Blog Image

Maandans

It's a marvelous night for a moondance!

Meningen over actuele gebeurtenissen. Of oude teksten "revisited". Startend vanuit een persoonlijke nood om gehoord/gelezen te worden. Een beetje pretentieus, misschien, in de hoop zo een discussie aan te zwengelen. Of toch op zijn minst tot nadenken te stemmen. Leuk tijdverdrijf mag ook, natuurlijk. O ja, de naam "Maandans" is de letterlijke vertaling van "Moondance", een management-boekingkantoor voor jonge Belgische rockbands dat ik eind jaren tachtig had, maar vooral: een heerlijk swingend nummer van een toen nog piepjonge Van Morrison, één van mijn favoriete artiesten. Kom ook eens langs op Twitter: @FrankVanLaeken of op mijn website: www.frankvanlaeken.eu

Wat zijn de criteria om criteriums al die aandacht te geven?

Sport Posted on wo, oktober 03, 2018 18:05:35

(Deze
bijdrage verscheen op maandag 6 augustus 2018 in
De
Standaard), als tweede in een reeks
bijdragen als ‘De Bankzitter’.)

Hectoliters
bier, volksvermaak tot diep in de nacht en de verwachte winnaars: het was weer
de week van de na-Tourcriteriums. Fijn lokaal vertier, maar waarom moest dit zo
breed worden uitgesmeerd in de nationale media, die weer deden alsof dit
ernstige topsport is?

Het meervoud van criterium is criteriums.
Tenminste, als je het hebt over, bijvoorbeeld, wielerwedstrijden, zoals: de
na-Tourcriteriums. Heb je ’t over kenmerken, maatstaven, voorwaarden en normen
dan is dat meervoud criteria. Er wordt weleens gezondigd tegen deze
meervoudsvormen. Er wordt dan gesproken van stadia, als meervoud van stadions
en niet van stadium. Of men denkt dat media een enkelvoud is. ‘De media vergist
zich’: je leest dat echt geregeld op de sociale media. En ik geef toe, ik heb
het voor alle zekerheid zelf ook maar opgezocht, dat van die criteriums.

Regionale en nationale sportpagina’s,
-websites en -zenders brachten vorige week uitvoerig verslag uit van de
criteriums die traditioneel aansluitend op de Tour worden gereden. In
Vlaanderen gebeurde dat in Aalst, Roeselare, Sint-Niklaas, Herentals en Putte,
woensdag volgt er nog eentje in Antwerpen. In Nederland werden onder meer rondjes
gereden in Boxmeer, Surhuisterveen, Chaam, Wateringen en Heerlen. Vanavond is
er, we verzinnen het niet, de ‘Draai van de Kaai’ in Roosendaal.

Afspraken

Criteriums zijn folklore. Lokale festiviteiten
waar het bier rijkelijk vloeit, de toeschouwers onveranderlijk jolig zijn en de
renners ontspannen. Volks amusement, zoals ook de kermis in de wijk dat is.
Daar is niets op tegen, op voorwaarde dat we dit niet ernstiger nemen dan het
is. En dat we beseffen dat het voor de deelnemers in de eerste plaats een
bijkomende manier is om hun bankrekening te spijzen. ‘Take the money and run’
is van alle tijden, al is het wel opvallend dat goed betaalde renners dit blijkbaar
moeten doen om een zakcentje bij te verdienen. Het wordt echter pas
problematisch als we dit te ernstig gaan nemen. Dan lees je op nieuwssites serieus
bedoelde zinssneden als ‘Sagan won in 2012 en 2015 reeds in het groene shirt
het criterium van Aalst en start ook morgen als topfavoriet.’

Peter Sagan start niet als topfavoriet, Sagan
start als winnaar, omdat dat zo afgesproken is. Een interessant verhaal lazen
we daarover vorige week in een populaire krant: over onderlinge afspraken die
worden gemaakt, over rijden met een klein verzet zodat het lijkt alsof de
coureurs zich de pleuris rijden en over wie er uiteindelijk mag winnen. Bij
voorkeur de grote vedette, hij die de hoogste gage ontvangt of die uitblonk in
de Tour. Vreemd genoeg stond er diezelfde dag op de sportpagina’s van diezelfde
krant een sportief verslag van dat criterium. Alsof er echt gekoerst was
geweest. Quod non.

Zelfs Chris Froome – die anders nooit wint op
een vlak parcours – won twee edities van het criterium van Aalst. Ik heb er
ooit een bijgewoond, in 2006. Robbie McEwen mocht winnen, hij had net voordien
drie etappes in de Tour gewonnen en de groene trui mee naar huis genomen. Hij
was de topvedette die dag. Zijn medevluchter moest vol in de remmen om McEwen
als eerste over de streep te kunnen loodsen.

Opium
voor het volk

Peter Sagan won dus maandag in Aalst. En
dinsdag in Roeselare. Woensdag was Greg Van Avermaet aan het feest in
Sint-Niklaas. Van Avermaet is afkomstig van Hamme, tien kilometer verderop.
Donderdag reed Sagan weer mee in Herentals. ‘Peter de Grote kwam, zag en
peuzelde Herentals helemaal op’, schreef een site. En vrijdag, in Putte, mocht
de Belgische kampioen het halen. ‘Yves Lampaert heeft zijn tricolore trui in de
verf gezet op het na-Tourcriterium van Putte’, lezen we op de grootste
sportwebsite. Neen, Lampaert mócht winnen, zo was het overeengekomen. (Op de
Nederlandse criteriums wonnen respectievelijk Bram Tankink, Geraint Thomas –
een site: ‘Thomas heeft zijn goede vorm van de Tour de France meegenomen’, Tom
Dumoulin, Dylan Groenewegen en nogmaals Tom Dumoulin, stuk voor stuk typische
criteriumrenners.)

Ach ja, mensen worden nu eenmaal graag
bedrogen. Ze weten heus wel dat het doorgestoken kaart is. En ze wensen niet
liever dan dat Sagan, Van Avermaet of Lampaert wint. Stel je voor dat een
nobele onbekende écht zou koersen… Op uitslovers zit werkelijk niemand te
wachten. Toeschouwers willen dat er ronde na ronde nieuwe gezichten vooraan
rijden, bekende koppen, die ze kunnen herkennen en waarover ze achteraf op café
kunnen zeggen dat ze zo schoon op hun fiets zaten. Een naar de sport vertaald spreekwoord
met de woorden ‘opium’ en ‘volk’ doemt op.

Leuke lokale sportbelevenissen horen niet
altijd – meer niet, dan wel – thuis in de nationale media. Het is pseudosport,
geen topsport. De uitslag is geen serieuze waardemeter. Voor regionale media
zijn dit topdagen, gun hen dit en blijf er weg als nationale verslaggevers, of
ga gezellig een pint drinken in het café bij de aankomstlijn. En laat de
criteriums waar ze thuishoren: in het regionieuws.

