Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

De Larry David in ieder van ons

Radio en Televisie, Samenleving Posted on za, oktober 08, 2022 11:36:26

Ik ben rond, beste lezer. Neen, dit wordt geen klaagzang over overgewicht, ik ben rond met het kijken naar de geweldige tv-serie Curb your enthusiasm, wat zoveel betekent als ‘Verwacht er maar niet te veel van’ (iets wat, terloops gezegd, in het algemeen ook voor mijn blogposts geldt). Ik heb de serie pas in 2011 ontdekt, in de tweede aflevering van het achtste seizoen. Intussen werden, met een beetje vertraging, ook seizoenen negen tot en met elf ingeblikt, telkens goed voor tien afleveringen, honderd en tien in totaal. Maar er bleef dat gat van die eerste zeven seizoenen plus die ene aflevering van seizoen acht.

Dankzij een gewijzigde abonnementsformule kon ik een paar maanden geleden in de wonderbaarlijke tv-theek eindelijk die oude reeksen beginnen op te vragen. Opeens was hoofdrolspeler en bedenker Larry David geen man van vijfenzeventig meer, wat hij nu is, maar werd hij tweeëntwintig jaar terug in de tijd gekatapulteerd, een prille vijftiger. Die David is overigens de medebedenker van de succesvolle sitcom Seinfeld, die tussen 1989 en 1998 te zien was op de Amerikaanse televisie. Hij heeft daar naar verluidt een slordige tweehonderd miljoen dollar aan verdiend. Pretty, pretty, pretty, pretty good!

Excuus, misschien kunt u niet volgen. Die laatste uitspraak doet Larry David namelijk de hele tijd in Curb your enthusiasm. Mocht u de serie niet kennen: 1) shame on you!, 2) haal uw schade alsnog in, het loont de moeite. In Curb… speelt Larry David zichzelf, zoals het personage van George Costanza in Seinfeld ook gebaseerd was op de sociaal gehandicapte David. Hij heeft dus de gewoonte om zichzelf als personage te portretteren. Ik hoop dat het een uitvergrote versie van zijn eigen leven is, vol overdrijvingen, anders geeft het te denken. Het hoofdpersonage, Larry David dus, is een rijke, joodse scenarioschrijver-producer die hoofdzakelijk rentenierend, golfend, uitgebreid lunchend en commentaar op alles en iedereen gevend door het leven stapt. De dialogen zijn summier uitgeschreven, er wordt duchtig geïmproviseerd voor de camera, wat de montage naar het schijnt tot een helse job maakt. Elke aflevering duurt ongeveer een halfuur en omvat een tweetal verhaallijnen die naar het einde samenkomen. Elk seizoen bevat bovendien een overkoepelende verhaallijn die tien afleveringen meegaat en eindigt in een apotheose, meestal een anticlimax voor de hoofdfiguur.

Wat Larry David (het personage) zo interessant maakt, is dat hij in ieder van ons zit. In het beste geval een beetje, in het slechtste geval een grote hap. Hij zeurt constant, heeft altijd gelijk, vindt dat hij in alle omstandigheden mag zeggen wat hij wil zeggen, gaat overal en met iedereen in discussie. Larry David is Twitter, beste lezer, maar dan om te lachen, en je hebt er niet eens een lachband voor nodig.

Sommigen vinden dat Curb your enthusiasm de witte cisgender levensstijl propageert, maar het tegendeel is waar: dit is kritiek op de gelijkhebberige boomer, en niet zo subtiel ook. Larry David is seksistisch, racistisch en homofoob, maar hij is dat niet op een Filip Dewinterachtige wijze, neen, hij is de verzinnebeelding van de tolerante progressieve witte man die niet beseft hoe onverdraagzaam hij in werkelijkheid is. U moet de boeken van Robin DiAngelo maar eens lezen, White fragility en Nice racism, over hoe mensen die zichzelf progressief, tolerant en intelligent noemen toch voortdurend in de fout gaan, en daardoor in hetzelfde schuitje belanden als de ‘Ik ben geen racist maar…’-toeteraars. Die eerste aflevering van De tafel van vier waarin geprovoceerd werd met het n-woord? Daar had Larry David kunnen zitten, hij zou vrolijk meegedaan hebben (het personage, hopelijk niet de persoon zelf).

Soms zit je goedkeurend te kijken naar wat er op het scherm gebeurt. Een voorbeeld: Larry David loopt binnen in een ijssalon en raakt geïrriteerd omdat de vrouwelijke klant voor hem álle smaken eventjes wil proeven, alvorens ze toch maar vanille bestelt. Ik zou óók verontwaardigd zijn over haar egoïsme en het verlies van mijn kostbare tijd, we hebben dat allemaal al weleens meegemaakt. Alleen gaat David zó lang door met klagen, dat je op den duur wel de kant van die vrouw moét kiezen. Gelijk hebben is nog iets anders dan gelijk halen.

Ander voorbeeld, uit de allereerste aflevering die ik ooit zag en die ik eergisteren opnieuw heb gezien: twee vrouwen staan voor het roomijsdepartement in een supermarkt, de ene weent, de andere probeert haar te troosten. En Larry David probeert hen — eerst vriendelijk, daarna pusherig — naar links of naar rechts te maneuvreren, waardoor hij aan zijn portie Ben & Jerry’s kan. Typisch is dan dat de troostende vrouw, die een safe house in Davids buurt blijkt te runnen, hem nadien uitnodigt om zich te verontschuldigen, waar hij na enig aandringen op ingaat, maar waardoor hij, zoals steeds, de zaak nog erger maakt. Want na zijn ‘I’m sorry’ volgt dan zonder uitzondering een opsomming van waarom hij toch vindt dat hij gelijk had. Natuurlijk begrijpt hij niet waarom mensen dan nóg bozer worden.

De Larry Davids van deze wereld lopen stuntelig en struikelend door het leven, maar ze denken dat ze kaarsrecht lopen en trots mogen zijn op wie ze zijn, wat ze doen en, vooral, wat ze zeggen. Dat is een beetje zielig. Wat de serie zo geniaal maakt, is dat Curb your enthusiasm je tegelijkertijd laat lachen om die stunteligheid van het hoofdpersonage, verontwaardigd worden over diens hardleersheid en meewarig laat doen over de levensstijl van rijke, witte mensen in Rijkewittemensenland. Het is de ideale afsluiter van een lange dag, mijn echtgenote en ik proeven dit a rato van één aflevering per avond (‘Nog een Curbke?’).

Er zit een Larry David in u. Er zit een Larry David in mij. In het verkeer wórd ik Larry David. Ik erger mij over alle andere weggebruikers tot op het niveau dat die andere weggebruikers zich alleen maar kunnen ergeren over mij. Ik vond bijvoorbeeld al lang voor het invoeren van het verplichte ritsprincipe dat het logisch is om zo ver mogelijk door te rijden op een rijstrook die gaat verdwijnen en pas op het einde in te voegen. Dan moeten de chauffeurs in die invoegstrook slechts één wagen laten voorsteken. Heel logisch, ik heb daar gelijk in. Alleen helpt het niet om daarover te blijven zeuren en heb ik mij ongetwijfeld in andere verkeerssituaties te gelijkhebberig gedragen. Larry David! U heeft dat waarschijnlijk ook, zij het in andere domeinen. Of misschien bent u wel die chauffeur die mij niet wil laten invoegen, omdat u mij een opportunist vindt. (U heeft ongelijk.)

Benieuwd wat Larry David zou vinden van het afknippen van haarlokken uit solidariteit met de vrouwen in Iran. Hij zou dat allicht niet ‘Pretty, pretty, pretty, pretty good!’ vinden. En wij zouden eerst goedkeurend zitten knikken vanwege zijn logisch klinkende reactie en na de nodige drammerigheid toch een andere mening beginnen te vormen. Misschien komen we het wel te weten in seizoen twaalf van Curb your enthusiasm, dat in de maak is.

‘Ik doe dit niet voor mezelf maar voor de samenleving,’ roept David tegen een vrouw met een hond, vlak nadat hij zijn eigen terechte opmerking (hondenpoep op zijn gazon, de eigenaar van het dier moet dat uiteraard opruimen) heeft omgezet in een eindeloze klaagzang, waardoor je als kijker finaal meer gaat sympathiseren met de persoon die in de fout is gegaan (de vrouw met de hond) dan met de klager. Typisch Larry David!



