Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

De wereld is om zeep

Geschiedenis, Muziek, Politiek, Samenleving Posted on za, februari 22, 2025 11:36:57

‘De wereld is om zeep / Er gebeuren rare dingen rondom mij / Helemaal om zeep / En het laatste oordeel kan niet ver meer zijn.’

***

Het is zo’n week waarin een mens zich laat leiden door een oude hymne van een dorpsgenoot uit Tollembeek (ik weiger Pajottegem te gebruiken, behalve dan in explicerende bijzinnen zoals deze): Urbanus van Anus, zoals die in 1974 nog genoemd werd. Jawel, deze tekst is meer dan vijftig jaar oud en plots brandend actueel, het refrein toch. Het lied van Urbanus was maar om te lachen. De voorbije week was hoegenaamd niet om te lachen. Een beknopt overzicht:

• Donald Trump beschuldigt er Oekraïne van dat het zelf is binnengevallen in… Oekraïne.

• Bij Het Laatste Nieuws worden negen journalisten ontslagen, onder anderen drie vakbekwame sportjournalisten. De corrupte Stephan Keygnaert – in opspraak gekomen tijdens Operatie Propere Handen – mag gewoon blijven zitten.

• Donald Trump, de man die weigerde een verkiezingsnederlaag te accepteren en zijn aanhangers dan maar aanvuurde om naar het Capitool te trekken, zegt dat Zelensky een dictator is, ook al is die president geworden na legitieme verkiezingen.

• In Anderlecht wordt elke dag met scherp geschoten, behalve door de lokale voetbalclub.

• Alleen de verzamelde Europese leiders schieten nog vaker mis dan Sporting Anderlecht (als ze al proberen te scoren).

• Donald Trump wil vrede in Oekraïne bewerkstelligen door de meest betrokken partij níet uit te nodigen op gesprekken en onderhandelingen.

• Premier De Wever stelt dat het niet zo eenvoudig is om het drugprobleem in de hoofdstad aan te pakken. Burgemeester De Wever zei nog niet zo lang geleden dat het leger naar Antwerpen moest komen en dat de war on drugs dan wel snel gewonnen zou worden.

• Donald Trump heeft in één maand tijd evenveel gekke beslissingen genomen en krankzinnige ideetjes gespuid dan in zijn hele eerste ambtstermijn van vier jaar.

• De rijkste man ter wereld zwaait met een kettingzaag op een podium, die hij cadeau heeft gekregen van de illiberale president van Argentinië.

• Donald Trump brengt meer tijd door op het golfterrein dan in het Witte Huis.

• Nederland wil alleen nog ontwikkelingshulp geven als het daar zelf baat bij heeft. ‘Zelfontwikkeling’ heet dat allicht. Mag ook wel in zo’n kabinet vol onderontwikkelde pseudopolitici.

• Steve Bannon brengt de Hitlergroet. Of was het nu omgekeerd?

• Donald Trump hint op ‘four more years’ na de aan gang zijnde ‘four years’. Zo doen dictators dat. Verkiezingen zijn quantité négligeable. Zo deed Poetin dat ook, waarna hij de spelregels veranderde. Mens erger je niet voor gevorderden.

• JD Vance geeft een verbijsterende toespraak waarin hij de Europese Unie de mantel uitveegt en duidelijk een pro-Russisch standpunt inneemt. Een Leuvense kerkjurist wiens naam rijmt op korfs is positief onder de indruk van de manier waarop Vance de vrije meningsuiting verdedigt. Ondertussen worden in de States zelf de eerste boeken over genderdiversiteit uit bibliotheken verwijderd. De kerkjurist zwijgt. Naar boven likt hij alleen maar.

• Grote Amerikaanse bedrijven gehoorzamen aan de wensen van Trump & co en zetten hun diversiteits- en inclusieprogramma’s stop.

• Volgens barones Mia D. is al wat er nu in de wereld gebeurt een reactie op woke.

• Geef de barones een kettingzaag en misschien zaagt ze wel per abuis haar vingers af, zodat er geen volstrekt zinledige teksten meer uit haar klavier getoverd kunnen worden.

• Donald Trump eist voor een half miljard dollar aan zeldzame aardmetalen van Oekraïne. Een dictator wil zakendoen met een ‘dictator’, als het ware. Afpersing heet dat in maffiakringen. De Amerikaanse president is een maffiabaas geworden.

• De Golf van Mexico heet vooralsnog Golf van Mexico, Canada blijft een onafhankelijke natie, Groenland is eigendom van Denemarken. Maar het kan snel gaan. Overmorgen breekt een nieuwe week aan.

‘The lunatics have taken over the asylum,’ zong Fun Boy Three in 1982. ‘No nuclear the cowboy (president Reagan, fvl) told us / And who am I to disagree / ‘Cause when the madman flips the switch / The nuclear will go for me’. Drieënveertig jaar oud, maar klinkt brandend actueel. ‘The lunatics have taken over the asylum / take away my point of view / take away my right to choose’.

En om nog een songtekst te citeren, een flard uit Stings Russians uit 1985. ‘We share the same biology, regardless of ideology / But what might save us, me and you / Is if the Russians love their children too’. Maak daar gerust ook ‘If the Trumpians love their childen too’ van! (Ik vrees ervoor, kroost dient in sommige kringen alleen maar om de dynastie voort te zetten.)

***

Jawel, hoor: ‘Helemaal om zeep / En het laatste oordeel kan niet ver meer zijn.’



Nieuwe (Wereld)Orde

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, februari 15, 2025 11:47:41

Het gebeurt dus niet stiekem meer. Geen krijgszuchtige, ambitieuze generaals die een groepje vertrouwelingen rond zich verzamelen en in het grootste geheim een putsch voorbereiden. Pinochet, Videla, Mobutu, Idi Amin, Papadopoulos, noem ze allemaal maar op: ze zijn totaal voorbijgestreefd, op een enkele exotische uitzondering na. Ietwat dictator in spe doet zijn ding nu in alle openheid. Ietwat Jan-mijn-kloten stemt op hem. Zo eenvoudig gaat dat. Het volk krijgt de leiders die het verdient. (Een deel van) het volk is het blijkbaar beu om te gaan stemmen en geeft de macht dan maar in handen van democratie hatende individuen, zodat zij (het volk) voortaan gerust gelaten worden.

Je zou het een nieuwe trend kunnen noemen: verkozen dictators. Het volk kiest er zelf voor om de democratie (en uiteindelijk zijn eigen vrijheden) kopje onder te duwen. Viktor Orbán is al jaren een prominent voorbeeld van zo’n despoot die via de stembus naar het hoogste machtsorgaan gekatapulteerd werd. Hij leidt Hongarije onafgebroken sinds 2010. Op hem wordt de term illiberaal gekleefd. Betekent zoveel als: tegen alle liberale verworvenheden sinds de Verlichting in. Lichtend voorbeeld van Orbán is Vladimir Poetin, nog zo’n despoot die een legitieme verkiezing achteraf misbruikte om steeds meer macht naar zich toe te schuiven en een loopje te nemen met de rechtsstaat. Andere Europese landen volgden inmiddels en alleen het meerpartijenstelsel behoedde Nederland voor een fascistoïde Wildersregime. Frankrijk stond al een paar keer op de rand van de afgrond. Versta: een extreemrechtse president(e). Duitsland volgt mogelijk weldra. Spannende tijden.

Ook op andere continenten staat de democratie onder zware druk, áls ze al kansen krijgt of überhaupt nog bestaat. Bananenrepublieken noemen we dat hier in het Westen smalend; landen in Zuid-Amerika, Afrika of Azië waar een hoge militaire pief of een buigzame pseudopoliticus in dienst van het leger of het grootkapitaal de plak zwaaien. Maar hebben wij nog wel het recht om daar neerbuigend over te doen?

***

Er is natuurlijk ook de onvermijdelijke Donald Trump. In zijn eerste periode gold die nog als een per ongeluk verkozen curiosum, die af en toe, nou ja: geregeld, een rare ingeving had en vreemde dingen zei, maar die al bij al nog ingesnoerd was. Checks and balances, net wat u zegt, ja. Nu Trump opnieuw het Witte Huis heeft ingepalmd voor een tweede ambtstermijn zijn die checks and balances nagenoeg verdwenen. Omringde hij zich tussen 2017 en 2021 aanvankelijk nog door ervaren politici en diplomaten, dan is zijn huidige regeringsploeg een zootje ongeregeld bij elkaar, met politiek onbeslagen praatjesmakers en complottheorieën verspreidende patjepeeërs als uithangbord: zo lang ze maar ja knikken is de oranje narcistische idioot tevreden. En hoe dommer zij zijn, hoe slimmer hij oogt.

De vergelijking met de jaren 30 wordt vaak gemaakt. Grotendeels terecht. Wat we nu op vele plekken zien is de (tijdelijke?) ondergang van de democratie, de rechtsstaat, het empathisch vermogen, doordachte geopolitiek, politiek handelen met de Verklaring van de Rechten van de Mens in de ene hand en de persoonlijke ideologie in de andere. Ideologie is out. Iemand als Trump wordt niet gedreven door ideologie en systematiek maar door impulsen. De ingeving van het moment. De waan van de dag. Het ideetje van het uur. We kijken naar een tv-spelletje met een bizar scenario, waardoor we uiteraard blíjven kijken. Zo zijn we dan ook weer wel, voyeurs langs de snelweg van het bestaan.