Oefenpartijtjes

Heel veel aandacht besteedden sportsites de
voorbije dagen ook aan de International Champions Cup, een voetbaltoernooi met
achttien Europese topteams (zes Engelse, vier Italiaanse, drie Spaanse, twee
Franse, twee Duitse en eentje uit Portugal). Het loopt van 20 juli tot en met
11 augustus in 23 stadions, waaronder maar liefst 15 in de Verenigde Staten en
zelfs een in Singapore. Ik wil niet zover gaan om te beweren dat de winnaar
vooraf vastligt, maar dit commerciële vehikel dient vooral om de Amerikaanse
betaalsportzender ESPN aan abonnees te helpen. Die willen ook weleens Real
Madrid, Barcelona, Manchester United, PSG en Bayern aan het werk zien.

Laten we het evenement realistisch omschrijven:
een reeks vriendschappelijke wedstrijden om het nieuwe seizoen voor te
bereiden, waar een boel wk-gangers ontbreken omdat die nog met vakantie zijn. Hetzelfde
geldt voor die oefenpartijtjes die grote clubs geregeld spelen in Azië: niet al
die media-aandacht waard.



Gij zult een gokje wagen!

Sport Posted on di, oktober 02, 2018 18:12:41

(Sinds eind juli schrijf ik voor de
maandagkrant van
De Standaard een wekelijks stuk over het afgelopen
sportweekend. ‘”Frank Van Laeken fileert het weekend”, heet dat in wervende
termen. Onderstaande bijdrage was de eerste die verscheen, op maandag 30 juli
2018.)

Wedden wie er na afloop van het pas begonnen voetbalseizoen
kampioen wordt, is wellicht nog wat vroeg, al zullen de gokkantoren dat wel
appreciëren. Met een online-gokbedrijf als ‘officiële partner van de Pro
League’ wordt de indruk gewekt dat gokken normaal is. Doe mee, of je doet niet
mee. Maar hoeven we dat wel normaal vinden?

Vorige week was het
nog voorpaginanieuws: het sportgokken piekte tijdens het wereldkampioenschap
voetbal. In België alleen al telde de Kansspelcommissie 150.127 nieuwe gokkers.
Vooral mannen tussen 18 en 29 jaar, die gezamenlijk 344 miljoen euro inzetten
en die gemiddeld 87 euro verloren. 236,4 miljoen werd online ingezet, iets meer
dan honderd miljoen in een kantoor. En dat ondanks de campagne rond ‘FC Losers’,
die de Kansspelcommissie specifiek rond dit WK had opgezet om jongeren te
waarschuwen voor de kwalijke gevolgen van het gokken. Het aantal gokverslaafden
in ons land wordt op veertigduizend geschat. Laten we zeggen: een goedgevuld
Koning Boudewijnstadion. Of de optelsom van het aantal toeschouwers dat
Standard en Anderlecht vorig seizoen gemiddeld haalden bij hun
thuiswedstrijden.

Stepping stone

Bij druggebruikers
wordt weleens de stepping stone-theorie
gehanteerd. Kort gezegd komt die hierop neer: wie cannabis gebruikt, komt later
automatisch bij heroïne uit. Die theorie blijkt niet op wetenschappelijke fundamenten
te berusten. ‘De misvatting bestaat omwille van de verwarring tussen het
statistische verband en het oorzakelijke verband’, lezen we op de site van de
Druglijn. ‘Als men naar de statistieken kijkt, zullen alle
“harddruggebruikers” voorheen ook wel melk gedronken hebben. Maar
daarmee is nog niet bewezen dat melk de oorzaak is van harddruggebruik.’

Her en der wordt een war on drugs uitgevochten, die zo
ongeveer nergens ter wereld al tot positieve resultaten heeft geleid, alleen
tot stoere verklaringen. Ook in het gokken kun je een stepping stone-theorie ontwikkelen: wie ooit een lottobiljet heeft
gekocht, zal later al zijn spaarcenten opsouperen in een casino. ‘Gij zult een
gokje wagen!’ is een van de verlokkingen van het oncontroleerbare internet.
Nochtans lijkt een war on gambling
nog niet voor morgen.

Sigaret van de sportman

Het is ooit anders
geweest. Op 14 juni 1972 verbood Wim De Gruyter, toenmalig hoofdredacteur van
de BRT-sportredactie, de rechtstreekse uitzending van de halve finale van het
EK tussen België en West-Duitsland, omdat er op de Bosuil zeventien extra
reclamepanelen waren geplaatst met naar de Duitse consument lonkende
boodschappen. Vlaamse kijkers moesten naar de Franstalige RTB zappen, die
minder heilig dan de paus was.

In datzelfde
tijdsgewricht maakten Eddy Merckx en Johan Cruijff, de grootste sportcoryfeeën
van de Lage Landen, reclame voor sigaretten: Merckx voor R6, Cruijff voor Roxy
Dual (‘Rook verstandig, Roxy Dual’). Cruijff overleed twee jaar geleden aan de
gevolgen van longkanker. Daar lag men in de jaren 70 minder wakker van dan van
een reclamepaneel naast het veld. Het waren andere tijden. Wie zich op zijn
veertiende niet opsloot in de schooltoiletten om er eentje te paffen, was een
seut. In de voetbalstadions werd voor en na de wedstrijd en tijdens de rust een
reclamespotje uitgezonden. ‘Steek er één op met St. Michel. St. Michel, de
sigaret van de sportman!’

Die reclame verdween
in de jaren 80, andere kwam in de plaats. Topsport kon alleen overleven dankzij
de inbreng van sponsors. In het wielrennen moest de sponsornaam goed zichtbaar
zijn tijdens de koers. Jarenlang hadden commentatoren het over ‘de
ploeg-Godefroot’, pas eind jaren 90 werd dat ‘Telekom’. Toen was het ondenkbaar
om te spreken over ‘Quick-Step’, het zou ‘de ploeg-Lefevere’ geweest zijn.
Zonder grote sponsors geen topsport meer.

Verbod op gokreclame?

Wie die sponsors van
het scherm wil bannen, zal de uitzendrechten niet kunnen verwerven en dus ook
geen kijkcijfers en marktaandelen scoren met sport. Evenementen dragen meer wel
dan niet de naam van een sponsor. Proximus Diamond Games. Omloop Het
Nieuwsblad. Jupiler Pro League. Zonder Heineken, MasterCard, Nissan en Gazprom
geen kampioenenbal in het voetbal. ‘Deze wedstrijd wordt u aangeboden door…,
officiële sponsor van de UEFA Champions League.’ Sponsors zijn onlosmakelijk
verbonden met een sportcompetitie.

Naast Jupiler is het
online-gokbedrijf Unibet sponsor van de – laten we die oude term nog eens uit
de kast halen – Belgische eerste klasse. Dat zal de kijker geweten hebben. Voor
de match, twee keer tijdens de rust en op het eind van de uitzending. Idem rond
het samenvattingenmagazine Sports Late
Night
. Bij een live-omkadering op een van de betaalzenders krijg je het
logo van Unibet zelfs tot zes keer toe te zien. En dat van Jupiler, maar die
prijzen tegenwoordig 0,0% bier aan. Alcoholvrij. Bierdrinken ligt momenteel
iets gevoeliger dan een pronostiekje.