De aangeleerde hulpeloosheid van wereldvreemde academici

Samenleving Posted on za, september 24, 2022 11:11:29

Soms maakt een mens, met name: déze mens, zich boos over een uitspraak of tweet van iemand die vanuit een totaal gebrek aan kennis iets poneert dat nergens op slaat. Puur tijdverlies, ik weet het, want die personen zitten zelden aan de knoppen en roepen gewoon maar wat, zoals dat vroeger alleen aan cafétogen gebeurde. Passons. Verander desnoods van café, op zoek naar interessantere tooghangers.

Minder tijdverlies is het om boos te worden wanneer iemand die wel geacht wordt op de hoogte te zijn van maatschappelijke situaties en evoluties iets oerdom roept. Ik zeg maar wat, een universiteitsprofessor met meer dan 19.000 volgers op Twitter. Zo iemand heeft een breed forum, bereikt veel mensen, kan dus met zijn opmerking een grote groep beïnvloeden. En hij wéét dat hij dat kan.

“Dat gedoe over schoolmaaltijden blijft duren,” tweette Wouter Duyck (UGent) zondag. “Nog los van de aangeleerde hulpeloosheid dat ouders niet meer in staat zouden zijn om hun primaire dierlijke functie, voeding, te vervullen, maar de Staat wel. Hebben die mensen echt nooit een bord schoolmaaltijd gezien? #gezond”. Duyck noemt zichzelf cognitief psycholoog. Ik heb dat even opgezocht. Volgens Wikipedia is cognitieve psychologie de tak van de psychologie die zich bezighoudt met alle psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, probleemoplossen en informatieverwerking. Op diezelfde Wikipediapagina staat een afbeelding van ‘De denker’ van Auguste Rodin. En ik leer dat de Amerikaanse dwarsdenker Noam Chomsky een van de meest vooraanstaande cognitieve psychologen op deze aardkloot is.

Ik zie die Duyck niet meteen in denkhouding zitten poseren en aan zijn andere tweets te zien zal hij ook geen fan zijn van (de linkse) Chomsky. Meer nog: die ene tweet over de schoolmaaltijden wijst niet echt op begrip, kennis en probleemoplossend denken. Met termen als ‘aangeleerde hulpeloosheid’, ‘primaire dierlijke functie’ en ‘hebben die mensen echt nooit een bord schoolmaaltijd gezien?’ schoffeert hij een groeiende groep mensen die het steeds moeilijker heeft om de eindjes aan elkaar te knopen, gesteld dat ze al weten waar ze die eindjes moeten zoeken. Een lege brooddoos kan een symptoom zijn van verwaarlozing, zeer zeker, of van er schaamteloos op te rekenen dat de samenleving (of in dit geval: de school) het allemaal wel zal oplossen, maar in de meeste gevallen is het een gevolg van kansarmoede en armoede tout court. De brooddoos is leeg omdat er geen centen zijn om ze te vullen. Dat is de harde realiteit.

Het is niet verwonderlijk dat N-VA-mandatarissen en -aanhangers mee aan de haal zijn gegaan met dat fabeltje van ‘aangeleerde hulpeloosheid’. In die kringen wordt altijd de eigen verantwoordelijkheid naar voor geschoven als er maatschappelijk iets misloopt. Het is de eigen schuld van de mensen (plus uiteraard ook van de sossen, de linkiewinkies, de groenen, etcetera). Je kan dat ook anders vertalen: bij die groep kansarmen zitten ónze kiezers niet, dus mogen we hen gerust negeren of een trap na geven. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts, eveneens van N-VA-signatuur, klinkt minder beledigend dan sommige partijgenoten, maar hij vindt niet dat scholen welzijns-, gezondheids- en armoedeproblemen moeten aanpakken. Dat is volgens hem een taak van het lokaal sociaal beleid. Draineer de sukkels maar naar de OCMW’s, kunnen we hen nog wat meer stigmatiseren. Zo lang onze toekomstige elite er maar geen hinder van ondervindt.

Er is iets vreselijks aan de hand in onze moderne samenleving. Het mededogen is verdwenen, empathie is een soort luxeproduct geworden, solidariteit een vage herinnering aan andere tijden. Geen betere tijden, maar tijden dat er tenminste nog aandacht was voor wie het minder goed had. Dat had meestal iets betuttelend over zich, zo’n beetje zoals in de periode van de kolonies naar de ‘simpele zwartjes’ gekeken werd. Maar er was tenminste een neiging om te helpen, hoe amechtig en betweterig ook. Nu moeten minderbedeelden het maar zelf oplossen. Vluchtelingen: niet welkom. Armen: eigen schuld. Slachtoffers: los het zelf maar op.

Dit is een maatschappij waarin veelvuldig naar boven gelikt en naar onderen getrapt wordt. Dat krijg je wanneer egoïsme het haalt op altruïsme, doorgeslagen neoliberalisme de norm is geworden, alleen wie het goed heeft gewaardeerd wordt, met schouderklopjes en nog een extra bonus erbovenop, zodat de kloof alleen maar groter wordt. Niet die tussen burger en politiek, maar die tussen wie het redelijk tot goed heeft en wie het niet goed heeft. En ja, dat is deels de schuld van onvoldoende of foutief geïnformeerde burgers, die in het stemhokje denken dat ze voor hun eigenbelang kiezen, terwijl ze in werkelijkheid zichzelf nog meer buitenspel zetten door op partijen te stemmen die het tegenovergestelde doen van wat ze werkelijk nodig hebben. Zo krijg je een vicieus spelletje van beleidsmakers die alles wat ze doen, afwegen op wat ze denken dat hun kiezers willen dat ze doen, niet op wat de samenleving in realiteit nodig heeft.

Als visie plaats ruimt voor opportunisme en populisme, vallen steeds meer mensen uit de boot. En dan profileren luidruchtige opiniemakers als de heer Duyck zich via kortzichtige, wereldvreemde boodschappen, toch alweer goed voor 334 likes, virtuele schouderklopjes die dit soort figuren aanzetten om volgende keer nóg provocerender uit de hoek te komen.

Politici die benadrukken dat de middenklasse het slachtoffer is van, kies zelf, het begrotingstekort, de staatsschuld, de achteruitgang van ons onderwijs, enzovoort, bedoelen eigenlijk: wij, de rijkere klasse, willen u, de hogere middenklasse, dicht bij ons houden. De rest stoten we af. Akkoord? Waarom zou u, met uw mooie inkomen, wakker liggen van een lege brooddoos? Hadden ze die maar moeten vullen, niet? Schuld van die ouders!

Als er één bevolkingscategorie is die last heeft van aangeleerde hulpeloosheid, is het wel die van wereldvreemde academici, die niet meer weten wat er in de wereld te koop is. Dat laatste mag u letterlijk én figuurlijk interpreteren. Wereldvreemd in een vreemde wereld.

Gebrek aan mededogen is wreed. Misschien moeten we toch maar een beetje meer woke worden om dit te blijven aanklagen.



Het zijn net mensen…

Politiek, Samenleving Posted on za, september 10, 2022 11:19:01

Het ging de voorbije dagen in het nieuws vooral over de dood van de Queen en de nakende rondezege van koning Remco, die zelfs de strapatsen van Gert Verhulst van tafel veegden. Het vertrek van de directeur-generaal van Fedasil, Michael Kegels, verdween daarbij in het niets, het bericht stond sowieso enkel op de binnenpagina’s van de kranten. Kegels, die directeur maatschappelijke veiligheid bij de stad Antwerpen wordt, werkte al sinds 2001 voor Fedasil.

Als iemand eenentwintig jaar voor dezelfde organisatie werkt, wat tegenwoordig hoogst uitzonderlijk is, wil dat meestal twee dingen betekenen: die persoon voelt zich thuis in dat soort werk en functies én die waardering werkt ook in omgekeerde richting. Dat Michael Kegels nu vertrekt, kan alleen maar gezien worden als illustratief voor de intussen permanente crisis in de vluchtelingenproblematiek. Mensen slapen al weken op straat. Mensen moeten in de hitte aanschuiven voor de poorten van het Klein Kasteeltje in de hoop dat hun dossier zal geopend worden. Mensen worden uitgespuwd door de lokale bevolking, die hen niet welkom wil heten, en die hatelijke houding komt dan nog eens bovenop wat die mensen in eigen land hebben meegemaakt, de reden waarom ze hier aankloppen.

Asielrecht is, zoals het woord het al aangeeft, een recht, dat weten die mensen die we vluchtelingen noemen (een op zich voldoende neutrale benaming, ze zijn nu eenmaal op de vlucht). Ook wie de vluchtelingen niet graag ziet komen (en vooral niet graag ziet blijven) weet dat doorgaans, dat er zoiets bestaat als een asielrecht dat neergelegd werd in artikel 14 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “Eenieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging.” De tekst is duidelijk, werd opgesteld in tijden dat politieke leiders nog wel verder durven te kijken dan de volgende verkiezingen. (Er is overigens geen asielplicht, het land waar de vluchteling/asielzoeker komt aankloppen moet onderzoeken of die wel degelijk recht heeft op asiel.)