In die zin gaat de vergelijking met de jaren 30 dan weer níet op. Hitler en de zijnen hadden een ideologische uitvalsbasis: Mein Kampf. Trump en de zijnen hebben dat niet. Daardoor zijn ze onberekenbaarder. Niet gevaarlijker – daarvoor is het ‘palmares’ van de nazi’s al te duidelijk –, maar minder voorspelbaar. En daardoor toch ook weer razend gevaarlijk. Eigen oligarchen eerst, is momenteel het adagium in Washington, D.C. Dat gaat nog een paar stappen verder dan ‘Eigen volk eerst’, ook al zou die slogan ongetwijfeld eveneens uitgehold worden mocht Vlaams Belang het ooit écht voor het zeggen krijgen. Het volk bestaat uit nuttige idioten die, eens ze hun kortstondig nut hebben bewezen in de stembus, genegeerd mogen worden. Van dan af telt alleen het kringetje in de directe omgeving van de dictator. Zo ging dat bij onder anderen Poetin, zo gaat dat bij Trump. Er wordt al volop gespeculeerd over een implosie van het Trump-regime wanneer de Grote Baas (Trump zelf) zich in de schaduw zou gaan voelen van de Grote Baas-Naast-de-Grote-Baas (Musk), maar dat is wel zeer optimistisch: áls Musk al uitgerangeerd zou worden, zullen er andere opportunisten klaarstaan om in het gevlei te komen en aan ongebreidelde zelfverrijking te mogen doen.

Er tekent zich in steeds meer landen een Nieuwe Wereldorde af: extreemrechts, fascistoïde, egoïstisch, ontmenselijkend. En net als in de Nieuwe Orde van toen, zal al wie niet meewil brutaal uitgerangeerd worden. Op alle mogelijke manieren, van ‘per ongeluk uit het raam vallen’ tot Guantánamo, en al wat daartussen ligt. En al wie wél meewil, zal maar wat graag de laarzen aantrekken en meemarcheren met de macht. Om in ons land te blijven: van de voorspelbare Vlaams Belangers tot Rik Torfs en Mia Doornaert. Collaboratie is van alle tijden.

***

De wereld kijkt ondertussen toe. Wat kán de wereld doen? De Verenigde Staten binnenvallen is, buiten een sowieso al waanzinnig idee, ondenkbaar vanwege de militaire kracht van dat land. Dus laten we betijen. Maar waarom laten we Trump betijen wanneer die zich begint te bemoeien met zaken die zich in onze achtertuin afspelen: Gaza, Oekraïne, ontwikkelingshulp? Je zou met hem kunnen lachen, zoals sommige Denen deze week hebben gedaan rond het ideetje van The Donald om Groenland over te nemen. Dat is prima. Nóg krachtiger zou een Europees politiek signaal zijn tegen al deze ideetjes, want als er één ding vaststaat, dan is het wel dat Trump zelf helemaal in de ban van zijn eigen luchtspiegelingen is. Deze man werpt geen ideetjes op om te zien hoe de rest van de wereld reageert, neen, hij méént het. Hij wil Groenland en Canada inpalmen, en we moeten met z’n allen spreken van de Golf van Amerika, op straffe van maatschappelijke uitsluiting (of het niet meer welkom zijn op persmomenten, zoals Associated Press nu ondervindt, zonder al te veel protest van andere journalistieke organisaties, overigens).

Je kunt Trump dus onmogelijk negeren. En je kunt hem al evenmin ter wille zijn. Net in deze cruciale fase blijkt de Europese Unie een machteloze instelling te zijn, waarin individualisme en ‘Eigen land eerst’ het halen op gezamenlijke belangen. Wat zou Viktor Orbán helpen om tegen zijn vriend Trump te reageren? Of de Nederlandse regering, die bonte stoet rechtse luitjes zonder duidelijke marsrichting, behalve dan: tégen migratie, omdat Wilders dat nu eenmaal wil? Of zelfs Emmanuel Macron, die steeds meer rekening moet houden met een verrechtsende publieke opinie? De Europese Unie bewijst eens te meer haar economische noodzakelijkheid en haar politieke overbodigheid.

In de Verenigde Staten staat intussen elke vorm van democratische logica onder druk. Met zijn uitspraak dat de rechterlijke macht ondergeschikt is aan de directieven van de president haalt vicepresident Vance de rechtsstaat zelf onderuit. Hoe lang blijven rechtvaardige rechters ginds daartegen in verzet gaan? En waar blijft de steun hier? (Ach ja, rechterlijke uitspraken worden ook hier wereldvreemd genoemd door al wie zich rechts op het politieke spectrum bevindt, veel hoop hoeven we bijgevolg niet te koesteren op enig verzet aan de andere kant van de oceaan.)

Behoort het dan tot de geplogenheden om een democratisch verkozen leider die vervolgens de basisprincipes van de democratie zelf aantast, te laten doen, omdát hij nu eenmaal op legale wijze verkozen werd? Fascisten nemen de macht in handen en ge- en misbruiken die naar eigen goeddunken. In die optiek zijn de jaren 30 van vorige eeuw weer wél een flinke vergelijkingsbasis. Hitler kreeg de macht in de schoot geworpen van onbekwame politici van andere partijen en hief vervolgens in recordtempo de democratie op. Dat doet een despoot met macht. Dat heeft Trump ook al laten uitschijnen met uitspraken à la ‘het is de laatste keer dat u moet gaan stemmen’. Ook dat méént ie.

***

En zo kom ik bij ons terecht. Wij. U. Het volk. Zij die in theorie de macht verdelen, maar in de praktijk kiezen voor gemakkelijkheidsoplossingen, populisme, decibels, kortetermijndenken. Jan Modaal verwart sterke leiders met dictators. Echte sterke leiders zijn geloofwaardig door hun visie, empathisch vermogen en natuurlijk gezag. Trump en consoorten misbruiken de hen door lieden die weigeren langer dan een nanoseconde na te denken toegekende macht, die ze prompt willen omzetten in almacht. Keizerlijke almacht. Duim omhoog, duim omlaag.

Op deze manier krijgt het volk inderdaad de leiders die het verdient. Maar als onderdeel van dat volk dat weigert te accepteren dat velen hun stem gewoon weggooien en tegen hun eigen belang in stemmen, wil ik zulke leiders niet. Ik wil ze niet voor mezelf en ik wil ze niet voor ú, omdat u misschien niet beter weet.

Het toekomstbeeld oogt verdomd onaantrekkelijk: chaotisch, ondemocratisch, inhumaan, op maat van Trump, Poetin, Netanyahu en Orbán, op maat van een onverkozen roeptoeter als Elon Musk, die van de gelegenheid gebruik maakt om zichzelf te bedienen. Niemand die hem tegenhoudt. Niemand die daartoe zelfs aanstalten maakt.

Straks gaan Trump en Poetin in Saudi-Arabië overleggen hoe het nu voort moet met die oorlog/’speciale operatie’ in Oekraïne. ‘Twee schurken ontmoeten elkaar in een schurkenstaat’, de headlines schrijven zichzelf dezer dagen.

De wereld verdient beter.

De Verenigde Staten verdienen beter.

Wij verdienen beter.

Maar daar moeten u en ik ook wel iets aan willen doen. De vraag is: wát? Een blogpost schrijven is iets – een pietluttig iets, ik besef het –, maar het mag/moet iets meer zijn. Ons als automobilisten in een kijkfile blijven gedragen, zal niet helpen.



Witteheteromannenlogica

Politiek, Samenleving Posted on za, februari 08, 2025 12:01:33

Veertig uur ononderbroken debatteren om uiteindelijk bij een in onze particratie onvermijdelijke uitkomst te belanden: meerderheid versus oppositie goedkeuren van de regeringsverklaring. Theater zoals te verwachten en te voorzien was. Zielig, eigenlijk. En volksverlakkerij, dat ook. Het scenario van dit toneeltje wordt immers vooraf geschreven in de partijcenakels. Wat wel opvallend was, was de totale lengte van de debatten: veel te lang, gezien de overbodigheid en voorspelbaarheid van de meeste tussenkomsten.

Het zegt ook iets over het hoge machogehalte binnen onze politiek. Zie ons eens stoer doen, meer dan anderhalf etmaal lang! Het is iets typisch mannelijk, deze bravoure die geen bravo verdient. Ja, er zitten natuurlijk vrouwelijke volksvertegenwoordigers in de Kamer, maar de gang van zaken wordt nog altijd gedicteerd door bijna twee eeuwen mannelijke cultuur in het parlementaire halfrond. Politiek is geen spurt maar een uithoudingskoers.

***

U las het elders al: er zitten nauwelijks vrouwen in de nieuwe federale regering. Vier stuks, slechts, tegenover negen mannelijke ministers. Dertien in totaal, dat is opvallend weinig, wetende dat dit er vijftig jaar geleden soms dertig waren. Mooi, maar dat verklaart niet waarom het regeerakkoord vooral door mannen werd onderhandeld en dat de ministeriële stoeltjes vooral door mannen worden bezet. Het is een anomalie in deze tijden. Net zoals het een anomalie is dat dit land tot nog toe slechts één vrouwelijke (interim)premier kende: Sophie Wilmès, toen Charles Michel voor een lucratieve internationale job koos en het wachten was op een nieuwe regering. De honneurs waarnemen, meer dan dat was het interludium-Wilmès niet.

Als je een kritische opmerking maakt over het tekort aan vrouwen in de eerste Belgische regering die geleid wordt door een Vlaams-nationalist, krijg je grosso modo twee reacties: een duimpje omhoog van mensen die het ermee eens zijn en een duimpje omlaag van mensen die vinden dat dit allemaal niet zo erg is, die vrouwelijke ondervertegenwoordiging en dat gebrekkig genderevenwicht. Meestal kwam daar de opmerking ‘het draait om bekwaamheid’ bij. Een opmerking die onveranderlijk door mannen werd gemaakt. Uiterst bekwame mannen, dat spreekt voor zich, zo zijn zij.