In februari 2016
werden twee spelers van toenmalig eersteklasser Oud-Heverlee Leuven verdacht
van gokken op eigen wedstrijden. Een paar maanden later werd de doelman van
Waasland-Beveren, Laurent Henkinet, om die reden op staande voet ontslagen. Niet
zo lang daarna mocht ie een contract tekenen in… Leuven. Ook Olivier
Deschacht kwam in opspraak en moest een boete van 24.000 euro betalen voor het
gokken op matchen van Anderlecht, wat hij altijd is blijven ontkennen. Zijn
contract in het Astridpark liep in juni af en sindsdien is de 37-jarige
ex-international op zoek naar een nieuwe werkgever. Vanwege dat vermeende
gokverleden?

Als er een verbod is
om reclame te maken voor tabak en er al een tijdje gedebatteerd wordt over een
totaalverbod op alcoholreclame, moet dan niet stilaan ook nagedacht worden over
een verbod op reclame voor gokbedrijven? Het verslavend effect is bewezen, de
maatschappelijke kost eveneens. Iets voor de federale minister van Justitie? Die
van Volksgezondheid? Of toch de regionale minister van Sport of Media?

Of dat verbod er ooit
komt? U kunt er maar beter geen geld op inzetten.



Niet schieten

Samenleving Posted on za, september 29, 2018 13:19:26

De motor van mijn blogposts is heel vaak
verontwaardiging en — u weze gewaarschuwd — dat zal dit keer niet anders zijn.
Een van de privileges van mijn job is dat ik soms dingen kan zien, horen of
lezen nog voor het grote publiek er kennis van kan maken. Zo mocht ik deze week
het nieuwe boek van David Van de Steen, Overlever
van de Bende van Nijvel
, ‘voorproeven’ en de nieuwe film van Stijn Coninx, Niet schieten, naar het vorige boek van
Van de Steen (Niet schieten, dat is mijn
papa!
), op een veel te klein scherm bekijken. En het voerde me onmiddellijk
terug naar de duistere jaren 80, toen Amerikaanse kruisraketten werden geplaatst ondanks massaal
protest van de bevolking, toen de regering met bijzondere machten — zeg maar:
volmachten — ging regeren om het parlement helemaal uit te kunnen schakelen, toen
hoogwaardigheidsbekleders (what’s in a
name!
) hun seksuele driften konden uitleven op jonge jongetjes en meisjes tijdens
zogeheten ‘Roze Balletten’, toen de linkse rakkers van de CCC veertien
aanslagen pleegden op nauwelijks twee jaar tijd (twee doden, de daders werden
opgepakt en veroordeeld), toen de extreemrechtse rakkers van de Bende van
Nijvel achttien diefstallen, afrekeningen en overvallen pleegden op iets meer
dan vier jaar tijd (achtentwintig doden, de daders werden nooit gevat en dus
ook niet veroordeeld).

Over de film kan ik kort zijn: die is
geweldig. Vier sterren, zeer zeker. Jan Decleir, die de grootvader van David
Van de Steen speelt, is in bijna elke scène aanwezig. In extreme close-up dan
nog wel. Mocht dit een Amerikaanse film zijn, je hoefde niet meer te
pronostikeren wie de Oscar voor Beste Mannelijke Hoofdrol zal ontvangen.
Decleir is majestueus. Elke geste, elke opgetrokken wenkbrauw, elk zorgvuldig
geformuleerd woord uit zijn mond zit juist. Er is trouwens geen enkele
ondermaatse acteerprestatie in Niet
schieten
, ze schitteren van heel jong tot heel oud. Enig minpuntje in de
film: op het eind houdt Decleir/grootvader een lange toespraak in een volle
zaal met slachtoffers, nabestaanden en pers, met vooraan de zoveelste onderzoekequipe
die de miljoenen documenten van voren af aan mocht beginnen door te nemen. Het is een van de
weinige fictieve scènes uit de film. Voor de rest volgt Coninx nauwgezet het
boek van Van de Steen. Pijnlijk accuraat. Die slotscène heeft iets Hollywoodiaans,
iets moraliserend, alsof er nog een afronding nodig was na meer dan twee uur
prachtige cinema. Jammer, maar u móet hoe dan ook gaan kijken. En misschien móeten
we daarna massaal op straat komen, iets ‘Witte Mars-achtig’ organiseren, om aan te
klagen dat er bijna drieëndertig jaar na de laatste bloedige overval nog altijd
geen schijn van een oplossing lijkt te zijn voor dit Grote Mysterie.

Achttien feiten, achtentwintig doden, veertig zwaargewonden
(onder wie David Van de Steen, die het ternauwernood overleefde, in
tegenstelling tot zijn vader, moeder en zus, die voor zijn negenjarige ogen
werden afgeknald door kerels met carnavalsmaskers voor hun kop), een zeer
beperkte buit. Alles bij elkaar een kleine zeven miljoen frank (175.000 euro).
Het ging dan ook niet om die centen, dat was maar om de aandacht af te leiden.
We zouden er trouwens beter mee ophouden om te spreken over overvallen op
supermarkten, het ging om koelbloedige slachtpartijen op plekken waar veel onschuldige mensen waren samengekomen. Met als doel chaos te
zaaien, want dat paste in het maatschappijbeeld van de mensen achter de
schermen, dat was hun Ideale Wereld, een wereld waarin een schrikbewind heerste. De
Bende van Nijvel — zo genoemd naar een van de plekken waar een supermarkt het
doelwit werd van een slachtpartij, met drie doden tot gevolg — was geen zootje
ongeregeld, geen chaotisch schurkengezelschap. Dit waren getrainde
paramilitairen, die een nauwgezet plan volgden: de samenleving aan het wankelen
brengen. Dat lukte, overigens. Mensen gingen op vrijdag- of zaterdagavond met
een bang hartje naar de Colruyt of de Delhaize. De bendeleden gingen ook steeds
driester te werk, alsof hen gevraagd werd om hun actieradius op te voeren en
alle scrupules overboord te gooien. Op 27 september 1985 vielen ze aansluitend binnen
in de Delhaizes van Eigenbrakel en Overijse, samen acht doden. Op 9 november
1985 was er de slachtpartij op de Delhaize in Aalst, recht tegenover het
appartement van de grootouders van David Van de Steen. Acht doden. Het laatste
wapenfeit van de Bende.