Dat de directeur-generaal van Fedasil nú opstapt, is geen toeval. “Alle medewerkers van Fedasil werken zich de ziel uit het lijf om mensen een opvangplek te geven,” zei Kegels in een reactie. “De laatste jaren is dat een steeds moeilijkere opdracht geworden. Ik hoop dat de samenleving daar oog voor blijft hebben.”

De moeilijkheid van die opdracht heeft te maken met het aantal vluchtelingen, wat samenhangt met regionale en lokale conflicten elders in de wereld, maar nog veel meer met de attitude van leidinggevende politici, opiniemakers en de lokale bevolking. Als de staatssecretaris van Asiel en Migratie iemand van rechtse signatuur is die zelf zo veel mogelijk vluchtelingen preventief wil weren (ik bedoel uiteraard Francken, maar eigenlijk ook De Block voor en Mahdi na hem) en als uit recente polls naar voor komt dat zowat vier op de tien Vlamingen migratie in de brede zin van het woord problematisch vinden, dan worden internationale afspraken en rechtsbepalingen al snel ondergeschikt gemaakt aan populistische en electorale overwegingen. Als de mensen in nood dan ook nog eens worden gereduceerd tot getallen en statistieken, verdwijnt empathie algauw naar de achtergrond. Eigen volk eerst is een slogan van één partij, maar het is intussen ook een onuitgesproken mantra van andere politici geworden. Om preciezer te zijn: eigen kiezer eerst! Als de vluchteling geen gezicht krijgt, geen persoon van vlees en bloed wordt, kan je hem ook negeren. Ontmenselijken is o zo makkelijk, dat leren ons geschiedenis, heden en (ongetwijfeld ook) toekomst.

’t Is niet omdat je vluchtelingen er via rechtse daadkracht van probeert te overtuigen dat ze beter wegblijven uit België dat ze dat ook zullen doen. Over enkele jaren zullen daar steeds meer klimaatvluchtelingen bij komen. Terwijl wij zitten te puffen bij onnatuurlijk hoge temperaturen in onze contreien, zullen op andere continenten mensen op de vlucht slaan voor nog veel hogere temperaturen, die het leven ondraaglijk maken. Jezelf en je naasten uit een levensbedreigende situatie helpen is een kerntaak voor gezinshoofden, hier en elders. Het zal dan niet eens meer een optie zijn om voor die mensen een oplossing in hun eigen regio te zoeken, de bekende hypocriete dooddoener van rechtse politici die vervolgens wel als eerste zullen protesteren mocht het budget van ontwikkelingssamenwerking verhoogd worden. De vluchtelingencrisis van nu zal in de toekomst als een crisette worden gezien. Minicrisis. Misschien kunnen we alvast beginnen te oefenen op onze collectieve empathie. Het zal nodig zijn.

In een land dat zich beschaafd en verlicht durft te noemen, zou niemand op straat mogen slapen, geen dakloze, geen vluchteling, niemand. Morgen of overmorgen kunnen we zelf vluchteling zijn. Solidariteit is een mooi woord, we zouden dat met z’n allen wat vaker in de praktijk mogen omzetten.



Domdommertijd

Journalistiek, Politiek, Samenleving Posted on za, september 03, 2022 11:18:45

“’t Is weer voorbij die mooie zomer” zong de Nederlandse bard Gerard Cox negenenveertig zomers geleden, in 1973. Kent u die tekst nog, oudere jongere? Hij gaat zo verder. “Die zomer die begon zowat in mei / Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen / Maar voor je ’t weet is heel die zomer alweer lang voorbij.”

Mocht Cox, intussen 82, tijd en zin hebben, moet hij misschien een update van dat zomerse nummer van weleer inzingen. “’t Is nooit voorbij die hete zomer / Die zomer die begon zowat in maart / Ha, je dacht dat er geen einde aan kon komen / En weet je wat, je hebt helaas overschot van gelijk”. Of zoiets, want mijn versie rijmt niet echt.

Het went, zo’n hete zomer, en dat is het laatste wat het zou mogen doen, wennen. We zouden ertegen in opstand moeten komen, door zelf te doen wat nodig is en door onze regeringen te dwingen om dat op te leggen — ik weet het: dat is twee keer dwang. Maar het moet! We hebben meer dan één Greta Thunberg nodig, liefst in alle generaties een geloofwaardig boegbeeld van het verzet. De klimaatontkenners en de ecorealisten zullen ons immers niet behoeden voor de ecologische rampen die ons te wachten staan. Het is niet Jean-Marie Dedecker, die schreef dat hij in zwembroek heeft genoten van het warme weer, die onze gids mag zijn. Vreemd toch dat mensen met kinderen en kleinkinderen die après nous le déluge-attitude uitdragen. Alsof ze niet wakker liggen van de toekomst van hun nageslacht. Of menen ze wat ze zeggen, dat er weinig of niets aan de hand is, gewoon wat hogere temperaturen, so what? Dan komt de titel boven dit stuk voor het eerst van pas.

Domdommertijd.

Komkommertijd heeft definitief afgedaan. Het nieuws wordt in juli en augustus niet langer gedomineerd door faits divers, die het tijdens de zomermaanden tijdelijk overnemen van het Echte Nieuws. Sire, er zijn geen komkommers meer. Toch niet in de dagelijkse nieuwsbulletins. Listige politici profiteren van de nieuwsarmere maanden om zelf nieuws te maken en bij gebrek aan ernstigere berichtgeving wordt het minste geringste opgepikt, niet alleen in de nieuwe en de sociale media, maar ook in de media die traditioneel worden genoemd en die zichzelf als ernstig beschouwen. Plaats ’s morgens als Bekende Persoon een controversiële tweet en je haalt geheid ’s avonds het nieuws of een van de praatprogramma’s. Wat je zegt is ondergeschikt aan hoe luid je roept en hoe snel je aanhangers de boodschap vermenigvuldigen, en dat heus niet alleen tijdens de zomermaanden.

Domdommertijd.

De regering-De Croo kwam net voor het zomerreces met een pensioenhervorming die zo ongeveer niemand kon smaken. Dat kan twee dingen betekenen: ofwel trekken die plannen werkelijk helemaal op niets, ofwel is het een poging tot modus vivendi die tussen alle standpunten door laveert richting compromis. Aan anderen om hierover te oordelen. Idem met de maatregelen om de energiecrisis behapbaar te maken voor de bevolking en de bedrijven: te veel, te weinig, te laat, te vroeg, te alles, te niets. ’t Is altijd iets, en dat zou zelfs zomaar eens kunnen. Van politici mogen we verwachten dat ze beslissingen nemen, maar we mogen niet verhopen dat ze alles kunnen oplossen. En toch mag het iets meer zijn (of minder). U kiest maar.

Domdommertijd.

Voor de federale oppositie is het simpel: het is allemaal de schuld van Vivaldi. In de tijd van de genaamde Antonio Vivaldi (1678-1741) waren er tenminste nog vier seizoenen. Inmiddels zijn die gereduceerd tot twee: zomer (van maart tot oktober) en herfstige lente (van november tot februari). Die quattro stagioni slaan meer op de pizza’s die de regeringsleden in crisistijden bestellen om de hongerigen aan de onderhandelingstafel te spijzen dan op de werkelijke seizoenen in een jaar. En nu we toch bij de zeven werken van barmhartigheid zijn aanbeland: het vierde werk, de vreemdelingen herbergen, werd inmiddels genadeloos geschrapt. Geofferd op het altaar van het populisme. Asielzoekers slapen al vele weken op straat in een land dat zich geciviliseerd durft te noemen. Een schande. Vier op de tien Vlaamse kiezers vinden dat overigens niet zo erg. Duimpje omhoog, ze moesten dan maar in hun eigen land blijven.

Domdommertijd.