In tijden dat een impulsieve narcistische idioot in het Witte Huis diversiteit- en inclusieprogramma’s schrapt en het aantal genders officieel reduceert tot twee, is ook wat De Wever I doet een signaal: vrouwen zijn tweederangspolitici. Sterker nog: vrouwen zijn in het algemeen tweederangs. De jaren 70 lijken helemaal terug, met de stoerejongensclubjes die het beleid uittekenen, uiteraard na nachtenlange uitputtingsslagen, want vergaderingen kun je dat bezwaarlijk noemen. In 1972 riep de sociaaldemocratische minister Louis Major nog dat ‘die wijven’ niet zoveel complimenten moesten maken. Hij deed dat na een interventie van het nieuw verkozen Volksunie-parlementslid Nelly Maes, die eiste dat vrouwen met hun eigen familienaam zouden worden aangesproken, niet met die van hun echtgenoot. Anno 2025 klinkt het niet meer zó grof als toen, maar het resultaat is hetzelfde. Oma’s mogen dan, volgens een populaire meidengroep, wel aan de top staan, voor vrouwelijke politici geldt dat zeker niet. Tenminste, federaal. Vlaams zit dat evenwicht wel goed.

Er is iets vreemds aan de hand met de opmerking dat het om bekwaamheid zou moeten draaien. Op papier klopt dat natuurlijk. Alleen wordt die opmerking bijna zonder uitzondering gemaakt door mannen, die zichzelf in een ver verleden een brevet van bekwaamheid hebben toegekend en dat als in een eindeloze estafetterace doorgeven. Maar wie heeft ooit bepaald dat die eerste mannelijke leiders bekwaam waren? Wie anders dan zijzelf? Wie anders dan Donald Trump vindt dat Donald Trump de meest bekwame president van de Verenigde Staten is? Wie anders dan Elon Musk vindt dat Elon Musk het meest bekwaam is om orde op zaken te stellen in de Amerikaanse administratie? De heren hebben geen examen afgelegd, ze roepen zichzelf uit tot bekwaam. Makkelijk zat zo. Mensen zoals ik, cismannen van minstens middelbare leeftijd, hebben het nu eenmaal makkelijker in het leven, de wegen zijn geplaveid en aan de toegangen tot ons heiligdom staan strenge bewakers. Alleen wil ik niet behoren tot het clubje ‘mensen zoals ik’. Het is geen verdienste dat ik man, hetero, zestiger ben.

***

Wie nu roept dat de regering-De Wever in de eerste plaats uit bekwame ministers bestaat – waardoor het bijgevolg logisch zou moeten zijn dat vrouwen in de minderheid zijn, want die zijn net iets minder bekwaam –, negeert de maatschappelijke realiteit. Er zijn ongeveer evenveel mannen als vrouwen, iets wat weerspiegeld zou moeten worden in de democratische kamers van het land. Er is geen bewijs dat de negen mannen in de regering bekwamer zijn dan de vele mogelijke vrouwelijke kandidaat-ministers uit de coalitiepartijen. Er is alleen die ene stelling dat wie er nu inzit, bekwaam is en, dus, dat mannen beter geschikt zijn om een land, een regio, een gemeente of een bedrijf te leiden. Het is het bekende riedeltje dat ook overbetaalde CEO’s opvoeren om zichzelf en hun eigen soortgenoten in stand te houden. Wij zijn zo goed, wij zijn de beste. Een zelfverklaarde elite die niet eens hoeft te bewijzen waarom het terecht zou zijn zit waar ze zit. Het klinkt bijna als een natuurwet of een door een hogere autoriteit gegeven mandaat. Is het toeval dat religie ook op die manier werkt? Je moet geloven in een opperwezen dat alles beter weet en zijn vertegenwoordigers op aarde weten het op hun beurt beter dan hun volgelingen. Als je erover nadenkt, mag het haast een wonder heten dat er überhaupt vrouwen in de regering-De Wever zitten…

Als competentie echt de maatstaf zou zijn, zouden heel wat ministers, bedrijfsleiders, managers, voorzitters en trainers nooit minister, bedrijfsleider, manager, voorzitter of trainer zijn geworden. Dan zou toxisch leiderschap niet bestaan, omdat er bekwame mensen de boel zouden managen en ‘toxisch’ en ‘bekwaam’ niet samengaan. Dan zou er ongetwijfeld een groter machtsevenwicht tussen de seksen bestaan. Meer zelfs: dan zou er veel meer diversiteit aan de top van eender welke piramide zijn. Meer gendervariëteiten, meer kleur, meer verschillende culturele achtergronden.

***

Best grappig, trouwens, dat de witte cismannen die telkens weer ‘opkomen’ voor wat zij zonder nuance zien als onderdrukte vrouwen uit andere culturen en/of religies – denk aan de hoofddoekenkwestie –, het nu wel zeer oké vinden dat de Belgische federale regering in eerste instantie een wittemannenzaak is (en volgens hen ook moet zijn). ‘Onderdrukte vrouwen’ zijn volgens hen niet eens ‘bekwaam’ om voor zichzelf op te komen, hun uitgangspunt is dus ook nog eens neokolonialistisch. Wij, westerse heteromannen, weten wat goed voor u is.

Emancipatie, da’s voor de anderen.

Bekwame mannen hebben dat niet nodig.

Zij weten immers beter.



Muskolini

Communicatie, Geschiedenis, Journalistiek, Politiek, Samenleving Posted on za, januari 11, 2025 12:03:32

‘Woke is koren op de molen van Trump, Musk en consorten, en draagt daarmee een verpletterende verantwoordelijkheid,’ schreef filosofe Alicja Gescinska deze week in haar column in De Morgen. ‘Terwijl autoritarisme en totalitarisme in opmars zijn, terwijl uiterst rechts wereldwijd hoogtij viert, terwijl zovele fundamentele rechten en vrijheden van minderheden en vrouwen onder druk staan, heeft een deel van progressief links zich vastgereden in de modder van achterhoedegevechten. Woke is geen ontwaken. Woke heeft zijn eigen demonen wakker gemaakt en zichzelf in slaap gewiegd voor wat er écht toe doet’.

Qué?

Toen mijn koffie eindelijk van het verkeerde naar het juiste keelgat was getransporteerd, herlas ik deze zinnen. Gescinska, toch een gereputeerde filosofe en schrijfster, voorzitster van PEN Vlaanderen, niet meteen gekend als idioot en kortzichtig, had het in haar column over het verbieden van Of mice and men van haar lievelingsauteur John Steinbeck, omdat het n-woord er frequent in voorkomt. Maar haar terechte oprispingen over de spijtige uitwassen van het schier ongrijpbare fenomeen woke – het ongenuanceerd proberen te verbieden van gedateerde culturele bijdragen met de ogen en oren van vandaag, terwijl die in een heel andere context tot stand kwamen – gingen over in een algemene jeremiade over woke, iets wat in intellectuele kringen helaas wel vaker gebeurt.

Ik noem mezelf woke én verdraagzaam. Ik ben op vele punten politiek correct – zeker als het over het bejegenen van mensen gaat –, maar durf ook te lachen met gewaagde en ietwat stoute humor. Zoek gerust de grenzen op, maar weet dat die er zijn. Woke is in mijn ogen een noodzakelijke maatschappelijke correctie die niet altijd even keurig wordt uitgevoerd, maar die wel uitgaat van de juiste principes: solidariteit, gelijkwaardigheid, antiracisme. En net als bij vroegere emancipatorische bewegingen – syndicalisme, feminisme, antiracisme, Mei ’68 – loopt er weleens iets fout of wordt er overdreven bij het proberen afdwingen van die ‘noodzakelijke maatschappelijke correctie’. Jammer, maar daarom is de intrinsieke bedoeling nog niet fout. Door woke dan ook nog eens te linken aan de successen van extreemrechts wereldwijd lijkt het wel alsof Gescinska en andere hyperventilerende intellectuelen woke verantwoordelijk achten voor die opmars van de nieuwe laarzendragers. Dat is a) wel heel kort door de bocht, b) woke een veel te grote maatschappelijke invloed toekennend, en c) lichtjes waanzinnig, want het komt er dan ongeveer op neer dat maatschappelijk verzet ongewenst is, omdát het reactie zou kunnen uitlokken. Zullen we dan voortaan racisme, discriminatie, misogynie, verkrachtingen, enzovoort maar normaal gaan vinden, om lieden als Trump en Musk niet nodeloos te provoceren? (Alsof de heren die provocatie nodig hebben!)

***

Nog een mening van een mens waarvan we tot nog toe vermoedden dat die bovengemiddeld intelligent was: Guillaume Van der Stighelen over het schrappen van de factcheckers op Facebook. ‘De valse illusie dat alles op Facebook naar waarheid was gecheckt, daar zijn we dus van af. Eindelijk. Social media zijn een digitale toog en cafépraat moet niet gecheckt worden op waarheidsgehalte.’

Qué?

Dus: praat maar raak, verkondig maar halve waarheden en hele leugens zonder boe of ba, beledig gerust je medemensen zonder enige consequentie? Laten we elkaar vanaf nu juist wel een mietje noemen! Moet kunnen?

Van der Stighelen ging nog verder: ‘Waar social media (en andere togen) wel goed voor zijn, is het horen van andere meningen. Het ondervinden dat andere mensen op een andere manier naar eenzelfde gegeven kijken, en op een andere manier met dezelfde feiten omgaan. Dat is mijn mening hierover.’