De daaropvolgende jaren bleef de schrik er
goed inzitten bij de bevolking. Het doel van de Bende was bereikt: België kreeg
meer blauw op straat (toen nog vooral rijkswacht, terwijl leden van die
snorrenbrigade ongetwijfeld betrokken waren bij de Bende, het was alsof
moordenaars een extra wapen kregen aangereikt). De daders mochten niet gevonden
worden, zoveel was duidelijk, want dat had kunnen leiden naar de opdrachtgevers.
Veelbelovende onderzoekpistes werden even gauw weer begraven,
onderzoeksrechters van het onderzoek gehaald, het lijvige dossier verhuisde
vaker dan de doorsnee landgenoot tijdens zijn lange leven. En de politiek liet
betijen. De hoogste juridische kringen lieten betijen, of werkten zelfs gretig en
deskundig mee aan het begraven van het onderzoek. De daders lopen of liepen
vrij rond, onbekommerd. Dat extreemrechtse krachten (politici, zakenlieden,
rijkswachters, beroepscriminelen, een fascistisch clubje) achter de Bende van
Nijvel zitten, mag nog altijd niet officieel geweten zijn, en eigenlijk hoor ik
dit niet te schrijven, want het is nog niet bewezen, de daders zijn niet
opgepakt en veroordeeld. En zullen dat wellicht ook nooit worden. Als zelfs
David Van de Steen er niet meer in gelooft, hoe moet het dan zijn met mensen
die de zaak slechts vanop afstand hebben gevolgd, die misschien zelfs jaren na
de feiten geboren zijn?

De Bende van Nijvel blijft een schandvlek op
de Belgische samenleving. Na drieëndertig jaar mag de waarheid nog altijd niet
geweten zijn. Achtentwintig doden, honderden nabestaanden, zoveel mensen die
één simpel ding vragen van onze overheden: gerechtigheid. Zolang dit onderzoek
niets oplevert, kan ik de beleidsmakers in dit land niet ernstig nemen.
Verontwaardiging is gepast, boosheid mag, neen, móet! Maar ga eerst naar de bioscoop.



Dag AlDe’emeh

Journalistiek Posted on za, september 22, 2018 12:41:45

Maurice De Wilde is vandaag precies twintig
jaar dood. Een monument van de Vlaamse journalistiek. Een leermeester, en dat
mag u letterlijk opvatten. Ik zat aan het RITCS helemaal alleen in de afdeling
Sociale Communicatie en kreeg twee jaar lang privéles van de man ten tijde van
zijn spraakmakende reeks De Nieuwe Orde.
Kettingroker. Doordrammer. Begenadigd verteller. Een mentor, ja, toch wel. Tot
ik een deel van mijn burgerdienst doorbracht op de redactie waar hij de serie
over de collaboratie maakte. Ik heb er op korte tijd veel geleerd. Positief,
hoe je een tv-programma over een moeilijk onderwerp voorbereidde. Negatief, hoe
je als leidinggevende je medewerkers voortdurend onder druk kunt zetten en
geregeld schofferen. Een moeilijke mens, kortom. En, ja, je kunt bedenkingen
maken bij zijn manier van ‘ondervragen’, want dat was het wel, veel sterker dan
gewoon maar interviewen. Hij wist beter wat er gezegd moest worden dan zijn
meestal al wat oudere en vergeetachtige gesprekspartner, en beet hem dat ook
toe. Een voorbereide journalist, stel je dat voor. Andere tijden… Soms werd
er al eens een nazisymbool — dat discreet ergens in een duister kamertje hing —
prominent in het beeldkader geplaatst, om de sfeer van die donkere tijd te
schetsen. Geheel en al objectief was dat natuurlijk niet. Maar laat me deze inleidende
paragrafen positief eindigen: hij was een voorbeeld. De Wilde zou nooit met de
nagenoeg voltallige nieuwsredactie hebben meegedanst op de tonen van Happy. Hij zou er eerder een reportage
over hebben gemaakt — ‘enquête’, noemde hij het zelf liever —, over de verloedering
van de journalistiek.

We missen Mauricen in de hedendaagse
journalistiek.

***

Ik heb een poging gewaagd om deze week het
interview van Montasser AlDe’emeh met Dries Van Langenhove in Dag Allemaal te lezen. Het is me niet
gelukt, moet ik bekennen. Vanwege: slijmerig, dweperig, journalistiek
onwaardig. Slachtoffers onder elkaar, dat was de teneur. Die homo-erotische
openingsparagraaf zette de toon. Radicaal van mening verschillen? Vergeet het.
Uren van bewondering, dat was het. De uitgestoten student kreeg een forum
aangeboden van iemand die de beginselen van kritische journalistiek niet kent,
niet wil kennen, nooit zal kennen. Een dilettant. Vermoedelijk zonder perskaart
en als hij die heeft, moet de journalistenbond eens stevig nadenken op welke
gronden iemand tegenwoordig zo’n kleinood kan bemachtigen. Nu ik er even bij
stilsta: dat moet de bond sowieso doen, er lopen toch al te veel would-bejournalisten
rond.

Dag
Allemaal
werd heel even Dag AlDe’emeh. Diezelfde meneer AlDe’emeh kon op diezelfde dag
pronken met een interview in Humo. Humontasser. Mijn journalistieke hart
bloedde twee keer op één dinsdag. Ik begrijp dat niet. Ik wil dat niet
begrijpen. Ik zal dat nooit begrijpen. Er is veel terechte en nog veel meer
onterechte kritiek op de media. Maar zo lang media zelf charlatans een pen
aanreiken en andere charlatans hun ongecontroleerde zeg laten doen, zal die
kritiek alleen maar aanzwellen en steeds meer terecht worden. Om een heden ten
dage populaire uitdrukking te hanteren: de media moeten opgekuist worden. Echt
wel.

***

Ja, Maurice, ’t zijn tijden, man. Misschien
maar goed dat je ’t niet meer hoeft mee te maken. Je zou er wellicht een
zoveelste hartaanval van gekregen hebben.

(Frank Van Laeken, trotse journalist,
perskaart: N02686)



Aftellen naar 14/10

Politiek Posted on za, september 15, 2018 13:23:26

Over negenentwintig dagen moeten we naar het
stemhokje. Verplicht. Opdraven en uw plicht vervullen! Het zijn
gemeenteraadsverkiezingen, normaal lig ik daar persoonlijk niet zo wakker van.
U moet weten, ik ben Antwerpenaar, maar ik woon op de parking. Heel eerlijk: de
campagne in mijn geboortestad interesseert me veel meer dan die op de plek waar
ik al veertien jaar woon. Op een schaal van 0 tot 10: óneindig veel meer. Al
zal het ook hier ongetwijfeld boeiend zijn. De vraag is: doorbreekt de N-VA de
hegemonie van de CD&V? Deze gemeente kent namelijk al sinds de fusie van gemeenten
in 1976 een absolute meerderheid van lokale christendemocraten. In 2006
behaalde de CD&V nog 78,54 procent van de stemmen. Dat is wat ze in Amerika
a landslide zouden noemen: de verzamelde
concurrentie stond niet op de foto (dat waren toen alle andere partijen sámen,
die zich voor de gelegenheid — er was over nagedacht, maar niet al te lang —
KARTEL hadden genoemd). Zes jaar geleden kwamen er vijf aparte partijen op en
zakte de CD&V naar 56,78%, de laagste score in tweeënveertig jaar. Paniek
in de oranje tent. En nu houdt de populaire burgemeester, al achttien jaar op
die stoel als opvolger van zijn nóg populairdere voorganger die vijfendertig
jaar de sjerp droeg tot hij letterlijk doodviel, het voor bekeken. Verdriet om
zijn (een paar jaar geleden) overleden vrouw en een kwakkelende gezondheid, zo
zegt hij zelf. Gesjoemel in de marge en niet meer zo gewenst binnen zijn eigen
partij, zo zeggen anderen. Dat is iets wat de autochtone bevolking ongetwijfeld
bezighoudt, het levert ook wat extra inkomsten op voor regionale verslaggevers,
maar als allochtoon die weigert te integreren gaat het bij mij het ene oor in
en het andere weer uit. Ik zou niet eens weten wie de kandidaten zijn en welke
partij het interessantste programma voor
mij
te bieden heeft. Wat De Wever, Beels, Van Besien, Peeters, Mertens en
De Backer bekokstoven interesseert me dan veel meer. Zou het toch iets zijn met
’t stad en de parking?