Voor de leidende politieke formatie van Vlaanderen — op basis van de verkiezingsuitslagen van 2019, niet op basis van de recentste polls — is het altijd de schuld van de anderen. Calimero-gedrag is eigen aan de N-VA. Schuld van de sossen (maar die vinden ze nu redelijk sympathiek omdat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau hen zit op te vrijen). Schuld van het vluchtelingenbeleid (dat ze maar elders een oplossing zoeken, die gelukzoekers!). Schuld van Vivaldi (want ze mogen niet meespelen op het hoogste niveau). Schuld van de ‘wokers’ (wat mogen we nog zeggen of doen vandaag de dag?). Schuld van de groenen (een favoriete schietschijf voor zowat alle andere partijen tegenwoordig). Schuld van de cokesnuivende elite (nu die niet te winnen ‘War on drugs’ niet tot een, euh, overwinning leidt). Schuld van de vakbonden (zullen we binnenkort horen wanneer het overleg rond de loonindexering niet tot een eendrachtig besluit zal leiden). Samengevat: schuld van alle anderen. Zo is het makkelijk. Nooit Verantwoordelijkheid Aanvaarden.

Domdommertijd.

De schuld van de werkgevers zal het nooit zijn, voor de N-VA. Zowel VBO als Unizo pleiten voor een indexsprong, of zelfs de afschaffing van de loonindexering. Dat dit als gevolg heeft dat ‘de mensen’ hier minder koopkracht zullen hebben, valt voor hen in het niets bij het ineenstuiken van de exportmarkt omdat onze producten duurder zullen worden in het buitenland en dus minder afzet zullen vinden. Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet meer: tussen de harde patronale en de even harde syndicale lijn bestaat blijkbaar geen middenweg meer. Ieder met zijn hymne, ieder met zijn vlag, ieder met zijn hardnekkige dogma’s. Economen blijven de oude recepten benadrukken in de nouvelle cuisine van het moderne economische leven, terwijl de ingrediënten echt wel verschillen van die uit de tijd van de onzichtbare hand van Adam Smith. (Centrum)rechtse opiniemakers — de meesten behoren tot die categorie, zo stel ik vast, ook voormalige linkse tiepen hebben zich intussen tot het deweverisme bekend — ondersteunen die boodschap met de megafoons die hen worden aangereikt. En dan maar klagen over de cancelcultuur die hen/ons overvalt… Als Bart De Wever een gezellige familiefoto laat maken met het opschrift ‘Arbeit macht frei’ van het uitroeiingskamp van Auschwitz prominent op de achtergrond, kraait er nauwelijks een haan naar de smakeloze boodschap die dit uitstraalt. Een geschiedenisles voor mijn kinderen, noemde hij het zelf. Doe dat dan zonder die publiciteitsstunt, denk ik dan. Als Bart De Wever hoort dat er in zijn stad elke dag wel ergens een granaat ontploft of op iemand geschoten wordt, blijft hij rustig met vakantie in het buitenland. Weinigen die daar kritische bedenkingen bij maken. Als Bart De Wever terugkeert naar ‘zijn’ Antwerpen en pleit voor het samenroepen van de nationale veiligheidsraad in de strijd tegen de drugshandel, is er haast niemand van de journalisten en opiniemakers die daar kritische vragen bij stelt. Schuif maar aan, meneer de voorzitter/burgemeester, hier is een microfoon en een camera, wij gaan wel even een koffietje drinken, succes!

Domdommertijd.

Er was een paar weken geleden ook het ziekelijke een-tweetje tussen voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (vooralsnog N-VA) en het schandschrift tScheldt (onmiskenbaar Vlaams Belang), waarbij een vrouwelijke ambtenaar van Fedasil werd aangevallen. Doxing van de ergste soort. Schaamteloze intimidatie. Niet de eerste keer dat Francken op de man (m/v/x) speelt. Het gedrag van Theo Francken begint verdacht veel te lijken op dat van figuren zoals afgebeeld in die ene spotprent van hem in nazi-uniform, waar hij en zijn aanhangers zo boos over waren: kleineren, intimideren, proberen ‘kalt zu stellen’ door groepsdruk. Fraai is het niet. In een ander tijdsgewricht zouden deze praktijken fascistoïde zijn genoemd. Nu niet. Het passeert. We ondergaan. Tot ‘Samen een meerderheid’ realiteit is. Dan hebben we het ongetwijfeld niet geweten.

Domdommertijd.

Vlaamse provinciegouverneurs protesteerden luid tegen de aankondiging van de openbare omroep dat hij de regionale ochtendblokken op Radio 2 wilde afschaffen, terwijl de partijen die zij (tweemaal N-VA, tweemaal CD&V, éénmaal Open VLD) vertegenwoordigen een poos geleden in de Vlaamse regering hebben bedisseld dat de VRT het voortaan met minder moet doen. Het passeert allemaal maar, zonder dat de bedenking die ik in het tweede deel van de vorige zin heb gemaakt, voorgelegd wordt aan hen. En natuurlijk heeft de VRT ook boter op het hoofd, met die rijkelijke verloningen voor een handvol schermvedetten. Stuk voor stuk mannen, dat ook nog. Die grootverdieners staan eveneens in de weg van toekomstige regionale berichtgeving en zullen er binnenkort de oorzaak van zijn dat enkele honderden andere medewerkers richting uitgang worden begeleid. En alsof dat nog niet volstond, geeft de VRT in het programma FIRE: vroeg op pensioen een vrijgeleide aan zelfgenoegzame snoevers om te pleiten voor het nemen van financiële risico’s. Financial independence, retire early, weet u wel. “Ook controversiële thema’s verdienen een plaats in het programmaschema,” wierp de woordvoerster van de VRT als tegenargument op. Het is wachten tot Jeff Hoeyberghs en andere hersenloze patjepeeërs in een showprogramma op Eén zonder wederwoord mogen pleiten tegen de coronamaatregelen. Ik kan alvast een programmatitel uit de oude doos aanbevelen: De Steek-er-wat-van-op Show (met name: een coronabesmetting). Zonder Emiel Goelen weliswaar.

Domdommertijd.

Voor ik het vergeet: bijna ging er vorig weekend een festival met extreemrechtse groepen door op de vooravond van de (extreemrechtse) IJzerwake in Ieper. Frontnacht werd uiteindelijk verboden, in tweede zit zeg maar, omdat politici die niet wakker waren toen het festival in mei werd aangekondigd, nu opeens wel het geluid van een democratische wekker hadden gehoord. Ik heb het over u, Conner Rousseau. En nog een pak anderen die toch wel rijkelijk laat waren met hun protest. Konden ze dat niet even laten uitzoeken vier maanden geleden? Op het internet vind je in een paar kliks terug waar die bands echt voor staan.

Domdommertijd.

Tijd om stilaan af te ronden en nieuwe verontwaardigingen voor een volgende blogpost te beginnen verzamelen: de stad Antwerpen heeft een gedicht van Ruth Lasters, een van de vijf stadsdichters die begin dit jaar werden aangesteld, gecensureerd. “Het was niet besteld,” riep een of andere woordvoerder op het Schoon Verdiep, er is dus geen sprake van censuur. De schepen van Cultuur wierp op dat het gedicht te weinig verbindt en dat het te veel een politiek manifest is. Boodschappen beter op elkaar afstemmen, stel ik voor, dat vermijdt een ongeloofwaardige kakofonie van nepargumenten. Wie het gedicht leest, weet trouwens wel beter. Losgeld is onverbloemde kritiek op het onderwijsbeleid, dat — o toeval der toevalligheden — in handen is van een partijgenoot van de Antwerpse burgemeester. Cancelcultuur in de praktijk. En die komt, zoals het onverkwikkelijke verleden ons leert, in onze contreien vooral van rechts en niet van de ‘linkiewinkies’ en de ‘wokers’.

Domdommertijd.

Over cancelcultuur gesproken. Even onbegrijpelijk is dat de Duitse uitgeverij Ravensburger Verlag beslist heeft om geen Winnetou-boeken van Karl May meer uit te geven, na online protest over de ‘racistische stereotypen’ in die uitgaven. Prompt volgde Meulenhoff in Nederland, dat de verkoop van Mays boeken stopzet. Bij bol.com zijn de boeken ‘tijdelijk niet beschikbaar’. Het is heel lang geleden dat ik die boeken gelezen heb en uiteraard zullen er personages en taferelen in voorkomen die we nu als eerder karikaturaal zullen ervaren, maar wat ik mij van die goede oude Winnetous herinner, is dat ze het traditionele clichébeeld van de indiaan als onbetrouwbare en gevaarlijke wilde hebben bijgestuurd bij mij en heel wat leeftijdgenoten. Opgevoed met oude Amerikaanse westerns waarin de cowboy de goede was en de indiaan de slechte, de eerste op een wit paard, de tweede op een zwart, waren de boeken van Karl May een eyeopener, of noem het desnoods een ‘Mayopener’. Dat vind ik zoveel jaren later oneindig veel belangrijker en relevanter dan sommige stereotypen. Zet dan vooraan in het boek een korte inleidende tekst om de uitgave te verantwoorden. Ook hier past de noemer…

Domdommertijd.