Ik weet niet in welke bubbel de voormalige reclamemaker verblijft, maar de realiteit dringt er zo te lezen zelden in door. Als sociale media de jongste jaren in één ding uitblinken, dan is het net dat er níét meer naar andere meningen geluisterd wordt. Iedereen leeft in zijn bubbel, gaat op zoek naar meningen die stroken met de zijne, versterkt daardoor het eigen Grote Gelijk. Hoera, zie óns eens gelijk hebben! En daardoor worden sociale media – hoe goedbedoeld ze ooit ook waren – extreem asociaal.

Wie anders over de dingen denkt, wordt uitgesloten. Sterker nog: dankzij de algoritmes worden gebruikers meegezogen in hun eigen bubbel, vol onwrikbare ‘waarheden’ en overtuigingen, waar tegenspraak ondenkbaar is geworden. Om in het beeld van de cafépraat te blijven: ze gaan alleen nog iets drinken aan een toog met gelijkgestemden. Het tegenovergestelde van wat Van der Stighelen poneert.

***

Over negen dagen wordt Donald Trump ingezworen als Amerikaans president. Zijn rechterhand Elon Musk doet al volop alsof het nieuwe regime een feit is. De rijkste man ter wereld heeft een pertinente mening en die verkondigt hij voortdurend. Tot zover geen probleem. Problematisch wordt het wel wanneer die man zijn eigen medium X constant misbruikt om complottheorieën en andere verzinsels te verspreiden onder zijn 212 miljoen volgers, en zijn centen en invloed aanwent om het democratische proces in steeds meer landen naar zijn hand te zetten. Hij wil een regimewissel in Groot-Brittannië, hij biedt een forum aan de nazaten van nazisme en fascisme in Duitsland en Italië, hij jaagt op andersdenkenden. Hij is niet te stuiten, dit zelfverklaarde genie – laten we wel wezen: Musk is een gewiekste opportunist, wat een verdienste is binnen het kapitalistisch systeem, maar hij heeft de elektrische auto niet uitgevonden en bouwt zelf geen raketten, hij is geen ondernemer, maar een overnemer, wegnemer of afnemer, kortom: hij is verre van geniaal, gewoon een doortrapte zakenman, maar dan met net iets diepere zakken dan de meeste van zijn collega’s. En dat andere grote genie, Trump, fulmineert intussen dat hij Groenland, Canada en het Panamakanaal zal binnenrijven. Op de planeet Narcissus barsten de vulkanen uit, benieuwd hoe lang ze elkaar kunnen verdragen, met andere woorden: tot de echte president de schijnpresident uit zijn entourage zal verwijderen omdat die te veel van zijn zonlicht wegneemt.

Tot die onvermijdelijke implosie er komt in Washington zal Musk blijven te keer gaan. Wat mij tot een sprongetje naar de jaren 30 van vorige eeuw brengt. Toen palmde het nationaalsocialisme van Hitler en de zijnen eerst Duitsland en vervolgens een groot deel van Europa in, terwijl het fascisme van Mussolini Italië in zijn onmenselijke machtsgreep hield. In nazi-Duitsland was Joseph Goebbels de man die, als rijksminister van Volksvoorlichting en Propaganda, het volk alternatieve waarheden toeschoof, nuttig om bevolkingsgroepen te kunnen haten: Joden, zigeuners, homo’s, al wie niet-Arisch dacht. Goebbels was op dat vlak geniaal. Een pervers genie, zeer zeker, maar wel uiterst bedreven in wat hij (aan verschrikkelijke dingen) deed.

Máár: de invloed van Goebbels reikte niet veel verder dan die ene taal, Duits, en dat ene land, Duitsland, al kon hij uiteraard wel rekenen op antidemocratische stromingen in andere Europese landen. Aan collaborateurs is er nooit een gebrek.

Duits is geen wereldtaal, Engels is dat wel. Dat maakt Musk in wezen véél gevaarlijker dan Goebbels. Hij kan zich in toegankelijke bewoordingen invloed kopen in de wereld, nóg meer geld verdienen, en terloops democratische geplogenheden doen verdwijnen. Democratie is eerder een hinderpaal dan een zegen voor zulke machtspotentaten. Ikke ikke ikke en de rest kan stikken.

Die andere miljardair, Mark Zuckerberg, is ondertussen ook op de knieën gegaan voor Trump: uit opportunisme of uit overtuiging, dat moet nog duidelijk worden, maar nefast is het alleszins. Straks mag iedereen alles zeggen, maar die ‘iedereen’ moet je met een korrel zout nemen, want wie bereid is een klein beetje na te denken, zal zich aan de gekende waarheden houden, terwijl wie minder scrupules heeft, dat niet zal doen. Met alle gevolgen van dien. De sluizen van de alternatieve waarheden zullen volop openstaan, daar is geen dam tegen bestand. Het mogen beledigen van trans personen is voortaan zelfs expliciet opgenomen in de Facebook-statuten. Vrije meningsuiting, quoi?

***

Binnenkort leven we in een feitenvrije wereld waar de waarheid naar hartenlust verdraaid wordt, minderheidsgroepen en mensen met een andere huidskleur of afkomst nog meer het doelwit van haatzaaiers worden, wetenschappers opgejaagd wild zullen zijn en revisionisme en negationisme de norm worden. Geschiedenis, heden en toekomst zullen worden herschreven of geherdefinieerd op maat van de financieel machtigen en hun gewillige dienaars in regeringen en overheidsapparaten. Een not so brave new world met 1984 van Orwell als handboek, niet als waarschuwing. Newspeak als het nieuwe Esperanto, een officieuze wereldtaal. Dat Jean-Marie Le Pen dat niet meer mag meemaken. Joseph Goebbels ontkurkt alvast de sekt in zijn graf.

Steenrijke, (extreem)rechtse oligarchen hebben een methode gevonden om kritische media de mond te snoeren. Ze kopen ze over, laten hun vazallen censuurmaatregelen opleggen, jagen onafhankelijke geesten weg, helpen op termijn de democratie en de rechtsstaat om zeep. Jeff Bezos slaagde er al in om een cartooniste ontslag te laten nemen bij The Washington Post. Zuckerberg schaft de factcheckers af bij Meta. Musk heeft Twitter omgevormd tot X: van een levendig en kritisch medium naar een extreemrechtse bubbel met de occasionele tegenstemmen, die snel versmoord worden door het hyperactieve trollenleger. Twee en een half jaar geleden verliet ik Twitter vanwege de ranzige figuur van nieuwe eigenaar Musk, begin vorig jaar keerde ik terug, maar nu overweeg ik om mijn account definitief op te doeken. Wat heeft het ook voor zin? De trollen roepen luider en zijn met veel meer. Het aantal lieden dat kritiekloos met de laarzen klakt om toch maar in de gunst van de leider te kunnen staan, is altijd al groot geweest. Gewillige beulen.

Mochten we in een Bondfilm leven, denk aan Grab ‘em by the Octopussy, dan zou held 007 er alles aan doen om de schurk een definitief halt toe te roepen, na onder meer een spectaculaire achtervolgingsscène door de straten van Washington, D.C., waarbij de Tesla van de slechterik het moet afleggen tegen de klassieke Aston Martin met zijn onverbiddelijke gadgets. Maar we leven niet in een fictief scenario en de vraag is: hoe stoppen we Musk af? Door de schuld op woke te steken of lacherig op te merken dat we nu eenmaal cafépraat uitstoten? Ik dacht het niet.

Elon Musk móét worden afgestopt. Hopelijk beseffen steeds meer mensen en instellingen met invloed dat, te beginnen bij de Europese Unie en de nationale overheden. Schrijf maar in die nieuwe versie van de supernota, meneer de formateur: Muskolini mag zich bemoeien in de staat Arizona, maar niet in de gelijknamige toekomstige regering. Anders kunnen we hier binnenkort een Nederlandstalige en Franstalige variant van ‘Wir haben es nicht gewußt’ boven halen.

Willen we het wel weten?



De jeugd van tegenwoordig

Geschiedenis, Politiek, Samenleving Posted on za, januari 04, 2025 11:46:43

‘Wil Gen Z niet meer dansen op oudjaar?’ titelde een krant die hier elke ochtend in de brievenbus wordt gedropt op oudejaarsdag. Daar volgde een bijdrage onder die ik niet heb gelezen, omdat ik me vooraf al begon te ergeren.

Waarom toch altijd die opdeling in generaties? Wat kan het mij – naar verluidt Generatie X, want geboren tussen 1955 en 1970, terwijl ik ocharme geregeld ook ‘boomer’ wordt genoemd, de generatie net vóór mij – schelen wat die of die generatie wil, niet wil, doet, niet doet, vindt, niet vindt? Waarom telkens dat onderscheid maken? En welke theorie moeten we dan volgen? Sommigen spreken van zeven generaties: vooroorlogse generatie (1910-1930), stille generatie (1931-1940), babyboomers (1941-1955), verloren generatie (1956-1970), pragmatische generatie (1971-1985), grenzeloze generatie (1986-2000) en generatie Z (2001-2012). Anderen doen dat ook, maar die vergeten de Tweede Wereldoorlog en wat daarvoor kwam, en beginnen hun opdeling in 1946. Daar wordt de ‘verloren generatie’ – waartoe ik zou moeten behoren – ‘Generatie X’ genoemd en volgen daarna Xennials, Generatie Y (Millennials), Zillenials, Generatie Z en Generatie Alpha. Weer anderen houden het op vijf en laten ‘Gen Z’ eindigen in 2015.

Waarom worden we in hokjes geduwd?

Waarom láten we ons in hokjes duwen?

Waarom wíllen we in een hokje geduwd worden?