***

De bitsigheid van de toon waarmee tegenwoordig
campagne wordt gevoerd is ongezien. Ik mocht voor het eerst mijn verplichte
stemrecht uitoefenen op 8 november 1981, op m’n tweeëntwintigste. Voor het
eerst mochten 18-jarigen toen hun stem uitbrengen, iets wat ik zelf vier jaar
voordien dus nog niet mocht. De CVP van kortstondig premier Mark Eyskens verloor
veertien zetels, maar hield er wel drieënveertig over, ruim meer dan PVV, SP en
VU. Meer dan voldoende om weer de eerste minister te mogen leveren. Agalev
palmde voor het eerst twee zetels in het federale parlement in (niet mijn
verdienste), Vlaams Blok stuurde als nieuwkomer één volksvertegenwoordiger naar
Brussel (niet mijn schuld), de unitaire communistische partij behield nog twee
van z’n vier zetels (niets mee te maken).

Politici gebruikten soms harde taal in die
dagen: Leo Tindemans trad af omdat zijn coalitiepartners de grondwet als
“een vodje papier” behandelden, oppositieleider Louis Tobback noemde
premier Martens Caligula, da joenk
Verhofstadt liet zich evenmin onbetuigd met zijn radde tong, enzovoort,
enzoverder. Er werd al eens ruzie gemaakt binnen de coalitie en dan viel de
regering, maar nooit eerder werd er zo openlijk en zo permanent geruzied tussen
leden van een regering of van regeringspartijen als nu. Nooit eerder werden in
politieke discussies termen als ‘bloedhond’ gehanteerd door een lid van de
regering, of had een (voormalige) schepen het over ‘journalistenratten’. Nooit
eerder zei een burgemeester over de lijsttrekker van zijn voornaamste
coalitiepartner dat die z’n vis ging kopen bij een notoir lid van een
drugbende. Ze rollen voortdurend vechtend over de vloer. Als ploegmaats dat in
het voetbal zouden doen, kregen ze een rode kaart. In de politiek levert het
spektakel op en heel veel plaatsvervangende schaamte. De lieden die ons regeren
laten elke dag opnieuw merken dat ze gewrongen zitten in een verstandshuwelijk,
de lieden die daar oppositie zouden moeten tegen voeren kunnen er niet tegenop,
en wel om drie redenen: hun debatstijl is te krachteloos of te weinig
origineel, ze maken inhoudelijk te weinig het verschil én geen enkele
oppositietaal is sterker dan de zelfvernietigingskracht van ruziënde
coalitiepartners. Of is het allemaal schijn?
***

Negenentwintig dagen en ik weet niet voor wie
ik moet stemmen. Tweehonderd drieënvijftig dagen voor de zoveelste Moeder Aller
Verkiezingen — federaal, Vlaams én Europees — en ik zou begot niet weten wat ik moet doen, straks. Ik hoor en lees flarden
van partijprogramma’s die me aanstaan, anderen stoten me dan weer af. Ik hoor
en lees gekakel, maar word niet warm van de sociale media-politiek die wordt
opgevoerd. Een barslecht geregisseerd toneelstuk. Veel te vaak theater zoals te
verwachten en te voorzien was, de macht der theaterlijke dwaasheden loert om de
hoek, om het met de titels van een in opspraak gekomen kattensmijter te hebben.
Politiek is nooit echt een propere stiel geweest, maar ik herinner me niet dat
er ooit tevoren met zoveel bakken modder tegelijk is gesmeten, en dan nog wel naar
collega’s die de dag na de verkiezingen preferentiële partners blijken te zijn,
bij gebrek aan beter. Sommige partijen staan mijlenver van de doorsnee kiezer
af, anderen hebben de kloof tussen burger en politiek helemaal gedicht, zodanig
zelfs dat hatelijk populisme deel is gaan uitmaken van discours en beleid. Dan
liever die kloof, eerlijk gezegd: je verwacht van een politicus dat die over de
toekomst nadenkt, het beste met ons voor heeft, zich kan onttrekken van de waan
van de dag. Niet dat hij of zij zich vereenzelvigt met toogpraat en makkelijke,
sloganeske taal.

Het mag stilaan weer over inhoud gaan. Er is
heus niets mis met een politicus die een Grote Boodschap heeft. Liever dat dan
het constante kakken op elkaar.



Zwaanst na ni!

Samenleving Posted on za, september 08, 2018 13:21:02

Ik heb deze week drie dingen geleerd: wat whataboutism is, hoe je meme correct uitspreekt en dat er geen
verschil is tussen 1988 en 2018.

Whataboutism, weet ik nu, is de — bij sommigen onverbeterlijke — neiging om een
vervelende vaststelling te counteren met een andere vervelende vaststelling.
Ja, er lopen racisten rond bij Schild & Vrienden, maar hebben jullie al
onderzocht hoe dat zit met het extremisme bij de moslims? Dat soort
observaties. Op zich niet verkeerd, trouwens: er loopt best wat vreemd volk
rond bij andere extremistische groeperingen en die verdienen ook nader
onderzoek, misschien zelfs een volledige uitzending van Pano, maar daar gaat het nu even niet over. Wel over de 67.000
haatdragende berichten in een besloten Facebook-groep en op een forum dat ik
niet eens kende, Discord.

Daar worden massaal fascistische en
racistische memes gedeeld, uit te spreken als ‘miems’ en niet als ‘mémés’,
zoals ik dat tot voor kort — laten we zeggen: tot woensdagavond rond halftien —
deed. Een foto van een wenend zwart kindje, met daarop de tekst “I don’t
care – I love it”, ondersteund door een flard uit de gelijknamige song van
Icona Pop featuring Charlie XVX (waar ik ooit nog nooit van gehoord had, het
was een bijzonder leerrijke week!). Láchen, maar dan op het niveau van lieden
die al eens ’88’ op hun voorarm laten tatoeëren en een vlag voor
verdraagzaamheid van een kasteelmuur sleuren. Dolfjes in spe. Voorlopig nog
ettertjes met een beperkt IQ, nul empathie en een groteske neiging om achter
een uiteraard onaantastbare leider aan te marcheren. Iemand als Dries Van
Langenhove. Volgens sommigen welbespraakt, volgens mij een clichés spuwend stuk
onbenul met een uit de kluiten gewassen hang naar denkbeeldige perfectie. Het
perfecte lichaam, de perfecte ideologie, de perfecte wereld: wit is altijd
schoon, om een boektitel van Leo Pleysier te citeren.