Enfin, ’t is weer voorbij die mooie zomer. Waarin komkommertijd definitief heeft plaats geruimd voor domdommertijd.



Covid-19: relaas van een oud-strijder

Memories & mijmeringen, Samenleving Posted on za, juli 23, 2022 12:16:37

Het zou mij niet overkomen, o neen. Want ik ben voorzichtig.

Twee jaar geleden liep ik nog rond op een tv-redactie, die uit respect voor Het Virus tijdelijk gehalveerd was, de ene dag ploeg A, de andere dag ploeg B, maar we respecteerden de anderhalve meter afstand niet altijd en niet overal. Maar Het Virus kreeg me toch niet te pakken.

Sindsdien was ik voorzichtiger dan ooit. Werkte bijna altijd van thuis uit. Ging niet op café of naar de bioscoop, zelfs niet wanneer dat terug een beetje mocht. Hielp mijn moeder boodschappen te doen of ging met haar op medische controle, mét mondmasker. Altijd.

Er werd versoepeld en verstrengd, versoepeld en verstrengd, versoepeld en verstrengd, versoepeld. Ik bleef streng, op mezelf, omdat ik wel doorhad: Dat Virus lacht er niet mee, of misschien juist wel. Het lacht ons uit, wij onvoorzichtigen, neen, júllie onvoorzichtigen. Mij niet gezien, ik blijf voorzichtig, het zal mij niet overkomen.

Maar kijk, ik liet de onvoorzichtigheid zachtjes aan toe in mijn kluizenaarsbestaan. Ging al eens naar een concert, in openlucht, dat was veilig genoeg. Behalve van mijn geliefde hield ik afstand, geen polonaise aan mijn lijf, o neen.

Tot die tiende juli, een zonnige zondag. Een tent in Gent. Van Morrison op het podium. Mijn geliefde droeg een mondmasker, als zowat enige in het publiek. Ik voelde me veilig, o ironie, genietend van de muziek van een man (Van een Man) die zich al twee jaar boos maakt op de overheidsmaatregelen om de coronacrisis in te dijken. Het is allemaal de schuld van Van Morrison!

Minder dan tweeënzeventig uur later waren ze daar, De Stoute Symptomen, niet de titel van een ongeschreven Suske en Wiske-album, maar de verschijnselen die bij Het Virus horen. Beetje hoesten, heel moe, snotneus, lichte hoofd- en keelpijn. Voor het eerst zo’n test gedaan met zo’n staafje tot in je hersenpan. Zou dat minuscule tweede lijntje daar…? Neen, toch? Nauwelijks merkbaar, dus geen paniek.

Twee dagen later: iets meer hoesten, iets meer gewrichtspijn, koortsig. Tweede test gedaan, tweede rode lijn nu heel zichtbaar. Het was ook mij overkomen, o ja. En ik verlangde nog zo naar iets negatiefs in mijn leven op dat moment!

Dat is intussen acht dagen geleden. In die week-plus-één-dag hebben De Stoute Symptomen zich al bij al nog mild gedragen en ze zorgden voor voldoende variatie. De ene dag had ik het gevoel dat ik tegen de richting in op een paardenmolen aan het lopen was, de volgende dag liep ik in de juiste richting maar ging de molen full speed ahead. Hoesten werd niezen werd lastig ademhalen werd puffen. De koorts week snel, de vermoeidheid niet. Iemand moet dat loden deken toch eens van mij afhalen. En die zurige smaak uit mijn mond verwijderen. Waarom draait de kamer zo? Wie heeft het geluid van de wereld afgezet? En waarom speelt zowat elke nacht Van Morrison full force gale in mijn hoofd in een tent in Gent?

Wat mij gelukkig bespaard is gebleven: dagenlang van hevige koorts, nachtenlang hoesten, hallucinaties, koortsdromen van Pieter Loridon die me probeert te tongzoenen om immuniteit te kunnen verwerven, nachtmerries over wappies die mij ervan proberen te overtuigen dat Het Virus een bedenksel van het grootkapitaal is, een voor mijn ogen dansende Engel met duivelse maniertjes.

Misschien denkt u wel: het zal mij niet overkomen, o neen. Denk dat niet. Wees voorzichtig. Het Virus is als die oude man met die witte sik en die hoge hoed met die sterren op die u met priemende blik en wijzende vinger aankijkt op oude affiches van het Amerikaanse leger: ‘I want you!’ Houd hem/het op afstand.

It ain’t over till Marc Van Ranst, Erika Vlieghe, Steven Van Gucht, Geert Molenberghs and Frank Vandenbroucke sing ‘Hallelujah!’



Waarom ik mezelf links noem

Memories & mijmeringen, Politiek, Samenleving Posted on za, mei 28, 2022 11:12:53

Ik heb even moeten opzoeken waar de politiek-ideologische opdeling links-rechts vandaan komt. Alweer blijkt dit, zoals heel veel dingen, zijn oorsprong te hebben in die verdomde Franse Revolutie en moet je het heel letterlijk opvatten. In de Franse Staten-Generaal zaten de voorstanders van het behoud van de bestaande machtsverhoudingen — conservatieven, reactionairen, klerikalen, edellieden — rechts van de voorzitter, seculiere liberalen die de traditionele orde wilden doorbreken links. Zo eenvoudig is het soms. Links-rechts. Het had net zo goed omgekeerd kunnen zijn en dan stonden we daar met onze terminologie.

Ik had toen dus links gezeten, en nu nog altijd. Maar ‘links’ gaat voor mij veel verder dan de simpele progressief-conservatief breuklijn. Niet alles is even eenduidig. Ik wil dat de natuur zo integraal mogelijk beschermd wordt, op dat vlak ben ik dus conservatief. Ik wil dat de mens zoveel mogelijk zelfbeschikkingsrecht heeft, op dat vlak ben ik dan weer progressief.

De termen links en rechts zijn in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw een tijdje in onbruik geraakt. Ze werden onmiddellijk als verdacht beschouwd. Waarom dat precies gebeurd is, weet ik niet, het gebeurde gewoon. Opeens kreeg je te horen dat links-rechts een onzinnige splitsing van de geesten was. Iedereen is een beetje links en een beetje rechts, dat was de teneur. Met Reagan in het Witte Huis en Thatcher in Downing Street 10 was het trouwens niet zo moeilijk: iedereen met een beetje redelijkheid in zijn botten stond links van die twee hardvochtige regimes, ja toch?

Sinds een jaar of tien noem ik mezelf weer veel nadrukkelijker links. Niet extreemlinks, voor alle duidelijkheid en om te vermijden dat er goed menende mensen meteen medische hulp voor mij inroepen. Ook in de jaren 80 — mijn twenties — heb ik nooit gedweept met communisme en aanverwanten. Er was nochtans keuze zat in het kleine Vlaanderen: de KP (de stalinisten), de PVDA (ex-Amada, de maoïsten) en de SAP (later RAL, de trotskisten). En maar ruziemaken met elkaar, want natuurlijk vonden de militanten de onderlinge verschillen veel relevanter dan de kloof die er was met rechts(er)e partijen. Het leek wel een confrontatie tussen The People’s Front of Judea en de Judean People’s Front in Monty Python’s Life of Brian, maar dan in het echt en niet om te lachen.

***

Links-zijn heeft voor mij vooral te maken met maatschappelijke keuzes die je maakt. Dat brengt me in de eerste plaats toch weer bij die verduivelde Franse Revolutie.

Vrijheid. Iedere mens geniet een zo groot mogelijke mate van vrijheid, die eindigt waar de vrijheid van een ander begint (en die uiteraard ook ingeperkt wordt door de Grondwet en wetten en decreten van een land). Ga je voorbij die grens, dan ben je egoïstisch. Steken heel veel mensen die onzichtbare maar toch zeer aanwezige grens over, dan gaat het om collectief egoïsme, wat altijd ten koste van anderen gaat, meestal minderheden waarvan de meerderheid vindt dat die ondergeschikt zijn aan de macht van het getal. Zelfbeschikkingsrecht zou normaal moeten zijn. Dat wij, die zo vaak (en zo terecht) klagen en zeuren over onze politici, liberale wetten als de abortuswet, de euthanasiewet en het homohuwelijk kennen, is een zegen die we mogen koesteren. In andere landen bestaan die logische vrijheden niet, of worden ze acuut bedreigd. Dat kan ook hier gebeuren, met de foute lieden aan de macht. Niets is voor altijd verworven.

Gelijkheid. Iedere mens zou gelijke rechten moeten hebben. Klinkt logisch, gebeurt niet. Laten we het vooral blijven herhalen.