Ik zal het u zeggen: het is allemaal marketing, luie marketing. Bij reclamebureaus en tv-zenders doen ze dat ook, en eens je een bepaalde leeftijd hebt bereikt, word je uitgerangeerd, vanwege commercieel niet meer interessant. Je mag dan wel nog naar die programma’s kijken en die producten kopen, maar je wordt niet meer geacht om dat slaafs te doen, zoals andere leeftijdscategorieën. Typeringen worden zo stereotyperingen. Te oud. Passé. Weg ermee.

Bijna twee jaar geleden schreef De Morgen-journaliste Katrin Swartenbroux – een uitmuntende stiliste – het boek OK dan niet, met als ondertitel Over mijlpalen, maakbaarheid en de millennial mindfuck. Swartenbroux deed dit in een reeks aparte essays, stuk voor stuk zeer leesbaar, waarbij ze telkens uitging van wat haar generatie (Y) als struikelblokken tegenkwam op het levenspad. Boeiend, zeer zeker, maar ik dacht ook: waarom opnieuw zo krampachtig uitgaan van iets zo toevalligs als een geboortedatum om problematieken te schetsen die in vele gevallen universeel zijn?

Ik stelde aan mijn toenmalige uitgeverij voor om deels als antwoord op OK dan niet een boek te schrijven over de verschillende jongerengeneraties sinds de Tweede Wereldoorlog, niet vertrekkende van de categorieën die ons worden opgedrongen, maar per decennium: 1945-1955, 1955-1965, 1965-1975, enzovoort. Of desnoods: de jaren 40, 50, 60, enzovoort. Werktitel: De jeugd van tegenwoordig. Ik wilde gaan praten met mensen die toen jong waren en hen vragen wat zij hadden meegemaakt en welke obstakels zij moesten overwinnen. Mijn overtuiging was en is nog altijd dat die zeer vergelijkbaar zijn met daaropvolgende generaties: moeite om de huurprijs te betalen en al zeker om een eigen huis te kopen of te bouwen, carrière maken, beslissen of je kinderen wil of niet, financieel zien te overleven, een vriendenkring opbouwen, overleven. Dat maken al die generaties mee, weliswaar in een aangepaste context – de wereld staat niet stil – of in andere levensomstandigheden maar toch wezenlijk vergelijkbaar. Helaas is het boek er nooit gekomen, maar misschien moet iemand dat toch ooit schrijven, dan kan de huidige onzin eindelijk ophouden.

We zijn niet zo verschillend. Toen ik twintig was, zat ik met dezelfde levensvragen als de twintigers in de jaren 90 of de twintigers nu. Het heeft geen zin en het is zelfs buitengewoon vals om generaties tegen elkaar op te zetten. En de term ‘de jeugd van tegenwoordig’ – al vele decennia gretig gebezigd door bazige ouders, grootouders en luidruchtige opiniemakers om het gedrag van jongeren aan te klagen, goed wetende dat ze zelf óók jong zijn geweest – mag wat mij betreft definitief de schop op, tenzij het om de gelijknamige Nederlandse rapformatie gaat.

***

Interludium: Jimmy Carter is gestorven. Honderd jaar oud geworden, rijk leven geleid, alom gerespecteerd vanwege zijn aanhoudende strijd voor de mensenrechten. Maar wel ooit zwaar verguisd als president. Ik herinner me dat ik een kwarteeuw geleden in een Amerikaanse boekenwinkel een boek vast had over Amerikaanse presidenten en dat Carter daarin als de allerslechtste werd bestempeld. Dat de auteur Ronald Reagan hoog klasseerde, verklaarde veel. Ik heb het boek gelukkig niet gekocht, weggegooid geld leek me, en kijk: vandaag wordt naar Carter verwezen als iemand die zijn tijd ver vooruit was. Een goede, diepgelovige man.

Leve de gutmenschen!

***

Gutmenschen kun je lieden die hulpdiensten aanvallen en auto’s in brand steken niet noemen. Het onbegrip is terecht groot: ambulanciers of brandweerlui op weg naar een dringende opdracht laat je met rust. Je gaat zelfs netjes uit de weg, want iemand is in nood en verdient onmiddellijke bijstand. Wie dat niet begrijpt, is een minkukel. Wie dat ook nog eens wil verhinderen, gedraagt zich als een crimineel.

Maar opnieuw: media en extreemrechtse luitjes maakten daar alweer een generationeel probleem van. Voor wie tegen migratie is, pasten de rellen perfect in hun kraam: het is allemaal de schuld van migratie, gezinsherenigingen, de weigering om te integreren, gebrek aan respect voor ‘onze’ waarden en normen, religieus fanatisme. Terwijl dit soort zinloos geweld van alle tijden is.

Toen ik jong was – héél lang geleden! – en opgroeide in Merksem, werd ons enige angst ingepraat om in sommige wijken rond te lopen. ‘De mannen van den Dam’, naar de wijk in Antwerpen waar die jongerenbende actief was, in vogelvlucht een halve kilometer van waar wij woonden, hadden een reputatie van het noorden tot het zuiden van de agglomeratie. Geregeld werd er gevochten met andere bendes. West Side Story, maar dan zonder de muziek van Leonard Bernstein en de choreografie van Robert Wise. Wel met messen en de occasionele zwaargewonde. Volstrekt zinledig, maar het hoorde bij de cultuur van bravoure en stoerheid. Er werd nauwelijks over geschreven in de kranten, omdat die zich toen nog een hoogdravende opdracht hadden toebedeeld, waarbij de faits divers naar een binnenpagina werden doorverwezen. Er werd minder over gesproken, behalve dan op de speelplaats en op café, maar het geweld was er wel. En die jongeren, zo werd hardop gezegd, hadden geen doel in hun leven: arm, geen werk, geen vooruitzichten, alleen bendevorming tilde hen boven het stilletjes verdwijnen uit. Eens op het slechte pad was er geen weg terug. ‘De jeugd van tegenwoordig!’

Het volstrekt misplaatste geweld van oudejaarsavond en nieuwjaarsnacht in Brussel, Antwerpen en Gent is dus niet uniek en het is allerminst een monopolie van jongeren met een migratieachtergrond. Het heeft niets met Generatie X, Y of Z te maken. Het is even ontoelaatbaar als pakweg hooliganisme, maar daar zul je extreemrechtse luitjes dan weer niet over horen, want rellende voetbal’supporters’ zijn a) wit, b) ‘van ons’, c) hangen geen andere cultuur of religie aan en d) mogen niet verloren gaan als potentiële kiezers. Opportunisme troef. Steeds weer komt die opdeling bij de Filip Dewinters en de Theo Franckens terug: échte Belgen versus niet-echte Belgen. Zelfs als je hier geboren bent en altijd hier hebt gewoond, hoor je er voor hen niet bij met een andere huidskleur of een vreemd klinkende familienaam. Dat is, laten we de dingen vooral benoemen, onversneden racisme.

Rond die voorspelbare rellen – je kunt er elk jaar je horloge op gelijk zetten, alsof het bij het aftellen naar het nieuwe jaar hoort – ontstonden polariserende dovemansgesprekken. Kort door de bocht: die amokmakers horen hier niet thuis versus het is hun reactie tegen het racisme dat ze elke dag ondervinden. Tegenwoordig kun je zelfs een opdeling in sociale media maken: veroordeling van die jongeren op X, vergoelijking op Blue Sky.

***

Het is een en-enverhaal. Die jongeren moeten streng bestraft worden (voorstelletje: laat zo’n idioot die een ambulance probeert tegen te houden vijftig weekends meerijden met een ziekenwagen, hij – het zijn meestal jongens/mannen – zal voortaan wel anders piepen), én hun ouders moeten hun kinderen beter in het oog houden en opvoeden, én opruiende taal in andere geloofsgemeenschappen moet aan banden worden gelegd én het systemische racisme en discriminatie moet uit de samenleving, te beginnen bij ordehandhavers, én de gettoïsering en marginalisering van armere bevolkingsgroepen moet stoppen, én in het onderwijs moet er meer de nadruk worden gelegd op gelijkwaardigheid, én we moeten komaf maken met de idealisering van de geweldcultus bij jongens en jonge mannen, én de samenleving als geheel moet ook openstaan voor de problemen waarmee andere groepen te maken krijgen, én de rechtsstaat moet gerespecteerd worden. Heel wat linkse commentaargevers hamerden vooral op dat racisme, die systematische achterstelling van groepen jongeren en het gebrek aan gelijk(waardig)heid. Rechtse roeptoeters waren het eens over die strenge bestraffingen en gaven de schuld aan de ouders. Waarom niet met rubberen kogels op die kerels schieten, werd her en der gesuggereerd.

Mag het iets genuanceerder, alstublieft?

Kunnen we eindelijk het grotere plaatje bekijken?

Door de microscoop van de ene zien we alleen die vechtende jongeren en de brandende binnenstad. Door de microscoop van de andere zien we het voortdurende pesten en racistisch bejegenen. Met een microscoop zullen we er echter niet geraken. Daarvoor hebben we helikopterzicht nodig en de bereidheid om verder te kijken dan de strikte actualiteit. Deze samenleving heeft meer nodig dan de megafoon van het nu; het verleden heeft ook zijn rechten. ‘Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt,’ schreef Jeroen Brouwers. Niets gebeurt zonder dat het ergens in geworteld is, zou je die prachtige literaire zin kunnen parafraseren. Geweld is zelden honderd procent zinloos, het komt ergens vandaan. Kunnen we ook daarnaar kijken?

