Yesssss!
Dat was, kort samengevat, mijn binnensmondse reactie
toen ik de beelden zag van Nancy Pelosi die ostentatief de uitgeprinte versie
van de State of the Union verscheurde
vlak nadat de president was uitgesproken. Iets meer dan de helft van de zaal
applaudisseerde machinaal voor de leider van het land, de andere helft
verroerde geen vin. (Of verroerde wel een vin en stapte op).
***
Zo, als u het daar niet mee eens bent, kunt u
nu nuttiger dingen gaan doen.
***
De voorzitter van het Huis van Afgevaardigden
die zich openlijk afkeert van de belangrijkste toespraak van het jaar in de
Verenigde Staten: de beleidsverklaring van de zittende president. Zijn
nieuwjaarsbrief, als het ware. Zo braaf zijn we geweest, zo goed doen we het,
zo welstellend zullen jullie allemaal worden dankzij mij, daar komt het telkens
weer op neer. Maar dan meestal eloquenter verwoord, altruïstischer geformuleerd
en niet verpakt als één grote egotrip. Donald Trump is wie hij is, de grote
oranje vogel zingt zoals hij gebekt is.
Not done, zeiden de meeste waarnemers, ook wie een duidelijke voorkeur heeft
voor de Democraten (of een duidelijke afkeur tegen Trump). Het is onbeleefd, je
verlaagt je tot het niveau van het heerschap op het spreekgestoelte en je
bezorgt hem alleen maar een onverhoopte opstoot van populariteit. Allemaal
waar, ongetwijfeld. Dat de geste van Pelosi contraproductief kan zijn voor de
prestatie van de democratische presidentskandidaat op 3 november, die kans is
meer dan reëel. (Het was trouwens de week van Trump: eerst het geknoei op de
democratische voorverkiezing in Iowa, dan de boze Pelosi, en weer een dag later
de verwachte stopzetting van de impeachmentprocedure in de Senaat. Donald Trump
is de winnaar, voor het eerst leunt zijn approval
rating tegen de vijftig procent aan.)
De eerste vraag is: had Pelosi in se gelijk
met haar verscheuract? Stond het wiebelende oranje gevaarte voor haar de hele
tijd te liegen of de waarheid te verdraaien? Ja. Had hij oog voor álle
Amerikanen in zijn toespraak? Neen. Is die man een gevaar voor zijn land en,
bij uitbreiding, de hele wereld? Ja. Stel dat u gezegend bent met een portie
hersens die voldoen om redelijk te kunnen redeneren, dan zou u nooit op Trump
stemmen, mocht u de kans hebben. Wie wél op Trump stemt, is een kortzichtige
domoor. Mag ik dat nog zeggen? Heeft de waarheid nog haar rechten?
De andere vraag is: had Pelosi dit móeten
doen, rekening houdend met de reacties op het publieke forum en de mogelijke
boemerang die ze smeet? Had Hillary Clinton tijdens de verkiezingscampagne van
vier jaar geleden een deel van het kiespubliek van Trump ‘a basket of deplorables’ (vrij vertaald: een bende betreurenswaardige
lieden) mogen noemen? Neen, allicht niet, het zal haar geen goed hebben gedaan.
Hetzelfde geldt, waarschijnlijk, voor de partij van Pelosi in, opnieuw, een
verkiezingsjaar. Hadden de twee democratische boegbeelden gelijk? Ja,
natuurlijk. Pelosi reageerde zich af op een bullebak die haar geen blik, en ook
geen hand, waard achtte bij het begin van de ceremonie en die vervolgens de
hoofdrol speelde in de Amerikaanse versie van Het Leugenpaleis. Clinton had en heeft
gelijk: wie stemt op een man die beweert dat hij tégen het establishment is
(terwijl hij er zelf middenin zit), die allerlei onhaalbare beloften doet, die zich
seksistisch en racistisch gedraagt, en die met zijn onbezonnen uitspraken de
broze evenwichten in de wereldpolitiek in gevaar brengt, mag je gerust achterlijk
noemen. Gatachterlijk, zelfs. Alleen… zíj had dat tóen beter niet gedaan.
Net zoals Pelosi beter niet die papieren had
verscheurd, toch niet voor de camera. Want: eerlijk zijn, de waarheid vertellen,
hoort nu eenmaal niet in de politiek. Het is een wereld waarin hypocrisie
heerst. Je mag je tegenstander in een debat kleineren, maar als je zijn moment de gloire afneemt, dan word je
een slechte (toekomstige) verliezer. Je mag tientallen argumenten aandragen
waarom het programma van een narcistische idioot nergens op slaat en compleet
onrealistisch is, maar je mag zijn potentiële aanhangers geen idioten noemen,
ook al zijn ze dat wel (tenzij wie rijk, seksistisch, racistisch en
oorlogszuchtig is, uiteraard).
