Goed, wat is er deze week in het nieuws
geweest? Ha, kijk eens, vorige zondag al, een staatssecretaris die zich weer
eens ontpopte tot straatsecretaris en die op Facebook wat verzuchtingen
neerpende over echte en fake mannen. Mannen in tirolerkostuum en mannen in
lingerie, laten we zeggen. De staatssecretaris schreef en herschreef en
herschreef nogmaals en deed dat nog een keer of zeven over. Even dacht ik: de
tot mislukken gedoemde war on drugs
wordt opgevolgd door een war on drags.
Tot hij weerwerk kreeg, niet iedereen in zijn partij op dezelfde lijn bleek te
zitten en hij de tekst dan maar verwijderde. Mis begrepen, of zo. De commotie
niet waard. (“Waarom post je dan op je openbare Facebook-account deze
bedenkingen?”, inderdaad, u stelt terecht die vraag.)

***

Wat was er nog? Ah voilà, een zwarte jongen
van vijftien die in Aarschot op de sporen werd geduwd. Net zoals mosselen niet
alleen meer op tafel komen in maanden met een r, zo ook kom je racisme tegen in
maanden zonder r. Augustus, bijvoorbeeld. Al is een deel van het Vlaamse
publiek niet dadelijk mee als het r-woord valt. Relatief, weet u wel. Razend,
word ik ervan. Dan kruipen allerlei brulboeien in de pen om zwaar te
relativeren en als een hoofdredacteur van een weekblad het dan heeft over racisme
in het Vlaamse DNA, is het kot meerdere malen te klein. Hang hem hoog! Ontsla
die hufter!! Niet met ons, Vlamingen!!! #tothierennietverder. Uitroeptekens ad
infinitum. “Vond iedereen racisme maar even erg als beschuldigd worden van
racisme,” reageerde @FlorVDE vrijdagavond op Twitter. Tweet van de week.
Want hier draait het allemaal om: al die kaakslagvlamingen die nu héél boos
zijn omdat ze zich in de hoek van de racisten gedreven voelen (begrijpend lezen
is niet hun sterkste kant, want wat die hoofdredacteur schreef klonk een pak
genuanceerder) doen ook uitermate hun best om racistische gedragingen van
andere bange blanke mannen (en vrouwen) af te zwakken, alsof ze dat helemaal
niet zo erg vinden. Waarmee ze de editorialist van dat weekblad impliciet gelijk
geven.

***

Nog iets? Gucken
sie mal hier
. In Chemnitz betoogden neonazi’s. Open en bloot. Niets meer te
verbergen. Hoeft ook niet meer, ook al is het in Duitsland verboten. Populistische leiders hebben het steeds meer voor het
zeggen in Centraal-Europa (en in de wereld) en dus voelen lieden die zich lang
verborgen hebben gehouden geroepen om te, euh, roepen. Je merkt dat in de
sociale media en nu dus ook op straat.

Rechtse en flinkse politici zouden er eens bij
moeten stilstaan of hun agressieve taalgebruik — ‘kordaat’, zullen ze het zelf
liever noemen — er niet toe bijdraagt dat allerlei groupuscules nu denken dat
ze niet alleen staan met hun afkeer. En natuurlijk roepen die politici niet op
tot daden, maar sommige toehoorders begrijpen dat wel zo: wat niet expliciet wordt
afgekeurd, is goedgekeurd. Punt. Als er op de volgende Antwerp Pride weer zo’n
homohater een geïsoleerde man in olijke outfit een pak rammel geeft, moeten we
nog eens terugdenken aan die verwijderde Facebook-post van de staatssecretaris.
Ik denk: er is een link. Politici hebben een voorbeeldfunctie. Persoonlijke
meningen inslikken hoort daarbij. De gevolgen van wat je zegt of schrijft,
correct proberen in te schatten. Gouverner,
c’est prévoir.
Het algemeen belang moet altijd vooropstaan. Zóu moeten.