Broederlijkheid. Iedere mens moet zo goed mogelijk proberen overeen te komen met zijn medemensen en wordt geacht anderen te steunen en te helpen wanneer dat nodig is. In ruil hebben wij recht op andermans steun.

Gelijkwaardigheid. We zijn allemaal evenwaardig. Huidskleur, afkomst, religieuze voor- of afkeur, ideologische keuzes van de voorouders zouden daarbij geen rol mogen spelen. Onderscheid is goed, maar niet wanneer we dit als maatstaf voor achteruitstelling hanteren. Genderdiversiteit is een realiteit en verder geen argument om mensen kwalitatief te beoordelen. Deal with it!

Solidariteit. Wie het moeilijk heeft, verdient aandacht, mededogen en bijstand (waar dat nodig blijkt en zonder paternalistisch te worden). Als ex-kolonisator moet België niet alleen ontwikkelingshulp blijven bieden, het moet ook herstelbetalingen doen, gestolen kunst teruggeven en de ex-kolonies als volwaardige partners zien (niet als ondergeschikte naties).

Mededogen. Een vergeten deugd, zowaar. Iedereen moet mee, in óns tempo, volgens ónze waarden en normen (wat die verder ook mogen zijn), met als hoogst bereikbare doel ónze levensstandaard. Er wordt niet achterom gekeken. Wie niet volgt, valt af. De harde wet van een wereld waar economie boven ecologie en humanisme staat. Niet míjn wereld.

Sociale herverdeling. Op papier was in de communistische landen iedereen gelijk, in de praktijk was er een elite die zichzelf ruim bediende ten koste van de man (m/v/x) in de straat. Net als het kapitalisme is het communisme een verderfelijke ideologie gebleken, die heeft geleid tot uitwassen zoals onderdrukking, onverdraagzaamheid en maatschappelijke uitsluiting. Ik ben er heus geen voorstander van dat we allemaal evenveel moeten verdienen, er mag gerust een onderscheid zijn, liefst op basis van reële meritocratie. Maar dat mag niet betekenen dat een ceo 20 tot 100 keer meer verdient dan de laagste in rang in zijn bedrijf. Het is niet meer dan logisch dat mensen die hun centen vooral verdienen op een niet-productieve manier (aandeelhouders, bijvoorbeeld, of mensen die een flinke erfenis in de schoot geworpen kregen) meer afdragen aan de samenleving. Ook dat is solidariteit. Elke vorm van kapitaalvlucht is verschrikkelijk asociaal en daarom laakbaar, ook al past het zogezegd binnen de toegelaten achterpoortjesregels. Er is een verschil tussen belastingoptimalisering en belastingontduiking.

Eerlijk werk voor een eerlijk loon. Ik erger me bij elke autorit aan die bumperklevende bestelwagens die zich haastig naar een volgende klant begeven, maar ik bedenk meteen na mijn onderdrukte vloek dat die chauffeurs zich ook maar aanpassen aan hun onmenselijke werkritme. Niet alleen moeten we consuminderen — een hatelijk modewoord dat ik hier toch maar even hanteer —, we moeten bij ons consumeergedrag ook rekening houden met de manier waarop iets tot bij ons geraakt. We zijn zodanig gewend en verwend geraakt door het verderfelijke just in time-principe, dat we niet eens beseffen dat er in de keten tussen grondstof en afgewerkt en afgeleverd product mensen worden uitgebuit, bij ons en in ver afgelegen landen. Bewust consumeren is een must.

Migratie is de natuurlijke gang van zaken. De mens is van nature migrant. Anders zouden we nu allemaal Marokkanen zijn, want de eerste moderne mens, die driehonderdduizend jaar geleden leefde, werd daar in een grot teruggevonden. Eind negentiende, begin twintigste eeuw verhuisden talloze verpauperde Vlamingen naar Wallonië — waar toen, in tegenstelling tot het achtergestelde Vlaanderen, wel nog werk was — of naar andere continenten. Dat was hun plicht tegenover hun gezinsleden en latere nakomelingen. Wat die Vlamingen destijds deden, doen oorlogs- en economische vluchtelingen vandaag: hun vaderland verlaten en veiliger (of leefbaarder) oorden opzoeken. Migratie is normaal. Misschien best wel met goede afspraken, want het moet beheersbaar blijven. Maar een gebrek aan goede afspraken mag geen excuus zijn om mensen in nood niet meer op te vangen. Dat is onze plicht, als medemensen. Wie dan roept dat hij zich in een gemeente waar veel ‘nieuwe Belgen’ wonen, niet thuis voelt, sluit zich de facto aan bij de ‘Eigen volk eerst’-club.

De aarde moet nog een tijdje mee. Heel vreemd dat natuurbescherming in rechtse kringen onbelangrijk wordt geacht. Klimaatverandering wordt ofwel ontkend, ofwel zwaar gerelativeerd, ofwel straal genegeerd. ‘No time to waste’ gaat als slogan al bijna veertig jaar mee. Vergeefs, wat de grote massa betreft. Laat ons een bloem van Louis Neefs en het eerste verslag van de Club van Rome zijn zelfs al vijftig jaar oud. Ecorealisten zijn in werkelijkheid geen haar beter dan lieden die de opwarming van de aarde ontkennen, want het eindresultaat met hen aan de macht zal hetzelfde zijn: milieurampen, milieuvluchtelingen, milieuoorlogen. En een wereld die steeds onleefbaarder wordt. Ecologie is belangrijker dan economie. Dat laatste is enkel een hulpmiddel om de kapitaalstromen te regelen (economen staan op hun achterste poten bij het lezen van de vorige zin, dus herhaal ik hem nog even voor de duidelijkheid en met uitroepteken: ‘Ecologie is belangrijker dan economie!’).

Internationalisme staat boven nationalisme. Het gaat om de macrokosmos, niet de microkosmos. ‘Eigen volk eerst’ is een (extreem)rechtse anomalie, het is een vorm van extreem egoïsme. Vlaanderen is een kunstmatige constructie — net zoals Wallonië dat is — en is bovendien, in mijn ogen, ondergeschikt aan het grotere Europa, hoe moeilijk die samenwerking in de praktijk ook verloopt. De Europese Unie zou ook een politieke en militaire unie moeten worden, niet alleen een economisch gedrocht. Maar dan moeten de onwillige landen er wel uit, anders raak je geen stap vooruit.

***

Dus ja, ik ben uitgesproken links en ik spreek dat met plezier ook uit. Door dat consequent toe te passen (of dat alleszins toch te pogen), maak ik het mezelf niet makkelijk, want waar kan een linkse jongen nog terecht binnen de huidige politieke constellatie wanneer je je noch met een van de extremen, noch met het centrum wil vereenzelvigen?

Dat werkpuntje zal mij niet beletten mijn linkse idealen consequent uit te dragen.



De roedel eenzame wolven breidt steeds verder uit

Politiek, Samenleving Posted on do, mei 19, 2022 13:19:26

Woensdag is het precies twee jaar geleden dat George Floyd zijn leven dramatisch beëindigd zag onder de knie van een witte politieagent en na het veelvuldig uitstoten van de genegeerde noodkreet ‘I can’t breathe’. De hashtag #BlackLivesMatter was opeens prominent aanwezig en dit keer niet alleen in de Verenigde Staten. Wereldwijd. Voetballers gingen voor het eerste fluitsignaal van een wedstrijd op één knie zetten, sommigen doen dat nog altijd. De onnodige dood van een zwarte man die met een vervalst biljet van twintig dollar zou hebben betaald — voorwaar een ge(we)ld(dad)ige reden om iemand op brutale wijze in te rekenen! —, leidde tot protest op zowat alle continenten, ondanks lockdowns en restrictieve overheden. Bemoedigend. Nog bemoedigender was dat Derek Chauvin, de witte agent die Floyd doodde, tot 22,5 jaar cel werd veroordeeld. Recht en rechtvaardigheid, zowaar.

Wat zijn we naïef geweest!

Eén veroordeelde racistische en corrupte politieman maakt de lente niet. In grote delen van de wereld is het voor een ruime minderheid van de mensen altijd winter, altijd duister, altijd gevaarlijk. Omdat ze een andere afkomst hebben, een andere huidskleur, een andere religieuze overtuiging (of geen), een andere genderidentiteit, een andere politieke voorkeur. Anders zijn wordt bijna overal ter wereld afgekeurd door de meerderheid. Verbaal, tot daaraan toe. Maar ook door reële discriminatie of fysiek en psychisch geweld.