Dat 1988 gelijk is aan 2018 leerde ik dankzij
de eerste aflevering van Dank dat u bij
ons was
, waarin zowel nieuwsanker Martine Tanghe als veertig jaar
journalistieke hoogtepunten gefêteerd worden. Krasse knarren komen daarin
vertellen over de Tijd van Toen, herinneringen, aan leuke liedjes, melodietjes
uit vervlogen tijd (met mijn meest welgemeende excuses voor deze oorwurm van
wijlen Jan Theys). Vroeger was het beter. Of op z’n minst anders. Waarna er aan
die destijds spraakmakende reportage van precies dertig jaar geleden in de
Antwerpse Seefhoek werd gerefereerd. Racistische (achter)klap die krek
hetzelfde klonk als die van vandaag. Tsjoektsjoeken,
bananenfretters, wandluizen
, ze zwermden uit van een verloederde wijk en
door de lokale machthebbers aan hun lot overgelaten buurtbewoners in het
noorden van ’t stad naar de rest van
Vlaanderen. Zwaanst na ni hé!, bulderde
een man met een brilmontuur dat de helft van z’n gezicht bedekte. Legendarische
televisie. Zwaanst na ni! Antwerps
voor: wees nu eens even ernstig. (Ik geef toe: dat klinkt veel minder spitant.)
De kettingrokende, op het middaguur vlotjes pinten drinkende vijftiger of
zestiger of zeventiger (wie zal het zeggen, hijzelf allicht al een tijdje niet
meer) spuwde de vremdelinge uit.
Allemaal dieven en schoeljes, wat natuurlijk niet van de brave originele
bevolking van de Seefhoek gezegd kon worden: stuk voor stuk naarstige luitjes,
die alleen nog maar hun sjofele huizen uit durfden omdat er een meneer met een
camera hun mening kwam registreren. Lezersfora avant la lettre.

Het racisme, het dedain en het over één kam
scheren van álle vreemdelingen zijn gebleven. De leden van Schild &
Vrienden roepen iets moderner dan zwaanst
na ni!
, maar ze bedoelen hetzelfde. Eigen volk eerst. Eigen huidskleur
eerst. Eigen vreemdelingenhaat eerst. Daar draait het om. En het draaide
vierentwintig uur later op Canvas vrolijk verder, maar dan internationaal, met
een undercoverreportage van een Zweedse journalist die onder een schuilnaam was
doorgedrongen in de alt-rightbeweging. Alt-right, dat is een eufemistisch
synoniem voor ouderwets fascisme, maar dan in een hip jasje. Dat zijn al ietwat
grotere Dolfjes in spe. Witte mannen — vrouwen zijn in fascistoïde kringen
alleen maar goed om nieuwe pinten klaar te zetten — die een idee hebben hoe de
wereld van morgen er moet uitzien. De Ideale Wereld, maar dan zonder Jan-Jaap
van der Wal en zonder humor. Iedereen wit en wie de pech heeft er een beetje
anders uit te zien, in reservaten of achter Expo ’58-achtige omheiningen. Een
rariteitenkabinet. En wij, superieure blanken, dan allemaal maar hut, jungle en
primitieve volkeren roepen tegen die primitieven. Omdat het kan. En omdat het
mag.

Er zijn er die betreuren dat Dries Van
Langenhove — een onbeduidende jongen tot ie airplay kreeg in media die hijzelf
steevast links blijft noemen en die daardoor zijn narcistische Ik nog meer in
de verf mocht zetten — door de mand is gevallen en door de Gentse universiteit
geschorst werd. Want wat heeft hij verkeerd gedaan? Ik zal het kort zeggen: hij
heeft een fascistoïde bende rond zich verzameld, die in hem een Grote Leider
zien en die gedwee zijn marsorders volgen. Op dit ogenblik is Driesje een Dolfje
in spe, in gedachten is hij veel meer. Ach, dat overkomt wel meer narcistische
persoonlijkheden. Maar soms wordt er zo eentje president van Amerika. Of wordt
hij vierkant uitgelachen, schrijft hij een volstrekt onleesbaar dik boek over
een virtuele Nieuwe Wereld (laten we ’t het Derde Rijk noemen) en krijgt hij
vervolgens de macht in de schoot geworpen door politieke leiders die het zelf
ook niet meer weten. Van een semi-militaristisch kamp voor gelijkgezinden in
Overijse over Mein Kampf naar
uitroeiingskampen is een lange weg, maar die weg is er wel. En hij is
uitgestippeld. En er worden wegwijzers naartoe opgesteld door salonfähige
politici die met hun harde taal een megafoon aanreiken aan de extremisten.

Als je zo iemand ontmaskert — hulde aan Tim
Verheyden en de ploeg die heeft meegewerkt aan die knappe Pano! —, laat dat dan een waarschuwing zijn voor gelijkgezinden.
Zet die jongen buitenspel. Hij is vijfentwintig, geen naïeve, met nogal vreemde,
een klein beetje achterlijke ideologische droomwerelden dwepende puber meer.
Iemand die zou moeten beseffen waar hij mee bezig is. Een potentieel gevaarlijk
sujet. Onschuldig, zegt u? Volstrekt ongevaarlijk? Wat dan met het feit dat ze infiltreren in organisaties als de Vlaamse Jeugdraad en daar hun mannetjes posteren. Invloed à volonté in gerespecteerde kringen. We moeten intolerant durven te zijn voor intolerantie, anders lopen er
straks geen toleranten meer rond. Hitler mocht z’n gangen gaan, onze (groot)ouders
hebben gezien wat de gevolgen waren. Anders Breivik mocht een dodelijk
privé-feestje organiseren in Noorwegen. Ongetwijfeld ook een onschuldige
dweper, neen? Misschien riep er net voordien wel een Noorse whataboutist: zouden we niet beter de
islamfundamentalisten op de voet volgen, in plaats van die onschuldige blonde
jongen? En nu we toch bezig zijn: what
about
Fouad Belkacem? Die clown van dat onbeduidend organisatietje,
Sharia4Belgium. Vinden we dat nu nog altijd zo’n onschuldig tijdverdrijf? Ik
dacht het niet. Dus hou die Van Langenhove en de leden van zijn groupuscule
maar goed in het oog. Voor je het weet is er een meeloper die zich plots de
Vlaamse Breivik acht en die de leider een plezier denkt te doen met een
aanslagje. In naam van een soort Sharia4Flanders.

Je kunt extremisten, van welke zijde ook, niet
goed genoeg in het oog houden. Je kunt als samenleving beter in de kiem smoren
dan de scherven opvegen. Het is met fascistoïde neigingen zoals met de
afzichtelijke foto’s op pakjes sigaretten: je houdt de diehards niet tegen. Die
willen, zoals het woord het zegt, desnoods ‘hard sterven’. En voor wie dat niet
gelooft: zwaanst na ni hé!