Wat Nancy Pelosi deed, was de waarheid tonen met enkele simpele handgebaren. Deze toespraak is niets waard, bijna elke letter is gelogen, uit de duim gezogen of schromelijk overdreven. Dus: dank u, mevrouw Pelosi, voor die geste die alle mensen met een beetje gezond verstand zouden willen doen in uw plaats, maar kom niet wenen als de verkiezingen over negen maanden weer een knaloranje bejaarde baby ter wereld brengen.
***
‘Ik steek mijn vinger in het gaatje van uw
God,’ zei een zestienjarig Frans, lesbisch meisje tegen een stalkende
moslimjongen. Het Instagramfilmpje ging viraal. Kan dit? Mag dit? Er kwam een
hashtag van: #jesuismila. Gelanceerd door ongure, extreemrechtse types die het
wel leuk vonden dat een assertieve meid de islam beledigde. We worden
overspoeld, nietwaar, #soumission nog aan toe. Na de doodsbedreigingen en
andere verwensingen aan haar adres gingen ook anderen overstag. De vrijheid van
meningsuiting mag niet gekaapt worden door radicale racisten en
godsdiensthaters (’t is te zeggen, die ene verre godsdienst, niet die andere
nabije).
Mila heeft het recht om te zeggen wat ze
gezegd heeft. Daar valt geen speld tussen te krijgen. Hooguit kun je opwerpen
dat een meisje van zestien haar manieren moet leren. Een opdringerige jongeman
brutaal afschudden is één ding, maar er meteen zijn religieuze afhankelijkheid
bij halen en daarmee een hele geloofsgemeenschap beledigen is dan weer un pont trop loin. Maar zelfs dan blijft
het binnen de perken van de vrije meningsuiting. Zaak gesloten (hopelijk). Een
uurtje strafstudie volstaat, voor meisje én jongen.
***
Een minister-president slash minister van Cultuur uitjouwen, mag dat? Het overkwam Jan
Jambon tijdens de MIA’s, het jaarlijkse masturbeermoment van de Belgische
muziekindustrie. Hij mocht de hoofdprijs uitreiken, ‘Hit van het jaar’, nota
bene aan een Franstalige zangeres. Toen hij werd aangekondigd, weerklonk er
boegeroep. Die culturo’s toch: op het Vlaams Nationaal Zangfeest zie of hoor je
ze nooit, en nu gaan ze een beetje ‘Boe!’ roepen naar de man die ocharme net
wat subsidiekraantjes heeft dichtgedraaid van obscure gezelschappen die wij,
oprechte Vlamingen, niet eens kennen!
Om op de vraag bij het begin van de vorige
paragraaf te antwoorden: ja, natuurlijk mag dat. En waarom niet eigenlijk? Moet
je politici een beleefd aanwezigheidsapplausje gunnen als je weet dat de partij
van de minister-president er alle baat bij heeft dat de federale
onderhandelingen niet van de grond komen en zich ook zo gedraagt, dat er in de
Vlaamse regering een aantal harteloze maatregelen werden genomen, en dat er vóór
de vorming van die regering uitgebreid werd gepraat met een partij die blijft
dwepen met de Cyriel Verschaeves van deze wereld?
Het wekt eerder verbazing dat het niet vaker
gebeurt. Soms zie je op Twitter een reactie passeren van een partijvoorzitter
of minister die juicht om een knappe sportprestatie van een landgenoot, waarna
er in een vingerknip respons komt in de aard van ‘Zoudt ge niet beter doen wat ge
moet doen, in plaats van hier de populaire proberen uit te hangen?’ Weet u wat:
die onbeleefderiken hebben gelijk. In de beste der werelden, waarin er geen
begrotingstekort is, de mensen in nood worden geholpen, de politieke leiders
niet worstelend over de vloer rollen en maatregelen worden genomen waar we allemaal
beter van worden op de lange termijn, mogen vooraanstaande politici wat mij
betreft een graantje meepikken van een uitzonderlijke prestatie van een
landgenoot. Maar, alstublieft, niet nú, niet híer. Doe eerst waarvoor u verkozen
bent.
Kanttekening: het is nog maar de vraag of de
boeroepers, die er net als Nancy Pelosi overtuigd van zijn dat ze gelijk hebben, dat gelijk ook zullen halen. De populariteit van Jan Jambon
zal niet gedaald zijn na donderdagavond, wees daar maar zeker van. En de
sympathie van Jan Modaal voor de cultuursector zal niet gestegen zijn. En toch:
soms moet je je eigen versie van de waarheid durven te zeggen (of roepen), ook
al word je daar niet onmiddellijk beter van.
***
Als ik van de VRT was — wat ik soms ben — zou
ik Donald Trump volgend jaar, kort na zijn herverkiezing, uitnodigen om de
hoofdprijs uit te reiken op de MIA’s. Benieuwd wat de reactie van de zaal zal
zijn.