Er moet bijgevolg heel veel gebeuren en liefst dan nog tegelijk. En. En. En. En. En. De sanctie voor de relschoppers komt dan wellicht, logischerwijs, eerst: de feiten zijn immers wat ze zijn en ze zijn het meest recent. Maar preventie, creëren van maatschappelijk draagvlak, het beschouwen van (migranten)jongeren als volwaardige burgers, het (opnieuw) aanstellen van straathoekwerkers en jongerenbegeleiders als vertrouwenspersonen en eerstelijns probleemdetectoren, het uitbannen van racistisch gedrag en discriminatie (in de eerste plaats bij ordehandhavers en openbare functionarissen), het werken aan integratie langs twee kanten, het stopzetten van de verloedering van wijken en stadsdelen: het maakt onlosmakelijk deel uit van een totaalplan. En. En. En. En. En. Er is geen of in dit verhaal.

***

De mannen van den Dam tegen die jonge amokmakers, dat zou wat gegeven hebben. Gesteld dat die eersten hun rollator nog snel genoeg kunnen voortbewegen, natuurlijk.



Kerstgedachten

Memories & mijmeringen, Samenleving Posted on za, december 21, 2024 12:09:34

So this is Christmas / And what have you done?

Tja, wat heb ik gedaan in de voorbije twaalf maanden? De afgelopen pakweg veertig jaar volgde dan een lange opsomming als antwoord op die pertinente vraag van John Lennon en Yoko Ono. Druk druk druk, er viel zoveel te beleven, té veel soms. We moesten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. En we deden dat dan ook, soms struikelend of verdrinkend, maar toch.

Niet nu, niet in het ongezegende jaar 2024. Ik heb één boek onder eigen naam laten verschijnen, ik heb twee (nog) niet-gepubliceerde boeken in opdracht geschreven, ik heb een manuscript geredigeerd, ik heb nog een handvol artikels geschreven voor een krant, ik heb een tiental lezingen gegeven en dat was het zowat voor mijn (semi-)professionele bezigheden. Ik heb mijn vijfenzestigste verjaardag gevierd – sinds 1 februari ben ik officieel met pensioen –, maar ik was nog lang niet van plan om voortaan te ‘genieten’ van het leven, omdat – in mijn optiek – genieten een dagelijks werkwoord behoort te zijn, niet iets voor wanneer je professioneel uitgerangeerd bent.

En toen… werd mijn vrouw ziek. Héél ziek. Doodziek. Sindsdien ben ik naast echtgenoot ook chauffeur-mantelzorger-poetsman-kok-(huis-, tuin- en keuken-)psycholoog. Genieten werd plots een vloek. Pensioen werd een vreemde combinatie van a) gelukkig toeval (door mijn permanente beschikbaarheid) en b) ongelukkig zijn (door haar ziekte). Waardoor ik ook amper kon genieten van de publicatie van mijn boek, wat normaal toch een uitermate prettige gebeurtenis is, ook al blijkt het aantal kopers en lezers achteraf meestal lelijk tegen te vallen.

U hoeft mij niet te bewonderen.

U hoeft ook geen medelijden te hebben.

Het is wat het is.

Dikke miserie.

***

Leve onze sociale zekerheid, schreeuw ik nu van de daken. Sommige privé-behandelingen kosten zakken vol pensioengeld, dat wel, maar voor geconventioneerde onderzoeken en medicatie betaal je daarentegen een habbekrats. Echt. Het is fantastisch dat dit kan in ons land, dat medische behandelingen toegankelijk zijn voor nagenoeg iedereen, dat je je huis niet moet verkopen om medicijnen in, nou ja, datzelfde huis te kunnen halen dat intussen verkocht is. De sociale zekerheid is ons resterend stukje algemeen fatsoen, het werkelijk waarmaken van de belofte dat iedereen mee moet kunnen, en dan nog is ze onvolmaakt. Maar we moeten ze koesteren, bewaken, met hand en tand verdedigen tegen de budgettaire scherpslijpers, de egoïsten en de Musketiers van deze wereld. En we moeten ook immens dankbaar zijn voor de zorgverleners, van de dagelijkse huisverplegers tot de palliatieve begeleiders, die ongetwijfeld te weinig verdienen voor wat ze doen en die daarvoor ook nog eens te weinig (of te zelden) maatschappelijk erkend worden. Populistische bedenking: neem gerust een hap uit de al te rijkelijke beloning van ceo’s van overheidsbedrijven en gebruik die om wie actief is in de zorgsector correcter te vergoeden. Loon naar werken, daar waren we toch voor? Wel, als dat werk écht onmisbaar is, past daar een serieuze vergoeding bij.

Over onvolmaakt gesproken: pas wanneer iemand die dicht bij jou staat rolstoelgebonden wordt, besef je hoe onze infrastructuur niet aangepast is aan deze nochtans niet zo kleine groep mensen. Een rolstoel is een maatschappelijke handicap bovenop de fysieke. Gebouwen zijn niet voorzien op rolstoelgebruikers. Wat ben je met gehandicaptenparkings wanneer die mensen vervolgens de ongelijke betegeling van trottoirs moeten overleven, onaangepaste drempels moeten overwinnen, bijna nergens in openbare gebouwen en cultuurhuizen voldoende comfort kan geboden worden? Alleen al in de gemeente waar wij wonen moeten we bij de huisarts en de apotheek letterlijk een trapje op om binnen te geraken. Zonder hulp lukt dat niet. Met hulp nauwelijks, omdat de patiënt bij elke onverhoedse beweging pijn heeft. Hoe kán dit? Wie heeft die infrastructuur bedacht en waarom werd die daarvoor niet aangepakt?

De bewuste en onbewuste stigmatisering van wie het fysiek of psychisch moeilijk heeft, staat haaks op dat systeem van sociale zekerheid dat ik twee paragrafen eerder roemde. Inclusie geldt blijkbaar niet voor wie ziek is, voor wie moeilijk te been is, voor wie helemaal niet méér te been is. Uitgesloten. Rode kaart. Ga terug naar huis, u ontvangt geen startgeld. Bizar.

***

Bizarre samenleving, die anno 2024 mensen met een tijdelijke of definitieve beperking nog altijd als tweederangsburgers behandelt.

Bizarre samenleving, waarin een beleefde conducteur die op Vlaams grondgebied ‘Goeiemorgen, bonjour’ zegt hiervoor door een zure passagier met een klacht wordt bedacht. De taalwetten toepassen staat voor sommigen boven elementaire beleefdheid.

Bizarre samenleving, waarin een op de vier kiezers de voorkeur geeft aan een partij die openlijk mensen uitsluit vanwege hun afkomst, religie of huidskleur. ‘Eigen volk eerst’ klinkt steeds luider, alleszins een pak luider dan Alle Menschen werden Brüder.

Bizarre samenleving, waarin lieden die voorheen als vooraanstaande intellectuelen werden gezien steeds meer de populistische toer op gaan, in de hoop zo virtuele duimpjes te kunnen verzamelen. Lieden als ‘bozige barones’ Mia Doornaert, ‘eng mannetje’ Rik Torfs en ‘zionistenpijper’ Maarten Boudry – laten we toch maar namen noemen en passende adjectieven gebruiken – zijn mee in de fuik van het rechts extremisme beland, een intellectuele neergang die zo te merken niet te stuiten valt, waarbij ze gretig de retoriek van de macht overnemen: naar boven likken, naar beneden trappen. (En wie helemaal bovenaan de piramide staat, likt naar een denkbeeldig opperwezen.)

Bizarre samenleving, waarin columnisten en andere meningenspuiers medemensen openlijk mogen beledigen. (Ja, ik zal het er zelf maar aan toevoegen, anders denkt u nog dat ik Brusselmans viseer.)

Bizarre samenleving, waarin de media een podium bieden aan luide roepers en onbereikbaar zijn geworden voor bezadigde stemmen. Waar Theo Francken na elke domme tweet studiogast is en slimme mensen daarnaar mogen kijken.

Bizarre samenleving, waarin je bij de minste kritiek op Israël van antisemitisme wordt beticht.

Bizarre samenleving, waarin de hoogdringendheid van het vormen van een federale regering eerder tot jolijt dan tot onvrede leidt.

Bizarre samenleving, waarin zonder dat de rechterlijke macht wordt geconsulteerd en zonder medische hoogdringendheid (denk aan de coronacrisis) avondklokken worden ingesteld en huisarresten opgelegd aan jongelui die misschien vervelend zouden kunnen doen.

Bizarre samenleving, waarin rond deze tijd van het jaar Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten van wijlen Wannes Van de Velde op alle continenten in een aantal landen zou kunnen weerklinken.

***

A very Merry Christmas / and a happy New Year / Let’s hope it’s a good one / Without any fear.

John Lennon zat duidelijk in wereldverbeteraarsmodus toen hij najaar 1971 Happy Xmas (War is over) schreef, zo kort na het al even idealistische en intens mooie Imagine. ‘War is over’, hoe naïef kan je zijn?

Bizarre samenleving, waarin naïef idealisme als veel negatiever wordt beschouwd dan opportunisme, egoïsme en – laten we Trump, Musk & co dan alsnog maar even vermelden in deze blogpost – ongeneeslijk narcisme.

And so this is Christmas / I hope you have fun / The near and the dear one / The old and the young.



0,0

Samenleving Posted on za, december 07, 2024 12:27:32

Stiepelzat en stijf van de coke, zeker?’

Neen, het beste in de mens komt niet naar boven wanneer een Bekend Iemand (BI) iets ernstigs voor heeft. Laten we zeggen: als die met een vintage auto tegen een botsabsorbeerder aanrijdt in de nacht van vrijdag op zaterdag. Dan wordt er geroddeld, gespeculeerd, de wildste theorieën verspreid, geginnegapt, een portie leedvermaak uitgesmeerd, geweend (de fans van de BI), boos gereageerd op de verspreiding van al die geruchten (diezelfde fans). In pre-sociale media-tijden gebeurde dat aan de toog van het stamcafé of in een ochtendlijk gesprek met de buurman die ook zijn auto kwam proper spuiten of de buurvrouw die, aan de krulspelden te zien, net heur haar had gewassen. Heel veel mensen deden dat, maar omdat het in beperkt gezelschap (zowel qua aantal als qua geestelijke capaciteiten) gebeurde, kreeg het weinig weerklank. Nu is de virtuele toog heel lang geworden. En luidruchtig.