War on Drags

Samenleving Posted on za, september 01, 2018 13:26:42

Goed, wat is er deze week in het nieuws
geweest? Ha, kijk eens, vorige zondag al, een staatssecretaris die zich weer
eens ontpopte tot straatsecretaris en die op Facebook wat verzuchtingen
neerpende over echte en fake mannen. Mannen in tirolerkostuum en mannen in
lingerie, laten we zeggen. De staatssecretaris schreef en herschreef en
herschreef nogmaals en deed dat nog een keer of zeven over. Even dacht ik: de
tot mislukken gedoemde war on drugs
wordt opgevolgd door een war on drags.
Tot hij weerwerk kreeg, niet iedereen in zijn partij op dezelfde lijn bleek te
zitten en hij de tekst dan maar verwijderde. Mis begrepen, of zo. De commotie
niet waard. (“Waarom post je dan op je openbare Facebook-account deze
bedenkingen?”, inderdaad, u stelt terecht die vraag.)

***

Wat was er nog? Ah voilà, een zwarte jongen
van vijftien die in Aarschot op de sporen werd geduwd. Net zoals mosselen niet
alleen meer op tafel komen in maanden met een r, zo ook kom je racisme tegen in
maanden zonder r. Augustus, bijvoorbeeld. Al is een deel van het Vlaamse
publiek niet dadelijk mee als het r-woord valt. Relatief, weet u wel. Razend,
word ik ervan. Dan kruipen allerlei brulboeien in de pen om zwaar te
relativeren en als een hoofdredacteur van een weekblad het dan heeft over racisme
in het Vlaamse DNA, is het kot meerdere malen te klein. Hang hem hoog! Ontsla
die hufter!! Niet met ons, Vlamingen!!! #tothierennietverder. Uitroeptekens ad
infinitum. “Vond iedereen racisme maar even erg als beschuldigd worden van
racisme,” reageerde @FlorVDE vrijdagavond op Twitter. Tweet van de week.
Want hier draait het allemaal om: al die kaakslagvlamingen die nu héél boos
zijn omdat ze zich in de hoek van de racisten gedreven voelen (begrijpend lezen
is niet hun sterkste kant, want wat die hoofdredacteur schreef klonk een pak
genuanceerder) doen ook uitermate hun best om racistische gedragingen van
andere bange blanke mannen (en vrouwen) af te zwakken, alsof ze dat helemaal
niet zo erg vinden. Waarmee ze de editorialist van dat weekblad impliciet gelijk
geven.

***

Nog iets? Gucken
sie mal hier
. In Chemnitz betoogden neonazi’s. Open en bloot. Niets meer te
verbergen. Hoeft ook niet meer, ook al is het in Duitsland verboten. Populistische leiders hebben het steeds meer voor het
zeggen in Centraal-Europa (en in de wereld) en dus voelen lieden die zich lang
verborgen hebben gehouden geroepen om te, euh, roepen. Je merkt dat in de
sociale media en nu dus ook op straat.

Rechtse en flinkse politici zouden er eens bij
moeten stilstaan of hun agressieve taalgebruik — ‘kordaat’, zullen ze het zelf
liever noemen — er niet toe bijdraagt dat allerlei groupuscules nu denken dat
ze niet alleen staan met hun afkeer. En natuurlijk roepen die politici niet op
tot daden, maar sommige toehoorders begrijpen dat wel zo: wat niet expliciet wordt
afgekeurd, is goedgekeurd. Punt. Als er op de volgende Antwerp Pride weer zo’n
homohater een geïsoleerde man in olijke outfit een pak rammel geeft, moeten we
nog eens terugdenken aan die verwijderde Facebook-post van de staatssecretaris.
Ik denk: er is een link. Politici hebben een voorbeeldfunctie. Persoonlijke
meningen inslikken hoort daarbij. De gevolgen van wat je zegt of schrijft,
correct proberen in te schatten. Gouverner,
c’est prévoir.
Het algemeen belang moet altijd vooropstaan. Zóu moeten.

***

Afhandelcentrum. De term werd niet bedacht
door de sociaaldemocratische burgemeester van een uit de kluiten gewassen
kuststad, maar wel gretig gebezigd. Hij bedoelt: een plek waar transitmigranten
worden opgevangen, tot er over hun lot wordt beslist (asiel, ja of neen).
Anderen bedoelen: waar ze worden opgesloten, in afwachting van hun verwijdering
van het grondgebied. Hoe kan je met gebalde, omhooggestoken linkervuist
opstappen in de 1 mei-stoet, in theorie opkomen voor solidariteit van alle
volkeren op aarde en mensen op de vlucht ‘afhandelen’? Voor er weer iemand
“Hé, gij zijt een fan van de opengrenzenlobby, zeker?” roept: neen, we
kunnen niet iedereen opvangen. We kunnen wel solidair zijn met mensen die het
moeilijk hebben. We kunnen een oplossing zoeken, over de partij- en
landsgrenzen heen. En, vooral, we kunnen hen in de eerste plaats als mensen
proberen te zien, niet als statistische gegevens. Afhandelcentrum. Klinkt een
beetje als ‘afwerkplek’, een term uit de prostitutie. In Nederland bestaan er
zelfs gelegaliseerde afwerkplekken. Geen idee of ernaast een afhandelcentrum
ligt en aan de andere zijde een afhaalchinees.

Ga ondertussen uw mond spoelen, meneer de
burgemeester!

***

O ja, ik zou het haast vergeten: een man met
nazi-tattoos op zijn linkerarm (foutje!) is ontslagen als chauffeur bij de
MIVB. De man had nochtans een vlekkeloos parcours afgelegd, zesentwintig jaar
trouwe dienst, zonder aanmerkingen, noch van zijn oversten, noch van zijn
passagiers. Er zijn er anderen. Zijn stommiteit: hij was naar een
bedrijfsfeestje gegaan in een marcelleke,
véél erger dan een tirolerkostuum of sexy mannenlingerie. Daardoor waren de
tattoos zichtbaar: 88 (de achtste letter van het alfabet is de H, een dubbele
acht staat voor ‘HH’, in neonazistisch vakjargon: Heil Hitler), een adelaar
(typisch voor het Derde Rijk) en ‘SS’ (verklaring onnodig). Enfin, in sommige
kringen zal hij daarmee heel populair zijn. Kringen die je ook in Chemnitz op
straat zag marcheren, hun op een na favoriete bezigheid, na het in elkaar
timmeren van andersdenkenden.

Ik worstel ermee. Niet met die man: daar ben
ik te oud, te plomp en te laf voor. In gedachten neem ik ze een voor een in een
houdgreep, de neonazi’s, het fascistoïde crapuul, tot ze afkloppen, zich
overgeven. Tot in het diepst van mijn vezels heb ik een afkeer van alles wat
swastika-gerelateerd is. Als ik op een feestje zou zijn en die man zou daar
staan, in zijn afzichtelijke marcelleke, dan is de kans heel reëel dat ik er
stiekem een foto zou van maken, om de man te signaleren bij bedrijfsleiding,
politie of Unia. Ik walg van dat soort figuren. Sympathisanten van een
onmenselijke ideologie. Kampbewakers in spe.

