
Oostenrijker is het type slaapwandelaar-voetballer. Veel praatjes in de pers,
weinig te zeggen op het veld. Nu Adrien Trebel terug is, wordt Zulj wellicht
snel overbodig. Behoudens in journalistieke middens is het statuut van
bankzitter geen compliment.

Alsof de lamentabele
prestaties nog niet genoeg zijn, liet de recordkampioen deze week weten dat het
met Lotto een nieuwe hoofdsponsor heeft gevonden, die binnenkort zijn naam aan
het stadion zal geven. Na 36 jaar Constant Vanden Stockstadion wordt dat straks
dus Lottodrome, of zo. Kansspelbedrijven zijn steeds prominenter aanwezig in
ons voetbal. Marc Coucke wil komaf maken met het verleden, terwijl meer respect
voor de dynastie-Vanden Stock gepast zou zijn. Vader Constant en zoon Roger
behaalden als voorzitter ieder tien landstitels, samen dus twintig. Coucke zit
voorlopig nog aan — even checken — nul.

Nog een nieuwtje: Anderlecht
is geïnteresseerd in de in juni transfervrije Congolese spits Dieumerci
Mbokani. Die heeft een dubbel paars-wit verleden. In november wordt Mbokani 34.
Het bestuur is radeloos, zoveel is duidelijk. Zou Jan Mulder nog meekunnen?

Pozuewie?

Die sportieve zorgen kennen ze in Genk niet. Malinovski
deed het een rijtje hoger dan gebruikelijk prima, de terugkeer van Berge zorgde
voor meer evenwicht, Samatta werkte zich de pleuris, winterkoopje Ito bleek een
revelatie, Maehle toonde eens te meer wat voor geweldenaar hij is op de
rechterflank, en dan heeft trainer Clement nog in alle linies uitstekende
wisselmogelijkheden. De Limburgers waren even weg, maar ze lijken al na één
speeldag in Play-off 1 helemaal terug.

KRC Genk schitterde zonder Alejandro Pozuelo,
Pozuelo schitterde zonder Genk. In zijn debuutmatch voor Toronto FC scoorde de
Spanjaard twee keer (een subtiele lob en een panenka-penalty), gaf hij één
assist en mocht hij het veld onder klaterend applaus verlaten. Pozuelo is een
excellente voetballer. Toch blijft het onbegrijpelijk dat Genk hem op het einde
van de reguliere competitie bleef opstellen. Dat gaf anderen in de kern de
indruk dat ze toch maar doublures zijn, terwijl de Spanjaard zelf niet meer
voluit ging.

‘Mijn toewijding aan het team is mijn grootste
kwaliteit’, zei Pozuelo bij zijn persvoorstelling in Toronto. Wrange woorden
voor de Genkaanhangers die gelaten de transfersoap moesten ondergaan. Die
uitspraak was maar net iets minder misplaatst dan de plastic opblaaspop die
Genkse fans twee weken geleden in Waregem hadden opgehangen. Pozuewie?

Quo
Vadis Odjidja?

Vóór het weekend liet Ivan Leko, wiens
contract afloopt, weten dat hij een beslissing over zijn toekomst heeft
genomen. Hij vertrekt, concludeerden de media. Dat zorgde niet voor onrust in het
Jan Breydelstadion. Integendeel, Club startte furieus: Schrijvers trapte op de
lat, Dennis besloot te zwak. Aan de overzijde liet AA Gent zich evenmin
onbetuigd. Leuke aanvangsfase, waarin Vormer scoorde, na een heerlijke voorzet
van Dennis.

Maar halfweg die eerste helft ging het licht
even uit bij Vadis Odjidja, ex-Club: hij realiseerde zich blijkbaar plots dat
deze confrontatie de bijnaam ‘De slag om Vlaanderen’ heeft gekregen en zette
zijn studs op de dij van Wesley. Weinigen hadden het gezien, ook de
scheidsrechter niet, maar videoref Tim Pots was wakker. Correcte ingreep, terechte
uitsluiting voor Odjidja. Nauwelijks een minuut later knalde Mata staalhard via
de onderkant van de lat binnen. Twee-nul, wedstrijd dan al gespeeld.

Vooral de flanken van Club bleven ook daarna een
gesel voor de Buffalo’s. Dennis en Diatta zijn snel, dribbelvaardig en hebben
een goede voorzet in huis. Dat bewees Dennis opnieuw in de 57ste minuut: dit
keer tikte Vanaken binnen. En dan houden ze Danjuma, revelatie van het
seizoensbegin, nog achter de hand in Brugge. Dat het geen grotere afstraffing
werd, had Gent te danken aan doelman Kaminski. De vierde plaats lijkt dan toch
het hoogst haalbare voor de Gentenaars. En Leko? Die ontkende achteraf dat hij
zijn vertrek had aangekondigd, maar bevestigde dat zijn beslissing genomen is.
Vreemde communicatie.

Voorzichtige conclusie na speeldag 1: Genk is
technisch sterker en doet het in het post-Pozuelo-tijdperk in een 4-3-3, de 3-5-1-1
van Club imponeert door de power en snelheid van handelen. Twee verschillende
stijlen, twee teams met aanvallende intenties. De toekomstige kampioen mag
gezien worden.