Een paar dagen na het levensgevaarlijke manoeuvre bekende de BI dat hij inderdaad te veel gedronken had (gesnoven, dat moet nog blijken uit het bloedonderzoek). Opnieuw stond het hek open, van een dam was allang geen sprake meer. De fans van de BI bleven hem verdedigen: kan iedereen overkomen, hij zal wel gestresseerd geweest zijn, mogen we nu werkelijk niets meer, enfin, zo een goede hebben wij nog niet gehad (strontzat)! De anderen vielen grosso modo in twee categorieën op te delen: zij die de BI respecteren en die afstand hielden, en zij die hem maar een dikke nek vinden en die vol op het orgel gingen. (Het drankorgel, haha.)

***

Zoals Joël De Ceulaer vandaag volkomen terecht opwerpt in zijn wekelijkse brief op pagina 2 van de courant De Morgen, vanzelfsprekend gericht aan die BI, zit het probleem oneindig veel dieper dan die ene dronkenlap die een al bij al goed afgelopen accident heeft meegemaakt. Natuurlijk is het de man die de alcohol heeft genuttigd, niemand anders, maar het is vooral de manier waarop wij in het algemeen met dit genotsmiddel-dat-eigenlijk-een-harddrug-is omgaan dat problematisch is.

De Ceulaer gaf het voorbeeld van zijn eigen ladderzatte crash in 1991 en hoe hij daarna nog tien jaar geregeld door de drank niet meer wist van welke parochie hij was en toch in de wagen stapte. Zelf zag ik als tiener hoe volwassen mannen bier hesen alsof het niets kostte. Dat was trouwens ook (bijna) zo. Mijn vader werkte als rapporteur bij een scheepsherstellingsbedrijf: hij stelde rapporten op over schepen die averij hadden opgelopen. In de haven werd weleens een pint verzet, en twee ook, dat was en is geweten. Hij was secretaris van de voetbalploeg van zijn werkgever. Elke zaterdag toog ik mee naar een wedstrijd in het Koninklijk Sportverbond Antwerpens Handel. Ik observeerde, merkte hoe de collega’s van mijn pa, supporters van het elftal, vóór de wedstrijd een paar pinten wegwerkten, tijdens de rust drie tot vier pilsjes dronken (op een kwartier tijd!) en ook achteraf nog stevig pintelierden. Daarna was het etenstijd en stapten ze doodgemoedereerd in hun auto richting moeder de vrouw. Toen ik zelf mijn eerste pinten dronk – als mijn herinnering me niet alweer bedriegt moet dat op mijn veertiende geweest zijn – en de ongelukkige ingeving had om dit op een koude winternamiddag te combineren met een warme Oxo, moest mijn vader, na de match tegen veertig kilometer per uur door de straten van een Antwerpse buurgemeente laverend, op mijn commando abrupt stoppen, waarna ik het op een spurten zette en nog net op tijd een haag onderkotste.

Dat is wellicht mijn geluk geweest. Sindsdien associeer ik te veel alcohol met ziek worden. Mijn lichaam roept op tijd stop. Niet dat ik nooit dronken ben geweest, maar nooit tot op een laveloos niveau. Zelfs niet die ene keer dat ik dj was in mijn stamkroeg en de afspraak was dat ik pas zou stoppen wanneer de fles cognac (gelukkig van het kwalitatieve merk Remy Martin) helemaal leeg was, waarna ik vlekkeloos naar huis reed, platenbakken op de achterbank. Klinkt dit alsof ik daar trots op ben? Excuus dan, ik was een idioot. Zoals er nog veel meer idioten elke dag denken dat ze de alcohol de baas kunnen. Hoogmoed. Overmoed. Razend gevaarlijk en compleet onverantwoord. Jazeker, noem het gerust misdadig en niet eens ‘potentieel misdadig’, want het verschil tussen een rit zonder brokken en een rit mét zit in kleine details waarop de dronkaard nauwelijks vat heeft. Dat je géén brokken maakt in die toestand heeft meer met geluk dan met kunde te maken.

Doe het niet.

Een auto is zowel een vervoermiddel als een moordwapen. Gebruik het enkel in die eerste hoedanigheid, dat is al gevaarlijk genoeg.

Denk niet dat jij wél in staat bent om veilig thuis te geraken.

***

Van die domme BI ging de discussie vervolgens over een alcoholverbod voor chauffeurs (en laten we dat met enige zin voor consequentie ook uitbreiden naar al wie een voertuig zou willen besturen, want ook een dronken motard, fietser of stepper is een gevaar op de weg). Nu ligt het toegelaten alcoholgehalte op 0,5 promille. Moeten we dat verlagen naar 0,0? Ja, zeggen de mensen die vinden dat elke druppel alcohol een risico voor jezelf en voor alle anderen inhoudt. Neen, zeggen diegenen die pleiten voor verantwoord alcoholverbruik, wat dat verder ook moge betekenen.

Ik herkende die discussie. Voor mijn boek De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium – hopla, daar heb je die kleine commerçant in mij weer, vinnig baasje toch! – ben ik voor het hoofdstuk Verkeer in de problematiek van toen gedoken. De jaren 70 begonnen met een toegelaten promille van… 1,5, het drievoudige van vandaag dus. Het heeft járen gevergd om dat na oeverloze discussies en dovemansgesprekken terug te brengen tot 0,8. Een reporter van Gazet van Antwerpen nam toen de proef op de som en kwam tot de conclusie dat dit overeenkwam met vier pinten de laatste twee uur voor je in de auto stapte. 1,5 promille was bijgevolg acht pinten op twee uur tijd, één om het kwartier. Vonden we normaal toen. Net als die drieduizend verkeersdoden per jaar, waarvan ontelbare veroorzaakt door één of meerdere dronken chauffeurs. Alsof het erbij hoorde.

Nog even terug naar die voetbalclub waarvan mijn vader secretaris was. In dezelfde afdeling was het team van de rijkswacht actief, die zijn thuiswedstrijden speelde op het domein van de kazerne. In de kantine daar kostten de pinten vijf frank, de helft van wat ze elders kostten. Er werd dus nóg meer gezopen, er werd nóg meer gewallebakt, er werd nóg vaker gebukt om de op de grond gevallen autosleutels weer op te rapen. Er gold slechts één regel: je moest zonder brokken te maken door de toegangspoort kunnen rijden. Dat viel overigens wel mee, want die was ongeveer drie vrachtwagens breed. Kortom, zelfs de ordehandhavers moedigden alcoholmisbruik aan.

Die mentaliteit is er nog altijd niet uit. En dus verdient de vraag tot een alcoholverbod een ernstig antwoord. Zelf drink ik nauwelijks en als ik het wél doe, kruip ik niet meer achter het stuur. Als ik afspreek om een hapje te gaan eten met mijn Antwerpse vrienden, drink ik aan het begin van de avond één bolleke – mijn vaste ritueel, in Antwerpen drinkt de koning De Koninck, zeg maar – en daar blijft het bij. Vier uur later rij ik nuchter naar huis. Kan ik dat bolleke nog wel drinken bij 0,0 promille, vraag ik me dan af. Mag ik nog wel coq-au-vin of tiramisu eten op restaurant? Zijn we, met andere woorden, niet té pietluttig en is die 0,0 eigenlijk onhaalbaar en onrealistisch?

Máár… zelfs met 0,0 – een heldere afbakening – sluit je niet uit dat een BI of een OI (Onbekend Iemand) dronken in zijn wagen stapt. Dat is die hoogmoed, die overmoed, dat gebrek aan verantwoordelijkheidszin, de alcohol die het overneemt en ons brein tot medeplichtige degradeert. ‘Mij zal het niet overkomen!’

Recidivisten zijn per definitie hardleers, daar helpt geen lievemoederen of eender welke beperkende maatregel tegen. Bovendien zijn wij, Belgen, plantrekkers, foefelaars, je-m’en-foutisten van de ergste soort. De Vlaming staat bekend als een harde werker, maar intellectueel is hij een luierik. Niet denken, doen. Dat verklaart zijn omgang met alcohol: verstand op nul, glazige blik op oneindig. (Ik schrijf ‘hij’, want het hoogmoedprobleem vind je toch vooral bij dronken chaufferende mannen. Niet dat er geen vrouwen aan de drank zijn, maar die beleven hun verslaving blijkbaar eerder thuis, met de gordijnen dicht, onzichtbaar voor de buitenwereld, op die paar na die vandaag in de kranten getuigen. Mannen doen dat openlijker: binken aan de toog. Kom op, one for the road!)

***

De mentaliteitswijziging die vijftig jaar geleden werd geëist, is er nog altijd niet. Daarvoor zijn een aantal elementen noodzakelijk. De erkenning dat alcohol een harddrug is, die misschien niet verboden dan wel gelimiteerd moet worden. De vaststelling dat autorijden een extreem ingewikkelde vaardigheid is, die zoveel van onze hersenen en onze spieren vereist, dat we dit niet onder invloed mogen riskeren. Het inzicht dat onze persoonlijke vrijheid op de openbare weg ondergeschikt is aan het algemeen belang en de opgetelde vrijheid (en veiligheid) van alle anderen. De bescheidenheid om te beseffen dat we geen supermensen zijn die alles aankunnen. Het besef dat dronken lallen alleen in je eigen hoofd de overtuiging sterkt dat je de plezantste thuis (en op café) bent. In werkelijkheid wordt je omgeving overvallen door plaatsvervangende schaamte.