Begrijp me dus vooral niet verkeerd (ik beloof
overigens dat ik deze tekst niet tien keer zal aanpassen), maar ik worstel met
zijn ontslag. Als iemand zesentwintig jaar, meer dan een kwarteeuw, keurig z’n
werk heeft gedaan — als er al eens een opmerking in zijn dossier stond, was
het een positieve —, nooit eerder openlijk is uitgekomen voor een ziekelijke
sympathie, vraag ik me af of je die man wel aan de deur kúnt zetten. Vrijheid
van meningsuiting en zo. Zelfs voor iemand die een laakbare mening heeft, maar die
mening blijkbaar nog nooit heeft proberen op te dringen en de neutraliteit —
die je van een buschauffeur mag verwachten — nooit heeft geschonden.

In die zin is er een grondig verschil met die
andere buschauffeur, tevens voorzitter van een minuscuul partijtje, die een
half jaar geleden werd ontslagen omdat hij vond dat vrouwen en mannen apart
moeten zitten in de bus. Ook die man had dat niet geventileerd tijdens de
diensturen, noch had hij zich daarnaar gedragen bij de uitoefening van zijn
functie, maar hij had het wél gezegd en dus kun je als bedrijf ingrijpen.

***

Voorts vind ik dat het dragen van marcellekes
in het openbaar moet verboden worden. Misschien in het kader van de war on drags?



Dubbel racisme

Samenleving Posted on za, augustus 25, 2018 13:04:26

Moeten we ’t nu weer over racisme hebben?

Ja, we moeten het alweer over racisme hebben.

Diepe zucht.

Na het ‘Handjes kappen, de Congo is van
ons’-incident op Pukkelpop reageerde iemand op een boze tweet van mij dat
racisme een complex gegeven is. Neen, dus, racisme is hoegenaamd niet complex.
Het is zelfs zeer makkelijk te herkennen. “Mijn ras is superieur aan alle
anderen.” Dat is racisme. En dat is fout. Altijd. Overal. De lightversie
daarvan is xenofobie: angst voor het vreemde. Of voor de vreemde. Xenofobie zit diep in ons, is onze voorvaderen zelfs
vaak van pas gekomen, toen we nog jagers-verzamelaar waren en onze buur, een
paar kilometer verderop, niet konden vertrouwen. Xenofobie is een soort
beschermende reflex. In het beste geval nuttig, maar meestal onnodig. En daarom
zelden aangewezen. Bij racisme hoef je die twijfel niet te hebben: dat is nóóit
aangewezen. Jamais. Never. Nie. En
kom niet af met “Er is ook omgekeerd racisme”. Dat hoef je niet
‘omgekeerd’ te noemen, het is racisme, punt. Zoals er onder de hashtag #metoo
ook verhalen opduiken van mannen die seksueel misbruik van vrouwen ondervonden.
Of van transgenders, wat mij betreft. Elke vorm van raciaal
superioriteitsgevoel is misplaatst, maatschappelijk ongezond, verwerpelijk en –
gelukkig bij ons – strafbaar, zoals ook elke vorm van grensoverschrijdend
gedrag misplaatst, maatschappelijk ongezond en verwerpelijk is. Moeten we
vooral iets tegen doen. En blijven doen. En er nooit de rug naar toekeren,
zoals de omstanders op Pukkelpop blijkbaar deden.

Als een stel jongeren ‘Handjes kappen…’
begint te zingen wanneer twee zwarte vrouwen passeren, is dat geen jeugdzonde.
Het is geen vergissinkje in de trant van monsterieur Vangheluwes ‘relatietje’. Je
moet dat niet relativeren. Probeer het niet. Het is racisme. Daarom zijn die
lallende jongeren nog geen diehard
racisten, dat weet ik immers niet. Alcohol en kuddegedrag brengen het laagste
in de mens naar boven. Misschien schamen ze zich oprecht, achteraf. Maar wat ze
op dat ogenblik doen, is het platst denkbare racisme. Ja, maar, we moeten dat
toch niet overroepen, hoor je dan. Wat is dat, ‘overroepen’? Er overdreven veel
aandacht aan schenken? Hadden we er dan geen aandacht aan moeten besteden,
misschien? Het als een bagatelletje bestempelen? Was het uitlokking, zegt u,
omdat de jongeman die de zwarte vrouwen begeleidde, vroeg om opnieuw te
beginnen zingen, zodat hij het kon registreren met zijn smartphone? Ach, heeft
er iemand die kerels werkelijk verplicht om in herhaling te vallen? Neen, hoor,
ze deden dat met alle plezier en uit volle borst. Met heel veel overtuiging. Ja,
maar, die jongens werden brutaal opzij geduwd door die Kendrick Lamarfans. Kan
best zijn. Hoogst irritant is dat, van die zogeheten fans die op het
allerlaatste moment tot op de eerste rij proberen te dringen. Ik zet me dan
schrap – ‘zette’, eigenlijk, want het is al een poos geleden dat ik naar grote
festivals ging. ¡No pasarán! Die
jongens hebben het recht om daar te staan en die vrouwen hoeven niet te duwen.
Roep dan “Ik sta hier, ik blijf hier staan”. Of: “Je had maar op
tijd moeten zijn”. Desnoods: “Wat denken jullie wel, stomme trutten?”
Er zijn nog wat varianten denkbaar. Maar niet, nooit, iets racistisch roepen.

‘Handjes kappen, de Congo is van ons’ is
racistisch. Het getuigt van een superieur gevoel ten aanzien van mensen die
eruitzien alsof ze afkomstig zijn van de vroegere Belgische kolonie. Het beste
idee dat ik deze week las, was afkomstig van staatssecretaris voor Gelijke
Kansen Zuhal Demir. Je hoeft die jongeren niet op te sluiten of een hoge boete te
laten betalen: neem hen mee naar het Afrikamuseum in Tervuren, vond ze. Daar
zit iets in. Laat hen begeleiden door een deskundige gids die hen de ware
geschiedenis van de Belgische aanwezigheid in Congo uit de doeken doet
(‘Handjes kappen…’, inderdaad), confronteer hen met de rauwe realiteit en
praat er daarna uitgebreid met hen over. Als dát niet helpt, zijn het ‘pure’
racisten. Educatie helpt meer dan repressie, want dat is een zwaktebod, maar
soms wel nodig en onvermijdelijk.

En dan nog iets. Eigenlijk was er op Pukkelpop
sprake van dubbel racisme. Een van die belaagde zwarte vrouwen was van Rwandese
origine. Tegen haar ‘De Congo is van ons’ roepen, getuigt van een afschuwelijk dedain
voor de identiteit van die vrouw. Het komt erop neer dat je alle zwarten
gelijkschakelt: allemaal Congolezen, allemaal gepeupel, allemaal de handjes
eraf. Als een Congolees ons een Pool, een Roemeen of een Hongaar zou noemen,
zouden we dat ook niet appreciëren. Dubbel racisme, dat is: twee keer een geleid
bezoek aan het Afrikamuseum.



« VorigeVolgende »