***

Buffalo, zaterdag 14 mei 2022. Een achttienjarige white supremacist schiet tien mensen dood. Niet zomaar tien mensen. Mensen die eruitzien zoals George Floyd. Donker. Minderwaardig, in de ogen van figuren zoals deze Payton Gendron.

Telkens weer gaan de media dan in overdrive. Voer voor dagen nieuwtjes en analyses. Clickbaithoogtepunt. En zoals bij al die vorige aangelegenheden — en de volgende, want het stopt heus niet bij Gendron — hebben door witte mensen gerunde media het uitermate moeilijk om de termen ‘terrorist’, ‘white supremacy’ en ‘extreemrechts’ in de mond te nemen, laat staan dat ze zo iemand naar waarheid een ‘extreemrechtse, racistische terrorist’ zouden durven te noemen. ‘Lone wolf’, is een misplaatste term die je dan vaak ziet opduiken. Net als Brenton Tarrant, Dylann Roof, Anders Breivik of Hans Van Themsche voor hem zou die Payton Gendron dan helemaal alleen gehandeld hebben (wat allicht juist is), zonder enige connectie met extreemrechtse, fascistische bewegingen of politieke partijen (wat manifest onjuist is).

Als een zwarte man sterft onder de knie van een witte agent, dan is die agent voor de meeste media een ‘rotte appel’, een ‘lone wolf’ binnen het politiekorps dus. Over de georganiseerde racistische cultuur die er heerst onder agenten geen woord.

Als zwarte mensen sterven onder de gerichte geweerschoten van een witte man, dan is die man een eenzaat, met wie het fout is gelopen. Over de georganiseerde racistische cultuur waarin ie al een tijdje is ondergedompeld, wordt nauwelijks gepraat. Ook al had ook deze Payton Gendron net als zijn voorgangers duidelijke sympathieën, die hij niet verborgen hield, schreef hij zelfs een lang manifest waarin hij vooraf zijn toekomstige daden verklaarde, werd hij gevoed door aanhoudende haatboodschappen, liet hij zich bewonderen in een livestream. Hij had verdorie het n-woord op zijn automatisch geweer geschreven. En het cijfer 14, wat onder witte suprematisten verwijst naar een veertien woorden tellend statement: ‘We must secure the existence of our people and a future for white people.’ Op zijn to-dolijst stond ook nog een bezoek aan een zwarte wijk, die tien slachtoffers waren slechts een begin.

‘Witte suprematie is een vergif,’ zei president Biden achteraf. Beredeneerde gok: hij zal dit nog wel een aantal keren mogen zeggen tijdens zijn ambtstermijn. De zo goed als vrije wapenverkoop en het even vrije circuleren van waanzinnige complottheorieën en raciaal superioriteitsdenken vormen een explosieve combinatie. Incidents waiting to happen.

***

Je hebt maar één gek nodig om… O, wacht even. Ik las de voorbije dagen zelfs bij heel slimme mensen dat ze deze Payton Gendron ‘gestoord’ vinden. Ik wil niet diezelfde fout maken. Voor ‘normale’ mensen zoals u en ik, die geen medeburgers vermoorden omdat ze nog hartstochtelijk geloven in de democratie, de rechtsstaat, evenwaardig burgerschap, onderlinge solidariteit, en vrije meningsuiting die nooit absoluut kan zijn, is die Gendron natuurlijk ‘niet normaal’, maar laten we hem vooral niet ‘gestoord’ of ‘krankzinnig’ noemen. Want dan zeg je eigenlijk dat hij ‘ontoerekeningsvatbaar’ kan pleiten en niet in de gevangenis thuishoort maar in een gesloten instelling. Payton Gendron was zeer nadrukkelijk wél toerekeningsvatbaar, hij wist heel goed wat hij deed en hij wist nog beter dat hij hiervoor (stiekem) applaus zou krijgen op vele banken. Witte suprematie is inderdaad een vergif, een vroeger sluipend en nu openlijk krioelend gif dat blijkbaar steeds meer mensen aantast en niet alleen hun denken maar ook hun handelen beïnvloedt.

Ik wil voor één keer zondigen op het principe dat je niet mag vervallen in reductio ad Hitlerum. Als we Adolf Hitler ‘gestoord’ of ‘krankzinnig’ zouden noemen, dan spreken we hem eigenlijk vrij van alles wat er onder het nazisme is gebeurd. Hij zou immers ‘ontoerekeningsvatbaar’ zijn geweest, in de volksmond: ‘Hij wist niet beter’. Hitler wist wél beter. In de ogen van ‘normale’ mensen zoals u en ik was hij natuurlijk zowat de meest verderfelijke schurk uit de wereldgeschiedenis, de personificatie van Het Kwaad, maar laten we hem vooral niet gunnen dat we hem als gevolg van een mentale stoornis vrijpleiten van wat hij heeft laten aanrichten in de twaalf jaar dat hij Duitsland (mis)leidde.

Hetzelfde geldt voor Brenton Tarrant, Dylann Roof, Anders Breivik, Hans Van Themsche en Payton Gendron, en al hun opvolgers. Zij zijn niet gek, ze hebben zich alleen laten voeden door de als vrije meningsuiting verpakte raciale haatspraak van extreemrechtse politici en opiniemakers, en ze hebben daarnaar gehandeld, waardoor ze, gelukkig maar, uitzonderingen op de regel blijven. Die ongeschreven regel zegt: roepen en schrijven mag, ernaar handelen niet, toch niet zo lang extreemrechts het niet voor het zeggen heeft. Dan zullen we ongetwijfeld nog iets anders meemaken…

***

U moet er eens op letten: extreemrechtse politici zijn er als de kippen bij om terreurdaden te veroordelen, behalve van gelijkgezinde terroristen. Geen woord over Buffalo bij Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken deze week, of bij Filip Dewinter, die wel rapporteerde over een geslaagde boekvoorstelling van Omvolking, terwijl die omvolkingstheorie net mee aan de basis lag van de slachtpartij in Buffalo. Geert Wilders? Geen woord. Thierry Baudet? Geen letter. Niet dat ze afwezig bleven op Twitter, maar Buffalo was hen geen aandacht waard. Wat konden ze ook schrijven? Sorry, het is mede onze schuld (wat de waarheid zou geweest zijn)?

Er zijn intussen zodanig veel eenzame wolven opgedoken dat er sprake is van een uit de kluiten gewassen roedel. Payton Gendron is geen eenzaat, hij weet dat hij niet alleen staat, hij voelt zich gesteund door een racistische systematiek, die constant gevoed wordt door invloedrijke personages die het hen aangereikte forum — sociale én traditionele media — misbruiken om zaadjes van haat in de hoofden van onwetende lieden te planten, die op hun beurt in een tunnelvisie beland zijn, met dank aan algoritmes en dergelijke. Er zal wel een accurate psychologische of psychiatrische terminologie voor bestaan, maar ‘krankzinnigheid’ of ‘ontoerekeningsvatbaarheid’ is dat niet.

Ik vind overigens niet dat Van Grieken & co zich persoonlijk moeten distantiëren van wat er in Buffalo gebeurd is, wat ze zelf wél eisen van moslims na een islamitisch geïnspireerde terreurdaad, maar hun verantwoordelijkheid is veel verpletterender dan die van de doorsnee moslim bij een aanslag van IS en consoorten. Wie haat zaait, zal haat oogsten. Dat is heus geen toeval. Joe Biden mag dan wel stellig beweren dat haat niet zal overwinnen, maar ik durf dat te betwijfelen — en niet alleen in Amerika. Extreemrechtse politici hebben dan misschien wel niet openlijk of letterlijk opgeroepen om zoveel mogelijk mensen met een andere huidskleur of een andere achtergrond te vermoorden, in de oren van de Payton Gendrons van deze wereld klinken hun woorden wel als een bevel. Zijn geweer heeft hij zelf gekocht, de schoten heeft hij zelf afgevuurd, maar de munitie werd hem wel degelijk aangereikt.



Een plek aan tafel

Journalistiek, Politiek, Samenleving Posted on vr, mei 13, 2022 13:14:20

Zelfs als mensen met andere dan Belgische/Vlaamse wortels de taal/talen spreken, de wetten respecteren en onze nationaliteit hebben, horen ze er niet bij. Dat leerden we deze week uit De Stemming, de peiling die De Standaard en VRT NWS hadden opgezet. Je kan je alleen maar een echte Belg of Vlaming noemen, als je daadwerkelijk hier geboren bent, vindt meer dan de helft van de respondenten. Maar het gaat verder dan dat: zeven op de tien deelnemers aan de poll vinden dat je onze gewoonten en cultuur moet overnemen, twee op de drie eisen dat mensen met een andere achtergrond zich ook effectief Belg of Vlaming voelen, meer dan één op de drie vindt zelfs dat ouders en grootouders uit ons land afkomstig moeten zijn om erbij te mogen horen.