Er moet méér gecontroleerd worden en strenger bestraft. Toon je een echte vriend en overtuig de overmoedige toogmaat dat hij/zij/hen niet meer mag rijden. Toon je een empathische kroegbaas en doe hetzelfde (neem desnoods de autosleutels af en bel zelf een taxi). Schiet niet op de pianist (de benevelde), maar op de pianostemmer (de alcoholleveranciers, de te tolerante samenleving, onze te rooskleurige visie op drinken en dronken zijn). Bedenk dat het alcoholverbod in andere godsdiensten wellicht té streng is, maar wel zinvolle elementen bevat en realiseer je dat de afwezigheid van mensen die een andere religie aanhangen op het verenigingsfeest of in de voetbalkantine, niet is omdat ze niet willen integreren, maar omdat ze een afkeer hebben van ongecontroleerde drinkgelagen. (En, laten we wel wezen, terecht.)

Zoals de Nederlandse zanger Sjakie Schram al in februari 1966 wist: Glaasje op, laat je rijden. ‘Glaasje op laat je rijden / Maak de borrel die je drinkt niet extra duur / Glaasje op niet achter ’t stuur’. Destijds uit volle borst meegezongen tijdens de spontane polonaise in het café, waarna de beschonken zangers net het tegenovergestelde deden van wat ze zonet in die carnavalshit hadden gehoord.

0,0, 0,1, 0,2: kies maar. (Maar gun mij mijn bolleke.)



Laten we een kat een kat noemen (en een klimaatcatastrofe een klimaatcatastrofe)

Communicatie, Politiek, Samenleving Posted on vr, november 29, 2024 15:54:48

‘Trek uw plan, het zijn uw kinderen, bescherm ze zelf.’

Zo klonk een van de meest beklijvende zinnen uit de column van klimaatwetenschapper Valérie Trouet exact een week geleden in De Morgen. Trouet is niet zomaar iemand die om den brode het klimaat bestudeert, ze is een wereldwijd gerespecteerde experte in haar vakgebied. ‘Defaitisme verslaat soms zelfs de hardnekkigste pragmatist,’ schreef ze onder meer. En ze was al zo gedesillusioneerd door de tegenkantingen en het gebrek aan politieke interesse die ze twee jaar lang ondervond als wetenschappelijk directeur van het Belgische Klimaatcentrum. Ze vertrekt binnenkort terug naar de States, waar haar werk wél volop geapprecieerd wordt, zij het dat onder de toekomstige oude/nieuwe president (klimaat)wetenschap niet bepaald gewaardeerd zal worden.

‘Ik probeer niemand nog te overtuigen,’ zo ging Trouet verder in haar bijdrage. ‘Ik ben het Cassandrabestaan beu, beu om de enige te zijn die beseft dat de remmen niet werken van de voortdenderende Eurostar waarop wij leven. Ik heb het u gezegd en u heeft uw schouders opgehaald.’ Waarna dus die ene zin volgt waarmee ik mijn blogpost opende.

‘Wat u alarmisme noemt, noem ik eufemisme,’ vervolgde ze. En ze eindigde met deze paragraaf. ‘Noem mij maar een alarmist, bespreek het maar met uw maten op X, hoe klimaatverandering van alle tijden is en dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. I’m out. Ik hoop alleen uit het diepst van mijn hart dat u gelijk heeft en ik ongelijk. Als wetenschapper hopen dat je ongelijk hebt, is dat ook hoop?’

***

De boodschap kwam onzacht binnen en werd een hele week bediscussieerd. De reacties waren voorspelbaar, van ‘Eindelijk zegt er iemand waar het op staat!’ tot ‘Ze krijgt geen gelijk, de subsidieslurpster, dus reageert ze dan maar gefrustreerd’. De column was niet bedoeld om zieltjes te winnen. Dat zou ook moeilijk lukken: wie al een poos de klimaatberichtgeving volgt, heeft niets nieuws gelezen, alleen de keiharde bevestiging van een hardnekkig vermoeden (en in het geval van andere klimaatexperten: van onderbouwde wetenschappelijke hypothesen). Wie tot de groep ontkenners behoort, zal ook niets nieuws hebben vernomen, want wappies vinden al veel langer dat klimaatwetenschappers onverbeterlijke pessimisten zijn. En de grote massa haalt, zoals altijd, de schouders op. ‘We zullen wel zien.’ Tja.

Had die schreeuw vanuit haar diepste binnenste dan wel zin? Op het eerste gezicht wellicht niet: wie bang is, blijft gewoon bang, wie vindt dat er niets aan de hand is, drinkt nog een glas en gaat ervan uit dat alles blijft zoals het was. Toch vind ik het bemoedigend dat een expert de harde woorden bovenhaalt, zoals de virologen dat vier jaar geleden óók deden tijdens de coronacrisis. Dat moest toen wel, de toestand was immers acuut. Bij de klimaatproblematiek is het acute van die toestand minder visibel en voelbaar, tenminste: niet in de zin dat iedereen overal tegelijk getroffen wordt of kan worden. Na een zware overstroming of een onverdraaglijke hittegolf gaan we snel weer over tot de orde van de dag. Het is goed dat een vooraanstaande wetenschapper stelt dat die ‘orde van de dag’ een luxe is die we ons niet kunnen permitteren.

***

In mijn boek De jaren 70. Reconstructie van een bewogen decennium – nu in de handel, zeg ik er als kleine commerçant even bij – liet ik in het hoofdstuk Klimaat & Milieu een statisticus van de Rijksuniversiteit Gent aan het woord. In een interview met het weekblad Humo van 21 mei 1970 (!) zei Walter Prové: ‘Hoe meer alarmkreten, hoe beter. We mogen op de televisie niet in gedistingeerde praatpanels over “biologisch evenwicht” of “de voedselpiramide” zitten te eieren, dan kijkt geen kat. Toon liever de vissen die bovendrijven, de vogels die uit de lucht stuiken: de televisie moet angstaanjagende filmbeelden blijven tonen. Grijp de mensen bij de keel, of de bezoedeling verstikt ze.’

Vertaal die woorden over de luchtvervuiling en bezoedeling alom van toen naar de klimaatopwarming nu en ze sluiten perfect aan bij wat Trouet schreef (en deze week in een reeks interviews herhaalde): pamperen heeft geen zin meer. Ontkennen is ronduit misdadig, de boodschap afzwakken is egoïstisch en kortzichtig, schouderophalen komt overeen met schuldig verzuim.

Van wetenschappers verwachten we dat ze twijfelen tot ze met een aan zekerheid grenzende conclusie afkomen. Wat het klimaat betreft, bestaat die conclusie al verschillende decennia, alleen de details worden nog bijgestuurd. Wat heeft het dan nog voor zin om de op ons afstormende maatschappelijke waarheid in hapklare brokken proberen te verpakken? Prové had verdorie gelijk vierenvijftig jaar geleden: toon angstaanjagende beelden. Toon die niet alleen op het ogenblik dat Valencia onder water staat, maar blijf die wekenlang na de watersnood tonen, want het water mag dan stilaan wegtrekken, de miserie blijft. En die miserie kan iederéén morgen overkomen. U. Mij. Ons allemaal. Kunnen we straks weer zeuren over de oncontroleerbare migratie van klimaatvluchtelingen.

***

Zeg als expert waar het op staat, dan kan achteraf niet het verwijt worden gemaakt dat je niet, te weinig of te omfloerst gecommuniceerd hebt. Schrijf als journalist niet dat radicaalrechts of een ultranationalist ergens gewonnen heeft, maar noem een kat een kat: extreemrechts, fascist, racist. Wie rechts is, benadrukt voortdurend dat we de dingen moeten durven te benoemen – meestal wanneer het over de vermeende negatieve gevolgen van migratie gaat. Wel, benoem de dingen inderdaad: migratie is nodig, de Verenigde Staten krijgen een extreemrechtse president, het klimaat is naar de knoppen.

Niet dat er dan heel snel heel veel zal veranderen – wat uiteindelijk wel zal moeten –, maar waarom verbloemen wat móét geweten zijn? Kijken de mensen dan nog de andere kant op, dan is dat maar zo. Het is aan de politiek om de wetenschappelijke bevindingen in wetteksten en besluiten om te zetten, ook al druist dat in tegen wat ‘de kiezer’ wil en dreigt het stemmen te kosten. Je moet de burger veel vrijheid gunnen, maar soms moet je als overheid harde maatregelen opleggen, opnieuw: zie coronacrisis. Daar dienen regeringen voor, dat is de verantwoordelijkheid van ministers en parlementen. Gouverner, c’est prévoir, niet achteraf constateren dat het te laat is.

***

Wat Rutger Bregman ook moge beweren: de meeste mensen deugen niet. Naast de gepatenteerde slechteriken is er de grote massa die niets doet en net dat niets doen is funest voor het klimaat. Als je de harde realiteit ontkent of ervan wegkijkt, deug je niet. Dan ben je een falende, dwalende mens, iemand die op het eerste gezicht geen kwaad doet, maar vooral: iemand die niet het goede doet. Die niet aan zijn kinderen of kleinkinderen denkt. Die het aan de anderen overlaat (die ook veel te weinig of niets doen). Die het wel ziet gebeuren. Die stemt op populisten die hen de hemel op aarde beloven (en hen vervolgens laten stikken).

Om Walter Prové te parafraseren: grijp de mensen bij de keel, of we verdrinken straks collectief. Dank u, Valérie Trouet, voor die rechttoe rechtaan communicatie. Al word ik er niet direct vrolijker van.



Volgende »