***

Afhandelcentrum. De term werd niet bedacht
door de sociaaldemocratische burgemeester van een uit de kluiten gewassen
kuststad, maar wel gretig gebezigd. Hij bedoelt: een plek waar transitmigranten
worden opgevangen, tot er over hun lot wordt beslist (asiel, ja of neen).
Anderen bedoelen: waar ze worden opgesloten, in afwachting van hun verwijdering
van het grondgebied. Hoe kan je met gebalde, omhooggestoken linkervuist
opstappen in de 1 mei-stoet, in theorie opkomen voor solidariteit van alle
volkeren op aarde en mensen op de vlucht ‘afhandelen’? Voor er weer iemand
“Hé, gij zijt een fan van de opengrenzenlobby, zeker?” roept: neen, we
kunnen niet iedereen opvangen. We kunnen wel solidair zijn met mensen die het
moeilijk hebben. We kunnen een oplossing zoeken, over de partij- en
landsgrenzen heen. En, vooral, we kunnen hen in de eerste plaats als mensen
proberen te zien, niet als statistische gegevens. Afhandelcentrum. Klinkt een
beetje als ‘afwerkplek’, een term uit de prostitutie. In Nederland bestaan er
zelfs gelegaliseerde afwerkplekken. Geen idee of ernaast een afhandelcentrum
ligt en aan de andere zijde een afhaalchinees.

Ga ondertussen uw mond spoelen, meneer de
burgemeester!

***

O ja, ik zou het haast vergeten: een man met
nazi-tattoos op zijn linkerarm (foutje!) is ontslagen als chauffeur bij de
MIVB. De man had nochtans een vlekkeloos parcours afgelegd, zesentwintig jaar
trouwe dienst, zonder aanmerkingen, noch van zijn oversten, noch van zijn
passagiers. Er zijn er anderen. Zijn stommiteit: hij was naar een
bedrijfsfeestje gegaan in een marcelleke,
véél erger dan een tirolerkostuum of sexy mannenlingerie. Daardoor waren de
tattoos zichtbaar: 88 (de achtste letter van het alfabet is de H, een dubbele
acht staat voor ‘HH’, in neonazistisch vakjargon: Heil Hitler), een adelaar
(typisch voor het Derde Rijk) en ‘SS’ (verklaring onnodig). Enfin, in sommige
kringen zal hij daarmee heel populair zijn. Kringen die je ook in Chemnitz op
straat zag marcheren, hun op een na favoriete bezigheid, na het in elkaar
timmeren van andersdenkenden.

Ik worstel ermee. Niet met die man: daar ben
ik te oud, te plomp en te laf voor. In gedachten neem ik ze een voor een in een
houdgreep, de neonazi’s, het fascistoïde crapuul, tot ze afkloppen, zich
overgeven. Tot in het diepst van mijn vezels heb ik een afkeer van alles wat
swastika-gerelateerd is. Als ik op een feestje zou zijn en die man zou daar
staan, in zijn afzichtelijke marcelleke, dan is de kans heel reëel dat ik er
stiekem een foto zou van maken, om de man te signaleren bij bedrijfsleiding,
politie of Unia. Ik walg van dat soort figuren. Sympathisanten van een
onmenselijke ideologie. Kampbewakers in spe.

Begrijp me dus vooral niet verkeerd (ik beloof
overigens dat ik deze tekst niet tien keer zal aanpassen), maar ik worstel met
zijn ontslag. Als iemand zesentwintig jaar, meer dan een kwarteeuw, keurig z’n
werk heeft gedaan — als er al eens een opmerking in zijn dossier stond, was
het een positieve —, nooit eerder openlijk is uitgekomen voor een ziekelijke
sympathie, vraag ik me af of je die man wel aan de deur kúnt zetten. Vrijheid
van meningsuiting en zo. Zelfs voor iemand die een laakbare mening heeft, maar die
mening blijkbaar nog nooit heeft proberen op te dringen en de neutraliteit —
die je van een buschauffeur mag verwachten — nooit heeft geschonden.

In die zin is er een grondig verschil met die
andere buschauffeur, tevens voorzitter van een minuscuul partijtje, die een
half jaar geleden werd ontslagen omdat hij vond dat vrouwen en mannen apart
moeten zitten in de bus. Ook die man had dat niet geventileerd tijdens de
diensturen, noch had hij zich daarnaar gedragen bij de uitoefening van zijn
functie, maar hij had het wél gezegd en dus kun je als bedrijf ingrijpen.

***

Voorts vind ik dat het dragen van marcellekes
in het openbaar moet verboden worden. Misschien in het kader van de war on drags?