Verbaasd? Neen, toch? Achttien jaar geleden stemde één op de vier Vlamingen voor een partij, Vlaams Blok, die kort voordien veroordeeld was wegens inbreuken op de antiracismewet, een veroordeling die enkele maanden na de Vlaamse verkiezingen zou bevestigd worden door het hof van beroep. Eén op de vier Vlaamse kiezers veegde dus zijn of haar voeten aan een gerechtelijk vonnis. Racisten horen erbij, mensen met een migratieachtergrond niet, dat was de teneur. En die is niet veranderd, want vandaag zit Vlaams Belang — andere naam, zelfde inhoud — opnieuw rond die één op de vier kiezers in Vlaanderen. Het is maar een peiling, akkoord, maar dan wel een peiling die griezelig nauw aanleunt bij de electorale realiteit van 2004. Het zal nooit goed genoeg zijn voor een stevige minderheid Vlamingen. Zelfs voor 57 procent van de mensen die aangaf voor Groen te zullen stemmen, mochten er weldra verkiezingen zijn, is assimilatie een basisvoorwaarde om welkom te zijn. Dat zegt alles. Assimileren gaat veel verder dan integreren. Als je integreert, respecteer je de Grondwet en de wetten van het land. Als je assimileert, neem je alle gewoonten en gebruiken bewust over.

Tel je bij de potentiële Vlaams Belang-kiezers ook nog eens die van N-VA (‘Racisme is een relatief begrip’, roepen ze daar van De Wever over Homans tot Kanko) en rechtse Open VLD’ers en CD&V’ers op, dan zit je aan meer dan de helft van de Vlamingen die zich nooit helemaal zullen verzoenen met mensen die er anders uitzien, een andere cultureel-religieuze achtergrond hebben, nog een andere nationaliteit bezitten en zich in het openbare leven anders gedragen. Dat is niet zozeer verbazingwekkend, dan wel angstaanjagend. Zet je even in de plaats van iemand met een niet-witte huidskleur en niet-Belgische roots. En bedenk dat ook de voorzitter van Vooruit laat verstaan dat ‘zij’ er niet helemaal bij horen, want hij voelt zich ‘niet in België’ wanneer hij door wijken met hoofdzakelijk inwoners met een migratieachtergrond rijdt.

Dit doet me spontaan denken aan het scorebord van mijn favoriete bron van frustratie, Beerschot. Daar staat ‘Wij – Zij’, met daaronder de stand in de wedstrijd. Toen ik dat eerst zag, dacht ik: oké, ludiek, typisch Antwerpse humor, lekker uitdagend, op het randje. Als je er echter dieper op ingaat, is het compleet misplaatst, omdat het een vorm van permanent vijanddenken inhoudt. ‘Zij’ zijn de slechteriken, ‘zij’ mogen beschimpt worden, ‘zij’ moeten verliezen, ‘zij’ horen hier niet thuis. Vlaanderen is een uitvergrote versie van dat scorebord van Beerschot geworden: wij versus zij. (Of is het omgekeerd? Is Vlaanderen begonnen en surft de voetbalclub gewoon mee op die negatieve sentimenten?)

Die wij tegen zij-attitude is veel breder verspreid dan de meesten beseffen, of durven toegeven. En het heeft heus niet alleen met racisme te maken. Xenofobie zit in alle geledingen van de maatschappij en die ‘angst voor het vreemde’ gaat veel verder dan huidskleur of afkomst. Bedrijfsleiders zijn in de eerste plaats op zoek naar spiegelbeelden van zichzelf in hun directe omgeving (waardoor ze stagneren, want te weinig verrassende inbreng, ze horen immers de hele tijd hun eigen echo). HR-medewerkers zijn doorgaans jong en hip — het is een beginnersjob, een opstapje naar beter betaald werk in de hopelijk zeer nabije toekomst — en dus gaan ze op zoek naar andere jonge en hippe mensen. Werkzoekende vijftigplussers kunnen erover meepraten. En zo kan ik nog een poos doorgaan. ‘Wij’ zien onszelf te veel als centrum van het universum, ‘zij’ moeten zich maar aanpassen. Discriminatie is van alle tijden, alle kleuren, alle klassen, alle omgevingen, alle samenlevingen.

Dat ‘de Vlaming’ negatief staat tegenover migranten, ook al zijn die hier geboren, spreken die dezelfde taal, hebben ze dezelfde nationaliteit, supporteren ze voor dezelfde nationale ploeg, luisteren ze naar dezelfde muziek, hoeft ons niet te verbazen. Dat de media dat wij-zij-denken domweg mee hebben overgenomen, wel. Een voorbeeld dat in We have a dream!, het boek over racisme en discriminatie dat Paul Beloy en ik recent schreven, om dit te illustreren. In de nacht van 31 december 2018 op 1 januari 2019 waren er in Molenbeek rellen met jongeren. ’s Anderendaags wilde Radio 1 dieper ingaan op de zaak. We vermoeden dat er die dag, een feestdag, geen uitgebreide redactievergadering met pro- en contra-stemmen zal zijn geweest en dat redacteurs werden verondersteld eigenhandig op zoek te gaan naar gesprekspartners. Dus belde de journalist die de opdracht had gekregen om dat nieuwsfeit te coveren in een op het eerste gezicht logisch lijkende reflex naar Theo Francken, tot drie weken voordien staatssecretaris voor Asiel & Migratie, afgetreden omdat de N-VA de ondertekening van een niet-bindend migratiepact, in Marrakesh, niet zag zitten en om die reden uit de regering-Michel was gestapt. Francken gebruikte de aangereikte megafoon om het migratiebeleid voor de zoveelste keer op de hekel te nemen. Als je er echter iets dieper over nadenkt, merk je hoe fout de redenering van de betrokken reporter was om net Francken aan het woord te laten. Allicht onbewust en ongewild bevestigde hij of zij daarmee dat het om een migratieprobleem ging, wie weet zelfs een gevolg van het asielbeleid, terwijl die jongeren hier geboren zijn, hier zijn opgegroeid, onze nationaliteit hebben. Het zijn geen migranten, het zijn verdorie Belgen. Vervelende Belgjes die zich misdroegen en die daarvoor gestraft zouden moeten worden, zeer zeker, maar wel ettertjes van bij ons. Geen migranten, geen ‘vreemdelingen’. Alleen al door die impuls om een voormalige staatssecretaris voor asiel en migratie te contacteren, gaf die redacteur, en bij uitbreiding de nieuwsredactie van Radio 1, aan dat die jongeren er nooit zullen bij horen. En dan klagen (extreem)rechtse luitjes over de ‘MSM’, de in hun ogen veel te linkse en veel te tolerante mainstream media, maar in werkelijkheid gaat zelfs een gerespecteerde redactie — dit ging niet om ’t Scheldt, Doorbraak of Pallieterke!— de anti-migratietoer op. Het zit vanbinnen en het wil er maar niet uit. Wie zich dan nog verbaasd toont dat er zo’n negatief ressentiment is tegenover migranten, nieuwkomers, ‘anderen’, ‘zij’, is hypocriet. Of blind en doof. Of heeft een zeer slecht karakter.

‘De wetenschap dat je er in uw eigen land toch nooit bij zult horen of als volwaardig aanzien zult worden — ongeacht wat je doet — of je hier nu 3 weken of 3 generaties bent, blijft een zeer sombere gedachte en een zwaar kruis om te dragen,’ schreef opiniemaker Youssef Kobo op Twitter. Kobo is de drijvende kracht achter A Seat At The Table, een organisatie die kansarme jongeren op weg wil helpen in een samenleving vol valkuilen.

‘A seat at the table’, een plaats aan tafel: dat zegt het helemaal wat mensen met een andere achtergrond betreft. Dit gaat niet om omvolking, om het omverwerpen van onze democratie, om het opdringen van een andere cultuur of religie: het gaat om een plekje aan tafel. Welkom zijn. Erbij horen. Deze week werd nogmaals pijnlijk duidelijk dat de doorsnee Vlaming niet bereid is een stoel bij te schuiven, of een vrijgekomen stoel ter beschikking te stellen aan iemand van wie de voorouders niet in deze regio geboren werden. Zo lang dat niet gebeurt, blijft Vlaanderen een kille, onvriendelijke, weinig uitnodigende, zelfgenoegzame omgeving. Dat is inderdaad een zeer sombere gedachte.



« VorigeVolgende »